Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
De verbouwingswerken aan de Colruyt in Eeklo zijn ver van af. De openingsdatum van 28 juli komt nochtans met zevenmijlslaarzen dichterbij.
Zo te zien zal de ingang met automatische deuren zijn en is er van binnen nog heel veel werk. Tijdens de werken mag ik echter de Colruyt niet betreden en zo kan ik niet zeggen hoe het allemaal juist in elkaar zit.
Er is een grotere fietsberging voorzien en de luifel waar de winkelkarren in staan is ook anders ingedeeld.
Ook in Eeklo was er Vlaanderen Feest en werd de dag afgesloten met een optreden van Goes Et Goes waarna ook Barbara Dex haar mooie stem liet weerklinken.
Op 2 mei 1898 kwam René Martens op de wereld als enige zoon (hij had alleen een zus Alice) van mandenmaker Jan-Baptist Martens en Hortensia Sabina Van Parys. De mandenmakersfamilie had verscheidene velden in eigendom eind de Zandstraat aan de vaartkant waar hun wilgentenen werden geoogst!
Het winkeltje aan de Botermarkt gelegen naast het bekende 'Straatje zonder einde'. Het wat zuiders aandoende huisje met de lage puntgevel, eeuwen lang het merkteken voor wie Eeklo via de Boelare binnenkwam, lag in feite op de Markt, maar werd op het einde van de jaren 1920 bij de Koning Albertstraat gerekend, waarin het logischerwijze het nummer 1 kreeg. René Martens trouwde met Jozefa Verstraete en kreeg vier kinderen: Jan (1931), Paul (1934), Laura (1936) en Jacques (1942).
In de lijn van de verwachtingen zette René Martens de zaak van zijn vader Jan-Baptist Martens verder, zij het met enige andere accenten. In de gevelteksten was er een evolutie. In de tweede helft van de jaren dertig blijkt de oude geveltekst: J.Martens-Van Parys mandenmaker te zijn vervangen door 'Kinderwagens Ledeganck'. Het trottoir staat volgestouwd, niet alleen met kinderwagens, maar ook met leunstoelen, zitstoeltjes, manden en korven, allemaal in rieten vlechtwerk. Het bedrijfje vervaardigde ook weduwschapsduivenmanden. Nog later werd het winkeltje kortom 'Bazar Ledeganck'.
De stad Eeklo werd op vrijdag 9 juli 2021 de etappeplaats voor de eerste rit van de Baloise Ladies Tour. Dat is de nieuwe naam voor de BeNe Ladies Tour, een hoogstaande rittenwedstrijd in het dameswielrennen.
Donderdag werden de op de Markt cheques door de stad uitgedeeld aan de scholen en andere verenigingen die een bijdrage hebben geleverd aan het schoonhouden van de buurt. Hierbij enkele foto's.
De eerste Handelskilometer was de Raverschootstraat in de jaren ‘70
Walter De Buck zong destijds: ‘In mijn straatjen zijn ’t allemaal kommeeren’. Welnu, als ik je meeneem naar de Raverschootstraat uit mijn jeugdjaren, de jaren zeventig van vorige eeuw, dan kan je gerust iets anders zingen: ‘In mijn straatjen zijn ’t allemaal commerçanten!’ De allereerste Meetjeslandse Handelskilometer lag niet in Maldegem of in Assenede, maar in de Raverschootstraat van toen: op een afstand van nog geen 500 meter waren er maar liefst 17 handelaars, en als we er nog een paar honderd meter bij doen komen we vlotjes aan 20 stuks!
De Raverschootstraat uit de jaren zeventig was geen brede straat met mooie trottoirs, zoals nu het geval is, maar gewoon een eenvaks betonbaantje met links en rechts onverharde stroken en her en der een gracht. Toch bloeide die straat als geen ander. Ik neem u mee op het stuk van (komende van de Markt) net voor het kruispunt met het Mandeweegsken tot net voorbij het kruispunt met de Galgenstraat. En ik spring kriskras van de pare naar de onpare kant, gewoon zoals de zaken en neringdoenders gesitueerd waren. Dit is de Raverschootstraat zoals ik ze me als twaalfjarige herinner.
We starten aan de onpare kant (links), een paar huizen voor het Mandeweegsken. Daar was de bakkerij van Albert Bogaert, waar enkel het brood gebakken werd, er was geen winkel.
Twee huizen verder, aan dezelfde kant, was de woning van het grote gezin van Gustaaf en Clara De Smet. Achter de woning was het atelier waar Staf en enkele van zijn zonen zware meubelen maakten.
Op de hoek van het kruispunt Raverschootstraat met het Mandeweegsken had je het duivenlokaal en bolderscafé Sint-Hubert van Gerard en Georgette Pollier. Het café is er nog altijd en draagt nog altijd dezelfde naam, al noemden wij het vroeger ‘bij Pollierkes’.
(als we even afwijken van de Raverschootstraat en een paar honderd meter het Mandeweegsken inslaan, komen we op de plaats waar Marcel en Angèle Van Den Hemel hun kruidenierswinkel hadden)
Na ons eerste cafébezoek steken we de Raverschootstraat over en komen aan de vroegere fietsenwinkel en het atelier van Julien enIvonne (‘Vonneken’) Van Den Driessche-Vandekerkhove. Julien was bekend als ex-concentratiekampgevangene en maakte er een levenswerk van om, vooral bij de jongeren, te vertellen over wat ginder toen is gebeurd.
Daarnaast baatte Juliens zuster Clara Verhelst-Van Den Driessche een textielwinkeluit, waar je voornamelijk hemden en schorten kon kopen. Ik herinner me dat dit een héél klein winkeltje met immens hoge rekken was.
Nog een huis verder was dedrankenhandel van eerst Tuur en Germaine Gabriël-Schoonackers en hun kinderen Roman en Christiane Gabriël-Schoonackers.
Opnieuw steken we de Raverschootstraat over en botsen we op het kruidenierswinkeltje van Gerard en Germaine Baetslé. Vandaag is daar Happy Feet gevestigd.
Het volgende huis aan dezelfde kant was dat van melkboer Jeroom en Annie Heene-Maes, die melk en boter van de eigen koeien elke morgen op hun ronde uitvoerden, ook Annies zuster Marie ging mee op de baan. Wij woonden daarnaast en hoorden ’s ochtends in alle vroegte het geschuif van de ijzeren melkkannen. Op het betonnen baantje dat tussen het huis en de weide naar de stallingen achteraan liep, heb ik leren fietsen (letterlijk met vallen en opstaan)…
We maken opnieuw de oversteek van de straat en komen aan het winkeltje van Arthur (‘Tuurken’) en Margriet Berghman-Vols, die er handtassen en andere lederwaren verkochten.
Dat was hetzelfde aanbod van hun zoon en schoondochterGeeraard en Mariette Berghman-Baudonck, die zes dagen op zeven als marktkramer op de baan waren. Geeraard was ook muzikant en ’s avonds klonk vaak pianospel uit het venster op de eerste verdieping.
We steken opnieuw over en komen terecht in de kruidenierswinkelvan mijn grootmoeder Elza Van Hulle-Lootens, die – in mijn herinneringen – een enorme snoeptoog had waarin ik regelmatig eens mocht graaien. Mijn grootmoeder had ook een ‘geheim cafeetje’ achter de winkel, waar een aardige omzet Van Hoorebeke werd gedraaid… Mijn grootvaderMaurits hield er ook een handeltje op na: elke vrijdag werden kippen, konijnen en duiven geslacht en die werden ’s zaterdags door mijn vader Achiel rond gevoerd naar vaste klanten in Eeklo. Ik mocht regelmatig mee op ‘de boane’, zoals mijn vader het noemde…
Twee huizen verder was er de groenten- en fruitwinkel van Cyriel Cabooter en Ivonne De Koninck, waar buiten altijd bakken met verse aanwinsten te kijk en te koop stonden.
Nog even verder opnieuw een café: De KorenbloemvanPrudent Hauwenhuyse en Lena Bral, waar ook een bolbaan aanwezig was.
Naast het café was er nog een kruidenierswinkel, die vanGaston De Baets en Rosanna De Keyser. Hier kwam ik mijn wekelijkse Joepie halen, ze hadden ook een fotokopiemachine. Gaston en Rosanna investeerden in hun garage in een grotere winkel, de GARO, evenwel op het moment dat ook Delhaize in de buurt zijn opwachting maakte…
We steken opnieuw de Raverschootstraat over en halverwege de huizenrij nemen we plaats in één van de kappersstoelen van het kapsalon van Nicole Van Kerckhove.
Even verderop, op de hoek met de Galgenstraat, was de slagerij van Antoine en Paula De Pauw Op die plaats is nu Bakker Peter gevestigd.
Aan dezelfde kant maar honderd meter voorbij de Galgenstraat was de kolenhandel (en later ook benzinepomp) van Georges De Neve en Jeannine Heene, voorheen van Filibert en Suzanne Heene. Hier is nu het tankstation De Clercq gevestigd.
We kunnen dit indrukwekkend rijtje handelaars nog uitbreiden, als we aan beide zijden een paar honderd meter verder gaan. Richting Raverschootbrug passeren we aan de onpare kant nog de kruidenierswinkel van Veevaetes (nu computerwinkel Boca. En wanneer we aan de andere kant in de richting Koning Albertstraat stappen komen we net voorbij de draai (nu Kerkhofweg) aan de pare kant de kruidenierswinkel van Elsie Corné-Boone tegen (op de hoek van het baantje naar de parking aan het kerkhof, maar het huis zelf is wel gesloopt). En schuintegenover Elsie’s winkel hielden haar ouders, Marcel en Celina Boone een café (waar nu Bingo gevestigd is).
EXTRA OOG OP DE MARKT IDENTIFICEERT NACHTELIJKE VANDALEN
Het stadsbestuur investeerde afgelopen jaar in extra ogen die bijdragen tot de veiligheid en netheid in onze stad. Op verschillende locaties bezorgen veiligheidscamera’s extra informatie bij sluikstort, vandalisme, malafide gebeurtenissen of calamiteiten.
Afgelopen week werd zo’n vandalisme op de Markt geregistreerd en konden de vandalen achteraf door de politie geïdentificeerd worden. "De betrokkenen krijgen een Proces Verbaal in de bus en zullen opdraaien voor de schade. Wie onze Warme William vloert, maakt kennis met onze veerkracht” knipoogt Burgemeester Luc Vandevelde.
Vandalisme op onze sfeervol ingerichte Markt, het werd op de sociale media sterk veroordeeld.
Warme William is de grote blauwe beer die iedereen uitnodigt om te vertellen wat er scheelt én graag een luisterend oor aanbiedt. Het is een initiatief van het Fonds ‘GavoorGeluk’ en zet in op het versterken van de veerkracht en het mentaal welzijn bij kinderen en jongeren van 0 tot 24 jaar. (Meer info www.warmewilliam.be)
Onze extra ogen in de straat zijn dus bijzonder waardevol en dragen bij tot de algemene veiligheid voor onze Eeklose burgers. We beschikken zowel over vaste toezichtcamera’s op hotspots onder controle van onze politiediensten als over mobiele camera’s voor opsporing van sluikstort in samenwerking met de milieudienst van intercommunale IVM. De camerabeelden worden enkel geraadpleegd indien strafbare feiten gemeld worden, wie niets te verbergen heeft, heeft dus niks te vrezen.
Vandaag kwam het vreselijke nieuws dat Jolien Verschueren overleden is op 31 jarige leeftijd na een lange strijd tegen kanker. De foto nam ik op de cyclocross hier in Eeklo in 2019. Toen had zij al een ingreep gehad aan haar hersentumor. Veel sterkte aan de familie en haar geliefden.
Het is vandaag al 12 jaar geleden dat Alain Deschamps overleden is. Alain was jarenlang het secure sluitstuk van de verdediging van de Eeklose voetbalclub KFC Eeklo. Hij had ook een goed draaiende elektrozaak aan het J.F. Willemsplein.
We zien keeper Alain zittend derde van links. De foto is van op Club Brugge bij de 1/8 finale van de Beker van België.
Deze uurwerken behoren nu tot onze KVVV-collectie!
Een overzicht:'Uurwerken met een apart verhaal'
Wijzerplaat watertorenuurwerk:
In het begin van de twintigste eeuw sloeg de bouwwoede toe bij de zusters Van Liefde aan de Zuidmoerstraat te Eeklo. Terwijl metselaars en timmerlieden koortsachtig werkten aan het ene complex, lagen de plannen voor een ander project al kant en klaar op de tafel. In 1901 startte de bouw van de nieuwe lagere school tegenover de Kaaistraat. In 1902 begon men in de tuin met de bouw van een watertoren voor interne waterdistributie. Door zijn hoogte en door zijn kuip met horloge werd dit bouwwerk een ware blikvanger voor de hele omgeving. Wanneer in 1967 het bovengedeelte van de watertoren werd gesloopt verdween de uurwerkklok uit het stadsbeeld. Eén van de vier wijzerplaten kwam in 1987 door tussenkomst van Antoine De Boever aan de buitenmuur te hangen van het Heemmuseum in het provinciaal domein Het Leen.
Stadshorloge
Op 1 juli 1878 werd begonnen met de afbraak van de oude St.-Vincentiuskerk. Hierdoor kwamen de bewoners van Eeklo zonder officiële stadshorloge te zitten. Horlogemaker Seraphien Minne kreeg dan ook de opdracht van het Eekloos stadsbestuur om een horloge te plaatsen in het driehoekig fronton van de stadhuisgevel. De wijzerplaat werd vervaardigd uit glas waarachter gasverlichting werd aangebracht. Nu kon men ook 's avonds zien hoe laat het was. Bij de grote uitbreiding van het stadhuis in 1931-32 verdween het stadsuurwerk uit de gevel en werd zorgvuldig bewaard door de familie Minne en later geschonken aan het Heemmuseum van Eeklo.
Slingeruurwerk Polydoor Lippens
Eeklonaar Polydoor Lippens woonde te Brussel in de Kruisvaartenstraat 31. Lippens was verbonden aan het ministerie van verkeerswezen. Hij was aangenomen als elektricien en werktuigkundige. Toen in 1835 de eerste trein reed op het vasteland van Brussel naar Mechelen was onze stadsgenoot bij de notabelen die deze eerste treinreis meemaakten. Van 1850 tot 1886 werkte hij voor de Belgische spoorwegen. Jarenlang werden de vertrekuren van de treinen in het Noordstation te Brussel geregeld bij hem thuis. Hij had namelijk een uurwerk gemaakt dat heel minitieus werkte en waarop de spoorwegklok in het station werd afgestemd. Deze moederklok van de Eeklose uitvinder en wetenschapper werd later geschonken aan het Eekloos Heemmuseum door Mevrouw Marie-Louise Vermast, achternicht van Polydoor Lippens.
De Galletklok
Charles-Joseph Gallet was afkomstig uit Moustier-sur-Sambre en vestigde zich na zijn huwelijk in een woning aan de Markt in Eeklo. Hij woonde daar vanaf 1885 tot hij in 1914 zijn intrek nam in een huis in de Brugsestraat. Daarna ging hij zijn geluk beproeven in de Boelare. Uiteindelijk kwam hij in de Molenstraat terecht. In 1922 besloot hij, met de hulp van zijn zonen Lucien en Georges een gigantische horlogecarillon te vervaardigen. Vader en zonen Gallet gebruikten daarvoor afgedankt oorlogsmateriaal. Elke vrije maandag werd er met koortsachtige ijver gewerkt om een uniek en monumentaal slingeruurwerk te maken. In 1926 was alles klaar. Georges zorgde voor de geschilderde versieringen. Lucien stierf vroegtijdig in 1930. In april van dat zelfde crisisjaar exposeerde Gallet zijn pronkstuk in de wereldtentoonstelling van Antwerpen. Een of ander fantast wou toen 100.000fr betalen om het uurwerk in zijn bezit te krijgen, doch de maker wou van geen verkoop weten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het koperen uurwerk veiligheidshalve verborgen achter het werkhuis van vader Gallet in de Molenstraat. Charles-Joseph stierf in 1942 en na de oorlog plaatste men het uurwerk in de winkel van zijn kleinzoon Karel op de hoek van de Kaaistraat en de Stationsstraat, tot deze uurwerkzaak opgedoekt werd. Daarna was het beroemde uurwerk een hele zwerftocht beschoren, tot het uiteindelijk in 1990 door VVV-Eeklo met hulp van het stadsbestuur (een renteloze lening van 5 jaar) kon aangekocht worden.