Toen de man uit de bijbel zijn volk telde verloor hij.

Je moet tijdens een spel niet je winst gaan tellen want je kunt nog verliezen.

Zijn ra is lamgeslagen.

Hij heeft de moed verloren.

Des vorsten hand is zo groot als het land.

Vorsten hebben veel macht.

Hij is de belhamel.

Hij is de baldadigste jongen Hij is de Benjamin.

De schaaf over iemand laten gaan.

Iemand een goede opvoeding geven.

Hij denkt dat er goud te graven is.

Hij denkt dat het om het geld te doen is.

Wie borg blijft geeft de sleutel van de geldkas.

Als je jezelf borg stelt voor een ander heb je zelf ook de zorg zolang de ander de schuld niet

Dat is een huishouden van Jan Steen.

Dat is een grote wanboel.

Iemand zitten te stangen.

Iemand treiteren.

Dat loopt met een Jantje van Leiden af.

Dat loopt met een sisser af.

Het pad warm houden.

Steeds hetzelfde pad gebruiken.

Hij heeft in de la geslapen.

Dat geld heeft hij waarschijnlijk niet eerlijk verkregen.

Ze spelen mooi weer van mijn geld.

Ze zijn royaal op mijn kosten; zij zijn goed af.

Dat is de hen die de eieren legt.

Dat si degene die het geld verdient.

Iemand in de pot doffen.

Iemand foppen.

Hij krimpt van de kou als een muis op sneeuw.

Hij heeft het stervenskoud.

Hij heeft daar de kruiken besteld.

Hij heeft het daar voor het zeggen.

Hij is een hoekse kerel.

Hij is een betweter.

Dat zit op zijn gat.

Die zaak loopt niet.

Iemand de stuipen op het lijf jagen.

Iemand hevig laten schrikken.

Hij is een Pietlut.

Hij is een kleingeestig man die moeilijk doet over allerlei details.

Hij heeft er smoel op.

Hij heeft er zin in.

jou ook behandelen.

Met zeil en treil.

Hij likt naar boven en trapt naar onderen.

Hij slijmt met de baas en is arrogant en onaardig voor zijn ondergeschikten.

Hij is een ongeluksvogel.

Hij heeft altijd pech.

Hij wil zijn zweet niet ruiken.

Hij is erg lui.

Van spelen komt kwelen.

Als je steeds het gevaar opzoekt zul je ook aan het gevaar doodgaan.

De verzenen tegen de prikkels slaan.

Zich ergens tegen verzetten terwijl het geen nut heeft.

Daar men voor scheep komt moet men voor varen.

Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.

Hij ziet er uit als vette wol.

Hij ziet er ongewassen uit.

Spijt hebben als haren op mijn hoofd.

Heel erg veel spijt hebben.

Waar geen haar groeit groeien ook geen hersens.

Kale mensen zijn dom.

Het gaat om de gunst en niet om de kunst.

Niet de beste maar degene die het meest in de gunst staat krijgt een baan.

Een huwelijk met de smalle trouwring.

Getrouwd zijn met meer vrouwen tegelijk.

Kapsones hebben.

Hoogmoedig zijn.

De oude dag komt met gebreken.

Als je ouder wordt krijg je te maken met diverse kwaaltjes.

Dat is zo oud als de weg naar Rome.

Dat is heel erg oud.

Hij heeft een mond als een Lazerusklep.

Hij praat aan één stuk door en weet niet van ophouden.

Een Nessuskleed.

Een nauwsluitende jas.

Dat is een stuk boter in de brij.

Dat is een leuke meevaller.

Het komt op als kakken.

Het komt ineens en is niet tegen te houden.

Eigen bier smaakt het best.

Wat je zelf gemaakt hebt is toch het beste.

Hij verwedt er zijn hoofd [kop] onder.

Hij is er van overtuigd.

Donderstenen vallen op de hoogste bomen.

Als je veel aanzien hebt zul je ook sneller kritiek e.

Vrouwen dragen lange kleren maar korte zin.

Vrouwen zijn niet zo slim.

Iemand door de mosterd halen.

Iemand hevige verwijten maken.

iets bereiken.

Die geen raden hebben wil kan geen wagen krijgen.

De vlag strijken.

Zich gewonnen geven.

Liefde is blind.

Als je verliefd bent zie je de slechte dingen van je geliefde niet.

Waar een kloksken luidt daar is een kapel.

Als er geruchten zijn dan is er bijna altijd wel iets van waar.

Gif en gal spuwen.

Alle kwaadheid naar voren brengen.

Hij heeft een welversneden pen.

Hij heeft een goede schrijfstijl.

De tang ligt in het vuur.

Dat karwij moet snel afgerond wordeen.

Het grondschop is voor de goddelozen.

Je krijgt het laatste restje uit de drankfles.

Honger is een scherp zwaard.

Het is erg als je niet te eten hebt.

Taal nog teken van iemand vernemen.

Niets van iemand horen.

Beter een vink geplukt dan ledig gezeten.

Je kunt beter een onbelangrijk karweitje doen dan niets zitten te doen.

Mindert het meelvat het verken meerdert.

Als iets tegenzit dan zullen andere dingen wel weer meevallen.

Hij heeft het vlees liever dan de botten.

Hij kiest wat hem uitkomt.

Met dat werk heeft hij een eerzuil opgericht.

Met dat werk heeft hij veel goodwill gekweekt.

Jan Krediet die woont hier niet.

Hier moet contant worden betaald.

De ganzen geloven niet dat de kiekens hooi eten.

Dat geloof ik niet; dat is te onwaarschijnlijk.

Dat gaf de doorslag.

Dat was beslissend.

Mooie dingen duren duren vaak niet zo lang.

Duren is een schone stad (maar Kortrijk ligt er dicht

Hij wordt rood tot in het haar.

Hij bloost.

Zich schrap stellen.

Zich klaarmaken voor verzet.

De tijd baart rozen.

Na verloop van tijd zal de verandering positieve gevolgen hebben.

Hij hangt de gebraden haan uit.

Hij is een opschepper.

Dat was een pak van mijn hart.

Dat was een hele opluchting.

Door de spitsroeden lopen.

Scherp bekritiseerd worden.

Als de peer rijp is valt zij.

Alles gebeurt op z’n tijd.

Hij is geen turf hoog.

Hij is tam en verdrietig.

Diepe zwemmers licht te grond.

Als je veel risico neemt kun je ook sneller een tegenslag verwachten.

Daarmee is de kous af.

Daarmee is het onderwerp beëindigd.

Honger is de beste saus.

Als je honger hebt lust je alles.

Wee de wolf die in een kwaad gerucht staat.

Als je eenmaal een slechte naam hebt kom je daar niet meer van af.

Lang en smal heeft geen val.

Lange en dunnen vrouwen zijn helemaal niet aantrekkelijk.

Het heeft slot nog zin.

Het is onduidelijk en inhoudsloos.

Hij heeft een plank [plaat] [bord] voor zijn kop.

Hij wil het gewoon niet zien.

Het geluk vliegt; die het vangt die heeft het.

Als je geluk hebt krijg je alles.

Zij heeft de kar omgesmeten.

Zij heeft een miskraan gehad.

Smeren vóór de luns dat het rad niet giert.

Iemand proberen om te kopen.

Dat zijn twee schoenmakers in één pothuis.

Ze hebben samen een plan dat nadelig is voor een ander.

Iets rekken als kokinje.

Iets zo lang mogelijk rekken.

Koeien met gouden horens beloven.

Mooie zaken in het vooruitzicht stellen die nooit waargemaakt zullen worden.

Ergens een steentje aan bijdragen.

Ergens aan meehelpen.

Zij zijn over de puthaak getrouwd.

Zij wonen samen zonder te zijn getrouwd.

Iemand tot last zijn.

Iemand hinderen.

Geduld is een pleister voor alle zere plekken.

Als je maar genoeg geduld hebt komt uiteindelijk alles goed.

Iemand een luis in de pels zetten.

Schade berokkenen bij iemand.

Dat is nog eens een bof.

Dat is nog eens een buitenkans.

Hij ziet de w

De zaak is rond.

De zaak is geregeld.

ereld aan voor een doedelzak.

Hij is goedgelovig.

Het is een vlag op een modderschuit.

Het is iets moois op iets lelijks.