Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Paulie vertelt
Over ons gezin Iedere dag is de moeite waard
02-10-2006
Menu van de dag
Mousse van gerookte forel in een krokant jasje
Ingrediënten voor 4 personen
400 g forelfilet (gerookt) 250 g bladerdeeg 100 g prinsessenboontjes 0.5 paprika (rood) 2 dl room 3 eiwitten 1 ei 250 g verse kaas (mager) 2 bakjes tuinkers peper zout 1 citroen 1 tomaat 0.5 krop eikenbladsla 4 bosjes radijsjes 0.5 bosje peterselie
Een beboterde cakevorm bekleden met bladerdeeg en een stuk bladerdeeg bewaren voor de bovenkant.
De forelfilets fijnmalen, de eiwitten licht opkloppen en erdoor spatelen.
Al roerend room toevoegen en de visfarce royaal kruiden.
Een derde van de visfarce in de vorm gieten.
Hierop naast elkaar de sperzieboontje en reepjes paprika schikken.
Vervolgens tot tweederde met visfarce vullen en opnieuw een laagje boontjes en paprika erop leggen.
De vorm verder opvullen met de visfarce, afsluiten met het resterende stuk bladerdeeg en in het midden een gaatje snijden.
Het ei loskloppen met een snuifje zout.
Met resterend bladerdeeg versieringen maken (bloempjes, twijgjes) en op het deeg kleven met het losgeklopte ei.
De vorm in een warmwaterbad zetten en 45 minuten in een voorverwarmde oven op 175 graden plaatsen.
Na de baktijd de pastei een halve dag laten opstijven in de koelkast.
De tuinkers schoonmaken en zéér fijn hakken.
De magere kaas erdoor mengen en de tuinkerssaus kruiden.
De pastei in plakjes van 1 centimeter dikte op koude borden schikken.
De rauwe, gepelde scampi mengen met de suiker en het sap van de limoen.
Een kwartiertje laten marineren.
De rode, groene en gele paprika in reepjes snijden, het pompoenvlees in blokjes verdelen en de ananas in stukjes snijden.
De scampi droogdeppen met keukenpapier en 2 tot 3 minuten roerbakken in de olie.
De groenten en de ananas bijvoegen, alsook de geperste look.
Nog even verder roerbakken.
Besprenkelen met de limoenmarinade, de kippenbouillon en de sojasaus.
Tip: om het geheel iets pikanter te maken, kan een mespuntje sambal oelek worden toegevoegd.
Millefeuille
Ingrediënten voor 4 personen
250 g bladerdeeg 1.5 dl room 20 g poedersuiker 5 dl melk (halfvol) 120 g suiker 0.5 stokje vanille 6 eierdooiers 2 theelepels maïszetmeel
Bereid de banketbakkersroom: kook de melk samen met de helft van de suiker en het vanillestokje.
Meng in een andere kom de eierdooiers, de andere helft van de suiker en het maïszetmeel. Giet dit laatste mengsel op de kokende melk en laat even opkoken.
Klop de room op.
Meng de banketbakkersroom met de opgeklopte room.
Bouw de millefeuille op in vier lagen bladerdeeg en drie lagen crème.
Bestrooi de taart met poedersuiker en karameliseer deze met een gloei-ijzer of de stang waarmee u crème brûlé maakt.
125 g bloem (tarwebloem) 125 g kaas (oud) 90 g boter (bakboter) 0.75 dl room 25 g amandelpoeder 200 g Pas de Bleu-kaas 1 eetlepel cognac 1 eetlepel bieslook (fijngehakt) zout
Een homogene massa maken met de bloem, de verkruimelde oude kaas, de boter, de helft van de room, het amandelpoeder en een snuifje zout.
De massa gedurende een nacht in de koelkast laten rusten.
Daarna het deeg zo fijn mogelijk uitrollen en op een goed ingeboterde bakplaat leggen.
Met een vork inprikken en gedurende 10 minuten bakken in een oven van 180 graden.
Voorzichtig rechthoeken van 8 centimeter op 4 centimeter uit het gebakken deeg snijden.
De Pas de Bleu pletten met een vork en mengen met de rest van de room die lichtjes opgeklopt werd.
Cognac, peper en zout toevoegen en dit mengsel uitsmeren over de rechthoekjes.
Telkens 3 kaasdeegplakjes boven elkaar leggen.
Gedurende 5 minuten in een oven van 160 graden zetten.
Warm opdienen met een gemengd slaatje met walnoten.
De gehakte sjalot stoven in een weinig boter met ui en peterselie, er de cognac opgieten en flamberen.
Blussen met de wijn en even inkoken.
Dit mengsel in een beboterde vuurvaste schotel gieten, er de gekruide vis op leggen, overgieten met een deel van de visfumet, afdekken en 20 minuten laten stoven in de oven op 180 graden.
De helft van de garnalen mixen met een scheutje visfumet en daarna door een zeef wrijven.
Een roux maken met gelijke delen boter en bloem, er het ingekookte stoofvocht bijvoegen alsook de room, de gemalen garnalen en de tomatenpuree.
Aan de kook brengen.
Van het vuur er de rest van de garnalen bijvoegen.
Niet meer laten koken.
De vis op een voorverwarmde schotel of bord leggen en er de saus over gieten.
Garneren met in blokjes gesneden gepelde tomaat en bestrooien met gehakte peterselie.
Appelflan met advocaat
Ingrediënten voor 4 personen
2 dl melk (halfvol) 1 stokje vanille 140 g boter (bakboter) 100 g bloem (tarwebloem) 4 eieren 2 appelen (Jonagold) 300 g suiker 40 cl advocaat
De melk aan de kook brengen samen met het vanillestokje.
De suiker toevoegen en goed mengen.
De appelen schillen, in stukjes snijden en lichtjes stoven in een klontje boter.
Gelijke delen bloem en zachte boter vermengen tot een homogene massa.
De kokende melk voorzichtig en al roerend bijvoegen.
Nog ongeveer 5 minuten op het vuur laten indikken en er één voor één de eierdooiers en vervolgens de gestoofde appelstukjes doorroeren.
De eiwitten tot stevig schuim kloppen en in de bereiding inwerken.
Een vuurvaste schaal met de rest van de boter insmeren, de bodem en de wanden met suiker bestrooien en daar de pudding ingieten (niet meer dan drievierde vullen).
Even laten opstijven en dan 40 minuten in de oven laten bakken in een warmwaterbad.
De pudding ontvormen, laten afkoelen en net voor het opdienen overgieten met advocaat.
Schil de appels en snijd ze overdwars in schijven van ca. 2 cm.
Verwijder het klokhuis en wrijf in met citroensap.
Bestrijk de appelschijfjes aan de bovenkant met honing en schik ze in een met olie ingesmeerde ovenschaal.
Pocheer de zalm in visfumet.
Dep goed droog en kruid met peper en zout.
Zet de appeltjes en de zalm in twee afzonderlijke schalen onder de grill en laat bruin kleuren. Maak ondertussen de saus: kook het sinaasappelsap met de witte wijn in tot de helft.
Roer de honing erdoor.
Roer het maïszetmeel los in wat overgehouden sinaasappelsap en voeg bij de saus.
Laat indikken en breng op smaak met de roze peperkorrels, peper van de molen en zout.
Risotto van paddestoelen met gefruite tongreepjes en broccolipesto
Ingrediënten voor 4 personen
200 g rijst 20 cl olijfolie (extra vierge) 2 dl gevogeltebouillon 100 g Parijse champignons 75 g Parmezaanse kaas 1 sjalot 100 g bospaddestoelen 2 eiwitten 2 Noordzeetongen 3 bosjes peterselie 200 g broccoli 1 teentje knoflook peper zout cayennepeper 2 eetlepels pijnboompitten 10 g bloem 10 g paneermeel 20 g boter (bakboter) 20 g boter (roomboter)
Risotto: Snijd de Parijse champignons in stukken en kook ze met de gevogeltebouillon.
Kruid met zout en cayennepeper.
Mix tot een soep om de risotto te bevochtigen.
Fruit de sjalot in wat boter en een scheut olijfolie en roer er de risottorijst door.
Giet er een scheut champignonsoep bij.
Kruid de bereiding met peper en zout.
Houd er rekening mee dat dit proces ca. 20 minuten kan duren.
Als de rijst het vocht heeft opgenomen, voegt u weer wat soep toe.
Roer goed.
Het is aan u om te bepalen of u de risotto krokant wilt dan wel gaar.
U stopt met het toevoegen van vocht wanneer u dat goed vindt.
Afwerking van de risotto: voeg een eetlepel gemalen parmezaan toe, samen met de gebakken stukjes bospaddestoelen en een klontje boter.
Blijf goed roeren.
Tongreepjes: Verdeel de tongfilets in gelijke reepjes, kruid ze en paneer met bloem, losgeklopt eiwit en tot slot paneermeel.
Schud het overtollige paneermeel af.
Bak de filets goudbruin in een friteuse op 160°C.
Droog ze op keukenpapier en bestrooi ze met een beetje zout.
Broccolipesto: Verdeel de broccoli in harde stukken en zachte bloemstukken.
Kook de harde delen gaar in water met zout en voeg na tweederde van de gaartijd de zachte delen toe.
Zo behoudt u de groene kleur van de groente.
Haal de broccoli uit de pot.
Laat het kooknat inkoken, bewaar het en koel de broccoli zo snel mogelijk af.
Pureer de broccoli met de andere ingrediënten in een blender.
Breng de massa op smaak en druk de puree door een zeef.
Afwerking: Verdeel de risotto over 4 bordringen, schik hierop de gefruite tongstukjes en plaats alle in het midden van het bord.
Werk af met wat broccolipesto en gefruite peterselie.
Warme bananen met pistache-kruimellaag met honing en frambozencoulis
Ingrediënten voor 4 personen
180 g pistachenoten (gepeld) 4 bananen 1 eetlepel poedersuiker 500 g frambozen 4 eetlepels honing (vloeibaar)
Hak de pistachenoten grof en doe ze op een groot bord.
Pel de bananen en snijd ze in de lengte doormidden.
Rol de halve bananen door de noten, en zorg ervoor dat ze er gelijkmatig mee bedekt worden. Bestuif ze met wat poedersuiker en leg ze op een anti-aanbak bakblik.
Bak ze 4 - 5 minuten in een oven op 200°C tot ze net gaar en warm zijn (niet langer omdat de bananen dan zullen smelten).
Houd ze warm.
Draai voor de frambozencoulis de helft van de frambozen met 2 eetlepels honing tot een glad geheel.
Passeer dit mengsel door een fijne zeef om alle pitjes te verwijderen.
Verdeel de bananen over 4 voorverwarmde borden en druppel er de rest van de honing over. Serveer met wat frambozen in een kleine piramide en met wat frambozencoulis ernaast.
De gewassen en schoongemaakte sla over borden verdelen.
De kalfslever in reepjes snijden en met de salie in een paar minuten mooi roze bakken in de hete olie.
Uit de pan nemen en verdelen over het slaatje.
De braadpan deglaceren met de azijn, kruiden met peper en zout en laten doorwarmen.
Over het slaatje gieten en afwerken met pijnboompitten.
Lauw serveren.
Gemarineerde lamsfilet met cassisbessensaus
Ingrediënten voor 4 personen
600 g lamsfilet 3.5 dl wijn (rood) 5 jeneverbessen 1 kruidnagel 1 kruidentuiltje 2 uien 5 cl olijfolie (extra vierge) peper zout 2.5 eetlepels cognac 1 wortel 50 g champignons 16 teentjes knoflook 150 g verse kaas (mager) 0.5 theelepel maïszetmeel 2 eieren 2 eiwitten 10 g boter (bakboter) 250 g cassisbessen 10 g suiker 5 cl wijnazijn (wit) 1 dl vleesbouillon 1 theelepel maïszetmeel 2 tomaten 10 g kervel
Het lamszadel (laten) ontbenen en verdelen in mooie filets.
Het vlees samen met de beenderen gedurende 24 uur laten marineren in de rode wijn, samen met het kruidentuiltje, de jeneverbessen, de helft van de gepelde ui met kruidnagel en wat peper en zout.
De kom goed afdekken en in de koelkast zetten.
Na de marineertijd het vlees en de beenderen uit de marinade nemen.
Het vlees afdrogen met keukenpapier.
De olie verhitten in een stoofpan.
Daarin het lamsvlees kleuren.
Kruiden met peper en zout.
Blussen met de cognac en flamberen.
Vervolgens de rest van de ui, wortel en champignons toevoegen, een teentje knoflook en het kruidentuiltje uit de marinade.
Overgieten met de gezeefde marinade.
Het lamsvlees op een zacht vuurtje laten gaarstoven.
Ondertussen de lookflan klaar maken.
De oven voorverwarmen op 240 graden.
De lookteentjes pellen en ze gaarstoven in een weinig water.
De gestoofde look fijnmixen en vervolgens het maïszetmeel, de eieren, de verse kaas, peper en zout toevoegen.
Mixen tot een fijn mengsel wordt bekomen.
De eiwitten stijfkloppen en het geklopte eiwit voorzichtig door het mengsel spatelen. Soufflévormpjes beboteren en vullen met het flanmengsel.
De flan gedurende 20 minuten laten garen in een warmwaterbad in de oven.
Het lamsvlees uit het stoofvocht nemen en warm houden.
Aan het stoofvocht de cassisbessen toevoegen, samen met de suiker, de wijnazijn en de vleesbouillon.
Tot de helft laten inkoken en vervolgens door een zeef gieten.
Nogmaals goed laten inkoken.
Indien nodig, binden met wat maïszetmeel.
Op smaak brengen met peper en zout.
Het lamsvlees tot mootjes van ongeveer 1 centimeter dikte snijden en verdelen aan de zijkant van voorverwarmde borden.
In het midden de lookflan leggen en de lamsmootjes overgieten met wat cassissaus.
Versieren met in blokjes gesneden tomaten en enkele plukjes kervel.
Warm chocoladetaartje
Ingrediënten voor 4 personen
125 g chocolade (puur) 25 g boter (roomboter) 4 eieren 30 g bloem 75 g suiker
Laat de chocola, in kleine brokjes gebroken, met de boter smelten.
Sla de eierdooiers met de helft van de suiker schuimig en voeg geleidelijk het meel toe.
Sla de eiwitten stijf met de rest van de suiker.
Voeg beide mengsels toe aan de chocola en schep luchtig door elkaar.
Zet de massa een poosje in de koelkast. (Dit chocolademengsel kan eventueel zelfs een dag van tevoren worden gemaakt.)
Beboter 6 vormpjes, bestrooi die met meel en doe het mengsel erin (schenk ze niet te vol, de eieren gaan nog uitzetten).
Zet de bakjes ongeveer 7 minuten in een op 170°C voorverwarmde oven.
De taartjes zullen vanbinnen nog zacht zijn.
Serveer met een muntsausje of met een gekonfijt sinaasappelschilletje.
De drumsticks kruiden met peper en zout, bestrijken met honing en ze in 15 minuten goudbruin laten bakken in de hete boter.
Uit de pan nemen en warm houden onder folie.
Het braadvet weggieten en de bodem van de pan deglaceren met kippenbouillon.
De room en het kerriepoeder toevoegen en kruiden met peper en zout.
Tot slot de geraspte appel door de saus roeren.
De drumsticks op verwarmde borden schikken en overgieten met de saus.
Gegratineerde bloemkool
Ingrediënten voor 4 personen
1 bloemkool 250 g ham 1.5 dl melk (halfvol) 20 g boter (bakboter) 30 g bloem (tarwebloem) 100 g kaas nootmuskaat peper
De bloemkool wassen en halfgaar koken in licht gezouten water.
De boter verwarmen en er de bloem door roeren.
De melk en het kookvocht in gelijke hoeveelheden toevoegen en de saus onder voortdurend roeren, laten doorkoken.
De fijngesneden ham en driekwart van de gemalen kaas door de saus roeren.
Op smaak brengen met nootmuskaat en peper.
Een vuurvaste schotel beboteren.
Hierin de uitgelekte bloemkool plaatsen en overgieten met de saus.
Bestrooien met de rest van de gemalen kaas en laten gratineren.
Biscuit met boterroom
Ingrediënten voor 4 personen
80 g suiker 4 eieren 80 g bloem (tarwebloem) 1 theelepel maïszetmeel 75 g hagelslag 250 g boter (roomboter) 5 eierdooiers 125 g suiker 1 dl water 1 zakje vanillesuiker
De eieren en de suiker zeer luchtig opkloppen in een warmwaterbad.
Laten afkoelen.
De bloem zeven en door het ei-suikermengsel spatelen.
Een springvorm lichtjes beboteren en vullen met het beslag.
Bakken in een voorverwarmde oven van 220 graden tot de biscuit mooi bruin is en laten afkoelen.
Ondertussen de boterroom maken.
Hiervoor de suiker en het water aan de kook brengen en opkloppen tot een klare, kleverige siroop.
De suikersiroop beetje bij beetje bij de eierdooiers voegen en kloppen tot een schuimig mengsel.
De zachte boter in kleine hoeveelheden bij het mengsel voegen en roeren tot een lichte crème wordt bekomen.
De taart met een groot mes in 2 schijven snijden.
Een schijf bestrijken met boterroom en de tweede schijf er terug opleggen.
Ook de zijkanten insmeren met boterroom en de taart door de hagelslag rollen.
Verwijder de steeltjes van de kruiden en hak ze fijn.
Snipper de ui.
Verwarm de helft van de olie en fruit de ui.
Voeg de quinoa toe en laat al roerend even meebakken.
Voeg per kop quinoa 1.5 kop kokend water toe en breng de quinoa aan de kook.
Voeg na ongeveer 5 minuten de bouillon en de gehakte kruiden toe en laat de quinoa op een zacht vuur verder garen.
Snij de hazelnoten in grove stukken en de seitan in kleine blokjes.
Verwarm de rest van de olie en bak de seitan samen met de noten.
Bestrooi de seitan met wat peper.
Roer de gare quinoa bij de seitan met de noten en laat nog een minuutje bakken.
Bestrooi dit gerecht met peterselie.
Shortbread
Ingrediënten voor 4 personen
115 g boter (roomboter) 50 g basterdsuiker 225 g bloem 4 theelepels suiker
Shortbread is een kruimelig Schots biscuit, met een volle botersmaak.
Ook voor shortbread heeft iedere Schotse familie haar eigen recept.
Sommigen rollen het deeg dun uit, anderen maken er langwerpige koekjes van minstens 1/2 cm dik van.
Bereiding:
Klop de boter en de suiker met de handmixer in ca. 5 minuten tot een romige massa.
Klop de bloem er in gedeelten door tot een stevig deeg ontstaat.
Rol het deeg op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een ronde lap van ca. 22 cm doorsnede.
Leg de deeglap op een met bakpapier beklede bakplaat.
Snijd de lap in 12 punten en prik met een vork gaatjes in de punten.
Bak de biscuits in een voorverwarmde oven van 150°C in 30-45 minuten goudbruin en gaar. Laat de biscuits op een taartrooster afkoelen en bestrooi ze met fijne tafelsuiker.
De gelatineblaadjes weken in koud water en oplossen in de warme kippenbouillon.
De gekookte en gereinigde artisjokbodem met een mixer fijnmalen, samen met de bouillon. Dit mengsel laten afkoelen en vervolgens afwerken met de opgeklopte room.
De mousse laten opstijven in de koelkast.
2 vellen aluminiumfolie van 30 x 30 centimeter bedekken met de sneetjes ham en hierop de artisjokmousse strijken.
Het geheel in de lengterichting van de hamsneetjes oprollen en het rolletje in de folie wikkelen.
De uiteinden lichtjes omdraaien.
De rolletjes in de diepvries leggen tot ze volledig hard zijn.
Ondertussen van het wit brood knapperige ronde toastjes bakken in wat olijfolie.
Na ongeveer 2 uur uit de diepvries halen en de folie verwijderen.
In plakjes snijden en deze op de toastjes leggen.
Brochette van zeeduivel en vleestomaten
Ingrediënten voor 4 personen
500 g zeeduivelfilet 4 tomaten 1 Chinese kool 1 appel (Jonagold) 4 cl olijfolie (extra vierge) peper zeezout 2 takjes dille 3 dl water 10 cl azijn 60 g suiker zout
Een marinade maken door water, azijn, suiker en een flinke snuif zout te mengen en aan de kook te brengen.
De Chinese kool en de appel fijnsnijden, warm marineren en op smaak brengen met peper en zout.
Een spies opvullen met blokjes zeeduivel en kwartjes vleestomaat.
In olijfolie bakken of roosteren op de grill.
De marinade van Chinese kool en appel op een bord leggen.
De spies erop schikken en garneren met appelschijfjes en dilletakjes.
Gebraden langoustinestaartjes met gefrituurde groenten
Ingrediënten voor 4 personen
20 langoustines 2 uien 1 takje tijm 4 bosjes peterselie 2 blaadjes laurier 2 dl water 4 wortelen 2 preiwitten 5 sjalotten 1 appel olijfolie om te bakken 200 g boter (roomboter) theelepels kerriepoeder peper zout
Maak de helft van de wortelen schoon, schil de uien en snijd in grove stukken.
Ontdoe de langoustinestaartjes van hun harnas.
Maak een krachtige bouillon van de langoustinekopjes.
Kook ze daarvoor in het water samen met de ui, wortel, tijm, laurier, peterselie, peper en zout. Laat gedurende 1 uur sudderen.
Was de prei. Snijd de rest van de wortel en de prei in een fijne julienne.
Schil de appel en snijd in dobbelsteentjes.
Zeef de bouillon, voeg er de versnipperde sjalotten aan toe en laat tot 3/4 van het volume inkoken.
Klop luchtig met boter op en kruid met kerrie, peper en zout.
Hou warm.
Bak de staartjes en appel afzonderlijk in wat olijfolie.
Hou warm.
Frituur de prei en de wortel in een mooie heldere frituurolie.
Nappeer de saus op het bord.
Leg de gefrituurde groenten in het midden.
Schik de staartjes er rond en overstrooi ze met appeldobbelsteentjes.
Pladijsfilets op een bedje van sojascheuten
Ingrediënten voor 4 personen
400 g pladijsfilet 125 g sojascheuten 2 tomaten 1 teentje knoflook 1 takje oregano 2 takjes dille 1 eetlepel bieslook (fijngehakt) 25 g boter (bakboter) 0.5 dl room peper zout
De tomaten even laten schrikken in kokend water, onmiddellijk afkoelen in koud water, pellen, de pitjes verwijderen en het vruchtvlees in dobbelsteentjes snijden.
De sojascheuten in een brede, lage magnetronschaal leggen.
Bevochtigen met een weinig water, op smaak brengen met peper en zout en drie minuten laten garen bij 850 W.
De tomatenblokjes erbij voegen tegen de wanden van de magnetronschaal en opnieuw een viertal minuten laten garen bij 850 W.
De visfilets, eventueel opgerold, op de groenten leggen.
Kruiden met oregano, peper en zout.
Bedekken met enkele vlokjes boter, afdekken en nog 8 minuten laten garen op 850 W.
Het stoofvocht afgieten, laten inkoken met de room en op smaak brengen met peper en zout.
Het ingekookte stoofvocht opnieuw over de bereiding gieten.
Garneren met gesnipperd bieslook en takjes dille.
Serveren met rijst.
Platbrood met druiven
Ingrediënten voor 4 personen
30 g gist 2.4 dl water (lauwwarm) 360 g bloem (volkoren) 30 g boter (bakboter) 180 g druiven (blauw) 7 theelepels suiker
Verwarm de oven voor op 200°C.
Los de gist in circa 10 minuten op in water.
Doe het mengsel met de bloem in een kom en meng het met een vork in een ronddraaiende beweging tot het water is geabsorbeerd en het deeg is gevormd.
Vorm het deeg tot een bal en leg deze op een met bloem bestoven werkoppervlak: kneed het een paar minuten met de palmen van uw handen tot een glad deeg.
Kneed het weer in de vorm van een bal, leg de deegbal in een met bloem bestoven kom en dek de kom goed af met huishoudfolie.
Laat het deeg rijzen tot het in volume is verdubbeld (de tijd hangt af van de temperatuur in de kamer).
Vet een ronde taartvorm met een diameter van circa 30 cm in met boter en bestuif de bakvorm met bloem.
Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkoppervlak tot het in de bakvorm past.
Doe het deeg in de vorm, dek de vorm af met een doek en laat het nog eens 10 minuten rijzen. Verdeel de druiven over het deeg, strooi er suiker over en bak het brood circa 30 minuten tot het mooi goudbruin van kleur is en goed gerezen.