We stappen door tot aan de hoeve op de rechter zijde “Nevele-Rosendaal”. De hoeve dateert van de 17-18de eeuw. Einde 19de eeuw was Vanneste eigenaar en uitbater. Paul Renard volgde hem als pachter op in1906. In 1945 werd Pierre Dumortier de eigenaar en sinds 1979 volgde zijn zoon Roland hem op.
Al van in 1601 had “Nevele-Rosendaal” een rechthoekige wal en dit bleef ongewijzigd tot einde 19de eeuw.
De wal verdween in fasen: het linkerdeel langs de weg verdween omstreeks 1900, de wal achter het woonhuis in de jaren vijftig en rond 1964 het laatse deel achter de schuur.
Pastoor Slosse vermeldt dat het vierde doodsprentje in Rollegemwerd uitgegeven voor het overlijden van Cathrientje Ghequiere, vulgo Cathrientje Louage. " Ze wierd op hare hofstede binst de hoogmis vermoord op 1 januari 1846."
In zijn uitgebreide collectie vinden we het prentje ook niet terug (oproep naar zij die het in hun bezit hebben om het te mogen gebruiken)
De oproep werd gehoord, met dank aan zij welke geholpen heeft, hier het resultaat;
Passage uit Slosse: “Intusschen, voor het geven van dergelijke santjes waren ze te Rolleghem late aan den gang: E.H. Du Boccage heeft het eerste; de weduwe Ghequiere Herbau het tweede; pastor Mullier, het derde en Cathrientje Ghequiere, dochter van Ghequiere Herbau het vierde. Cathrientje Ghequiere, vulgo Catrientje Louage, wierd op hare hofstede binst de hoogmis vermoord den 1 januari 1846.
Passage uit Thesis: Joannes Christiaens , 22 jaar, werkman, geboren en wonende te Wareghem, werd beschuldigd van moord met voorbedachten rade op Catherina Ghequiere en diefstal ten aanzien van dezelfde persoon. Hij werd op 10 maart 1846 door het Assisenhof van West-Vlaanderen ter dood veroordeeld, en op 7 april 1846 om twaalf uur terechtgesteld op de Grote Markt te Kortrijk.
De stad Kortrijk heeft binnen haar stadsmuren vijf maal een executie gekend. De eerste twee executies (De Beuck 23/02/1816 en Nijs 2/02/1835) vonden plaats op de grote markt voor het stadhuis. De executie van Van Gheluwe vond plaats op 23/05/1835 op de Graanmarkt. De executie van Christiaens op 7/04/1846 verhuisde opnieuw naar de Grot Markt, en de laatste executie te Kortrijk, die van Algoet, werd voltrokken op het Jan Palfijn plein.
Ook het bidprentje welke hier werd aan toegevoegd werd ons door een vriendelijke Ann Augustyn opgezocht en gevonden met zeer veel dank aan zij die ons hierbij geholpen hebben.
Zij die dachten dat Cathrientje, een kind was vergisten zich. Katrien was een volwassen vrouw van 52 jaar oud. Ze werd niet vermoord op de hofstede, zoals aanvankelijk gedacht aan Rietjes kruis maar op de hofstede: “Nevele-Rosendaal”. Hoe kwamen we dit op het spoor?
Bij zulke gelegenheden denkt men direct aan de krant. Doch in die tijd waren kranten zeker niet gericht naar het brede publiek. Tot na de tweede wereldoorlog werden naar aanleiding van roofovervallen, moorden, verkrachtingen, en andere zware misdrijven door Markt- en straatzangers het thema beschreven en bezongen. En toch was er een klein verhaal, uit het krantenartikel in Journal de Bruges 3/4/1846” konden we lezen: "On écrit de Courtrai: Un crime horrible vient d'être commis hier matin à Rollegem, durant la grand' messe, la fille Ghesquière agée de 52 ans et habitant une ferme avec son frère dans ladite commune, située à une lieu d'ïci , a été assassinee de la manière la plus atroce pendant qu'elle était seule nu logis. Son cadavre a été ensuite jeté dans un étang qui entoure .lLa ferme et d' où on l'a retiré. Le cràne est horriblement fracassé, Cet assassinat a étè suivi d'un vol d'espèces et de bijouteries de femme. Hier après-diner , immédiatement après avoir reçu la nouvelle, les membres du parquet se sont rendus sur les lieux et ont fait les recherches les plus actives pour découvrir l'auteur de ce crime, car tout fait présumer qu' il a été commis par un seul individu. La nuit seule a pu mettre fin à leur leurs investigations qu 'ils ont dû recommencer aujourd'hui de bon matin."
We vernemen wel degelijk, dat “Son cadavre a été ensuite jeté dans un étang”.
In de "Journal d'annonces de Courtrai' van 7 januari 1846 lezen we dat de moordenaar van zuster van boer Ghesquiere in Rollegem zijn daad bekend heeft. Voor Catherientje was de moordenaar geen onbekende. Op de boerderij was hij een tijdje knecht geweest maar na 20 maanden hadden Cathrientje en haar broer hem zijn ontslag gegeven wegens ontrouw en slecht gedrag. De moordenaar kwam net uit de gevangenis toen hij zich op oudjaarsavond ongemerkt liet opsluiten in de schuur van de boerderij. Toen de boer en de knechten op nieuwjaarsdag vertrokken naar de hoogmis sloeg hij zijn slag. Cathrientje was echter nog thuis en gealarmeerd door lawaai in de kamer ging ze een kijkje nemen. Ze herkende de weggezonden knecht en vroeg wat hij zocht. De knecht antwoordde niet maar sloeg haar met een schop op het hoofd tot ze badend in het bloed neerviel. Hij doorzocht de woning en stal wat hij kon. Bij het verlaten van de woning liep hij voorbij de gewonde Catherine en bemerkte nog een teken van leven. Razend sloeg hij haar opnieuw en sleepte zijn vroegere werkgeefster naar de wal waar hij haar in het water gooide.
Ook vonden we door dit aan te klikken, heel wat informatie over ons Katrien.
Openbare terechtstellingen in West-Vlaanderen (1811-1867...
In die tijd was de guillotine gebruikt als executiemethode. Het is pas bij de invoering van de guillotine in onze gebieden dat de men geen onderscheid meer kon maken tussen de veroordeelden uit verschillende standen. Op het uur van de dood werd iedereen gelijkgesteld
De veroordeelde Chrisiaans werd op de middag geëxecuteerd. Hij werd niet de avond ervoor, maar pas diezelfde morgen van Brugge naar Kortrijk vervoerd.
Uit de krantenberichten bleek ook dat de laatste actie van de ter dood veroordeelde vaak het kussen van het kruisbeeld was. Deze handeling ging meestal gepaard met de woorden “Seigneur, je remets mon âme entre vos mains” Mon Dieu, je remets mon âme entre vos mains”
“Heer in uw handen beveel ik mynen geest
“De veroordeelde had wel hoofdzakelijk een zwijgende en passieve rol, een kort woordje tegen de priester zoals hierboven vermeld werd, paste wel in het ceremonieel. De enige veroordeelde die zich wel tot het volk richtte was Christiaens (1846). “(…) Hij heeft met een flauwe maar kalme stem gezegd; mensen ik vraag u allen vergiffenis (…)”
De executie van Christiaens op 7/04/1846 gebeurde op de Grote Markt,
Wat dit toilet inhield? Het eerste artikel dateert uit 1846 en stelt: “(…)Eenige
oogenblikken voor den middag zyn den beul en zyne hulpen in het gevang gekomen om het hair en hembd-hals (sic) van Christiaens aftesnyden, hij heeft die bewerking met droefheyd en tevens met overgeving onderstaen. Onmiddelyk nadien hy is op de kar geplaetst…(…)”
Bij de executie van Karel Algoet te Kortrijk (1855) stonden er rond het schavot zo’n 120 man van het 4e regiment. Dit waren ongeveer 3 maal zoveel ordebewaarders dan 9 jaar ervoor toen Christiaens te Kortrijk werd terechtgesteld. Toen werd er slechts melding gemaakt van een détachement van 40 man van het 5e regiment van de politie
Tekst uit de openbare terechtstelling door Marleen Dupont. Zeker een aanrader wil je het verloop kennen uit die periode.
Waarom zei men, Cathrien Louage in plaats van Ghequiere?
Cathrientjes overgrootmoeder was getrouwd met Nicolaus Ghequiere. Twee jaar na de geboorte van Joannes Baptiste, grootvader van Cathrien, hertrouwde Cornelia met Joannes Baptiste Louage klik hier
|