dit is de fameuze en mysterieuzeneuze GroB blog

Foto

aantal kliks op deze blog



Inhoud blog
  • toedeloe
  • Carlos en Discus
  • ga nog eens testen op doenbaarheid
  • proberen
  • eens proberen
  • test
  • KOKENETEN: lusten hottentotten matelote?
  • We raken niet verhit in Valladolid (2)
  • Valladolid, toch via de juiste afrit (1)
  • KOKENETEN: naar de Ardèche
  • Donibane Lohizune??
  • We rijden knus naar Saint-Jean-de-Luz
  • KOKENETEN uit Mexico, met bonen en zo
  • Honderden hazen en één schildpad in Niort (deel 2)
  • Vuurspektakel in Niort, met Carabosse (deel 1)
  • KOKENETEN: de lekkerste kip in bier vind je HIER!
  • Beaufort04 met het trammetje van plezier
  • Beaufort 04, per tram van ginder tot hier
  • Tussen De Hoogmolen en het Boenderbos
  • KOKENETEN: vis met groenten, in de oven
  • Tussen het groene mos van het Boenderbos...
  • Aan de (water)bak in Cotignac
  • KOKENETEN: 2X lekkers voor de prijs van 1
  • KOKENETEN: 2X lekkers voor de prijs van 1 (deel 2)
  • Stappen door Gent, rond de Vleestent
  • Senioren heerlijk verwend in Gent
  • No more stress in Cadaqués
  • problemen met uploaden
  • Zonder geharrewar naar Alfafar
  • KOKENETEN: over konijnen en hazen

    de daders:            Greta en boB = grob


    Foto

    Organisation de loisir agréable et blabla amical


    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica


    Foto

    zeer interessante links vind je hieronder
  • dit zijn alle foto's en photoshop creaties van Gaviota
  • de beste ontstresser is zuurstof in Zutendaal
  • de vrolijke bloggers: stel je site hier in de kijker en wordt veel vrienden rijker

  • Garfield als kok


    Foto

    kok als Garfield


    Foto

    Gastenboek
  • Op bezoek geweest
  • hoi blogmaatje,
  • Lieve groetjes Nikki
  • verrasend mooi blog !
  • Wandelgroetjes uit Borgloon

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.

    fietsen in Zeeland


    Foto

    een potje Olaba petanque


    Foto

    avond in Burgos


    Foto

    koninklijke glasblazerij tegen Segovia


    Foto

    Expo Oostende voor Anker 2009


    Foto

    terug in Vatan


    Foto

    Salers runderen


    Foto

    als smakelijk hapje in Valencia


    Foto

    fontein in Vejer de la Frontera


    Foto

    kathedraal van Cadiz


    Foto

    standbeeld Tio Pepe in Jerez


    Foto

    trol met Greta in Bergen (Noorwegen)  (trol staat bovenaan)


    Foto

    met kaasboerin in Edam


    Foto

    als vrome bedevaarder


    Foto

    met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao

    Foto

    m.a.w. de weblog van Greta en boB

    de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
    De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB.
    Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet,
    ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.

    23-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noorwegen (4): de sneeuwvanger van Geiranger

     

     

    Geiranger is een ietsepietsie dorpje aan het einde van waarschijnlijk de mooiste fjord ter wereld.

    Op de kaart hierbij zie je links onderaan Schotland, en helemaal onderaan 

    het meest noordelijke deel van Denemarken, waar de Noordzee overvloeit

    in de Baltische zee via het Kattegat.

    De Geirangerfjord dringt héél diep het land in, op de  hoogte van de Far Oer eilanden (helemaal bovenaan links).

    Geiranger ligt midden bovenaan onder de rode punaise ‘A’ op deze kaart.

     

     

     

     

    De aankomst in Geiranger is voorzien om acht uur ’s morgens, maar (niet volgens mijn gewoonte) sta ik al op

    om 6u30, als we de fameuze ‘Seven Sisters’  watervallen passeren.

    In 2005 is deze Geirangerfjord toegevoegd aan Unesco’s werelderfgoed lijst.

     

     

     

     

    Ik ben trouwens niet alleen om midden in de nacht op te staan.

    Hoewel stilaan van geen nacht meer sprake is, want echt donker wordt het

    niet meer. De diverse watervallen doen hun ding aan beide zijden van de fjord,

     maar dat kan je natuurlijk niet in één foto vatten. Men kan van op het schip de

     waterspetters voelen. Verbazend hoe een schip met een zo grote diepgang als dit,

     tamelijk vlot door zo een smalle doorgang kan manoeuvreren.

     

     

     

     

    Om 8u15 nemen we het ontbijt, en intussen wordt aan de lokale autoriteiten de

     toestemming gevraagd om te ontschepen.

    Er is geen kade voor cruiseschepen, dus gebeurt het ontschepen met de oranje

     reddingssloepen, de zogenaamde tenders.

    We maken een uitstap met een autocar naar het hoogste punt vlak in de buurt,

    maar wel op 1500 meter hoogte gelegen.

    Onderweg is er nog een stop voorzien op 1030 meter boven de waterspiegel.

    Hoewel we inwendig al goed gevuld zijn, krijgen we nog een extra ontbijt in deze

     blokhut, onder de vorm van koffie en cake.

     

     

     

     

    Deze refuge deed al dienst in de jaren stillekes.

    Getuigen zijn hierbij foto’s van een eeuw geleden, met auto’s uit de oude doos.

    Let nu even goed op de achtergrond, met een bevroren meer en sneeuwplakken 

    tegen de bergwanden, in een bepaald patroon.

     

     

     

     

    Op deze actuele foto zie je, naast de allochtoon, hetzelfde meer met dezelfde

     ijsschotsen en nog altijd hetzelfde sneeuwpatroon tegen de bergflanken.

    Heel merkwaardig!

     

     

     

     

    Even verder en hoger staat een wagen met een panorama kijkende toerist,

    die ook al lange tijd onderweg lijkt te zijn.

     

     

     

     

    De weg slingert steil omhoog, en de bus neemt de ene haarspeldbocht na de

     andere, temidden van een spinnenweb van kleine rivieren, gevuld met water

    en sneeuw.

    We zijn al lang boven de boomgrens, en alleen wat schraal gras en mos kunnen

    het hier nog met moeite uithouden.

     

     

     

     

    De top van de berg Dalsnibba ligt op 1500 meter. Tot ieders verbazing ligt hier

    een ultramoderne shop en andere punten van interesse.

    Er is zelfs een muziekkiosk, waar elke zondagmorgen de fanfare van Geiranger

     Noorse volksliederen komt spelen.

     

     

     

     

    Van hieruit hebben we een prachtig zicht op de omringende bergen en op de

    plaats waar de fjord ten einde loopt. Het uitzicht is adembenemend en onvergetelijk. 

    De waterlijn is in vogelvlucht op vrij korte afstand, en toch staan we op 1500 meter.

     

     

     

     

     

    Het landschap is apocalyptisch en er staat een strakke wind. Overal liggen losse

     stenen en stukken rots, en het is een traditie dat op de bergtop elke bezoeker

    een steen bovenop een andere plaatst. Kijk maar naar al die hoopjes stenen.

    Ik sta hier met een sneeuwbal in mijn hand. Dat is zo lang geleden dat ik het me

    niet meer kan herinneren. Waarschijnlijk was de laatste keer in de Sierra Nevada.

     

     

     

     

    De toeristen die hier honderd jaar geleden waren, hebben de traditie van het

    stenen leggen al ingezet.

    Hier zie je trouwens een historisch document van hoe het allemaal begonnen is.

     

     

     

     

    In de bus hebben we onze Italiaanse doorwinterde en doorzomerde gids(e) Diana,

     die exclusief met ons op de foto wil.

    Zij verkiest hier elk jaar de ijskoude zomerwind te trotseren, liever dan van lasagne

    te smullen bij haar zuiderse mama. Elk wat wils natuurlijk.

     

     

     

     

    Na het stillen van onze visuele honger rijden we terug naar beneden, waar we

    nog een stop maken op een plaats die al een stuk warmer en comfortabeler is.

    Intussen liggen er al vier cruiseschepen in de baai van Geiranger.

    Ze zijn stuk voor stuk veruit de hoogste gebouwen in en rond het dorp.

     

     

     

     

     

    Van Seniorennet zijn er ongeveer een 120-tal deelnemers aan de cruise.

    De Photoshop groep is vertegenwoordigd door drie leden, die je hier samen ziet.

    Het is niet de kwantiteit die telt, maar de kwantiteit natuurlijk.

     

     

     

     

    Beneden in het dorp zijn enkele aangename shops, waar Greta een trol bedankt

    die voor haar de deur open houdt.

     

     

     

     

    In een van de winkels loopt nog een authentieke Noorse

    Viking rond. Hij ziet er al bij al niet al te gevaarlijk uit.

     

     

     

     

    Iedereen die van boord was wordt langzamerhand opgehaald

    door de oranje tenderboten. Wijzelf nemen de laatste boot en zien de andere

    schuiten intussen achter elkaar in een rijtje naar de Opera varen.

     

     

     

     

    Iedereen is waarschijnlijk aan boord, en we verlaten Geiranger, met op de

     achtergrond de bergtop waar we kortgeleden nog boven stonden.

     

     

     

     

    We hebben nu een lang stuk (letterlijk) voor de boeg, recht naar het uiterste

     noorden.

    Intussen genieten we nadrukkelijk van de natuur, als we niet in een bar zitten.

     

    Dit hier is slechts een kleine selectie van foto’s. Wens je er meer te zien, klik dan:

     

     

    En scroll naar beneden naar “Reizen en vakantie”>Europa>Noorwegen.

    Klik op “Galerij” en je ziet al de foto’s die je wilt.

     

     

     

     

     

    23-04-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    16-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noorwegen (3): Bergen in volle zon

     

     

    De terugkeer uit Marokko heeft nog wel een paar dagen in de oude benen gezeten.

    Het vraagt wel wat inspanning om nu ook mentaal terug te keren naar een totaal

     andere wereld, helemaal in het noorden.

     

    Bergen, Noorwegen.

    Om zeven uur ’s morgens komt de stad in zicht, na een zachte en aangename

     vaart door de ‘Korsfjorden’.

    De stad ligt in een inham van deze oneindig lange fjord, waar het cruiseschip

    heel rustig de tijd neemt om tussen de reusachtig hoge bergwanden te navigeren.

    De Opera legt aan in de niet te grote haven, slechts op enkele stappen

    van het centrum.

    Na het ontbijt staan we klaar om te ontschepen, en het weer is uiterst aangenaam.

    We gaan aan land in deze oude Hanzestad, waar de gebouwen herinneren

    aan een geslaagd commercieel verleden.

    Ook vandaag ziet het er helemaal niet slecht uit.

    Een van de eerste gebouwen waar we langs gaan

    is een middeleeuwse toren.

    P.S. Jammer genoeg moet ik zeer zwaar selecteren in

    het aantal foto’s. Anders wordt het verhaal te lang,

    en Seniorennet kan maar 20 foto’s per keer aan.

     

     

     

     

     

    Met dit prachtweer plannen we een tocht naar de dichtst bijzijnde berg.

    Wat kan je beter doen in een plaats met de naam Bergen?

    Eén van de bergen waaraan de stad zijn naam dankt is de Fløyen. Van hieruit

    is er een goed uitzicht over de stad. Om op de top te komen kan je gebruik maken

     van een kabeltram, de ‘Fløibanen’.

    Heel populair, is deze uitstap, ook bij de autochtonen.

    Te voet omhoog kan ook, maar is wel vermoeiend, en de zeer steile,

    bijna loodrechte kabeltram is een attractie op zichzelf.

     

     

     

     

    Het is een enkelspoor, met maar één rijtuig. Vandaar dat je een beetje geduld

    moet hebben, vooraleer je kunt opstijgen. De derde persoon van links hoopt

    dat het wat vooruitgaat. En het gaat beter vooruit dan verwacht.

     

     

     

     

    Het gebouw binnen is weinig anders dan een perron, bestaande uit

    een aantal trappen.

    De kabeltram komt zoemend aangereden of –geschoven,

    in een zee van licht en probeert of de remmen nog werken,

    wat wel aangeraden is.

     

     

     

     

    Boven op de berg is een hele infrastructuur uitgebouwd:

    speeltuin, wandelpaden in het bos, uitzichthoeken, terrassen,

    winkeltjes en Greta neemt hier haar eerste trol bij de neus.

     

     

     

     

    Bergen is heel verzorgd en goed gestructureerd.

    Het is verspreid over zeven bergen (de syv fjell) en ligt dichtbij ongelooflijke

     fjorden. Bergen is de tweede grootste stad van Noorwegen, en een

    (volgens Noorse normen) uitbundige studentenstad.

    Hier citeer ik wel een Noorse tekstbron.

    Nu ja, als een Noor twee woorden na elkaar zegt dan wordt hij daar al beschouwd

     als verschrikkelijk uitbundig…

     

    Bergen telt 250 000 inwoners, maar het lijkt veel kleiner en intiemer dan het is.

    Op de foto aan de linkerkant ligt een meer, met een fontein middenin.

    De naam van deze plas is ‘Lille-Lungegardvann’. Het enige Noorse woord

    dat ik ken is ‘lille’, wat klein betekent, waarschijnlijk afgeleid van het Engelse Little.

     Of omgekeerd, want de Noren waren duizend jaar geleden al op bezoek in

     Engeland, en ook bij ons trouwens.

     

     

     

     

    Vanaf onze hoge standplaats zien we de MSC Opera liggen, met ernaast

    nog een kleintje. De tijd en de portemonnee tikt hier genadeloos, want een

     ligplaatsje voor een cruiseschip komt in Noorwegen ongeveer op 100 000 €/dag.

     

     

     

     

    Een heerlijk zonnetje doet ons deugd op deze hoogte.

    In de verte liggen een aantal eilanden, met elkaar verbonden door bruggen

    of tunnels.

    De stad is een populair beginpunt voor vakantiegangers die de Noorse fjorden,

     bergen en gletsjers willen zien. Deze stad is het zuidelijke begin- en eindpunt

    van de Hurtigruten, een scheepsroute voor goederen- en passagiersverkeer

    langs de Noorse westkust.

    De Hurtigruten schepen gaan we nog herhaaldelijk te zien krijgen onderweg,

    op weg naar en van het noorden.

     

     

     

     

    De Bergense kabeltram is splinternieuw, en van de vorige versie hebben ze

    een van de tandwieltjes vergeten mee te nemen.

     

     

     

     

    Boven kan je verschillende richtingen uit. Je hebt hier niet alleen de Fløybaan, 

    maar ook de Fløysletten. Waarschijnlijk huizen ze in de Brushytten, de boshutten.

     Zoiets spreekt me wel aan, maar ik mag er niet naartoe van Greta.

     

     

     

     

    De terugweg naar beneden is even steil. De kabeltram is een stijf rijtuig,

    met slechts één compartiment. Dat wil zeggen dat de helling helemaal perfect

    onder dezelfde hoek moet aangelegd zijn, anders ga je de oneffenheden

    serieus voelen. Maar alles verloopt naadloos. De Noren kunnen het.

     

     

     

     

    De Fløibanen wensen ons een fijne dag verder.

     

     

     

     

    Vanwege de gunstige ligging van de haven was Bergen in de middeleeuwen

    een belangrijke link van de Hanzesteden, een groepering van Europese

    en Baltische steden die een handelsovereenkomst afsloten.

    Er is dan ook een museum voor deze vroegere Hanseatic League (dat we niet

     bezoeken).

    Bergen werd volgens de overlevering in 1070 gesticht door koning Olav Kyrre,

     nadat hij de kerrie had uitgevonden.

    Tot 1299 was het de hoofdstad van Noorwegen. Tegen het einde van de 13e eeuw

     werd het een van de belangrijkste Hanzesteden.

     

     

     

     

    Bryggen, het havenkwartier is het gezicht van bergen.

    In Bergen vind je veel cultuur en een inspirerende mix van oude en nieuwe

     architectuur.

    Deze wijk is opgenomen op de Wereld erfgoed lijst van de Unesco.

    In 2000 was Bergen culturele hoofdstad van Europa.

     

     

     

     

     

    Er heerst een gezellige drukte, zonder vervelende toeristische overrompeling.

    À propos: Bergen staat bekend om zijn hevige regenval (gemiddeld 2250 mm

    per jaar). De stad viert jaarlijks in oktober het Regenfestival, met een regenjas-

    en parapluparade. De vele parapluautomaten die overal in de stad te vinden zijn,

     zijn hier beslist geen overbodige luxe. Gelukkig zijn we in juni…

     

     

     

     

    Kantoor- en andere gebouwen hebben een eenvoudige structuur, met kleine,

     vierkante ramen. Waarschijnlijk heeft het (winter)klimaat hiermee te maken.

     

     

     

     

    Kuierend door de straten komen we Rik tegen, onze coole tafelgenoot voor

    een week.

    De straten zijn geplaveid met kasseien, en de banken hebben een armsteun 

    in het midden. Noren vertonen dus toch (minieme) afwijkingen.

     

     

     

    De gebouwen zijn kleurig en netjes onderhouden

    In eigen land of in Spanje kan je zonder verpinken op elk terras een fris schuimend

     pintje drinken.

    In Noorwegen kan dat ook, maar als de rekening komt, vraagt men of je gaat

     betalen met een debet- of creditkaart, of door het afstaan van een nier.

    Echt goedkoop is alcohol hier niet.

     

     

     

     

    Als de beurzen leeg zijn, gaan we maar terug naar het schip, waar Greta duidelijk

     veel plezier aan beleeft.

    Maar dat is wel vóór de niet malse check-in door de Security.

    We mogen zelfs geen foto’s nemen van de check-in ruimte en de (Oost-Europese?)

     Security agenten, met hun zwarte maatpakken, donkere zonnebrillen en

     oorplugjes met gekrulde kabeltjes.

     

     

     

     

    ’s Avonds nemen we afscheid van Bergen onder een wolkenloze hemel.

    Slechts 135 zeemijlen scheiden ons van Geiranger

     

     

     

      

     

     

    16-04-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    15-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noorwegen (2): naar Bergen en de dwergen

     

     

    De dwergen van Noorwegen zijn eigenlijk trollen, maar daarover later meer.

    Intussen deinen we een volledige dag over de Noordzee, aan boord van de MSC

     Opera, recht naar het noorden. Links van ons ligt Engeland en Schotland,

    en aan de rechterkant is Denemarken de dichtste buur.

    Een cruise tast natuurlijk altijd de kusten af, maar het voordeel van Noorwegen

    in dit geval zijn de fjorden. Want hoewel Bergen, onze eerste bestemming,

    eigenlijk diep in het land ligt, kan het cruiseschip er toch geraken via de diepe

     Noorse zoetwatergeulen.

    Bergen ligt exact op de kaart, waar de punaise steekt.

     

     

     

     

    Vandaag nemen we rustig de tijd om het schip te verkennen.

    De lengte is ongeveer 250 meter. De maximale capaciteit aan passagiers ligt

    rond de tweeduizend, verdeeld over een totaal van 856 cabines.

    Er zijn natuurlijk binnen- en buitencabines en suites. Wij logeren in een buitencabine

     op het Norma dek. Er zijn negen dekken toegankelijk voor de passagiers. 

    Op het allerhoogste dek, het zonnedek of minigolfdek sta je vlakbij de schouw(en),

     langs waar de CO2 in de atmosfeer wordt gepompt.

     

     

     

     

    Het is zonnig, warm en alles is relaxed.

    Zelfs Greta neemt nu een boek ter hand op een van de terrassen.

    We genieten van het zalige weer en van de lectuur.

    Het leven van een zeebonk kan aangenaam zijn.

     

     

     

    Bijna alle passagiers, zelfs de meest luidruchtige Italianen, komen tot rust en

    gaan geleidelijk over tot de horizontale houding. Slechts enkelen blijven koppig

    naar de onveranderlijke zee kijken, waarschijnlijk in de hoop om een blik op te

     vangen van een walvis of een monster van Loch Ness, of misschien een Titanic ijsberg?

     

     

     

     

    Te lang in de zon is natuurlijk ook weer ongezond. Na de lunch gaan we wat

     excursies boeken en op hetzelfde dek wat genieten in de ‘Piazza di Spagna’.

     

     

     

    Hier zijn we in een ruimte met wat boetiekjes, en uitgebreide zitplaatsen met bar,

     waar live muziek wordt gespeeld.

    Momenteel zijn twee Hongaarse muzikanten Amerikaanse evergreens

    aan het brengen.

     

     

     

    Na het drankje gaan we een wandeltoer doen langs enkele buitendekken.

    De zee blijft blauw en de hemel ook. Meer moet dat niet zijn.

     

     

     

    Vanavond zijn de passagiers uitgenodigd op de ‘Captain’s Cocktail’.

    We worden persoonlijk welkom geheten door kapitein Giuseppe Galano,

    en we mogen met hem op de foto.

    Maar voor de foto zet hij zelfs zijn pet niet op. Foei.

    Dan mag hij ook niet op mijn foto’s.

     

     

     

     

    Voor het diner is voor de passagiers een vaste plaats voorzien.

    Voor ons is het een tafel van vier die we mogen delen met de sympathieke

    Rik en Rita, vader en dochter uit Brabant. We zullen samen veel lol hebben.

     

     

     

     

    Na het diner worden we verwacht in het Teatro dell’Opera, waar alle officieren

    en gestelde lichamen van het schip worden voorgesteld.

    Dit heeft allemaal niet veel zin natuurlijk, maar the show must go on.

     

     

     

    Hierna worden we nog (figuurlijk) vergast op de Gala Magic Show,

    met de lokale artiesten. Nicole en Hugo zijn niet te zien nochtans.

     

     

     

    Tot slot proeven we nog van een frisse cocktail, meer bepaald een Margarita

    en een Melon Ball. Morgenvroeg komen we aan in Bergen, na een lange tocht

    door een fjord.

     

     

     

     

     

    15-04-2011, 16:23 geschreven door grob  

    Reageer (0)

    13-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: varkentje op stokjes

     

     

    Af en toe een kleine barbecue, of nog beter een tepan yaki, moet kunnen.

    Met die laatste heb je geen noemenswaardig onderhoud.

     

    Dé Spaanse viervoeter bij uitstek is natuurlijk het varken, voor de Serrano hammen.

    Om een echte koe te zien grazen, moet je hier al een eindje weg afleggen. Stieren

     daarentegen worden (voorlopig nog) volop gekweekt, maar voor andere doelen.

     

    In Japan zijn er dan weer niet zoveel varkens, en in de huidige omstandigheden,

     spijtig genoeg, ineens nog veel minder waarschijnlijk. Gelukkig zijn er toch enkele

     Japanse (radioactieve?) exemplaren kunnen ontsnappen via hogere sferen.

     

     

     

     

    Kleingesneden varkensvleesjes zullen we aan een puntige pin rijgen, en als sausje

     gaat een krachtige aioli ons wat extra smaak geven.

    De meesten kennen natuurlijk aioli van smaak, maar ik ga toch enkele mensen

     verblijden met wat meer informatie, hoop ik.

    Het woord aioli komt oorspronkelijk uit het Catalaans (uit het noorden dus van 
    Spanje)
    , en is een samentrekking van de woorden voor look en olie (all i oli).

    Het woord is via het Frans in het Nederlands terechtgekomen en wordt vaak ook 
    (foutief)
    met een trema geschreven: aïoli. Dit is de Franse spelling.

    Aioli is nu overal verspreid, en is zelfs populair geworden bij de Engelsen. Incredible.

     

    Want Engelsen zijn nogal terughoudend, wat continentaal eten betreft.

    Het bewijs wordt hierbij zelfs gegeven: een Engels recept met kabeljauw en aioli.

    Terloops: aioli past uitstekend bij kabeljauw, schelvis, dorade enzovoort.

     

     

     

     

    De oorspronkelijke Catalaanse naam doet me denken aan de tennismatch die ik

     vorige zondag zag op TV in het kader van de Davis Cup tussen België en Spanje.

    In Charleroi speelde Olivier Rochus een enkelwedstrijd tegen Rafael Nadal.

    Het publiek schreeuwde heel de tijd uitzinnig: ‘Allez Oli!!!!’ om Oli(vier) te steunen.

    Nadal, een echte Catalaan uit Mallorca, zal zich afgevraagd hebben waarom

    die Belgische supporters heel de tijd de naam van deze saus scandeerden.

     

    Aioli is een eenvoudig te bereiden looksaus, die veel gebruikt wordt in Spanje

    en elders aan de Middellandse Zee. De saus wordt in het zuiden onder andere

     geserveerd bij salades, koud vlees, vis, pastasalades en als tapa met brood.

     

     

     

     

     

     

    Hierbij dan het klassieke (maar niet Catalaanse) aioli recept.

     

     

     

    Recept Aioli

    Ingrediënten

     

    Bereidingswijze

     

    • De lookteentjes uitpersen of fijnmaken, de eierdooier toevoegen met een snuf zout.
    • Al klutsend met een garde of een vork druppelsgewijs de olijfolie toevoegen met een paar druppels citroensap naar smaak.

     

    Je kunt aioli op drie manieren bekomen: je koopt een pot in de supermarkt, ofwel 
    start je van het begin, volgens het recept hierbij.
    Ofwel start je van een bestaande
     mayonaise, waar de lookteentjes en desgewenst
     wat mosterd wordt aan toegevoegd.
      Ikzelf heb gekozen voor de laatste methode.

    De bereiding van Catalaanse all i oli verschilt van het hierbij vermelde recept.
    Een eierdooier wordt niet toegevoegd omdat er dan sprake is van een
    lookmayonaise,
     en niet langer van een looksaus.
    Het gebruik van een eidooier is een toegeving aan de toeristen.

    Door toevoeging van meer olijfolie wordt de saus vloeibaarder en minder
    uitgesproken van smaak. Ieder zijn ding dus.

    Maar eerst terug naar de varkensspiesjes.

    Rustig aan beginnen is meestal een goed motto.

     

     

     

     

    Naast het varkentje zijn er ook nog tomaten, paprika’s en sjalotten.

     

     

     

     

    De rest van het recept Bob’s varkensspiesen met aioli vind je hier:

     

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    400g varkensvlees, gemarineerd

    maak de paprika’s schoon, verwijder steel en zaad

    olijfolie

    snijd ze in stukjes van 3 op 3 cm

    BBQ kruiden

    pel de sjalotten, snijd ze in twee

    1 kleine groene, en 1 rode paprika

    zet sjalotten en pepers 4’ in de microwave op lage stand

    versgemalen zwarte peper en zout

    doe de sjalotten nog een minuut extra

    4 sjalotten, 4 kleine stevige tomaten

    maak spiesen van vlees, tomaten, paprika’s, sjalotten

    verse tijm en rozemarijn, voor de geur

    olie de brochettes licht met een takje rozemarijn

    3 geperste looktenen (voor de aioli)

    kruid naar eigen smaak

     

    rooster de spitjes op de grill of tepan yaki

     

    laat tijm en rozemarijn mee grillen voor de geur

    TIP: lekker met aïoli

     

    gegrilde tomaten zijn lekker hierbij

    geserveerd met heerlijke pimientos de Padron

     

     

     

     

    De tepan yaki wordt voorverwarmd. De bodem krijgt een laagje olijfolie,

     aangebracht met een takje rozemarijn uit eigen kweek.

     

     

     

    Als de brochettes zijn afgewerkt, mogen ze kennis

    maken met de bakplaat.

     

     

     

     

    Geregeld draaien van de spiesen zorgt ervoor dat alles homogeen gaar wordt.

    Neem nooit ronde spiesen, want dan draait wat erop steekt mee rond!

    Afgeplatte zijn de boodschap. Heb je er toch enkel ronde, steek dan twee spiesen

     door elk stuk vlees en groente op twee centimeter van elkaar.

    Zo kan je ze toch draaien.

     

     

     

     

    Een apart gegrild tomaatje, gevuld met wat look bijvoorbeeld mag er ook bij.

    Je kunt ze nog wat bijvullen met paneermeel en/of basilicum(pasta).

     

    De maxibrochettes proberen op het bord te geraken, maar ze zijn iets te lang.

     

      

     

     

    Serveren met een schep aioli en het kan niet meer stuk!

    Superlekker met overheerlijke groene ‘Pimientos de Padron’

    uit het dorpje Padron in het Noordwesten van Spanje.

     

     

    Jammy jammy.

     

    Bereid in Spanje als variante op een recept van ‘Eten van grill en barbecue’, pag. 42.

     

    13-03-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    03-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noorwegen (1): starten in Dover

     

    Al dikwijls hebben we met onze eigen (zweet)voeten gestaan op het meest

     zuidelijke punt van Europa. Dat is natuurlijk, zoals vele toeristen weten,

    aan de voet van de vuurtoren in Maspalomas, Gran Canaria.

    Waarom eens niet het meest noordelijke toegankelijk punt van Europa gaan 

    bekijken?

    Na enig aardrijkskundig zoekwerk blijkt dat de Noordkaap te zijn in Noorwegen.

    De beste periode is eind juni/begin juli, omdat het dan niet te koud is, en ter plaatse

     de zon niet ondergaat. Wie absoluut het noorderlicht zou willen zien, kan daar enkel

     in de winter terecht. Wijzelf zien dat niet zo zitten, en geven in die periode dan toch

     maar liever de voorkeur aan Spaanse zon.

     

     

     

     

    Op 25 juni 2010 vertrekken we dan, naar het (heel) hoge noorden.

    Opstaan om zes uur ’s morgens is heel lang geleden, en mijn oogleden wegen

     zwaar.

    Onze vrienden Luc en Gina brengen ons met de wagen naar het station van Brugge.

     

    Bij de reisorganisatie MSC kunnen ze niet goed tellen (Italiaanse firma).

    Voor de bus, die al onderweg is vanuit Limburg, en al een paar stops heeft gehad,

     zijn er vier personen en tien valiezen teveel aan.

    Een MSC vertegenwoordiger is niet aanwezig, in strijd met de afspraken. 

    De chauffeur heeft zelfs geen passagierslijst gekregen.

    Fysiek kunnen wij beiden nog in de autocar.

    Aan de zijkant van de bus is een slaapcompartiment voor een tweede chauffeur.

    Onze bagage wordt daar ingepropt, boven op een matras.

    Vier personen blijven staan, en wachten op een andere autocar, die intussen een 

    alternatieve route volgt.

    De weg wordt door onze chauffeur vervolgd naar Calais, welbekend (vooral door

     illegalen) voor zijn overtochten naar Engeland. 

    Op de reusachtige parking houden we een kleine break.

     

     

     

     

    Na een kort bezoek aan de Engelse douane, te voet binnen en terug buiten, 

    kan de autocar de boot op.

    We varen met de maatschappij “Seafrance”, die vorige week toevallig de kranten

     haalde, wegens failliet…

    Hopelijk heeft niemand van de (boze) bemanning hier vandaag de plug

     uitgetrokken.

     

     

     

     

     

    Het is hier een continu gaan en komen van ferry’s, van een viertal maatschappijen.

    Hier eentje van P&O die gaat aanmeren.

     

     

     

     

    Het is zonnig weer, maar niet op zee.

    Als we de haven van Calais verlaten, worden de gebouwen 

    onmiddellijk in een mist gehuld, maar eens in Dover 

    klaart de hemel helemaal op.

     

     

     

     

    Het cruiseschip is de MSC Opera. Elk dek heeft de naam

    van een of andere opera.

    Wij zitten en liggen in een kajuit op dek 9, het “Norma” dek, 

    met twee aparte bedden.

    Aan boord worden we onmiddellijk verpakt als kerstgeschenk, 

    met strikjes en al... Grapje natuurlijk.

    We moeten vanzelfsprekend vóór de afvaart de wettelijk 

    bepaalde reddingsoefeningen uitvoeren.

     

     

     

     

     

    Allemaal op een hoopje door elkaar, onder toezicht van een blondje.

     

     

     

    De veiligheidsmaatregelen zijn enigszins anders dan in een vliegtuig.

    Onthou vooral dit: het belangrijkste voor je redding, bij het zinken van het schip,

    is dat je je hoorapparaat in je rechterhand neemt, en dat verbindt met de luidspreker

     op je borst.

    In je linkerhand neem je een geschilde wortel, die als ontbijt dient, voor als je in het

     zeewater bent beland.

     

     

     

    Het is al een tijdje geleden nog dat ik in Dover was.

    Het doet goed om de skyline nog eens te mogen bekijken, vooral in dit heerlijke

     weertje.

    Ook de andere passagiers hebben hun kerstverpakking afgeworpen en genieten

     volop.

     

     

     

     

    De sfeer is ontspannen en op het bovenste dek kan iedereen met volle teugen

    de Engelse lucht inademen. Het grootste deel van de passagiers zijn Italianen.

     

    Van Seniorennet zijn er ook ruim honderd passagiers meevarend, wij inbegrepen.

    Het is zo geregeld dat deze groep samen zit in één restaurant, waar geen Italianen 

    in de buurt zijn, om de decibels wat te beperken.

     

     

     

    Een klassiek plaatje is dit natuurlijk: de witte klippen van Dover en een drietal

     ferry’s, samen gezellig op de foto.

     

     

     

     

     

    De sfeer is nu totaal relaxed, en de grootste heethoofden koelen 

    zichzelf al af in de zwembaden, nog voor de afvaart.

    Aan de buitenkant van dit bovenste dek is rondom een 

    breed wandelpad, dat ook gebruikt wordt om te joggen.

     

     

     

     

     

    Beneden aan de witte klippen staan de eerste (of laatste) huizen

    van Dover.

    De benedenverdiepingen worden meestal ingenomen door winkels,

    banken en restaurants.

    Gelukkig zitten we op een veilige afstand en hebbenwe daar geen last van.

     

     

     

     

     

    In de haven staat er een leuk vuurtorentje overeind, 

    aan het einde van de pier, waar je als voetganger naartoe kan.

    Achter het raampje boven kan je een glimp opvangen 

    van een ook al klein vuurtorenwachtertje.

     

     

     

     

      

    Aan de andere kant van de haven ligt nog een cruiseschip, 

    toch wel enkele maatjes kleiner dan de Opera.

    Het vervelende van een (weliswaar ultrakort) verblijf in Engeland is dat het daar

    nog altijd een uur vroeger is. We komen net op tijd te weten dat in het officieel

     gedrukt programma alles in Engelse tijd staat.

    Uren van diner, showprogramma’s enzovoort zorgen voor verwarring aan boord.

     

     

     

     

     

    Het kasteel van Dover torent boven de zomerse bomen uit, en doet me sterk

     denken aan de Londense Tower.

     

     

     

     

    Tijd om uit te varen. Met een stevige claxonstoot geeft de stuurman van de Opera 

    het teken. We varen de haven uit, en genieten een laatste maal van de witte klippen.

     

     

     

    De Opera zet definitief koers naar Noorwegen.

    Om niet verloren te varen worden we tot Zuid Noorwegen begeleid door een loods 

    van de Dover Pilot Harbour Patrol, die de weg kent en de flitspalen weet staan.

     

     

     

     

    Anderhalve dag op zee nu, met alle naalden van het kompas op 12 uur.

     

     

     

    03-03-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    18-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spelen in de zandbak

     

     

    Toen we nog jong en pril waren speelden we allen graag in de zandbak.

    Iedereen weet dat het leven een kringloop is en dat uiteindelijk alles terugkomt.

    Vandaar de onweerstaanbare drang van de Vlaamse vrienden van de costa

    om  zich een ganse dag, te verenigen aan, in en rond een ruime bak met zand.

     

    Door wat vroeger ellebogenwerk heette, en nu veel geleerder “lobbying” wordt

     genoemd, kunnen we daarvoor terecht in de Camping ‘Marbella Playa’ in Marbesa.

    Vooral de dames laten zich van hun beste zijde zien, sommigen al voorzien van een 

    ‘aperitif maison’.

     

     

     

    We gaan niet zomaar in het zand spelen. Er staat een competitie op het

     programma, die een ganse dag zal duren, waarbij de bollen gezwind zullen rollen.

     

     

     

    Vóór het uitpakken van de bollen past het natuurlijk om een natje en een droogje

     in de keel aan te brengen.

    Het ‘aperitif maison’ is hier een populair drankje, en het is straf ook.

    Het wordt zoals altijd bereid door Rose, standvastig winterbewoner

    van de camping.

     

     

     

    Wanneer alle keelgaten gevuld zijn met het eerste vocht,

    geeft Voorzitter Frans Kegels het officiële startschot 

    voor de plechtige Bolympische Spelen.

    Drie-twee-één en KNAL!!

     

     

     

    De ploegen zijn geloot en de titanenstrijd kan beginnen, op drie petanquebanen

     tegelijk. Achter de omheining komen ook stilaan de supporters te voorschijn.

     Sommigen hangen als hooligans in de draad, maar de Bolympische spelers 

    laten zich niet snel afleiden.

     

     

     

    Voor sommigen is het de eerste kennismaking met deze sport, en deze personen

     begeven zich wat onwennig over het terrein.

    Het reglement is toch niet voor iedereen even duidelijk.

    Eén speelster (niet blond!) tracht zelfs het doelballetje (de ‘cochonnet’) te gaan

     raken met een kop koffie in plaats van met een metalen bol.

    Het is hier duidelijk te zien dat ze (terecht) wordt teruggefloten door de

     medespeelsters.

     

     

     

    De Voorzitter doet vergeefse pogingen om te trachten het aantal bollen te tellen

    die in deze situatie op de grond liggen. Je voelt en ziet de opperste concentratie.

    Vergeefse moeite Frans! Het zijn er al zes, maar er komen er nog bij.

     

     

     

    Niet tegenstaande een beperkte wiskundige kennis, deinst de Voorzitter er niet

     voor terug om zijn handen (en knieën) vuil te maken in de zandbak.

    Hier bewijst hij dat hij perfect de afstand kan meten tussen twee bollen, 

    handig gebruik makend van een doordeweekse doorweekte schoenveter.

     

     

     

    De organisatie heeft alles voorzien, zelfs een werkman van de gemeente

    om regelmatig de zandbak schoon te vegen.

     

     

     

    Hier zie je de Spaanse zandveger in volle actie, het zand ophopend 

    in een aantal hoeken en kanten. Achteraf blijkt de borstel volledig 

    afgesleten, en twee personen worden als vermist opgegeven.

    Waarschijnlijk weggeveegd en bedolven onder een zandophoping.

     

     

     

    Intussen gaat de spionkop achter het speelveld geweldig te keer.

    De gespannen zenuwen komen acuut tot uitbarsting.

    De adrenaline bereikt zijn hoogste peil en staat op het punt te exploderen.

     

     

     

    Slechts één supporter onthoudt zich van hooligangedrag.

    Er wordt wel over gewaakt dat Fifi niet op de speelvelden komt.

    Een onbewaakte hond in de zandbak zou kunnen leiden tot toestanden met bollen,

    en dus handen, waarvan de smeuigheid iets te groot is.

     

     

     

    Na de eerste rondes van het kampioenschap is het tijd om de spieren wat rust

    te gunnen, en plaats te nemen aan tafel. Bij het kampioenschap van vorig jaar

     hadden we een lekkere lunch in dit restaurant van de camping.

    Hoewel het resto “Le Gourmet” heet, en uitgebaat wordt door een Belg uit Bouillon,

     kan ik er kort over zijn: wat op mijn bord kwam was niet het beste dat ik deze week

     mocht eten. Ik kan me natuurlijk niet uitspreken over de andere

     keuzemogelijkheden, want die heb ik niet geproefd.

    Binnenkort gaan we terug voor de volgende sessie van het kampioenschap,

    en de kwaliteit van de lunch zal opnieuw beter zijn, naar verluidt.

    Er zal eerst een (communautaire) bemiddelaar of verduidelijker worden op

     afgestuurd, heb ik gehoord in de wandelgangen van de camping.

     

     

     

    Terwijl we wachten op de volgende gang worden we vergast (maar niet letterlijk)

    op een (kort) zingende kelner. Voor elke noot die hij zingt drinkt hij eerst 

    telkens een vol glas witte wijn om zijn keel te smeren.

     

     

     

     

     

     

     

    Na de lunch hebben enkele vrienden last van de maag,

    zoals Robert hier. In de achtergrond kan zijn vrouw Denise

    gelukkig terecht bij Rose, de all-round-camping-vrouw.

    Ze tovert onmiddellijk een dubbele Dafalgan uit haar apotekersdoos.

     

    Het slachtoffer is niet meer in staat om verder aan de competitie deel te nemen.

    Enkele uren later pas wordt hij teruggevonden, in de bar aan de tapkast,

    omringd door enkele lege glazen whisky.

    Vandaag mocht ik gelukkig vernemen dat zijn maag opnieuw aan de beterhand is.

     

     

     

     

    Het spel wordt intussen keihard voortgezet door de overlevenden.

    Alle dames zetten allemaal hun beste beentjes, struikjes en bollen voor.

    The show must go on.

     

     

     

    Uiteindelijk blijven er twee koppels over om de Grande Finale te betwisten.

    Het reglement voorziet dat je of een snor of een baard moet hebben om

    de finale te mogen spelen. De keuze is dan sowieso al beperkt tot vier spelers.

    Ik wordt uitgeloot om met Roch te spelen, de man van Rose, grote

     campingorganisator en thuisspeler, in de eigen zandbak.

    Hij weet elk zandkorreltje liggen.

     

     

     

     

     

    Mee hierdoor slepen we de overwinning in de wacht. Hier zie je de toestand na

    het ultieme winstpunt. Enige twijfel neemt even bezit van de verliezers,

    maar secretaris en tevens medeorganisator Lieven ziet dat het goed is,

    zelfs met de handen in de zakken.

    De kogel is nu volledig door de kerk en de bol is door de camping.

     

     

     

     

    De grote proclamatie en prijsuitdeling verloopt heel vlot, eens het zware rekenwerk 

    achter de rug. Iedereen die nog aanwezig is (het is al zeven uur ’s avonds) ontvangt 

    een vochtige prijs, verpakt in glas.

     

     

     

     

    Tot slot krijgen we nog een goede raad van de restaurantuitbater!

     

     

     

    Waarschijnlijk bedoelt hij “the end of the world”. 

    Die fout had je niet gezien hé!

    18-02-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (3)

    06-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: straffe blik naar het Oosten

     

    Moet je nu “kerrie” zeggen, of “curry”?

    Het is heel eenvoudig. Met kerrie(poeder) maakt men een curry(gerecht).

     

    Engelsen zijn ook al eeuwen vertrouwd met verschillende soorten curries, wegens

     hun koloniale traditie in India. Je kunt stellen dat voor Engelsen (en anderen)

     curries dezelfde betekenis hebben als stoofpotjes voor ons.

    Een curry is altijd gebaseerd op Indische kruiden.

     

     

     

    De samenstelling van het gekende gele kerriepoeder varieert sterk.

    Alleszins moeten er de volgende specerijen in verwerkt zijn: 

    In varianten van kerrie kunnen dan nog de volgende ingrediënten toegepast worden: 

    anijs, foelie, kaneel, cayennepeper (of andere scherpe pepersoorten),

    fenegriek, nootmuskaat, zwart mosterdzaad, maanzaad, venkel.

    Gerechten met kerrie zijn oorspronkelijk afkomstig uit India, waar de nodige

     specerijen alle dagen opnieuw weer gemalen worden tussen twee stenen.

    Dit malen en mengen behoort tot de oudste historische tradities in India.

     

     

    Toch kan de kerrie, zoals die nu gemaakt wordt, met een meer of minder grote 

    hoeveelheid rode hete peper, pas gecreëerd zijn na de ontdekking van Amerika

     door de Spanjaarden. De rode capsicum peper komt van daar.

    In sommige streken zoals Bombay (= Mumbai)  en Madras, maakt men het

     mengsel extra scherp door er veel rode peper aan toe te voegen.

    In het noorden van India is het mengsel wat zachter.

    Een Bombays kerriemengsel wordt open-mond-kerrie genoemd, omdat

    men naar adem moet happen bij het nuttigen ervan. Hoe heter het klimaat,

    des te groter de behoefte aan sterke specerijen, omdat die niet alleen de

     spijsvertering stimuleren en daardoor de kans op darminfecties verkleinen,

    maar ook om het transpireren te bevorderen wat verkoeling geeft.

    Spanjaarden eten meer pikante stuff dan Noren natuurlijk.

    In de loop der tijden zijn er vele, zoniet ontelbare, soorten kerrie bedacht

    vanuit India. Om een klein beetje orde te scheppen in de chaos is kerrie

     opgedeeld in: Mild, Curry, Madras, Vindaloo, Phall. Telkens is elke stap

     iets scherper dan de vorige. Vindaloo en Phall zijn voor ons Westerlingen

    niet echt aan te raden gezien de scherpe smaak!

    Naast de zeer gekende gele kerrie is in Thailand en India ook rode kerrie

     in gebruik. De rode kleur in deze kerrie is afkomstig van rode pepers.

    Omdat de kwaliteit van de kerriepoeders in de kleine glazen potjes zoals wij

     die kennen, niet te vergelijken is met echte kerriemengsels, worden er nu ook

     veel kerriepasta’s verkocht in supermarkten. Deze pasta’s komen qua smaak

    veel dichter in de buurt van de traditionele bereidingen. Aan te bevelen in plaats

    van poeder!

    Kerriepoeder moet eerst gefruit worden in vetstof voordat het zijn volledig aroma

     kan afgeven. Bij de bereiding van een verse "curry" wordt ook meestal ui, knoflook

     en gember gebruikt. Als afwerking voegt men limoensap toe en yoghurt.

    Toevoeging van kokosmelk, een heel goede gewoonte, komt uit Maleisië en

     Indonesië. De "curry" krijgt er een echt exotische tintje door en de kokosmelk

     verzacht ook de smaak.

     

     

     

    Het receptje dat ik bereid met kerriepoeder vermeldt ook “beurre manié”.

    Dat klinkt heel ingewikkeld en moeilijk, maar het is de eenvoud zelf:

    meng gelijke hoeveelheden  boter en bloem goed door elkaar, en het is klaar.

     

    Het is de eerste keer ooit dat ik dit maak. Het heeft voor mij hetzelfde effect als voor

     Mozes die op de berg de stenen tafelen met de Tien Geboden ontvingt, midden in

     een bliksemflits. Alles wordt verblindend wit licht rond het mirakel!!

     

     

     

    Bekomen van deze grote emotie komt de chef terug met de voeten op de grond,

    en met de handen rond de beurre manié.

     

     

     

    De rest van het recept van kerrievlees met champignons vind je hier:

     

    ingrediënten voor 4

    bereiding

    600g varkensvlees (hespengebraad)

    het vlees in kleine plakjes of reepjes snijden

    2 el bloem

    bloem vermengen met pezo, kerrie en look

    pezo, ev. andere kruiden

    het gesneden vlees met dit mengsel bestrooien

    3 tl kerrie

    de sjalotjes fijnhakken en in heet vet licht fruiten

    2 lookteentjes, fijngesneden

    het vlees in de pan doen en de stukjes aanbraden (in 2 maal)

    2 sjalotten

    doe dit op heet vuur, en onder voortdurend roeren

    2 el olijfolie

    met de witte wijn blussen en de boeljon erbij gieten

    1 glas witte wijn

    dit alles 15’ zachtjes laten koken met het deksel op de pan

    ¼ l vleesboeljon

    intussen bloemboter bereiden (beurre manié)*

    (20g boter en evenveel bloem)*

    de geknede beurre manié (of instant roux) erdoor roeren

    1/8 l room

    doe dit beetje bij beetje en voorzichtig roeren met een spatel

     

    de saus op smaak afmaken met kruiden

    250g champignons

    tot slot de room er door roeren

     

    het kerrievlees opdienen met rijst of pasta

     

    aan te raden met (gegrilde) champignons

     

     

    Het eindresultaat ziet er Oosters uit, vooral met de gekookte rijst er bij.

     

     

     

    Nauwelijks staat het “gele gevaar” op de tafel of Greta wil alles proeven.

    Gelukkig voor de kok is het een meevaller.

     

     

    Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 149.

     

    06-02-2011, 17:48 geschreven door grob  

    Reageer (3)

    26-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valencia (4): El Parque Natural de Albufera

     

    Als je naar Valencia rijdt langs de A7, zie je tientallen kilometers ervoor en erna

     niets anders dan bomen met citrusvruchten: sinaasappels, citroenen, mandarijnen,

     pomelo’s, clementines, limoenen, pompelmoezen enzovoort.

    Valencia is ook gekend voor de Paella Valenciana, maar daar kom ik later op.

    Ik kan u verzekeren dat het plaatselijk een stevige traditie inhoudt, zie foto hierbij.

     

     

     

     

    De streek is heel rijk aan water, wat toelaat die miljoenen citrusbomen te irrigeren.

    Het gebied grenst aan de Middellandse zee, maar er is zoveel zoet water

     voorradig, dat men al zeer vroeg hiervan gebruik maakte om massaal rijst

    te kweken.

    Slechts enkele kilometers ten zuiden van het Calatrava-complex zit je in een

    andere wereld: rijstvelden zover je kunt zien.

    Het is een van de grootste zoetwaterbekkens van Spanje. Elke winter wordt een

     massa water aangevoerd vanuit de Turia rivier, die Valencia bespoelt.

    Het beschermde park is 20 000 ha groot, en is nog maar een fractie van vroeger.

     

     

     

     

    In het rustige, slaperige dorpje El Palmar heb je toegang

    tot het watergebied  La Albufera.

    Niet te verwarren met Albufeira in de Algarve (Portugal), 

    waar evenveel discoteken zijn, als hier reigers.

    Het dorpje is heel eenvoudig te bereiken, met de wagen 

    of het openbaar vervoer.

     

     

     

     

    In El Palmar zijn enkele kanalen gegraven, 

    die verbinding maken met de zee.

    Langs die kanalen liggen de eenvoudige bootjes 

    van de vissers.

     

     

     

    Stilaan, en niet fanatiek, wordt hier een infrastructuur

    uitgebouwd om inkomsten te verwerven uit het (water)toerisme.

    Sommige vissers beginnen hun bootjes te gebruiken om in het gunstige

    seizoen toeristen rond te varen op het meer.

     

     

     

     

    Wij worden zelf benaderd door ene Luis, die een bootje heeft, en actief

    naar klanten zoekt. Normaal gaan de toeristen in een iets grotere boot met

    zijn twintig het meer op voor 4€ per kop. Voor die prijs mag ook het lijf mee.

    Luis stelt ons voor om voor 20€ een privé-tocht te doen, met hem als gids.

    Dat is maar een eurotje meer, en het garandeert een privé-rondvaart.

    Het is trouwens op dit uur nog te vroeg voor de grotere boot.

    In Spanje komt alles wat later op gang natuurlijk.

     

     

     

    We moeten nog even wachten, want Luis moet zijn boot nog uit zijn slaap halen.

     

     

     

    Even later kunnen we vertrekken, en Luis stuurt het Perello-kanaal op,

    weg van de zee.

    Onderweg passeren we regelmatig vissers, die ons vriendelijk toewuiven.

     

     

     

     

    Waar het kanaal uitmondt in het meer, zijn visgronden, waar paling wordt gevangen.

    Deze vis, de anguila, is wel dunner dan de Belgische variant.

     

     

     

    De vis wordt gevangen in fuiken, en alles is heel kleinschalig. Er is in het verleden

    al zoveel oppervlakte van dit gebied ingepalmd voor andere bestemmingen, dat

     de status van nationaal park nu toch garandeert dat er niet meer aan gemorreld

     wordt, en alles blijft zoals het is.

     

     

     

     

    Er is een uitgebreid vogelleven in het park, zowel met residentiële vleugelaars,

     zoals reigers en ooievaars, als trekvogels.

    De vertegenwoordigers van deze laatste groep kunnen hier in alle rust hun buikje

    vol eten in de rijstvelden en rond het meer.

    Ongeveer 250 verschillende vogelsoorten zijn al officieel geteld door het

    ornithologisch centrum. Soms verblijven er 100 000 vogels tegelijk in het park.

     

     

     

     

    Als we het kanaal verlaten hebben, stuurt Luis zijn boot het meer op.

    De diepte van de plas varieert van één meter tot 2,5 meter.

     

     

     

     

    Op sommige plaatsen staan rijen huisjes langs de oever, de zogenaamde

     barracas.

    Aan het einde van de Reconquista (de herovering van Spanje op de Moren)

     hadden de verslagen moslims twee keuzes. Ofwel moesten ze zich bekeren,

    ofwel moesten ze het land uit.

    Toen was het wel eenvoudiger en drastischer dan vandaag.

    Diegenen die wilden blijven, werden enkel nog getolereerd in de meest barre

     streken, zoals de Alpujarras in de Sierra Nevada, of hier in deze toen desolate

     moerassige streek.

    Als je goed kijkt, dan zie je op de nok van elk dak een kruisje staan. Dat toonde aan

     dat het huis werd bewoond door moslims die (zogezegd) bekeerd waren.

     

     

     

    Na een tocht over het meer varen we terug door het kanaal op weg naar de

     aanlegsteiger.

    Luis heeft ons nu al zijn anecdotes verteld gedurende de 45’ op het meer.

     

     

     

     

    Dit is weer een heel prettige ervaring die achter 

    de rug is, onder de ideale omstandigheden.

    Bedankt weergoden, bedankt Luis.

     

     

    En de pret is nog niet over. El Palmar staat er voor bekend 

    dat men er de beste paella’s van Spanje serveert. 

    Het is trouwens de geboorteplaats van dit befaamde gerecht.

    We informeren Luis dat we hier graag paella willen eten.

    Hij wil ons begeleiden naar het beste paella resto 

    van El Palmar, waar een vriend van hem chef is.

    Vlak in de buurt van het resto neemt hij nog een foto 

    aan een lokale barraca.

    De daken van deze historische woningen zijn natuurlijk van riet, 

    want daar heeft men genoeg van, en het was vroeger dus

    de goedkoopste oplossing voor de arme bevolking.

     

     

     

     

    We belanden in een typisch Spaans restaurant, waar alle muren bedekt zijn met 

    azulejos, kleurige tegels die de rol overnemen van schilderijen,

    maar wel beter afwasbaar.

    Op deze azulejo staat bijvoorbeeld een antieke “trilladora” afgebeeld.

    Dat is een bescheiden fabriekje, waar de rijstkorrel wordt gescheiden van de

     omhullende pel. Tegenwoordig gebeurt dat via elektrische motoren, maar vroeger

     ging dat met de hand via een draaikruk.

     

     

     

    Het is bijna vanzelfsprekend dat de paella hier is ontstaan. Honderden jaren

     geleden hadden de plaatselijke bewoners niet veel om tussen de lippen te steken.

    Altijd rijst natuurlijk, maar wat als garnituur?

    De meesten hielden kippen voor het vlees en de eieren.

    Daarenboven zaten er nogal wat eenden op het meer.

    Ook heel lekker, als je ze kunt pakken.

    In de duinen van de Albufarra zaten de konijnen rustig het duingras op te knabbelen.

    En dan nog de slakken met hoofddeksel. Zelfs makkelijker te vangen dan konijnen.

    Dat werden dan de hoofdingrediënten voor de Paella Campesina, de enige echte

     originele boerenpaella.

    Echte Paella Valenciana wordt in een grote pan boven houtvuur klaargemaakt

     alleen dus met volgende ingrediënten: rijst, kip, konijn, eend, slakken (baguettes),

     jonge sperziebonen, tomaten, olie, zout, saffraan, rood paprikapoeder en water.

     

    Op onze foto kan je inderdaad al deze ingrediënten terugvinden.

    Opdracht: zoek de slakken.

    Als voorgerecht nemen we paling, dan paella voor vier en dan nog een stuk taart.

    Van de paella hebben Greta en ikzelf bereidwillig de lokale slakken afgestaan

    aan onze vrienden. Je moet iets over hebben voor de vriendschap.

    De meeste paella’s in Spaanse restaurants zijn “toeristenpaella’s” : slakken worden

     (voor het uitzicht) meestal vervangen door gamba’s, en eend of konijn kan al eens

     ontbreken.

    Vandaag is het rustig in El Palmar, maar in het weekend komt half Valencia (derde

     stad van Spanje) hier paella eten.

     

     

     

     

    Na de heerlijke lunch maken we nog een wandelstop in El Saler (zie kaartje

     bovenaan).

    Parkings zijn uitgebreid, veelvuldig aanwezig, en netjes aangelegd.

     

     

     

    Alle stranden zijn kraaknet, en worden vooral gebruikt door Spaanse

     vakantiegangers.

    Internationaal toerisme staat nog in zijn kinderschoenen in Valencia.

    Dat is wel aan het veranderen door Calatrava, door het Formule 1 circuit

    en door de nieuwe jachthaven, gebouwd voor de start van de America’s Cup.

     

    We kuieren helemaal rond een groot zoetwatermeer dat door een lange duinenrij

     van de Middellandse Zee gescheiden wordt.

    De dames zijn niet meer te houden en gaan zelfs tot aan het strand en de zee.

    Het is hier een prachtige streek.

    We gaan een volgende keer zeker nog in Valencia verblijven.

    We’ll be back.

    En dan nu naar Marbella.

     

     

     

    Ik had nog meer foto's, maar Seniorennet knipt af op 20 stuks.

    Misschien verbetert dat nog wel.

     

     

    Klik eens op deze link van Greta:

    http://fotoalbum.seniorennet.be/gaviota-album

     

     

    26-01-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    19-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: Boeuf Miroton, uit de streek van Lyon

     

    Iedereen die al ooit gekookt heeft kent vanzelfsprekend deze goudkleurige bollen.

     

     

     

    Vandaag ga ik ze inbouwen in een Boeuf Miroton, een gerecht uit de streek

    van Lyon, een streek in Frankrijk waar elke lekkerbek likkebaardend verblijft

    of doortrekt.

     

    Deze sympathieke bollen hebben misschien wel een paar geheimpjes die ik

    graag even in het daglicht wil brengen.

    De ultrakorte naam ui (ook wel ajuin genoemd in Zuid-Nederland en Vlaanderen, 

    en siepel in Noord-Nederland) vertegenwoordigt een plant uit de lookfamilie.

     

    De ui is een bolgewas en is verwant aan prei, bieslook en look.

    Deze gewassen slaan voedsel op in een bol die de winter in de grond overleeft.

     Daardoor kunnen ze in de lente snel boven de aarde komen en bloemen vormen 

    en zich voortplanten. Bolgewassen bevatten daarenboven veel suiker,

    waardoor ze niet snel doodvriezen en lang zonder voedsel kunnen.

    Uit geschriften van 3000 v.Chr. blijkt dat de ui voor het eerst in delen van Azië

    werd verbouwd. Vanuit India is de ui naar Griekenland en Egypte gebracht.

    De piramidebouwers kregen uien als rantsoen.Uien werden ook in graftombes 

    gelegd voor in het volgende leven. Ze waren tegelijkertijd voedsel en medicijn

     tijdens de reis naar het hiernamaals. Ook zou de schil door de structuur gezien

     worden als een symbool van eeuwigheid.

    Uien werden ook door Grieken en Romeinen gebruikt.

    Uien hebben een sterke smaak en geur, die verminderen bij verhitting.

    Ze hebben een papierachtig buitenste vel over een gelaagde kern.

    Ze worden wereldwijd gebruikt in de keuken, en bestaan in allerlei 

    vormen en kleuren.

     

    De gele ui wordt bij ons het meest geteeld, heeft een 

    goudgele huid, voelt stevig aan en is van binnen wit.

    Het is de klassieker die onder koks zeer populair is 

    om mee te koken, te stoven of te bakken.

     

     

     

    Onderaan in het midden op de foto hangt de Franse ui,

    platter dan de gele.

    Hij is ook iets fijner van smaak, en gaat al naar de sjalot.

    Rechts zie je de witte ui, die we veel gebruiken in Spanje: 

    heel zoet en lekker, maar hij wordt vlug rot.

    De rode ui, helemaal links, wordt meestal gebruikt in salades,

    héél fijn gesneden in ringen of duxelle.

    Uien zijn niet alleen een groente, maar ook een smaakmaker.

    Meestal worden hier Spaanse uien voor gebruikt, omdat die 

    een hoger drogestofgehalte hebben.

    In de boeddhistische keuken worden uien vermeden, vanwege 

    de geur en de vermeende lustopwekkende werking.

    In de Aziatische keuken vind je hem dus minder.

     

    Hoe Spaanse uien er uit zien, kan je hier bekijken op de foto.

    Het zijn de kolossen onder de ajuinen.

    Ze zijn perfect kogelrond en de diameter is tussen de acht 

    en de negen centimeter (heb ik net gemeten).

    In de Supermarkt zitten ze hier altijd in een netje van vier op een rij.

    Joost of José mogen weten waarom.

     

     

     

    De meeste exemplaren hebben een scherpe smaak en geur

    die onze ogen bij het snijden ervan zelfs tot tranenproductie aanzet.

    Bij het doorsnijden van de cellen in de ui met een keukenmes 

    worden er zwavelgassen gevormd.

    Wanneer dit gas in contact komt met de ogen vormt het 

    met het oogvocht een zwavelzuurverbinding,

    dat de zenuweinden in het oog irriteert. Hierdoor gaan de ogen tranen.

    TIP: het tranen is te voorkomen door ze in de koelkast te bewaren, of door

     

    ze onder water te schillen (wat me persoonlijk niet zo praktisch lijkt).

    Een lekker voor- of tussengerechtje zijn gepaneerde en gebakken uienringen,

     gemaakt van Spaanse ajuinen (omdat het grote exemplaren moeten zijn).

     

     

    Terug in de keuken en naar een lap rundvlees.

    Ik ga dus een “Boef Miroton” maken, met “Lyonnaise saus”.

    Hier is het schitterende recept voor 2 personen, uit een oud kookboek:

     

     

     

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    500g rundvlees (platte bil, rumsteak)

    kook het vlees in water (altijd 1 kg = 1 uur)

    2 uien

    houd de boeljon bij voor de Lyonnaise saus of voor soep

    20g boter of olijfolie

    snijd alle uien in plakken, laat ze in het vet glazig worden

    paneermeel

    verwarm de oven voor op 200°

    2 el gehakte verse peterselie

    leg de helft van de uien in een platte vuurvaste schotel

    1 el gesmolten boter

    snijd het warme rundvlees in plakken van 1,5 cm dik

     

    verdeel het over de uien in de ovenschotel

    Lyonnaise saus:

    strooi er het paneermeel en 2/3 van de peterselie over

    2 uien

    giet de gesmolten boter erover

    30g boter (of olijfolie)

    zet het nog 10’ in de oven, eventueel met grill

    1 el maïzena

    giet er de Lyon saus over en dien op

    1 glas wijn

     

    1 glas water

    Lyonnaise saus:

    1 schepje vaste of ¼ l kalfsboeljon

    laat de rest van de uien glazig worden in de boter of olie

    (of boeljon van het gekookte vlees)

    doe de wijn en de boeljon erbij en breng dit aan de kook

    pezo

    doe er de maïzena (express) bij onder voortdurend roeren

    citroensap

    als de saus is ingedikt, breng op smaak met pezo en citroen

     

     

     

    lekker met gekookte peterselieaardappelen (1/3 peterselie)

     

     

    Wat zou er in deze pot kunnen zitten?

     

     

     

    Volgens de vermeldingen in het kookboek heb ik dit receptje al eens bereid in

     1975, 1989, 2003 en misschien nog wel eens. Je kunt hier zien dat ik de

     kookboekrecepten bewerk, om te komen tot iets dat iedereen foutloos kan

     gebruiken. Grijp je kans.

     

     

     

    De beginnende kok is aan het denken wat er toch nog fout kan lopen.

     

     

     

    Bij de afgewerkte Boeuf Miroton horen nog wat (diepvries)groenten en

     gepersilleerde aardappelen.

    Een fles rode Jacobs Creek zal alles vlot naar binnen spoelen.

     

     

     

    De Miroton is geen boeufje om zonder handschoenen aan te pakken.

     

     

     

    Het beestje is tot op de tafel geraakt, en het mag nu wat uitblazen…

     

     

     

    …maar niet vooraleer het overgoten is met de overheerlijke Lyonnaisesaus.

     

     

     

    De overgebleven uien kijken er met verstomming naar.

    Hun beurt komt nog wel.

     

     

     

    Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 115.

     

     

     

    19-01-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    11-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valencia (3): van Calatrava naar Carmen

     

     

    De volgende dag in Valencia blijven we eerst nog even 

    in de buurt van Calatrava.

     

     

     

    Een paleis dat nog niet volledig is afgewerkt, is het gebouw 

    van de opera en de andere kunsten, gewijd aan en genoemd 

    naar koningin Sofia.

    Hoewel de constructie een aantal gelijkenissen vertoont met 

    het kapsel van koningin Fabiola is er dat verschil: het laatste 

    is al wel enige tijd definitief afgewerkt en gebetonneerd.

    Als je nauwkeurig kijkt, merk je een vijftal acrobaten 

    hun werk doen aan de zijkant en bovenkant van 

    het impressionante gebouw.

     

     

     

    Aan het Calatrava-complex is ook een dierenpark verbonden, met uitsluitend 

    vliegende en zwemmende fauna. Iets met vier poten mag hier niet binnen.

    Hier zitten we bij een afdeling zeekoeien. Ik denk dat er in Spanje

    meer zeekoeien te vinden zijn dan gewone koeien.

    Ofwel is er ergens een koeienstreek die we nog niet gevonden hebben.

     

     

     

     

    Het aquarium van Valencia is het grootste van Europa. Je kunt het vergelijken met

     Sea World in San Diego. Ook enkele buitenmaten van vissen drijven hier rond.

    Wat je hier ziet is geen paddenstoel of een ontplofte binnenband van een

     vrachtwagen, maar wel degelijk een vis, van ongeveer anderhalve meter lengte.

    Alleen te bakken in een speciale XXL paellapan.

    Niet echt moeders mooiste, maar misschien wel lekker.

     

     

     

    In de tentoonstellingsruimte liggen een hoop fossiele haaientanden, van een 

    reusachtig kaliber. De grootste zou je kunnen gebruiken als gevaarsdriehoek.

     

     

     

    Hier lopen we onder de eigenaar van zo een stel. Wel griezelig.

     

     

     

    Er zitten massa’s haaien in de aquaria. Zoals in Sea World kan je 

    er onderdoor lopen door glazen gangen.

    Hier heb je er eentje in profiel, op zoek naar een hapje.

     

     

     

     

    De grootste van allemaal heeft uiteindelijk

    zijn hapje gevonden.

     

     

     

     

    Het loopt tegen de middag, en we stillen de honger in het plaatselijke restaurant

     “Madriles”. Een toeristenval, zonder meer. Nooit doen.

    In de namiddag gaan we het vogelpark bezoeken.

    Bij het verlaten van het restaurant zien we een witte Calatravabol,

    die dienst doet als een spectaculaire volière.

     

     

     

    Midden in een waterplas zitten twee aalscholvers te nestelen.

    Zelfs in oktober worden de eitjes uitgebroed.

     

     

     

    Binnen in de witte bol zitten tientallen soorten vogels door elkaar.

    Hier komen een lepelaar en twee rode, mij onbekende vogels, in close up.

     

     

     

    In de witte bol, waarvan je bovenaan de driehoekige steunelementen ziet,

    worden vogelvriendelijke biotopen nagebootst.

     

     

     

    De gevederde vrienden, die geen natte poten willen, of die het operagebouw 

    willen bestuderen, vliegen omhoog en nemen plaats op boomtakken.

     

     

     

     

    Na het bezoek aan de dieren, gaan we met een taxi naar de oude stad,

    opnieuw tussen de mensen.

    Het uitgekozen doel is de wijk El Carmen, het historische centrum.

    Waar een lege muur is, wordt die gebruikt door artistiek verantwoorde graffiti.

    Helemaal wat anders dan de vunzige boel die je vaak in Belgische steden ziet.

     

     

     

     

    Zelfs Kamagurka heeft hier uitstekend muurwerk gepresteerd,

    waarbij hij knipogend zijn vriendin een poepje laat ruiken.

     

     

     

    Schouder aan schouder zitten twee bekende personen in de warme herfstavond 

    elkaar in evenwicht te houden, onder toezicht van twee bruingebakken puti’s.

     

     

     

    Het lijkt er nu rustig en vredevol aan toe te gaan in het centrum van Valencia, maar

     niets is minder waar. Probleem nr. 1: terwijl we met de taxi rondrijden merken we

     dat er links en rechts enkele autofiles gevormd worden. De taxichauffeur informeert

     ons dat er een betoging aan de gang is. Even later vermeldt hij terloops het tweede

     verkeersprobleem: vanavond is er toevallig de voetbalwedstrijd Valencia -

     Barcelona, twee toonaangevende clubs in de eerste divisie van Spanje.

    En als je weet, wat voetbal in Spanje betekent, kan je je wel voorstellen dat het

     verkeer niet honderd percent op rolletjes loopt.

     

     

      

    Uiteindelijk komen we door de praktische stratenkennis van de chauffeur toch in het

     centrum van de derde stad van Spanje.

    De plaza de la Reina is een gezellig plein, met de juiste sfeer voor een herfstavond.

     

     

     

    De Plaza de la Virgen is dan nog sfeervoller. We drinken een “Agua de Valencia”,

     met zicht op de kathedraal. Agua de Valencia is Cava met een geutje vers geperst

      sinaasappelsap, waar ze in Valencia genoeg van hebben.

     

     

     

    Door een tijdelijk effect aan ons fototoestel kunnen we op dit plein de echte sfeer

     niet weergeven. Er zijn een aantal echtparen, net gehuwd, met de dames in het wit.

    Allemaal nog maagd, daarom komen ze natuurlijk naar de Plaza de la Virgen,

     waarbij elk paar zijn eigen gevolg bij zich heeft van fotografen, videofilmers,

    met complete uitrusting.

    Ik heb een foto te pakken gekregen van mijn vriend Fernando Vanhoeke,

    met slechts twee van die paren, maar er zijn er zeker twintig. Ze lopen mekaar voor

     de voeten. Onvergetelijke sfeer is dit. We genieten op het terras met onze Agua.

     

     

    En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s laat opladen,

    kan ik er maar beter mee ophouden.

    Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.

     

    11-01-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    02-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: Californische droom, groeiend aan een boom

     

     

    Vorig gerecht was een “koolvis op Russische wijze”.

    Het kookboek dat ik daarvoor gebruikte stamt trouwens nog uit de communistisch 

    Stalinistische periode.

    Om de politieke stabiliteit in de wereld een beetje in evenwicht te houden,

    voel ik me verplicht om ook, en snel, een gerecht te produceren uit de

     kapitalistische wereld.

     

    Mijn keuze is gevallen op “kip op Californische manier”.

    Californië is in de eerste plaats het summum van het kapitalisme.

    Op zichzelf is/was deze USA-staat de achtste economische grootmacht

    in de wereld!

    Filmacteur Arnold Schwarzenegger, een lang geleden aangespoelde Oostenrijker,

    is er nu al een heel aantal jaren de gouverneur, met dank aan de filmstudio’s.

     

    Gevolg: Californië is nu virtueel failliet.

    Maar ja, Arnie is toch de Terminator voor iets.

    Hij moet toch ook in de gouverneurszetel zijn naam waar maken zeker.

    Voor hemzelf is er niets aan de hand.

    Hij kan gewoonterug naar de Hollywoodfilm, en mits een pondje plaasterig

     oplapwerk en een dikke dosis make-up mogen we binnenkort

    “Terminator 4” verwachten.

     

     

     

     

    Zoveel koolvissen ze in Rusland hebben, zoveel perziken vind je in Californie, en ze

     zijn wel gemakkelijker te vangen. Meestal worden ze gevangen gezet in een blik.

     Jammer dat je de perzik bloem nooit te zien krijgt, want die is prachtig (zie boven). 

    De populaire ronde vrucht met veel vrouwelijke vormen kent natuurlijk iedereen.

    Ze bevat een harde houten pit net als de abrikoos, de pruim en de kers.

    Technisch zijn dit alle steenvruchten.

    De perzik is “zelf fertiel”, wat zoveel wil zeggen als dat ze zichzelf kan bevruchten.

     Daar zie je nog maar eens hoe mensen toch wel heel beperkt zijn in hun

     mogelijkheden.

     

     

     

    De perzik wordt voornamelijk gekweekt in Iran en de omgeving van de

     Middellandse Zee, zoals de meeste lekkere dingen.

    De naam perzik betekent Perzisch (Prunus persica). Perziken komen

     oorspronkelijk uit China, maar zijn via Perzië (nu Iran) in Europa terecht gekomen.

     De moeilijk eetbare stenen in het midden van het fruit heeft de Iranezen ertoe

     aangezet om het stenigen (van meestal vrouwelijke slachtoffers) op punt te krijgen.

    De schil voelt een beetje pluizig of wollig aan. Soms, als ik een perzik aanraak,

    krijg ik een rilling over mijn rug, maar dat zal aan mij liggen. Vers moet ik ze niet.

    Een vorm zonder deze pluizige schil heet nectarine. Behalve de schil bestaat

     er geen wezenlijk verschil tussen perziken en nectarines. Een nectarine is dus geen 

    kruising tussen een perzik en een pruim, zoals soms wordt verondersteld.

     Hieronder zie je duidelijk de groeifasen van een nectarine, van knop tot volwaardig 

    stuk fruit.

      

      

    Binnen de rassen wordt wel onderscheid gemaakt naar de kleur van het vruchtvlees:

     wit, geel of rood. Veel witvlezige rassen staan er om bekend dat ze beter smaken

     dan de geelvlezigen, maar een nadeel is dat ze slechter tegen transport kunnen.

    Tenzij de witte perzikjes heel traag vervoerd worden, zoals op deze foto van 1939.

    De foto is zó oud dat er zelfs geen copyright meer op zit. Goed voor mij.

     

     

     

    Terug naar de keuken en naar de kip en de perziken.

    Ik ga dus een “kip op Californische wijze” van maken.

    Hier is het schitterende recept, uit een versleten kookboek:

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    2 kipfilets

    de kip bestrooien aan beide kanten met pezo

    pezo

    de filets door de bloem wentelen en het teveel er af kloppen

    bloem

    in de olie de stukjes kip aan alle kanten aanbraden

    olijfolie

    suiker door de azijn roeren, nootmuskaat en chilipeper toevoegen

    1 el suiker

    met het grootste deel van het perziksap tot ¼ l vloeistof maken

    1 tl wijnazijn

    de geschilde wortel in heel dunne plakjes snijden

    1 tl hot chilipeper

    verdeel de wortelschijfjes over de bodem van een niet-kleefpan

    mespunt nootmuskaat

    leg de stukjes kip daarop

    1 blik perziken op sap (+-250g)

    kook het braadvet van de kip op met de rest van het perziksap

    1 dikke winterwortel

    blijf hierin roeren en giet het vocht dan over de kip

    nogal veel rozemarijnblaadjes

    doe ook de gekruide azijn en de rozemarijnblaadjes hierop

     

    dik de saus eventueel wat met maïzena express

     

    zet het deksel op de pan en laat 15’ op een zacht vuur staan

     

    laat de laatste 10’ de in partjes gesneden perziken meestoven

     

    neem 5’ voor het einde het deksel er af

     

     

     

    lekker met aardappelpuree en een gemengde salade

     

     

     

     

     

     

    Een winterwortel vinden kan met dit weer geen probleem zijn.

     

    De bebloemde kipfilets laten zich keurig aanbraden,

    zonder veel weerwerk.

     

     

     

    Het resultaat oogt bijzonder lekker, met slechts enkele eenvoudige ingrediënten.

    De kippetjes liggen op een heerlijk zacht bedje te genieten.

     

     

     

    Een potje aardappelpuree, en een gemengde salade doen me de traditionele

     kwijlsappen in de mond komen.

     

     

     

    Op het bord ermee, en het feest kan weer beginnen. Smullie smullie!!

     

     

     

    Een lekker flesje uit Californie erbij van een Shiraz druifje,

    en de wereld kan niet meer stuk.

     

     

     

    “Hasta la vista, baby.”

    “I’ll Be back.” A.S.

     

     

     

    Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 88.

    Groetjes uit Marbella.

     

    02-01-2011, 22:42 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    Zoeken in blog


    Blog als favoriet !

    Laatste commentaren
  • Zegen op deze palmzondag middag, avond en nieuwe week (angelique)
        op toedeloe
  • Wens u nog een hele fijne zondag (Dirk)
        op test
  • Wens u nog een hele fijne vrijdag (Dirk)
        op Carlos en Discus
  • Goedemorgen (Dirk)
        op ga nog eens testen op doenbaarheid
  • Terug ? (ikke)
        op ga nog eens testen op doenbaarheid

  • kaper op de kust


    Foto

    Archief per maand
  • 03-2022
  • 07-2020
  • 06-2019
  • 12-2018
  • 03-2018
  • 12-2015
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 05-1978
  • 11--0001

    tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba 


    Foto

    Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw


    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    mijneigengedichtenblogje
    blog.seniorennet.be/mijneig

    met vriend in Segovia


    Foto

    Een interessant adres?

    met Olaba op bezoek


    Foto

    tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland


    Foto

    de ezels van Niort


    Foto

    kathedraal Bayonne


    Foto

    geitenfuif Luxemburg


    Foto

    discrete blik achter de schermen in Segovia


    Foto

    beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo


    Foto

    aan het werk in hoteltuin in Alberic


    Foto

    aan de Groenplaats met Seniorennet


    Foto

    katedraal Burgos


    Foto

    met vrienden in El Palmar (Valencia)


    Foto

    catamaran van Tarifa naar Tanger


    Foto

    lunch in Parador van Arcos de la Frontera


    Foto

    Viking van de Geiranger fjord


    Foto

    aan de Zaansche Schans


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!