Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Paulie vertelt
Over ons gezin Iedere dag is de moeite waard
10-06-2007
De 3 baardagame's
Hier is een foto van de 3 baardagame's. Van links naar rechts zijn dat: Dino, Nala en Diske.
Amai, wat is dat lang geleden. Waarom zijn we er toen zo opeens mee opgehouden? Wel, mijn baaske vond het weer eens nodig om met die zeezenders bezig te zijn. Ondertussen is er hier ook weer vanalles gebeurd. Ik begin even met Jako, mijne soortgenoot. Wat ik ook probeer, die moet van geen liefde weten. Alleen mijn baaske mag er aankomen. Wat hij er ook mee doet, alles vind ze fijn. Nu ja, ze doet maar. Nu even over onze Dennis want die zit ondertussen al in het eerste middelbaar, technisch. We zijn hier allen benieuwd wat het gaat worden, naar het tweede jaar technisch gaan of zakken naar het beroeps. Ik vermoed het laatste want hij laat de hele tijd horen dat er in het beroeps meer praktijklessen zijn dan in het technisch. En dat is wat hij zo graag doet, praktijk. De richting die hij volgt is houtbewerking. Dan nu iets over onze nieuwe huisgenoten. Wij hebben nu ook baardagame's. Voor wie niet weet wat dat is, het is een van de vele soorten hagedissen. Een van deze soorten is dus de baardagame. En daar zijn dan ook weer tientalle soorten van. Ze leven gewoonlijk in Australië, in woestijnachtig en rotsig gebied. Degene die dat hier in huis heeft gehaald is natuurlijk onze Dennis; Vorig jaar in mei kwam hij op een vrijdag met de vraag of hij zo'n diertje mocht overkopen van een vriendje. Het antwoord van mijn baaske was kort en krachtig. "zijde gij nu helemaal zot, da komt hier nie binnen, vergeet het maar." Maar Dennis speelde het slim en op zondag kwam hij samen met zijn vriendje die hagedis tonen, en mijn baaske vond die toch wel lief zeker!!! Mijn baaske ging dan eens mee kijken hoe dat dan allemaal in zijn werk gaat om zo'n beestje te kunnen houden en wat het allemaal gaat kosten. Het stond wel vast dat Dennis dat diertje dan wel zelf moet betalen. Wanneer ze terug waren hoorde ik vertellen dat die baardagame bij ons zou komen wonen. 100 voor dat beestje met terrarium en een kastje om dat ding er op te zetten. Die maandag brachten ze dat beest dan binnen met bak en al. In die glazen bak hangt dan een zonnelamp en een warmtelamp.
Hun voedsel bestaat voornamelijk uit levende springhanen, meelwormen, ingevroren prematuurmuisjes, allerlei soorten sla, komkommer, appel, tomaten enz. Voor de springhanen en de meelwormen moet Dennis dan wel naar de dierenwinkel. In het begin toen Diske (dat is die baardageme zijn naam) hier pas was heb ik mij eens een aap geschrokken. Op een avond tijdens ons speeluurtje zat ik op mijn baaske zijn schouders toen Dennis ineens Diske bij mijn baaske zette. Ik had die nog nooit van zo dichtbij gezien. LELIJK!!! Ik had nog nooit zo'n lelijk beest gezien. Ik heb mij onmiddelijk omgedraaid. Maar dat was toen. In mei laatsleden is er dan een tweede baardagame bijgekomen en nog in die zelfde week een derde. In de keuken staat er een terrarium van 1.20 m lang en 50 centimeter diep. Maar die word over twee weken vervangen door een groter terrarium. Daar zitten daar Nala (vrouwtje) en Dino (mannetje) in. Diske staat in de living en die krijgt dan het terrarium dat nu in de keuken staat. O ja, Diske is een mannetje. Als ik en Jako ons speeluurtje hebben dan gebeurt het wel dat Dennis de drie baardagame's op tafel zet om ze ook eens te laten spelen. Daar mag ik tegenwoordig geen probleem meer van. Als zij niet bijten naar mij waarom zou ik dan bijten naar hen. En ze zijn net als ik de grote liefde geworden van mijn baasje en bazinneke. En het baasje van Diske, Dino en Nala is natuurlijk Dennis. Waarom zouden ze er niet mogen zijn? Ieder levend wezen heeft recht op een plaatje op deze grote wereldbol. Tenslotte nog iets over vandaag. Het is vandaag vaderkesdag en Dennis heeft dan voor een verrassing gezorgt. Hij had een uitgebreid ontbijt besteld. Dat is nu weer Dennis, zo deugniet dat hij kan zijn, zo lief hij is. Na dat ontbijt moest men gaan stemmen. Als ze terug waren hoorde ik vertellen dat ze nog naar een gezellig café zijn gegaan. En ik moest hier thisblijven! Had ik nu ook maar eens een frisse pint voor mijne neus in de plaats van dat bakje water. Terwijl wij hier dit zitten te schrijven is er een vriend van Dennis binnengekomen voor op de pc te spelen. Dat is hier trouwens ook veranderd want mijn baaske heeft sinds kort een nieuwen pc. Dennis mag nu de vorige gebruiken. Zo, dat is het weer want mijn baaske mag wel eens eindelijk aan mijn eten geginnen en dat van Jako natuurlijk. En als hij dan toch bezig is mag hij het eten voor de baardage's ook nog in orde brengen. Nog een prettige zondag verder en graag tot later.
1 bloemkool 0.25 bloemkool (groen) 7 dl melk (vol) 190 g bloem (tarwebloem) 2 eieren 200 g Noordzeegarnalen (gepeld) 140 g boter (bakboter) 150 g gemalen kaas peper zout nootmuskaat 100 g veldsla
De bloemkoolroosjes gaarkoken in gezouten water.
Afgieten en pureren met de staafmixer.
Mengen met de bloem, de melk en de losgeklopte eieren en tot een glad en soepel beslag roeren.
De grijze garnalen erdoor roeren en van het beslag kleine pannenkoekjes bakken in hete boter.
Een kaassaus bereiden door de boter te smelten en met evenveel bloem tot een roux roeren. Melk toevoegen, even laten doorkoken en de gemalen kaas erbij doen.
Op smaak brengen met peper, zout en nootmuskaat.
Meteen serveren met kaassaus en garneren met veldsla.
Mignongebraad met honing
Ingrediënten voor 4 personen
750 g mignongebraad peper zout 2 eetlepels honing (vloeibaar) 4 appelen (Jonagold) 100 g suiker 2 dl water 3 sjalotten 2 blaadjes laurier 2 cl sherry (droog) 15 g bloem (tarwebloem) 100 g boter (bakboter)
Het vlees ruitvormig insnijden (0,5 centimeter diep) aan de bovenzijde.
Door de gezeefde bloem wentelen en aan alle kanten dichtschroeien in hete boter. Overbrengen in een braadslee.
De gehakte sjalotten en de laurier rond het vlees schikken en de braadslee gedurende 20 minuten in een op 190 graden voorverwarmde oven zetten.
Geregeld omkeren en met braadjus bedruipen.
Wanneer het vlees veerkrachtig aanvoelt, kruiden met peper en zout en bestrijken met honing langs de ingesneden bovenkant.
Gedurende 5 minuten laten kleuren onder de grill en warm houden onder aluminiumfolie.
Ondertussen met een appelboor het klokhuis en de pitten van de appelen verwijderen en ze 5 minuten pocheren in het water dat met de suiker tot een flinke siroop werd gekookt.
Uit het pocheervocht halen en overgieten met wat braadjus van het vlees.
Gedurende 15 minuten bakken in de oven en geregeld bedruipen.
De braadjus van het vlees deglaceren met sherry, laten inkoken en zeven.
Het vlees serveren met de saus en de appelen.
Afwerken met gebakken aardappelen.
Bladerdeegje met appeltjes en gember
Ingrediënten voor 4 personen
200 g bladerdeeg 2 appelen (Boskoop) 1 eetlepel gember (geraspt) 50 g suiker 2 cl pommeau 150 g frambozen 5 dl water 70 g poedersuiker 2 eetlepels citroensap 4 blaadjes munt
Schil de appelen en snijd ze in stukjes.
Rasp de gember.
Vul kleine ronde vormpjes met het bladerdeeg en bestrooi het met grove suiker.
Bedek het daarna met de appelen en de gember.
Bak de taartjes in de oven op 200°C.
Flambeer het gebak met de pommeau.
Bereid de frambozencoulis: pureer de frambozen en wrijf de frambozenpuree door een zeer fijne zeef.
Voeg het water bij de poedersuiker en wat citroensap en laat koken tot een lichte stroop.
Voeg de frambozenpuree toe en laat gedurende enkele minuten inkoken.
Presenteer het gebak op een spiegel van frambozencoulis en werk af met een blaadje munt.
Week de kapucijners ongeveer 8 u en laat ze vervolgens gaar koken in water met bonenkruid. Voeg tegen het einde van de kooktijd (ongeveer 50 minuten) een snuifje zout toe.
Maak intussen de pompoen schoon en snij hem in blokjes.
Snij de ui fijn.
Verwarm de olijfolie, voeg de ui en de tijm toe en laat even fruiten.
Voeg vervolgens de pompoenblokjes en een bodempje water toe en laat ze zachtjes gaar stoven (vermijd dat de pompoen stuk kookt).
Maak ondertussen een bechamelsaus: verhit de olie en roer er het meel door.
Laat dit mengsel gedurende 2 minuten zachtjes pruttelen zonder het donkerbruin te laten worden.
Voeg, onder voortdurend roeren, melk toe.
Laat nog minstens 10 minuten zachtjes doorkoken om de meelsmaak eruit te halen.
Breng op smaak.
Roer de gare pompoen en kapucijners in een ingeoliede ovenschotel, overgiet met de saus en bestrooi met de kaas.
Laat gratineren in een voorverwarmde oven (ca. 180°C).
Bosvruchtenbroodjes
Ingrediënten voor 4 personen
0.75 dl melk (halfvol) 5 g gist 50 g rietsuiker 1 ei zout 210 g bloem (tarwebloem) 150 g bosvruchtenconfituur 60 g boter (roomboter)
Maak de avond van te voren het deeg en laat 's nachts in de koelkast rusten.
De volgende ochtend is het klaar voor gebruik.
Verwarm de melk en los de gist en 1/5 van de suiker erin op.
Smelt de helft van de boter, laat iets afkoelen en klop los met het ei, de rest van de suiker en zout.
Roer de bloem erdoor.
Hou een beetje bloem apart.
Kneed alles 3 minuten tot een elastische bal. Laat het deeg nu afgedekt in een kom rusten.
Verwarm de volgende dag de oven voor op 200°C.
Smelt de rest van de boter.
Bestrooi het werkvlak met bloem.
Rol de deegbal vanuit het midden gelijkmatig uit tot een cirkel.
Bestrijk met gesmolten boter (hou 1 eetlepel boter apart) en confituur.
Snij het deeg in 2 punten per persoon.
Rol van buitenaf naar het midden op en leg op een met bakpapier beklede bakplaat.
Bestrijk de broodjes met de rest van de boter en bak gedurende 20 minuten in het midden van de oven goudbruin.
100 g Keiemse Witten (zachte witte kaas) 100 g geitenkaas (vers) 100 g Boerenboeketje (kaas) 100 g Pas de Bleu-kaas
Een kleine terrine (400 g) bekleden met plasticfolie.
Om te beginnen de Keiemse Witten smelten (dit gaat het makkelijkst in de microgolfoven). Met behulp van een lepel de kaas op de bodem van de terrine strijken.
Dit herhalen met de overige kazen.
Het geheel stevig aandrukken en gedurende 8 uur in de koelkast zetten.
Vlak voor het opdienen met een warm mes sneden van ongeveer 100 g van de terrine snijden. Op borden schikken met een beetje sla en notenbrood.
De rauwe, gepelde scampi mengen met de suiker en het sap van de limoen.
Een kwartiertje laten marineren.
De rode, groene en gele paprika in reepjes snijden, het pompoenvlees in blokjes verdelen en de ananas in stukjes snijden.
De scampi droogdeppen met keukenpapier en 2 tot 3 minuten roerbakken in de olie.
De groenten en de ananas bijvoegen, alsook de geperste look.
Nog even verder roerbakken.
Besprenkelen met de limoenmarinade, de kippenbouillon en de sojasaus.
Tip: om het geheel iets pikanter te maken, kan een mespuntje sambal oelek worden toegevoegd.
Millefeuille
Ingrediënten voor 4 personen
250 g bladerdeeg 1.5 dl room 20 g poedersuiker 5 dl melk (halfvol) 120 g suiker 0.5 stokje vanille 6 eierdooiers 2 theelepels maïszetmeel
Bereid de banketbakkersroom: kook de melk samen met de helft van de suiker en het vanillestokje.
Meng in een andere kom de eierdooiers, de andere helft van de suiker en het maïszetmeel. Giet dit laatste mengsel op de kokende melk en laat even opkoken.
Klop de room op.
Meng de banketbakkersroom met de opgeklopte room.
Bouw de millefeuille op in vier lagen bladerdeeg en drie lagen crème.
Bestrooi de taart met poedersuiker en karameliseer deze met een gloei-ijzer of de stang waarmee u crème brûlé maakt.
125 g bloem (tarwebloem) 125 g kaas (oud) 90 g boter (bakboter) 0.75 dl room 25 g amandelpoeder 200 g Pas de Bleu-kaas 1 eetlepel cognac 1 eetlepel bieslook (fijngehakt) zout
Een homogene massa maken met de bloem, de verkruimelde oude kaas, de boter, de helft van de room, het amandelpoeder en een snuifje zout.
De massa gedurende een nacht in de koelkast laten rusten.
Daarna het deeg zo fijn mogelijk uitrollen en op een goed ingeboterde bakplaat leggen.
Met een vork inprikken en gedurende 10 minuten bakken in een oven van 180 graden.
Voorzichtig rechthoeken van 8 centimeter op 4 centimeter uit het gebakken deeg snijden.
De Pas de Bleu pletten met een vork en mengen met de rest van de room die lichtjes opgeklopt werd.
Cognac, peper en zout toevoegen en dit mengsel uitsmeren over de rechthoekjes.
Telkens 3 kaasdeegplakjes boven elkaar leggen.
Gedurende 5 minuten in een oven van 160 graden zetten.
Warm opdienen met een gemengd slaatje met walnoten.
De gehakte sjalot stoven in een weinig boter met ui en peterselie, er de cognac opgieten en flamberen.
Blussen met de wijn en even inkoken.
Dit mengsel in een beboterde vuurvaste schotel gieten, er de gekruide vis op leggen, overgieten met een deel van de visfumet, afdekken en 20 minuten laten stoven in de oven op 180 graden.
De helft van de garnalen mixen met een scheutje visfumet en daarna door een zeef wrijven.
Een roux maken met gelijke delen boter en bloem, er het ingekookte stoofvocht bijvoegen alsook de room, de gemalen garnalen en de tomatenpuree.
Aan de kook brengen.
Van het vuur er de rest van de garnalen bijvoegen.
Niet meer laten koken.
De vis op een voorverwarmde schotel of bord leggen en er de saus over gieten.
Garneren met in blokjes gesneden gepelde tomaat en bestrooien met gehakte peterselie.
Appelflan met advocaat
Ingrediënten voor 4 personen
2 dl melk (halfvol) 1 stokje vanille 140 g boter (bakboter) 100 g bloem (tarwebloem) 4 eieren 2 appelen (Jonagold) 300 g suiker 40 cl advocaat
De melk aan de kook brengen samen met het vanillestokje.
De suiker toevoegen en goed mengen.
De appelen schillen, in stukjes snijden en lichtjes stoven in een klontje boter.
Gelijke delen bloem en zachte boter vermengen tot een homogene massa.
De kokende melk voorzichtig en al roerend bijvoegen.
Nog ongeveer 5 minuten op het vuur laten indikken en er één voor één de eierdooiers en vervolgens de gestoofde appelstukjes doorroeren.
De eiwitten tot stevig schuim kloppen en in de bereiding inwerken.
Een vuurvaste schaal met de rest van de boter insmeren, de bodem en de wanden met suiker bestrooien en daar de pudding ingieten (niet meer dan drievierde vullen).
Even laten opstijven en dan 40 minuten in de oven laten bakken in een warmwaterbad.
De pudding ontvormen, laten afkoelen en net voor het opdienen overgieten met advocaat.
Schil de appels en snijd ze overdwars in schijven van ca. 2 cm.
Verwijder het klokhuis en wrijf in met citroensap.
Bestrijk de appelschijfjes aan de bovenkant met honing en schik ze in een met olie ingesmeerde ovenschaal.
Pocheer de zalm in visfumet.
Dep goed droog en kruid met peper en zout.
Zet de appeltjes en de zalm in twee afzonderlijke schalen onder de grill en laat bruin kleuren. Maak ondertussen de saus: kook het sinaasappelsap met de witte wijn in tot de helft.
Roer de honing erdoor.
Roer het maïszetmeel los in wat overgehouden sinaasappelsap en voeg bij de saus.
Laat indikken en breng op smaak met de roze peperkorrels, peper van de molen en zout.
Risotto van paddestoelen met gefruite tongreepjes en broccolipesto
Ingrediënten voor 4 personen
200 g rijst 20 cl olijfolie (extra vierge) 2 dl gevogeltebouillon 100 g Parijse champignons 75 g Parmezaanse kaas 1 sjalot 100 g bospaddestoelen 2 eiwitten 2 Noordzeetongen 3 bosjes peterselie 200 g broccoli 1 teentje knoflook peper zout cayennepeper 2 eetlepels pijnboompitten 10 g bloem 10 g paneermeel 20 g boter (bakboter) 20 g boter (roomboter)
Risotto: Snijd de Parijse champignons in stukken en kook ze met de gevogeltebouillon.
Kruid met zout en cayennepeper.
Mix tot een soep om de risotto te bevochtigen.
Fruit de sjalot in wat boter en een scheut olijfolie en roer er de risottorijst door.
Giet er een scheut champignonsoep bij.
Kruid de bereiding met peper en zout.
Houd er rekening mee dat dit proces ca. 20 minuten kan duren.
Als de rijst het vocht heeft opgenomen, voegt u weer wat soep toe.
Roer goed.
Het is aan u om te bepalen of u de risotto krokant wilt dan wel gaar.
U stopt met het toevoegen van vocht wanneer u dat goed vindt.
Afwerking van de risotto: voeg een eetlepel gemalen parmezaan toe, samen met de gebakken stukjes bospaddestoelen en een klontje boter.
Blijf goed roeren.
Tongreepjes: Verdeel de tongfilets in gelijke reepjes, kruid ze en paneer met bloem, losgeklopt eiwit en tot slot paneermeel.
Schud het overtollige paneermeel af.
Bak de filets goudbruin in een friteuse op 160°C.
Droog ze op keukenpapier en bestrooi ze met een beetje zout.
Broccolipesto: Verdeel de broccoli in harde stukken en zachte bloemstukken.
Kook de harde delen gaar in water met zout en voeg na tweederde van de gaartijd de zachte delen toe.
Zo behoudt u de groene kleur van de groente.
Haal de broccoli uit de pot.
Laat het kooknat inkoken, bewaar het en koel de broccoli zo snel mogelijk af.
Pureer de broccoli met de andere ingrediënten in een blender.
Breng de massa op smaak en druk de puree door een zeef.
Afwerking: Verdeel de risotto over 4 bordringen, schik hierop de gefruite tongstukjes en plaats alle in het midden van het bord.
Werk af met wat broccolipesto en gefruite peterselie.
Warme bananen met pistache-kruimellaag met honing en frambozencoulis
Ingrediënten voor 4 personen
180 g pistachenoten (gepeld) 4 bananen 1 eetlepel poedersuiker 500 g frambozen 4 eetlepels honing (vloeibaar)
Hak de pistachenoten grof en doe ze op een groot bord.
Pel de bananen en snijd ze in de lengte doormidden.
Rol de halve bananen door de noten, en zorg ervoor dat ze er gelijkmatig mee bedekt worden. Bestuif ze met wat poedersuiker en leg ze op een anti-aanbak bakblik.
Bak ze 4 - 5 minuten in een oven op 200°C tot ze net gaar en warm zijn (niet langer omdat de bananen dan zullen smelten).
Houd ze warm.
Draai voor de frambozencoulis de helft van de frambozen met 2 eetlepels honing tot een glad geheel.
Passeer dit mengsel door een fijne zeef om alle pitjes te verwijderen.
Verdeel de bananen over 4 voorverwarmde borden en druppel er de rest van de honing over. Serveer met wat frambozen in een kleine piramide en met wat frambozencoulis ernaast.
De gewassen en schoongemaakte sla over borden verdelen.
De kalfslever in reepjes snijden en met de salie in een paar minuten mooi roze bakken in de hete olie.
Uit de pan nemen en verdelen over het slaatje.
De braadpan deglaceren met de azijn, kruiden met peper en zout en laten doorwarmen.
Over het slaatje gieten en afwerken met pijnboompitten.
Lauw serveren.
Gemarineerde lamsfilet met cassisbessensaus
Ingrediënten voor 4 personen
600 g lamsfilet 3.5 dl wijn (rood) 5 jeneverbessen 1 kruidnagel 1 kruidentuiltje 2 uien 5 cl olijfolie (extra vierge) peper zout 2.5 eetlepels cognac 1 wortel 50 g champignons 16 teentjes knoflook 150 g verse kaas (mager) 0.5 theelepel maïszetmeel 2 eieren 2 eiwitten 10 g boter (bakboter) 250 g cassisbessen 10 g suiker 5 cl wijnazijn (wit) 1 dl vleesbouillon 1 theelepel maïszetmeel 2 tomaten 10 g kervel
Het lamszadel (laten) ontbenen en verdelen in mooie filets.
Het vlees samen met de beenderen gedurende 24 uur laten marineren in de rode wijn, samen met het kruidentuiltje, de jeneverbessen, de helft van de gepelde ui met kruidnagel en wat peper en zout.
De kom goed afdekken en in de koelkast zetten.
Na de marineertijd het vlees en de beenderen uit de marinade nemen.
Het vlees afdrogen met keukenpapier.
De olie verhitten in een stoofpan.
Daarin het lamsvlees kleuren.
Kruiden met peper en zout.
Blussen met de cognac en flamberen.
Vervolgens de rest van de ui, wortel en champignons toevoegen, een teentje knoflook en het kruidentuiltje uit de marinade.
Overgieten met de gezeefde marinade.
Het lamsvlees op een zacht vuurtje laten gaarstoven.
Ondertussen de lookflan klaar maken.
De oven voorverwarmen op 240 graden.
De lookteentjes pellen en ze gaarstoven in een weinig water.
De gestoofde look fijnmixen en vervolgens het maïszetmeel, de eieren, de verse kaas, peper en zout toevoegen.
Mixen tot een fijn mengsel wordt bekomen.
De eiwitten stijfkloppen en het geklopte eiwit voorzichtig door het mengsel spatelen. Soufflévormpjes beboteren en vullen met het flanmengsel.
De flan gedurende 20 minuten laten garen in een warmwaterbad in de oven.
Het lamsvlees uit het stoofvocht nemen en warm houden.
Aan het stoofvocht de cassisbessen toevoegen, samen met de suiker, de wijnazijn en de vleesbouillon.
Tot de helft laten inkoken en vervolgens door een zeef gieten.
Nogmaals goed laten inkoken.
Indien nodig, binden met wat maïszetmeel.
Op smaak brengen met peper en zout.
Het lamsvlees tot mootjes van ongeveer 1 centimeter dikte snijden en verdelen aan de zijkant van voorverwarmde borden.
In het midden de lookflan leggen en de lamsmootjes overgieten met wat cassissaus.
Versieren met in blokjes gesneden tomaten en enkele plukjes kervel.
Warm chocoladetaartje
Ingrediënten voor 4 personen
125 g chocolade (puur) 25 g boter (roomboter) 4 eieren 30 g bloem 75 g suiker
Laat de chocola, in kleine brokjes gebroken, met de boter smelten.
Sla de eierdooiers met de helft van de suiker schuimig en voeg geleidelijk het meel toe.
Sla de eiwitten stijf met de rest van de suiker.
Voeg beide mengsels toe aan de chocola en schep luchtig door elkaar.
Zet de massa een poosje in de koelkast. (Dit chocolademengsel kan eventueel zelfs een dag van tevoren worden gemaakt.)
Beboter 6 vormpjes, bestrooi die met meel en doe het mengsel erin (schenk ze niet te vol, de eieren gaan nog uitzetten).
Zet de bakjes ongeveer 7 minuten in een op 170°C voorverwarmde oven.
De taartjes zullen vanbinnen nog zacht zijn.
Serveer met een muntsausje of met een gekonfijt sinaasappelschilletje.