Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
In de jaren '70 werden er in het Meetjesland (en verder) stunts met auto's en moto's georganiseerd. Jacky de Tijger was daar de grote vedette van. En deze evenementen trokken altijd veel volk.
Wat mij toch opvalt is de inkomprijs. Nu lijkt me 150 frank in 1976 niet weinig. Maar schijnbaar was dit geen probleem en moest men niet sukkelen voor veel publiek.
Heel grote affiches, dit is maar een stuk, waren ook in de mode vroeger.
Let ook op de slogan: met de dood voor ogen. Zo erg was het nu ook
niet allemaal. Bij mijn weten zijn daar nooit zware ongevallen gebeurd.
Bekijk een filmke op You Tube en zie hoe het er aan toe ging: https://youtu.be/iqd690aVlW4 (Met dank aan Eddy Temmerman)
Gisteren hadden we een prachtige avond in de Eeklose Herbakker. Jean-Bosco Safari liet zich omringen door heel goede muzikanten om, zoals u in de titel wel
kan afleiden, een ode te brengen aan John Lennon. Het was al een hele tijd geleden dat ik zo
genoten heb van een muziekavond. Ook heb ik het nog nooit meegemaakt dat iedereen van het publiek rechtstaat en mee zingt met het orkest. Om 'kiekevel' van te krijgen.
Een mooie 'special act' was niemand minder dan Kris Wauters die zich gewillig liet meeslepen in de prachtige muziek die John Lennon toch wel gemaakt heeft.
John Lennon was ook mijn favoriet bij The Beatles in de tijd. Ik voelde mij voor een paar uren terug 16 jaar....
En laat Ben Crabbé nu de beste drummer zijn die ik in jaren gehoord en gezien heb!
In principe bewaart het Stadsarchief alleen de documenten van en voor de stedelijke administratie, maar in de loop van de eeuwen zijn er toch "vreemde eenden" in de collecties binnen beslopen.
Het bekendste voorbeeld zijn de parochieregisters uit de 17de en 18de eeuw. Zij werden oorspronkelijk bijgehouden in de pastorie/dekenij, maar bij de afschaffing van de kerk in de jaren 1790 in beslag genomen door de Franse overheid. Niet uit bezorgdheid om hun historische waarde natuurlijk, maar gewoon omdat zij onmisbaar waren voor het opstellen van de legerdienstlijsten.
In het zog daarvan kwamen ook enkele kerkrekeningen mee. Een buitenkansje, want de meeste zijn in de loop van de eeuwen verloren gegaan.. Hiermee is de reeks wel verdeeld geraakt over het SAE en het dekenijarchief, maar of en hoe een samenvoeging moet gebeuren laten wij hier in het midden.
Uit de moderne periode bezit het SAE ook een beperkte collectie kerkelijke documenten (ca. 4 meter), wat te verklaren is door het feit dat de rekeningen van de kerkfabriek(en) jaarlijks door de gemeenteraad goedgekeurd moesten worden. Door een kronkel in de kerkelijke structuren gebeurde dit in Eeklo decennia lang ook met de jaarrekeningen van de parochie Oostwinkel.
Ook een vijftal dozen met notariële akten van privéwoningen kunnen vragen doen rijzen. De verklaring is echter eenvoudig. Wie in de 19de/20ste eeuw een plaatsje wilde krijgen in het hospice (bejaardenhuis) van de COO (het latere OCMW), maar een huisje bezat, moest dit eerst overmaken aan deze commissie. Die was een gewone stadsdienst, zodat zijn documenten uiteindelijk in het SAE werden gedeponeerd.
Doordat het SAE en het politiearchief op het stadhuis vele jaren in aan elkaar grenzende ruimten geklasseerd stonden, kwamen sommige stukken wel eens op de verkeerde planken terecht. De delicate politionele stukken zijn inmiddels discreet naar hun juiste bestemming gebracht. Of er ook in de omgekeerde richting iets moet gebeuren is onduidelijk, omdat het politiearchief strikt verboden terrein is voor onbevoegden.
Door de oprichting van de fondsen komen geregeld stukken over naburige gemeenten binnen. In zulke gevallen wordt natuurlijk geprobeerd ze bij de diensten van de betrokken gemeenten onder te brengen: wat niemand in een archief verwacht, wordt immers ook nooit geraadpleegd.
De gebroeders De Vlaeminck, Eric en Roger, waren heel goede cyclocrossers. Maar waar ik feitelijk naar toe wil met deze foto's zijn de toeschouwers.
Bekijk de foto's eens en zie dat het volk tussen de renners staat.
Nu is dat ondenkelijk want het parcours moet van de eerste tot de laatste meter, aan beide zijden, helemaal van een afsluiting voorzien worden en soms kunnen ze nog van de renners niet blijven.
Ondanks dat het nog vroeg op het jaar is brengt een bezoek aan Het Leen in Eeklo al mooie beelden op. Vooral in het arboretum zijn er al verschillende bloemen en planten die aan het ontluiken zijn.
Het is niet ver, men kan er een mooie wandeling maken en met het fototoestel in de hand....
Ik val in herhaling, ik weet het, maar een bezoek aan Het Leen in Eeklo kan ik sterk aanbevelen.
We gaan verder met de 6de latijnse, schooljaar 1967-1968.
Bovenste rij vanaf links:
Wolfgang Vincent, Frank Dyselinck, Franky Van Damme, Charles Van Damme, Jan Demaldré, Omer Pauwels, Marnix Degrande, Guy D’Haeseleer, Marc Janssens, lerares Wiskunde mevrouw M.-T. Van Der Meulen - Voet.
Eerste rij zittend vanaf links:
Sonja Calsyn, Chantal Vrombout, Fanny Moeyersoons, Carine Slock, Martine De Nys, Hélène Accoe, Martine De Witte, Alexandra Mertens.
Reeds vroeger werd in deze rubriek gesignaleerd dat het historisch kaartenmateriaal van Eeklo bijzonder schaars is. De kaartenbak in de centrale leeszaal De Smet bevat een zestigtal stuks, hoofdzakelijk vrij recente kadasterkaarten en de onvermijdelijke driedelige Popp.
De laatste jaren werd de collectie wel aangevuld met een honderdtal plans die de Technische Dienst niet meer bruikbaar vond, en dat stelde het Stadsarchief voor het probleem van de opslag. De rekken en kasten in de voormalige klantenadministratie van Electrabel zijn namelijk niet berekend op stukken groter dan het A3-formaat (42 x 29,7 cm), en voor een tweede kaartenbak is er gewoonweg geen plaats.
De vroeger gebruikelijke cilindervormige kokers zijn moeilijk op te bergen als het om grote aantallen gaat. Stapelen kan nog enigszins, maar ter wille van het opzoeken met de dop naar de gebruiker toe, en dat vereist rekken of kasten van ten minste één meter diep ...
Een handige oplossing werd aangereikt door de dienst groepsaankopen van de provincie, in de vorm van langwerpige dozen van 15 x 15 x 110 cm. Die zijn bedoeld om een tiental grote formaten opgerold in te bewaren, en door hun regelmatige balkvorm kunnen zij ook gestapeld worden.
Ons Stadsarchief koos ervoor ze staande te bewaren in het laatste vrije gedeelte van de kaartenbak: op de ruimte waar in principe een twintigtal kaarten konden hangen, staan er nu ruim zeventig stuks. Een nadeel is wel dat alles vrij strak opgerold moet worden, wat het hanteren ervan er niet eenvoudiger op maakt.
In archieven waar niet op duizend euro min of meer gekeken hoeft te worden, komt dit soort collecties terecht in luxueuze ladekasten van groot formaat, zodat ze keurig horizontaal hun vorm blijven behouden. Ook het Eeklose Stadsarchief heeft enkele jaren geleden eventjes in deze richting gedacht, maar de minimumprijs van (toen) tweeduizend euro per stuk maakte alle discussies onmiddellijk overbodig. En afgezien daarvan is er in de vier leeszaaltjes ook gewoon geen ruimte voor te vinden …