Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
17-06-2008
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar (6)
De vaders en moeders zeiden knorrig: 'Kom toch mee, Rietje, toe dan toch Jantje, dat is Sinterklaas niet, dat kun je toch wel zien. Dat is een man die naar vis ruikt.' Maar de kinderen rukten zich los en gingen toch. Sinterklaas gaf alle kinderen een hand en luisterde naar de liedjes. 'Waar is uw staf, Sinterklaas? En waar is uw meiter? Waar is de zak met cadeautjes?' vroegen de kinderen. Sinterklaas vertelde van de schipbreuk. 'Wat verschrikkelijk!' riepen de kinderen. 'Arme Sinterklaas. Arme Zwarte Piet. De stoomboot is vergaan en nu zijn ze hier zonder hun kleren en zonder eten.'
Een paar grote kinderen zeiden tegen elkaar: 'Weet je wat. Sinterklaas heeft ons zoveel keren cadeautjes gegeven, laten we het nu eens omdraaien. Wij geven hém wat.' Ze renden naar huis en kwamen terug met een heleboel pakjes. Er zaten boterhammen in en worstjes en appels en frieten en flesjes melk. De een na de ander gingen de kinderen thuis iets halen. Behalve eten brachten ze echte cadeautjes mee. Ze gaven hun mooiste speelgoed, hun treinen en kraanwagens en speelgoedbeesten. Hun poppen en winkeltjes en keukentjes. De grote mensen stonden in de verte te kijken en schudden hun hoofd. 'Wat een gekke boel,' riepen ze. 'Zo'n gewone man die naar vis ruikt...'
Er kwamen nog twee kinderen aan met een heel, heel groot pak. 'Wat zou daarin zitten?' vroeg Sinterklaas nieuwsgierig. Hij genoot zo van al die cadeautjes, hij kon er niet genoeg van krijgen. Voorzichtig maakte hij het grote pak open. En wat zat er in? (wordt vervolgd) Annie M.G. Schmidt
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar (5)
Daar stonden ze, in Amsterdam, midden op de Dam, voor het paleis. Tussen de duiven. Tussen de mensen. Sinterklaas keek eens om zich heen en deed wat hij ieder jaar deed als hij in Nederland was: hij knikte en hij wuifde en hij glimlachte. Er kwamen heel wat mensen langs. Maar ze keken niet eens naar Sint en Piet. Niemand keek. Niemand herkende hen. Helemaal niemand. 'Ik ben Sinterklaas,' zei de goede Sint tegen een voorbijganger. De heer bleef even staan, snoof en zei: 'Brave man, je ruikt naar vis.' Toen liep hij door. Helaas, het was zo, ze roken naar vis. En niemand, niemand, niemand herkende hen. Moedeloos gingen ze op een bank zitten bij het Monument. 'Daar zitten we nou,' zei Sint. 'Zegt u dat wel,' zei Piet. 'Geen cadeautjes. Geen geld. De mensen herkennen ons niet. Heb ik het niet gezegd: alleen om de cadeautjes houden de kinderen van u.'
Op dat moment kwam er een heel klein meisje voorbij aan de hand van haar oma. 'Sinneklaas...' riep het kind. 'Dat is Sinterklaas niet,' zei oma. 'Dat is zomaar een man.' 'Sinneklaas...' zei het kind koppig en probeerde zich los te rukken van oma's hand.
Een ander kind riep ook: 'Sinterklaas.' Een klein jongetje begon te zingen: 'Sinterklaasje bonne bonne bonne.' En al heel gauw stonden er wel duizend kinderen om de bank die juichten en zongen en schreeuwden. (wordt vervolgd) Annie M.G. Schmidt
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar (4)
'Dat is erg vriendelijk van u. Maar we hebben geen tijd,' zei de Sint. 'We hebben zelfs vreselijke haast. Hoe komen we ooit op tijd in Nederland. O lieve deugd, we komen nooit op tijd in Nederland. Daar zitten ze nu op ons te wachten en we komen te laat. Trouwens, we hebben niet eens geld om verder te reizen.'
'Mijn man brengt u wel naar Nederland,' zei de lieve mevrouw. Sinterklaas en Piet zaten op een open vrachtauto en klampten zich vast, want de visboer reed ontzaglijk woest. Hij reed door alle stoplichten en dwars door alle douaneposten. Hij gierde door de bochten en raasde langs de wegen en denderde door de stadjes. Maar voor de Sint reed hij niet hard genoeg. 'Als we maar op tijd zijn...als we maar voor 5 december aankomen...' zuchtte hij. 'Harder astublieft, harder.'
En na een hele dag en een hele nacht rijden waren ze in Nederland. 'Naar Amsterdam? vroeg de visman. 'Jazeker, naar Amsterdam,' zei Sinterklaas. 'De hoofdstad eerst.' 'Ik zet u hier af,' zei de visboer. 'Midden in Amsterdam. En ik ga direct terug; mijn vrouw zit te wachten. Adieu.' En weg was hij. (wordt vervolgd) Annie M.G. Schmidt
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar (3)
Hé hé, voorlopig waren ze gered. De goede Sint was z'n staf kwijtgeraakt. Z'n mooie mijter had hij nog op, maar het water droop eruit en het leek meer op een pudding dan op een mijter. 'En al m'n cadeautjes naar de haaien...' zuchtte Sinterklaas. 'En de marsepein en de chocoladeletters en de suikerbeesten, allemaal weg, allemaal weg. Wat moet er van ons worden? Hoelang zullen we nog ronddobberen?' 'Ik zie land!' riep Piet 'Kijk daar, land! En daar komt al een bootje om ons te redden. Dit moet de kust van Frankrijk zijn. Een Frans bootje!' Gered... Eindelijk gered! Druipend en rillend stonden Sinterklaas en Piet in de kamer van een lieve vishandelaar in een Frans kustplaatsje. 'Nous sommes Saint Nicolas et Pierre,' zei Sinterklaas. Dat is Frans en het betekent: Wij zijn Sinterklaas en Piet. Maar de vrouw van de vishandelaar begreep het niet zo goed. Ze zei enkel: 'Arme arme schipbreukelingen...'(ze zei het in het Frans natuurlijk). 'Doe die natte kleren maar uit. Drink deze warme melk. Ik zal u een pak geven van mijn man. Zijn zondagspak. En voor de jongen heb ik nog wel een stel kleren van m'n zoontje.' 'Hoe kunnen wij u ooit bedanken,' zei Sinterklaas. Hoe kunnen wij u ooit betalen. Al ons geld ligt in de zee.' 'Dat hindert niet,' zei de goede vrouw. 'U kunt ook bij ons logeren vannacht.' (wordt vervolgd) Annie M.G. Schmidt
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar
Op de foto klikken
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar (2)
De storm werd steeds erger en heviger en woester en wilder en vreselijker. Huizenhoge golven, torenhoge golven... de stoomboot leek wel een plastic speelgoedscheepje op de Westeinder Plas. 'Ik ben zo bang...' huilde Piet. 'Onzin!' riep Sinterklaas weer. En toen ineens...een ontzettende schok. Het schip was op een klip gevaren. 'Help...help...' schreeuwde Piet. 'Help, de boot zinkt!' Wat zei je zo-even, Piet?' vroeg Sinterklaas, terwijl hij probeerde te zwemmen met zijn mijter op en zijn staf in de hand. 'Ik zei: De boot zinkt...' kreunde Pieter, die naast hem zwom. 'O,' zei Sinterklaas. 'Wel je had gelijk. De boot is gezonken.' 'O, wat ben ik nat en koud en zielig. O, wat heb ik medelijden met mij!' 'Denk liever aan die arme kindertjes in Nederland,' zei Sinterklaas. 'Als de Sint verdrinkt zullen ze nooit meer lekkers en speelgoed krijgen op 5 december. Daar ga ik, Piet. IK ben te oud om in de Golf ven Biskaje te liggen. Vaarwel dan , Piet.' 'Nee,' riep Piet wanhopig, 'niet zinken, Sinterklaas. Daar drijft een grote balk! Misschien kunnen we erop klimmen.' (wordt vervolgd) Annie M.G. Schmidt
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar
De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar (1)
Op de foto klikken
'Daar zitten we weer,' zei Sint. 'Zegt U dat wel,' zei Piet 'Op de stoomboot naar Nederland. Net als ieder jaar. Voor de hoeveelste keer is dat nou, Sinterklaas?' 'Voor de vijfhonderdvierenzeventigste keer,' zei de Sint. 'Bah,' zei Piet. 'Wat nou "bah"...' zei Sinterklaas verontwaardigd. 'Waarom "bah"?' 'Ik heb er zo genoeg van,' zei Piet. 'Maar je houdt toch van de kinderen? En de kinderen houden toch van ons?' 'Welnee,' zei Piet. 'Ze houden alleen van onze cadeautjes, 't Gaat ze enkel om de pakjes? Verder nergens om. En 't gaat nog stormen ook. Bah!' 'Hoor 's Piet, dat mag je volstrekt niet zeggen,' zei Sinterklaas boos. 'Als je nog een keer "bah" zegt, ontsla ik je. De kinderen houden wél van ons...'
Hoeii...Voor Sinterklaas verder kon spreken kwam er een windvlaag die bijna z'n mijter meenam...de storm stak op...de lucht werd inktzwart...de golven werden hoger en hoger... 'Daar heb je 't nou...'schreeuwde Piet 'We vergaan!' Onzin,' riep Sinterklaas, 't Is al vierhonderddrieëzeventig keer goed gegaan met die boot, waarom zouden we dan nu ineens...haboe...' Sinterklaas kreeg een grote zilte golf naar binnen en hij moest met de ene hand z'n mijter en z'n staf vasthouden en met de andere de reling. Annie M.G. schmidt
En ja, tegen 10 uur doet hij plechtige zijn intrede. Met zijn gevolg van twee zwarte pieten: Punkpiet en Walpiet en een gelegenheidsfotograaf schrijdt hij in de richting van de stafmedewerkers en zijn eerste bezoek geldt de kolonelssuite. Voor ieder heeft de heilige man een goed woord en zijn Pieten delen geschenkjes uit. Op weg naar de andere detachementen bezig in de keuken en op de werven, groet hij ook de Polen die maar al te graag met de Sint op de foto willen: een souveniertje voor het thuisfront. Overal stijgt gejuig op waar de bonte stoet zijn opwachting maakt en het kind in elke mens komt tot leven. Er wordt gezongen voor de Sint, het ene liedje met meer overtuiging dan het anderen en het gaat van "Zie ginds komt de stoomboot" over "Saint Nicolas patron des écoliers" naar voor kinderoren te gevoelige versies. En zelf de heilige man kan niet ernstig blijven als hij de creatieve new songs hoort. Tegen etenstijd zit zijn ronde er op.Alleen wie op het terrein aan het werk was zal de aanwezigheid van de Sint moeten missen maar zijn geschenkje zal wel klaar staan bij zijn terugkeer. "Dag Sinterklaasje, da-ag, da-ag....en tot volgend jaar!" Renaat De Paepe uit:Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Uit het dagboek van de Padre Tibnine ligt in het zuidoosten van Libanon, op ongeveer 15 km. van de Israëlische grens en twintig km. van de Middellandse zee. Het kamp van de Belgische strijdkrachten ligt tegen een heuvel aan en wordt gedeeld met een Pools detachement. Met hun aanwezigheid willen ze de burgerbevolking van Libanon ondersteunen met het detecteren en onschadelijk maken van mijnen en niet-ontplofte tuigen. Het Medisch detachement staat ten dienste van de Unifil-legers en de burgerbevolking met een heus hospitaal. Aalmoezenier Renaat De Paepe (foto) was bij de eerste lichting mee. Uit zijn dagboek halen we (uiteraard) het volgende fragment: Woensdag 6 december 2006
Het feest van Sint-Elooi werd zondag gevierd door onze logistiekers met een ruime aanwezigheid in de kerk en nadien brunch en vrij van dienst. Volgende zondag vieren onze "Geniakken" de H. Barbara, als patrones van ieder die een gevaarlijk beroep uitoefent zoals brandweer, ontmijners, enz... Maar vandaag staat een andere heilige centraal. Gekend en bemind van het kleinste kind tot de oudste mens: Sint-Niklaas. Ik weet niet wat jij voor deze heilige man voelt, ik weet alleen dat hij niemand bij ons onberoerd laat. Gisteren waren we in de weer om hem een handje toe te steken in de hoop dat hij ons vandaag met een bezoekje vereert. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Alias Pol De Valck, °Humbeek, 1937. Tekeningen in De Standaard en Het Nieuwsblad, in tal van magazines, bewegingsbladen enz. Tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Talloze prijzen, ook verscheidene in het buitenland. uit: Sinterklaas Kartoentje.
Het Radio 1-programma Peeters % Pichal lanceerde op 31 oktober 2007 de actie In godsnaam: geen kerstgedoe voor 15 december. Via het weekblad Humo werden ook massaal zelfklevers verspreid. Het initiatief veroorzaakte heel wat deining. Vooral groothandels en middenstandsorganisaties namen er aanstoot aan. De Vlaamse regering moest in het Vlaams Parlement zelfs enkele vragen van verbolgen volksvertegenwoordigers beantwoorden. Minister-President Kris Peeters, die het ambassadeursschap van de actie aanvaard had, stelde dat hij het een goede zaak vindt "dat eerst Sinterklaas komt, en de Kerstman pas opduikt als Sinterklaas weg is". Een internet-poll wees uit dat bijna 80 procent van de respondenten het daarmee eens is. En daar sta ik ook volledig achter. (pierre2005) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Voor de zesde keer zetten het SNG in Sint-Niklaas een driedelige basiscursus voor hulpsinterklazen en Zwarte Pieten op het getouw. Twintig deelnemers uit vier verschillende provincies meldden zich aan in het Huis van de Sint. Op dinsdag 24 oktober werd onder de titel Sinterklaas ende kinderwereld door SNG-ondervoorzitter Geert Vandenhende de betekenis van het sinterklaasgebeuren voor kinderen van 0 tot 9 jaar behandeld. In zijn uiteenzetting De échte Sint had SNG-voorzitter Lieven Dehandschutter het op dinsdag 6 november over de historische identiteit van Sint-Nicolaas en de ontwikkeling van de legenden en volksgebruiken van de vierde eeuw tot heden. Tijdens het derde en laatste deel, De praktische Sinterklaas, bespraken SNG-secretaris Raf Rumens en bestuurslid Veerle Verbeke kledij en schmink. Toneelregisseur Marc boon gaf een heleboel nuttige informatieve tips i.v.m. gedrag en dialoog. Nadat de cursisten hun 'ambtskledij' hadden aangetrokken, werden ze één na één aan een mondelinge proef onderworpen. Eind goed, al goed, want allemaal mochten ze hun getuigschrift uit de handen van de enige, echte Sint in ontvangst nemen. uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Aangekomen in de haven, ontfermde Nicolaas zich over zieken en kreupelen. Nicolaas bezocht het Heilig Graf, Golgotha en andere heilige plaatsen. Zijn bedevaart werd voortijdig beëindigd toen een engel hem beval huiswaarts te keren omdat er onheil dreigde.
Nicolaas zocht een schip met bestemming Patara. Een kapitein, die zei dat hij zou varen naar de haven die de passagiers wensten, nam hem aan boord. De kapitein koos echter een andere richting. Daarop liet God het stormen. Het schip begon te zwalpen. Plotseling begon het als bij wonder een welbepaalde richting uit te gaan. Zo belandde het in Patara. De bemanning dankte Nicolaas en smeekte om vergeving. In Patara werd Nicolaas met vreugde onthaald door de bevolking en de monniken van Sion. Hij predikte het woord Gods en velen wilden zijn voorbeeld volgen.
Tafereel van Jan-Baptist Van der Haegen in de Sint-Niklaaskerk te Brussel.
In dit tafereel draagt Nicolaas nog de priesterkleding. Engelen verwelkomen hem thuis na een bezoek aan het Heilig Land. Rechts ziet men de kruisen op de Calvarie-berg. In deze legende, die uit het leven van Nicolaas van Sion komt, treedt de heilige ook naar voor als beschermer der zeelui.
Nicolaas wou net als zijn oom het Heilig Land bezoeken. Samen met andere bedevaarders vertrok hij met een Egyptisch schip. De eerste nacht droomde hij dat een demon de grote mast vernielde. 's Ochtends waarschuwde hij de bemanning voor een zware storm. Er zou hen niets overkomen als ze op God vertrouwden. De storm brak inderdaad los. Het schip liep zware averij op en werd stuurloos. Een matroos die in de grote mast zat, verloor het evenwicht en viel te pletter op het dek. Nicolaas bad tot God en de zee kwam tot bedaren. Hij bad verder om bij de zeelieden de herinnering aan het gebeuren uit te wissen. De dode matroos kwam weer tot leven en stond op alsof hij slechts geslapen had. (wordt vervolgd) uit: Het leven van Sint-Nicolaas
Steven - Alias Stefan Laurens Wilsens, °Peer, 1937. Verwierf bekendheid als kartoenist met zijn werk Voorbij de cartoons. In 1963 verscheen in de krantengroep van De Standaard zijn eerste Stempel des tijds. Zo'n "stempel" is een tekening van een landschap, een gebouw, een typisch plekje in Vlaanderen, "waarheen", zoals Gaston Durnez het uitdrukte, "ons heimwee op bedevaart zou kunnen gaan". Op de tekening klikken om te vergroten uit: Sinterklaas kartoentje
65 jaar geleden werd je geboren. Je hoort dus bij de senioren. Dat is beslist niet rot bedoeld. Je bent zo jong als je je voelt! En jij voelt je nog supperjong. Zoals dat heet: Still going strong! Vergeleken bij de Goede Sint ben je natuurlijk nog een kind! Je bent sportief en energiek. Gelukkig ben je zelden ziek. Geniet maar van je tweede jeugd. Sint en Piet wensen je geluk en vreugd.
De kleinkinderen zijn een lust en je leven. Je wilt ze graag alle aandacht geven. Ze vinden het fijn om bij jou te spelen Jij mag dan graag wat snoepgoed uitdelen. Ze mogen bij jou wat ze thuis niet mogen. Ze hoeven niet stil te zijn of ingetogen. Je zorgt voor veel gezelligheid En tot oppassen ben je altijd bereid. Je bent echt een oma/opa naar ons hart. Voor jou legden we een pakje apart.
Hij herinnerde zich dat hij bezig was met zijn werk voor de emir op Kreta: het uitzoeken van de wijnen, het proeven en schenken en dan rondbrengen van de bokalen bij de emir en de hele hofhouding. Terwijl hij druk bezig was met zijn taak, werd hij plotseling opgeheven, als door een onzichtbare kracht weggedragen van het paleis van de emir. Natuurlijk was hij hevig geschrokken en juist toen hij wanhopig werd en vreesde voor zijn leven, was de heilige Nicolaas verschenen. Deze keek de jongen diep in de ogen, zegende en bemoedigde hem en bracht hem naar het huis van zijn familie in Myra. Nu was er geen sprake meer van alleen een rustige viering in huis, de hele stad nam die avond deel aan de grote vreugde en het dankgebed van Basilios' familie. De herdenking van de heilige die gedurende zijn leven hun bisschop was geweest, laaide op als een reusachtig vreugdevuur! uit: Sinterklaaslegenden
Het hoofd van de familie ging voorzichtig naar de deur van de binnenplaats en daar zag hij, tot zijn verbijstering, zijn zoon staan. Hij was gekleed in een Arabische tuniek en hield een wijnbokaal in zijn hand...De vader dacht aan een geestverschijning, temeer daar de jongen onbeweegelijk, in een vreemde starre houding, bleef staan. Zijn ogen staarden zonder enige uitdrukking in de ruimte en geen woord kwam over zijn lippen. Toen, langzaam, scheen hij er zich van bewust te worden dat hij bij zijn vaders huis stond. Vader en zoon naderden elkaar en toen volgde de vreugdevolle ontmoeting met de hele familie! Goddank geen geestverschijning meer. De jongen die zich nu tussen de anderen aan tafel zette was hun eigen Basilios zoals zij hem altijd gekend hadden. Maar hoe was die wonderbaarlijke terugkeer tot stand gekomen? (wordt vervolgd) uit: Sinterklaaslegenden
De ouders van de jongen waren ontroostbaar en rouwden om hem alsof hij gestorven was. Zijn moeder was zo diep bedroefd dat zij niet meer wilde denken aan een feestdag voor Sint-Nicolaas, maar alleen aan de treurige verdwijning van haar zoon. Toe een jaar verstreken was weigerde zij dan ook deel te nemen aan de algemene vrolijkheid. Haar man trachtte haar over te halen toch even naar de feestelijkheden in de stad te gaan kijken, maar zij bleef bij haar besluit. Wel wilde zij een rustige herdenking in haar eigen huis vieren. Juist toen de familie en enkele gasten aan het avondmaal begonnen, hoorden zij de honden op de binnenplaats heftig blaffen. Zij moesten iets zien of ruiken dat hen schrik aanjoeg. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaaslegenden
De eenvoud en zuiverheid van dit verhaal, dat in vele varianten verschenen is, maakt het tot een van de meest aantrekkelijke legenden over Sint-Nicolaas:
De verdwenen jongen (1)
Enige jaren na de dood van Sint-Nicolaas begonnen de bewoners van Myra de herdenking van de heilige te vieren op de 5de december, de vooravond van zijn naamdag. Een heerlijke maaltijd en overal feest! Ongewapend en zich absoluut niet bewust van wat er verder in de stad gebeurde, merkten de inwoners niet dat er op die avond een bende piraten van het eiland Kreta landden op de kust, naar Myra trokken en zelfs de kerk van de heilige Nicolaas binnendrongen. Zij roofden de met juwelen bezette ikonen, miskelken en kostbare altaarstukken. Bovendien namen zij, voordat zij de stad verlieten, de zoon van een der boeren mee als slaaf. De jongen heette Basilios. Toen de piraten teruggekeerd waren naar hun eiland, koos de emir van Kreta de jonge Basilios als zijn persoonlijke wijnschenker. De hofhouding en het huishoudelijke personeel waren met grote zorg samengesteld en in deze kring werd Basilios opgenomen. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaaslegenden