FAMILIE IDING TEN BOSCH
Foto

Welkom op de weblog van de Familie Iding ten Bosch - deze blog is gestart op 08-04-2005

E-mail de blogbeheerder


Foto

Foto

Foto

Foto



Overzicht
  • Ten huize van de familie Iding Aalten
  • STUDIE MEDISCHE ETHIEK
  • ARBEIDSKREIS SYNAGOGENLANSCHAFTEN
  • Übersetzung Archiv Einzelteile - Holländisch » Deutsch
  • BEELDBANKEN PAGINA DE MOEITE WAARD

    Inhoud blog
  • Behoud van het laatste stukje tastbaar erfgoed van Lichtenvoords-Joods-Christelijke geschiedenis
  • Graf Johanna Hulshof en Antonius Aloysius Maria ten Bosch
  • Gedenkprentje Henrica Francisca Maria van Helvoirt
  • Trouwboekje Gerrit Sanders 2
  • Gerrit Sanders paspoort 1894
  • Trouwboekje Gerrit Sanders 1
  • Wie weet waar
  • Oude techniek en werktuigbouw
  • Beschikking verzoekschrift Izaak Jozef Wolf Arrondissementsrechtbank inzake Kreuntje en Rika ten Bosch
  • Assen schuilkelder S.D.
  • Berusting in beschikking Izaak Jozef Wolf m.b.t. Kreuntje en Rika ten Bosch
  • Beschikking verzoekschrift Izaak Jozef Wolf Arrondissementsrechtbank inzake Samuel Jozef Wolf, Roosje Leezer en Erna Carla Jeanette Wolf
  • Berusting in beschikking Izaak Jozef Wolf m.b.t. Samuel Jozef Wolf, Roosje Leezer en Erna Carla Jeanette Wolf
  • Van der Feltzpark no. 3
  • Beschikking verzoekschrift Izaak Jozef Wolf Arrondissementsrechtbank inzake Coenraad Nathans Jeanette Jacoba Wolf Karla Sonja Rita Nathans
  • Commandant Juden Durchgangslager, Frau Kampcommandant Westerbork
  • Berusting in beschikking Izaak Jozef Wolf m.b.t. Coenraad Nathans Jeanette Jacoba Wolf en Karla Sonja Rita Nathans
  • Assen deportatietrein uit Westerbork
  • Beschikking verzoekschrift Izaak Jozef Wolf Arrondissementsrechtbank inzake Carel Samuel Nathans
  • Berusting in beschikking Izaak Jozef Wolf m.b.t. Carel Samuel Nathans
  • Westerbork
  • Prins Hendrikstraat 1 te Assen
  • Van der Feltzpark 3
  • Assen Rolderstraat nr. 109
  • Auschwitz akte van overlijden Rika ten Bosch
  • Auschwitz akte van overlijden Kreuntje ten Bosch
  • Auschwitz akte van overlijden Coenraad Nathans
  • Auschwitz akte van overlijden Erna Carla Jeanette Wolf
  • Auschwitz akte van overlijden Jeanette Jacoba Wolf
  • Auschwitz akte van overlijden Karla Sonja Rita Nathans
  • Auschwitz akte van overlijden Samuel Jozef Wolf
  • Auschwitz akte van overlijden Roosje Leezer
  • Auschwitz akte van overlijden Carel Samuel Nathans
  • Auschwitz akte van overlijden Benjamin Leezer
  • Westerbork akte van overlijden Abraham Cohen
  • Gedenksteen Asser joden
  • Grafsteen Salomon Cohen, echtgenoot van Heintjen ten Bosch
  • Begraafplaats: Marie Antonette Jacoba Iding J.C. Schweig M.M.J. Schweig
  • Begraafplaats: Louisa H. Brinkenberg - Antonia Iding
  • Grafsteen van Jacob Cohen, echtgenoot van Mathilda Johanna ten Bosch
  • Bidprentje Zuster Maria Modesta - Maria ten Bosch
  • Frans ten Bosch bidprentje
  • Bidprentje Gerardus Iding
  • Antonius Aloysius Maria ten Bosch bidprentje
  • Johanna Hulshof Bidprentje
  • Henri Iding Overlijdensbericht.
  • Arnoldus Maandonks Bidprentje Overlijdensbericht.
  • FAMILIE IDING TEN BOSCH
  • Huisindustrie *
  • Huisindustrie **
  • Huisindustrie ***
  • Huisindustrie ****
  • Industrie - Beroepen *
  • Industrie - Beroepen **
  • Twentsche Banketfabriek Enschede ***
  • Industie - Beroepen ****
  • Industrie - Beroepen *****
  • Beroepen - Industrie ******
  • Oude Beroepen
  • A. Over namen en bloedverwanten
  • B. Toelichting gegevens en het woongebied
  • C. Hoeve Ydink, Wehl, Varsseveld Trouwboek en Archief, Idink, Transcriptie, Fiscale Procesdossiers
  • D. Wisch in vogelvlucht - De vestiging van joden in Nederland Groenlo en Lichtenvoorde - Izak en Jödde Ten Bosch
  • E. De joodse begraafplaats - De joden in de oorlogsjaren
  • Familie historie en cultuur 1
  • Familie historie en cultuur 2
  • Familie historie en cultuur 3
  • Familie historie en cultuur 4
  • Familie historie en cultuur 5
  • Familie historie en cultuur 6
  • Familie historie en cultuur 7
  • Familie historie en cultuur 8
  • Familie historie en cultuur 9
  • Familie historie en cultuur 10
  • Familie historie en cultuur 11
  • Familie historie en cultuur 12
  • Familie historie en cultuur 13
  • Familie historie en cultuur 14 - Stephanus Henricus Iding 1858 - 1930
  • Familie historie en cultuur 15
  • Familie historie en cultuur 16
  • Familie historie en cultuur 17
  • Familie historie en cultuur 18
  • Familie historie en cultuur 19
  • Familie historie en cultuur 20
  • Familie historie en cultuur 21
  • Familie historie en cultuur 22
  • Familie historie en cultuur 23
  • Familie historie en cultuur 24
  • Familie historie en cultuur 25
  • Familie historie en cultuur 26
  • Familie historie en cultuur 27
  • Familie historie en cultuur 28
  • Familie historie en cultuur 29
  • Familie historie en cultuur 30
  • Familie historie en cultuur 31
  • Familie historie en cultuur 32
  • Familie historie en cultuur 33
  • Familie historie en cultuur 34
  • Familie historie en cultuur 35
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland: Voorwoord
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland: Inhoud
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 1.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 2.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 3.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 4.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 5.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 6.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 7.
  • Een zestigtal Rapporten over Huisindustrie in Nederland 8.
  • link
  • Televisie 12 Oktober 2006 VPRO/NPS geschiedenis
  • Andere Tijden, 12 Oktober 2006
  • Heymans
  • Afbeelding Stephanus Henricus Iding is zijn nieuwe wanten vergeten
  • Foto Ten huize van de Familie Iding Aalten
  • Foto Johanna Maria Aleida Josepha Iding en Arnoldus Maandonks
  • Foto Aleida Maria Johanna Iding 04-05-1930 Bladel
  • Foto Gerrit Iding
  • Foto Heinrich Anton Johan (Hent) Iding
  • Foto Leonardus Bernardus Franciscus Iding
  • Foto Franciscus Antonius Stephanus Iding
  • Foto Johan Gerhard Lambert Iding
  • Foto Johanna Maria Aleida Josepha Iding
  • Foto 1926 schoolfoto Hapert
  • Foto 1939 Meerveldhoven. Distributie
  • Schoolfoto 1920 Oktober 13 Hapert
  • Foto Groot Zundert St. Anna pensionaat 7e klas
  • Foto Groepsfoto verpleegsters te Leuven
  • Hapert - Het genootschap der H. Kindsheid
  • Afbeelding Rijbewijs 1928 Augustus 20. Maria Hedwig Henrica (Hedwig)
  • Foto Groot Zundert St. Anna pensionaat Uitvoering.
  • Foto Groot Zundert St. Anna pensionaat 1926-1927
  • Foto Elisabeth en Maria Hedwig Iding met auto
  • Foto Pater Dhoye 1931 Allerzielen
  • Foto De Hapertse voetbalvereniging 1934
  • Foto Naar Meerveldhoven
  • Hapert zoals het toen was
  • Sus Maandonks
  • Leuven Elisabeth Maria Antonia Iding verpleegster
  • Leuven groepsfoto verpleegsters
  • Adele Jacoba Maria verpleegster
  • Leuven Adele Jacoba Maria verpleegster met patiënt
  • Leuven verpleegzaal Elisabeth Maria Antonia Iding
  • Elisabeth Maria Antonia Iding in Knokke
  • Boerenhoeve op Hiddink bij Varsseveld - Hiddinkbrug
  • Foto Aalten Hoogestraat
  • Foto Aalten landstraat
  • Foto Dinxperlo het Geerhuis
  • Foto Bladel, De kazerne van de Koninklijke Marchaussee
  • Foto Varsseveld molen
  • Foto Groet uit Dinxperlo
  • Foto Rheden Dorpstraat
  • Foto De Tram 3 Juni 1937 Hapert
  • Foto Groeten uit Hapert
  • Foto Hut op de Veluwe
  • Foto Idink Bos
  • Foto Lichtenvoorde Rentenierstraat
  • Foto de Lage Heurnseweg
  • Holland Cards
  • Oude gewassen
  • Spurrie
  • Stoomtrams in Oost Gelderland
  • Reclame arsenaal
  • Spelt
  • De Graafschap in de middeleeuwen
  • Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu: wat unbidan we nu
  • Op de Boerderij te Schagen
  • De eerste Nederlandse postzegel
  • Geldmuseum
  • Duizend jaar in de kleren
  • Volkstellingen 1795-1971
  • Brummel's commentaar
  • Historie van het licht
  • Klompen
  • Vervoer - de fiets
  • Neem een kijkje bij bodemvondsten
  • De Waterput van Wehl - Diepenbroek
  • Neem een kijkje bij
  • 1942 - 1944 Gedeporteerd ten Bosch
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Philips 2e wereldoorlog
  • Studie: Medische Ethiek
  • Ernst Klee
  • 1939 Duitsland. Augustus 18
  • 1939 Duitsland
  • 1938 Duitsland
  • 1937 Duitsland
  • 1933 Duitsland
  • Een voorbode van donkere tijden
  • Foto - Hedwig ten Bosch Schäpers
  • Foto vliegtuig - Franciscus Antonius Josephus ten Bosch
  • Foto Julia Hendrika Maria Margaretha Iding vliegt
  • Foto Aleida Iding
  • Foto Johanna Maria Hendrika ten Bosch
  • Slagersreclame
  • Afbeelding Getuigschrift Johann ten Bosch

    Familie Iding ten Bosch - Varsseveld - Heurne - Huissen - Westervoort - Lichtenvoorde
    29-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.B. Toelichting gegevens en het woongebied

    Afbeeldingen

    De behoefte om de werkelijkheid zo natuurgetouw mogelijk weer te geven zien we vaak in oude afbeeldingen.

    Het was de oude Grieken al bekend dat er in een verduisterde kamer, door een klein gaatje in de luiken van een venster, een beeld van buiten op de tegenovergelegen muur kon worden geprojecteerd, het principe van de Camera Obscura.

    Eerst vanaf 1826 werd het mogelijk een foto te maken. De belichtingstijd duurde zo'n 8 uur. In 1829 werd de belichtingstijd gereduceerd tot een half uur. Aanvankelijk was de foto slechts bereikbaar voor welgestelden.

    Daarna ging de verspreiding van het nieuwe medium vrij snel en was halverwege de negentiende eeuw voor iedereen bereikbaar. Hoe verder terug in de tijd hoe zeldzamer de foto's. Vóór 1830 was men afhankelijk van de portretkunst.

    Hoe graag we ook afbeeldingen van voorouders uit die tijd zouden willen zien, de portretkunst lag voor de meeste mensen niet binnen bereik.

    De burgerlijke stand

    Vanaf 1811 voerde Napoleon de burgerlijke stand in en moest iedereen zich laten inschrijven. De burgerlijke stand registreerde geboorten huwelijken en overlijdens. Oudere gegevens zijn te vinden in een groot aantal oude bronnen zoals procesdossiers, notariële akten, kerkelijke registers en dergelijke.

    De kwartierstaat

    Een kwartierstaat is een document met de gegevens (naam geboorte huwelijk overlijden) van de voorouders van een bepaalde persoon. -In pricipe kan voor elke naam in een stamboom een kwartierstaat worden gegenereerd, met uitzondering van de vroegste voorouders. Immers hun voorouders zijn niet bekend.

    Het Parenteel

    Het parenteel is een document dat de gegevens bevat van het nageslacht van een bepaalde persoon. In pricipe kan ook voor elke naam in een stamboom een parenteel worden gegenereerd, met uitzondering van de jongsten. Immers zij hebben geen nageslacht.

    De stamboom

    In vroeger tijden waren de families Iding en ten Bosch nogal op elkaar betrokken. Bij feestelijke gelegenheden en ook daarbuiten was er omgang. -Wij beperken ons niet tot de naam Iding of ten Bosch, maar kiezen voor een stamboom Iding ten Bosch. Doorgaans is het de gewoonte een stamboom op te bouwen die uitgaat van één persoon. In de taal van genealogen (stamboomonderzoekers) noemt men die centrale persoon de probant. Dat kun je zelf zijn, je vader of bijvoorbeeld je grootvader. Voor deze stamboom stellen we 2 personen centraal. 

    Stephanus Henricus Iding en zijn echtgenote Johanna Geertruide ten Bosch vertegenwoordigen de Familie Iding ten Bosch.

    Johannes Bernardus Franciscus ten Bosch en zijn echtgenote Sophia Hedwig Schäpers vertegenwoordigen de Familie ten Bosch Schäpers.

    Alleen Johannes Bernardus broer, Antonius Aloysius Maria (Anton, Antony) ten Bosch en echtgenote Adele ...? kregen ook kinderen.

    De Achterhoek en De Liemers

    Met de kaarten van het woongebied krijgen we een indruk van de omgeving. We zoomen in van het overzicht de Achterhoek en De Liemers, via de gedetailleerde Kaart, naar het kadaster van het jaar 1828 en details van kadasterkaarten.

    De vroegere familiegeschiedenis speelt zich overwegend af in de Achterhoek/De Liemers en het grensgebied. De grenzen zoals we die nu kennen wijzigden in het verleden nogal eens.

     

     

    Detailkaart Oost Gelderland

    Lichtenvoorde, Aalten, Bocholt, Dinxperlo, Gendringen, Groenlo, Rheden, Ruurlo, Winterswijk zijn allemaal plaatsnamen die verband houden met de familiegeschiedenis

     


     

    Detailkaart West Gelderland

     


     

    Verzamelplan Lichtenvoorde kadaster 1828

    Lichtenvoorde; Lievelde Bewesten en Beoosten, Vragender Beoosten en Bewesten. Het zieuwent en Harveld, zijn namen van buurtschappen rond Lichtenvoorde die we vaker zullen tegenkomen. Links onder Harveld waar diverse namen uit onze genealogie voorkomen.

     


     

    Verzamelplan Lichtenvoorde kadaster 1828

    Lichtenvoorde; Lievelde Bewesten en Beoosten, Vragender Beoosten en Bewesten. Het zieuwent en Harveld, zijn namen van buurtschappen rond Lichtenvoorde die we vaker zullen tegenkomen. Links onder Harveld waar diverse namen uit onze genealogie voorkomen.


     

    Verzamelplan Varsseveld kadaster 1828

    In het centrum van deze kaart ligt dorp Varsseveld (Gemeente Gendringen) en daar omheen de buurtschappen; Heelweg ten Westen en ten Oosten,Varsseveld, Sinderen, Westendorp ten Zuiden en ten Noorden, het Lanker en de Binnenheurne sectie D blad 3 waar de Hoeve Ydink gelegen was. In dezelfde sectie waren ook de hoeven Meurs, Vrieselaar, Welsink kd nr. 673, Welsink 669 kd nr. en Doornink gelegen.





    Reageer (2)

    Categorie:Fam hist cultuur a
    28-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.C. Hoeve Ydink, Wehl, Varsseveld Trouwboek en Archief, Idink, Transcriptie, Fiscale Procesdossiers



    Varsseveld: De Hoeve Ydink Binnenheurne sectie D blad 3
    Varsseveld en Wehl
    De vroegste link in de genealogie Iding tot heden is met zekerheid, Joannes Iding te Wehl, gehuwd met Joanna Weetings. Hun zoon Hendricus (Hendrik) is in Wehl geboren rond het jaar 1794.
    Joannes Iding en Joanna weetings hebben wellicht nog zwaar te lijden gehad van de nasleep van de zevenjarige oorlog. Zoon Hendricus verliet Wehl en trouwde in Arnhem met zijn Petronella, die uit het al even armetierige Huissen kwam en vestigde zich in Rheden.
    Of zijn ouders Wehl verlieten weten we niet. Wehl was in die tijd Pruisisch. Verderop komen we nog op Wehl en de hieronder vermeldde herberg de Zwaan van de familie van Uum terug.

    Wehl
    In 1758 moesten op een kwade dag op bevel van de Fransen niet minder dan 403 broden voor het leger gebakken worden. Men kwam ze echter niet ophalen, het brood verschimmelde en werd tenslotte als veevoer verkocht, waarbij alles tezamen niet meer dan 10 gulden en 8 stuivers opbracht. Weer een jaar later moesten enorme hoeveelheden stro, haver en hooi geleverd worden. Omdat echter alle voorraden reeds lang op waren, werden de Wehlenaren gedwongen grote sommen geld te lenen om op die manier alsnog het gevraagde te kunnen leveren. De weinige boeren die nog paarden hadden, werden gedwongen in Wezel aan de versterkingen te werken. Toen in juni van dat jaar een aantal ambtenaren arriveerde om onwillige inwoners te dwingen, toonde de bevolking zich zo vijandig, dat de beambten zich ijllings in de herberg De Zwaan (van Uum) in veiligheid moesten brengen. Zo ging het jaar in, jaar uit. De naweeën van de oorlog waren rampzalig. De Wehlse bevolking leed door de oorlogen groot gebrek. Daar bovenop kwamen ook nog slechte oogsten en barre winters; het volkt had zwaar te lijden. Meer dan een halve eeuw later zat de Wehlse gemeenschap nog zo diep in de schulden, dat men genoodzaakt was de gehele Wehlse heide te verkopen. Ook in 1795 en 1796 werd men gedwongen tot leveranties en diensten ten behoeve van zowel Pruisische als Franse troepen. Een link tussen de namen Iding en IJding heb ik (nog) niet gevonden. Hiernaast enkele vermeldingen uit het trouwboek Dinxperlo en enkele vroege vermeldingen uit Wehl. Ik denk hierbij ook aan de vermelding van de hoeve Ydink in Varsseveld op de kadasterkaart van 1828. Maar ook gaan de gedachten onwillekeurig naar de zeer oude vermeldingen in de transcripties Varsseveld onder de volgende titelbalk. Hoe dan ook, dit familiebestand is niet primair gericht op het verzamelen van data. De historie, leefwijze en cultuur van onze voorouders is zeker zo interessant.

    Varsseveld prae Trouwboek Dinxperlo
    06-05-1714 Derck IJdinck wedr.v. Enneken Eerinckfeld, won.in de binnen Heurne, en Willemken Raterdinck, jd v. Garrit Raterdinck, won.in de Heurne tr 31.05.1714 met att naar Varsevelt
    10-04-1719 Wehl. Geboren Jacobus IJdingh – Vader Jan IJdingh – Moeder Henderijn Jacobs – Getuige 1: W. Budkerckmeijst - Getuige 2: Garrit Felthuijsen - Getuige 3: Freer.ken Felthuijsen.
    16-04-1722 Wehl. Geboren Catharina IJding - Vader Johan IJding - Moeder Henderien Jacobs - Getuige 1: Berendt Kersties - Getuige 2: Christien Velthuijsen - Getuige 3: Geesken Lieftinx
    1724 Maart 3 Wehl. (Pruisisch) Johanna Iding wordt geboren uit het huwelijk van Jannes Iding en Hendrina Jacobs. Getuigen zijn: Henricus Garritsen en Maria Iding. Opmerking: ex Eldrid.
    1724 December 10. Wehl. (Pruisisch) Theodora (illegit) Iding wordt geboren uit het huwelijk van Henricus Iding en Elisabeth Oosthoff. Getuigen zijn: Bernardus Bongarts en Aleida van Gaelen.

     In een transcriptie opgemaakt door J.H.G. te Boekhorst van het Registre Civique van de gemeente Gendringen – pag. 2 Deel 8 uit de serie Bronnen van het Algemeen Historisch Archief komen de volgende twee vermeldingen voor.
    1730 Januari 1. Gendringen 850 Garrit Jan Idink, boerderij, geb. 6-1-1730, woonplaats Etten
    1779 Mei 4. Meggelen 866 Jannis Idink, boerenwerk, geb. 4-5-1769, woonplaats Etten Varsseveld prae Trouwboek Dinxperlo.
    1752 November 5. Wessel IDINCK, wdnr., geb. Varseveld, won. Velserduijn, tr. (1) Velsen 5-11-1752 Grietje Niehuijs,weduwe, geb. Letten-Munsterland, won. Schooten en (2) Velsen 10-6-1764 Maria Elisabeth Brummer, ongeh., geb. Rule Munsterland, won. Jan Gijsenvaart.
    1754 Februari 6. Afkondigingen: 20.01.1754 - 27.01.1754 - 03.02.1754 trouw datum: 06.02.1754, Jan RABELINK Z.v.wl. Wolter Rabelink in’t Rigterampt en Anna Elisabet IDINK Nagel.d.v. Derk Idink onder Varsseveld.
    - Ydink Spijkker [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]:
    11-9-1745 (dodenlijst Varsseveld, RBS 1785, AHA-volgnr. 145): Septembr: / Den 11den Een Kint in Ydink Spijkker [gestorven] / den 13den begraven - Ydink [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]:
    7-3-1748 (dodenlijst Varsseveld, RBS 1785, AHA -volgnr. 263): / Maart / Den 7den Een kint van Baarent Ydink / den 9 begr - IJdink [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]:
    18-10-1748 (dodenlijst Varsseveld, RBS 1785, AHA-volgnr. 303): / Octo - ber / Den 18den Willemken IJdink / den 21sten begr: - Idink [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]:
    - Idink [Idink] ~ Varsseveld [Varsseveld]:
    20-2-1818: Overlijdensregister gemeente Wisch, 20-2-1818 No 16 / Heden den Twintigsten der maand Februarij een duizend acht honderd en achttien, des Voormiddags om Elf uren, zijn voor ons Jan Hendrik Pliester Schout van Wisch, Ambtenaar van den Burgerlijken Staat in het Schoutambt Wisch, Provincie Gelderland, verschenen / Jan Jeltink oud Dertig jaren, Landbouwer / en Hendrik Jan Messink oud Vyf en dertig jaren, Landbouwer / beide in deze Gemeente woonachtig, dewelke ons hebben verklaard, dat op den Negentienden der maand Februarij des jaars achttien honderd en acht - tien, des morgens ten tien uren, in het huis No. 288 binnen deze Gemeente, in den ouderdom van Vyf en Zestig jaren is overleden Johannes Idink Boereknegt, Zoon van Berend Idink en Jenneken Oostendarp, in Leven Landbouwers gewoond hebbende onder Varsseveld / Ons van deze verklaring verzekerd hebbende, zoo hebben wij daarvan deze acte opgemaakt, en in de beide daartoe bestemde Registers overgeschreven, waarna dezelve, na voorlezing door ons is onderteekend met de getuigen.
     
    Archief Varsseveld transcriptie
    Transcripties zijn omzettingen van handgeschreven meestal moeilijk leesbare documenten uit archieven in leesbare tekst.
    Transcriptie lijst der zielen
    Exacte lijste van het getal der zielen, de minderjarige, vrouwen, en kinderen hier onder begrepen, als mede het getal der meerderjarige manspersonen, welke zig in den dorpe Varsevelde en dezelver buurschappen Zinderhoek, Binnenhuerne, Heelweg en Westendorp, onder het district van Wisch gehorende, zig bevinden, bij de respective rotmeesteren aldus nauwkeurig opgenomen, den 14 en 15 october 1795. In den dorpe Varsevelde Getal aller zielen Dat der meerderjarige manspersonen

    Onder het Rot van H.J. Bruekelder 131 40
    H. Rueterink 242 74
    G.J. Colenbrander 184 59
    Buurschap Zinderhoek en Binnenheurne
    Onder het Rot van Renting 140 44
    A. Huesingfelt 128 34
    T. Hoopman 126 43
    Hofscholte 143 39
    Morren 111 36
    IJdink 126 39

    Groepsnaam Idink volgens Varsseveld archief
    Group name="idink"
    Word name="ijdink"
    Word name="idinks"
    Word name="idink"
    Word name="ijdinc"
     
    Archief Varsseveld
    Onderstaande transcripties zijn onvolledig. Het is onmogelijk naamsverbindingen te maken omdat er in feite sprake is van een gat van meer dan 4 eeuwen. Maar er is geen bezwaar om het vermoeden uit te spreken dat een van de oudste wortels van de Idings in Varsseveld liggen.
     
    1. Transcriptie onvolledig
    Gese Ydinx sone
    …een Winricus van Wesenthorst in de mark Notlo, kerspel Silvolde, gewaard te zijn geweest.
    En vooral wijzen we op een, in dit verband wel zeer merkwaardige oorkonde van 22 Febr. 1335 1), waarin de hiervóor het laatst genoemde Winrich van Wesenthorst aan zijn neef, heer Adam van den Berg, het Sibertsgoed te Mechelen (gem. Gendringen) overdroeg, waarbij hij tevens aan denzelfden heer Adam van den Berg een groot aantal dienstlude en eygenlude verkocht. Uit de betreffende, in deze oorkonde voorkomende opgaaf blijkt duidelijk, dat deze Winrich van Wesenthorst en zijn voorvaderen (!) heer waren over een aanmerkelijk aantal aanzienlijke dienstlieden, m.a.w. dat zij bepaald een hoogen staat voerden, zooals men dat van afstammelingen van een geslacht als van de Lohns kon verwachten. En bovendien: in de lange lijst van eygenlude oftewel hoorigen, die in denzelfden overdracht begrepen waren, treffen we, onder vele anderen, ook... "Henric jonghe Varsevelt, Wendele sijn wijf, Wolter sijn soin, Henric d’alde Versevelt,... jonghe Versevelts susteren twe ind dry oir kinder to Silvolden,... Ludeken, Gese Ydinx sone, to Bellehem,... die Vossynne, Aleyt, oir dochter, Jan van Eglo, Gese ind Alleit, sien susteren, Stine, Nese ind Alleit, der voirgenoimder Gesen ind her (= pastoor) Diderix kinder van Varsevelt, ind Mette, der voirgenoimder Aleit dochter..." ; allen personen, die blijkens hun namen óf in Varsseveld woondent of uit Varsseveld afkomstig waren: de Ydinc, de Voss en de Eg(e)lo zijn Varsseveldsche hoeven; ook her Dideric is ons uit anderen hoofde als de toenmalige Varsseveldsche pastoor bekend 2).
    Onze conclusie uit het vorenstaande is, dat ook de sterke geïnteresseerdheid van de Wesenhorsten in Varsseveld een uitvloeisel, en daarom tevens een bewijs is van de machtige vermogenspositie van de Lohns in Varsseveld.
    Nog een tweede, kennelijk in Varsseveld zetelend lid van het geslacht van Varsseveld verschijnt er één generatie na Godescalcus de Versnevelde ten tooneele in Gerardus de Virsenelelde, die ons bekend is als getuige onder een tweetal oorkonden van aartsbisschop Philips van Keulen uit het jaar 1177 3) 4) 5).
    De oorkonden zelf kunnen hier als niet ter zake doende buiten beschouwing worden gelaten;… (einde)
     
    2. Transcriptie onvolledig
    De naam Hiddink is niet verbonden met de naam Idink maar behoorde wel tot het Lohnsche goederenbezit. 88 Hiddink (1250)
    …het optreden van een nieuwen gebruiker één pond zou moeten worden betaald; als tyns zouden ze op Maria Hemelvaart twee denariën hebben te betalen. Ook de hoeve Hiddink onder Varsseveld behoorde met zekerheid eens tot het Lohnsche goederenbezit aldaar. De naam Hiddink is weer een compositum van een persoonsnaam, Hiddo, en den uitgang -inc. De hoeve Hiddink heeft tot in de 19de eeuw voortbestaan. Bouwmeester is er, wat dat betreft, beslist náast, als hij (in 1903) schrijft: "De Hiddink ligt nog heden ten dage aan den Romeinendijkt, want de Hiddink was er ook in 1903 al niet meer, en ze had ook niet gelegen aan den Romeinendijk. Ze staat op een kaart uit het jaar 1828 3) nog duidelijk aangegeven, maar op een andere, enkele tientallen jaren jongere kaart (van uiterlijk 1853) zijn nog slechts de perceelen aangegeven, waarop de gebouwen van den Hiddink gestaan hadden; deze gebouwen waren er toen zelfs blijkbaar niet meer.

     
    Wel herinneren ook thans nog enkele locale namen aan de vroegere hoeve: aan den noordkant van het dorp, nauwelijks buiten de bebouwde kom, te weten, bij het begin van den Lichtenvoordsche weg, buigt zich de Hiddinkdijk links af, die zich met een oostwaartsche ronding in noordelijke richting uitstrekt, weldra links en rechts eenige kleinere beboschte gronden, die tesamen het Hiddinkbosch heeten, passeert, daarna via de Hiddinkbrug over de Slingebeek en verder recht toe recht aan op de grens van Varsseveld en Lichtenvoorde aangaat, in de nabijheid van welke grens hij op de Landstraat, ook wel Romeinendijk geheeten, uitkomt.
     




     

    Het lijkt ons toe, dat het laatstgenoemde, ten noorden van de Slingebeek gelegen gedeelte van den Hiddinkdijk eerst later, en wel als verlengde van het eerstgenoemde oudere gedeelte, dezen naam heeft verkregen, en dat de Hiddinkdijk voorheen z’n ronde tracé bezuiden de Slingebeek, eerst in westelijke, dan in zuidelijke en tenslotte weer in oostelijke richting vervolgde (deze cirkel-vormige weg is er nog!), om Zoo een esch-achtigaandoend gebied van ongeveer één km doorsnede af te bakenen, welk gebied thans in den volksmond nog in z’n geheel "Het Hiddink" heet.
    De Hiddink nu lag, blijkens de genoemde kaart uit 1828 in het meest-zuidelijke gedeelte van dit cirkel-vormige gebied,…
     
    3. Transcriptie onvolledig
    76 Idink, Boesveld, Honlo (1245)
    …komt: "Item Egkynck I waer. Pastor in Versevelt" I) 2), terwijl ook op de Lijst van kerkegoederen van pastoor Johannes van Wytenhorst uit 1439 vermeld wordt: "Item in parochia Zilvolden bona Egginc" 3).
    Wij kunnen overigens niet beoordeelen, of de naams-overgang van Eg-lo in Egg-ink al dan niet aanvaardbaar is. De Eggink is een nog altijd bestaande hoeve; het tegenwoordige adres is: Egginkstraat I, Silvolde. Dan, de vijfde mansus uit de oorkonde van 1245 is de domus Busvelde, een naam, die in een oorkonde van 1292 (zie hierna) als Buysvelde gespeld wordt. De beteekenis van het eerste lid van dit compositum is onduidelijk; misschien van buse, buysse, = vaas, beker 4): bekervormig veld. Ook de hoeve Busvelde bestaat nog; de naam wordt nu geschreven: Boesveld, en het tegenwoordig adres is: Boesvelderdijk 4, Westendorp. Van deze hoeve Busvelde weten we, gelijk we hiervóor op blz. 73 reeds terloops opmerkten, met zekerheid, dat ze niet aan de kerk van Varsseveld toebehoorde. Immers, uit een drie-tal andere oorkonden, eveneens uit het jaar 1245 s), blijkt, dat de nobilis Konrad van Velen, samen met z’n vrouw Bia van Metelen en z’n zoon Herman, in dat jaar zijn aangeërfde goederen Idink, Busvelde en Honlo te Varsseveld, waarvan hij de grondheer was, aan het klooster Bethlehem verkocht, en dat het klooster daarop Bernard Idink, ridder, en ministeriaal of dienstman van den genoemden Konrad van Velen, welke Bernard Idink mede door hem aan het klooster Bethlehem was overgedragen, met deze goederen beleende. Deze drie Varsseveldsche goederen Idink, Busvelde en Honlo waren dus vóór dezen verkoop in 1245 goederen van de familie Van Velen, en nadien goederen van het klooster Bethlehem. Naar de door ons gegeven voorstelling moet er dus op Busvelde een uitgang gerust hebben ten behoeve van de kerk van Varsseveld of van een daarin gevestigde stichting, hetzij een Van Velen, als leenheer van dit dienstmansgoed, hetzij een Idink, die dit goed in dienstleen hield, hetzij een boer, die dit goed Busvelde van Idink in erfelijk gebruiksrecht had, deze verplichting had aangegaan.  Het behoeft ons, (zie voor vervolg Transcriptie 4)
     
    4. Transcriptie onvolledig
    Het Geslacht Idink. Groot Boesveld 77
    in het licht van onze opvatting, niet te verwonderen, dat in de oorkonde van Herman van Lohn van 1245 alleen van Busvelde ,en dat in die van Konrad van Velen van hetzelfde jaar van Idinc, Busvelde en Honlo wordt gesproken, daar een dergelijke uitgang aan de kerk van Varsseveld blijkbaar alleen op Busvelde, en niet op Idinc en Honlo rustte. We merken hier nog op, dat het goed Idinc (de naam is weer een compositum van een persoonsnaam, met element Id 1), en het suffix -inc) nog bestaat; het tegenwoordig adres is: Idinkweg 5, Varsseveld. Wat het riddermatig geslacht Idink betreft waar de genoemde Bernard Idink in de oorkonde van 1245 toe behoorde: we troffen in een oorkonde van ruim een halve eeuw later, nl. van 25 Januari 1296, uitgevaardigd door Willem van Hekeren 2), nog een Johannes Idinc, miles; we hebben overigens geen gegevens ter beschikking, om de herkomst van dit riddermatig geslacht nader vast te stellen. Het goed Honlo (compositum van hon = hooge, en -loo) hebben we in geen enkel stuk na 1245 aangetroffen. We verkregen echter van den heer H. J. Kolks, te Silvolde, de inlichting, dat het in zijn familie nog bekend is, dat er een bosch, vlak ten westen van de hoeve Idink, nog Hallo wordt genoemd, en wij meenen, dat het goed Honlo hier gelegen zal hebben. Om nog even op het goed Busvelde terug te komen: we hebben dan dienaangaande nog een nader gegeven, dat ook nog binnen het bestek van de Lohnsche periode valt, nl. uit een oorkonde van 16 Nov. 1292 3). Uit deze oorkonde blijkt, dat zekere Bernardus Gyr toentertijd het goed Groot Buysvelde van het klooster Bethlehem in leen hield (we merken hier en passant bij op, dat het oude goed Busvelde toen dus kennelijk reeds in een Groot- en Klein Buysvelde gesplitst was!), en dat deze Bernardus Gyr Groot Buysvelde voor 30 pond aan Wilhelmus de Hekere verpand had, m.a.w. dat Bernardus Gyr 30 pond van Wilhelmus de Hekere had opgenomen met Groot Buysvelde als onderpand; voorts blijkt uit de oorkonde, dat de proost en het convent van Bethlehem daar tegenover stelden, dat Groot Buysvelde hun rechtens vrij zou zijn toegevallen (dit ziet kennelijk op den verkoop van Busvelde door Konrad van Velen aan Bethlehem in 1245, waarover wij zooëven handelden), en dat zij derhalve Wilhelmus de Hekere meermalen verzocht hadden, dat hij hun…(einde)
     
    Uit de Fiscale Procesdossiers 1655-1808
    Gendringen. Dat de straffen in die tijd niet flauw waren maken we op uit de Fiscale Procesdossiers 1655-1808 van het Oud Rechterlijk Archief van het Landdrostambt Bergh.
    Dat Hendrick Ellis in 1664 werd aangegeven omdat hij zijn behoefte in de hutspot had gedaan zal hem geen kopzorgen hebben gegeven, evenmin als Jantje van de Pavord die in 1783 onbevoegd fungeerde als vroedvrouw.

    Met de onderstaande gevallen liep het minder goed af.
    Anno1653 Wiltink Gerrit Engelen, Jan van Egeren, alias Vleut, c.u. Grietje Wiltink en Gerrit Bodde vrouwenkracht, moord en diefstal; radbraking, brandmerking, onthoofding, worging
    Anno1680 Gijbinck Derrisken van Huet, vrouw van Jan Gijbinck brandstichting; behalve worging, verbranding
    Anno1680 Grobbe Berendt Grobbe brandstichting en paardenmishandeling; verbranding, radbraking
    Anno1713 Libertijn Frans Libertijn, heiden en Daeltjen en Jenne Willems, heidinnen vagebonderij, diefstal, ontucht; geseling, brandmerking, verbanning, kaakstelling
    Anno1740 Rossum Corpus van ... van Rossum, vrouw van Gerrit te Poel zelfmoord; begraving in stilte en na zonsondergang
    Anno1787 Joling Frederick Joling diefstal; geseling, brandmerking, levenslange tuchthuisstraf
    Anno1790 Gosseling Jacob Gosseling brandstichting en bijslaap bij moeder; 40- jarige tuchthuisstraf

     

     

     

     

     

     

     

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur a
    27-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.D. Wisch in vogelvlucht - De vestiging van joden in Nederland Groenlo en Lichtenvoorde - Izak en Jödde Ten Bosch

     

    De gemeente Wisch in vogelvlucht

     

    De gemeente Wisch behoort tot de gemeenten met nogal opmerkelijke verschillen tussen de samenstellende delen; dit wat betreft het landschap als ook wat betreft volksaard, taal en godsdienst.
    In deze bijdrage willen we een vluchtige poging doen deze verschillen van een historische verklaring te voorzien.

     

    Het is eigenlijk opmerkelijk dat de gemeente Wisch die begrenzing heeft die ze heeft. In het westen maakt de Oude IJsselvallei een duidelijke scheiding tussen een klein westelijk deel en een vele malen groter oostelijk gedeelte.

     

    Een stroomdal van een rivier is meestal niet meer dan alleen een landschappelijk gegeven. Voor wat betreft de bevolking aan beide oevers heeft zo’n waterloop veelal een sterke verbindende functie. In oude tijden heeft de Oude IJssel in onze streken echter wel als een scheidende factor gefunctioneerd. Het moeilijkste te bestuderen en beschrijven is de oudste bewoningsgeschiedenis.

     

    In het verleden waren we er heel snel mee klaar door vast te stellen dat de Franken ten westen van de Oude IJssel woonden en de Saksen ten oosten. In ‘Mensch en land in de Middeleeuwen’ doet Slicher van Bath ons uit de doeken dat dit een te eenvoudige voorstelling van zaken is.

     

    Toch heeft de loop der historie wel een aantal sporen nagelaten daar aan de Oude IJssel.In de eerste plaats valt het optreden der Romeinen te noemen. Het is niet duidelijk in hoeverre deze er in geslaagd zijn in de Liemers een onbewoonde landstreek te creëren; toch zal deze politiek wel enige gevolgen gehad hebben.

     

    Gedurende vele eeuwen heeft er weinig vermenging van de bevolkingen aan beide zijden der Oude IJssel plaats gehad. Hoewel dus niet eenvoudig aan te wijzen menen we te mogen stellen dat we toch wel met twee verschillende volksaarden van doen hebben in het Oude IJsselgebied.

     

    Vervolgens hebben een aantal andere processen deze verschillen belangrijk versterkt. In de eerste plaats willen we noemen de kerstening van onze streken in de achtste en de negende eeuw. Hierbij valt een vroege zendingsijver vanuit Utrecht en een jongere vanuit Münster te constateren.

     

    De invloed van Utrecht reikt daarbij tot aan of iets ten oosten van de Oude IJssel. Daar komt dan ook de grens tussen de beide bisdommen te liggen; een grens die zal blijven functioneren tot de oprichting van het bisdom Deventer in 1559. De oude bisdomgrens liep tussen Terborg en Silvolde; Terborg behoorde tot Utrecht, Silvolde tot Münster.

     

    Het is niet verwonderlijk dat de politieke ontwikkeling zich bij de zojuist genoemde landschappelijke, volkenkundige en kerkelijke aansloot. Wanneer we ons dan tot het gebied van onze gemeente beperken dienen we in de eerste plaats de kleine ten westen van de Oude IJssel gelegen Heerlijkheid Wisch te noemen. Het betreft hier het gebied van het tegenwoordige Terborg en De Heuven.

     

    Hoogstwaarschijnlijk lag dit oude Wisch ingeklemd tussen twee armen van de rivier. De oostelijke loop heeft in dat geval heel dicht bij de huidige Doetinchemseweg gelegen; reden waarom ‘de Dyke’ (tegenwoordige Hoofdstraat van Terborg) bij de oude heerlijkheid hoorde. Bij het verhaal van de oude heerlijkheid behoort dat van eerste Huis Wisch op De Heuven en het tweede thans nog bestaande te Terborg.

     

    De kerspelen Silvolde en Varsseveld behoorden tot het vele malen groter en aanzienlijker Graafschap Lohn, dat zich van Stadlohn en Sudlohn tot aan de Oude IJssel uitstrekte. Eerst toen een Van Wisch in 1315 het richterambt over de kerspelen Silvolde en Varsseveld verwierf begon het grotere Wisch zich af te tekenen. Vanaf ongeveer 1330 functioneert dan de Heerlijkheid Wisch met de oppervlakte gelijk aan onze tegenwoordige gemeente.

     

    Groot Wisch had al zo’n twee eeuw bestaan toen de Reformatie zich hier aandiende. Men zou kunnen veronderstellen dat deze dan ook wel eenzelfde verloop zou hebben in de heerlijkheid. Dit is echter niet het geval.


    Terwijl Varsseveld bijna geheel gereformeerd wordt is dit voor wat Terborg en Silvolde betreft slechts voor ongeveer éénderde zo. De grote trouw van de Terborgse en Silvoldse bevolking aan de oude kerk vond zijn oorzaak in de steun vanuit het Graafschap Bergh.

     

    Terwijl Silvolde als dochterkerk van Varsseveld de moeder in het verleden steeds trouw gevolgd was begon er zich nu een verwijdering tussen dochter en moeder af te tekenen. Hoewel Silvolde een tweeslachtige positie inneemt valt toch wel te stellen dat Wisch tot op de dag van vandaag door een vrij duidelijke scheidslijn in twee delen uiteen valt.
    Bij deze lijn (lijnen) sluiten logischerwijze een aantal taalgrenzen aan. Daar zijn de deskundigen op dat gebied het toch wel over eens; dit terwijl ze elkaar toch heus niet altijd maar naar de mond praten.

     

    We zouden ook de ontwikkeling van de stad, dorpen en buurschappen in onze vogelvlucht willen opnemen.

     

    De jongste en duidelijkste geschiedenis heeft Terborg. Terborg is een vestiging bij de ‘Nije Borch’ van de heren Van Wisch op een dermate moerassige bodem dat zonder die eerste aanzet niet makkelijk ontstaan zou zijn. Door de aanwezigheid van het Huis Wisch en door de verwerving van stadsrechten in 1419 werd het het bestuurscentrum van de heerlijkheid.

     

    De ontstaansgeschiedenis van Varsseveld en Silvolde ligt in het grijze verleden en is dan ook veel moeilijker te achterhalen en beschrijven. De nederzettingen ter plekke kunnen het gevolg zijn van de aanwezigheid van voldoende hoog gelegen bouwgrond; dit versterkt door een belangrijke hof en kerspelkerk. In grootte zijn het vroegere Varsseveld en Silvolde het beste te vergelijken met de kernen van onze tegenwoordige buurschappen.

     

    De buurschappen beslaan het grootste deel van de gemeente; het is dus de hoogste tijd er even neer te strijken. De woorden boer en buur hebben een grote verwantschap met elkaar. De boeren/buren vormen met elkaar een naoberschap en een buurschap.

    Momenteel zijn naoberschap en buurschap twee geheel van elkaar gescheiden begrippen. Het is me niet duidelijk welke de jongste of de oudste is en of de één misschien uit de ander voortgesproten. De naoberschap is een verhaal apart en kunnen we op dit moment gevoeglijk laten rusten.

     

    De verspreide bewoning van de buurschappen is zeer oud en kan wel van ongeveer gelijke tijd stammen als die van onze dorpen. De ontwikkeling van buurschappen is nogal verschillend geweest.

     

    Slicher van Bath zegt ondermeer dat de gerechtigden op de esgrond een buurschap kunnen vormen, maar ook de markegenoten. In andere gevallen vormt de oppervlakte van de mark een buurschap. Bij ons zijn er geen duidelijk aanwijzingen in de een of andere richting.

     

    Vanaf ongeveer 1600 treffen we bij het bestuur vrij vastomlijnde buurschappen aan. Binnen de buurschappen is er weer een onderverdeling in rotten. Och, de heren Van Wisch hadden hun heerlijkheid ook wel zonder die indelingen kunnen besturen, maar het was toch wel makkelijk zo’n indeling op menselijke maat.

     

    Die indeling kwam goed van pas bij de administratie van de door de onderdanen te verrichten herendiensten, o.a. de hand- en spandiensten ten behoeve van het begaanbaar houden der wegen. De naamgeving van de buurschappen was geen enkel probleem. De goegemeente heeft immers van Adam af altijd al namen gegeven aan mensen, dieren, akkers, buurschappen, dorpen, steden, landen.

     

    Bij de invoering van de buurschapbenamingen in de administratie hoefden men alleen maar in te vullen wat het volk al lang zei. Het gebied daar in het noordoosten waar de oude Heelweg van Zelhem en Halle (Heelweg?) naar Aalten over de zandruggen loopt heette natuurlijk altijd al Heelweg.

     

    De streek in het zuidoosten van de heerlijkheid in de omgeving van het Huis Sinderen werd natuurlijk altijd al Sinderen genoemd. Het deed daarbij niet terzake of de daaronder ressorterende boerderijen het eigendom van Sinderen waren; voor een deel was dit wel het geval, voor een ander deel niet. Sinderen is zelfs grensoverschrijdend; tot op de dag van vandaag heet het aanpalende Gendringse grondgebied eveneens Sinderen.

     

    Volgens de verpondingsadministratie van 1647 beslaat het dorp slechts de oude kern rondom de kerk. De boerderijen Reussink en Bettekamp worden al tot de Binnenheurne gerekend. Het Giezenveld en het Molenveld (de boerderijen Hiddink en Hofs incluis) worden bij Westendorp ingedeeld. De namen Binnenheurne en Westendorp zijn vast ook al heel oud; de vraag is; hoe oud?

     

    Aangenomen wordt dat een punt of hoek wel Heurne genoemd werd. De naam Westendorp is veel moeilijker dan ze lijkt. Er zijn verschillende mogelijkheden.

     

    De namen Westendorp voor een boerderij in IJzerlo en Oostendorp voor een Sinderense geven al aan dat enkele gebouwen bij elkaar soms de naam dorp kregen. Ten westen of ten oosten van wat ze lagen is niet erg duidelijk. Misschien dat het Oostendorp op Sinderen wel zo genoemd is in verband met de ligging ten oosten van (oriëntatie) het Nottelbos. Zo kan de oorsprong van het Westendorp gezocht moeten worden in de aanwezigheid van ‘dorp’ (drobbel huizen) ten westen van b.v. Varsseveld.

     

    Helaas is in het tegenwoordige centrum of buitengebied van Westendorp geen akker- of boerderij- naam meer voor handen die aan zo’n oud dorpje herinnert. Toch lijkt me deze verklaring aannemelijker dan die van: Westendorp is een buurschap ten westen van het dorp Varsseveld.
    In mijn stoutste ogenblikken komt de gedachte wel eens bij me op dat Westendorp en Varsseveld oorspronkelijk hetzelfde ‘dorp’ aanduidden. De kern zou dan ‘Varsseveld’ zijn gaan heten en het buitengebied ‘Westendorp’. Dit alles dan gezien vanaf de Aaltense watertoren. (Men gelieve dit niet verder te vertellen).

     

    Bij Terborg en Silvolde verschilt de situatie ten opzichte van Varsseveld en de buurschappen aanmerkelijk. Hier worden stad en schependom meestal in een adem genoemd. Het schependom Terborg omvat een smalle strook ten noorden van de stad en de omgeving van het eerste Huis Wisch, de zogenaamde Hoven of Heuven.

     

    Vanouds stonden er vijf vorse bouwhoven; vier van Bergh en één van Wisch. De heer Bosman te Warm vertelde me eens dat de heer Van Wisch op een kwade dag al z’n vijf boerderijen op de Heuven aan de heer Van Bergh verdobbeld had. De heer Van Bergh zou toen de Smachtstede maar aan Wisch gelaten hebben.

     

    Het archief van het Huis Bergh kan het verhaal bevestigen of ontkennen. Als tegenwoordige besturen de Heuven maar niet weer opnieuw verdobbelen! Alles wat dan nog rest van de heerlijkheid wordt Silvolde genoemd. Een kleine uitzondering hierop vormt de kleine Heerlijkheid Lichtenberg.

     

    Uit de aan Anholt leenroerige hoeve Enekink, die achtereenvolgens aan een Lichgtenberg, een Van Wely en een Van Wisch heeft toebehoord, ontstaat, waarschijnlijk dankzij laatstgenoemde, deze heerlijkheid als een enclave in de Heerlijkheid Wisch.

     

    De boven omschreven indeling blijft ongewijzigd tot in de Franse Tijd. Van 1811 tot 1818 bestaan er twee gemeenten; één omvattende Terborg en Silvolde, de andere omvattende Varsseveld en de buurschappen. Vanaf 1818 gelden de oude grenzen weer.

     

    Bij de opzet van het kadaster hanteert men de zojuist genoemde tweedeling; reden waarom de gemeente Wisch, wat het kadaster betreft, nog steeds uit de gemeenten Wisch en Varsseveld bestaat. De landmeters hadden de opdracht zich bij de indeling in secties zoveel mogelijk aan oude begrenzingen te houden. Men is daar maar gedeeltelijk in geslaagd.

     

    Het oostelijke gedeelte van de Binnenheurne brengt men bij Varsseveld onder en het westelijk deel van de Heelweg bij Het Lanker.

    Bij de opzet van de Bevolkingsregisters in 1826 houdt men zich weer precies aan de oude indeling van o.a. de verponding.

     

    Het buitengebied van Silvolde gaat men op de duur indelen in Voorbroek, Silvoldse Buurt en Kroezenhoek. De Lichtenberg rekent men tot Silvolde en in 1900 worden het Voorbroek en de omgeving van de tegenwoordige Doetinchemseweg en Silvoldseweg van Silvolde naar Terborg overgeheveld.

     

    Ook in Wisch is de tijd niet stil blijven staan. De woonkernen Terborg, Silvolde en Varsseveld ondergingen de nodige uitbreidingen en de bestuurlijke administratie diende zich hierbij aan te passen; het bestuur speelde ook zelf een actieve rol in die hele ontwikkeling, althans in de laatste tijd.

     

    De uitbreiding van woonkernen in de buurschappen ging vooral uit van de plaatselijke bevolking. Met name Westendorp, Sinderen en Heelweg kregen echte woonkernen. Doordat deze buurschappen nogal ver van het dorp verwijderd lagen werden ze reeds in de vorige eeuw met scholen begiftigd. De vestiging van deze scholen stimuleerde weer de verdere ontwikkeling der buurschappen.

     

    Een buurschap als Binnenheurne miste al deze ontwikkelingen vanwege de ligging ten opzichte van het dorp. Terwijl Westendorp, Sinderen en Heelweg actieve Belangenverenigingen en andere verenigingen hebben ontbrak en ontbreekt dit alles in Binnenheurne.

     

    Vanaf 1922 komt de naam Binnenheurne niet meer voor in de Bevolkingsregisters van Wisch. Gemeente en P.T.T. rekenen de oostzijde van Binnenheurne tot Varsseveld en de westzijde tot Sinderen, dat nu totaan de Terborgseweg, en dus aan Westendorp, reikt.

     

    Sommige mensen uit de oude Binnenheurne wonen nu in Sinderen en zijn lid van Varssevelds Belang. Ten noorden van Varsseveld heeft Westendorp zich teruggetrokken tot de omgeving van de Buulsdiek.

    Een aparte ontwikkeling ontstond bij de Bonte Brug over de A Strang nabij UIft.

     

    Door de komst van de gereformeerde kerk in 1887 en een christelijke school in 1891 ontstond hier langzamerhand een nieuwe buurschap zonder buitengebied. In tegenstelling tot de kerkdorpen in de gemeente Gendringen behoren slechts een klein aantal bewoners van de Bonte Brug tot de kerk die boven de buurschap uittorent.

     

    Door B.J. Dorrestijn

     

    De vestiging van joden in Nederland

     

    De eerste joden die zich blijvend in Nederland vestigden waren afstammelingen van Spaanse en Portugese joden. Hun komst werd voorafgegaan door een reeks ingrijpende veranderingen op het Iberisch schiereiland.

     

    In 1492 werden de Spaanse joden onder druk van de inquisitie voor de keus gesteld zich tot het katholicisme te bekeren of het land te verlaten. Veel joden vluchtten naar Portugal, waar ze in 1497 en masse gedoopt werden. Zowel in Spanje als in Portugal bleven sommige van deze bekeerden in het geheim thuis het jodendom belijden, terwijl ze voor de buitenwereld als katholieken leefden.

     

    In 1536 werd ook in Portugal de Inquisitie ingesteld die de onder dwang gedoopte joden scherp in de gaten hield. Dit was voor velen een reden het land te ontvluchten, ondermeer naar Brazilië en Frankrijk. Een halve eeuw later kwamen sommige afstammelingen als kooplieden naar de Republiek der Verenigde Nederlanden. Zij vestigden zich in Amsterdam, van waaruit zij via Lissabon handel dreven in suiker en tabak uit Brazilië en diamant en katoen uit India.

     

    Eenmaal in Amsterdam gevestigd keerden ze vaak terug tot hun oorspronkelijke joodse geloof. Gezien hun gemengde Spaans-Portugese afkomst noemen wij hen sefardische joden. Ook wordt de term Portugese joden gebruikt, omdat Portugees hun voertaal was.

     

    Omstreeks 1630 bereikten joden uit Midden- en Oost-Europa, Hoogduitse of asjkenazische joden genoemd, de Republiek. Ze spraken Jiddisj, een vroege vorm van Duits gemengd met Hebreeuwse, Slavische en Romaanse woorden en in Hebreeuwse letters geschreven. De Asjkenazische joden waren gevlucht voor het geweld van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en voor de vervolgingen van de kozakkenhoofdman Chmielniki in Polen in 1648.

     

    Berooid kwamen zij in Amsterdam aan; ze konden blijven omdat joden zich hier vrij konden vestigen en omdat zij op ondersteuning mochten rekenen van hun sefardische broeders.

     

    De Portugese en Hoogduitse joden brachten zeer verschillende culturele achtergronden mee. Zij spraken een verschillende taal en vormden ook in sociaal opzicht verschillende groepen. Voor de buitenwacht telde echter voornamelijk hun gemeenschappelijke religie en werden ze als één (geloofs)gemeenschap gezien.

     

    Aan het begin van de zeventiende eeuw had de vestiging van joden in Amsterdam aanvankelijk niet tot problemen geleid. Oogluikend werd hun toegestaan hun afwijkende religie in privé-woningen te belijden, maar van volledige burgerrechten was geen sprake.

     

    Vooral op economisch gebied werden hen vele beperkingen opgelegd. Rond 1615 ontstonden er wrijvingen op sociaal en religieus gebied, wat leidde tot overleg in de Staten van Holland en een poging om een jodenreglement vast te leggen. Zover is het nooit gekomen, maar wel werd in 1619 besloten dat het iedere stad vrijstond zelf te bepalen of zij joden wilde toelaten of niet en onder welke voorwaarden.

     

    Wanneer de plaatselijke autoriteiten de joden toestemming hadden gegeven zich in de stad te vestigen, was het verboden hen een uiterlijk kenteken te laten dragen. Wel werd het de Hollandse steden toegestaan een afzonderlijk stadsdeel als woongebied voor de joden verplicht te stellen, maar in de praktijk is dit nooit gebeurd.

     

    Het ontstaan van de mediene

     

    Met “Mediene” worden alle joodse gemeenten (kehillot, kehilla of kille genoemd) buiten Amsterdam aangeduid.

     

    In de 18de eeuw vestigden zich joden in verschillende plaatsen buiten Amsterdam. Zo ontstond er naast Mokum (=Amsterdam) een mediene, waartoe alle joodse gemeenschappen buiten de hoofdstad gerekend werden.

     

    De sefardische gemeenten, die onder andere in Den Haag, Rotterdam en Middelburg ontstonden, ontwikkelden zich volgens het voorbeeld van de Amsterdamse ‘moedergemeente’.

     

    Heel anders verliep de vestiging van de eerste Hoogduitse joden in de mediene. Ze kwamen vaak rechtstreeks uit het Duitse grensgebied naar Groningen, Gelderland en Overijssel en kozen een woonplaats op economische gronden. Ook in de westelijke handelssteden en in de plaatsen langs de Zuiderzee ontstonden asjkenazische gemeenten, die een hoge mate van zelfstandigheid kenden.

     

    Voordat een dergelijke gemeente (kehilla of kille) daadwerkelijk opgericht kon worden moest er aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo moet er een quorum van tien mannen van dertien jaar of ouder zijn, een zogenaamde minjan, voordat er een volledige gebedsdienst gehouden kan worden.

     

    Vaak diende eerst een kamer in een woonhuis of boerderij als plaats van samenkomst, voordat er een synagoge gebouwd mocht of kon gebouwd worden. Naast een synagoge behoorde ook een ritueel bad ofwel mikwe tot de noodzakelijkheden, terwijl ook een schoollokaal wenselijk was. Een van de eerste vereisten was tevens een begraafplaats, omdat joodse overledenen apart te rusten gelegd moeten worden, met de zekerheid dat deze rust voor eeuwig geldt.

     

    Iedere joodse gemeente werd geacht om als autonome organisatie met behulp van een intern stelsel van belastingen, offergelden en boetes haar voorzieningen als synagoge, leerhuis, mikwe en begraafplaats aan te kopen en te beheren.

     

    Gekozen bestuurders (parnassiem) stelden de reglementen (takkanot) op, die door de plaatselijke overheid goedgekeurd moesten worden. Ook waren de parnassiem verantwoordelijk voor het handhaven van de orde en voor het sociale en economische reilen en zeilen van het onder hun gezag staande deel van de zogenoemde ‘Joodsche Natie’. Tevens droegen zij de plaatselijke belasting af.

     

    Afhankelijk van de financiële middelen beschikte de joodse gemeente over een rabbijn, een voorzanger, een onderwijzer en een schrijver. In verband met de voedselvoorschriften was de aanwezigheid van een ritueel slachter en een toezichthouder noodzakelijk.

     

    In de meeste kleinere gemeenten werden deze functies gecombineerd. Diverse liefdadigheidsinstellingen vervulden een belangrijke sociale en religieuze rol. De zorg voor armen, zieken, stervenden, doden, aanstaande bruiden, zwangere vrouwen, weduwen, wezen, behoeftige studenten en leraren ging steeds gepaard met religieuze studie. Het merendeel van de joden in de mediene was werkzaam in de handel, als slager of als kleine neringdoende.

     

    Ontwikkelingen binnen joods Nederland

     

    In de praktijk bleef Amsterdam gedurende vrijwel de gehele achttiende eeuw het zwaartepunt van joods Nederland. Grote veranderingen traden op na 1796. Met het verlenen van gelijke burgerrechten aan alle inwoners van de Republiek der Verenigde Nederlanden werd de politieke emancipatie een feit. Eén van de gevolgen was dat joden zich overal vrij konden vestigen. Daardoor ontstond in de eerste helft van de negentiende eeuw verspreid over Nederland een groot aantal joodse gemeenten.

     

    Joods Nederland werd ingedeeld in twaalf hoofdsynagogen, die op hun beurt weer in ringsynagogen en bijkerken verdeeld werden. Aanvankelijk stonden deze gemeenten onder een sterk centraal gezag, maar gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw ontwikkelde zich de scheiding tussen kerk en staat. Dit had tot gevolg dat de autonomie van de gemeenten wederom toenam.

     

    Rond 1885 bereikte het joodse leven in de mediene zijn hoogtepunt, daarna begon de neergang. Behalve in de plaatsen die een duidelijke industriële ontwikkeling doormaakten nam het aantal leden van de killes vrijwel overal af. Emancipatie en integratie speelden ook een rol in de organisatievorm van de diverse joodse gemeenten; naast de bestaande liefdadigheidsinstellingen ontstond een ander joods verenigingsleven, gebaseerd op politieke of culturele gronden.

     

    In de eerste decennia van de twintigste eeuw verliest een groot aantal van de kleinere joodse gemeenten zijn zelfstandigheid of wordt opgeheven. Amsterdam wordt nog meer dan tevoren het centrum en zwaartepunt van joods Nederland. De nazi-terreur in de bezettingsjaren heeft ook het joodse leven in de provincie vrijwel vernietigd. Ook in de naoorlogse jaren maakte het joodse leven in de mediene een verdere neergang door.

     

    De Joden te Groenlo

     

    In de tweede helft van de zeventiende eeuw vestigden de eerste joden zich blijvend in Groenlo. Tussen 1674 en 1895 pachtten zij de Stedelijke Bank van Lening. Hans Kooger die 25 jaar lang onderzoek verrichtte naar de joden in de Achterhoek en Liemers geeft voor de vroegste vestigingen het jaartal 1285 voor Groenlo en overigens voor Bergh 1296, Lochem 1332, Zutphen 1340 en Wish 1342. In Doesburg vestigde zich de familie Godschalck al in 1185.

     

    Van een georganiseerde joodse gemeente was pas vanaf het einde van de 18de eeuw sprake. Aanvankelijk werden de synagogediensten in een gehuurd huis gehouden. Mede door een ruime donatie van koning Lodewijk Napoleon was het mogelijk een synagoge te bouwen aan de Noteboomstraat.

     

    Bij de ressortale herindeling van 1814 kreeg Groenlo, met inbegrip van Lichtenvoorde, de status van Ringsynagoge. Ook Winterswijk en Aalten ressorteerden tot 1862 als bijkerk onder Groenlo. In 1822 werd een nieuwe synagoge aan de Schoolstraat ingewijd. Dit gebouw werd in 1878 in oriëntaalse stijl gerenoveerd.

     

    De joodse gemeente van Groenlo had de beschikking over twee begraafplaatsen; de ene lag buiten het dorp Lichtenvoorde en was tot 1909 in gebruik, de ander lag in een park aan de Kanonswal. Naast het kerkbestuur en de kerkenraad was er een penningmeester voor het Heilige Land en was er zowel voor vrouwen als voor mannen een begrafenis- en studiegenootschap.

     

    De Joden te Lichtenvoorde


    In 1713 woonde Moijses Walg te Lichtenvoorde. Zijn naam komt voor in een gerechtelijk protocol waarin wordt geschreven dat hij in maart 1713 in arrest was genomen door Hendrik Kalf en in bewaring gesteld "sonder eenige redenen en oirsaken".

     

    De Winterswijkse jood Isaac Jacobs betaalde een borgtocht om Moijses weer vrij te krijgen.

     

    Glazenmaker Ansel Sijmon zette in 1740 en 1741 glazen in loden roeden onder meer in de poort, de kerk en in het huis van de heer van Harreveld. In 1740 diende Ansel een rekening van 8 gulden en 1 stuiver in. In het jaar erop kreeg hij 7 gulden en 19 stuivers voor zijn werk betaald.

     

    Een andere Lichtenvoordse jood was Selig Salomon, die in maart 1743 met Hester Jacobs te Ringenberg was getrouwd.

     

    Herts Levi bezat een uit 1553 daterend octrooi, dat hem was verleend door Frederik Otto van Dornburg, genaamd Heijden, die tussen 1738 en 1768 op het hof in Lichtenvoorde woonde. Herts levi was in 1947 te Kleef met Mindele Emanuel getrouwd.

     

    De broers Levi Meijer (een slachter die ook een schutsbrief had van van Dornberg) en Isaac Meijer STAM (een lompen koopman) trouwden respectievelijk in 1769 en 1768 te Kamen en te Enschede.

    Isaac Meijer huwde Roosken Jacobs. Deze voormelde huwlijken zijn in maart 1777 bevestigd te Lichtenvoorde. De weduwe van Levi Meijer trouwde later met salomon Philip Vink.

     

    Mozes Levi woonde tussen 1765 en 1774 met zijn vrouw Esther Heijmans en vier kinderen ter plaatse. Mozes – omstreeks 1740 in Krenshausen geboren – kreeg in oktober 1774 toestemming van baron J.A.G. de Vos van Steenwijk om zich in Kuinre, in de kop van Overijssel, te vestigen. Mozes Levi’s kinderen namen in Kuinre de familienaam de Horst aan. Hun afstammelingen woonden onder meer in Blokzijl en Kuinre.

     

    Uit - Hans Kooger's "Het Oude Volk"

    Izak (Isaac) en Jödde Ten Bosch

    Solemnisatie (plechtige herdenking) van het huwelijk van de Lichtenvoordse Geertruid Hansels (Anschel), geboren in 1754, met Jacob Moses, geschiedde in 1774 door rebbe Aaron Gomperts.  

    De zoon van Isaac en Roosken, Symon Izak (Isaac), geboren in 1774, trouwde in 1797 met Rachel Moses, afkomstig uit Bretsenheim/Hannover. Zij was de stammoeder van de Lichtenvoordse familie die de achternaam Ten Bosch aannam. In het dorp werden zij ‘jödde Bosch' genoemd. "Hee kof ulkevellen en kenienevellen op" (hij koopt bunzing en konijnenhuiden op) en "Hee hef ziene beste vellen an den jödde edaone" (hij heeft zijn beste huiden aan de jood verkocht) waren gebruikelijke gezegden.

    Levi Herts had in november 1803 een geschil met de Winterswijker Berend Grevink betreffende de leverantie van 30 stuks ‘rauwe vellen'

    Naamsverandering

    Op 24 december 1812 legden twee joodse familiehoofden en één vrijgezel op het Lichtenvoordse gemeentehuis verklaringen af over het aannemen of behouden van hun familie- en voornamen.

    Koopman Symon Izak (Isaäks Isaac) nam de achternaam Ten Bosch aan en dat gold ook voor zijn 12-jarige zoon Mozes Symon. Slager Saloman Philip koos Vink als achternaam evenals zijn 28-jarige zoon Philip Salomon.

    Philip Hertz wilde als familienaam De Haas; zijn voornamen wilde hij behouden. Zij verklaarden allen niet te kunnen schrijven. Op een lijst van 977 gezinshoofden uit 1811-1812 komen tevens de namen voor van koopman Manuel Levy, geboren in 1785, de eerder genoemde Levy Hertz (die capitaliste werd genoemd; geboren in 1755) en kleermaker Jackes wolf (wellicht joods). Levy Hertz ging in mei 1812 naar Groenlo, waar hij op 30 september 1812 de achternaam Kok aannam.

    In Bredevoort werd rond 1801 een gebouw tot sjoel ingericht (er werd waarschijnlijk al eerder een gebouw van de Winterswijkse Janner Rattemer voor f 20 per jaar gehuurd) Het gebouwtje was 30x 15 voet groot en had aan de achterzijde een kleine woning voor de voorganger annex lesruimte. Omstreeks 1828 kregen de Bredevoortse joden het gebouw in eigendom. Het complex was 268 vierkante meter groot. De familie's de Haas, Vink  en ten Bosch kwamen al voor 1810 naar de Bredevoortse sjoel. (Inv.nrs. 188 en 1200)

    Van de joodse familie Ten Bosch zou Mozes Symon, de zoon van Symon Izak, in maart 1836 trouwen met de in Ruurlo geboren Rachel Samuels. Achtereenvolgens werden de volgende kinderen geboren; Izaak (1837), Catharina (Kaatje; in 1838), Salomon (1839) en Jacob (1842).

    Salomon zou 27 jaar later, in 1866, zijn voornamen vanwege overgang tot het roomskatholieke geloof veranderen in Antonius Aloysius Maria en vervolgens in het huwelijk treden met de boerin Johanna Hulshof. Zij kregen tien kinderen.

    De broers van Salomon (Jacob en Izaak) en zijn zusje Catharina bleven het joodse geloof behouden. Jacob ten Bosch was een tijdje in huis bij de in Bredevoort wonende gepensioneerde soldaat Jozef Hartog Vogelzang. Hij ging in 1866 naar Doesburg waar hij in 1868 trouwde met Lena de Groote. Haar vader Izak Levi de Groote was bijna 40 jaar voorganger in Doesburg (1828-1868)

    Auschwitz

    Jacob en Lena Ten Bosch vertrokken later naar Aalten. Hun kleindochter Sara Lena Ten Bosch kwam in 1942 om in Auschwitz. Hun kleinzoon Jacob Ten Bosch zou in 1944 eveneens in Auschwitz sterven, na in Halle te zijn verraden. Met hen kwam meerdere ten Bosschen in de concentratiekampen om het leven.

    Overwegend Ten Bosch
    Een andere roomskatholieke familie Ten Bosch was die van Casparus Antonius (medicinae doctor) die was gehuwd met de Aaltense Modesta Juliana Gertruda Maria Driessen. De Ten Bosch-families kregen vele kinderen. Ter plaatse is de Ten Boschstraat op initiatief van de plaatselijke ULO genoemd naar Frans Ten Bosch, missionaris in Congo. Slager Philip Vink was getrouwd met Hendrika de Vries.

    In de negentiende eeuw hebben nooit meer dan enkele joodse families in Lichtenvoorde gewoond. In 1809 waren het er 11 en in 1830 zes; in 1849 woonden er slechts drie joden.

    Omstreeks 1850 woonde behalve de familie Ten Bosch, ook ter plaatse; Derschen, Harmina Rebecca, Dela Hendrika en Philip Vink. Na 1860 waren er geen Vinken meer in Lichtenvoorde te bekennen.

    Uit een volkstelling uit 1860 komen de volgende namen naar voren. Elisabeth (tijdens de telling 51 jaar) en Symon Izak Ten Bosch (69 jaar) beide wonende in de Rentenierstraat. In de wijk Bosch woonden Kaatje (2 jaar), Mozes Symon (39 jaar) en Salomon Ten Bosch (10 mnd.). Ook Philip Vink (58 jaar en wellicht de laatste) woonde er.

    In 1880 woonden er nog korte tijd de volgende joodse families in Lichtenvoorde: Rosendal, Zeehandelaar (afkomstig uit Joure) en Spier uit Eibergen. Een synagoge hebben de Lichtenvoordse joden nooit gehad.

    Wellicht zijn wel godsdienstlessen ergens bij een joodse familie thuis gegeven, maar het ligt meer voor de hand te veronderstellen dat de joodse kinderen les kregen in het joodse schooltje dat in 1865 in Groenlo werd gebouwd.

    Voor de joodse feestdagen gingen de joden naar de sjoel in de schoolstraat in Groenlo. De vee, boter en warenmarkt in Lichtenvoorde, die al dateert van voor 1900, werd elke veertien dagen gehouden.

    Bekende kooplieden waren de Arnhemse IJzerketel met hamers, nijptangen, enzovoort en de "dinsdagsjood" Heijmans uit Groenlo die lappen verkocht. Bestellingen konden destijds in de loop van de week bij café Kruip worden afgehaald.

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur a
    26-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E. De joodse begraafplaats - De joden in de oorlogsjaren

     


     

    De joodse begraafplaats

    Een joodse begraafplaats bevindt zich tussen Lichtenvoorde en Vragender, nabij de boerderij van Wamelink op de Bulte, aan de Kerkdijk. De begraafplaats stamt waarschijnlijk uit het begin van de negentiende eeuw en was tot 1909 in gebruik. In 1972 is de dodenakker van 10,30 are (kad. Sectie D nr. 1604) omheind met betonnen paaltjes en met prikkeldraad afgesloten.

    Er staan geen stenen op de dodenakker, waar toch menig keer een lewaje (begrafenis) moet hebben plaatsgevonden. In 1932 vermeldde chazzan (voorzanger) David Schielaar namelijk in een kort overzicht van de historie van de kille (joodse gemeente) Winterswijk dat er tien graven moesten zijn. In 1967 is het stukje grond verkocht aan het Nederlands Israëlitisch Kergenootschap te Amsterdam. Voordien was het in bezit van de burgerlijke gemeente.

    Tegen de oostzijde van de begraafplaats ligt een perceeltje grond (kd. Sectie D nr. 1903) ter grootte van 1,60 are. Dat stukje is aangekocht als particuliere begraafplaats en staat op naam van Maurits Prins (geboren1898) en consorten, fabrikant te Dinxperlo.

    Mede-eigenaren waren Marcus Gans, koopman te Aalten, Mozes Meijer Poppers, (geboren 1906), fabrikant te winterswijk, Gezina Mara Koopmans en consorten, weduwe van Jesaja Mogendorff te Groenlo. Op het stukje grond staan evenmin grafstenen. De lewaje (begrafenis) op het grootste stuk van de begraafplaats moet omstreeks 1850 hebben plaatsgevonden.

    Hans Kooger "Het Oude Volk"

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur a
    25-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 1
     

    Familie historie en cultuur 1

     

    Wat data betreft, moeten we er rekening mee houden dat een sterretje * betekent dat het jaartal 1 jaar kan afwijken. Probanten zijn Stephanus Henricus Iding en Johanna Geertruide ten Bosch ook aangeduid als Opa en Oma Iding. Behalve door familie overgeleverde anekdotes komen alle gegevens uit archieven en betrouwbare bronnen.


    Verlichting

     

    Tot ver in de Middeleeuwen heeft de mens voor verlichting gebruik gemaakt van eenvoudige olielampjes. De olie werd geperst uit zaden. Een pit, ook wel het snotneusje genoemd, zat meestal in een tuit en zoog olie op uit een reservoir. Het uiteinde werd dan aangestoken.

     

    In de kaarsenindustrie slaagde men erin de olie uit het schapen- en rundvet te scheiden van de vaste bestanddelen. Er bleef zo stearine over, dat minder snel smelt, en daardoor beter brandt. 



    Tinnen snotneus, Hollands, 19e eeuw


    De Republiek 1600-1795

     

    De republiek is de benaming van de statenbond of federatie van de zeven Noord- Nederlandse provinciën in deze periode: Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen, Friesland.

     

    Grondslag voor hun samengaan vormde de Unie van Utrecht waarbij de sluiting werd vastgelegd van een Nadere Unie binnen de in de Pacificatie van Gent (nov. 1576) verenigde gewesten, de Generale Unie.

     

    In 1648 werd de onafhankelijkheid van de republiek van Spanje internationaal erkend. Ook werd bevestigd dat de Republiek geen deel meer was van het Heilige Roomse Rijk. Het Zuiden werd daar wel weer een deel van, inclusief Vlaanderen.

     

    De nieuwe republiek werd wel de Grote Uitzondering van de 17e eeuw genoemd omdat in tegenstelling tot de meeste landen in Europa de Derde Stand, vooral de handelaren van de steden het voor het zeggen kregen. Zij ruilden een feodaal systeem in voor iets nieuws dat later kapitalisme zou gaan heten.

     

    In Antwerpen kwamen al handelslui samen bij een Beurs om aandelen te verhandelen. Amsterdam nam dat over en spoedig waren er verzekeringsmaatschappijen en zelfs de eerste speculatieve crash: de windhandel in Tulpen in 1637.



    Konstige meesters

     

    In de 17de en 18de eeuw had de medische stand hinder van rondreizende kwakzalvers. Zij zagen zichzelf als ‘konstige meesters’, met meer praktijkervaring dan de opgeblazen medicinae doctores.

     

    Als bewijs van hun kunnen toonden zij quasi-officiële stukken waarin lieden van onbesproken gedrag de meester aanbevalen. Hun komst op kermis of jaarmarkt werd vaak aangekondigd door mensen die zogenaamd door hem waren genezen en dat luidkeels uitbazuinden.

     

    Ook met strooibiljetten werd klandizie getrokken. Begin 18de eeuw werd de bevolking zo de komst aangezegd van de breukzetter en steensnijder J. Francken, ‘wiens werck is eerstelijk blinde menschen op een nieuwe en gemakkelijke wijze te cureren, deels in twee of drie minuten. Ten tweeden, snijd diegeene die met den steen in de blaes beladen zijn. Ten derde geneest alle gebrookene menschen, deels door een klijne snee en deels met bequame handen’.

     

    Op het doek van Jan Steen vertoont een ‘reizende meester’ zijn kunnen.


    De historie van Oostelijk Gelderland

     

    De historie van Oostelijk Gelderland werd gekenmerkt door het leven op de grenzen van twee rijken. Enerzijds stond het gebied onder invloedssfeer van het vroegere hertogdom Gelre en later na de stichting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, onder die van het gewest Gelderland.

     

    Anderzijds hadden de bisschoppen van Munster en voor wat het gebied van Liemers betreft de heren van Kleef hier veel in de melk te brokken. Tot 1823 bleef de Munsterse invloed in de achterhoek.

     

    Toen pas werden de parochies Groenlo, Lichtenvoorde, Aalten, Borculo, Bredevoort, Eibergen en Winterswijk uit de lijst van Munsterse parochies gelicht en toegewezen aan de z.g. Hollandse Zending. Hoe ingewikkeld de toestand langs de grens was, blijkt in de Liemers.

     

    Het gebied rond Zevenaar, Huissen, Duiven, en Wehl kwam pas in 1816 officieel bij Nederland.

     

    Voordien was het een Kleefse enclave. De enclave had rond 1800 een bewogen politieke geschiedenis. Tot 1806 was dit gebied Kleefs, hetgeen in die jaren Pruisisch betekende.

     

    In de daarop volgende tien jaar hoorde het gebied respectievelijk tot het Groothertogdom Bergh, het Koninkrijk Holland, het Franse Keizerrijk, enkele weken weer onder Nederlands bewind, dan weer onder Pruisisch bewind om ten slotte weer in 1816 aan Nederland toe te vallen.


    1618 - 1648 oorlog verpaupering en roversbenden

     

    Er woedt een oorlog tussen Duitsland en Bohemen. Veel joodse gemeenschappen lijden er sterk onder en velen vluchten naar veiliger landen. Een golf van doortrekkende vreemdelingen komt terecht in de dorpen en steden van een Kleefse enclave of in de Achterhoek, in Aalten, Bredevoort, Neede, Winterswijk, en Didam.

     

    In 1648 protesteert Pastor Arnoldus Monhemius in naam van de kerkenraad, bij de drost van Bredevoort tegen de ceremoniën en kerkelijke riten van de joden. Want het gaat, meent de pastor “om Onses Saligmaker Jesu Christi … dessen viandan die joden sijn, denwelcken sij blasphemeren” (lasterlijk van God spreken). De protesten vermogen niets uit te richten. De joodse families blijven in Bredevoort wonen.

     

    In de achttiende eeuw en de eerste helft van de negentiende eeuw opereren georganiseerde roversbenden in het grensgebied van Pruissen en Nederland. Soms bestaan de benden uit louter joden: vaker treedt een kongsi van christenen en joden op om eerzame burgers te beroven.

     

    Een van de oorzaken is dat talloze opgejaagde en verpauperde lieden wel een legale broodwinning willen, maar door allerlei maatregelen op het criminele pad terecht komen. Onder de rovers zijn kleurrijke figuren zoals Hampel Holmich, de ‘Pockennarbige Schmuel, ein Glückspieler’ en Schelfisch.


    Varsseveld 1653-1683 Actum den 30 maart 1676

     

    In de declaratie van de penningen van de kerk van Varsseveld door kerkmeester Henderick Aerntsen over de jaren 1653-1655 staat vermeld: "Aen Garit Aerntsen voor nagels ende wijn sijnde gebruikt aan de taffel des herren betalt (zie reknr.13) 2 dal..13stvr". (KA Varsseveld invnr 188)

     

    Op 12 juni 1659 tijdens de 99e vergadering van de kerkeraad van de Laurentiuskerk te Varsseveld wordt Gerrit Aerntsen benoemd als diaken. Rolef Aernsen treedt dan af als ouderling.

     

    Op 21 juli 1662 geeft Garit Aerntsen rekenschap als diaken.

     

    Op 17 juli 1670 wordt Gerrit Arentsen als ouderling benoemd. De vraag is of dat dezelfde is. De momboiren van Gerrit Plante hebben op 17 febr 1669 te Varsseveld zijn huis verkocht aan Gerrit Arntsen en zijn vrouw Luijtjen Luijcken met "hoff en den bongart en wat daerin aerdt en naegelvast is" in 't dorp aan de straat naast Willem Helmincks huis.

     

    Op 14 sep 1669 is de 50e penning betaald met 20 Gld..

     

    Op 27 mrt 1702 "bekent Gerrit Plante eeuwig vererfft te hebben" zijn huis en hof en bogaard in het Dorp en alles wat spijkervast is aan Luijtjen Luijksen, w.v. Gerrit Arntsen, en haar erven (ORA Wisch Protocol verbanden en opdrachten (0207), inv nr 327, folio 41V/42R)

     

    Op 17 febr 1670 verzoekt Henrich Kettien voor het gerecht dat Gerrit Arentsen zijn achterstallige betaling doet voor het kopen van het huis van Gerrit Planten ad 51 gld 13 stv. Het gericht verordonneert dat Gerrit dat op 21 febr. 1670 zal moeten betalen.

     

    Op 20 juli 1676 verschijnen Gerrit Arntsen en Luijtjen sijn huijsvrow voor het gericht en geven als onderpand voor voormelde obligatie, rente en kosten hun gerede en ongerede goederen en huis en boomgaard die volgens de wet toebehoren aan hun 4 onmondige kinderen.

    Op 16 juli 1703 is aan de obligatie voldaan volgens getuigenis van Frans Bosboom (ORA Wisch (0209), invnr 25, fol.176).

     

    Op 21 jun 1683 bekent Gerhart Aerntsen verlopen rente schuldig te zijn aan de weduwe van vrouw Van der Horst, verminderd met de betalingen van fl 45,-.

     

    Onderpand zijn gerede goederen zowel binnen- als buitenshuis, waar ze maar te vinden zijn (ORA Wisch Orinair protocol 1678/1684, invnr 0209236, fol 215R) (ORA Wisch invnr 0209/235, fol 162R) Actum den 30 maart 1676 Coram de Wel.Ed.Heeren Drosten, respective: Quirijn Verhulle @ Andries Selse


    Gerichtspersonen, Wilhelm Helmigh @ Stans Jurriën van Bulingen, Vaeghden.

     

    Erschenen Gerhardt Arntsen, Luijtien Arntsen eheluijden, bekanden, uijt cragten van transporte, soodaenighe somma van hondert vijffigh Gld., op haer tot haeren lasten genomen te hebben, als Jan Planten, soone van Gerhardt Planten, van Derck Idinck, in den jaere 1663, op Martini opgenomen hadde becanden Comptn.

    Deese bovenstaende hondert vijfftigh dll in de jaere 1671, begroot te sijn, met vijfftigh Dll, monterende alsoo het Capitael, alhier tweehondert Dll, welcke compnt. jaerlix op Martini verschenen, beloven te verhantgelden, met 10 Dll tot verseekeringe soo van Capitael, als Intresse, soo loopende als vervloten, hier onder, ad vier en vijfftigh gl uijtgedruckt, verbinden comparanten haer personen en goederen in specie haere bei huijlinghe (?) Hoff Boomgaerden, alhier binnen Varsevelt gelegen, om bij foute van betaelinghe, soo van Capitael als Intresse daeraen kost schaedeloon te kunnen ende vermogen verhalen den vervloten Intresse van Martini 1671 tot Martini 1675 ad vier en vijfftigh gll, beloven compnt. ...(?) op Martini deeses 1676 Jaers te betaelen hebben daer op gestipuleert pro ut juris ac stijli Varsevelt in dato als boven. folio 176: wederom een schuldbekentenis



    De Pest

     

    In het laatste kwart van de 17de eeuw worden de Nederlanden voor een laatste keer door een pestepidemie getroffen.


    Pruiken

     

    In de 18de eeuw volgden allerlei soorten pruiken elkaar in snel tempo op, soms gecombineerd met het eigen haar. Ook werd het mode de pruik met een soort zalf te pommaderen en vervolgens te poederen.

     

    Op herenportretten uit de 18de eeuw is daarom op de schouders vaak wat wit rijstpoeder te zien.


    Kinderen in volwassenenkleding

     

    Hoewel in de 18de eeuw het besef groeide dat kinderen geen volwassenen-inzakformaat waren, werden ze toch al vanaf hun vijfde jaar in grote-mensenkleren gestoken.

     

    Meisjes werden in een korset geregen en kregen een hoepelrok aan; jongetjes droegen vooral in de tweede helft van de 18de eeuw een driedelig kostuum. Het bestond uit een halflange jas, een vest en een kniebroek, met daaronder gladde kousen en schoenen met gesp. Onder de kin viel een kanten jabot in ruches naar beneden.


    Zwervers en vagebonden

     

    Zwervers en vagebonden trokken vroeger in groten getale langs ‘s heren wegen. Het bonte gezelschap, zonder vaste woon- of verblijfplaats, bestond uit bedelaars, huursoldaten zonder emplooi, kwakzalvers die dubieuze pillen en zalfjes verkochten, marskramers, kermisklanten, speellieden en liedjeszangers.

     

    Behalve dat ze hun waren of diensten aan de man brachten, vormden ze vooral voor de bevolking van het platteland een belangrijke bron van informatie. Ze waren voortdurend op reis en brachten dikwijls nieuws van verre. Niet altijd even betrouwbaar nieuws overigens.

     

    De bevolking moest vooral het nieuws van liedjeszangers met een korreltje zout te nemen. Omdat ze voor hun inkomen deels afhankelijk waren van wat ze aan sensationeels hadden te melden, was enige overdrijving hun niet vreemd. Hoe mooier de verhalen, hoe guller immers de giften van de toehoorders.


    1723 Maart 14.

     

    Een zeer actieve roversbende met joodse leden maakt de wegen in Gelderland, Overijssel en het grensgebied onveilig. Overvallen vinden onder meer plaats in Rheden, Goor, Laag Elten en Loenen.

     

    Er liggen plannen klaar om een dominee in Steenderen en de pastoor in Olburgen te beroven.

     

    In Doesburg worden twee leden van de bende gearresteerd, Benjamin, één van de leiders, en de voormalige leenbankhouder Abraham Salomon Heijman. Benjamin was op last van roverhoofdman  kapitein Mozes Dikkop uit Kalkar naar Doesburg gestuurd om een kraak voor te bereiden bij de dominee in Steenderen. 

     

    Salomon had in 1722 al met Mozes Dikkop kennis gemaakt. Mozes Dikkop stond in rang direct onder de generaal van de rovers, Selich. Mozes zou tegen Abraham hebben gezegd: “Wat hebt gij aan dat lopen met een zware mars, gij kunt boven een stuiver vijf ses deags niet verdienen, weet gij mij niet hier of daer een buyt aan te wijsen die ik kan gaen halen?”

     

    Abraham Salomon zwoor op de tora dat hij de bende niet zou verraden. Zo was de leenbankhouder, al afgezakt tot wanbetalende marskramer, nog lager gezonken tot criminele aanbrenger.

     

    Abraham Salomon zou de kraak samen met Benjamin zetten. Boer Cristiaen Hendriks uit Steenderen krijgt lucht van het zaakje en waarschuwt de gerechtsdieneren.

     

    Op zondag 14 Maart 1723 worden Benjamin en Abraham Salomon gearresteerd. In April worden ze verhoord. Abraham bekent schuld maar Benjamin ontkent.

     

    In dezelfde maand worden eveneens twee leden van de bende, Faibel en Herzvegter in Zwolle opgepakt. Benjamin wordt met de twee geconfronteerd.

     

    Aanvankelijk blijft hij ontkennen maar na een ‘behandeling’ op de pijnbank slaat hij door. Faibel en Hertzvegter krijgen de doodstraf.

     

    Benjamin krijgt een proces in Doesburg en wordt veroordeeld tot pijniging op ‘het radt’ en daarna onthoofding.

     

    Abraham Salomon komt er beter van af; hij zal, na vastgebonden te zijn aan de galg met de bungelende Benjamin, ‘slechts’ worden gegeseld en vervolgens worden gebrandmerkt. Daarna moet hij 12 jaar tuchthuis uitzitten in Arnhem. Zijn vrouw Roosken en haar kinderen moeten Doesburg en de provincie verlaten.


    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur b
    24-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie historie en cultuur 2

    De Heurne - Voorjaar op het oude erve Nibbelink

     

    Op het oude erve Nibbelink in de Binnenheurne, onder Varsseveld, gelegen aan de zoom van de bossen van Idink, was het een drukte van belang.


    Aan het einde van een drukke werkdag gaan de bewoners van Nibbelink ter ruste, maar plotseling in de nacht worden ze wakker geschrikt door een heftig lawaai, dat het vee in de stallen veroorzaakt.



    Erve Nibbelink staat in brand

     

    De boer is het eerste op de deel en kijkt vol ontzetting in een grote vlammenzee. Erve Nibbeling staat in brand. Met de grootste spoed wordt het vee in veiligheid gebracht en korte tijd later ligt de mooie hoeve in de as. De boer is verslagen, hij voelt zich als een berooid man.

     

    Maar zijn buren bieden hulp, zij zijn immers "naobers" en weten wat hun taak is. Met man en macht wordt er gewerkt om de puinhopen op te ruimen. Nieuw materiaal wordt aangevoerd en langzaam maar gestadig is Nibbeling weer opgebouwd.


    Erve Nibbeling 14 september 1723

     

    Als in het begin van september het erve Nibbeling weer herrezen is, besluit de boer om, volgens oud gebruik, een steenbier te geven aan allen die geholpen hadden met de opbouw van Nibbeling.

     

    Op 14 september 1723 is er vreugde op Nibbeling en in de late middaguren klinkt er feestgezang, worden de glazen geheven, en niemand denkt meer aan verdriet of zorgen...



    Erve Nibbelink kadaster 1828


    14 september 1723 Het oude kerkdorp Varsseveld gaat in vlammen op

     

    In het naburige Varsseveld is het op die middag heel rustig. De meeste bewoners zijn op de Nibbeling om het feest mee te maken. Slechts de oude dominee vertoeft op de Olde Wehme en enige oude mannen en vrouwen met kinderen bevinden zich in het dorp.

     

    De smid is niet naar het feest, hij hamert op het aambeeld en van het witgloeiende ijzer spatten de vonken in het rond. Enkele van deze vonken komen op zijn dak terecht. Aangewakkerd door de droge wind staat zijn huis in brand, voordat hij er erg in heeft.

     

    Maar daar blijft het niet bij. Het vuur slaat over op de naast gelegen percelen en weldra staan de meeste huizen in brand. In zeer korte tijd heeft zich een ontzettende ramp voltrokken over het oude kerkdorp Varsseveld.

     

    De daken zijn meest bedekt met riet of stro, sommige zelfs met droge heideplaggen. Het vuur krijgt gretig voedsel. Zelfs de kerk word aangetast en staat al snel in lichterlaaie".



    Varsseveld kadaster 1828.


    Dominee Beckink maakt van deze ramp een verslag.

     

    "Wij, ondergeschrevenen, leden van de tegenwoordigen kerkeraad, attesteren van droevige oor- en ooggetuigen, dat door een ongemeen vreeselijk, doch aanbiddelijk en rechtvaardig oordeel Gods ons gehele dorp Varsseveld, met toren en kerk, door een vreeselijken brand op de 14e september 1723 totaal in de as is gelegd, zoodat, helaas Varsseveld in Varsseveld niet meer te vinden is.

     

    Het bloed wordt traag in onze aderen en onze haren rijzen omhoog, als wij ons verbeelden de verwoesting door deze ontzettende brand aangebracht. De brand, die ons overviel, toen bijna het gehele dorp van huis was om een man door liefdesgaven op de been te helpen.

     

    Dit is de oorzaak geweest dat verscheidenen niets, anderen weinig uit het vuur gered hebben. Dit vreeselijk ongeluk drukt ons te meer omdat het ons getroffen heeft zoo kort voor de winter en in een tijd, dat men brandstoffen en levensmiddelen reeds had ingezameld. Hier liggen 54 huizen, 6 schuren, enige branderijen (jeneverstokerijen) en verscheidene beesten en varkens onder het puin en stof bedolven en begraven, en dat in die tijd van twee uur..."

     

    "Men hoopte in het begin, dat men de kerk nog zoude behouden, maar terwijl ze midden in het vuur stond, en sterk rondom de brandende huizen aangetast werd, waarbij het grote gebrek aan water, en onze algemene schrik en alternatie, zoo moesten eindelijk kerk en toren ook al in een puinhoop veranderen. Hier zijn vier klokken versmolten en stom geworden. Het uurwerk bedorven, de preekstoel geheel buiten dienst gesteld en de pilaren gebarsten, droevig hangende met hare hoofden over eene zijde...

     

    Het gewelf ingestort waardoor het meeste van gestoelte en zitplaatsen zijn vermorzeld, zoo dat men nu buiten de kerk onder den blauwen hemel doop, avondmaal en den preek heeft moeten waarnemen, vermits ook geen huis in Varsseveld zo ruim is, in hetwelk dit zou kunnen geschieden vanwege de grootheid der gemeente, waar ongeveer 900 lidmaten gevonden worden..."

     

    (Uit: "Kleine historie van de Laurentiuskerk en het oude kerspel "Varsseveld" door D.W. Kobes, 1972)


    1726

     

    De staten van het Furstendom Gelre en de Greafschap Zutphen vaardigen twee resoluties uit, waarin wordt verboden dat nieuwe joden “met de woon op het platte Land binnen dese provincie sullen mogen ter neder setten in eenigerley manieren”.

     

    Een reeks van verboden zullen nog volgen. De staten zijn beducht voor goed georganiseerde roversbenden met joodse leden, die vooral in Noordrijn-Westfalen en bij de Nederlandse oostgrens rondtrekken en de politie handen vol werk bezorgen.

     

    De gelderse staten kondigen een plakkaat af met uitvoerige beperkingen voor joodse families.


    1726 Mei 27.

     

    “Tegen het wonen en vernachten van Joden ten platte Lande”

     

    “Dat gene vreemde of nieuwe joden of Smoussen, die quansgewys met een winkeltje, met Slachten of enige andere Neringe of Handtteringe de kost soecken te winnen, haer voortaen met de Woon op ’t platren Landt binnen dese Provintie reets hier of daer binnen Steden deser Provintie mochten bevinden, welcke ten opsichte dat sy haer ten platten Lande met’er Woon niet sulle mogen ter neer setten, oock als Vreemdelingen geconsidereert sullen werden ‘.

     

    Straffen bij niet naleving van de verordeningen: “Publycke Gesselinge en Bannissement uit dese Provintie”.


    1727.

     

    Bendix Jacobs, pakdragende koopman, wil bij de Aaltense familie van Abraham Davids drie nachten doorbrengen om het joodse paasfeest te kunnen vieren.

     

    Die overnachtingen zijn verboden ondanks dat Bendix (Benedict) al ruim twintig jaar in de achterhoek en Twente zaken doet. Bendix die verondersteld dat de plakkaten niet zo streng zullen worden gehandhaafd, wordt verraden, opgepakt en gevangen gezet in Bredevoort.

     

    Abraham Davids 44 jaar oud protesteert tegen de “smadelijke ophalinge” van Bendix. Abraham verklaart in Aalten maar negen mensen gehad te hebben voor de sjoeldienst zodat minjan was uitgesloten. (Minjan, is het minimum aantal van tien kerkelijk meerderjarige mannen, die minstens dertien jaar en een dag oud zijn om een gemeenschappelijke dienst te kunnen houden).

     

    Rechter Labane de Thaij en de gerichtslieden Vrijmoet en Coets verhoren Bendix.

     

    Hij vertelt dat hij in Posen (Poznan) in Polen is geboren, geen vaste verblijfplaats heeft, veel handel drijft in Twente en soms in de openlucht slaapt.

     

    Begin April heeft hij Marcus Levi in Groenlo geholpen met het bakken van matzes. Bendix handelt in rijriemen en linten. Hij heeft in Aalten overnacht om de Aaltense joden te helpen en daarom bepleit hij vrijspraak. Helaas beslist de rechter anders.

     

    Bendix moet binnen 24 uur zijn biezen pakken en Abraham krijgt een vermaning. Hij moet “ootmoedigst om verschoning verzoeken en beloven dat hij zich in de toekomst daarvan te wagen” De beklaagden Abraham en Bendix draaien voor de kosten van het proces op.


    1758.

     

    De Duitse overheid verspreidt een brochure met een waarschuwing tegen bijna 200 joodse struikrovers die Westfalen onveilig maken.


    1765. Vagebonden, gauwdieven en ander rondtrekkend volk.

     

    De magistraat van het Richterambt Doetinchem geeft richtlijnen ter versterking van de plakkaten van mei en oktober 1726, opgesteld voor de Joodse Natie en tot het weren van vagebonden, gauwdieven en ander rondtrekkend volk zulks elke drie maanden aan alle kerken aangeplakt.

     

    “Dat de poënaliteit op de herbergiers, huijsluiden en andere, die de passerende en omswervende Joden logeren gestatueert, behoorde gemodereert te worden, zowel die Smaussen, als ander diergelijck volck logeren, en desehalve na exigentie van zaaken zullen worden gestraft.

     

    Verbiedende alle ingesetenen zulke quaddoeners willens en wetens te herbergen of tot hunne onthoudinge … of gunstig te weesen, op poëne van arbitraire straffe.

     

    Dat ten opsigte van de lediggangers, landlopers en diergelijke nergens anders dan in de Herbergen van de groote Heeren Weegen zullen mogen vernagten, en dat zodane Smaussen en landlopers gelogeert hebbende, en daarvan overtuigd wordende, na exegentie van zaeken zullen worden gestraft.

     

    Behalve kramers met een bewijs van goed gedrag mogen langs wegen trekkende “Ketelboeters, Zulverpriemers, Swaevelstockverkopers, Stoelwinders of matters, Schorsteen Vagers, Leprosen, Quakzalvers, Rattenkruijd en Plakken Verkopers, Messen en Schaaren Slijpers, Liedjeszangers, Speelmannen, Gochelaers, Omlopers met Kijkkasten en diergelijke” zich zonderverblijfsver-gunning niet binnen het ambt Doetinchem ophouden en met hun beroep geld verdienen.



    Legers en kooplieden trekken over dit soort wegen.


    1768. Enschede Familie Meijer Jacobs Stam

    Te Enschede geven de betovergrootouders van probanten Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch, lompenkoopman Isaac Meijer en zijn geliefde Roosken Jacobs elkaar het jawoord.

     

    Levi Meijer, de broer van Isaac, is slager en heeft een schutsbrief (octrooi) verleend door Frederik Otto van Dornburg en trouwt te Kamen in 1767. De weduwe van Levi zal later trouwen met slager Salomon Philip, die de achternaam Vink zal aannemen.


    *1772 Bretsenheim/Hannover Familie Zelig Benjamins Stam


    Te Bretzenin (Bretsenheim/Hannover) wordt Rachel Moijses, (Rachel Mozes) geboren uit het huwelijk van Moses Zelig en Adel Benjamins. (betovergrootouders van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch, probanten)

     

    Zij zal later in het huwelijk treden met Simon Isaäks. Rachel Mozes wordt gezien als de stammoeder van de Lichtenvoordse familie die de achternaam Ten Bosch aannam.




     Kasteel Vorden


    Kasteelheren en scholteboeren.

     

    Links kasteel Vorden.

    De kasteelheren in oostelijk Gelderland hebben de meeste grond in handen. In diverse streken bestaat alleen maar de mogelijkheid grond te pachten.

     

    Wanneer er een evenwicht bestaat tussen de bemoeizucht van de landheer en anderzijds de vrijheidsdrang van de pachter is er niets aan de hand. In veel gevallen wonen pachters geslachten lang op een en dezelfde boerderij, waarbij de verhouding niet te lijden heeft onder de gezagssituatie. Weliswaar onder een paternalistische verhouding, waarbij de landsvader zorgt dat zijn pachterkinderen niets te kort komen en omgekeerd deze in eerbiedige hulde opzien tegen hen die nu eenmaal boven hen gesteld zijn.

     

    Het jachtrecht is in handen van de hoge heren en zelfs het recht van water en wind is in handen van de adel, die pachters dwingt gebruik te maken van een bepaalde molen. Er gaan ook verhalen over uitbuiting en onderdrukking door de kasteelheren die, ook al zijn het maar verhalen, uitdrukking geven aan hoe de verhoudingen soms beleefd worden.

     

    Zo doet het verhaal de ronde dat in Harreveld de vader van de freule van Dorth, wanneer hij dronken is uit het raam van het slot met grove hagel op zijn pachters schiet wanneer deze op het land aan het werk zijn. Hij wil zien hoe hard ze kunnen lopen.

     

    Ook gaat het verhaal de ronde dat pachtheren bij het huwelijk van onderdanen het recht afkopen om de eerste nacht bij de bruid door te brengen. Ds Wansleven (808-1877) schreef over deze verhouding een verhaal, waarbij hij duidelijk de zijde koos van de “schuppendaghuurder”, van de dagloner, die niet kon werken omdat hij te weinig verdiende om zichzelf en zijn gezin goed te kunnen voeden.

     

    Toen de Oranjes van 1795 tot 1813 in Engeland zaten en in Hannover, waren er maar weinig boeren die de gronden waarop ze jarenlang geboerd hadden en die tot domeingebied, staatseigendom verklaard waren, durfden te kopen omdat ze dachten dat de oude tijden wel eens zouden kunnen terugkeren en dat dit niet enkel financiële, maar ook andere consequenties zou kunnen hebben.

     

    Krosenbrink

     

    Reageer (0)

    Categorie:Fam hist cultuur b
    Foto

    Stuur een e-mail als u antwoord wilt, reacties in het gastenboek worden niet standaard doorgestuurd

    Categorieën
  • 0 1 FAMILIE IDING TEN BOSCH (12)
  • 1 DE JODEN VAN LICHTENVOORDE EN DE JÖDDEN BOSCH (1)
  • 1 MOORD OP MISSIONARISSEN VPRO/NPS (1)
  • 1 PATER FRANS TEN BOSCH (5)
  • 2e WRLD OORL AKTEN DEPORTATIE a (13)
  • 2e WRLD OORL AKTEN DEPORTATIE b (7)
  • 2e WRLD OORL AKTEN DEPORTATIE c (5)
  • 2e WRLD OORL DEPORTATIE TEN BOSCH (1)
  • 2e wrld oorlg div (9)
  • 2e wrld oorlg Philips (6)
  • Archief Akten a (20)
  • Archief Akten b (20)
  • Archief Akten c (20)
  • Begraafplaatsen (5)
  • Bidprentjes (8)
  • Cultuur (19)
  • De kinderen van (18)
  • Div downloads links (2)
  • Fam foto Iding a (20)
  • Fam foto Iding b (13)
  • Fam foto ten Bosch a (9)
  • Fam foto ten Bosch b (9)
  • Fam foto ten Bosch c (5)
  • Fam hist cultuur a (5)
  • Fam hist cultuur b (3)
  • Fam hist cultuur c (3)
  • Fam hist cultuur d (3)
  • Fam hist cultuur e (3)
  • Fam hist cultuur f (3)
  • Fam hist cultuur g (3)
  • Fam hist cultuur h (3)
  • Fam hist cultuur i (3)
  • Fam hist cultuur j (3)
  • Fam hist cultuur k (3)
  • Fam hist cultuur l (3)
  • Fam hist cultuur m (2)
  • FF Lezen (7)
  • Generaties+graden (1)
  • Gereedschappen (16)
  • Groepsfoto+Schema (3)
  • Historie de Joden (15)
  • Historie a (10)
  • Historie b (13)
  • Huisindustrie a (1)
  • Huisindustrie b (1)
  • Huisindustrie c (1)
  • Huisindustrie d (1)
  • Huisindustrie Rapp (10)
  • Huurvordering (1)
  • Industr Beroepen a (1)
  • Industr Beroepen b (1)
  • Industr Beroepen c (1)
  • Industr Beroepen d (1)
  • Industr Beroepen e (1)
  • Industr Beroepen f (1)
  • Jan Berend Hulshof (10)
  • Kadaster detail (5)
  • Nalatenschap (2)
  • Oude Beroepen (1)
  • Over familie namen (4)
  • Overzicht Iding (1)
  • Overzicht ten Bosch (1)
  • Reportage Oproep (2)
  • Straten huizen a (10)
  • Straten huizen b (7)
  • Varia a (10)
  • Varia b (10)
  • Varia c (1)
  • Varsseveld perc nrs (1)
  • Varsseveld transcr (4)
  • Veldnamen Harrev (1)
  • Verpachting (1)

  • Gastenboek


    Archief per dag
  • 01-02-2014
  • 31-01-2014
  • 26-09-2011
  • 25-12-2010
  • 04-01-2010
  • 01-01-2010
  • 02-11-2009
  • 01-11-2009
  • 31-10-2009
  • 30-10-2009
  • 29-10-2009
  • 28-10-2009
  • 27-10-2009
  • 26-10-2009
  • 25-10-2009
  • 24-10-2009
  • 23-10-2009
  • 22-10-2009
  • 21-10-2009
  • 20-10-2009
  • 19-10-2009
  • 18-10-2009
  • 17-10-2009
  • 16-10-2009
  • 15-10-2009
  • 14-10-2009
  • 13-10-2009
  • 12-10-2009
  • 11-10-2009
  • 10-10-2009
  • 09-10-2009
  • 08-10-2009
  • 07-10-2009
  • 04-09-2009
  • 03-09-2009
  • 02-09-2009
  • 01-09-2009
  • 08-08-2009
  • 07-08-2009
  • 06-08-2009
  • 04-08-2009
  • 03-08-2009
  • 02-08-2009
  • 01-08-2009
  • 08-03-2009
  • 05-10-2008
  • 04-10-2008
  • 03-10-2008
  • 02-10-2008
  • 20-09-2008
  • 19-09-2008
  • 18-09-2008
  • 17-09-2008
  • 16-09-2008
  • 15-09-2008
  • 14-09-2008
  • 30-07-2008
  • 29-07-2008
  • 28-07-2008
  • 27-07-2008
  • 26-07-2008
  • 25-07-2008
  • 24-07-2008
  • 23-07-2008
  • 22-07-2008
  • 21-07-2008
  • 20-07-2008
  • 19-07-2008
  • 18-07-2008
  • 17-07-2008
  • 16-07-2008
  • 15-07-2008
  • 14-07-2008
  • 13-07-2008
  • 12-07-2008
  • 11-07-2008
  • 10-07-2008
  • 09-07-2008
  • 08-07-2008
  • 07-07-2008
  • 06-07-2008
  • 05-07-2008
  • 04-07-2008
  • 03-07-2008
  • 02-07-2008
  • 01-07-2008
  • 30-06-2008
  • 29-06-2008
  • 28-06-2008
  • 27-06-2008
  • 26-06-2008
  • 25-06-2008
  • 24-06-2008
  • 23-06-2008
  • 22-06-2008
  • 21-06-2008
  • 30-01-2008
  • 29-01-2008
  • 28-01-2008
  • 27-01-2008
  • 26-01-2008
  • 25-01-2008
  • 24-01-2008
  • 23-01-2008
  • 22-01-2008
  • 21-01-2008
  • 01-01-2007
  • 01-06-2006
  • 01-05-2006
  • 30-04-2006
  • 29-04-2006
  • 28-04-2006
  • 27-04-2006
  • 26-04-2006
  • 25-04-2006
  • 24-04-2006
  • 23-04-2006
  • 22-04-2006
  • 21-04-2006
  • 20-04-2006
  • 19-04-2006
  • 18-04-2006
  • 17-04-2006
  • 16-04-2006
  • 15-04-2006
  • 14-04-2006
  • 13-04-2006
  • 12-04-2006
  • 11-04-2006
  • 10-04-2006
  • 09-04-2006
  • 08-04-2006
  • 07-04-2006
  • 06-04-2006
  • 05-04-2006
  • 04-04-2006
  • 03-04-2006
  • 02-04-2006
  • 01-04-2006
  • 01-03-2006
  • 01-02-2006
  • 01-01-2006
  • 27-12-2005
  • 14-12-2005
  • 30-11-2005
  • 27-11-2005
  • 25-11-2005
  • 24-11-2005
  • 17-09-2005
  • 16-09-2005
  • 15-09-2005
  • 09-07-2005
  • 08-07-2005
  • 07-07-2005
  • 06-07-2005
  • 05-07-2005
  • 30-06-2005
  • 29-06-2005
  • 28-06-2005
  • 27-06-2005
  • 26-06-2005
  • 25-06-2005
  • 24-06-2005
  • 23-06-2005
  • 22-06-2005
  • 21-06-2005
  • 19-06-2005
  • 23-05-2005
  • 22-05-2005
  • 21-05-2005
  • 20-05-2005
  • 19-05-2005
  • 18-05-2005
  • 17-05-2005
  • 16-05-2005
  • 15-05-2005
  • 14-05-2005
  • 13-05-2005
  • 12-05-2005
  • 11-05-2005
  • 10-05-2005
  • 09-05-2005
  • 08-05-2005
  • 07-05-2005
  • 06-05-2005
  • 05-05-2005
  • 04-05-2005
  • 03-05-2005
  • 02-05-2005
  • 01-05-2005
  • 25-04-2005
  • 18-04-2005
  • 17-04-2005
  • 16-04-2005
  • 15-04-2005
  • 12-04-2005
  • 05-04-2005
  • 04-04-2005
  • 03-04-2005
  • 16-03-2005
  • 15-03-2005
  • 13-03-2005
  • 12-03-2005
  • 11-03-2005
  • 10-03-2005
  • 09-03-2005
  • 08-03-2005
  • 07-03-2005
  • 06-03-2005
  • 05-03-2005
  • 04-03-2005
  • 03-03-2005
  • 02-03-2005
  • 01-03-2005
  • 20-01-2005
  • 19-01-2005
  • 18-01-2005
  • 17-01-2005
  • 16-01-2005
  • 14-01-2005
  • 13-01-2005
  • 12-01-2005
  • 11-01-2005
  • 10-01-2005
  • 09-01-2005
  • 08-01-2005
  • 07-01-2005
  • 06-01-2005
  • 05-01-2005
  • 04-01-2005
  • 03-01-2005
  • 02-01-2005
  • 01-01-2005
  • 09-12-2004
  • 08-12-2004
  • 07-12-2004
  • 06-12-2004
  • 05-12-2004
  • 04-12-2004
  • 03-12-2004

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    ditskes
    blog.seniorennet.be/ditskes

    Zoeken in blog



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!