Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
De tomaatpartjes op een groot bord schikken en er de gevouwen reepjes gerookte zalm en de schijfjes ui opleggen.
Versieren met blaadjes veldsla, takjes dille en luzernescheutjes.
In het midden van het bord een roosje leggen dat gevormd werd met een lange, vrij dik gesneden tomaatschil.
De zure room lichtjes opkloppen met citroensap, peper en zout.
Op elk hapje een scheutje saus gieten.
Gefrituurde pladijs op een bedje van wortelpuree
Ingrediënten voor 4 personen
600 g pladijsfilet 8 wortelen 4 aardappelen (Bintje) 1 eierdooier 30 g suiker 100 g bloem (tarwebloem) 50 g boter (bakboter) 1 bosje peterselie 1 takje tijm nootmuskaat peper zout
De aardappelen schillen, gaarkoken en daarna pureren.
De wortelen schillen, in kleine blokjes snijden en in een pan gaarstoven met een weinig water, een nootje boter, wat kristalsuiker, een takje tijm en een blaadje laurier.
Op smaak brengen met peper en zout.
Eens de wortelen gaar zijn, ze door de aardappelpuree mengen en er een eierdooier en een nootje boter doorroeren.
De pladijsfilets in porties van vier tot vijf centimeter lengte snijden, op smaak brengen met peper en zout en ze door de bloem wentelen.
Er de overtollige bloem afkloppen en de pladijsreepjes frituren op 180 graden.
Laten uitlekken en warm houden.
De wortelpuree centraal op warme borden schikken en er de gefrituurde pladijsreepjes opleggen.
Serveren met tartarensaus, mayonaise of witte-wijnsaus.
Banketbakkersroom met aardbeien
Ingrediënten voor 4 personen
10 dl melk (vol) 50 g bloem (tarwebloem) 3 theelepels maïszetmeel 8 eierdooiers 250 g suiker 1 stokje vanille 2 dl room 500 g aardbeien
Klop de room op.
1 dl melk, bloem, maïzena, eidooiers en 50 g suiker mengen tot een papje.
9 dl melk, 200 g suiker en het vanillestokje al roerend tot kookpunt brengen.
Het kokende melk-suikermengsel al roerend op het papje gieten en op het vuur blijven roeren tot dikte.
Van het vuur de banketbakkersroom laten afkoelen.
De room opkloppen en onder 100 g van de banketbakkersroom spatelen.
De resterende banketbakkersroom wordt gebruikt voor de bereiding van parfaits.
De vruchten in een diep bord leggen, er de banketbakkersroom over gieten en onder de salamander of ovengril goudbruin gratineren.
250 g bloem (tarwebloem) 5 dl melk (halfvol) 25 g gist 2 eieren 5 g suiker 1 dl zure room 3 cl arachideolie 4 tomaten 250 g spinazie 600 g zalmfilet peper zout nootmuskaat 1 takje dille 1 takje tijm 1 blaadje laurier
De gist oplossen in een beetje lauwe melk en mengen met een lepel bloem, een snuifje zout en suiker.
Dit mengsel op een warme plaats laten rijzen.
In een kom de resterende bloem mengen met de melk en het gistmengsel.
Vervolgens olie, eieren en zure room toevoegen.
Goed roeren en gedurende ongeveer 2 uur verder laten rijzen.
Ondertussen de spinazie schoonmaken, blancheren in lichtgezouten water, goed laten uitlekken, even aanstoven in wat boter en kruiden met peper en nootmuskaat.
De tomaten pellen, de pitjes verwijderen en in stukken snijden.
Op smaak brengen met olie, peper, zout, dille, tijm en laurier.
Per persoon een stukje zalm inwrijven met zout en peper en laten bruinen onder de ovengrill.
Kleine pannenkoekjes bakken en beleggen met spinazie, tomaten en zalm.
Mignonnettes met mousseline van bonenkruid en krab
Ingrediënten voor 4 personen
4 mignonnettes 2 takjes bonenkruid 100 g krabbenvlees peper zout 200 g boter (geklaard) 2 eierdooiers 0.2 dl wijn (wit/droog) cayennepeper 20 g boter (bakboter)
De eierdooiers schuimig kloppen au bain-marie op een laag vuurtje.
Onder voortdurend roeren witte wijn en een scheutje krabbensap toevoegen en er beetje bij beetje de gesmolten geklaarde boter bijgieten.
Op smaak brengen met een snuifje cayennepeper.
Er het verkruimelde krabbenvlees en het gehakte bonenkruid doorroeren en warm houden.
Het vlees goudbruin bakken in hete boter en kruiden met peper en zout.
Op warme borden schikken en overgieten met saus.
Serveren met verse seizoengroenten naar keuze.
Witte chocolade met kwarkmousse en gemarineerde kersen
Ingrediënten voor 4 personen
200 g chocolade (witte chocolade) 100 g kwark (vol) 4 dl slagroom 5 blaadjes gelatine (van 3 g) 5 cl cointreau 3 eieren 150 g suiker 200 g kersen (ontpit) 30 cl suikersiroop 2 cl wodka 2 cl kirsch 1 stokje vanille 100 g chocolade (puur)
Voor de kersen de siroop aan de kook brengen en laten indikken.
Het vanillestaafje, wodka en kirsch toevoegen.
Dit over de kersen gieten en een nachtje laten staan.
De eieren en suiker tot een hard schuim kloppen.
Daarna de slagroom kloppen zonder dat deze stijf wordt.
De chocolade smelten en met de kwark en cointreau mengen.
De gelatineblaadjes in koud water weken en ze laten smelten als ze zacht zijn.
De eieren en de chocolade mengen met de kwark.
Op het laatst de gelatine toevoegen en de mousse in de koelkast zetten om op te stijven.
Wie zich wil wagen aan de chocoladecilinder, laat witte chocolade smelten.
Dit op bakpapier uitstrijken met een plamuurmes en met een dunne kam (maar met een harkje uit de tuinset van je kinderen lukt het ook) strepen trekken.
In de ijskast laten opstijven.
Daarna donkere chocolade laten smelten en over de witte chocolade gieten.
Weer met een plamuurmes gladstrijken en weer in de ijskast laten opstijven.
Uit de ijskast halen, heel even laten liggen en met bakpapier en al rolletjes maken.
Wel geduldig zijn, want anders breekt het.
Daarna de rolletjes weer in de ijskast en net voor gebruik eruit halen, snijden en vullen met de mousse.
De kersen rondom de torentjes dresseren.
Wie geen cilinders heeft gemaakt: de mousse is - als het goed is - stijf genoeg om er andere torentjes van te maken.
Het vlees bedekken met de look en kruiden met zout en peper.
De boter smelten in een ovenschotel en daarin de ui lichtjes fruiten.
De ui uit de ovenschotel halen en apart houden.
In dezelfde boter de kalfskoteletten bakken tot ze goudbruin zijn.
Ze dan bedekken met de ui en er vervolgens de gepelde en ontpitte tomaten en de rode wijn bijvoegen.
Een deksel op de schotel leggen en ongeveer 40 minuten in de oven laten bakken.
Dan de grill van de oven aansteken, het deksel van de ovenschaal nemen, op elk stuk vlees een plakje kaas leggen en de schotel onder de grill schuiven tot de kaas mooi gebruind is.
Onmiddellijk serveren.
Wortelcake
Ingrediënten voor 4 personen
4 wortelen 75 g amandelpoeder 75 g hazelnoten (gemalen) 50 g walnoten (gemalen) 7 eieren 300 g suiker zout kaneelpoeder 50 g paneermeel 50 g bloem (tarwebloem) 7 g bakpoeder 10 g boter (bakboter) 20 g poedersuiker 50 g amandelschilfers
De eierdooiers mooi schuimig kloppen met de helft van de suiker, een snuifje zout en een mespuntje kaneelpoeder.
De gemalen noten (amandelnoten, walnoten en hazelnoten) mengen met evenveel geraspte wortelen, het paneermeel, het bakpoeder en de gezeefde bloem.
Alles door de eierdooiers roeren.
De eiwitten tot sneeuw kloppen met de rest van de suiker en zorgvuldig door het deeg spatelen.
In een beboterde springvorm overscheppen en gedurende 45 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 180 graden.
Uit de oven nemen, volledig laten afkoelen en de vorm verwijderen.
Een dagje laten opstijven in de koelkast alvorens aan te snijden.
Bestuiven met poedersuiker en garneren met geroosterde amandelschilfers.
Tip:
In plaats van de taart te bestuiven, kan ze ook worden gegarneerd met suikerglazuur.
Hiervoor moet 200 gram bloemsuiker in een warmwaterbad worden gemengd met 2 eetlepels citroensap en 2 eetlepels kirsch.
2 aardappelen (Bintje) 2 eieren 1 eiwit 15 g bloem (tarwebloem) 0.5 dl melk (halfvol) peper zout nootmuskaat 250 g champignons 40 g boter (bakboter)
De aardappelen koken en pureren.
De eieren en het eiwit toevoegen.
Alles luchtig door elkaar kloppen met een garde.
De bloem en een straaltje melk toevoegen.
Op smaak brengen met peper, zout en nootmuskaat en de massa in de koelkast bewaren.
De champignons reinigen, in schijfjes snijden en bakken in een nootje boter.
Het aardappeldeeg bakken in hete boter in een pan met antikleeflaag en wat fijngesneden, gebakken champignons bijvoegen.
Omdraaien met een paletmes en heel even de andere zijde bakken.
Orecchiette, broccoli
Ingrediënten voor 4 personen
320 g orecchiette 400 g broccoli 100 g pancetta 1 teentje knoflook 3 chilipepers (groen) 50 g Parmezaanse kaas 2 eetlepels olijfolie (extra vierge)
Snijd broccoli in kleine roosjes en de pancetta in dunne reepjes.
Pel het teentje knoflook en snijd het in dunne plakjes, verkruimel de chilipepers.
Rasp de parmezaanse kaas.
Kook de broccoli in kokend water met zout beetgaar.
Verhit de olie in een braadpan en bak daarin de knoflook en pancetta zacht, niet knapperig. Voeg de broccoli en chilipeper toe met zout en peper naar smaak.
Verwarm alles enkele minuten al roerend op het vuur.
Kook de orecchiette al dente in kokend water met zout.
Laat hem uitlekken en schep hem door de broccoli.
Geef er parmezaanse kaas bij.
Tip:
Het is belangrijk dat de broccoli in heel kleine roosjes gesneden wordt zodat die in de orecchiette passen.
Rood fruit op Zwitserse wijze
Ingrediënten voor 4 personen
500 g crème suisse 1 dl room 150 g frambozen 5 dl water 70 g poedersuiker 2 eetlepels citroensap 150 g aardbeien 8 eiwitten 500 g suiker 2 dl water
Klop de crème suisse gedurende 4 tot 5 minuten met de room en eau de vie.
Bereid de frambozencoulis: pureer de frambozen en haal de frambozenpuree door een fijne zeef.
Voeg het water bij de poedersuiker en wat citroensap en laat koken tot een lichte stroop.
Voeg de frambozenpuree toe en laat gedurende enkele minuten inkoken.
Vul de bodem van de coupe met een laagje frambozencoulis en schik hierop het rood fruit. Breng een laagje crème suisse aan in de coupe en laat twee uur opstijven.
Bereid de Italiaanse meringue: laat de suiker en het water koken tot 120°C.
Klop ondertussen het eiwit stijf en giet hierop de suikersiroop.
Roer alles koud.
Garneer hiermee de coupe en kleur even onder de grill.
250 g gemengd gehakt 25 g kaas 10 druppels Worcestershiresaus 6 sneetjes wit brood 30 g boter (bakboter) peper zout 20 g boter (roomboter)
Het gehakt aanmaken met de kaas, de worcestershiresaus, peper en zout.
Uitrollen tot een grote worst van ongeveer 4 centimeter diameter.
Het vlees in aluminium of plasticfolie wikkelen en in de koelkast leggen om hard te worden.
De opgesteven worst in plakjes van 1 centimeter dik snijden en bakken op een zacht vuurtje.
Met behulp van een glas uit elk sneetje brood 2 rondjes snijden en aan beide zijden licht beboteren.
Bakken tot goudgele en knapperige toastjes.
Op elk toastje een minihamburger leggen en versieren naar eigen fantasie met peterselie, fijngesneden ui, schijfjes tomaat of spiegeleitjes van kwarteleitjes.
De graten en het vel van de gerookte rivierpaling verwijderen (of dit door de vishandelaar laten doen en hem vragen graten en vel mee te geven).
De palingfilets in reepjes snijden.
De fijngesneden prei, bleekselderij, wortel, ui en palingrestjes fruiten in de boter en een vijftal minuten stoven.
De tomatenpuree en de bloem toevoegen en op een matig vuur voortdurend roeren tot een droge massa verkregen wordt.
De kippenbouillon, de tijm en de laurier toevoegen, 25 minuten op een zacht vuurtje laten sudderen tot een vrij dikke soep en op smaak brengen met peper, cayennepeper en zout.
Nog even inkoken en zeven door een puntzeef.
De soep terug aan de kook brengen, mixen en er de room en een nootje boter door mengen.
De soep serveren in warme soepborden en garneren met de reepjes palingfilet en gehakte peterselie.
Tip:
Meestal wordt gerookte paling als palingfilet verkocht, dus zonder graten en zonder vel.
Het soepje smaakt echter ook prima zonder dat de palingrestjes meegestoofd worden.
De lengfilet kruiden en met de pompelmoespartjes in een beboterde ovenschotel schikken. Afdekken met beboterde huishoudfolie en 30 minuten in een voorverwarmde oven van 180 graden zetten.
Het pompelmoessap opwarmen, de honing en de Noilly Prat toevoegen, inkoken en kruiden met nootmuskaat, paprikapoeder, cayennepeper en peper.
De dille en de room toevoegen en nog even inkoken tot sausdikte.
De lengfilet en de pompelmoespartjes over borden verdelen, overgieten met saus en opdienen met frietjes.
Honingéclairs
Ingrediënten voor 4 personen
40 g boter (roomboter) 50 g boter (bakboter) zout eetlepel honing (vloeibaar) 125 g bloem (roggebloem) 4 eieren 0.5 liter abrikozenijs 2 dl room
Zorg ervoor dat de eieren op kamertemperatuur zijn.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Vet de bakplaat in.
Kook het water zachtjes samen met de boter, de honing en het zout.
Zeef de bloem en voeg in een keer toe.
Roer 2 minuten goed door.
Laat het deeg in een kom 5 minuten afkoelen.
Klop de eieren er één voor één door tot een glanzend en stevig deeg.
Doe het deeg in een spuitzak (3 cm doorsnede, zonder mondstuk) en spuit op de bakplaat 1 streep per persoon (4 cm lang).
Bak goudbruin in de oven: 10 minuten op 220°C, 25 minuten op 175°C (open de oven tussentijds niet).
Doe de oven uit en zet 10 minuten half open.
Neem de éclairs eruit, laat afkoelen, snij ze in de lengte voor 3/4 open en hol uit.
Vul vlak voor het opdienen met een lepel ijs.
Serveer de éclairs met een bolletje ijs en toefjes slagroom.
De tomaten even laten schrikken in kokend water, onmiddellijk afkoelen in koud water, pellen, de pitjes verwijderen en het vruchtvlees in blokjes snijden.
De sjalotten pellen en fijnhakken.
De olie druppelsgewijs en voortdurend kloppend door de azijn mengen.
Deze vinaigrette op smaak brengen met peper en zout.
De rogvleugels ongeveer 8 minuten pocheren in de court-bouillon.
De blokjes tomaat lichtjes verwarmen op een zéér zacht vuur.
De peterselie, het bieslook, de kappertjes en de sjalot even meewarmen en dan voorzichtig de veldsla erdoor mengen.
Ten slotte de helft van de vinaigrette toevoegen en kruiden met peper en zout.
De rogvleugels uit het pocheervocht halen, in stukken verdelen en even door de resterende vinaigrette halen.
De lauwe sla over de borden verdelen en daarop stukken rog schikken.
Garneren met blaadjes koriander of peterselie en steeltjes bieslook, ingestreken met de overgebleven vinaigrette.
Lauw serveren.
Pasta met bloemkool
Ingrediënten voor 4 personen
1 bloemkool 20 cl olijfolie (extra vierge) 3 teentjes knoflook 30 g ansjovisfilets (in olie) 1 eetlepel pijnboompitten 30 g rozijntjes 1 potje saffraanpoeder 300 g torselli 50 g Parmezaanse kaas 3 tomaten 0.5 eetlepel citroensap 12.5 cl olijfolie (extra vierge) 1 eetlepel basilicum (fijngehakt) 35 g tomatenpuree peper zout
De ansjovisfilets een kwartiertje in water zetten om het zout er wat uit te trekken.
Uit het water nemen en laten uitlekken op keukenpapier.
Een tomatencoulis bereiden.
Hiervoor de tomaten even onderdompelen in kokend water, de pel verwijderen, halveren, ontpitten en pletten met een vork.
Het citroensap toevoegen, kruiden met peper en zout en het geheel pureren met de mixer. Onder voortdurend roeren de olie druppelsgewijs toevoegen tot een gebonden saus wordt bekomen.
De tomatenpuree door de saus roeren en afwerken met het fijngehakte basilicum.
De olijfolie verhitten in een kookpan en er de gepelde en gesnipperde look in aanfruiten.
De ansjovisfilets toevoegen, een vijftal minuten laten doorstoven en er de tomatencoulis doorroeren.
Kruiden met vers gemalen peper en 10 minuten laten sudderen.
De in roosjes gesneden bloemkool beetgaar koken in gezouten water.
Laten uitlekken en door het ansjovismengsel roeren.
Onder deksel laten doorstoven tot de bloemkool volledig gaar is en er dan de rozijntjes, pijnboompitten en de saffraan bijvoegen.
Roeren en warm houden.
De deegwaren beetgaar koken, afgieten en door de saus roeren.
Overscheppen in een verwarmde diepe schotel en de geraspte Parmezaanse kaas er apart bij geven.
Bladerdeegje met appeltjes en gember
Ingrediënten voor 4 personen
200 g bladerdeeg 2 appelen (Boskoop) 1 eetlepel gember (geraspt) 50 g suiker 2 cl pommeau 150 g frambozen 5 dl water 70 g poedersuiker 2 eetlepels citroensap 4 blaadjes munt
Schil de appelen en snijd ze in stukjes.
Rasp de gember.
Vul kleine ronde vormpjes met het bladerdeeg en bestrooi het met grove suiker.
Bedek het daarna met de appelen en de gember.
Bak de taartjes in de oven op 200°C.
Flambeer het gebak met de pommeau.
Bereid de frambozencoulis: pureer de frambozen en wrijf de frambozenpuree door een zeer fijne zeef.
Voeg het water bij de poedersuiker en wat citroensap en laat koken tot een lichte stroop.
Voeg de frambozenpuree toe en laat gedurende enkele minuten inkoken.
Presenteer het gebak op een spiegel van frambozencoulis en werk af met een blaadje munt.
De vis door de handelaar laten fileren en vragen om de koppen en de graten bij te voegen.
Eerst de bouillon maken: alle graten en koppen spoelen en fruiten in de boter.
De schoongemaakte en fijngesneden selderij en een halve ui toevoegen en laten meestoven. Het water, 4 dl witte wijn, tijm, laurier, peper en zout toevoegen en alles aan de kook brengen. Goed afschuimen, 15 minuten laten koken op een zacht vuurtje en goed zeven.
De wortel, de ui en het preiwit schoonmaken en fijnsnijden.
Samen met de geplette knoflook fruiten in de olijfolie, maar niet bruin laten worden.
De poonfilets toevoegen, een minuutje laten meestoven en weer uit de pan nemen.
De goed gereinigde mosselen toevoegen en overgieten met de rest van de witte wijn en de helft van de bouillon.
Kruiden met peper en zout.
Afdekken en 3 minuutjes laten koken.
De tomaten pellen en ontpitten en het vruchtvlees in blokjes snijden.
De poonfilets weer bij de bereiding voegen, samen met de blokjes tomaat en de saffraan.
Aan de kook brengen, 1 minuut laten koken, eventueel bijkruiden en vervolgens de pan van het vuur nemen en 5 minuten laten trekken.
De poonfilets over warme borden verdelen, de mosselen rond de vis schikken en overgieten met soep.
Bestrooien met gehakte peterselie.
Bavarois met vruchten
Ingrediënten voor 4 personen
8 eierdooiers 10 dl melk (halfvol) 7 blaadjes gelatine (van 3 g) 200 g suiker 100 g aardbeien 100 g druiven (ontpit) 1 appel (Jonagold) 50 g braambessen 250 g frambozen 30 g boter (bakboter)
De melk opkoken met de suiker, de pan van het vuur nemen en er de losgeroerde eierdooiers doorkloppen samen met de vooraf in koud water geweekte gelatine.
Een bavaroisvorm met boter bestrijken en daarin het schoongemaakte fruit leggen, behalve de frambozen.
De warme eiercrème op de vruchten gieten en laten afkoelen.
Vervolgens in de koelkast nog een paar uur laten opstijven.
De bavarois in plakken snijden en serveren met een coulis van de gepureerde frambozen.
De scharren (laten) fileren en de filets met de velzijde naar binnen van kop naar staart oprollen, 5 minuten pocheren in gezouten water en warm houden.
Voor de saus de tomaten pellen, het vruchtvlees in blokjes snijden en in de pan doen.
De sjalot, tomatenpuree, laurier en paprikapoeder toevoegen en overgieten met pocheervocht van de vis.
Op hevig vuur koken tot de tomaatblokjes uiteenvallen.
Krachtig roeren, zeven en kruiden met peper en zout.
Opnieuw aan de kook brengen en de boter erdoor kloppen met de garde.
De scharrolletjes op een bord schikken, napperen met de saus en afwerken met gehakte peterselie en bieslooksnippers.
De pompoen schillen, in stukken snijden en de pitjes verwijderen.
De juiste hoeveelheid vruchtvlees afwegen en er met de centrifuge sap van maken.
De gelatine weken in koud water.
Het eigeel met de suiker opkloppen tot een wit schuimig mengsel en er voor één charlotte 150 gram pompoensap en het maïszetmeel doorroeren.
Het mengsel 1 minuut laten opwarmen onder voortdurend kloppen.
De gelatine uitknijpen en bij het mengsel voegen.
Grondig roeren en laten afkoelen.
De room stijfkloppen. De wanden van een charlottevorm bekleden met de lepelbiscuits. Wanneer het pompoenmengsel half opgesteven is, er voorzichtig de room doorroeren.
Dit mengsel in de vorm scheppen en een nacht in de koelkast laten staan.
De charlotte uit de vorm halen en versieren met toefjes slagroom.
Op ieder bord een schijf charlotte leggen en er het resterende pompoensap omheen gieten.
De gelatine in dit gerecht kan vervangen worden door agar-agar.
De buikholte kruiden met peper en zout, opvullen met schijfjes geschilde citroen, citroenkruid, laurier, tijm en peterselie.
Besprenkelen met citroensap en opnieuw kruiden.
De forellen in een magnetronschaal schikken (kop op staart, buikopeningen naar het midden van de schaal toe) en overgieten met de helft van de boter.
Acht minuten laten garen bij 650 W en halverwege de bereidingstijd de forellen omdraaien. Twee minuten laten nagaren.
De spinazie in een magnetronschaal schikken, overgieten met de resterende boter, kruiden met peper, zout en nootmuskaat.
Twee minuten laten garen bij 850 W en laten uitlekken.
De aardappelen wassen (niet schillen), hier en daar gaatjes prikken, in een magnetronschaal met een bodempje water schikken en afdekken.
Tien minuten verhitten bij 750 W en halverwege de bereidingstijd de aardappelen omdraaien.
De aardappelen overlangs doorsnijden.
Het vruchtvlees eruit halen, mengen met de spinazie, kruiden met peper en zout.
De leeggehaalde aardappelen ermee vullen en twee minuten verhitten bij 750 W.
De forellen en de aardappelen op warme borden schikken en overgieten met stoofvocht van de forellen.
Tip:
Serveren met een gehalveerd tomaatje, gevuld met kruidenboter en 1 minuut opgewarmd bij 850 W.
Kaasschotel
Ingrediënten voor 4 personen
100 g Breugel 100 g Ardennental 100 g Passendalekaas 100 g Loo 100 g Père Joseph 100 g Maredsouskaas 100 g brie 100 g Wijnendaele 1 Hervekaasje (van 120 gram) 100 g Pas de Bleu-kaas
Een kaasschotel is een ideale formule om ongedwongen familie of vrienden te ontvangen. Alles kan immers vooraf worden klaargemaakt.
Een tiental verschillende kazen volstaan ruimschoots voor de samenstelling van een volwaardig kaasbuffet: twee met hard zuivel (Breugelkaas, Nazareth, Ardennental, ...), vier met halfhard zuivel (Passendaele, Loo, Père Joseph, Maredsous, ...), drie met zacht zuivel (Brie, Brusselse kaas, Wijnendaele, Herve-kaas, ...) en één blauwschimmelkaas (Château d'Arville, Bleu de Franchimont, Pas de Bleu, ...).
Voor een uitgebreid Belgisch kaasbuffet hoeft niet noodzakelijk de duurste wijn gekozen te worden: een Chianti of Valpolicella, een Beaujolais-Villages, een gewone Côtes du Rhône, een gewone Bordeaux, een Minervois of een Cahors.
Wanneer kaas als dessert wordt geserveerd, is een hogere kwaliteit aangewezen.
Een maaltijd moet in alle omstandigheden immers met de beste wijn worden beëindigd.
Bij een paterskaas of een jonge kaas met hard zuivel past een Beaujolais Grand Cru, een Loirewijn (Bourgeuil of Chinon), een Vacqueyras, een betere Bordeaux of een Corbières.
Bij een oude kaas met hard zuivel: Châteauneuf-du-Pape, Barolo, Rioja, een grote Bordeaux.
Bij een kaas met zacht zuivel en een schimmelkorst of bij een blauwschimmelkaas: een droge witte wijn of een betere Bordeaux.
Als het om een topkaas gaat, is een Rijnwijn, een Elzassserwijn, een Sancerre of een witte Bourgogne op zijn plaats.
Andere combinaties: Bij Herve, Trou d'Sottai, Bou d'Fagne en blauwschimmelkazen: een porto of een natuurlijk zoete wijn (wegens het zoet-zuureffect). Bij een oude kaas met hard zuivel: een goede Belgische jenever.
4 eieren 0.4 dl melk (halfvol) peper zout 100 g boter (bakboter) 200 g Noordzeegarnalen (gepeld) 200 g oesterzwammen
De eieren klutsen met melk, peper en zout.
De oesterzwammen afborstelen en in kleine stukjes snijden.
De oesterzwammen samen met de garnalen kort aanfruiten in de hete boter en overgieten met de eierstruif.
Bakken tot een sappige omelet en de pan geregeld heen en weer schuiven om aanbakken te voorkomen.
Op een warm bord laten glijden en serveren.
Mignongebraad met witbier
Ingrediënten voor 4 personen
1000 g mignongebraad 100 g boter (bakboter) peper zout nootmuskaat 25 cl witbier 2 eetlepels rode-bessengelei 50 g rozijntjes 6 appelen (Jonagold) 8 blaadjes munt
Het gebraad in de hete boter aan alle kanten ongeveer 15 minuten kleuren.
Kruiden met peper, zout en nootmuskaat.
Overgieten met bier, de bessengelei erdoor roeren en de rozijntjes en de geschilde en in vieren gesneden appelen toevoegen.
Nog ongeveer 40 minuten laten bakken in een op 200 graden voorverwarmde oven.
Nu en dan het vlees bedruipen met wat saus.
Het vlees uit de ovenschaal nemen, in plakjes verdelen over de warme borden en overgieten met de saus.
Garneren met vers gehakte munt en serveren met kroketten of aardappelnootjes.
Pruimentaart
Ingrediënten voor 4 personen
200 g bloem (zelfrijzend) 1 cl arachideolie 2 g boter (roomboter) 50 g suiker 1 zakje vanillesuiker 1 ei 600 g pruimen 2 cl rum 1 eetlepel bessenconfituur 15 g suiker
De bloem in een kom brengen en in het midden een kuiltje maken.
Hierin het geklutste ei, de suiker en de vanillesuiker doen.
Geleidelijk mengen met bloem en wanneer de bloem bijna vermengd is, met koele handen de in stukjes gesneden koude boter en de olie door het mengsel kneden tot een homogeen geheel. Het deeg best een nacht laten rusten in de koelkast.
De pruimen wassen, halveren en ontpitten.
In een schaaltje leggen en besprenkelen met rum.
Een half uurtje laten trekken.
Het aanrecht bestrooien met bloem en het deeg uitrollen tot op een dikte van ongeveer 4 mm en voorzichtig in een ingevette bakvorm overbrengen.
Doorprikken met een vork en het deeg bestrijken met confituur.
Hierop dakpansgewijs de pruimenhelften leggen.
De taart ongeveer 40 minuten in een oven van 190 graden zetten.
Vlak voor het opdienen, bestrooien met suiker.
Tip:
Door het deeg uit te rollen op boterhampapier zal het makkelijker in de taartvorm aan te brengen zijn; brokkeldeeg (of zanddeeg) is immers zeer kortbrekig.
1000 g andijvie 1 citroen 4 eieren peper zout nootmuskaat 500 g gemengd gehakt 1 eetlepel peterselie (fijngehakt) 20 g boter (bakboter) tomatensaus
De andijvie zorgvuldig wassen en in reepjes snijden.
Gedurende 5 minuten blancheren in kokend water met citroensap en een weinig zout.
De andijvie in een vergiet goed laten uitlekken.
De eieren loskloppen en mengen met de kruiden, de gehakte peterselie en het gehakt. Vervolgens de andijvie door het mengsel roeren en in een beboterde souffléschaal gieten.
In een voorverwarmde oven plaatsen en op 200 graden gedurende 1 uur laten garen au bain-marie.
De flan direct opdienen en serveren met warme tomatensaus.
Alle groenten klein snijden en aanstoven in boter.
Overgieten met de kippenbouillon en kruiden naar smaak met peper en zout.
De soep pureren met de staafmixer en ze door een zeef gieten.
De verse room en de garnalen erdoor roeren en kort laten doorwarmen zonder te koken. Bestrooien met gehakte peterselie en meteen serveren.
Gemarineerd lage ribgebraad
Ingrediënten voor 4 personen
800 g lage ribgebraad 50 g boter (bakboter) peper zout nootmuskaat 10 dl wijn (rood) 3 eetlepels peterselie (fijngehakt) 1 takje tijm 2 blaadjes laurier 5 mespuntjes peperkorrels 10 aardappelen (Bintje) 10 wortelen 1 knolselder 1000 g broccoli 30 g boter (roomboter) 10 cl azijn 100 g suiker 6 sinaasappelen 2 theelepels maïszetmeel 2.5 dl demi-glace (ingekookte fond)
Het gebraad 3 tot 4 uur marineren in de rode wijn met de gehakte peterselie, tijm, laurier en peperbolletjes.
Het vlees uit de marinade halen en zorgvuldig afdeppen met keukenpapier.
Aan alle kanten mooi kleuren in de hete boter.
Overgieten met de gezeefde marinade en 40 minuten bakken in de op 200 graden voorverhitte oven.
Tijdens het bakken geregeld bedruipen met de marinade.
Ondertussen 3 soorten puree bereiden.
Een derde van de aardappelen gaarkoken met de wortelen.
Afgieten en pureren.
Afwerken met een klontje boter, peper, zout en nootmuskaat.
Op dezelfde wijze knolselderij- en broccolipuree maken.
Vervolgens de saus bereiden.
De suiker karameliseren, van het vuur nemen en blussen met de azijn.
Het sinaasappelsap toevoegen samen met de ingekookte kalfsfond (demi-glace).
Binden met maïszetmeel dat in een beetje fond werd losgeklopt en kruiden met peper.
Het gebraad in plakken snijden en op een verwarmde schotel schikken met de groentepuree.
Aardbeiencoupe met bitterkoekjes
Ingrediënten voor 4 personen
500 g aardbeien 1 limoen 50 g suiker 1 zakje vanillesuiker 2.5 dl room 100 g bitterkoekjes (macarons)
De aardbeien wassen en pas daarna de kroontjes verwijderen.
De limoen schoonboenen en de schil raspen.
Vervolgens uitpersen.
Op een laag pitje onder deksel de aardbeien met het limoensap en de suiker 10 minuten laten stoven, in een kommetje scheppen en een uur laten opstijven in de koelkast.
De room stijfkloppen met de vanillesuiker en mengen met de geraspte limoenschil.
De room door de koude aardbeienmoes spatelen en in kommetjes scheppen.
Opnieuw laten opstijven in de koelkast en vlak voor het serveren met bitterkoekjes en een aardbei garneren.
Meng in een grote mengkom meel, suiker, zout, gist en rozemarijn, voeg olijfolie toe en voldoende warm water voor een soepel deeg.
Kneed het deeg 5 minuten op een licht bestoven werkblad totdat het zacht en elastisch aanvoelt.
Leg het terug in de kom, dek die af met folie en laat het deeg op een warme plek 1 uur rijzen totdat het in omvang is verdubbeld.
Snijd ondertussen de paprika's in vieren en verwijder de kern en de zaadjes.
Leg de parten op een rooster met de schil naar boven en besprenkel ze met olijfolie.
Leg ze 10 minuten onder de voorverwarmde grill totdat de schillen zijn geblakerd.
Verpak ze in aluminiumfolie en laat ze afkoelen.
Trek de schillen met een mesje van de paprika's en snijd de paprika in reepjes.
Breng ze op smaak met de azijn.
Leg het deeg op een licht bestoven werkblad, kneed het goed door en snijd het in tweeën.
Rol elk deel uit tot een dunne ovaal van 28 x 15 centimeter en bestrijk deze met tomatenpuree.
Verdeel de paprikareepjes over beide ovalen en vouw ze in de lengte dicht.
Leg de deegrollen voorzichtig op een grote, ingevette bakplaat, bestrooi ze met overgebleven paprikastukjes en dek ze af met folie.
Laat ze op een warme plaats 30 minuten goed rijzen.
Verwijder de folie en besprenkel de broden met olie en rozemarijn.
Bak ze 15 minuten in een voorverwarmde oven op 220ºC en dek ze af met aluminiumfolie als ze dreigen te verbranden.
Serveer het brood warm of koud.
Met de broodmachine
Haal het bakblik uit het apparaat, zet de kneedvleugel vast en doe er de aangegeven hoeveelheid koud water en olie in.
Strooi het meel erover en daarna de rozemarijn, het zout en de suiker en maak in het midden een kuiltje voor de gist.
Zet het bakblik in de machine, sluit het deksel en selecteer het gewenste deeg.
Druk op start.
Volg verder het recept voor bakken met de hand, vanaf het snijden van de paprikas.
Tip:
Maakt u dit brood vooraf en wilt u het later opwarmen?
Bak het dan iets minder lang.
Dan wordt het niet te droog tijdens het opwarmen.
Bouillabaisse zoals in Marseille
Ingrediënten voor 4 personen
250 g roodbaarsfilet 250 g zeewolffilet 250 g wijtingfilet 250 g rode-poonfilet 250 g zeebarbeelfilet 1 langoest van 500 g (of kreeft) 2 uien 3 tomaten 3 teentjes knoflook 1 venkelknol 1 stukje sinaasappelschil (gedroogd) 0.5 bosje peterselie 1 takje tijm 1 blaadje laurier 0.5 potje saffraanpoeder peper zout
De groenten wassen en schoonmaken.
De uien en knoflookteentjes pellen en fijnhakken.
De tomaten laten schrikken in kokend water, pellen, in vieren snijden, de pitjes verwijderen en het vruchtvlees grof hakken.
De peterselie hakken.
De venkel in zeer kleine blokjes snijden.
De visfilets spoelen, droogdeppen en in dobbelsteentjes snijden.
Het vaste visvlees (zeewolf, rode poon, roodbaars) scheiden van de zachte soorten (wijting, zeebarbeel).
De uien, knoflook, tomaten, venkel, tijm, laurier, peterselie en de sinaasappelschil fruiten in een grote pan en er vervolgens de langoest en de vaste vissoorten op schikken.
Kruiden met peper, zout en saffraan.
Overgieten met water tot alles onderstaat.
Aan de kook brengen en een achttal minuten laten koken.
Vervolgens de zachte vissoorten toevoegen en nogmaals acht minuten laten koken.
De langoest uit de soep halen, de schaal verwijderen en het langoestenvlees in porties verdelen over de warme, diepe borden.
De bouillabaisse over de borden verdelen en garneren met gehakte peterselie en takjes venkelgroen.
Serveren met geroosterde sneetjes stokbrood en rouille.
Koninklijke taart
Ingrediënten voor 4 personen
300 g boudoirkoekjes 200 g chocolade (puur) 2 dl koffie 4 eieren 125 g boter (bakboter) 125 g poedersuiker 5 g suiker
De chocolade in stukjes breken en smelten au bain-marie.
Ondertussen de boter tot room roeren en hierin de gezeefde poedersuiker lepel per lepel toevoegen.
Wanneer de chocolade gesmolten is, laten afkoelen tot het mengsel lauw is en vervolgens door het boter-suikermengsel roeren.
De eieren scheiden en het eiwit tot sneeuw kloppen met een snuifje suiker.
Het eigeel bij de chocoladepasta voegen, goed mengen en vervolgens het stijfgeklopte eiwit toevoegen.
Het mengsel even laten rusten.
Ondertussen sterke koffie maken.
Een springvorm bekleden met aluminiumfolie.
De rand van de springvorm bekleden met boudoirkoekjes waarvan met een mes ongeveer 1 cm werd afgesneden (de suikerlaag moet aan de buitenzijde zitten).
De afgesneden topjes en de rest van de boudoirkoekjes eventjes onderdompelen in de koffie en er de bodem van de bakvorm mee bedekken.
Vervolgens een laag chocolademengsel aanbrengen en opnieuw een laag koekjes.
Dit herhalen en eindigen met een laag chocolademengsel.
Een nacht laten opstijven in de koelkast alvorens te serveren.
Eventueel versieren met hagelslag, chocolade-blaadjes of slagroom.