Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Katrien De Reycke open er rond de periode van Sinterklaas 2015 een kinderopvang, zij zal dat runnen samen met een kinderverzorgster.
La Maison Anna Martha is gelegen in de Tombroekstraat 211, en biedt plaats aan 18 kinderen.
De naam is afkomstig van de oorspronkelijke eigenares van het huis. Ze noemde namelijk Anna, haar tweede naam was Martha, en men heeft er La Maison aan toegevoegd, men zit daar namelijk in de streek van de taalgrens.
De kinderopvang is gelegen aan het woonhuis. Het vroegere bijgebouw werd volledig gerenoveerd en een stuk werd bij gebouwd. De kinderopvang is via een autovrije weg (Tombroekschoolpad) verbonden met landbouwbedrijf “ROLLIE’S” waar we regelmatig de boerderijdieren zullen bezoeken.
De openingsuren zijn van 7 tot 19 uur ook op zaterdagvoormiddag. Er is een eet- speel- en slaapruimte, een afgesloten terras en een speeltuin.
Het was de droom van Katrien om een kinderopvang te runnen, daar nu het landbouwbedrijf door haar zoon en schoondochter wordt gerund, wordt haar droom werkelijkheid. Katrien blijft de administratie van het landbouwbedrijf “ROLLIE’S voor haar rekening houden.
De natuurlijke golven van het Rollegemse landschap zorgt voor een belangrijk niveauverschil binnen de gemeente. Het hoogste punt situeert zich op een heuvelrug die grens trekt tussen Kortrijk en Marke of den St- Anna berg 67 meter hoogte. Met daarbij den Klijtberg met zijn 63 meter hoogte. Het is ongeveer de waterscheidingkam tussen de gebieden van de Leie en de Schelde. De laagst gelegen gronden treft men ten zuidoosten van de gemeente, welke zich bevindt op 20 meter boven de zeespiegel. Toch is het alleen het gehucht de Rollegem-Knok welke behoord tot het hydrografisch bekken van de Leie. Circa 90% van Rollegem watert af via de Bondille beek en de Weimeersbeek naar de samenvloeiing van de Fabrieksbeek. Langs waar naar de Witte Spierebeek en de Grote Spierebeek komt het uiteindelijk in de Schelde terecht.
Wat den bodem betreft is de noordgrens van ons dorp, zandleem welke zich beperken tot de heuvelkammen en de grens met Marke en Kortrijk.
De dikte van het quartaire (quartair, kwartèr of laatste perioden waarin de aardgesteenten naar hun ouderdom in gedeeld zijn.) Leem en het zandleem bedekking verschillen van plaats tot plaats.
Naarmate de grenzen van Moeskroen en Aalbeke, op de Klijtberg en ter hoogte van de waterscheidingkam, neemt de dikte van de quartaire mantel geleidelijk aan toe in de richting van de voornaamste beekvalleien. In de aangeslibde ( alluviale) gronden of de laatste aard vorming waartoe de akkers van de Weimeersen en de fabrieksbeek behoren, kan de leembedekking tot 10 meter bedragen.
De natuurlijke drainering van de bodem wordt sterk beïnvloed door de dikte van de Quartair en door de aard van het onderliggend substraat.
Dergelijke gronden hebben een ongunstige waterhuishouding vermits ze in de winter lijden aan wateroverlast. Tamelijke diepe leemgrond waartoe de meeste gronden op onze gemeente behoren, hebben doorgaans een redelijke goede tot voldoende natuurlijke drainering, wat geschikt is voor allerlei teelten.
De klei van Zwevegem vormt de top van het tijdperk waarin het aardgesteente naar hun ouderdom werd ingedeeld, in het grootste gedeelte van Rollegem.
De klei van Aalbeke en de klei van Zwevegem zijn van groot economisch belang voor het gebied gelegen ten zuiden van de vallei van de Leie. Op verschillende plaatsen wordt deze ontgonnen. De klei van Aalbeke is vooral geschikt voor het vervaardigen van pannen, draineerbuizen en aardewerk. De klei van Zwevegem voor het vervaardigen van bakstenen.
Grijze tot zwarte klei is de oudste Tertiaire gesteende welke gekend is hier op de gemeente.
(Het is een korte greep uit het onderzoek) Bron laboratorium voor aardkunde Rijksuniversiteit Gent.
589. Stukken betreffende de belasting op de gewone voertuigen, 1938-1948. 1 omslag
590-593. Stukken betreffende belasting op de gewone voertuigen, 1941-1976. 4 omslagen
590. 1941.
591. 1960-1962.
592. 1963-1967.
593. 1973-1976.
594. Rol van de gemeentebelasting op de gewone voertuigen, 1944. 1 deel
595. Kohieren van de gemeentebelasting op de gewone voertuigen, 1960-1976. 1 omslag
596. Stukken betreffende vrijstelling van verkeersbelasting voor de ruimdienst, 1964. 1 omslag
597. Stukken betreffende verkeersbelasting ten laste van Belgische fietsers in Frankrijk, 1935. 1 omslag
598. Stukken betreffende verdeling van de staatsbelasting op automobielen en andere motor- en of stoomvoertuigen, 1924-1947. 1 omslag
599. Stukken betreffende berichten over de uitreiking van fietsplaten, 1970-1976. 1 omslag
4. Belasting op het ophalen van huisvuil
Kohieren van de gemeentebelasting op het ophalen van huisvuil,
600. 1957-1960. 4 delen
601. 1961-1964. 4 delen
602. 1966-1976. 11 delen
5. Belasting op de bestrating, de riolering en de stoepen
603. Stukken betreffende belastingen op het openen, verbreden, verlengen of rechttrekken van straten, 1961-1976. 1 omslag
604. Kohieren van de gemeentebelastingen op het openen, verbreden, verlengen of rechttrekken van straten, 1961-1976. 1 omslag
605. Stukken betreffende belasting op voetpaden en riolen, 1958-1962. 1 omslag
6. Grondbelasting en belasting op bebouwde en onbebouwde eigendommen
606. Kohier van de grond- en de personenbelasting op de huurwaarde, de deuren en vensters en meubilair, 1916. 1 deel
N.B. Dubbel
607. Rollen van de speciale belasting op het kadastraal inkomen van de eigendommen tijdelijk vrijgesteld van de grondbelasting, 1942-1944, 1948. 1 omslag
608. Rollen van de bijzondere gemeentetaks ten laste van de eigenaars/gebruikers van bebouwde en onbebouwde eigendommen op basis van het kadastraal inkomen,
608. 1927-1934. 1 omslag
609. 1939-1941. 3 delen
610. Dagboek betreffende de belasting op bebouwde en onbebouwde eigendommen, 1936-1939. 1 deel
611. Stukken betreffende de wegenisbelasting, 1934-1954. 1 omslag
7. Belasting op honden
612-613. Rollen van de belasting op honden, 1891-1924. 2 omslagen
612. 1891-1902.
613. 1911-1924.
614. Stukken betreffende opcentiemen bij de provinciale belasting op de honden, 1936-1941. 1 omslag
8. Nijverheidsbelasting
615. Stukken i.v.m. de nijverheidsbelasting, 1965-1971. 1 omslag
616. Kohieren van de gemeentebelasting op de drijfkracht, 1968-1976. 1 omslag
617-618. Stukken betreffende gemeentebelasting op de drijfkracht, 1968-1972. 2 omslagen
617. 1968-1970.
618. 1971-1972.
619. Kohieren op de gemeentebelasting op het terwerkgesteld personeel, 1969-1975. 1 omslag
620. Stukken betreffende gemeentebelasting op tewerkgesteld personeel, 1968-1972. 1 omslag
9. Allerlei belastingen.
621. Rol van het recht op de verhandeling van tabak, 1860 en 1868. 3 delen
N.B. Dubbel.
622. Rol van het recht op de verhandeling van alcoholische dranken, 1860. 1 deel
623. Dubbels van de rol van de personele belasting, 1860 en 1869. 2 Reg.
N.B. Dubbel.
624. Rollen van het patentrecht, 1860, 1868-1869. 5 delen
625. Rollen van abonnement, 1892-1920. 1 omslag
626. Uittreksel uit de staat van oninbare posten, 1869. 1 stuk
627. Stukken betreffende de barrièrerechten op de weg Kortrijk-Luingne, 1861-1863. 1 omslag
N.B. Met proces-verbaal.
628. Stukken betreffende vrijstelling van radiotaks, 1949, 1965. 4 stukken
629. Stukken betreffende belasting op filmvoorstellingen, 1950-1952. 1 omslag
Wat hier geschreven staat komt, uit gelezen van mijn gazette of een boekje of iets dergelijks, schiet niet op de pianist als het niet correct is. Ik was er niet bij, of in den omtrek, niet waar, er zijn altijd mensen die welke beter weten
Er zijn donders en denkers in het leven. De ergste zijn mensen die denken dat ze doen.
Dat er hier te Rollegem ne kleiberg is, welke men wil uitgraven? Om die uit te graven wil men een transportband naar de autobaan maar dat gaat niet. Nochtans aan de kliniek ging dat wel een op en afrit.
Was het vader Abraham niet die zong van in dat kleine café, daar worden grote problemen op een bierviltje opgelost? Waarom wil men alles toch zo moeilijk maken? Hebben we de klei niet van doen om te kunnen bouwen? Stenen, pannen!
Zuster Marie-louise Brou Zag het levenslicht te Rollegem op 30 augustus 1837 . Ze was de dochter van Florentin en Marie-Theresia Brunfaut. Ze was algemeen overste der zusters van de H.Theresia.
In het 42st jaar hare H.Professie kwam ze te overlijden.
Zuster Lucienne Bonte zag het levenslicht te Rollegem op 27 december 1903. Haar leven wijde ze helemaal aan de Heer. Ze werdt gewijd op 1 september 1926 bij de zusters van de H.Theresia. Ze was lager onderwijzeres in de Mont-0-Leux
Ik lees in mijn gazette van begin september dat ze hier een veiliger omgeving gecreëerd hebben dank zij een nieuwe trage weg. En dan er daar heel wat aarde uit den dijk werd gehaald om dat te verwezenlijken.
Er is zelfs sprake van tien jaar, maar het vorig stadsbestuur had er geen oor naar.
Het pad zou op het einde van augustus laatst leden in sneltempo gerealiseerd zijn. Dat dit iets positiefs is, is natuurlijk niet te weerleggen. Maar dat iets zo lang moet duren, bewijst dat de wereld heel anders zou draaien moesten mensen, mensen spreken.
Waarrond draai dit alles? Wel zo een 15tal jaren, terug zaten de verenigingen Okra en Ziekenzorg, met de handen in het haar daar de parking rond der kerk steeds bezet was, nooit een plekje meer vrij om hun auto te kunnen plaatsen om 2 maal in de maand een kaartje te kunnen leggen. En er is aan de sporthal al die plaats om auto’s te parkeren. Moest men gewoon gebruik maken van de vroegere bestaande wegel.
Ja, die wegel welke kwam van Moeskroen naar Bellegem al over de partij grond van het klooster. Je weet wel, al over het Forest of langs de “pomp” uitkomend aan de Schreiboomstraat, rechts af tot aan café “De Wandeling” langs de hofstede Christiaens, en vervolgens achter de huizen van de Kerkstraat tot aan de pastorij de Tombroekstraat dwarsen en zo langs de Ketsenweg naar Bellegem. Met een verbindingsweg op het land van meester Frans recht voor het hof en een aan de “knechteschole” voor de nonnekes van het klooster.
En direct zijn al de problemen opgelost, u weet wel lijk in het lied van vader Abraham op een bierkaartje tussen pot en pint. Maar ja vergeet dat maar. Zoveel jaar later we zijn nu 2015 is het zover, en men noemt dit dan en “nieuwe trage weg”
Ja, men spreekt van wereld problemen, maar iedereen wil het laken naar zich trekken. Men zei het is geen prioriteit. Deze nieuwe realisatie vermindert de parkeerdruk in de Rollegemkerkstraat en aan de kerk. Want men zet de medewerkers er toe aan om hun wagen te parkeren op het sportcentrum.
De vraag van bij het begin werd omgekeerd maar het resultaat is er. Wat is het toch verbazend wat je kunt presteren als je er niet om geeft wie er de eer van draagt! Geduld is een schone deugt nietwaar
Er is een tijd geweest dat april de eerste maand van het jaar was. Op nieuwjaarsdag gaven de mensen elkaar geschenken en toen het begin van het jaar naar januari werd verlegd, bleef de gewoonte om elkaar geschenken te geven toch bestaan. Maar in plaats van echte geschenken geven, schonken de mensen elkaar allerlei grappige prullen, die vooral bestemd waren om de lachlust op te wekken. Het schijnt dat hieruit het ontstaan van de aprilgrappen is ontstaan. Ge kent het rijmpje: "Op de eerste april zend men de zotten waar men wil!"
Dit eeuwen oude gebruik wordt nog steeds in ere gehouden. ('t zij dan met mindere mate).Op school, in de werkplaats en kantoor worden de onnozelsten die dag beetgenomen. En of het nog ieder jaar gebeurt, zijn er dan toch nog altijd sukkelaars, die zo vriendelijk zijn zich door hun makkers te laten bedotten.
De strengheid van de veertigdaagse vasten deeed de gewoonte ontstaan op Paasmaandag eieren ten geschenke te geven omdat dit jaargetijde overeen komt met "rijpe oost" in het kippenhok! De kerk verbood aanvankelijk even goed het gebruik van eieren als vlees tijdens de vasten; op Paaszaterdag liet men dan tijdens de Vasten opgedane voorraad plechtig wijden of zegenen, om ze daarna uit te delen aan vrienden en kennisen. En opdat het geschenkje er een beetje liefrijker zou uitzien, begon men hier en daar een likje verf aan de eieren te geven, rood of purperof geel, meestal geen andere kleuren.
Maar de beruchte Zonnekoning van Frankrijk, Lodewijk XIV, die altijd beter wist en het altijd mooier hebben moest, lied zijn Paaseieren prachtig beschilderen door kunstenaars en die gewoonte bleef duren tot in de helft van de achttiende eeuw.
Het gebruik dagtekent echter toch al veel vroeger, want in de 12de en de 13de eeuw lieten de boeren eieren vergulden en met volle korven naar hun landheer of kasteelheer dragen met Pasen!
Beroemde schilders die paaseieren schilderden waren bv. Lancret en Watteau. Naar gelang de suikerbakkerij zich ontwikkelde, verschenen de suikeren en chokoladen eieren, allemaal voorzien van vaak prachtige en nog vaker vrij banale tekeningen.