De verloren zoon.

De deugniet die zijn leven heeft gebeterd.

Brand je vingers niet.

Kijk uit dat je de regels niet overtreed.

Als je elkaar tegenwerkt dan wordt het niets.

Als het geen broertje is dan is het een zusje.

Ondank is ’s werelds loon.

Hulpvaardigheid wordt vaak niet beloond

Zo helder als kristal.

Heel erg helder.

De wind waait uit een andere hoek.

De situatie is ineens veranderd.

Ergens de reuk van hebben.

Iets door hebben.

Het is om het goedje maar niet om het bloedje.

Hij trouwt vanwege het geld; niet uit liefde.

Zijn ogen de kost geven.

Goed rondkijken.

Hout naar het bos dragen Titaal overbodig werk doen.

Hoveerdigheid is zottigheid maar vuiligheid is geen

Aan het werk kent men de meester.

Je kunt aan het resultaat vaak zien wie het werk heeft gedaan.

Wie slim wil lijken, praat..
Wie slim wil worden, luistert..

Wat zonlicht is voor bloemen
is een glimlach voor een mens

Als je het niet doet zul je nooit weten wat er zou gebeuren als je het wel gedaan had

Anderen door onzedelijk of onreligieus gedrag schokken.

Het geld over de balk smijten [gooien].

Geld verkwisten.

Het leven lijkt een autorit

Met bochten en gevaren

Nu eens ben je uit balans

Dan weer komen stabiele jaren

De juiste instelling voor de eenwording met God is niet,

dat de ziel iets moet begrijpen, voelen, proeven,

of zich verbeelden aangaande de Goddelijke Aard,

maar in de zuiverheid en liefde moet volharden,

die volmaakte berusting is,

en het volkomen los zijn van alle dingen,

alleen ter wille van God.

Een doodshemd heeft geen zakken.
Als je dood bent neem je niks mee en heb je niets meer aan je rijkdom.

Edel arm en rijk maakt de dood gelijk.
In de dood is iedereen gelijk.

De zwarte dood
De pest

Zo dood als een pier
Morsdood

Gewogen, maar te licht bevonden (Daniël 5:27)

Geen profeet wordt in eigen land geëerd Matth. 13:57.
In je eigen omgeving wordt je minder gewaardeerd dan bij buitenstaanders.

De Mammon dienen Matth. 6:24.
Alleen voor het geld leven.

Het gouden kalf aanbidden
Onderdanige hulde aan rijke lieden bewijzen. Met heel zijn hart aan rijkdom hechten.

Wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in Spreuken 26:27
Hij die een ander in het ongeluk wil storten, wordt vaak zelf daardoor getroffen

Paarlen voor de zwijnen werpen Mattheus 7:6
Iets moois geven aan hen die er de waarde niet van weten te schatten.

Kan uit Nazareth iets goeds komen? Joh. 1:47.
Kan er uit een persoon, die uit een andere omgeving komt, iets goeds komen?