Mijn websites
  • Mijn portaalsite
  • Mijn familiesite
  • Inhoud blog
  • De onverdraaglijke lichtheid van de discussie over het wereldgebeuren.
  • De lessen van de wereldwijde geschiedenis
  • De (on)geloofwaardigheid van de NAVO
  • De sleutel tot het chronische geluk
  • Begrippen en definities
  • De afzonderlijk van elkaar levende culturen
  • De experten -democratie
  • Drie crisissen op een rij.
  • Het belang van het waarom.
  • Geachte regionale, nationale, en Europese beleidsmakers en dito uitvoerders...
  • Voor of tegen
  • Nadenken over oorlog, vluchtelingen, rechtvaardigheid en menselijkheid.
  • Wat mag men in 2017 verwachten met...
  • Willen wij meer of minder islamitische invloed in onze samenleving ?
  • Over optimisme, pessimisme en realisme
  • Een ‘Nederturk’ stelt zich vragen: Hoe kan het?
  • De natte droom van ‘Kalief’ Erdogan
  • Is democratie dom en onverantwoord ?
  • Milieuvervuiling zorgt jaarlijks voor meer doden dan alle wereldconflicten samen
  • Bent U ook Belg?... Mooi, dan werd U, samen met de andere Belgen eind vorig jaar 23,6 miljard euro rijker
  • Is 'onvoldoende vertrouwenwekkend' een racistische of discriminerende afwijzing van een sollicitant?
  • De Joodse ervaringsdeskundigheid
  • Syriza: Griekenlands' hoop. Zorgt de EU dat het een uitgestelde ontgoocheling wordt?
  • Was dit een signaal, dan wel een bijwerking van de 'cultuurclash' ?
  • De weg naar een democratische democratie
  • De individueel betalende participatiemaatschappij
  • Poetin, de moderne Napoleon-Tsaar
  • Het verschil in meting van Joodse en islamitische maten en gewichten
  • Israël-Palestina: Schoppen tegen het zere been van mijn ‘progressieve’ broeders
  • De ongeloofwaardigheid van een panda met de broek tot op de enkels.
  • De vrijheid om onbeschaafd en barbaars te zijn
  • Ontwaakt, suïcide-plegenden der aarde
  • De moeder aller schijndemocratieverkiezingen
  • Zwitserland: Als de democratie spreekt
  • Het kwalitatief (?), maar ondoelmatig Openbaar Vervoer
  • De gesel van de godsdienstvrijheid
  • De bedrieglijke gelijkheid en idealistische gelijkwaardigheid
  • De keuze van de kiezer
  • De winterige lente van de geängegeerde burger
  • De asociale sociale media
  • Hoe onbetaalbare solidariteit betaalbaar wordt
  • De omgekeerde- en apartheidsintegratie
  • Gwendolyn Rutten: Ode aan het kapitalisme, besprenkeld met een smakeloos sociaal sausje
  • De omgekeerde- en apartheidsintegratie
  • Een samenleving zonder bezit
  • De enige en fundamentele keuze
  • Het alternatief voor het kapitalisme en de huidige sociaaldemocratie in Europa.
    Zoeken in blog

    Renaat's standpunten
    over de sociale en politieke actualiteit en gebeurtenissen
    Kom meer te weten op http://www.rvp.be
    21-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vrijheid die tot zelfvernietiging leidt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    "Het zegevierend en tot het uiterste gedreven individualisme, en de té grote vrijheid van handelen, doet naar de absolute monarchie terugverlangen. Want een vrijheid, waarvan vrijwel alleen de sterken voordeel aan hebben, is de ergste der tirannieën."
    Met deze uitspraak stelde de Franse schrijver Paul Brulat reeds in het begin van de vorige eeuw, dat de zo geroemde vrijheid, de financiële en economische machten tot de tirannen van de twintigste en daaropvolgende eeuw zou maken.

    Maar in tegenstelling tot de feodale heersers van de voorgaande eeuwen,hadden de nieuwe kroonprinsen van Wall Street een uitgekiend systeem bedacht waardoor het aloude Romeinse idee van 'brood en spelen' voor bijna iedereen wel wat leuks en lekkers te bieden had. Uiteraard, onder voorwaarde dat men op de daarvoor geschikte plaatsen dezer aardkloot geboren was, en men over een bepaals niveau van fysische en psychische capaciteiten beschikte.

    Begrippen zoals 'steeds meer', en 'steeds groter', waarop het kapitalistisch economisch en financieel systeem gestoeld zijn, dienen dan ook als werkmethode: Zowel productie, omzet,  winst, en consumptie dienen in steeds grotere mate en onbeperkt te groeien, zo niet  valt het het hele systeem als een kaartenhuis in elkaar.

    Ook binnen het financieel systeem is zowel het debet als het krediet onderworpen aan het groeiprincipe.  Want gezien geldwaarde gecreëerd wordt door schuld, en bijgevolg zuiver fictief is, is het dan ook noodzakelijk dat de schuld onbeperkt stijgt.

    Om een heel ingewikkeld systeem in één enkel begrijpbaar woord samen te vatten: Ons financieel systeem, werkzaam binnen de vrije-markt, is niets meer dan zuivere 'luchtfietserij'. Zolang iedereen er in gelooft, maar er geen enkel bewijs van vereist, blijft het (voorlopig) werken.

    Maar...systemen zijn nu eenmaal gebonden aan regels en wetmatigheden. En regels en wetmatigheden zijn veelal niet compatibel met het begrip 'vrijheid', laat staan dat zij er ingrediënten van zouden zijn. En gezien 'meer' wel degelijk de vader van hebzucht is, en hebzucht zich uiteraard niet laat regelen, zijn regels en wetmatigheden in een vrijemarkteconomie niet bepaald stimulerende factoren.

    Als gevolg daarvan is er wereldwijd een leger aan economen en financiële specialisten ontstaan om er voor zorgen dat de regelgevingen in balans blijven met de vrijheid van handelen.

    En laat het nu juist dààr allemaal fout lopen. Want blijkbaar hebben zelfs de hoogst geschoolde wezens in die branche geen enkel benul hoe men een, tot eindig gedoemd zijnde groei, tóch verder kan doen groeien, en de ondertussen immense openbare schuld te beperken, alhoewel die Systemish genoodzaakt is om steeds groter te worden.

    Sinds vorige eeuw heeft men de 'eindigheid' van productie- omzet- winst- geld- en schuldgroei steeds weten op te vangen en uit te stellen. Zo slaagt men er vooralsnog min of meer in om tot omzetgroei te komen door productie van  gebruiksgoederen die minder lang meegaan, vlugger stukgaan en/of vlugger verslijten, of produceert men ze zodanig dat bij het falen van één enkel onderdeel gans het product dient vervangen te worden.
     
    Ook voor het probleem van de steeds grotere wordende ongedekte schuld, heeft men een, uiteraard tijdelijke, oplossing gevonden. Schuld wordt namelijk gewoonweg doorverkocht. Zo is geld, in papier, munten of bankgiro, welke men ontvangt, niets meer of minder dan de 'schuldwaarden' van anderen.

    De met de regelmaat van een klok voorkomende economische en financiële crisissen zijn het gevolg van het steeds frequenter vastlopen van het systeem. Een vastlopen dat telkens voortkomt uit de wetmatigheden van het systeem die zelfcorrigerend trachten op te treden, waardoor 'de groei' vermindert of zelfs stil valt.

    Dat het tè voortvarend 'misbruik' van het systeem, door een bepaald land (zoals heden Griekenland) 'de bal aan het rollen brengt', bemoeilijk enkel de werking van de toegediende 'pijnstillers' die men op europees vlak wil en kan toedienen om de gevolgen van de 'ziekte' te bestrijden. De ziekte van de schuldencrisis, die reeds eerder in in de VS, IJsland en Ierland was uitgebroken.

    Wie zich vandaag geen vragen stelt bij de onmacht en onkunde van de hooggeschoolde en de hemel in geprezen politieke, economische, en financiële experten, is ofwel ziende blind ofwel ter kwader trouw.

    Daarom had ik graag van iemand enige deskundige uitleg gekregen bij de vraag hoe de miljarden mensen in China, India en Brazilië, via hun ongebreidelde economische groei, een grotere welvaart gaan krijgen. Want opdat nog maar de helft daarvan ooit aan onze huidige levensstandaard zou toekomen, is een ecologische voetafdruk noodzakelijk die drie maal de maximale draagkracht van onze aarde betekent. Bovendien vraag zich blijkbaar niemand af hoeveel energie en grondstoffen, meer dan nu, daarvoor nodig zijn, laat staan dat zij voorradig zouden zijn.

    Tot dusver zijn er enkel (een groeiend aantal) economen en sociologen te vinden die op gemotiveerde wijze het tegenovergestelde beweren. Die stellen dat K.Marx's analyse van het kapitalistisch systeem na meer dan honderd jaar nog steeds geldt en aan de voorspelde gevolgen niet te ontkomen is, als men het in zijn geheel niet drastisch hervormt. 

    Er was een tijd dat vrijheid een begrip was dat m.b.t. landen, volkeren of gemeenschappen werd gebruikt. Namelijk, de maatschappelijke en gemeenschappelijke vrijheid.

    De aanbidding van de individuele vrijheid, het dogma van de kapitalistische financiële en economische tirannieën, om zodoende het individu als loon- en consumentslaaf te gebruiken, ter verrijking van een kleine elite, is het eenentwintigeeuwse equivalent van de het middeleeuwse laten- en negentiende Amerikaanse slavensysteem.

    De ongebreidelde individuele vrijheid is een vrijheid die stelselmatig het gemeenschapsgevoel en de maatschappelijke vrijheid vernietigt, en die uiteindelijk tot zelfvernietiging van het systeem zal leiden.

    Terugblikkend in de geschiedenis blijkt, voor zover geweten, de in vorige alinea aangehaalde stelling de basisoorzaak te zijn van de ondergang van vrijwel elke beschaving. De geschiedenis van de toekomst zal aangeven of wij daar al dan niet iets uit geleerd hebben...

    Renaat van Poelvoorde

    21-02-2012 om 08:39 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (1)
    04-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naar een coöperatieve samenleving
    Coöperaties, een Britse uitvinding omstreeks 1760, hebben sindsdien een belangrijke rol gespeeld in de economische emancipatie van grote groepen van de bevolking, vooral rond de eeuwwisseling van de 19de naar de 20e eeuw. Via de coöperatie konden producenten (vooral boeren) en consumenten zich verenigen en zo gezamenlijk doelen bereiken die voor elk individueel onbereikbaar zouden zijn geweest. 

    In onze huidige maatschappij heeft het kapitalistisch systeem, dat in zijn oorsprong begrijpelijkerwijs gekant was tegen elke vorm van 'volksvereniging', bepaalde voordelen van het oorspronkelijke coöperatief model via de oprichting van o.a. Naamloze Vennootschappen en BVBA's weten te waarderen. 

    Waar het in zijn oorsprong bij de boeren en arbeiders om te doen was om via hun (kleine) individuele financiële inbreng, verhoudingsgewijs te delen in het beleid en de opbrengst, of door gezamenlijke aankoop lagere prijzen te bekomen, gaat het bij de grote vennootschappen enkel om het aantrekken van kapitaal, en het overnemen van kleinere zwakkere vennootschappen om zodoende een grotere koek van de afzetmarkt in te palmen. Zo ontstonden de aandelenbeurzen, de Mekka's van het kapitalisme. 

    Vandaag ondervinden wij meer dan ooit waar de onvoorwaardelijke aanbidding van dat 'goddelijke monster' toe leidt. Het is al lang niet meer de kwaliteit van de productie, de inzet van de arbeid of de intelligentie van het bedrijfsbeleid dat grotendeels het succes van een onderneming uitmaakt. Heden ten dage bepalen de hebzucht van de aandeelhouders en speculanten via hun financiële transacties het economisch reilen en zeilen, en hebben zij zodoende onrechtstreeks ook op sociaal vlak mee het stuur in handen. 

    Nu de Verenigde Naties het jaar 2012 hebben uitgeroepen tot "International Year of Cooperatives", zou men denken dat men lessen heeft getrokken uit de, nog steeds aan de gang zijnde, schuldencrisis, en men het terug enigszins de kant van het beproefde coöperatief systeem wil zien uitgaan. Misschien ligt het aan mijn aard, maar ik ben bang dat men met "coopratives" eerder nog meer globalisering en multinationalisering bedoeld, dan naar het grondbeginsel van het begrip 'coöperatie', nl. het samenwerken van mensen, door mensen en voor mensen. In principe zou een coöperatie volledig vrij moeten kunnen worden opgericht, al naar gelang de inzichten en doelstellingen van de oprichters. 

    Zo zou men verschillende invullingen moeten kunnen geven aan bvb. het investering- beleid- werkuitvoering- en winstverdelingsgebeuren. De huidige, in de meeste westerse landen geldende wetgeving i.v.m. handels- en productieverenigingen en -vennootschappen, beperken echter de mogelijkheden en betekenen een dikwijls onoverkomelijke hindernis om met een beperkte individuele financiële inbreng een coöperatie op te starten, laat staan ze rendabel te maken. Zoals individuele vrijheid dient uiteraard ook de groepsvrijheid aan banden worden gelegd, opdat men een min of meer noodzakelijke structurele samenleving zou bekomen. 
    Maar gezien de mate waarop zowel de individuele- als groepsvrijheid worden beperkt, omgekeerd evenredig is met de financiële macht en sociale status ervan, bleken de arbeiderscoöperatieve verenigingen welke ontstonden met de opkomst van het socialisme, op termijn niet opgewassen tegen de kapitaalkrachtige grootinvesteerders, vooral omdat de economische wetgeving mettertijd aan hun noden werd aangepast. Een aanpassing van onze maatschappijvorm, welke nu vrijwel uitsluitend is gericht op het bereiken van individueel succes, is noodzakelijk om coöperaties, zoals oorspronkelijk bedoeld, levensvatbaar te maken. Het coöperatief principe, welke weliswaar iedereen, enerzijds volgens zijn mogelijkheden laat ontplooien en presteren, maar anderzijds het gelijkwaardigheidbeginsel huldigt, kan enkel gedijen binnen een coöperatieve samenleving waar ook op politiek en sociaal vlak het samen beslissen en uitvoeren in de praktijk wordt gebracht. 

    De realiteit verplicht mij echter om vast te stellen dat wij sinds de jaren vijftig van vorige eeuw, nog nooit zo ver van dit ideaalbeeld zijn verwijderd als dat nu het geval is. Een Nederlands spreekwoord stelt: "hoop is uitgestelde teleurstelling", maar ik denk dat hoop ook een gevólg van teleurstelling kan zijn. 

    Daarom blijf ik hopen dat, zo niet mijn kleinkinderen, dan toch hun nakomelingen ooit nog deel zullen uitmaken van een coöperatieve samenleving. 

    Renaat van Poelvoorde

    04-01-2012 om 15:13 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    08-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ook deze maatschappijvorm is eindig
    Als alles goed gaat mogen wij nog voor kerstmis een nieuwe federale regering verwachten. En als kers op die taart, daarbij ook een begroting voor volgend jaar die beantwoordt aan de eisen van de Europese en wereld-schaduwregeringen, nl. de Ceo's en raden van bestuur van de banken, de Europese centrale bank en het Internationaal Monetair Fonds.

    Een begroting die de sluipende afbouw van onze sociale zekerheid,die sinds een paar decennia aan de gang is, is een stroomversnelling brengt. Voortaan dient niet meer de werkloosheid, maar de werklozen worden bestreden. Niet meer de ondermaatse werkomstandigheden die knelpuntberoepen creëren, maar 'werkonwillige,' die weigeren een slecht betaalde job te aanvaarden, Niet meer de oorzaken van massaontslagen en nochtans winstmakende bedrijfssluitingen, maar de parasiterende vijftigplussers die via brugpensioen nog net boven de armoedegrens trachten uit te komen.

    Ook in het ziek buitenlandse Europa is bezuinigen de boodschap, ter meerdere eer en glorie van Wall-street en de andere tempels van de allesomvattende moderne religie met een aantal gelovigen waar de Rooms-katholieke kerk én de Islam in hun beste dagen alleen maar konden van dromen. Het aanbidden van het geld- winst- hebzucht- en consumptie-gouden kalf is nog nooit zo 'cool' en populair geweest. Zelfs in deze tijd waar het ons bij middel van Griekenland, en straks misschien ook Spanje, Portugal en Italië, laat voelen dat het onverzadigbaar is.

    De wetenschap dat alles eindig is, dus ook deze maatschappijvorm waar solidariteit, meevoelendheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid en hulpvaardigheid tot nostalgische begrippen dreigen te verworden (of dat deels al zijn), is de enige hoop die ik mijn kinderen en kleinkinderen nog kan meegeven...

    08-11-2011 om 11:03 geschreven door Renaat  


    Tags:maatschappij, samenleving
    >> Reageer (0)
    02-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE SLUIPENDE ONTMANTELING VAN DE HERVERDELING
    Er was een tijd dat zelfs liberale voormannen het idee van een gematigde 'herverdeling' van de rijkdom genegen waren en meegingen in de socialistische gedachte dat hoe groter het inkomen hoe meer men percentsgewijs diende bij te dragen aan de 'algemene middelen', die dan deels werden aangewend om de minderbedeelden te ondersteunen.

    Maar het toenemen van de welvaart bracht omgekeerd evenredig een verminderde solidariteitsgedachte als gevolg. Het herverdelingseffect van de inkomens-personenbelasting is de voorbije decennia stelselmatig afgezwakt.

    Afgezien daarvan hebben allerlei aftrekposten, vrijstellingen, belastingsverminderingen, subsidieringen en betoelagingen heel dikwijls het perverse effect dat iemand met een groter inkomen, netto minder belastingen betaald dan zijn buurman met een lager inkomen.

    Terwijl rechtse politici steeds opnieuw hameren op de theoretische feitelijkheid dat België tot de landen met de hoogste belastingsdruk behoort, verschijnen er jaarlijks lijsten van de gemiddelde belastingaanslagen van o.a. vrije beroepen, die, alhoewel huizend in riante villa's en er een riante levensstijl op nahoudend, volgens hun aangiften hun netto inkomsten het levensminimum amper overstijgen.

    Om nog maar te zwijgen over de talrijke bvba's, vennootschappen, en vooral grote bedrijven die bij middel van fiscale spitstechnologie vrijwel géén belasting betalen.

    Onder het mom van het ondersteunen van de economie en de daaruit voortvloeiende tewerkstelling, wil men steeds meer de lasten op arbeid verminderen door deze te verschuiven naar lasten op product- en dienstenverbruik, dus naar de consument.

    Op het eerste zicht een prijzenswaardig idee. Ware het niet dat vooral de financiële- en bedrijfswereld, daarin gesteund door de rechtse en centrumrechtse partijen daar zeer voor te vinden zijn. En dat moet toch bij elk rechtgeaard links persoon enige argwaan wekken.

    Dat ook de centrumlinkse socialistische en groene partijen daar in meegaan lijkt mij echter in tegenspraak met hun grondbeginselen en hun streven naar een (socialistische) rechtvaardige verdeling van de algemene baten en lasten.

    Want in tegenstelling tot het herverdelend effect dat ons belastingstelsel met progressieve aanslagvoeten heeft, doen lineaire belastingen op verbruik van producten, goederen en diensten juist het tegenovergestelde.

    Waar men bij de inkomstbelastingen niet alleen getalmatig maar ook procentueel meer belastingen betaald, al naar gelang het inkomen groter is, betaald bij belastingen op verbruik, per producteenheid iedereen hetzelfde bedrag aan belasting, onafhankelijk van wat men verdient. Bij een dergelijk systeem besteedt men dus per producteenheid procentueel meer inkomen aan belasting, al naar gelang men minder verdient, en visa versa.

    Met andere woorden: hoe groter het inkomen hoe kleiner het deel ervan is dat men aan belasting bestaalt. En hoe kleiner het inkomen, hoe meer men er procentueel van bijdraagt aan de 'algemene middelen'. Het omgekeerde dus van wat het huidige inkomensbelastingsysteem (weliswaar steeds in mindere mate) pleegt te doen.

    En...er is nog maar: Mensen met inkomen dat lager is dan het belastingvrij minimum, betalen op heden geen inkomensbelasting, terwijl zij wat betreft verbruiksbelasting onderhevig zijn aan dezelfde belastingsvoet als iedereen. Hoe meer lasten men van inkomen op arbeid (dus van de inkomensbelasting) verschuift naar verbruiksbelasting, hoe meer belasting men die, onder de armoedegrens levende, categorie oplegt.

    Besluit: het verschuiven van belasting op arbeid (inkomensbelasting) naar belasting op verbruik (btw) is asociaal, voordelig voor de beterbedeelde en nadelig voor de minderbedeelde. Socialisten en andere links georiënteerden dienen daar per definitie tegen in te gaan.

    Renaat van Poelvoorde

    02-11-2011 om 13:29 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    10-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het zevenkoppige crisismonster

    In 2007 ontstond door de instorting van de hypotheekmarkt een wereldwijde crisis die sindsdien de vorm van een zevenkoppige moeilijk te bedwingen draak heeft aangenomen.

    De oorzaak ervan waren de 'subprime'-hypotheken, waarbij in het begin een lage rente betaald wordt die achteraf langzaamaan oploopt. Het bijzondere van deze hypotheek is dat deze ook zonder enige inkomensgarantie kan worden afgesloten. Toen heel wat inkomensonzekere Amerikanen hun afbetalingsverplichtingen niet meer nakwamen, ontstond de "subprime-crisis" waardoor heel wat banken en verzekeringsmaatschappijen dreigden onderdoor te gaan.

    Als gevolg daarvan ontstond eerst de financiële crisis, die men trachtte te bezweren door wereldwijd honderden miljarden in de banken en andere financiële instellingen te pompen en zodoende het in elkaar storten van het financiële systeem te voorkomen

    Door het wegvallen van het onderling vertrouwen tussen de banken stokte de kredietverlening en konden ondernemingen geen of nog maar beperkt krediet verkrijgen. Het consumentenvertrouwen daalde, de economie kromp en bedrijven reorganiseerden of sloten hun deuren. De tweede kop van de draak kwam tevoorschijn: de economische crisis.

    Gezien de staatsfinanciën onrechtstreeks beheerd en gestuurd worden door de financiële en economische machten, kon ook de crisis van de staatsfinanciën niet uitblijven. Niet enkel door de massale steun aan de banken, maar vooral door de gevolgen van de economische crisis groeide het begrotingstekort van de overheden snel. Daardoor gingen veel regeringen extra geld uitgeven om economische investeringen te stimuleren, waardoor begrotingstekorten en staatsschulden verder opliepen.

    De drakenkop van de staatsfinanciën heeft dezelfde slokdarm als deze van de eurocrisis. Want de landen in Europa met de zwakste economieën moeten steeds hogere rentes betalen voor hun staatsleningen. Door het feit de landen van de eurozone een gemeenschappelijke munt hebben met weliswaar een gemeenschappelijk monetair beleid, maar geen gemeenschappelijk economisch beleid, groeien de sterkere en zwakkere landen steeds verder uit elkaar. Als gevolg daarvan komt de euro onder zware druk te staan en dreigen landen zoals Griekenland, Portugal, Ierland hun schulden niet meer te kunnen betalen. De bijstand vanwege het IMF en de ECB dient niet zozeer om om de Grieken, de Portugezen, en de Ieren te redden, maar in de eerste plaats om de Duitse en Franse banken te helpen die in die landen grote bedragen aan leningen hebben uitstaan.

    Het gevolg van dat alles veroorzaakt uiteindelijk ook een sociale crisis. Want om de geweldige begrotingstekorten terug te dringen, worden er draconische bezuinigingsprogramma’s doorgevoerd, waarbij vooral de overheidsdiensten en de uitkeringen, maar ook de pensioenen en andere voorzieningen het moeten ontgelden. Vooral in de zwakke economieën neemt de werkloosheid enorm toe. Als gevolg van de verarming daalt de binnenlandse consumptie en verslechtert de economie. Dat deze politiek van afwentelen van de crisis op de gewone mensen, terwijl de veroorzakers ervan buiten schot blijven, tot grote sociale onrust leidt is dan ook een vanzelfsprekendheid.

    Een sociale crisis heeft steeds gevolgen op de werking van de democratie. De sociale onrust wordt de kop ingedrukt door het buitenspel zetten van democratische procedures en organen. Het zijn niet zozeer meer de de regeringen of de nationale parlementen, maar de EU en het IMF die beslissen over het economische beleid van de landen die steun krijgen.

    Dat alles veroorzaakt een politieke crisis waar zowel de traditionele rechtse partijen als de sociaaldemocraten verantwoordelijk voor zijn, zoals ze ook verantwoordelijk zijn voor de neoliberale politiek die tot deze crisis heeft geleid.

    Het ziet er naar uit dat dat er binnenkort een nieuwe financiële crisis ontstaat, en voor velen is het duidelijk dat er voorlopig geen einde, of oplossing van, de crisis in zicht is, zoals de Europese leiders ons zo graag willen doen geloven.

    Een constante factor in het geheel is de onderschikking van alles en iedereen aan de financiële markten. De krachten die deze crisis veroorzaakt hebben, krijgen ruim baan om hun verderfelijke praktijken door te zetten. Hun wil is wet, politici en beleidsmakers lopen zich het vuur uit de sloffen om het de financiële markten naar de zin te maken en het is uiteindelijk de bevolking die voor de gevolgen op moet draaien.

    Het lijkt er op dat, analoog in navolging van ons Belgisch federaal systeem, ook het al-omprezen kapitalistische vrijenmarktsysteem, zo niet failliet, dan toch tegen zijn grenzen is aangebotst. De enige manier om deze zevenkoppige crisis op te lossen, zal het aanpakken zijn van de almacht van het grote geld, verzet tegen de bezuinigingen, tegen de afbraak, tegen de werkloosheid, tegen het afwentelen van de crisis op degenen die hem niet veroorzaakt hebben.

    Het is nog maar de vraag of deze klassieke 'vakbonds'-oplossingen het tij kunnen doen keren. Stakingen, en het land lamleggen heeft op korte termijn enkel een verergering van de crisis, meer werkloosheid, en grotere schulden als gevolg. Schulden die hoe dan ook ooit moeten betaald worden. En in een kapitalistisch systeem is dat nu eenmaal de 'gebruiker' aan het einde van de ketting: de bevolking.
    Zolang men, al dan niet met de best mogelijke sociale correcties, in dit systeem blijft hangen, zal er niets veranderen aan de feitelijkheid dat rijkdom armoede creëert en armoede het gevolg is van rijkdomverwerving.

    Het alternatief, een maatschappij waar gelijkwaardigheid vooropstaat, en iedereen, ongeacht zijn mogelijkheden, in min of meer gelijke wijze gebruik kan maken van de vruchten van het gemeenschappelijk bezit en prestaties, mag dan wel ingaan tegen de menselijke natuur, feit is dat de werkzaamheid ervan nog nooit is uitgeprobeerd.

    Wie, om dat tegen te spreken, daaromtrent verwijst naar het voormalig communistisch Oostblok, getuigt van weinig kennis over wat Marx en Engels ooit bedoelden.Evenmin als de voormalige sovjet- en andere communistische leiders dat hadden, laat staan dat zij het wisten (wilden) uit te voeren.

    Renaat van Poelvoorde


    10-10-2011 om 10:01 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    19-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Particratie is geen democratie

    In een democratie is de bevolking soeverein en is alle autoriteit gebaseerd op de instemming van het volk. In een particratie of partitocratie is de wetgevende, en meestal ook de uitvoerende macht in handen van politieke partijen.

    In feiten zijn vrijwel alle zogenaamde democratische landen particratieën, waar de bevolking op gezette tijden via stemming de krachtsverhoudingen bepaalt tussen de zich presenterende politieke partijen.

    Eens de verkiezingsuitslag bekend, eindigt de democratie en gaan, indien geen enkele partij de meerderheid haalt, de onderscheiden partijleidingen, zonder enige verdere inspraak van de bevolking, onder mekaar uitmaken welke parlementaire- en regeringscoalitie het land gaat besturen.

    Het regeerprogramma, dat in een coalitieregering op heel wat punten verschilt van de onderscheiden verkiezingsprogramma’s waarop (theoretisch gezien) de kiezers hun keuze hebben bepaald, wordt door een meerderheid der 'gekozenen des volk', die in werkelijkheid klakkeloos de richtlijnen van de partijtop volgen, goedgekeurd.

    In landen zoals België, waar, zoals bij de recentste federale verkiezingen, de grootste partij amper 17.4% van de stemmen haalt, en er minstens zes partijen nodig zijn om een parlementaire meerderheid te vormen, kan men nog moeilijk stellen dat de gevormde regering, laat staan haar beleid, op “de wil van de kiezer” gericht is.

    Steeds weerkerende uitspraken, zowel door politici, als door burgers, als daar zijn: ‘de wil van de kiezer’, de kiezer heeft gekozen’ de Vlamingen hebben gekozen voor…’, zijn op zijn zachts gezegd ver gezocht. Afgezien van de feitelijkheid dat het grootste deel van de kiezers, on-, onvoldoende-, of zelfs totaal verkeerd geïnformeerd, voor een bepaalde partij stemmen, kiezen heel wat mensen, wars van partijprogramma’s, op personen al naar gelang hun imago of aantrekkingskracht.

    Even onzinnig is de bewering dat er twee verschillende democratieën in dit land zouden zijn: het rechtsstemmend Vlaanderen en het Linksstemmend Wallonië. Het is twijfelachtig of, zo niet de meerderheid, dan toch een groot deel van de N-VA stemmers weten wat de sociaaleconomische standpunten zijn van die partij. (Om nog maar te zwijgen van de VB-stemmers). Ook is het huidige, door centrumrechts gedomineerde CD&V bestuur niet bepaald een afspiegeling van het grootste deel van haar (nog resterende) achterban, dat grotendeel door centrumlinkse ACW-stemmers wordt bevolkt.

    Niet voor niets is blijkbaar niemand binnen eender welke partij, tijdens het voorbije bijna anderhalf jaar op het idee gekomen om, ten einde voorlopig uit de politieke crisis te komen, een a-politieke regering van technocraten te vormen die met volheid van bevoegdheden en met wisselende parlementaire meerderheden zou regeren. Een dergelijk systeem, dat heel wat dichter bij de grondwettelijke ‘scheiding der machten’ zou aanleunen, en daardoor de werkelijke macht van de partijcenacels zou beperken, zou ook veel meer aan de principes van de democratie beantwoorden.

    Ondertussen zouden de politieke partijen, zonder de druk van een noodzakelijke regeringsvorming, en zonder gezichtsverlies, rustig verder kunnen bakkeleien over al of niet noodzakelijke bevoegdheidsoverdrachten.

    Op die manier zouden partijen zoals N-VA, VB, en Groen!, ofwel zoals LDD, een stille dood sterven, ofwel terug tot hun essentie van kleine zweeppartij worden herleid en zouden de kiezers, zelfs in deze particratie, weer kunnen kiezen op grond van de dingen waar het om gaat: nl de sociaal economische richting van onze samenleving.

    19-09-2011 om 11:20 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    30-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bedelmaatschappij
    Er was ooit een tijd, zeg maar sinds de late middeleeuwen tot na de eerste wereldoorlog, dat honger, armoede en ellende toen in onze streken nog in grote mate voorkwam bij de zogenaamde 'lagere klasse', de armen, waar ook het gros van de arbeiders werd bijgerekend.

    Als die, als gevolg van oorlog, epidemie, of weersomstandigheden, of gewoonweg door overmatige uitbuiting, grote vormen begon aan te nemen en té gênant werd voor de adel en welstellende burgerij, organiseerden die feesten en andere gelegenheden waarop men dan met zogenaamde 'gulle' hand aalmoezen uitdeelde aan de noodlijdenden.

    Achteraf kon meneer en mevrouw de Baron of Graaf met een bevredigd en gerust geweten terug over gaan tot de orde van de dag, tot de volgende hongerescalatie zich aanbood en opnieuw beroep werd gedaan op de meelevendheid en hulpvaardigheid van de historische en industriële adel.

    Toen in West-Europa, voor een deel gevolgd door Noord-Amerika, onder druk van het dreigend communisme, de kapitaalbezitters tegen hun zin een systeem ontwikkelden dat de gemeenschap in zijn geheel, niet alleen noodhulp, maar ook de noodzakelijk wordende sociale ondersteuning moest bieden, verdween voor de in die werelddelen geborenen, samen met de plaatselijke oorlogen en epidemieën, ook de honger en ellende, en was er voor de minder fortuinlijken enkel nog sprake van 'sociale' armoede. Sociale armoede: het ontbreken van voldoende inkomen om mee te doen aan het 'sociale verkeer' , restaurants, feesten, festivals, reizen, modieuze kleding, comfortabel wonen, enz.

    In bepaalde delen van de wereld, voornamelijk het zuiden, de derde wereld genoemd, waar na de koloniale tijd de plaatselijke bevolkingen door de kleine rijke elite welke de plaats van de vroegere kolonialisten hadden ingenomen, verder uitgebuit en in nog grotere armoede en ellende werden geduwd, zorgden plaatselijke oorlogen voor de kers op de ellendetaart.

    Ondertussen baden in West-Europa en Noord-Amerika het gros van de door het kapitalisme uitverkorenen, in weelde en vertier, niet vermoedend dat de geschiedenis zich, zoals zij dat steeds heeft gedaan, onvermijdelijk opnieuw zal herhalen: Zoals elke voorgaande beschaving zal ook de onze, eens aan de top gekomen, al dan niet langzaam, vergaan, terwijl ter plaatse of elders, uit het moeras een nieuwe beschaving opstaat die de kiemen van de vergane glorie met zich dragend, gedoemd is om ooit hetzelfde lot te ondergaan.

    En hier leven wij dan, steeds frequenter geplaagd door de voortekenen van die ondergang: de ene economische depressie, onderbroken door een kortstondige heropleving, na de andere. Met een financieel luchtballonsysteem dat wegens de grenzen van zijn opblaasbaarheid bereikend, met de regelmaat van een klok vol gaten scheurt, en wij met zijn allen steeds meer lucht blazend, het te pletter te storten hopen te voorkomen.

    En terwijl wij geen weg weten met onze eigen luxe-miserie komen, de commerciële nieuwszenders voorop, en bij gebrek aan programma-ideeën, de media met schrijnende nieuwsitems en documentaires over de zoveelste hongersnood in Afrika, of verslagen van chronische massale slachtingen en verkrachtingen tussen Afrikaanse of Zuid-Oost-Aziatische volkstammen, en cultuur- of religieuze gemeenschappen

    Wie voldoende moed en kracht heeft, en 'het geluk' zich door misdadige mensenhandelaars van hun schamel bezit te laten beroven met de onnakoombare beloften naar het Westerse walhalla van het aards paradijs te worden gebracht, kan zich hier bij ons als moderne slaaf laten misbruiken en voor kost en inwoon plus een aalmoes onze economie enigszins helpen opvijzelen.


    Wie wij niet kunnen gebruiken geven wij een briefje met het bevel om het land te verlaten, waarna zij, bij gebrek aan middelen om daar gevolg aan te geven, zich onderdompelen in het zwarte circuit en als 21-eeuwse slaven de "noodlijdende zelfstandigen" behulpzaam te zijn bij het op peil houden van hun buitenlandse bankrekeningen.

    En terwijl de rijke banken kunnen rekenen op miljardensteun van de gemeenschap om hun door hebzucht gedreven aandeelhouders ter wille te zijn, en de hulpfondsen voor te sterk in het rood gaande minder fortuinlijke westerse staten met honderden miljarden worden gespijsd, moeten de ontelbare vrijwilligersorganisaties en officieel opgerichte inzamelinginstellingen zich de naad uit het lijf lopen om enkele honderden miljoenen samen te bedelen, om het leven van een deel van de Afrikaanse door honger en uitdrogende kinderen nog enige tijd te rekken.

    Want, laten wij wel wezen, zelfs na intensieve grote internationale solidariteitscampagnes is het opgehaalde geld amper voldoende om de op sterven na dood uitgemergelde Afrikaanse lichamen net voldoende voedsel toe te dienden opdat zij met het laatste beetje overgebleven energie zich nog net voor het ter aarde gaan, zouden kunnen voortplanten. De daar uit voortgekomen dreumesen kunnen dan, voor zover zij niet zijn doodgeborenen en hun tienerleeftijd halen, hetzelfde ellendige bestaan ondergaan, met nóg minder overlevingskans dan hun ouders hadden.

    Want met de minder dan 0.4% van hun bruutnationaal product dat de welstellende wereldgemeenschap aan ontwikkelingshulp besteedt, dat bovendien grotendeels meer de schenkers dan de ontvangers economisch ten goede komt, is het begrip 'ontwikkeling' eerder een eufemisme.

    De periodiek weerkerende bedelrondes waarbij de gemiddelde vrijwillige burgerdonor eenmalig hoogstens 3% van zijn maandinkomen spendeert, aangevuld met het gemeenschapsgeld wat wereldorganisaties van de rijke landen daarvoor ontvangen, is en blijft onvoldoende om de vraag naar noodhulp te voldoen, laat staan dat daar nog wat van overblijft om de oorzaken ervan te bestrijden.

    De modale middenklasser van de rijke westerse geïndustrialiseerde wereld heeft de plaats ingenomen van de Graaf uit de late middeleeuwen en de Baron van de 18de en 19de eeuw. Zonder zichzelf daar iets voor te ontzeggen strooit hij af en toe, al dan niet door valse schaamte gedwongen, met wat in zijn broekzak achtergebleven stuivers, al dan niet bewust van zijn eigenbelang.

    Sinds de dag dat men 'het bezit' heeft ontdekt en het gebruik van geld als middel daartoe gevonden is de mensheid verworden tot een bedelmaatschappij. En omdat het bestaan van armoede grotendeels aan de rijken te wijten is, en rijkdom zinloos is zonder armoede zal, zolang de drang bestaat meer te bezitten en te zijn dan de andere, zowel rijkdom als armoede blijven bestaan.

    Renaat van Poelvoorde

    30-08-2011 om 17:15 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    19-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ondemocratische van onze democratie
    Ons Belgisch politiek systeem is een 'representatieve democratie, waarin het volk vertegenwoordigers afvaardigt naar een parlement, die daar in naam van de burgers wetten en reglementeringen al dan niet goedkeurt, en o.a diegenen aanstelt die voor de uitvoering ervan zorgen. (de regering) Vorig jaar in juni kregen wij Belgen, zoals de grondwet bepaald, de gelegenheid onze vertegenwoordigers in het federaal parlement te kiezen. Omdat enkele gewijzigde artikelen in de kieswet door het grondwettelijk hof ongrondwettelijk waren verklaard, waren deze verkiezingen in feiten ongrondwettelijk, maar met het gezegde 'nood breekt wet' voor ogen verklaarden de ongrondwettelijk gekozenen de verkiezingsuitslag dan maar wettelijk.
    Zoals in de meeste democratieën presenteren de kandidaat-volksvertegenwoordigers en senatoren zich aan de kiezers op een verzamellijst van een politieke partij. Of beter gezegd: De onderscheiden partijleidingen beslissen wie er op die lijsten kandideert.

    In de grondwet is er met geen woord sprake over politieke partijen, wat natuurlijk niet wegneemt dat kandidaat-volksvertegenwoordigers zich om praktische reden, zowel voor als na de verkiezingen, mogen verenigen in een bepaalde politieke stroming

    Uiteraard is het grondwettelijk mogelijk zich als 'onafhankelijke', dus tot geen enkele politieke partij behorend, kandidaat aan de kiezer voor te stellen, maar gezien de hoge kosten en organisatorische rompslomp die zowel een verkiezingscampagne als de parlementaire werking met zich meebrengt, is dat in de praktijk in feiten onbegonnen werk.

    Als gevolg daarvan kunnen wij in regel dus enkel kiezen voor kandidaten welke een bepaald partijprogramma onderschrijven, en zich bijgevolg, eens verkozen, bij de uitoefening van hun mandaat zich er toe verbonden hebben de betrokken partijlijn en de richtlijnen van de partijtop na te leven.

    Dat maakt de gekozen parlementsleden weliswaar in theorie de 'gekozenen des volk', zoals dat grondwettelijk voorzien is, maar in de praktijk zijn zij de vertegenwoordigers van de politieke partijen. In (en buiten) het parlement treden zij op als spreekbuis en/of 'stemknopduwer'. Het zijn dus niet zijzelf, maar de partij die bepaalt wat er al dan niet gezegd en/of gestemd wordt.

    Zelfs al hebben wij een voorkeurstem op een bepaalde kandidaat uitgebracht, wij kiezen dus geen persoon als vertegenwoordiger, maar een partij.

    Omdat sinds de helft van vorige eeuw in België geen enkele partij de meerderheid meer haalt, dienen verkiezingen in dit land, in tegenstelling tot wat men de burger voorhoudt, niet om een bepaald soort beleid, laat staan om een regering, of eerste minister te kiezen, maar wordt hij ter stembus geroepen om enkel de machtsverhouding tussen de verschillende partijen te bepalen. Vanaf de dag na de verkiezingen, gaan de partijkopstukken dan onder mekaar uitmaken welke parlementaire meerderheidscoalitie er tot stand komt. Een compromis-regeerprogramma wordt opgemaakt, en ministerposten worden verdeeld. Ten slotte wordt de regeringsamenstelling en haar programma door de vertegenwoordigers van de meerderheidspartijen in de "kamer van volksvertegenwoordigers" goedgekeurd.

    Om de grondwettelijke schijn hoog te houden laat men één en ander weliswaar de de Koning bevestigen, maar die handelt uiteraard volledig volgens aangeven van de partijvoorzitters.
    Zoals in vele landen is, onder het mom van de politieke versplintering tegen te gaan, sinds jaren een 'kiesdrempel' ingesteld, waardoor de stemmen voor partijen welke minder dan 5% van de kiezers wisten te bekoren, automatisch verdeeld worden onder de andere partijen.


    Daardoor worden alle burgers die voor de niet-kiesdrempelhalende partijen hebben gestemd, samen met al deze die om welke reden ook, blanco, of ongeldig hebben gestemd, vertegenwoordigd door partijen voor wie ze geenszins hebben willen stemmen.

    Samen met de feitelijkheid dat, afhankelijk van de regio, en al naargelang het daar gehaalde aantal stemmen, er nogal relatief grote verschillen zijn tussen het benodigde aantal stemmen voor een kamer- of senaatzetel, maakt de kiesdrempel en het ontbreken van vertegenwoordiging van blanco- en ongeldig-stemmers, dat er nogal wat vragen kunnen gesteld worden over het democratisch gehalte van dit systeem.

    Maar dat zou al bij al, gezien dit 'afgewassen' democratisch systeem wereldwijd verbreid is, nog te pruimen zijn, indien het daar zou bij blijven. Men is echter in dit land heel wat verder is gegaan in het "dé-democratiseren" van ons politiek systeem..

    In België is men, sinds begin van de jaren zeventig van vorige eeuw, als gevolg van de (terechte) Vlaamse ontvoogdingstrijd, via de verschillende staatshervormingen, er in geslaagd ons federaal democratisch systeem zodanig uit te hollen dat men, samen met een taalgrens, als gevolg van de taalsplitsing van de politieke partijen, eveneens een 'politieke grens' tussen de taalgemeenschappen heeft ingesteld.

    Daardoor werd de democratische keuzevrijheid van de kiezer beperkt tot enkel de regionale partijen van zijn eigen regio. Als gevolg daarvan wordt hij, wat ook de verkiezingsuitslag moge wezen, zowel via het parlement als de regering voor de helft vertegenwoordigd en geregeerd door partijen voor wie hij NIET heeft kunnen stemmen.

    In geen enkel ander land ter wereld bestaat het parlement en de regering uitsluitend uit regionale partijen, eenvoudigweg omdat het zowel ondemocratisch als onzinnig is dat partijen die enkel verantwoording hebben af te leggen tegenover een bepaalde regio, toch de andere regio's meebesturen.

    De feitelijke politieke, culturele en maatschappelijke twee- (drie-) deling van dit land, evenals de huidige reeds meer dan een jaar durende politieke impasse, en onvermogen een federale regering te vormen, zijn daar het logische gevolg van.

    Omdat de 'grootste' partij van dit land, met amper 17.4% van de stemmen, en de tweede grootste (13.7%), samen 31.1% van de stemmen, wegens hun ideologische tegengesteldheid, tot geen akkoord kunnen komen, en de andere partijen om (regionale)electorale reden zich niet van één van beiden durven ontdoen, wordt hier bewezen dat ook de verkrachting van de democratie zijn grenzen heeft.

    Wij leven hier niet, zoals voorstanders van een ver doorgedreven federalisering beweren, in een land met twee verschillende democratieën, maar in een land zònder democratie, of op zijn minst, een ondemocratische democratie.

    Dat de logica van een federale kieskring voor federale verkiezingen geen ingang vindt, kan deze vaststelling alleen maar onderstrepen.

    Renaat van Poelvoorde

    19-07-2011 om 10:02 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    14-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Linkse en rechtse rechtvaardigheid
    Wie er de, hetzij de wetenschappelijke,
    filosofische of ethische, literatuur op naslaat ten einde enig inzicht te
    verwerven over de begrippen 'eerlijkheid' en 'rechtvaardigheid, is er in feiten
    aan voor zijn moeite.

    Het eindresultaat van dergelijk speurwerk kan uiteraard moeilijk anders zijn
    dan het besluit dat, zoals de meeste begrippen die over menselijke verhoudingen
    gaan, het afhankelijk is van wie ze hanteert en op wie of op wat ze betrekking
    hebben.

    Hoe dan ook is er een merkbare scheidingslijn te ontwaren tussen de 'linkse'
    en 'rechtse' rechtvaardigheid en eerlijkheid.

    Even belangrijk bij het
    gebruik van eerder vermelde begrippen, zijn ook de interpretaties van woorden
    zoals 'wij', 'zij',  en 'algemeen belang'

    Wie zijn "wij"? Zijn
    dat gelijkgezinden? De 'gelijkgegoeden'? De noodlijdenden? Of zijn dat diegenen
    die anderen (kunnen of willen) helpen? Of wordt hier  gewoonweg 'wijzelf', de
    mensheid in zijn geheel bedoeld?

    Als men spreekt over het 'algemeen
    belang', bedoeld men daar in feiten meestal het 'groepsbelang' of het belang van
    een bepaalde gemeenschap, land of volk mee. Hoe ruimer men dat begrip ziet, hoe
    vager en ondefinieerbaarder dat 'belang' wordt. Want zoals de individuele
    belangen zijn ook de verschillende groeps- en leefgemeenschapsbelangen in heel
    wat opzichten meestal aan elkaar tegengesteld.

    Zo ook als men het over
    'rechtvaardigheid' heeft.  Linkse idealisten zoals ik, vinden het rechtvaardig
    dat 'de grondstoffen en de 'vruchten' die ze voortbrengen, 'eerlijk' (weer zo'n
    dubbelzinnig woord) dienen verdeeld te worden. Centerm- en rechtsgerichte 
    personen zien eerder rechtvaardigheid in het belonen, al  al naargelang de
    inzet, prestatie, en het bekomen resultaat van diegenen die aan de opbrengsten
    ervan meewerken.

    Wie ontkent dat het verwerven van rijkdom voor de enen,
    in regel het verarmen of het bestendigen van de armoede van anderen betekent,
    ontkent de geschiedenis. Bovendien zijn niet alleen de rijken en betergegoeden,
    maar ook het grootste deel van de gemiddeld-gegoeden zelden bereidt om een deel
    van hun bezit af te staan ten voordele van mindergegoeden en armen.

    De
    cruciale vraag is dan ook: zijn "wij" (het westen, de geïndustrialiseerde
    landen, de rijken en zelfs de beter- en gemiddeldgegoeden, zoals de meerderheid
    van Vlaanderen), bereid onze levensstandaard te verminderen? Zijn wij bereidt om
    een deel van onze welvaart af te staan aan de volkeren die wij in de vorige eeuw
    uitgebuit hebben en laten onderdrukken door een door ons rijk gemaakte elite?
    Dat alles ter compensatie voor het leveren van goedkope
    grondstoffen?

    'Gematigd links' stelt dat het niet zo eenvoudig is om in
    onze kapitalistische democratische mondiale samenleving 'het geld te halen waar
    het zit'.

    En laat dàt nu juist de
    kern van het probleem zijn: heit feit dat de sociaal democratie zich heeft
    ingebed in het kapitalistische vrije marktsysteem, en al ruim tevreden is dat
    zij het enigszins wat sociaal heeft kunnen 'corrigeren'.
     
    Voor rechts en
    centrumrechts, en zelfs een deel van centrumlinks wordt deze 'gecorrigeerde
    onrechtvaardigheid' min of meer als voldoende  rechtvaardig geacht. Niet in het
    minst omdat deze nog juist voldoende de belangen van zowel rijken als
    betergegoeden vrijwaart.

    Deze staan samen met de gemiddeldgegoeden (noodgewongen)
    een heel klein deel van hun inkomen af aan een 'solidariteitstelsel, net
    voldoende om de lage levensstandaard van de minderbedeelden en de armoede van de
    armen te bestendigen.

    Dat juist door dit zogenaamd
    'solidariteitsverzekeringstelsel' een aanzienlijk deel van het aldus voorradig
    'gemeenschapsgeld'
    ook terug naar de rijken, beter- en gemiddeldgegoeden vloeit,waardoor de
    eenheidsvergoedingen relatief laag blijven, wordt normaal en zelfs noodzakelijk
    bevonden omdat anders  de bereidheid tot solidariteit in het gedrang zou
    komen.

    Zo noemt
    men het eerlijk en rechtvaardig dat bijdragen die dienen om noodlijdenden en
    mindergegoeden dezelfde onderwijsmogelijkheden en ziekteverzorging te geven als
    de bemiddelden, bedragmatig verdeeld worden tussen iedereen. Dus ook  aan
    diegenen die het, gezien hun bezit en inkomen, best kunnen missen. Dat daardoor
    zelfs de armsten nog steeds een deel van de onderwijs- en ziektekosten voor
    eigen rekening moeten nemen, schijnt eveneens deel uit te maken van deze
    twijfelachtige eerlijkheid en rechtvaardigheid.

    Ons belastingsysteem, voornamelijk toegespitst op het inkomen uit arbeid,
    wordt, gezien het zogenaamd 'herverdelend effect' die de verschillende
    belastingvoeten theoretisch hebben, door links als vrij  rechtvaardig beschouwd.

    Sinds zijn ontstaan is het systeem met der tijd systematisch uitgehold
    doordat via allerlei kostenaftrekken en vrijstellingen, en mede door de minimale
    belasting op inkomsten uit vermogen en kapitaal, het werkelijke
    belastingpercentage de oorspronkelijke belastingvoet verre van benadert.

    Deze praktijk geeft dikwijls het perverse effect dat het
    netto-belastingpercentage kleiner is al naargelang het bruto belastbaar inkomen
    hoger is. Dit wordt dan weer door rechts gezien als een 'rechtvaardige
    correctie' van het voor hen onrechtvaardige belastingsysteem.

    Zo worden de begrippen van de woorden 'rechtvaardigheid' en
    'onrechtvaardigheid', 'eerlijkheid' en 'oneerlijkheid', totaal tegenovergesteld,
    al naar gelang wie ze gebruikt, en vooral in welke sociale status hij zich
    bevindt.

    Idem voor de omschrijving van het 'algemeen belang'. Enerzijds dienen vanuit
    kapitalistisch oogpunt, de kapitaalkrachtigen te worden ontzien omdat zij zorgen
    voor de werkgelegenheid, en de loonslaven voor hun inkomen dus van hen 
    afhankelijk zijn. Het is ontegensprekelijk dat daardoor de kloof tussen 'arm' en
    'rijk' steeds groter wordt. Anderzijds is het juist de afhankelijkheid van het
    grootkapitaal die sociale hervormingen, noodzakelijk om de wereldwijde armoede,
    ellende en oorlog te bestrijden, in de weg staan.

               
    Ik ben lang niet de enige die het voorgaande als oorzaak aanwijst voor de
    mensonterende schande dat  wereldwijd nog steeds elke dag 27.400 mensen sterven
    van honger en om en bij 1.000.000.000 (1 miljard) mensen in mensonwaardige
    armoede leven.

    Wie dat, hoe hij het ook bekijkt, dàt eerlijk en rechtvaardig, en 'in het
    algemeen belang' durft te noemen wens ik uit volle overtuiging een armoedig
    leven toe...









    14-06-2011 om 11:44 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    17-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wordt dit land een bananen-koningrijk?

    De grondwet bepaald dat het parlement de wetten maakt, de regering ze laat uitvoeren, en justitie oordeelt en sanctioneert indien ze overtreden worden. Maar gezien onze democratie in werkelijkheid een particratie is, wordt dit land in hoofdzaak bestuurd, enerzijds door de tentakels van de politieke meerderheidspartijen én de door hen aangestelde justitiefunctionarissen, en anderzijds door de nationale als internationale financiële en economische machten.

    In een zogenaamde democratie, waar enkele partijbonzen beslissen, of, wanneer, en welke regering er ooit zal komen, en in een 'Rechtstaat'  waar een één of andere hooggeplaatste magistraat beslist, of, wanneer, en in welke mate bepaalde wetten en reglementeringen uitgevoerd en gesanctioneerd zullen worden, is het niet verwonderlijk dat politiediensten, als deel van de uitvoerende macht, zich dagelijks de onwettige macht toe-eigenen  om bvb te beslissen, of, wanneer en in welke mate men overtredingen al dan niet vaststelt. Bij het niet vaststellen van een waargenomen overtreding, beslist de politieambtenaar dus dat de overtreder niet zal worden vervolgden stelt hij zich in de plaats van de gerechtelijke macht, en gaat bijgevolg zijn bevoegdheid te buiten.

    Dat ook de Gerechtelijke Macht niet vies is om zichzelf wetgevende allures aan te meten, bewijst het Brussel parket dat in samenspraak met de lokale politie heeft besloten om bestuurders in de zones met een 30km/h-snelheidsbeperking pas vanaf  57 Km/h  daadwerkelijk te beboeten.

    Tussendoor beslist men om, de bedrijfswereld en particulieren die het kunnen betalen, te overladen met subsidies, als ze hun daken maar ontsieren met milieuonvriendelijke zonnecellen om milieuvriendelijk elektriciteit te produceren, en de winstderving dat dit betekent voor de monopolie-energieleveranciers, door de reguliere consument te laten betalen.

    De banken bedelven hun klanten terug met 'lucratieve' en 'winstrijke' zogenaamde veilige beleggingen, en 'belonen'  hun CEO's met  meta-lonen en dito bonussen, de lonen moeten matigen, en werklozenvergoedingen in tijd beperken. Hoe wij onze 330 miljard collectieve schuld gaan terugbetalen, de pensioenen gaan betalen de huur- en woningmarkt terug betaalbaar maken, enz., dat zien wij dan wel...als er een regering is...

    Wordt dit land écht een bananen-koninkrijk?

    17-04-2011 om 12:20 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    12-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voedsel als wegwerpproduct

    Tegenwoordig is honger in de wereld niet langer een belangrijk nieuwsfeit. Het is bij voorbaat oud nieuws. Hier en daar vindt je sporadisch nog wel een eenzame foto van een uitgemergeld kind in de krant, omgeven door al even hongerige vliegen, maar meer dan eens is dat omdat deze in één of andere fotowedstrijd een prijs wegens fotografisch kunstig heeft gewonnen.

    Steeds weerkerend wereldnieuws is anderzijds wel de foto's over elitaire modeshows of -evenementen de jaarlijkse 'London Fashion Week' waar anorexia-meisjes in een flodderige jurkjes dienst doen als wandelende kapstokken. Graatmagere modellen stellen ondergewicht hier gedachteloos voor als de maat van de ideale mens.

    Zoals meerder mensen bezondig ik zelf mij ook wel eens aan het weggooien van een ongebruikt maar al te geel uitziend pakje roomboter, of ietwat verpieterd witloof of tomaten. Zoals elk milieubewust persoon dump ik dat dan bij het GFT-afval waardoor ik mij minder schuldig voel omdat het dan waarschijnlijk nog als potgrond wordt gereclisseerd.

    Volgens onderzoekers belandt wereldwijd zowat de helft van de landbouwproducten op het stort, en verkwisten wij daardoor een aanzienlijk deel van onze natuurlijke bronnen. Zo wordt een vierde van het gezamenlijke watergebruik op aarde gebruikt voor de productie van levensmiddelen die uiteindelijk vernietigd worden.

    Tussen de 15 tot 20 procent van de broeikasgassen ontstaat bij de productie van levensmiddelen dat achteraf als afval wordt weggegooid. Dat is meer dan de gezamenlijke uitstoot van alle voertuigen die fossiele brandstoffen verbruiken. De helft minder voedsel laten verpieteren en als afval dumpen zou dus een even grote besparing aan broeikasgassen opleveren als dat wij wereldwijd de helft van alle auto's in de garage houden.

    In onze tweeverdienermaatschappij gaan wij één keer in de week onze inkopen doen. Daarom kopen wij ook meestal te veel en verkeerd. Omdat wij het nooit geleerd hebben (en er de tijd niet voor nemen), koken wij niet met restjes, en gooien daardoor veel ongebruikt voedsel weg.



    Ook de handelsketens voorzien een respectabel deel van hun groeten- vlees en zuivelproducten als uiteindelijk verlieslatend afvalproduct. Groenten die er niet meer dagvers uitzien gaan samen met de verpakte zak appelen die één rot exemplaar bevat de rekken uit en de afvalcontainer in. Supermarkten gooien liever een deel van nog steeds veilig eetbaar voedsel op tijd weg dan ervan beticht te worden dat ze voedsel-over-tijd verkopen.

    De producenten van voorverpakt bederfbaar voedsel stellen de houdbaarheidsdatum meestal korter dan nodig in. Daar hebben zij uiteraard economisch belang bij omdat hoe meer er door de supermarkt wordt weggegooid, hoe groter hun aankooporders zijn. De omzetten in de voedingsmiddelenbranche stijgen ieder jaar. De kookprogramma's op de televisiestations zijn een ware hype geworden, en er worden bijna even veel kookboeken verkocht als romans.

    Ondertussen wordt er steeds meer eten weggegooid, proberen we met z'n allen zo mager mogelijk te blijven, en laten ons genoegzaal leiden door al dan niet juiste berichten dat de honger in de wereld afneemt.

    Dat verminderd ons schuldgevoel.

    Dat na de drinkwatervoorziening, het voldoende voedsel produceren voor de tien miljard mensen die binnen enkele decennia deze aardkloot bemesten en vervuilen, het voorlopig nog niet op te lossen probleem zal worden, zijn blijkbaar zorgen voor later. Wij huldigen daarvoor tegen beter weten in dankbaar de 'Dehaene-theorie': "pas een oplossing zoeken voor de problemen als ze zich stellen".

    Want...hoe minder we weten over hoe de voedingsindustrie functioneert, hoe beter we ons voelen.

    Jammer, want juist een bewustere omgang met voeding zou heel wat bijdragen om de huidige honger in de wereld te verminderen, en zou kunnen bijdragen om de bedenkelijke toekomst van het mensdom te redden.


    12-04-2011 om 10:21 geschreven door Renaat  


    Tags:Voedsel, actualiteit, politiek
    >> Reageer (0)
    12-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het utopische plan-B

    Zowel de RTBF-reportage “Bye Bye Belgium” van vorig jaar, als het het beruchte “plan B” waar de Waalse PS-voorzitter het had, en ook de reportage van de VRT over een eventuele splitsing van het land, hebben velen onder ons het idee gegeven dat dit wel eens zou kunnen gebeuren

    De recente 'onderhandelingsgeschiedenis' m.b.t. de federale regeringsvorming en staatshervorming geven echter aan dat het vandaag totaal onrealistisch is om tot een onderhandelde splitsing van het land te komen. De eindeloze onderhandelingen over de splitsing van BHV maken dat duidelijk. Als men na jaren onderhandelen rond BHV een onderhandelde splitsing nog steeds moeilijk blijft, wat moet dat dan niet zijn indien pakweg de staatsschuld moet worden gesplitst en over staatsgrenzen moet worden beslist?

    Om nog maar te zwijgen over Brussel, waar de voorstanders van een splitsing geen enkele aanvaardbare oplossing voor hebben. De Brusselaars zelf staan negatief tegenover aansluiting bij een onafhankelijk Vlaanderen en evenmin staan zij te trappelen om zich bij Wallonië te voegen. Bovendien heeft nog steeds niemand weten uit te leggen hoe Brussel als administratief knooppunt van de rest van het land, laat staan als Europese hoofdstad, zowel op sociaal-, bestuurlijk- als financieel vlak, als aparte entiteit kunnen bestaan?

    De Belgische (dus Vlaamse én Waalse) economie is tot nader order nog steeds grotendeels in handen van de traditionele grote kapitaalkrachtige families zoals de Mévius, Van Damme, de Spoelberch, Solvay, Saverys, Frère-Bourgeois, Colruyt, Boël, Bekaert, enz. Alhoewel dat niet steeds openlijk blijkt, hebben deze oude dynastieën van de patronale en financiële wereld nog steeds nog steeds een machtige positie, niet alleen in de Belgische economische, maar ook financiële wereld.

    Bovendien is het idee van onder meer de N-VA, van een “Europa van de regio’s”, een illusie. De economische crisis heeft duidelijk gemaakt dat de interne tegenstellingen in de Europese Unie van die aard dat dit vooralsnog een verre droom blijft. Meer dan ooit is spreken over een een verdieping van de Europese Unie om tot een soort van “Europese staat” te komen het negeren van de realiteit en is niets meer dan dagdromen.

    Het feit dat slechts een kleine 25% van de Vlamingen en amper een goede 10% van de totale Belgische bevolking voor een volledige onafhankelijkheid van de huidige regio's is, is weliswaar een zo veel mogelijk op de achtergrond gehouden gegeven, maar daarom niet minder belangrijk.

    Tot slot is een splitsing van het land dus voorlopig niet aan de orde, en de nu reeds meer dan acht maanden durende politieke 'stellingen- en loopgravenoorlog' geeft aan dat dit bovendien niet op een vreedzame wijze kunnen worden doorgevoerd.

    Ondertussen loopt de verdeel-en-heerspolitiek van de burgerij, door vooral de Vlaams-nationalistische N-VA en haar gefrustreerde voormalige kartelpartner CDé&V, uit de hand, met als gevolg een groeiende polarisatie.

    Het moge toch stilaan duidelijk worden dat bij deze nationale kwestie, uitgezonderd BHV, niet zozeer het communautaire, maar het de links-rechts tegenstelling is die dit land verdeelt, en er daarom op kapitalistische basis geen antwoord is op te vinden.

    De Vlaamse salonsocialisten, samen met versplinterd links dienen zich van de noodzaak bewust te worden om samen met de Waalse linkerzijde front te vormen om in te gaan tegen het kapitalistische systeem en op te komen voor een socialistisch alternatief.

    Een effectieve volledige opdeling van het land is voor hen economisch gezien verre van interessant. Alhoewel de concurrentie tussen de verschillende regio’s voor hen niet bepaald een probleem vormt, al was het maar dat de macht van de arbeidersbeweging verminderd, zou een opsplitsing van het land daadwerkelijk de financiële belangen van de echte machthebbers in dit land bedreigen.

    12-03-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    Tags:plan b, politiek, regering,
    >> Reageer (0)
    06-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Compromissen zijn altijd 'slechte' akkoorden

    Na zeven en een halve maand informeren, verduidelijken en bemiddelen, raken politici en allerhande  experten, technici,  professoren en opinieduiders het maar niet met elkaar eens over hoe en op welke wijze men dit land moet hervormen, laat staan, over welke nieuw federale regering het dient te besturen.

    Het verkeerd gebruik, of gewoon misbruik van woorden en begrippen zoals "responsabelisering", "confederale staat", "confederaal model",  "beter geen akkoord  dan een slecht akkoord", komen stilaan mijn strot uit.

    Poltici (en hun entourage, waarbij ik min of meer ook de media begin te rekenen) menen, al dan niet terecht, dat hun kiezers van dergelijke begrippen geen kaas hebben gegeten, en maken zich bijgevolg te pas en te onpas ongestraft schuldig aan woord- en begripsverkrachting .

    Zo wordt de egoïstische eis dat ieder van de gewesten het maar met zijn, al dan niet voldoende, eigen inkomsten moet rooien, vakkundig bedekt met het stilaan populair wordend begrip 'responsabelisering'.

    Sommigen willen van België een 'confederale staat' maken. Een begrip dat helemaal niet bestaat, gezien een confederatie bestaat uit verschillende van elkaar onafhankelijke staten en dus gezamenlijk helemaal geen staat zijn, maar enkel een verdrag met elkaar hebben afgesloten om bepaalde bevoegdheden gezamenlijk te regelen. (zoals bvb de E.U). Bijgevolg is het begrip 'confederaal model' uiteraard een contradictie in terminus.'

    En dan is om de haverklap die dooddoener "beter geen akkoord dan een slecht akkoord". Alsof een compromis, een onderhandelde oplossing waar men ongeveer het midden tussen beide, of de grootste gemene deler tussen meerdere ver uiteenlopende standpunten tracht te vinden, niet ALTIJD een slecht akkoord is.

    Uiteraard. Bij een compromis krijgt er niemand zijn zin, en in de ogen van de één heeft de andere meer of minder verkregen dan hijzelf. Een compromis is in wezen geen oplossing voor een geschil, het brengt geen vrede na een oorlog, maar is alleen een 'wapenstilstand' waarbij de verschillende partijen overeenkomen om onder bepaalde voorwaarden af te zien van hun oorspronkelijke doelstellingen, of zich verbinden om (voorlopig) geen actie meer te ondernemen om ze te bereiken..

    Een compromis is dus altijd een tijdelijke oplossing waar de 'voorwaarden' de kiemen in zich dragen welke zich op langere termijn  opnieuw tot surrogaten van het oorspronkelijk probleem ontwikkelen.

    Bij de achtereenvolgende Belgische staatshervormingen, werd een 'taalgrens' afgebakend, welke in bepaalde gebieden wegens taalfaciliteiten en buitengewestelijke kieskringen, in feiten irreëel werd, Terloopos versplinterde men sommige beleidsbevoegdheden tot in het onzinnige, en creëerde men een federaal bestuur bestaande uit enkel gewestelijke partijen, die weliswaar gans het land besturen, maar in één enkel gewest verkiesbaar zijn of verantwoording moeten afleggen. Allemaal hervormingen die stuk voor stuk compromissen waren waarvan men wist dat zij maar een  deeloplossing waren voor onze, oorspronkelijk uitsluitend, taal-, problemen.

    Al die compromissen waren per definitie 'SLECHTE' akkoorden omdat een zogenaamd 'goed' en werkbaar akkoord onmogelijk was , gezien er dan een winnaar en een verliezer zou zijn geweest.

    De oorspronkelijke taalproblematiek, waarvan het probleem Brussel, de faciliteitgemeenten, en het kiesarrondissement BHV de uit vorige akkoorden ontkiemde problematiek vormen, zijn intussen tot sociaaleconomische beleidsproblemen uitgegroeid. Door de teloorgang van de kolen- en staalindustrie, waardoor tot de jaren zestig, Wallonië de Belgische economische motor was, verarmde sindsdien het zuidelijk deel van het land en had het steeds meer steun nodig van het economisch steeds sterkere wordende Noorden.

    Eén en ander, waaronder niet in het minst de Franstalige taalhalsstarrigheid, heeft er voor gezorgd dat men in Vlaanderen steeds minder begrip opbracht voor de hoeveelheid Vlaams belastinggeld dat naar het Waals landsgedeelte vloeit, en vooral de wijze waarop het daar, in de ogen van vele Vlamingen, 'misbruikt' wordt.

    Sinds de eeuwwisseling vertaalt dit ongenoegen zich steeds meer in de opgang van de Vlaams-nationalistische centrumrechtse partij N-VA, welke sinds de verkiezingen van vorig jaar wegens haar omvang niet enkel 'onmisbaar' maar tevens bepalend is geworden voor een nieuwe regering- en staatshervorming.
    Maar omdat men bij vorige hervormingen grondwettelijk heeft vastgelegd dat alle daaropvolgende staatkundige- regime- en constitutionele hervormingen alleen via consensus tussen de taalgemeenschappen kunnen tot stand worden gebracht, zijn alle, al dan niet gerechtvaardigde desbetreffende eisen en verlangens van de ene taalgroep, afhankelijk van de goedkeuring door de andere.

    Men kan enerzijds wel bedenkingen hebben  over het democratisch gehalte van een dergelijk systeem, maar anderzijds kan men er niet onderuit dat deze regeling indertijd op democratische wijze is goedgekeurd door een Vlaamse meerderheid.

    Elke 'onrechtvaardigheid', 'financiële last', en 'onwerkbare situatie' welke op dit ogenblik Vlaanderen als dusdanig ervaart, is het gevolg van toegevingen, inderdaad door Vlaamse onderhandelaars gedaan, als tegengewicht voor de Vlaamse vraag naar- en het bekomen van alsmaar meer autonomie en overdracht van nationale bevoegdheden naar het gewestelijk niveau.

    Die steeds grotere autonomie en bevoegdheden van de gewesten betekende voor het economisch groeiend Vlaanderen een voordeel, terwijl het voor het verzwakt Waalse gewest meer lasten dan baten met zich meebracht. Daarom waren dergelijke overeenkomsten voor Vlaanderen 'verworvenheden', en voor Wallonië, toegevingen.

    Wie zijn gat verbrand, moet op de blaren zitten, zegt het aloude Vlaams spreekwoord, en dus ook bij deze staatshervorming zal men tot een compromis, dus vooral in de ogen van nationalistisch Vlaanderen,  tot een 'slecht' akkoord moeten komen.

    Want, laten wij wel wezen. Niemand geeft ongedwongen rechten of voorrechten af, zonder dat hij daar iets evenwichtig voor in de plaats krijgt.

    En laat het nu juist dat zijn dat de voorbije zeven maanden een 'compromis' blokkeert: Vlaanderen heeft niets meer te bieden in ruil voor wat het van Wallonië vraagt: Het wil vrijwel op alle persoonsgebonden en sociaal-economische gebieden volledige zelfstandigheid voor de gewesten, en afstand doen van de automatische solidariteit.

    m.a.w. Het welvarende Vlaanderen wil zijn grotere rijkdom niet meer delen met het armlastige Wallonie. De zogenaamde 'hardwerkende Vlaming' wil niet meer opdraaien voor de in zijn ogen 'plantrekkende en werkonwillige Waal'. Dat is, in gewone, voor iedereen begrijpbare taal gezegd, wat N-VA en rechtse CD&V-ers in "wetsratees" uitleggen als "onverklaarbare geldstromen naar Wallonie", "economische hefbomen" en "responsabiliseringen"

    Dat de Waalse partijen daar vrijwel eenstemmig "NON" tegen zeggen, en ook de Vlaamse linkse partijen daar enige moeite bij hebben, hoeft niemand te verwonderen. Een akkoord dat Veel beter is voor de ene, en waar de andere min of meer slechter mee wordt, mag dan wel (voor Vlaanderen) een goed en sluitend akkoord zijn, een compromis is het alleszins niet.

    Met "liever geen akkoord dan een slecht akkoord" kan Wallonië best leven. Wie dat zegt, stelt zich dusd ongewild op als bondgenoot van dàt deel van de Franstaligen dat geen enkele verandering wenst. In dat opzicht fungeert het Vlaams-Nationalisme in feiten als bondgenoot van het Waals-Belgiesisme. Het kan verkeren zou Bredero zeggen...

    Het alternatief: splitsing van Belgie: dus het akkoord van de Franstaligen om in ALLES toe te geven , is per definitie onbestaande.

    Het ultieme alternatief: de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring door het Vlaams parlement, is alleen al door het bestaan van Europees Brussel, volkomen utopisch, tenzij voor luchtfietsende onverlaten die zich in Kosovo of Tsjetsjenië wanen. 

    06-02-2011 om 09:13 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    04-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hypocriet en ongemeend
    Bij het begin van een nieuw jaar is het altijd goed om even achterom te kijken, al was het maar om, rekening houdend met het verleden,  onze voornemens, verwachtingen en eventuele streefdoelen enigszins bij te sturen tot een realistisch niveau.

    Want, laten wij eerlijk zijn, afgezien van de nietszeggende oppervlakkige inhoudsloze en daarenboven meestal ongemeende nieuwjaarswensen die wij kwistig om ons heen sprenkelen en ontvangen, kijken wij gewoontegetrouw met enig optimisme naar de, voorral nabije, toekomst.
     Het zijn aloude clichés dat de geschiedenis zich steeds herhaalt, en de mens, zo niet helemaal niet, dan toch moeilijk leert uit zijn fouten, maar voor wie vandaag tijdens de jaarwisseling hoopvol heeft geklonken op het komende jaar, gelden zij meer dan ooit.

    In tegenstelling tot de gemiddelde mens, die het als het over toekomst gaat het meestal over zijn eigen persoon of gezin, of in het beste geval ook nog over familie en bedrijf heeft, heb ik het hier over de toekomstverwachtingen voor 'de gemeenschap'. Zowel de gemeenschap als volk, als land, als de mensheid in zijn geheel.

    Op een leeftijd gekomen waar men aardig wat ervaringsjaren achter zich heeft, en men hoopt dat daar nog een derde van aan toegevoegd zal worden, vinden wij, en daarmee bedoelen wij  het éénderde van de mensheid die het nu 'goed' heeft, er steeds 'op vooruit' zijn gegaan, en dat wij voor alle problemen die 'de mensheid' hebben bedreigd, tot heden steeds een 'oplossing' hebben gevonden.

    Daaruit menen wij te kunnen besluiten dat de kans groot is dat dit in de toekomst zo verder zal gaan. Er zijn, zegt men, geen aanwijzingen dat wij niet in staat zouden zijn om de problemen die onze welvaart en de samenleving bedreigen, aan te pakken en daar een (voor ons aanvaardbare) oplossing voor te vinden.

    Ook ikzelf ben wel degelijk van mening dat de mensheid de mogelijkheid heeft om daadwerkelijke en efficiënte oplossingen uit te werken voor de eeuwenlange problematiek van de armoede, ellende honger,  en epidemieziekten, oorlogen, overbevolking, milieuvervuiling en het door de mens veroorzaakte deel van de klimaatverandering.

    Maar de terugblik, niet alleen in het voorbije jaar, maar in de paar duizend jaar voorheen, leren mij dat het niet de vraag is of de mensheid daar al dan niet toe in staat is, dan wel of zij daar toe bereid is. En spijtig genoeg geeft de geschiedkundige realiteit aan dat dit niet zo is.
    De bereidheid om oplossingen te zoeken voor de mensheid- en samenlevingbedreigende problemen is gebonden aan de voorwaarde dat op zijn minst onze welvaart blijft behouden en zo mogelijk nog verbetert.

    Voor  het feit dat een dergelijke aanpak een onoverkomelijke contradictie inhoudt: sluiten wij koppig de ogen. Want laat het juist onze welvaart zijn en de drang om die steeds meer te vergroten, die in grote mate verantwoordelijk is voor de aangehaalde problematiek.
    Om onze welvaart te beschermen en te verhogen is een gestage groei van bevolking (overbevolking) noodzakelijk, en een steeds  verdere uitbreiding van landbouw- woon- en industriegebieden (milieuvernietiging en -vervuiling) nodig. Bovendien moet een steeds grotere productie en consumptie van goederen zorgen voor de noodzakelijke economische groei en winstmaximalisatie. (lucht- en bodemvervuiling en klimaatverandering)
     Ons kapitalistisch sociaaleconomisch samenlevingsmodel is nu eenmaal op gestoeld op een systeem dat de samenleving- en milieu problemen als gevolg heeft.
     
    Het val moeilijk te ontkennen dat ons huidig welvaartspeil is bereikt dankzij de uitbuiting en onmenselijke behandeling van de bevolkingen in Afrika, Zuid-Amerika, en zuidoost Azië waar wij in de 18de, 19, en tot half in de 20ste eeuw via slavenarbeid hen ontroofden van de voor onze industriële opbouw zo noodzakelijke grondstoffen. De huidige armoede en ellende (inclusief oorlogen) zijn een rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg van ons kolonisatiesysteem, waaraan wij tot de jaren zestig van de twintigste eeuw grotendeels de opbouw van onze welvaart hebben te danken.

     Rijkdom is een gevolg van armoede, en visa-versa. Zonder armoede kan er geen rijkdom bestaan, zij zijn van mekaar afhankelijk. Gans ons samenlevingsmodel en -systeem, hoe sociaal het in sommige landen ook moge zijn, is gestoeld op het eeuwenoude principe van discriminering en ongelijkwaardige behandeling. van mensen, al naar gelang hun fysische en/of psychische mogelijkheden,  De macht van de sterkste, de slimste, de populairste, de meest bezittende, de hoogst gewaardeerde, enz.

    Het beschermen van onze welvaart houdt in feiten het in standhouden of zelfs vergroten van de milieu en samenlevingsproblemen. Het doeltreffend en blijvend aanpakken van die problemen noodzaakt een afbouw van ons welvaartspeil.(in de eerste plaats het welvaartspeil dat de betergegoeden aanhouden)

    En omdat wij nu eenmaal niet bereid zijn om in te boeten aan welvaart behelpen wij ons met oplossingen die enkel als pijnstillers werken. Gevolg is dat 'de ziekte' blijft voortwoekeren.
    Eén en ander is niet enkel op wereldvlak, maar ook in ons kleine landjevan toepassing. De reden waarom wij na meer dan zes maand na de verkiezingen nog steeds geen nieuwe federale regering hebben is eveneens het gevolg van diezelfde onwil om aan welvaart in te boeten (Wallonië) en de drang om ze te verhogen (Vlaanderen) De (terechte) weigering van de ene om armer te worden opdat de andere zich zou kunnen verrijken, en de egoïstische neiging om de solidariteitsbijdrage aan de minderbedeelde voor zichzelf te behouden en zich daardoor te verrijken.

    Het vinden van een compromis kan er toe leiden dat beiden tijdelijk enigszins hun levenstandaard behouden, maar brengt geen oplossing voor de oorzaak van het probleem: Het verschil in rijkdom!

    Bij elke jaarwisseling laten wij het verleden voor wat het is. En vrij van enige wijsheid en inzicht formuleren wij onze wensen en verwachtingen voor het nieuwe jaar. En juist omdat wij weigeren het verleden in acht te nemen, zijn die, zo niet hypocriet en ongemeend, dan toch op zijn minst hol, oppervlakkig en waardeloos.

    04-01-2011 om 13:56 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    29-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat men krijgt, wordt betaald

    Wij hebben het steeds over belastingen, taksen, accijnzen, en sociale bijdragen die wij betalen aan 'de staat'. Over premies, lonen, toelagen, vergoedingen, pensioenen, subsidies die door de 'overheid' worden verstrekt. Over gronden, gebouwen, bedrijven, waardepapieren, geld en schulden van de overheid.

    Allemaal larie en apekool! Want 'de overheid' is niets meer of minder dan de notaris, secretaris of penningmeester, door ons aangesteld om de goede werking te verzorgen van 'de vennootschap' die wij met zijn allen als gemeenschap hebben gevormd, en waar wij a rato van ons belastbaar inkomen, aandeelhouder in zijn.

    Zowel de gemeentelijke, provinciale, gewestelijke als federale overheid zijn in feiten de 'dagelijkse besturen, gecontroleerd door de 'raden van bestuur, van de respectievelijke 'vennootschappen'. Wijzelf als aandeelhouders van die vennootschappen krijgen dan om de paar jaar de gelegenheid om onze wensen en verzuchtingen via verkiezing van de 'raadsleden' kenbaar te maken. Dat die mooie theorie in de praktijk enigszins anders uitdraait, laten wij hier nu even terzijde.

    Tot daar de les in staatshuishoudkunde. Of ten minste, waaruit een dergelijke les, die verplicht in elke middelbare school, zou moeten bestaan. Dat zou bijdragen tot de bewustmaking dat alle zogenaamde staats- gewest- provincie- en gemeente-eigendom onze gemeenschappelijke eigendom is, en dat alles voor een heel klein deel dus van onszelf is.

    Bij gebrek aan dergelijke gemeenschapsopvoeding is het gros van de goegemeente zich echter niet bewust van de feitelijkheid dat elke euro die wij zogenaamd van 'de overheid' ontvangen, betaald wordt door  onze medeburgers en zelfs een klein deel door onszelf. Overheidsgeld is namelijk het geld dat wij via allerlei belastingen ter beschikking stellen van de gemeenschap en dat de overheid gebruikt om er de gemeenschappelijke kosten mee te financieren en verder te 'herverdelen' onder de bevolking.

    Dat dit niet steeds vakkundig en/of naar behoren gebeurt, heeft veel te maken met de verschillende belangen en noden van de oeroude maar nog steeds (in modernere vorm) bestaande standenmaatschappij. Het hebzuchtige streven naar 'steeds meer' is de beschavingsversie van het eveneens oeroude overlevingsinstinct en is de basisoorzaak van het beschamende feit dat in 2010 rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid meer dan ooit sprookjesachtige utopische begrippen zijn die alleen simplistische luchtfietsende idealisten, zoals ondergetekende, nog zinvol  vinden.   

    Alles wat wij gratis of aan verminderde prijs bekomen, wordt door anderen betaald, of komt in mindering van hun persoonlijk of gemeenschappelijk eigendom. Zo ook met elke subsidiering, toelage, belastingsvermindering, premie e.d. die wij van overheidswege ontvangen.     

    Elke maatregel daaromtrent heeft een bepaalde, meestal eerbare bedoeling. In heel veel gevallen echter zorgen de rechtlijnigheid van de gebruiksvoorwaarden van bepaalde subsidieringen en premiestelsels voor het perverse effect dat heel wat van het daarvoor gereserveerde geld eveneens terecht komt bij diegenen waarvoor het helemaal niet bedoeld is.

      
    Neem bvb het sociaal energietarief dat de minderbedeelden die het wegens hun inkomen moeilijk hebben moet helpen om hun elektriciteit- en verwarmingsverbruik te betalen. Afgezien van de categorieën die daar wegens hun te beperkt inkomen voor in aanmerking komen, kan selfs een gezin een respectabel inkomen eveneens daarvan genieten als bvb een gezinslid voor minstens 65% gehandicapt is en daar een vergoeding voor ontvangt.

    Verder zijn daar de klassieke uitkeringen voor ziekte, werkloosheid, pensioenen, kindergeld, schoolgeld enz. welke persoonsgebonden zijn, en (met uitzondering van lichte correcties bij de werkloosheidsuitkering) lineair zijn en verder geen enkele rekening houden met het gezinsinkomen. Zo kan een alleenstaande man die een maandelijkse alimentatie van amper 10 euro betaald, vrijwel dezelfde werkloosheidsuitkering genieten als een alleenstaande moeder met drie kinderen waarvoor zij geen alimentatie ontvangt.

    Voorbeelden te over van gemeenschapsgelden die onnodig uitgekeerd worden, waardoor de bedragen voor diegenen die het echt nodig hebben ontoereikend zijn en 'wegens geldgebrek' niet verhoogd worden.

    Afgezien van het deel van onze gemeenschappelijke bijdrage dat op die wijze bij vermogenden als 'zakgeld' terechtkomt, zijn er nog de ontelbare belastingaftrekken en investeringssubsidies die niet alleen bij de modale burger die een even modaal huis bouwt of koopt, maar waarmee de gemeenschap eveneens voor een aardeel deel meebetaald aan de riante villa's en domeinen van de grootverdieners.

    Zijn daar ook de milieupremies, 15% van de kostprijs van de 'milieuvriendelijke' nieuwe wagens (waar stilaan alle middenklaswagens beginnen aan te voldoen) die wij met zijn allen (ook de niet wagenbezitters) financieren. Men kan zich afvragen waarom er geen milieukorting is op het gebruik van het openbaar vervoer is? Misschien dat de vergelijking qua CO²-uitstoot tussen de zelfs milieuvriendelijk middenklaswagengebruiker en trein-tram-busgebruiker té duidelijk de hypocritischheid van ons milieubeleid zou aantonen.

    Ten slotte is er nog het perverse systeem van milieucertificaten en energiepremies, toegekend aan wie investeert in zonnepanelen. Een op termijn heel interessante investering waar menigeen, wegens omstandigheden (huurwoning of appartement) of  laag inkomen niet aan toekomt, maar daar zowel via zijn belasting als via zijn verhoogde elektriciteitsrekening toch meebetaald aan de installatie en gebruikskost van anderen.

    Een schrijnerend voorbeeld van iets wat de ene krijgt, al kan hij het gemakkelijk zelf betalen, en waar de andere die het door omstandigheden niet kan verwerven, of het te duur is, toch meebetaald aan het bedrag dat de ene krijgt.

    Als sociaal voelend mens heb ik er niets tegen pù mee te betalen voor wat anderen krijgen, voor zover zij dat wegens hun ondermaats inkomen nodig hebben. Anders wordt het als ik dien te betalen opdat wie het al goed heeft, het nog beter zou krijgen, en daardoor diegenen die het nodig hebben, te weinig krijgen.

    U toch ook...?


       

    29-11-2010 om 12:46 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (1)
    09-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over "gemiddelde" lonen

    Belgische werknemers met een voltijdse job verdienen gemiddeld 2.936 euro bruto per maand. Dat blijkt uit een rapport door de federale overheidsdienst Economie.

    Dat de meerderheid van Belgen een heel stuk onder dat gemiddelde zitten geeft aan dat de minderheid die er boven zit...er ver boven zit!

    Zo toont het loonrapport aan dat bedrijfsleiders gemiddeld 7.870 euro verdienen terwijl de laagste lonen betaald worden aan het horeca-  schoonmaak- en transportpersoneel. Dat deze nog aan een gemiddelde komen van 1.975 euro. zal velen die zelfs daar onder zitten, enigszins verbazen.

    Op het eerste zicht lijkt het feit dat bedrijfsleiders het viervoudige verdienen dan bvb hun poetsvrouw, niet zo sterk overdreven, maar ingewijden weten maar al te goed dat in de hogere looncategorieën nogal wat toegevoegde zogenaamde 'onkosten', bonussen; en voordelen in natura, mede het inkomen bepalen, waardoor een bruto maandloon van om en bij de 8.000 euro in feiten ook ook het netto inkomen vertegenwoordigt, of zelfs het oorspronkelijke brutoloon overstijgt. 

    Bovendien hebben de ‘grootverdieners' hun loon in de voorbije tien jaar ook nog eens het meest zien toenemen. Bij de kaderleden gingen de brutolonen tussen 1999 en 2008 met iets meer dan 38 procent vooruit, bij de bedrijfsleiders met ruim 36 procent. Geen enkele andere beroepsgroep deed het in de voorbije tien jaar beter. Ter vergelijking, bij de metaalarbeiders was de loonstijging een heel stuk minder groot: +23 procent.

    De loonkoven vergroten dus niet alleen door het feit dat 2% van 1000 in geldwaarde vijf maal minder is dan 2% van 5000, maar daarenboven ook nog door het feit dat de procentuele loonstijgingen hoger liggen bij de hogere looncategorieën.

    Dat deze loongegevens ongetwijfeld extra spanning zullen creëren op het tweejaarlijkse, nationaal loonoverleg, dat deze maand van start moet gaan, hoeft geen betoog. Voor Rudy De Leeuw, voorzitter van de socialistische vakbond ABVV, is het logisch dat alle werknemers vooruitgaan in loon. Dus ook de kaderleden. Alleen kan voor hem die ongelijke verdeling tussen de minder- en meerverdieners niet door de beugel. Voor de socialistische vakbond zijn het vooral de laagste lonen die omhoog moeten.

    Het feit dat maar liefst 5 procent van alle werkende Belgen te weinig verdient en in armoede leeft, is voor elk weldenkend en sociaal mens onaanvaardbaar. De cijfers van de Nationale Bank die aangeven dat wij, zowel wat persoonlijk roerend als onroerend bezit betreft, tot één van de welvarendste volken behoren, staat in schril contrast met de feitelijkheid dat in dit land een werknemer met een minimumloon,  in feitelijke sociale armoede leeft.

    Dat Pieter Timmermans, directeur-generaal van de werkgeversfederatie VBO, uiteraard zelf een 'grootverdiener', deze cijfers nuanceert, is uiteraard niet verwonderlijk. Volgens hem is dit rapport onvolledig omdat het alleen de bruto lonen analyseert. Omdat voor de hogere lonen de hoogste belastingtarieven gelden is volgens hem een grote bruto loonsverhoging helemaal niet hetzelfde als een grote verhoging van het netto-inkomen.

    Juist.., maar gezien zij wegens hun hoog inkomen al in die hoogste belastingtarieven zitten, is hun nettoverhoging percentsgewijs dan ook evenredig met hun bruttoverhoging, is het niet, mijnheer Timmermans?... 

    Ook stelt de brave man dat het rapport niets zegt over de loonevolutie in kmo's met minder dan 10 werknemers die toevallig wel de meerderheid van het Belgische bedrijfsleven vertegenwoordigen

    . Gelukkiglijk voor hem, zou ik denken, in die sector, meestal middenstanders, is er enkel sprake van de verplichte loonindexering als 'loonevolutie'. Als men die ook mede in rekening had gebracht in het onderzoek, zou het gemiddeld inkomen van de laagste voltijdse brutolonen geen 1.975,- maar waarschijnlijk om en bij de 1.400,- euro of zelfs lagerliggen...

    09-11-2010 om 12:45 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    11-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wiens brood wij eten...
     

    Door met overheidsgeld, het geld van ons allemaal, dat wij aan de overheid toevertrouwen om onze 'gemeenschappelijke kosten' mee te betalen, de bankencrisis te bedwingen en de pijnen van de daar op volgende economische crisis te verzachten, zien de Europese (en ook andere) landen op tegen grote schuldenbergen en niet te versmaden begrotingstekorten.

    Of het één met het andere wat te maken heeft, durf ik niet met zekerheid te stellen. Maar toch heb ik een redelijk sterk vermoeden dat menigeen zich ondertussen aardig heeft weten te verrijken. En dan heb ik het niet alleen over de groot-onroerendgoedbezitters en de grootkapitaalbezitters, voor wie zowel crisis- als oplevingperiodes goede tijden betekenen, maar eveneens over de gemiddelde gegoede burgers zoals tweeverdieners met een goedbetaalde job, waarvan volgens de recentste cijfers van de Nationale Bank, zowel het onroerend als roerend bezit aanzienlijk is gestegen.

    Met andere woorden, terwijl in landen als België (vooral Vlaanderen), een relatief groot deel van de bevolking het best te pruimen heeft, leeft 'de gemeenschap', de bevolking als geheel, ("de staat" genoemd) onder de 'armoedegrens' met een torenhoge schuldenlast die zij wegens het 'boven haar stand leven' jaarlijks noodzakelijkerwijs met nieuwe leningen dient te bezwaren.

    En omdat, in plaats van de theoretisch verhoopte grote economische grote groei, er vooralsnog enkel sprake is van een 'licht herstel', is er enkel heil te verwachten van 'de tering naar de nering' te zetten. Met andere woorden: ofwel dient de gemeenschap te besparen, véél te besparen, ofwel moet zij meer inkomsten, véél meer inkomsten verwerven. Of een combinatie van beide. 

    Volgens 'simplistische' ultra linkse dagdromers zoals ik, zou men het 'geld kunnen halen waar het zit'. Dat wil zeggen, bij de 'superrijken'. Maar, dat is 'luchtfietserij'. Niet allen omdat die bij het minste onraad met hun "zuur verdiende centen"  naar veiliger oorden zouden verhuizen, maar vooral omdat gans ons financieel en economisch systeem op hen steunt, en zij dus in feiten onze broodheren zijn waar ons werk en inkomen van afhankelijk zijn.

    Omdat wij: zowel de betergegoeden, als jan modaal, als de minderbedeelden daar de dupe zouden van zijn, is dat natuurlijk geen optie. 

    Een meer logische manier om de noodzakelijke 'fondsen' te verwerven zou het meer belasten zijn van de beter gegoeden, zowel de grootverdieners als de grote middenklasse van tweeverdieners met gemiddelde of hogere lonen.

     Maar gezien men het dan heeft over het grootste deel van het kiezerspubliek en de spreekwoordelijke windeieren voor de regerende partijen bij de eerstvolgende verkiezingen massaal uit de lucht zouden vallen, komt deze oplossing, al even 'belachelijk' als de voorgaande.

    Bovendien zou het verplichten van de consumerende aanbidder van het kapitalistische gouden kalf om een groter deel van zijn inkomsten aan de gemeenschap af te staan, afgezien van het te verwachten heftige verzet, een daling van haar koopkracht betekenen. Omdat, zowel sociale onrust in de bedrijven als een daling van de consumptie, minder inkomsten voor hun broodheren betekenen, is een frontvorming van 'werkgevers' en werknemers, zeg maar, "broodheren en loonslaven", niet denkbeeldig.

    Het enige waar men zonder al te veel tegenstand, ja, zelfs met steun van grootverdiener tot 'jan modaal' kan op besparen, zijn de uitgaven tegemoetkomingen, voordelen en voorzieningen die in hoofdzaak moeten  dienen om de minderbedeelden te vrijwaren van relatieve armoede of om hun armoedig bestaan te verzachten.

    Afgezien van het feit dat die groep te lijden heeft onder het stigmatiseringsyndroom, en door velen als 'profiteurs', luiaards en 'hangmat-armen' worden beschouwd, past een grotere en zelfs genadeloze "responsabelisering" van deze groep uiteraard in het rechts-liberaal denken dat vooral in Vlaanderen vandaag grote opgang maakt.

    Uiteindelijk zal men, ten einde het in dit land steeds gelauwerd "solidariteitsprincipe" na te komen, zich beperken om aan de superrijken enkele 'borrelnootjes' aan vragen, de grootverdieners wat te temperen door maxima te stellen aan hun onwezenlijk grote ontslagvergoedingen, en de middenklasse minder belastingaftrekkee toe te bedelen en tot loonmatiging te dwingen.

    Maar, hoe dan ook, voor wie de nog te nemen maatregelen ogenschijnlijk bedoeld mogen zijn, de lage inkomens en minderbedeelden zullen, zo niet via hun inkomen, dan toch vooral percentsgewijs via hun uitgaven het grootste deel van de op til zijnde besparingen 'betalen'

    Zo willen het de broodheren...en gezien wij uit hun handen eten... 

    Renaat Van Poelvoorde.

    11-10-2010 om 11:39 geschreven door Renaat  


    Tags:kapitalisme, socialisme, samenleving, gemeenschap, armoede, welvaart
    >> Reageer (0)
    02-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De rijke gemiddelde Belg
     

    Volgens de recentste cijfers van de  Nationale Bank behoort de gemiddelde Belg tot de rijkste van deze wereld. Zijn netto financieel vermogen, dat wil zeggen zijn spaargeld en financieel beleggingen, bedraagt, zonder rekening te houden met zijn onroerende bezittingen en na aftrek van eventuele lopende leningen, zo maar eventjes 67.200 euro. Het gemiddeld doorsnee gezin bezit 156.000 euro aan spaargelden, aandelen, kasbons en andere waardepapieren.

    Iemand die zich bewust is van hoe men gemiddelden berekend, weet dat die bedragen meer dan beduidend hoger zouden zijn als men het gemiddelde zou berekenen van enkel diegenen die effectief spaargeld en/of financiële beleggingen hebben. De 15% Belgen die onder de armoedegrens leven, bezitten in regel geen enkele financiële reserve, en wie goed om zich heen kijkt, merkt dat zelfs een niet onaardig deel van de bevolking er weliswaar een aanvaardbaar levenspeil op nahoudt, maar juist daardoor niet aan sparen toekomt.

    Om tot het toch wel aanzienlijk gemiddeld bedrag van 156.000 euro te komen is er dus, afgezien van de 10% 'rijken', voor wie het om reden van behoorlijkheid maar goed is dat hun rijkdom niet meer in voormalige Belgische franken wordt uitgedrukt, een relatief groot deel van de bevolking die zich de status van 'betertegoeden' mag aanmeten en waarvan het financieel vermogen eerder om en bij het dubbele zal schommelen.

    Eigenlijk zijn de cijfers van de Nationale Bank, vooral als men ze logisch analyseert, een bevestiging van wat een goede waarnemer bij gebrek aan cijfers alleen maar kan vermoeden, namelijk dat er voor, zo niet het grootste, dan toch voor een heel groot deel van de bevolking helemaal geen crisis of slechte tijden zijn geweest. Integendeel, voor wie enigszins wat geld heeft en verdient, betekenen 'slechte tijden', periodes waarin hij zijn luxe-uitgaven enigszins mildert en zijn spaarquota verhoogt, terwijl hij in 'betere tijden' enerzijds meer uitgeeft, maar anderzijds door beursstijgingen eveneens zijn financieel bezit de hoogte ziet ingaan. Voor betergegoeden betekenen slechte tijden dus allen een minder snelle stijging van hun welvaart.

    Met zijn allen hebben wij als gemeenschap een openstaande schuld van meer dan 300 miljard euro, wat maakt dat die zelfde gemiddelde Belg een gemeenschapsschuld heeft van meer dan 28.000 euro. Dus als elke 'gemiddelde Belg' zijn aandeel in de gemeenschappelijke schuld aflost houdt hij toch nog het aardige bedrag van 39.000 euro over. Geen staatschuld meer, en wegens het wegvallen van interestbetaling ook een aanzienlijke structurele vermindering van de begrotingstekorten. Als dat niet mooi zou zijn!

    Uiteraard is een dergelijke denkpiste natuurlijk compleet utopisch. Niet alleen omdat wij met zijn allen denken geen individuele schuld te hebben aan de gemeenschapsschuld, maar nog meer omdat het grootste deel van de staatschuld, via staatsbonnen en staatsobligaties aangegaan is bij individuele Belgische staatsburgers zelf, die daar dus een aardige duit aan verdienen. Gekker kan het eigenlijk niet: het individu die zich verrijkt aan de schuld van de gemeenschap waartoe hij behoort, en waardoor hij dus tegelijkertijd zowel schuldeiser als schuldenaar is.

    Voor die 15% onder de armoedegrens levenden, aangevuld met de 20% weliswaar goed levende, maar aan liquiditeitontbrekende Belgen, zal het allemaal worst wezen. Alhoewel, zij zijn wel de eersten die in 'slechte tijden' de rekening gepresenteerd krijgen, en inkomenspercentsgewijs het meest betalen voor dit perverse systeem, waar zij niet kunnen van meegenieten.

    Renaat Van Poelvoorde.    

    02-08-2010 om 10:06 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    22-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over iest waar niemand wakker van ligt...

    Een maand na de verkiezingen is men blijkbaar gemakshalve al lang vergeten dat een arrest van het Grondwettelijk Hof bepaalde artikelen uit de gewijzigde kieswet als ongrondwettelijk beschouwde.Maar de politici van dit land, zouden zichzelf niet zijn, indien zij het onmogelijke niet mogelijk zouden maken.

    Dus vonden zij voor de gelegenheid wel enkele tot 'grondwetspecialist' uitgeroepen professoren, die stelden dat diezelfde grondwet de verkiezingen verplichtte en dat het goedkeuren van de verkiezingsuitslag door het nieuwe parlement zou volstaan de stembusgang te wettigen.

    Volgens die heren blijken de opperste magistraten van dit land dus incompetent te zijn, en kan men dat arrest dus gewoon bij de ophaling van het papierafval zetten

    .In geen enkel land ter wereld heeft men het ooit aangedurfd om uitspraken van 's lands hoogste institutioneel rechtsorgaan te negeren. Zelfs in dictaturen en schijndemocratieën geeft men er eerde de voorkeur aan om magistraten om te kopen , af te dreigen of te manipuleren, al was het maar om de schijn van een rechtstaat te wekken.

    Dat er nu eenmaal geen andere oplossing bestond dan het arrest te negeren, is al even grote volksverlakkerij als beweren dat het arrest de splitsing van het kiesarrondissement BHV oplegde. Het Grondwettelijk Hof laakte de wijziging binnen de kieswet, welke de arrondissementele kieskringen afschafte en provinciale kieskringen instelde, maar een uitzondering maakte voor de provincie Vlaams Brabant. Dat laatste was niet in overeenstemming met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, stelde het Hof.

     

    Het, al was het maar voorlopig, terug herplaatsen van de oorspronkelijk artikel over de arrondissementeel kieskringen, wat in 'een handomdraai' te doen was, zou de ongrondwettelijkheid van deze stembusuitslag voorkomen hebben.  Maar om electorale reden, en vooral omdat dit het verder uiteenvallen van dit land zou vertragen, was dat voor sommige partijen niet mogelijk.

     

    De burgers van dit land hebben de politici die zij verdienen. Zij doen zoals wijzelf, want als goede Belgen (Vlamingen?) vegen wij toch ook onze voeten aan wetten, als ons dat goed uitkomt.

     

    En bovendien...ligt U daar toch niet wakker van...

     

    22-07-2010 om 10:02 geschreven door Renaat  


    >> Reageer (0)
    07-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onwettig gekozenen wettigen onwettigheid.

    Deze maand gebeuren er in België rare dingen. Dingen die men eerder zou verwachten in Zimbabwe of het Voormalige Zaïre waar wijlen Moeboetoe, en hij alleen de wet uitmaakte. Omdat bepaalde artikels van de kieswet, enkele jaren terug om electorale reden door de vorige paarse regering gewijzigd, niet conform de grondwet zijn, wordt die wet van rechtswege onwettig en zijn de komende verkiezingen, volgens een arrest van het Grondwettelijk Hof, dus illegaal.

    Deze maand worden de Belgen, gezien de opkomstplicht, dus verplicht om deel te nemen aan het onwettelijk verkiezen van de  leden van het federaal parlement, m.a.w. de Belgische burger wordt wettelijk verplicht om mee te werken aan onwettelijke handelingen.

    Juridisch gezien zijn dus ook alle gevolgen en handelingen, voortvloeiend uit die onwettelijke verkiezingen eveneens onwettig en bijgevolg van rechtswege ongeldig.

    Maar Belgische politici zouden zichzelf niet zijn, indien zij daar, volgens henzelf, geen mouw weten aan te passen. Na deze verkiezingen zullen de onwettig volksvertegenwoordigers via het stemmen van een wet die verkiezingen wettelijk maken., De illegaal gekozenen zullen dus zelf hun verkiezing legaliseren. Als voorbeeld van wetsverkrachting kan dat tellen. Moeboetoe zou het indertijd niet beter gekund hebben.

    Nergens hoor ik de vraag stellen over wat er gaat gebeuren als na de verkiezingen één of andere malcontente politieke partij, of een burger die zich benadeeld voelt door een door de gekozenen gestemde wet, hierover bij de Raad Van State klacht indient, en deze, zoals te verwachten valt, de uitspraak van het Grondwettelijk hof volgt. De juridische chaos die daar het gevolg van kan zijn, is niet te overzien. 

    Vrijwel alle regeringen hebben in het verleden regelmatig adviezen (welke niet verplicht opvolgbaar zijn) van De Raad Van State, naast zich neer gelegd, en wetsontwerpen die, gezien niet conform de Grondwet, negatief geadviseerd waren, toch laten stemmen en tot uitvoering gebracht. Maar nog nooit hebben de politici het aangedurfd om, als dat advies achteraf via een arrest bekrachtigd werd, dit te negeren.

    Dat men i.v.m. deze verkiezingen, gezien het gebrek aan consensus tussen de taalgemeenschappen, niet anders kan dan het arrest naast zich neer te leggen, en men dit via goocheltrukken tracht e bedekken met een sluier van wettelijkheid, is begrijpbaar, maar daarom niet minder onaanvaardbaar. In het verleden heeft menig Belgisch politici meer dan één land als een bananenrepubliek bestempeld omdat er daar voor hun  burgers geen rechtszekerheid was.

    Een overheid die zich beroept op de 'wettelijke onregeerbaarheid' en daar de verantwoording uit put om in de onwettelijkheid te treden, kan van zijn burgers niet verwachten dat zij de wetten die daar uit voortspruiten plichtsbewust naleven als hen dat evenmin uitkomt.

    Meer dan een decennia geleden omschreef  huidig Minister van Staat, Mark Eyskens, dit land ook als een 'bananenrepubliek'. De man had blijkbaar paragnostische kwaliteiten... 

    Renaat van Poelvoorde

     

    07-06-2010 om 14:34 geschreven door Renaat  


    Tags:verkiezingen, wetten, BHV
    >> Reageer (0)


    Foto

    Laatste commentaren
  • Van harte welkom (Patricia)
        op De onverdraaglijke lichtheid van de discussie over het wereldgebeuren.
  • De andere sirtaki gaat gewoon verder in dit onland (Stradi)
        op Hoe concurrentie zowel rijkdom als armpoede genereert
  • chers compatriotes, oewaarde landkenoten, salam laleicum (Stradi)
        op De vrijheid die tot zelfvernietiging leidt
  • Kerstboodschap van belastingontduikers (Stradi)
        op Wat men krijgt, wordt betaald
  • Een sos die het zegt (Andre)
        op Tegen het zere been
  • Gastenboek
  • Van harte welkom
  • Goedemiddag
  • Hallo medebloggers in het jaar 2021
  • Wens u nog een fijne zondag
  • Goedemiddag

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Archief per maand
  • 08-2023
  • 12-2022
  • 08-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 07-2020
  • 09-2018
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
  • 12-2005
  • 11-2005
  • 09-2005
  • 08-2005
  • 07-2005
  • 06-2005
  • 05-2005
  • 04-2005
  • 03-2005
  • 02-2005
  • 01-2005
  • 12-2004
  • 11-2004
  • 10-2004
  • 09-2004
  • 08-2004
  • 07-2004
  • 06-2004
  • 05-2004
  • 04-2004
  • 03-2004
  • 12-2003
  • 11-2003
  • 10-2003
  • 08-2003
  • 07-2003
  • 06-2003


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!