dit is de fameuze en mysterieuzeneuze GroB blog

Foto

aantal kliks op deze blog



Inhoud blog
  • toedeloe
  • Carlos en Discus
  • ga nog eens testen op doenbaarheid
  • proberen
  • eens proberen
  • test
  • KOKENETEN: lusten hottentotten matelote?
  • We raken niet verhit in Valladolid (2)
  • Valladolid, toch via de juiste afrit (1)
  • KOKENETEN: naar de Ardèche
  • Donibane Lohizune??
  • We rijden knus naar Saint-Jean-de-Luz
  • KOKENETEN uit Mexico, met bonen en zo
  • Honderden hazen en één schildpad in Niort (deel 2)
  • Vuurspektakel in Niort, met Carabosse (deel 1)
  • KOKENETEN: de lekkerste kip in bier vind je HIER!
  • Beaufort04 met het trammetje van plezier
  • Beaufort 04, per tram van ginder tot hier
  • Tussen De Hoogmolen en het Boenderbos
  • KOKENETEN: vis met groenten, in de oven
  • Tussen het groene mos van het Boenderbos...
  • Aan de (water)bak in Cotignac
  • KOKENETEN: 2X lekkers voor de prijs van 1
  • KOKENETEN: 2X lekkers voor de prijs van 1 (deel 2)
  • Stappen door Gent, rond de Vleestent
  • Senioren heerlijk verwend in Gent
  • No more stress in Cadaqués
  • problemen met uploaden
  • Zonder geharrewar naar Alfafar
  • KOKENETEN: over konijnen en hazen

    de daders:            Greta en boB = grob


    Foto

    Organisation de loisir agréable et blabla amical


    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica


    Foto

    zeer interessante links vind je hieronder
  • dit zijn alle foto's en photoshop creaties van Gaviota
  • de beste ontstresser is zuurstof in Zutendaal
  • de vrolijke bloggers: stel je site hier in de kijker en wordt veel vrienden rijker

  • Garfield als kok


    Foto

    kok als Garfield


    Foto

    Gastenboek
  • Op bezoek geweest
  • hoi blogmaatje,
  • Lieve groetjes Nikki
  • verrasend mooi blog !
  • Wandelgroetjes uit Borgloon

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.

    fietsen in Zeeland


    Foto

    een potje Olaba petanque


    Foto

    avond in Burgos


    Foto

    koninklijke glasblazerij tegen Segovia


    Foto

    Expo Oostende voor Anker 2009


    Foto

    terug in Vatan


    Foto

    Salers runderen


    Foto

    als smakelijk hapje in Valencia


    Foto

    fontein in Vejer de la Frontera


    Foto

    kathedraal van Cadiz


    Foto

    standbeeld Tio Pepe in Jerez


    Foto

    trol met Greta in Bergen (Noorwegen)  (trol staat bovenaan)


    Foto

    met kaasboerin in Edam


    Foto

    als vrome bedevaarder


    Foto

    met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao

    Foto

    m.a.w. de weblog van Greta en boB

    de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
    De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB.
    Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet,
    ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.

    26-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valencia (4): El Parque Natural de Albufera

     

    Als je naar Valencia rijdt langs de A7, zie je tientallen kilometers ervoor en erna

     niets anders dan bomen met citrusvruchten: sinaasappels, citroenen, mandarijnen,

     pomelo’s, clementines, limoenen, pompelmoezen enzovoort.

    Valencia is ook gekend voor de Paella Valenciana, maar daar kom ik later op.

    Ik kan u verzekeren dat het plaatselijk een stevige traditie inhoudt, zie foto hierbij.

     

     

     

     

    De streek is heel rijk aan water, wat toelaat die miljoenen citrusbomen te irrigeren.

    Het gebied grenst aan de Middellandse zee, maar er is zoveel zoet water

     voorradig, dat men al zeer vroeg hiervan gebruik maakte om massaal rijst

    te kweken.

    Slechts enkele kilometers ten zuiden van het Calatrava-complex zit je in een

    andere wereld: rijstvelden zover je kunt zien.

    Het is een van de grootste zoetwaterbekkens van Spanje. Elke winter wordt een

     massa water aangevoerd vanuit de Turia rivier, die Valencia bespoelt.

    Het beschermde park is 20 000 ha groot, en is nog maar een fractie van vroeger.

     

     

     

     

    In het rustige, slaperige dorpje El Palmar heb je toegang

    tot het watergebied  La Albufera.

    Niet te verwarren met Albufeira in de Algarve (Portugal), 

    waar evenveel discoteken zijn, als hier reigers.

    Het dorpje is heel eenvoudig te bereiken, met de wagen 

    of het openbaar vervoer.

     

     

     

     

    In El Palmar zijn enkele kanalen gegraven, 

    die verbinding maken met de zee.

    Langs die kanalen liggen de eenvoudige bootjes 

    van de vissers.

     

     

     

    Stilaan, en niet fanatiek, wordt hier een infrastructuur

    uitgebouwd om inkomsten te verwerven uit het (water)toerisme.

    Sommige vissers beginnen hun bootjes te gebruiken om in het gunstige

    seizoen toeristen rond te varen op het meer.

     

     

     

     

    Wij worden zelf benaderd door ene Luis, die een bootje heeft, en actief

    naar klanten zoekt. Normaal gaan de toeristen in een iets grotere boot met

    zijn twintig het meer op voor 4€ per kop. Voor die prijs mag ook het lijf mee.

    Luis stelt ons voor om voor 20€ een privé-tocht te doen, met hem als gids.

    Dat is maar een eurotje meer, en het garandeert een privé-rondvaart.

    Het is trouwens op dit uur nog te vroeg voor de grotere boot.

    In Spanje komt alles wat later op gang natuurlijk.

     

     

     

    We moeten nog even wachten, want Luis moet zijn boot nog uit zijn slaap halen.

     

     

     

    Even later kunnen we vertrekken, en Luis stuurt het Perello-kanaal op,

    weg van de zee.

    Onderweg passeren we regelmatig vissers, die ons vriendelijk toewuiven.

     

     

     

     

    Waar het kanaal uitmondt in het meer, zijn visgronden, waar paling wordt gevangen.

    Deze vis, de anguila, is wel dunner dan de Belgische variant.

     

     

     

    De vis wordt gevangen in fuiken, en alles is heel kleinschalig. Er is in het verleden

    al zoveel oppervlakte van dit gebied ingepalmd voor andere bestemmingen, dat

     de status van nationaal park nu toch garandeert dat er niet meer aan gemorreld

     wordt, en alles blijft zoals het is.

     

     

     

     

    Er is een uitgebreid vogelleven in het park, zowel met residentiële vleugelaars,

     zoals reigers en ooievaars, als trekvogels.

    De vertegenwoordigers van deze laatste groep kunnen hier in alle rust hun buikje

    vol eten in de rijstvelden en rond het meer.

    Ongeveer 250 verschillende vogelsoorten zijn al officieel geteld door het

    ornithologisch centrum. Soms verblijven er 100 000 vogels tegelijk in het park.

     

     

     

     

    Als we het kanaal verlaten hebben, stuurt Luis zijn boot het meer op.

    De diepte van de plas varieert van één meter tot 2,5 meter.

     

     

     

     

    Op sommige plaatsen staan rijen huisjes langs de oever, de zogenaamde

     barracas.

    Aan het einde van de Reconquista (de herovering van Spanje op de Moren)

     hadden de verslagen moslims twee keuzes. Ofwel moesten ze zich bekeren,

    ofwel moesten ze het land uit.

    Toen was het wel eenvoudiger en drastischer dan vandaag.

    Diegenen die wilden blijven, werden enkel nog getolereerd in de meest barre

     streken, zoals de Alpujarras in de Sierra Nevada, of hier in deze toen desolate

     moerassige streek.

    Als je goed kijkt, dan zie je op de nok van elk dak een kruisje staan. Dat toonde aan

     dat het huis werd bewoond door moslims die (zogezegd) bekeerd waren.

     

     

     

    Na een tocht over het meer varen we terug door het kanaal op weg naar de

     aanlegsteiger.

    Luis heeft ons nu al zijn anecdotes verteld gedurende de 45’ op het meer.

     

     

     

     

    Dit is weer een heel prettige ervaring die achter 

    de rug is, onder de ideale omstandigheden.

    Bedankt weergoden, bedankt Luis.

     

     

    En de pret is nog niet over. El Palmar staat er voor bekend 

    dat men er de beste paella’s van Spanje serveert. 

    Het is trouwens de geboorteplaats van dit befaamde gerecht.

    We informeren Luis dat we hier graag paella willen eten.

    Hij wil ons begeleiden naar het beste paella resto 

    van El Palmar, waar een vriend van hem chef is.

    Vlak in de buurt van het resto neemt hij nog een foto 

    aan een lokale barraca.

    De daken van deze historische woningen zijn natuurlijk van riet, 

    want daar heeft men genoeg van, en het was vroeger dus

    de goedkoopste oplossing voor de arme bevolking.

     

     

     

     

    We belanden in een typisch Spaans restaurant, waar alle muren bedekt zijn met 

    azulejos, kleurige tegels die de rol overnemen van schilderijen,

    maar wel beter afwasbaar.

    Op deze azulejo staat bijvoorbeeld een antieke “trilladora” afgebeeld.

    Dat is een bescheiden fabriekje, waar de rijstkorrel wordt gescheiden van de

     omhullende pel. Tegenwoordig gebeurt dat via elektrische motoren, maar vroeger

     ging dat met de hand via een draaikruk.

     

     

     

    Het is bijna vanzelfsprekend dat de paella hier is ontstaan. Honderden jaren

     geleden hadden de plaatselijke bewoners niet veel om tussen de lippen te steken.

    Altijd rijst natuurlijk, maar wat als garnituur?

    De meesten hielden kippen voor het vlees en de eieren.

    Daarenboven zaten er nogal wat eenden op het meer.

    Ook heel lekker, als je ze kunt pakken.

    In de duinen van de Albufarra zaten de konijnen rustig het duingras op te knabbelen.

    En dan nog de slakken met hoofddeksel. Zelfs makkelijker te vangen dan konijnen.

    Dat werden dan de hoofdingrediënten voor de Paella Campesina, de enige echte

     originele boerenpaella.

    Echte Paella Valenciana wordt in een grote pan boven houtvuur klaargemaakt

     alleen dus met volgende ingrediënten: rijst, kip, konijn, eend, slakken (baguettes),

     jonge sperziebonen, tomaten, olie, zout, saffraan, rood paprikapoeder en water.

     

    Op onze foto kan je inderdaad al deze ingrediënten terugvinden.

    Opdracht: zoek de slakken.

    Als voorgerecht nemen we paling, dan paella voor vier en dan nog een stuk taart.

    Van de paella hebben Greta en ikzelf bereidwillig de lokale slakken afgestaan

    aan onze vrienden. Je moet iets over hebben voor de vriendschap.

    De meeste paella’s in Spaanse restaurants zijn “toeristenpaella’s” : slakken worden

     (voor het uitzicht) meestal vervangen door gamba’s, en eend of konijn kan al eens

     ontbreken.

    Vandaag is het rustig in El Palmar, maar in het weekend komt half Valencia (derde

     stad van Spanje) hier paella eten.

     

     

     

     

    Na de heerlijke lunch maken we nog een wandelstop in El Saler (zie kaartje

     bovenaan).

    Parkings zijn uitgebreid, veelvuldig aanwezig, en netjes aangelegd.

     

     

     

    Alle stranden zijn kraaknet, en worden vooral gebruikt door Spaanse

     vakantiegangers.

    Internationaal toerisme staat nog in zijn kinderschoenen in Valencia.

    Dat is wel aan het veranderen door Calatrava, door het Formule 1 circuit

    en door de nieuwe jachthaven, gebouwd voor de start van de America’s Cup.

     

    We kuieren helemaal rond een groot zoetwatermeer dat door een lange duinenrij

     van de Middellandse Zee gescheiden wordt.

    De dames zijn niet meer te houden en gaan zelfs tot aan het strand en de zee.

    Het is hier een prachtige streek.

    We gaan een volgende keer zeker nog in Valencia verblijven.

    We’ll be back.

    En dan nu naar Marbella.

     

     

     

    Ik had nog meer foto's, maar Seniorennet knipt af op 20 stuks.

    Misschien verbetert dat nog wel.

     

     

    Klik eens op deze link van Greta:

    http://fotoalbum.seniorennet.be/gaviota-album

     

     

    26-01-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    19-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: Boeuf Miroton, uit de streek van Lyon

     

    Iedereen die al ooit gekookt heeft kent vanzelfsprekend deze goudkleurige bollen.

     

     

     

    Vandaag ga ik ze inbouwen in een Boeuf Miroton, een gerecht uit de streek

    van Lyon, een streek in Frankrijk waar elke lekkerbek likkebaardend verblijft

    of doortrekt.

     

    Deze sympathieke bollen hebben misschien wel een paar geheimpjes die ik

    graag even in het daglicht wil brengen.

    De ultrakorte naam ui (ook wel ajuin genoemd in Zuid-Nederland en Vlaanderen, 

    en siepel in Noord-Nederland) vertegenwoordigt een plant uit de lookfamilie.

     

    De ui is een bolgewas en is verwant aan prei, bieslook en look.

    Deze gewassen slaan voedsel op in een bol die de winter in de grond overleeft.

     Daardoor kunnen ze in de lente snel boven de aarde komen en bloemen vormen 

    en zich voortplanten. Bolgewassen bevatten daarenboven veel suiker,

    waardoor ze niet snel doodvriezen en lang zonder voedsel kunnen.

    Uit geschriften van 3000 v.Chr. blijkt dat de ui voor het eerst in delen van Azië

    werd verbouwd. Vanuit India is de ui naar Griekenland en Egypte gebracht.

    De piramidebouwers kregen uien als rantsoen.Uien werden ook in graftombes 

    gelegd voor in het volgende leven. Ze waren tegelijkertijd voedsel en medicijn

     tijdens de reis naar het hiernamaals. Ook zou de schil door de structuur gezien

     worden als een symbool van eeuwigheid.

    Uien werden ook door Grieken en Romeinen gebruikt.

    Uien hebben een sterke smaak en geur, die verminderen bij verhitting.

    Ze hebben een papierachtig buitenste vel over een gelaagde kern.

    Ze worden wereldwijd gebruikt in de keuken, en bestaan in allerlei 

    vormen en kleuren.

     

    De gele ui wordt bij ons het meest geteeld, heeft een 

    goudgele huid, voelt stevig aan en is van binnen wit.

    Het is de klassieker die onder koks zeer populair is 

    om mee te koken, te stoven of te bakken.

     

     

     

    Onderaan in het midden op de foto hangt de Franse ui,

    platter dan de gele.

    Hij is ook iets fijner van smaak, en gaat al naar de sjalot.

    Rechts zie je de witte ui, die we veel gebruiken in Spanje: 

    heel zoet en lekker, maar hij wordt vlug rot.

    De rode ui, helemaal links, wordt meestal gebruikt in salades,

    héél fijn gesneden in ringen of duxelle.

    Uien zijn niet alleen een groente, maar ook een smaakmaker.

    Meestal worden hier Spaanse uien voor gebruikt, omdat die 

    een hoger drogestofgehalte hebben.

    In de boeddhistische keuken worden uien vermeden, vanwege 

    de geur en de vermeende lustopwekkende werking.

    In de Aziatische keuken vind je hem dus minder.

     

    Hoe Spaanse uien er uit zien, kan je hier bekijken op de foto.

    Het zijn de kolossen onder de ajuinen.

    Ze zijn perfect kogelrond en de diameter is tussen de acht 

    en de negen centimeter (heb ik net gemeten).

    In de Supermarkt zitten ze hier altijd in een netje van vier op een rij.

    Joost of José mogen weten waarom.

     

     

     

    De meeste exemplaren hebben een scherpe smaak en geur

    die onze ogen bij het snijden ervan zelfs tot tranenproductie aanzet.

    Bij het doorsnijden van de cellen in de ui met een keukenmes 

    worden er zwavelgassen gevormd.

    Wanneer dit gas in contact komt met de ogen vormt het 

    met het oogvocht een zwavelzuurverbinding,

    dat de zenuweinden in het oog irriteert. Hierdoor gaan de ogen tranen.

    TIP: het tranen is te voorkomen door ze in de koelkast te bewaren, of door

     

    ze onder water te schillen (wat me persoonlijk niet zo praktisch lijkt).

    Een lekker voor- of tussengerechtje zijn gepaneerde en gebakken uienringen,

     gemaakt van Spaanse ajuinen (omdat het grote exemplaren moeten zijn).

     

     

    Terug in de keuken en naar een lap rundvlees.

    Ik ga dus een “Boef Miroton” maken, met “Lyonnaise saus”.

    Hier is het schitterende recept voor 2 personen, uit een oud kookboek:

     

     

     

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    500g rundvlees (platte bil, rumsteak)

    kook het vlees in water (altijd 1 kg = 1 uur)

    2 uien

    houd de boeljon bij voor de Lyonnaise saus of voor soep

    20g boter of olijfolie

    snijd alle uien in plakken, laat ze in het vet glazig worden

    paneermeel

    verwarm de oven voor op 200°

    2 el gehakte verse peterselie

    leg de helft van de uien in een platte vuurvaste schotel

    1 el gesmolten boter

    snijd het warme rundvlees in plakken van 1,5 cm dik

     

    verdeel het over de uien in de ovenschotel

    Lyonnaise saus:

    strooi er het paneermeel en 2/3 van de peterselie over

    2 uien

    giet de gesmolten boter erover

    30g boter (of olijfolie)

    zet het nog 10’ in de oven, eventueel met grill

    1 el maïzena

    giet er de Lyon saus over en dien op

    1 glas wijn

     

    1 glas water

    Lyonnaise saus:

    1 schepje vaste of ¼ l kalfsboeljon

    laat de rest van de uien glazig worden in de boter of olie

    (of boeljon van het gekookte vlees)

    doe de wijn en de boeljon erbij en breng dit aan de kook

    pezo

    doe er de maïzena (express) bij onder voortdurend roeren

    citroensap

    als de saus is ingedikt, breng op smaak met pezo en citroen

     

     

     

    lekker met gekookte peterselieaardappelen (1/3 peterselie)

     

     

    Wat zou er in deze pot kunnen zitten?

     

     

     

    Volgens de vermeldingen in het kookboek heb ik dit receptje al eens bereid in

     1975, 1989, 2003 en misschien nog wel eens. Je kunt hier zien dat ik de

     kookboekrecepten bewerk, om te komen tot iets dat iedereen foutloos kan

     gebruiken. Grijp je kans.

     

     

     

    De beginnende kok is aan het denken wat er toch nog fout kan lopen.

     

     

     

    Bij de afgewerkte Boeuf Miroton horen nog wat (diepvries)groenten en

     gepersilleerde aardappelen.

    Een fles rode Jacobs Creek zal alles vlot naar binnen spoelen.

     

     

     

    De Miroton is geen boeufje om zonder handschoenen aan te pakken.

     

     

     

    Het beestje is tot op de tafel geraakt, en het mag nu wat uitblazen…

     

     

     

    …maar niet vooraleer het overgoten is met de overheerlijke Lyonnaisesaus.

     

     

     

    De overgebleven uien kijken er met verstomming naar.

    Hun beurt komt nog wel.

     

     

     

    Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 115.

     

     

     

    19-01-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    11-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valencia (3): van Calatrava naar Carmen

     

     

    De volgende dag in Valencia blijven we eerst nog even 

    in de buurt van Calatrava.

     

     

     

    Een paleis dat nog niet volledig is afgewerkt, is het gebouw 

    van de opera en de andere kunsten, gewijd aan en genoemd 

    naar koningin Sofia.

    Hoewel de constructie een aantal gelijkenissen vertoont met 

    het kapsel van koningin Fabiola is er dat verschil: het laatste 

    is al wel enige tijd definitief afgewerkt en gebetonneerd.

    Als je nauwkeurig kijkt, merk je een vijftal acrobaten 

    hun werk doen aan de zijkant en bovenkant van 

    het impressionante gebouw.

     

     

     

    Aan het Calatrava-complex is ook een dierenpark verbonden, met uitsluitend 

    vliegende en zwemmende fauna. Iets met vier poten mag hier niet binnen.

    Hier zitten we bij een afdeling zeekoeien. Ik denk dat er in Spanje

    meer zeekoeien te vinden zijn dan gewone koeien.

    Ofwel is er ergens een koeienstreek die we nog niet gevonden hebben.

     

     

     

     

    Het aquarium van Valencia is het grootste van Europa. Je kunt het vergelijken met

     Sea World in San Diego. Ook enkele buitenmaten van vissen drijven hier rond.

    Wat je hier ziet is geen paddenstoel of een ontplofte binnenband van een

     vrachtwagen, maar wel degelijk een vis, van ongeveer anderhalve meter lengte.

    Alleen te bakken in een speciale XXL paellapan.

    Niet echt moeders mooiste, maar misschien wel lekker.

     

     

     

    In de tentoonstellingsruimte liggen een hoop fossiele haaientanden, van een 

    reusachtig kaliber. De grootste zou je kunnen gebruiken als gevaarsdriehoek.

     

     

     

    Hier lopen we onder de eigenaar van zo een stel. Wel griezelig.

     

     

     

    Er zitten massa’s haaien in de aquaria. Zoals in Sea World kan je 

    er onderdoor lopen door glazen gangen.

    Hier heb je er eentje in profiel, op zoek naar een hapje.

     

     

     

     

    De grootste van allemaal heeft uiteindelijk

    zijn hapje gevonden.

     

     

     

     

    Het loopt tegen de middag, en we stillen de honger in het plaatselijke restaurant

     “Madriles”. Een toeristenval, zonder meer. Nooit doen.

    In de namiddag gaan we het vogelpark bezoeken.

    Bij het verlaten van het restaurant zien we een witte Calatravabol,

    die dienst doet als een spectaculaire volière.

     

     

     

    Midden in een waterplas zitten twee aalscholvers te nestelen.

    Zelfs in oktober worden de eitjes uitgebroed.

     

     

     

    Binnen in de witte bol zitten tientallen soorten vogels door elkaar.

    Hier komen een lepelaar en twee rode, mij onbekende vogels, in close up.

     

     

     

    In de witte bol, waarvan je bovenaan de driehoekige steunelementen ziet,

    worden vogelvriendelijke biotopen nagebootst.

     

     

     

    De gevederde vrienden, die geen natte poten willen, of die het operagebouw 

    willen bestuderen, vliegen omhoog en nemen plaats op boomtakken.

     

     

     

     

    Na het bezoek aan de dieren, gaan we met een taxi naar de oude stad,

    opnieuw tussen de mensen.

    Het uitgekozen doel is de wijk El Carmen, het historische centrum.

    Waar een lege muur is, wordt die gebruikt door artistiek verantwoorde graffiti.

    Helemaal wat anders dan de vunzige boel die je vaak in Belgische steden ziet.

     

     

     

     

    Zelfs Kamagurka heeft hier uitstekend muurwerk gepresteerd,

    waarbij hij knipogend zijn vriendin een poepje laat ruiken.

     

     

     

    Schouder aan schouder zitten twee bekende personen in de warme herfstavond 

    elkaar in evenwicht te houden, onder toezicht van twee bruingebakken puti’s.

     

     

     

    Het lijkt er nu rustig en vredevol aan toe te gaan in het centrum van Valencia, maar

     niets is minder waar. Probleem nr. 1: terwijl we met de taxi rondrijden merken we

     dat er links en rechts enkele autofiles gevormd worden. De taxichauffeur informeert

     ons dat er een betoging aan de gang is. Even later vermeldt hij terloops het tweede

     verkeersprobleem: vanavond is er toevallig de voetbalwedstrijd Valencia -

     Barcelona, twee toonaangevende clubs in de eerste divisie van Spanje.

    En als je weet, wat voetbal in Spanje betekent, kan je je wel voorstellen dat het

     verkeer niet honderd percent op rolletjes loopt.

     

     

      

    Uiteindelijk komen we door de praktische stratenkennis van de chauffeur toch in het

     centrum van de derde stad van Spanje.

    De plaza de la Reina is een gezellig plein, met de juiste sfeer voor een herfstavond.

     

     

     

    De Plaza de la Virgen is dan nog sfeervoller. We drinken een “Agua de Valencia”,

     met zicht op de kathedraal. Agua de Valencia is Cava met een geutje vers geperst

      sinaasappelsap, waar ze in Valencia genoeg van hebben.

     

     

     

    Door een tijdelijk effect aan ons fototoestel kunnen we op dit plein de echte sfeer

     niet weergeven. Er zijn een aantal echtparen, net gehuwd, met de dames in het wit.

    Allemaal nog maagd, daarom komen ze natuurlijk naar de Plaza de la Virgen,

     waarbij elk paar zijn eigen gevolg bij zich heeft van fotografen, videofilmers,

    met complete uitrusting.

    Ik heb een foto te pakken gekregen van mijn vriend Fernando Vanhoeke,

    met slechts twee van die paren, maar er zijn er zeker twintig. Ze lopen mekaar voor

     de voeten. Onvergetelijke sfeer is dit. We genieten op het terras met onze Agua.

     

     

    En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s laat opladen,

    kan ik er maar beter mee ophouden.

    Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.

     

    11-01-2011, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    02-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: Californische droom, groeiend aan een boom

     

     

    Vorig gerecht was een “koolvis op Russische wijze”.

    Het kookboek dat ik daarvoor gebruikte stamt trouwens nog uit de communistisch 

    Stalinistische periode.

    Om de politieke stabiliteit in de wereld een beetje in evenwicht te houden,

    voel ik me verplicht om ook, en snel, een gerecht te produceren uit de

     kapitalistische wereld.

     

    Mijn keuze is gevallen op “kip op Californische manier”.

    Californië is in de eerste plaats het summum van het kapitalisme.

    Op zichzelf is/was deze USA-staat de achtste economische grootmacht

    in de wereld!

    Filmacteur Arnold Schwarzenegger, een lang geleden aangespoelde Oostenrijker,

    is er nu al een heel aantal jaren de gouverneur, met dank aan de filmstudio’s.

     

    Gevolg: Californië is nu virtueel failliet.

    Maar ja, Arnie is toch de Terminator voor iets.

    Hij moet toch ook in de gouverneurszetel zijn naam waar maken zeker.

    Voor hemzelf is er niets aan de hand.

    Hij kan gewoonterug naar de Hollywoodfilm, en mits een pondje plaasterig

     oplapwerk en een dikke dosis make-up mogen we binnenkort

    “Terminator 4” verwachten.

     

     

     

     

    Zoveel koolvissen ze in Rusland hebben, zoveel perziken vind je in Californie, en ze

     zijn wel gemakkelijker te vangen. Meestal worden ze gevangen gezet in een blik.

     Jammer dat je de perzik bloem nooit te zien krijgt, want die is prachtig (zie boven). 

    De populaire ronde vrucht met veel vrouwelijke vormen kent natuurlijk iedereen.

    Ze bevat een harde houten pit net als de abrikoos, de pruim en de kers.

    Technisch zijn dit alle steenvruchten.

    De perzik is “zelf fertiel”, wat zoveel wil zeggen als dat ze zichzelf kan bevruchten.

     Daar zie je nog maar eens hoe mensen toch wel heel beperkt zijn in hun

     mogelijkheden.

     

     

     

    De perzik wordt voornamelijk gekweekt in Iran en de omgeving van de

     Middellandse Zee, zoals de meeste lekkere dingen.

    De naam perzik betekent Perzisch (Prunus persica). Perziken komen

     oorspronkelijk uit China, maar zijn via Perzië (nu Iran) in Europa terecht gekomen.

     De moeilijk eetbare stenen in het midden van het fruit heeft de Iranezen ertoe

     aangezet om het stenigen (van meestal vrouwelijke slachtoffers) op punt te krijgen.

    De schil voelt een beetje pluizig of wollig aan. Soms, als ik een perzik aanraak,

    krijg ik een rilling over mijn rug, maar dat zal aan mij liggen. Vers moet ik ze niet.

    Een vorm zonder deze pluizige schil heet nectarine. Behalve de schil bestaat

     er geen wezenlijk verschil tussen perziken en nectarines. Een nectarine is dus geen 

    kruising tussen een perzik en een pruim, zoals soms wordt verondersteld.

     Hieronder zie je duidelijk de groeifasen van een nectarine, van knop tot volwaardig 

    stuk fruit.

      

      

    Binnen de rassen wordt wel onderscheid gemaakt naar de kleur van het vruchtvlees:

     wit, geel of rood. Veel witvlezige rassen staan er om bekend dat ze beter smaken

     dan de geelvlezigen, maar een nadeel is dat ze slechter tegen transport kunnen.

    Tenzij de witte perzikjes heel traag vervoerd worden, zoals op deze foto van 1939.

    De foto is zó oud dat er zelfs geen copyright meer op zit. Goed voor mij.

     

     

     

    Terug naar de keuken en naar de kip en de perziken.

    Ik ga dus een “kip op Californische wijze” van maken.

    Hier is het schitterende recept, uit een versleten kookboek:

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    2 kipfilets

    de kip bestrooien aan beide kanten met pezo

    pezo

    de filets door de bloem wentelen en het teveel er af kloppen

    bloem

    in de olie de stukjes kip aan alle kanten aanbraden

    olijfolie

    suiker door de azijn roeren, nootmuskaat en chilipeper toevoegen

    1 el suiker

    met het grootste deel van het perziksap tot ¼ l vloeistof maken

    1 tl wijnazijn

    de geschilde wortel in heel dunne plakjes snijden

    1 tl hot chilipeper

    verdeel de wortelschijfjes over de bodem van een niet-kleefpan

    mespunt nootmuskaat

    leg de stukjes kip daarop

    1 blik perziken op sap (+-250g)

    kook het braadvet van de kip op met de rest van het perziksap

    1 dikke winterwortel

    blijf hierin roeren en giet het vocht dan over de kip

    nogal veel rozemarijnblaadjes

    doe ook de gekruide azijn en de rozemarijnblaadjes hierop

     

    dik de saus eventueel wat met maïzena express

     

    zet het deksel op de pan en laat 15’ op een zacht vuur staan

     

    laat de laatste 10’ de in partjes gesneden perziken meestoven

     

    neem 5’ voor het einde het deksel er af

     

     

     

    lekker met aardappelpuree en een gemengde salade

     

     

     

     

     

     

    Een winterwortel vinden kan met dit weer geen probleem zijn.

     

    De bebloemde kipfilets laten zich keurig aanbraden,

    zonder veel weerwerk.

     

     

     

    Het resultaat oogt bijzonder lekker, met slechts enkele eenvoudige ingrediënten.

    De kippetjes liggen op een heerlijk zacht bedje te genieten.

     

     

     

    Een potje aardappelpuree, en een gemengde salade doen me de traditionele

     kwijlsappen in de mond komen.

     

     

     

    Op het bord ermee, en het feest kan weer beginnen. Smullie smullie!!

     

     

     

    Een lekker flesje uit Californie erbij van een Shiraz druifje,

    en de wereld kan niet meer stuk.

     

     

     

    “Hasta la vista, baby.”

    “I’ll Be back.” A.S.

     

     

     

    Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 88.

    Groetjes uit Marbella.

     

    02-01-2011, 22:42 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    23-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valencia (2): de futuristische wereld van Calatrava

     

     

    De tweede dag in Valencia besteden we veel tijd aan kunst en wetenschap, 

    maar tegelijk met een knipoog.

    Slechts twee huizenblokken scheiden ons van het Parque de Sciencias y Artes.

    Het bevindt zich tussen het einde van de groene Turia rechts, en het formule 1

     circuit.

    Eigenlijk ligt het dus in de vroegere monding van de Turia rivier.

     

     

     

    Dit enorm ruime gebouwencomplex is het fabuleuze ontwerp van de nieuwe Gaudi:

     Santiago Calatrava, door vakmensen beschouwd als één van de nog levende

    grootste architecten van de wereld.

    Hij werd in 1951 in Valencia geboren.

    Calatrava's werk is uniek en sterk gericht op de natuur. Naast architect is hij ook

     beeldhouwer en ingenieur. Met zijn kennis over architectuur, beeldende kunst en

     constructieleer kan hij de meest ongewone en creatieve vormen ontwerpen.

    Bij elk ontwerp combineert hij originaliteit in de vormgeving met technisch vernuft.

    Hier zie je een deel van zijn gebouwenpark in Valencia. Verbluffend om te zien.

     

     

     

    Hier is hetzelfde beeld, genomen van de andere kant.

    Op de achtergrond is het hoge gebouw voorzien als paleis van de kunst, 

    maar tijdens ons verblijf was dit nog niet volledig afgewerkt.

    Calatrava is een van de interessantste pioniers binnen de moderne architectuur.

    Hij haalt inspiratie uit natuurlijke en menselijke vormen, die hij samenbrengt 

    tot een stijlvol geheel met behulp van zorgvuldig uitgekozen materialen.

    Zijn stijl is uniek, symbolisch en overal ter wereld gemakkelijk herkenbaar.

    Het gebouw rechts doet denken aan een skelet van een dinosaurus of een walvis.

     

     

     

     

    Een ander gebouw, waarvan je hier de

    achterkant ziet lijkt op een parabolische serre,

    maar dan een zonder glas.

     

     

     

    Veel constructies van Calatrava zijn open, vandaar dat hij ook enorm veel 

    spectaculaire bruggen ontworpen heeft.

    Als je via de voorkant van de constructie binnengaat, maakt het een enorme indruk.

    De mensjes vergaan tot mieren.

     

     

     

    Bekende werken van Calatrava zijn onder meer:

     

    • Place Galleria, Toronto, Canada (1987-1992)
    • De communicatietoren bij het Olympische stadion in Barcelona (1989-1992)
    • Het station van Alameda, Valencia, Spanje (1991-1995)
    • De Allamillo-brug, gebouwd voor de wereldtentoonselling in Sevilla in 1992
    • El Auditorio de Tenerife, Tenerife, Canarische Eilanden (1991-2003)
    • voetgangersbrug Campo de Volantín, Bilbao, Spanje (1994-1997)
    • De wolkenkrabber Turning Torso in Malmo, Zweden (in aanbouw)
    • Milwaukee Art Museum in Wisconsin, Amerika (1994-2001)
    • Manrique Bridge, Murcia, Spanje (1996-1998)
    • Het Olympische stadion in Athene, voor de Olympische Spelen van 2004
    • De opera van Valencia: Palau de les Arts (in aanbouw)
    • Ciudad de las Artes y las Ciencias, Valencia, Spanje (1991-2006),
    • waarvan je hieronder nog een andere foto ziet

     

    Ook werkt Santiago Calatrava momenteel aan het nieuwe station van het 

    World Trade Center in New York.

    Het ontwerp wordt gemaakt van wit staal, kenmerkend voor deze architect,

    en symboliseert een vogel die uit een kinderhand vliegt.

    Ground Zero krijgt een ondergronds station met een glazen dak en daarboven

    spectaculaire vleugels van glas en staal, dertig meter hoog.

    Het ontwerp draagt onmiskenbaar de hand van Calatrava. Elk jaar op elf september

    zal het dak openen om de aanslagen van september 2001 te herdenken.

     

     

     

    Calatrava maakt gebruik van zijn aangeboren bouwkundige kennis om de

     technische constructie van een gebouw deel te laten uitmaken van het ontwerp.

    Typisch zijn de lange lijnen, het gebruik van witte materialen en veel glas en licht.

     

     

     

    De “Cala” toont nogmaals zijn buitengewone talent om aan de buitenkant

    van een gebouw te laten zien wat zich binnenin bevindt.

    Dit hier is het planetarium, of L'Hemisfèric.

     

    Calatrava haalde de inspiratie voor dit gebouw uit een oog, aangezien het gebouw

     de ogen dient te openen van iedereen die er binnengaat. De enorme koepel,

     waarin het planetarium en de IMAX-bioscoop liggen, is voorzien van stangen van

     aluminium ter versteviging, maar ook ter versiering om het geheel op een oog te

     laten lijken. Het oog kan zelfs mechanisch geopend worden.

    Binnenin L'Hemisfèric vindt men de modernste technologie voor de voorstellingen

     van IMAX, het planetarium en lasershows

    De voorstelling die we bijwonen gaat over doodgewone sardientjes, maar op het

     reusachtige scherm dat de binnenkant bedekt geeft dat een enorm effect.

     

     

     

    Ook gebruikt hij vaak het element water in zijn werken, zoals overvloedig bij

    de Ciudad de las Artes y las Ciencias in Valencia, en bij zijn vele bruggen.

    De weerspiegelingen van de bouwwerken in het water zorgen voor een mysterieuze

     uitstraling, en de weerspiegelingen zijn bedoeld als een deel van het kunstwerk.

     

     

     

    Het ene gebouw is al ongelooflijker dan het andere.

    Ook in België kan je trouwens een heel recente Calatrava bewonderen, met name 

    het nieuwe spoorwegstation van Luik, met een prijskaartje van 300 miljoen Euro!!

    Wie betaalt dit?

    En zelfs daar komen de treinen niet op tijd…

     

     

     

    Vanuit welke hoek je ook kijkt, altijd ontdek je 

    nieuwe fantastische structuren.

     

     

     

    Dit is het reusachtige paleis van de wetenschappen, waar we enkele uren

     doorbrengen, om te kijken, maar ook om te DOEN.

     

     

     

    Een van de blikvangers (ook letterlijk) is een waarheidsgetrouw model van het ISS,

     het International Space Station.

    De bewoners daar hebben stilaan een plannetje nodig om hun weg terug te vinden.

     

     

     

    De reusachtige slinger van Foucault en nog een massa andere wetenschappelijke

     proeven kan je bekijken of zelf doen. Hier blazen we even uit in een rustig hoekje

     om te bekomen van alle merkwaardigheden.

     

     

     

    Luc heeft nog genoeg energie om de strijd aan te gaan 

    met een verticale klimmuur, en tegelijk nog oog te hebben

     voor de pers.

     

     

     

    Hier verdiepen we ons grondig in een experiment uit de fysica.

    Deze kleine blokjes moeten we zodanig leggen dat er een stabiele boog ontstaat,

     die alle klompjes stevig bij elkaar houdt, zonder lijm of nagels, of wat dan ook.

     Proberen maar. Gelukkig hebben we onze bril in de buurt.

     

     

     

    We passen na zwaar hersenwerk de blokjes goed tegen elkaar, en zelfs in

    de juiste volgorde.

    Dan plaatsen we het bord voorzichtig vertikaal.

    De parabolische boog blijft perfect staan.

    Als Calatrava dat kan, dan kunnen wij dat ook. 

     

     

    De groene partij is ook vertegenwoordigd door een grote fan.

    Volgens de traditie is een groene jongen altijd vredelievend en lief voor iedereen.

    Tot iemand hem onverwacht op een gevoelige plaats raakt. Dan wordt het El Hulko.

     

     

     

    Greta op haar beurt doet een gewaagde polonaise 

    met een rode Alien.

     

     

    En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s

    laat opladen, kan ik er maar beter mee ophouden.

    Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.

     

     

    23-12-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    10-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: druipende vis à la Pollack

     

     

     

    Wie kent deze waterige knaap? Niemand? Het is een koolvis.

     

    Vanwaar hij zijn naam heeft is ook voor mij een volkomen raadsel.

    Voor zover ik weet heeft hij niets te maken met de groenten, en zeker niet 

    met de kleine zwarte klompjes die je kunnen verwarmen in koude winters.

     

    De koolvis (Pollachius) is een vis uit de familie van schelvissen en kabeljauwen, 

    die vooral voorkomt in het hoge noorden van de Atlantische Oceaan.

    Hoewel je volgens de foto zou denken dat het maar een soort sardientje is,

    Wordt de koolvis gemiddeld 60 cm en kan een lengte bereiken van 130 cm.

    Hij kan maximaal 25 jaar oud worden en tot 32 kg zwaar zijn.

    De gemiddelde koolvis weegt toch zeven tot acht kilo, wat al een serieuze hap is.

     

    Koolvis komt voor aan de Europese kusten van de Golf van Biskaje

    tot Groenland, IJsland, Nova Zembla, de Witte Zee en de noordelijke Noordzee.

     Aan boord wordt de koolvis onmiddellijk na de vangst schoongemaakt,

    gefileerd en verpakt.

    Door de nabijheid van de goede visgronden is hij in Rusland heel populair.
     

     

     

    De koolvis is voor de beroepsvisserij van groot belang, want hij wordt massaal

     industrieel verwerkt tot o.a. vissticks.

    Vaste aanvoertijden kent de koolvis niet. Hij is het hele jaar door verkrijgbaar

    in de vorm van diepvriesfilets. Je kan hem ook soms in zijn geheel kopen.

    Om te zien of de vis vers is, let u best op de ogen.

    Deze moeten helder zijn en een beetje bol staan.

    Wanneer het gaat om een verse filet, mag er geen vocht vrijkomen wanneer u

     zachtjes op de vis duwt. U vindt koolvis meestal in de handel in diepgevroren vorm.

     

    De Engelse naam van de koolvis is “pollack”.

    Naast de vis “pollack” bestaat er natuurlijk nog een andere: Jackson Pollack,

    wijlen de omstreden Amerikaanse kunstschilder.

    Hieronder op de foto zie je ze samen. Jackson heeft, naar aanleiding van een

     artikel in Time magazine voor de rest van zijn korte leven de bijnaam gekregen

    Jack the Dripper. (Jaak de Druiper zouden wij zeggen).

    Zeker niet te verwarren met Jack the Ripper.

    Deze laatste was een Engelsman, en geen familie trouwens.

     

    En nu komt het: toen hij nog werkloos en straatarm was, moest Jackson

    van zijn vrouw helpen in de keuken.

    Hij moest regelmatig de vis bedruipen, die in de oven zat.

    Logisch, want het grote gevaar van een vis in de oven is, dat hij onvermijdelijk gaat

     uitdrogen. Het ligt voor de hand dat het een pollack was, die de oven bevolkte.

    Van toen af aan is hij ook spontaan zijn schilderijen beginnen bedruipen, zoals

    te zien op de foto. Jack the Dripper had het gat in de markt gevonden!

    Hij legde zijn canvassen plat op de grond, en bedroop ze van op afstand met verf.

    Iedereen stond perplex van dit idee!

     

     

     

    Je bent voor of tegen deze kunstenaar, maar bedenk wel dat het duurste schilderij

     ooit verhandeld eentje is van deze JP!

    Het doek “No 5.” uit 1948 is in november 2006 verkocht voor 140 miljoen dollar!!

    Het meesterwerk “De Kindermoord in Bethlehem” van de hand van onze Pieter 

    Paul Rubens staat slechts op de twaalfde plaats, met een schamele 76 miljoen.

     

    Wil je de duurste geveilde schilderijen ooit eens bekijken, dat kan je via:

     http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_duurst_geveilde_schilderijen.


    Terug naar de keuken en naar de andere soort pollack.

    Ik ga er een “koolvisfilet op Russische wijze” van maken.

    Ook zal ik veel moeite doen om de vis regelmatig te bedruipen, maar toch

    vrees ik dat het me niet gaat helpen om onbetaalbare schilderijen te maken.

    Hier is toch maar het recept:

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    400g visfilets  (koolvishaasje)

    de visfilets met pezo bestrooien aan beide kanten

    pezo

    haal ze door de bloem en schud overtollige bloem er af

    bloem

    bak de vis in de hete olie aan beide kanten bruin

    olijfolie

    snijd de schoongemaakte paddenstoelen in plakken

    200g champignons

    laat ze smoren in dezelfde pan als de vis

    boter

    kook de aardappelen in de microwave in 6 à 7 ‘

    300g vastkokende aardappelen

    snij ze dan in reepjes van ongeveer een halve cm dik

    2 hardgekookte eieren

    verwarm de oven voor op 200°

    20 cl zure room

    snijd de hardgekookte eieren in dunne plakjes

    geraspte kaas (bijv. Emmenthal)

    wrijf een ovenvaste schaal in met boter

     

    schik de gebakken vis op de bodem

     

    bedek met paddenstoelen, eischijfjes en aardappelreepjes

     

    meng de zure room met een wat bloem in een kommetje

     

    schep dit zorgvuldig over de inhoud van de schaal

     

    strooi geraspte kaas er over, en wat kleine stukjes boter

     

    zet de schaal 20’ in de oven, met 5’ grill op het einde

     

    dien op in de schotel; strooi er wat peterselie over

     

     

    Na 25’ komt de schotel glunderend uit de oven.

    Goed bedropen trouwens.

     

     

     

    Het lijkt een beetje op een schilderij van Pollack,

    maar ook weer niet te veel.

    De geldelijke waarde van mijn product is niet zo groot,

    maar het is wel beter verteerbaar.

     

     

     

    Er horen nog wat druiperige groenten bij, die lauwwarm mogen zijn.

    Je zou kunnen de volgende combinatie nemen:

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    200g sperzieboontjes

    blancheer de boontjes 5’ in een ruime pan met kokend water

    200g knolselder, in reepjes

    blancheer ook de selder met citroen

    sap van een citroen

    (ofwel: maak hem zacht in de microwave)

    pezo

    laat de groenten uitlekken en enigszins afkoelen

     

    doe de groenten in een slakom

    dressing: 2 el olijfolie

    verhit de olie in een pan en bak de ui glazig, blus met citroensap

    1 rode ui, in reepjes

    giet de warme dressing over de groenten

    1 el citroen- of limoensap

    en schep alles voorzichtig door elkaar

     

     

     

    variant: vervang de boontjes door gesneden rode paprika

     

    (op die manier heb ik het nu bereid)

     

     

    Ik vind het uitzicht voldoende Pollackiaans door elkaar gemengd,

    zodat de vis tevreden gaat zijn met zijn gezelschap.

     

     

     

     

    Een smakelijk flesje Artes del Sur uit Argentinië 

    komt nog wat in de weg lopen, maar kan niet beletten 

    dat al het vorige op de tafel komt en stiekem verdwijnt 

    in de lonkende keelgaten van de bewoners van dit pand.

     

     

     

    Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 80.

     

     

    10-12-2010, 23:50 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    04-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valencia (1): flaneren door de Turia

     

    We vertrekken in Playa d’Aro aan de Costa Brava rond de warme middag, 

    met twee wagens pal zuidwaarts naar Valencia, met de zon van voor.

    In l’Hospitalet, langs de Middellandse zee stoppen we voor een lunch langs de

     autoweg.

    We doen het rustig aan, want reizen is pas goed als je het langzaam doet.

     

    Valencia is de derde stad van Spanje en heeft lange tijd in de schaduw gestaan

    van het meer trendy Barcelona. Dat is inmiddels verleden tijd, zeker sinds de

     nakende voltooiing van het futuristische Ciudad de las Artes y las Ciencias

    (Stad van Kunst en Wetenschap).

    Hopelijk duurt het niet meer zo lang als de Sagrada Familia in Barcelona,

    waar men al honderd jaar aan werkt.

     

    Valencia staat natuurlijk bekend om haar sinaasappels, paella en parelwitte

     stranden, maar het is zoveel meer. De architectuur in het bijzonder is

     adembenemend en toont veel sporen van Moorse en Mudéjar bouwstijl.

    Net ten zuiden van de stad ligt het prachtige natuurgebied Albufera.

    En niet te vergeten: elk jaar vertrekt hier begin december de stoomboot

    naar het Noorden, met een beroemde passagier: Sinterklaas.

    Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan men stellen, dat dit de enige

     persoon is die van Spanje naar België reist in de winter.

    Het is ook maar heel tijdelijk natuurlijk.

     

    Zoals Barcelona zijn Ramblas heeft, heeft Valencia zijn Turia.

    Ik denk trouwens dat langzaamaan Valencia Barcelona zal overtroeven 

    als bestemming voor een city trip.

    Wat is de nog niet zo bekende Turia eigenlijk?

    Je kunt het duidelijk zien op de luchtfoto hieronder.

    Het is de (bijna) droge bedding van de (voormalige) rivier Turia, 

    die dwars door het centrum van Valencia gaat.

     

    Na een zware overstroming in oktober 1957, die grote schade aanrichtte in

     Valencia en vele mensenleven kostte, werd besloten de rivier om te leggen

    naar de rand van de stad.

    Ex-dictator Franco wilde in het oude rivierbed een autosnelweg of een spoorweg

     aanleggen, maar een burgerbeweging leidde er uiteindelijk in de jaren 80 toe

    dat het gebied een groene bestemming kreeg.

    In plaats van zware trafiek kreeg men een schitterende groene long dwars

    door de stad. 

     

     

     

     

    Deze Jardines del Turia beslaan een oppervlakte van 110 hectare, en hebben

     een lengte van ongeveer 9 kilometer. Deze groene long dient als ontmoetingsplek

     en recreatiegebied en wordt veelvuldig gebruikt door joggers, fietsers en

     wandelaars.

    Het park herbergt vele plantsoenen, sportterreinen voor voetbal en tennis, fonteinen,

     een botanische tuin, speelpleinen voor kinderen, zowel langs de 'oevers'

    als in het park zelf.

     

    Er zijn geregeld muziekuitvoeringen en andere culturele manifestaties,

    soms heeft een circus er zijn tenten opgeslagen, of wordt er kermis gehouden.

    Het is er altijd druk, maar minder dan op de Ramblas natuurlijk, en het is

    de centrale ontmoetingsplaats voor alle Valencianen.

    Naar verluidt is er zelfs tweemaal per jaar een optreden van Will Turia.

     

    In Valencia kan je zelfs een fietstocht maken met (Nederlands sprekende) gids

    die ook door de Turia gaat.

    Op de kaart hierboven is het groene deel uiteraard de oude rivierbedding.

    Van de ‘nieuwe’ rivier zie je nog een stukje gans links onderaan in het hoekje.

    Hij is dus omgeleid naar de andere kant van de stad.

    Waar de vroegere rivier de Middellandse zee bereikte is nu de commerciële en de

     jachthaven uitgebouwd. Het bruine lijntje, dat voor een deel rond de jachthaven

     gaat, (bovenste plas) en een stuk de oude bedding volgt, is het Formule 1 circuit

     van Spanje. Vanuit de plas helemaal onderaan rechts vertrekt elk jaar de oude man

     met de witte baard en de Zwarte Piet met de stoomboot naar het noorden.

     

    Het middeleeuwse stadscentrum van Valencia ligt in de ‘elleboog’ van de Turia.

    De oude bedding wordt op meerdere plaatsen nog altijd gedwarst door 

    de oorspronkelijke rivierbruggen, de ene nog mooier dan de andere.

    Hier kijk je richting zee, met op de achtergrond een van de architectonische parels 

    van superarchitect Calatrava.

    Je kunt via een video met de helicopter over de Turia vliegen, met de volgende link:

    www.culturia.org/.  Klik op "Real Flight" onderaan en download.

     

     

     

     

     

     

    Tussen de bruggen in zijn de verschillende stukken van het park ontworpen door

     verschillende architecten. Grote speeltuin, sportvelden, grote water partijen,

     romaans aandoende tuinen. Wat een mooi effect geeft dat om er door te wandelen.

     

     

     

     

    Sommige delen zien er heel natuurlijk uit, en andere dan weer

     prachtig aangelegd.

     

     

     

     

    Met deze wetenschap op zak hebben we een boeking gedaan in hotel Abba

     Acteon, vooral gebaseerd op de gunstige locatie: vier sterren, dicht tegen de Turia,

     en slechts twee blokken verwijderd van de van de Ciudad de las Artes y las

     Ciencias, maar dat is voor morgen.

    Voorlopig, na de check in, wandelen we door de Turia, richting centrum.

     

     

     

    Het weer is uistekend in de vooravond, 

    het water is koel, en de bruggen zijn laag.

     

     

     

     

    Onze vrienden Danny en Luc testen met succes

    de hoogte van een brug. Dwergen, smurfen en kabouters 

    moeten de rechterkant van het voetpad nemen.

     

     

     

     

    ’s Avonds worden de fonteinen individueel verlicht, 

    maar voorlopig hoeft het niet voor ons.

     

     

     

     

    Sommige bruggen zijn wat hoger dan andere,

    en kunnen dan dienst doen als klimmuur.

     

     

     

    De Policia Local houdt onopvallend ook een oogje in het zeil

    op de achtergrond, met de fiets of te paard.

      

     

     

    Spontane muziek- en danssessies zijn er ook.

    Hier overlegt men welk nummer men gaat doen.

     

     

     

    De artiesten treden vooral op onder de bruggen, 

    om de klank beter vast te kunnen houden.

     

     

     

    Sommigen gaan lekker uit de bol. Sfeer gegarandeerd.

     

     

     

     

    De Turia is nooit volledig weg. Hier en daar 

    loopt hij in smalle kanaaltjes, op andere plaatsen 

    heeft hij een natuurlijk uitzicht.

     

     

     

     

    Eigenaardige of eigenzinnige sculpturen 

    zijn verspreid over het parcours.

     

     

     

    Na de lange wandeling wordt het tijd om de verbruikte energie 

    opnieuw aan te vullen, en gaan we in het oude centrum 

    op zoek naar een geschikt restaurant.

    Het probleem is dat vóór 21 uur niets open is. Om kwart over negen gaan we 

    (als eersten) binnen in restaurant taverne l’ Alberreda, een echt Spaans resto.

     

     

     

    We doen ons tegoed aan tapas en andere lokale specialiteiten.

    En, wanneer we de zaak verlaten, staan er buiten twee obers op ons te wachten

    die ons extra vertroetelen met twee keukenschorten van de zaak.

    Ik denk er met veel genoegen aan terug. 

     

     

     

    04-12-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    26-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: engeltjes te paard

     

     

    In dit heerlijke en supereenvoudige gerecht gebruik ik marjolein als keukenkruid.

    Het is interessant om daar even op in te gaan, want er bestaat nu eenmaal een

     portie verwarring over marjolein, die ik meteen en definitief uit de wereld wil helpen.

     

    Dit welriekende plantje (ook wel genoemd ‘echte’ marjolein) wordt wel eens

     verward met een ander kruid, dat zijn blaadjes de hoogte insteekt onder de ook

     heel bekende naam oregano.

    Dit laatste staat eveneens genoteerd onder de naam ‘wilde marjolein’.

     

    Beide planten lijken erg op elkaar qua smaak en gebruik, maar er zijn wel degelijk

     verschillen. De echte marjolein is namelijk een éénjarige plant terwijl oregano tot de

     groep van de doorlevende en meerjarige planten behoort.

    Deze laatste kan dus wel tegen een kouwelijke stoot.

    De bladeren zijn breder en donkerder groen dan die van de teergevoelige

     marjolein.

    De smaak van oregano is iets pittiger, sterker en pikanter dan die van marjolein.

    Je kunt je voorstellen dat de Italianen meer voor oregano op hun pizza voelen.

    In mijn gerecht gebruik ik de echte marjolein, en daarover vind je hier nog wat

     interessante informatie. Oregano is wellicht voor een volgende keer.

     

     

     

     

    De (echte) marjolein is afkomstig uit het oosten van het Middellandse Zeegebied.

    De plant is reeds sinds de oudheid geïmporteerd in Europa via Griekenland.

    De Grieken hielden van de kruidengeur na een bad, als dan marjoleinolie op hun 

    voorhoofd en in hun haren gemasseerd werd.

    Eerder al, in het oude Egypte, was het bekend dat oregano kon genezen,

     desinfecteren en voedsel conserveren, en die kennis is sindsdien bewaard

     gebleven.
    Echte marjolein werd in de Middeleeuwen in West-Europa ingevoerd en het
     was in

     trek bij de chique dames "om in ruikers, kruidenbuiltjes en reukwatertjes te doen".

     

    In het Duits heet het kruid ‘Gartenmajoran’ of ‘Wurstkraut’.

    Andere namen in het Nederlands zijn ook: ‘majoraan’ en ‘palingkruid’.

    Aan deze namen kan je al vermoeden waar het in de keuken van pas kan komen.

     

     

     

     

    Marjolein heeft een intens aroma, dat aan tijm doet denken, maar zachter van

     smaak en zoeter is. Het kruid wordt voornamelijk gebruikt bij de bereiding van

     worsten (vooral van de grill), maar past ook uitstekend bij peulvruchten,

     champignons, aardappelgerechten, slaatjes en in sommige kazen.

    Maar het is ook lekker in zuurkool, gehakt, varkensvlees, vleespastei, vullingen voor

     kip en kalkoen, wild en gevogelte, salades en kruidensauzen en op tomaten.

    Zoutloze gerechten, die meestal heel saai zijn, krijgen meer pit dankzij marjolein.

    Italiaanse pizza's krijgen bij ons als afwerking steeds een snuifje marjolein.

    Kortom bijna alles kan er mee op smaak gebracht worden.

    Marjolein laat zich ook uitstekend combineren met tijm, basilicum en look.

    En die laatste combinatie met look zal ik vandaag met plezier toepassen in het 

    goddelijke gerecht “engeltjes te paard”.

    Vanwaar deze hemelse naam komt weet ik niet, maar het klinkt wel smakelijk.

    Hier is het recept, geschikt voor BBQ, ovengrill of tepanyaki, waarop ik het vandaag bereid.

     

     

     

    Ingrediënten voor 2

    bereiding

    4 dunne varkensschnitzels

    klop schnitzels plat en kruid met peper en zout

    pezo

    bestrijk vlees met de mosterd (met een mes)

    el scherpe mosterd

    meng look met koriander en marjolein/oregano

    2 geperste looktenen of verse gesnipperde look

    verdeel het mengsel over het vlees

    1 el gehakte (peterselie of) koriander

    rol de schnitzels stevig op en halveer ze

    1 el gehakte marjolein (of oregano)

    rol om elk stuk een sneetje spek of ham

    8 dunne plakken ontbijtspek (of ham)

    pel uien en maak ze halfgaar in micro met vocht

    4 kleine uien of sjalotten

    rijg uien en vlees aan pennen

     

    bestrijk het vlees met wat olie

    Als groenten: spinazie, champignons of salade

    leg spitjes op de grill gedurende 10’ @ 15”

     

    zorg voor een (mosterd)sausje

     

     

    Op het volgende prentje ligt de mosterd al ter plaatse, 

    en lepel ik de kruidenmarinade over de platte vleeslapjes.

     

     

     

     

    De schnitzeltjes worden gerold, gehalveerd, omzwachteld 

    met een spekje en/of Serranosneetje, aan pennen geregen,

    gescheiden door halfzachte uitjes.

    Een beetje olijfolie, geborsteld met een takje rozemarijn, 

    maakt ze immuun voor brandwondjes.

     

     

     

     

    De pennen zijn van het XL formaat, maar de tepanyaki 

    kan ze moeiteloos opvangen en verwerken.

     

     

     

     

    Een lekkere salade maakt dit gerecht compleet, voor degene die het eet.

     

     

     

     

    Tafel en stoelen staan klaar en de bak- en eetpret kan beginnen.

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit ‘Eten van Grill en BBQ, pag. 48’

     

    26-11-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    21-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de grens, en in de Spaanse zon

     

     

    Na de tweede nacht in Salers begint het te kriebelen om verder zuidwest te bollen.

    We ontbijten met twee Parijzenaren, en genieten van de huisgemaakte yoghurt.

    Maar voor we vertrekken willen we het middeleeuwse Salers wat meer uitkammen.

    Het klinkt als een cliché, maar het lijkt of de tijd hier is blijven stilstaan.

    De meeste huisjes lijken als twee druppels water op elkaar, dateren uit dezelfde

     tijdsperiode, en zijn meestal ingekaderd in bloemen en planten.

     

     

     

     

    Op de talrijke pleintjes zijn natuurlijk ook voorzieningen voor natjes en droogjes.

     

     

     

    Alles is hier oerecht, en oerdegelijk. Zelfs eeuwenoude 

    houten deuren houden het nog uit. Dit was vakmanschap.

     

     

     

     

     

    In sommige straatjes is er een insprong, 

    een steegje eigenlijk, waar dan aan het einde 

    meestal een origineel huisje staat, met kleine 

    raampjes en een dak van leisteen.

     

     

     

     

     

    Het hooggelegen dorp Salers wordt omsloten door een pad met panorama.

    In de vallei liggen enkele piepkleine gehuchtjes weggedoken.

     

     

     

    Er zijn ook winkels in Salers. Niet echt supermarkten natuurlijk.

    Achter de lantaarn heeft zelfs een bank postgevat.

     

     

     

     

    De zichten op de huisjes lijken op prullige schilderijtjes, 

    die je kunt kopen op elke willekeurige vlooienmarkt.

    Nochtans is dit echt, en de huisjes zijn 

    zelfs nog bewoond ook.

     

     

     

     

     

    Het hele dorp doet ons denken aan het decor 

    van een film zoals men die gebruikt voor Dracula 

    of Frankenstein, of Sneeuwwitje. Wel heel sfeervol.

     

     

     

     

    We hebben een toevalstreffer mee: het is vandaag marktdag in het dorp.

    Op het centrale plein staan de marktkramen, en er is zelfs een heuse veemarkt!!

    Het is al jaren geleden dat ik dat nog gezien heb.

     

     

     

     

     

    De plaatselijke schonen poseren met veel 

    genoegen en flair voor de camera van Greta.

     

     

     

     

    De koe wil ook eens in profiel op de foto, maar 

    de temmer heeft bezwaren tegen teveel beweging,

    want de koebel gaat dan teveel lawaai maken

    en de openbare rust verstoren.

    Hij moet zwaar aan de bruinhuid sleuren 

    om ze terug in positie te krijgen.

     

     

     

     

    Dit zijn de echte Salers koeien, befaamd in dit departement voor hun lekker vlees.

    Ze lijken op het eerste zicht op de beter gekende Limousin runderen.

    Let wel, links heb je een koe, en rechts staat een stier.

    Ik hoop dat jullie aan de kop het verschil merken.

    Hoeveel beesten staan er trouwens op de foto? Geen twee, maar drie!

     

     

     

     

    Het bewijs zie je op de volgende foto.

     

     

     

     

    Deze lieverdjes zien er erg vredig uit, maar wat lees ik van de week in de krant?

     

    "ANDERLECHT - Een personeelslid van het slachthuis in Anderlecht is gekwetst geraakt

    toen de politie op een ontsnapte stier schoot. De man is er niet erg aan toe.

    Dinsdag is een stier erin geslaagd om te ontsnappen uit het slachthuis van A.

    De hulp van de politie werd ingeroepen om het dier op te sporen en te vangen.

    Toen de stier op een politie-inspecteur afging, loste die een schot. De kogel ketste af

     en raakte een medewerker van het slachthuis. Die raakte daarbij licht gewond.

    De stier kon uiteindelijk gevangen worden."

    (ik heb de krantentekst aangepast, om het copyright te vermijden)

    De eetbare dieren laten zich niet meer doen vandaag. Vorige week hadden we al

     ontsnapte varkens in China, en nu weer een ontsnapte stier in Anderlecht.

     

    Nu we Salers hebben uitgepluisd en uitgeplozen roept ons de horizon (en de zon).

    We nemen de autoweg verder door het gebergte via Aurillac, richting Millau.

    De laatste keer dat we hier waren hebben we van de brug niets gezien, 

    door de mist in en over de vallei.

    Nu is de hemel puur blauw, en we stoppen en genieten op de parking 

    voor een foto van de hoogste brug ter wereld.

    Ik herinner me nog levendig de tijd dat we, meestal achter een vrachtwagen, 

    een uur naar beneden moesten rijden, dan over de rivier, en dan weer een uur

    naar omhoog om terug aan te pikken op de autoweg.

     

     

     

     

    Aan de kant van de rivier, waar de twee hoogste pylonen staan, is de hoogte

    344 meter boven de vallei, zodat de Eiffeltoren eronder kan.

     

     

     

    De grens over in Le Boulou, Spanje in, en volop in de zon 

    maken we een stop in Playa d’Aro aan de Costa Brava.

    Dit is een heel andere wereld dan de voorbije dagen.

    We overnachten in het nieuwe en aangename hotel 

    Nautic Park, midden in het commerciële centrum 

    van de kustplaats.

    Morgenvroeg zien we onze vrienden Danny en Luc,

    die hier regelmatig in hun appartement verblijven.

     

     

     

     

    Vanuit onze kamer hebben we een mooi zicht op het zwembad, 

    maar de tijd om op deze plaats te verblijven is kort uitgemeten.

     

     

     

     

    Morgen vertrekken we samen met Luc en Danny voor drie dagen naar Valencia, 

    een van de belangrijke cultuursteden die we nog niet bezocht hebben.

    De volgende dagen zullen we er meer over weten. We zijn er klaar voor.

     

     

     

     

    21-11-2010, 18:15 geschreven door grob  

    Reageer (3)

    13-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: een medaillon, maar niet van karton!

      

    Vandaag bereiden we iets heel lekkers met medaillons,

    versneden uit een varkenshaasje, met salie als smaakmaker. 

    Iedereen is natuurlijk van mening dat hij/zij alles weet

    over varkens, maar niets is minder waar natuurlijk.

    Lees maar even verder.

     

     

     

    Het gewone tamme varken dat ons zoveel eetplezier geeft, is afkomstig 

    van het  wilde zwijn, dat al 5000 tot 6000 jaar geleden gedomesticeerd werd.

    Daarnaast is er het everzwijn of wild zwijn, maar dat staat vandaag niet

    op het menu. Volgens Wikipedia (en die kunnen het weten) leven in Nederland

    ruim 11,6 miljoen en in België 6,7 miljoen varkens.

    Ik heb altijd al vermoed dat in Nederland meer varkens rondlopen dan in België,

    wat nu ook bevestigd wordt door een neutrale bron.

     

    Je bent zeker ook van mening dat je al de specifieke namen kent voor varkens?

    Even een test. Een jong varken wordt een big genoemd, een vrouwtjesvarken 

    een zeug en een mannetjesvarken een beer.

    Dat weet iedereen natuurlijk. Maar dan: een barg of borg is een gecastreerd

     mannetjesvarken. Een gelt is een vrouwtjesvarken dat nog niet geworpen heeft. 

    Keu is regiolect of dialect voor jong varken.

    Ik neem zelf regelmatig een keu ter hand, maar dat is dan om mee te biljarten.

     

     

     

     

    In grote delen van de wereld zijn varkens verwilderd geraakt (zoals in Nieuw-

    Zeeland en eilandjes in de Stille Oceaan). Vroege Westerse zeevaarders, 

    vooral Nederlanders, hebben bewust varkens uitgezet, bij voorkeur op eilanden, 

    om een duurzame voedselvoorraad te garanderen, voor wanneer ze 

    de volgende keer langskwamen . De varkens hebben daar grote ecologische

     schade toegebracht en doen dat in vele gevallen nog steeds.

     

    De meeste mensen weten natuurlijk wel dat varkens worden gebruikt voor

    het opsporen van truffels en drugs, wegens hun ontwikkeld reukorgaan.

    Let wel, dit laatste mag je nooit gebruiken als stopcontact.

    Maar hier is nog een merkwaardig, meestal onbekend weetje over varkens: 

    volgens het bijgeloof kunnen mensen die varkenshersenen eten

    geen leugens vertellen.

    Let dus volgende keren goed op als je aan tafel gaat, wat er op je bord ligt.

     

     

     

     

    Met mijn gerechtje moet je niet ongerust zijn: geen varkenshersenen op het menu,

     maar wel een onschuldig “varkensmedaillon met salie op een groen bedje”.

     

      

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    een varkenshaasje voor 2 personen

    was de aardappelen en doe ze in een kleine plastic kom

    400g diepvriesspinazie

    doe hierin een lekje water en bedek met plasticfolie

    1 lookteen  (Spanje: jonge lookscheuten)

    zet de aardappelen in de microwave, zet hem 8’ op max.

    1 takje salie (6 blaadjes)

    hak 4 blaadjes salie zeer fijn, snijd het haasje in stukken

    100 g roomkaas met kruiden

    bak de varkenshaasjes naar eigen smaak op laag vuur

    pezo

    kruid ze met pezo, strooi er de gehakte salie bovenop

    cayennepeper

    blus zo nodig met wat water

    citroensap

    bak tegelijk de look licht aan in olijfolie

    olijfolie

    voeg de spinazie toe zonder te ontdooien

    2 grote ongeschilde aardappelen

    zie verpakking: normaal moet ze +/- 8’ op het vuur

     

    intussen de spinazie goed roeren

     

    kruid met pezo en wat cayennepeper

     

    leg de warme spinazie centraal op een bord

     

    besprenkel de varkenshaasjes met citroensap

     

    leg de versneden haasjes op de spinazie

     

    verdeel het roomkaasje boven op het vlees

     

    snijd boven in de aardappelen een gleuf van 1 cm breed

     

    leg hierin wat van de roomkaas en dien alles op

     

    versier elk bord met een blaadje salie

     

     

    Terwijl het haasje, versneden in medaillons murmelend staat te bakken op laag

     vuur, moet af en toe in de spinazie geroerd worden.

     

     

     

     

    Intussen zijn ook de aardappels gaar, met hun levendig

    laagje roomkaas er bovenop.

    Het flesje vino tinto staat ook al klaar.

     

     

     

     

    Nog even controleren of het varkentje

    niet van de tafel wil springen.

     

     

     

     

    Alles is in orde. Het ziet er goed uit.

    Lekker is het zeker, gemakkelijk te maken, en snel klaar.

    Wat wil je nog meer?

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept van www.tuinadvies.be

     

     

     

    Gisteren stond in de krant “Het Laatste Nieuws” de volgende kop:

    Ontsnapte varkens hinderen verkeer in China.

    Het is een aardig artikel, met grappige foto's, maar omwille van het copyright 

    mag ik die niet weergeven natuurlijk.

    Een ding kan ik jullie wel bevestigen: mijn varken is niet kunnen ontsnappen.

     

    Bye bye!!

     

     

     

    13-11-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    06-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op de Puy de Dôme groeien geen bomen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

    Tijdens onze toeristische vakantietocht van België naar

    Andalusië verblijven we zoveel mogelijk in Bed & Breakfasts,

    vooral in Frankrijk.

    In de Auvergne is de keuze gevallen voor een tweenachtelijk

    verblijf in Salers, ook weer eens een van de “100 mooiste

    dorpen van Frankrijk”.

    We logeren in de Chambre d’hôte du Haut Mouriol, aan de rand van het dorp,

    bij Eliane Vantal, te vinden op www.salers-chambres-hotes.com.

    Gezien er niet veel volk is, zoals gewoonlijk, kan ik de kamer kiezen.

    Ik reserveer vooraf de Chambre Bleuet, met aparte bedden.

     

     

     

     

    De volgende morgen gaan we op pad met de wagen naar de top van de Puy Mary,

     één van de 60 tot 70 vulkanen die het “Parc Naturel Régional des Volcans

     d'Auvergne” rijk is.

     

    Elk jaar komen hier 600 000 bezoekers langs, en dat enkel in de periode van mei 

    tot einde oktober. Hier zit natuurlijk het risico, omdat we nu al half oktober noteren.

     

    De weg is meestal zeer smal, en slechts geschikt voor één wagen.

    Om de 300 meter zijn er nissen om elkaar te kunnen kruisen.

    Tijdens de beklimming zien we op de smalle weg een skiër, met ski’s op rolletjes.

     

    Je kunt, als je geluk hebt,  over de Puy Mary rijden via de “Pas de Peyrol “ op

    1589 meter hoogte, de hoogste pas van het Centraal Massief en het hoogste punt

     van het departement  Cantal.

     

    Een beetje verder rijden we voorbij de bareel, die omlaag gaat over twee weken,

    en de weg zes maanden zal afsluiten voor alle verkeer.

    Ik had op de Puy Mary een wandeling voorzien, kort maar zeer steil naar de top.

    Als we op de parking aankomen, is het mistig, en geeft de thermometer +2°C aan.

    Voor dit soort klimaatomstandigheden hebben we geen kleren!!

     

     

     

     

    In de Cantal kan je alle kanten uit, maar dat is vooral prettig als het weer goed blijft, 

    én op voorwaarde dat je niet te hoog gaat.

     

     

    Honderden meter lager is alles weer perfect.

    We doorkruisen lieflijke Breugeliaanse dalletjes in de buurt van het dorpje Anjony.

     

     

     

    Het dorpje ligt op een bergflank, en bloemen tieren welig.

    Mensen zijn er niet te zien.

     

     

     

    Zoals het een Frans dorpje betaamt, heeft het zijn eigen plaatselijk kasteel.

     

     

     

    Merkwaardig is hier de aparte vorm: vier gelijke  hoge torens, vlak naast elkaar.

    Het lijkt bijna een reusachtig kegelspel.

    Het kasteel is momenteel op dit uur niet bezoekbaar, maar dat geeft niet.

    We hebben er al veel gezien, en vooral de wandeling er naartoe is ontspannend.

     

     

     

     

    Auvergne is natuurlijk de streek van de vulkanen en andere oeroude bergen, 

    waartussen talloze rivieren kronkelen, en valleien hebben uitgesleten. Hier en daar

     mag een vulkaantje op de gevoelige plaat, zolang het maar niet begint te spuwen.

     

     

     

    Sommige vulkaankraters zijn waterdicht, en dus ontstaan er heel wat ronde meren,

     gevuld met eeuwenoud regenwater.

     

     

     

    Zelfs aan de senioren wordt af en toe gedacht! Bewonder het machtige, 

    wisselende vulkaanlandschap van op een zitbank in volle natuur.

     

     

     

    Het landschap is werkelijk pakkend, door de enorme ruimte, en het spel van zon

    en schaduw, gecreëerd door de supersnel bewegende wolken.

     

     

     

    Voor de jongere generatie valt er ook een en ander te

    beleven in volle natuur.

    Wijzelf hebben enkel zin in een rondje benji-jumpen, maar

    de stand is nu niet open. Je zal maar pech hebben.

     

     

     

    De bekendste vulkaan, onder meer uit de Tour de France, 

    is de Puy de Dôme.

    Hier is eigenlijk de carrière van Eddy Merckx geëindigd,

    toen hij van een kwaadwillige toeschouwer tijdens de harde

    beklimming een harde stomp in de lever mocht incasseren.

     

    De kale granieten spuwberg heeft een restaurant en toeristische 

    accommodaties boven op de top, op een 1000 meter hoogte.

     

     

     

    De laatste uitspuwing van deze knaap was in 4040 vóór Christus.

    Enkele jaren later, in 1956 na Christus, werd er een pyloon 

    van 73 meter hoogte geïnstalleerd, voor het doorsturen van 

    radio- en Tv-programma’s.

    De pyloon is van heel ver herkenbaar.

     

     

     

    Net als de Mont Ventoux is de Puy de Dôme heel populair bij

    veel afgetrainde fietsers.

    Er zijn drie varianten mogelijk voor deze stoere beklimming.

    Voor wie er wil aan beginnen geef ik een paar tips: de beklimming is mogelijk

    van de eerste maart tot 31 december, enkel op woensdagen en zondagen.

    Je sportieve conditie moet wel bovennatuurlijk in orde zijn: je moet hellingen

    kunnen beklimmen van 12 tot 14% over 4.2 km.

    Een uurtje verblijven op de top is fantastisch, met 360° zicht op alle vulkanen

    in de omtrek, en de Michelinstad Clermont Ferrand.

     

    Als je naar de Puy de Dôme wil gaan met de wagen, of het fietstochtje

    naar boven wil doen, doe het dan maar in 2011.

    Als je nog langer wacht worden alle wegen onherroepelijk afgesloten.

    De fietspaden gaan dicht, en op de plaats van de gewone weg komt een

     tandradbaan.

    Vanaf juni 2012 kan je enkel nog naar boven met de “Panoramique des Dômes”,

     een stille en ecologische trein, die gans het jaar door zal rijden.

    Het zal de eerste nieuwe tandradbaan zijn, gebouwd op een bergsite in meer

    dan honderd jaar.

    De trein zal aankomen in een ondergronds station, en de huidige autoparking

    wordt opnieuw natuurlijk beplant.

    Het is meteen de laatste keer dat Greta de top van de Puy en de wijde omgeving

    in zijn huidige gedaante kan bekijken, en ze geniet ervan.

     

     

     

     

    Een ander interessant plaatsje is het hooggelegen stadje Murat.

    Het is gebouwd op drie rotsen die fungeerden als schouwen 

    van de bijbehorende vulkaan.

    Wat onmiddellijk opvalt, zijn de overal aanwezige bloemen, 

    aan elk authentiek huis en op de openbare pleinen en straten.

     

     

     

     

     

    De middeleeuwse sfeer is gebleven omdat deze bergstreek 

    lang was afgesloten van de buitenwereld. Men kan langs 

    alle kanten fotogenieke plekjes zoeken en ook vinden.

      

     

     

    Tijdens de middeleeuwen werden vele kerken in de streek 

    bezet door monniksoldaten van de Maltezerorde of de Tempeliers.

    Geestelijken hebben blijkbaar door alle eeuwen heen ook minder vanzelfsprekende

     activiteiten uitgeoefend.

     

     

     

    Na de uitgestippelde wandeling van de toeristische dienst, doorheen de

     middeleeuwen, bekijken we of het “Grand Café” op het marktplein,

    ook iets te bieden heeft.

    En inderdaad, naast Leffe van het vat, is er de enige echte Hoegaarden, 

    die hier zelfs exclusief in drie verschillende formaten wordt geserveerd, 

    met ijskrabber inclusief, en van het vat natuurlijk.

    Hier hebben de Tempeliers zeker pap van gegeten, want 

    volgens de affiche is het biertje al beschikbaar sinds 1445.

     

     

     

     

    De keuken van de Auvergne is rijk aan vlees, boter, kaas en sauzen.

    De reden hiervan zie je hieronder: het Salers koeienras, trouwens sterk

    lijkend op Limousin runderen.

    Typisch streekgerecht is de Aligot, een aardappelpuree verrijkt met kaas en room.

    Nog zoiets lekker is de Truffade, gebakken aardappelen in gesmolten kaas.

    Beide gerechten worden geserveerd bij zowel vlees, gevogelte als vis.

    De Cantalkaas die men hiervoor ten overvloede gebruikt is ook een van de vele

     lekkere soorten van Frankrijk.

     

     

     

     

    Hoog tijd dus om die specialiteiten uit te testen. Op advies van onze BB gastvrouw

     gaan we naar het dorp in het gezellige restaurant “Le Baillage” om de plaatselijke

     lekkernijen uitvoerig te proeven.

    Na vier gangen - voor 25€ - in dit voortreffelijke restaurant, met onberispelijke

     service, zijn we zeer tevreden klanten.

    Omdat het nu al laat is, en Seniorennet momenteel slechts 20 foto’s toelaat,

    is het tijd geworden om te stoppen.

    We kunnen onze tweede Saleriaanse nacht met rustig gemoed tegemoet zien.

     

    06-11-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    27-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: aan cayenne kan je altijd wennen

     

    We zijn met de wagen goed aangekomen in het Spaanse Andalusië,

    de avond van 23/10/10.

    Om dat te vieren, en om voor mezelf wat achterstand in te halen in het cuisineren, 

    ga ik maar vrij snel aan de slag. Ik mag dus de spits afbijten van het koken.

    Aangekomen op zaterdagavond, en met zondag de winkels dicht, is het voor

     maandag 25/10.

     

    Een paar flinke filets van heilbot, “halibut” in het Spaans, en wat gezonde groenten,

     en we zijn weer vertrokken. Het gerecht wordt pittig gemaakt met cayennepeper, 

    en ziehier nu een woordje uitleg voor wie dit pikante poedertje niet dikwijls gebruikt.

     

    Cayennepeper is een gemalen gedroogde Spaanse peper, die in de keuken

     gebruikt wordt als specerij. Het is vernoemd naar de Zuid-Amerikaanse stad

     Cayenne, de hoofdstad van het Franse Overzeese Departement Frans-Guyana.

     

     

     

    Het bezit een aantal eigenschappen die de gezondheid positief beïnvloeden.

    Cayenne raakte in zwang door toedoen van de Amerikaanse dokter Samuel

     Thompson, als eenvoudig middel tegen gevaarlijke Zuid-Amerikaanse koortsen. 

    Hij schreef grote doses voor om de tropische koorts te laten uitzweten. Het kon

    hem een worst wezen dat het haar van zijn patienten loodrecht op hun hoofd stond.

     

    De scherpte van de specerij stimuleert de vorming van speeksel en daardoor

     bevordert het de menselijke spijsvertering.

    Onderzoek heeft aangetoond dat cayennepeper ook helpt de eetlust te

     onderdrukken en zo dus overeten onderdrukt. Recente testen geven ook aan dat

     cayennepeper de ontwikkeling van vetcellen tegengaat.

    De stof die daar verantwoordelijk voor is in cayennepeper, heet capsaicin.

    Studies uit Japan onderschrijven dat capsaicin werkzaam is tegen prostaatkanker. 

     

    Vandaag worden crèmes van cayenne ook als pijnstiller in ziekenhuizen toegepast. 

    Cayenne is wel geschikter voor volwassenen - en senioren - dan voor kinderen.   

    Was steeds je handen na aanraking met cayenne, wrijf niet in de ogen.

     

    Cayennepeper maakt men uitsluitend van een bepaalde soort Spaanse pepers.

    Deze soort behoudt ook na het drogen zijn rode kleur. Na de droging worden de

     pepers vermalen tot het scherpe poeder dat we kennen als cayennepeper.

     

    In de VS vermijdt men best de aanschaf van cayennepeper, die afkomstig is van de

     specerijenafdeling in de supermarkt. De meeste kruiden en specerij en worden

     daar namelijk bestraald waardoor alle goede eigenschappen verdwijnen.

    In de EU is het nog zo ver niet, maar door de geplande invoering van de

    Europese “Codex Alimentarius”, komt hier mogelijk verandering in.

    Je kunt misschien beter overwegen je eigen plantje cayenne te

    kweken, wat vrij gemakkelijk gaat in een bloempotje.

     

     

     

     

    Bewaring: cayennepeper blijft lang houdbaar, en dat is

    maar goed ook, want het is geraden het liefst enkel in kleine

    hoeveelheden te gebruiken.

    Cayennepeper wordt courant gebruikt bij de productie

    van tabasco en chilisaus.

    Je kunt het in de keuken gebruiken om vlees- en visgerechten,

    pasta's en soepen mee te kruiden.

    Ook in eiergerechten past cayennepeper uitstekend.

     

    Ik verwerk het vandaag in een eenvoudig visgerecht.

    Lang geleden dat ik hier in de keuken gestaan heb, en het

    duurt wel even om al het gereedschap te vinden in de kast.

    Ook met mijn keukenschort lig ik een beetje overhoop,

    nu ik zelf de foto zie.

     

     

     

     

     

    Nadat het visje aan beide kanten lichtbruin is gebakken, zet ik het tijdelijk

    in de oven op 70°, zodat het geen kou krijgt, of de Spaanse griep .

     

     

     

    Er staat op het menu: “gebakken heilbot met tomaten en paprika”.

    Dit is een universeel gerecht, maar met veel Spaanse accenten.

    Heel eenvoudig te maken, en heel gezond.

    Het komt van bij de Weight Watchers, waar wij heel veel sympathie voor hebben.

    Hier is het recept:

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    1 volwassen rode paprika

    blancheer de tomaten 1’, ontpel, verwijder zaad, hak in stukjes

    olijfolie

    blancheer de peper 5’, pel hem boven een kom

    350g zeevisfilet (hier: heilbot)

    vang het paprikasap op in de kom, verwijder steel en zaadjes

    1 ui fijngehakt

    snijd het vruchtvlees eveneens in stukken

    2 lookteentjes, fijn gesnipperd

    verhit de olie in een grote antikleefpan

    3 middelgrote tomaten

    bestrooi de visfilets met bloem, en klop de bloem er af

    citroensap

    bak de vissen aan elke kant gedurende 3 à 4’

    2 el fijngehakte platte peterselie

    als ze lichtbruin zijn, leg ze dan op een schotel

    zout en cayennepeper

    fruit ui en look 1 à 2’in dezelfde pan, voeg eventueel wat olie toe

     

    als de ui zacht is, voeg paprika, paprikasap en tomaten toe

     

    doe er nog bij: citroensap, peterselie, zout en cayennepeper

     

    zet de warmtebron iets lager, dek de pan af

     

    laat het geheel 5 à 7’ zachtjes koken, roer af en toe in de pan

     

    leg de visfilets terug in de pan, en warm ze nog even op, 1 à 2’

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Het visje is gebakken, en alle andere ingrediënten liggen gezellig samen in de pan,

    en koesteren zich op de vurige plaat.

    Het deksel vliegt al onderweg om de pan af te sluiten.

     

      

     

     

    De visjes er nog even bij, en alles mag samen op de tafel.

    Het is nu acht uur in de avond van 25 oktober, ongeveer 20° buiten op het terras,

    en Greta is thuisgekomen, rechtstreeks van de bridgetafels.

     

    Da Daaang!!!

      

    De deksels gaan van de potten, en we kunnen er aan beginnen, bij kaarslicht.

    Kaarsje, eigenlijk.

     

    Greta vindt het resultaat een beetje pikant.

    Een tegenslag natuurlijk, maar één ding is zeker: haar vetcellen worden in bedwang

     gehouden, haar spijsvertering verbetert, en ze zal de volgende dagen zeker geen

     koorts krijgen.

    En ook de kans dat ze prostaatkanker krijgt is sterk verkleind.

    Je moet er iets voor over hebben!

    Buen apetito.

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit Weight Watchers Menu Kookboek, pag. 90

     

     

     

     

     

    27-10-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (0)

    18-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In oktober geen chichi in Vichy

     

     

    Heel binnenkort vertrekken we weer naar Spanje, laten we zeggen: woensdag.

    Enkel Sennet Live en de Actief50 beurs van Seniorennet stonden nog in de weg.

    In het verslag van de beurs op de home page van Sennet lees ik dat er nu al

    18246 verschillende blogs leesbaar zijn .

    Eentje daarvan is het mijne, dit dus, en dus moet ik maar nog een klein stukje

     neerpennen, of neertoetsen, hoewel de neuzen van mijn schoenen al gericht zijn

    op het zuiden van Spanje.

    Greta heeft gans het weekend in Genk haar Photoshop volop kunnen

    demonstreren en promoten met haar collega’s , en ik mocht intussen de nieuwe

    VIP Oxypass “aanprijzen”.

    De tweede dag had ik de eer en het genoegen als enige de boeken van Pascal

     Vyncke te mogen verkopen, in aanwezigheid van de Grote Voorman.

    Het is een toffe gast, maar hij mag zijn half lege colablikje niet meer laten staan!
    Hij was wel grieperig, misschien komt het daarmee.

     

    Bericht aan de kopers van zijn boeken:

    zorg ervoor dat je de binnenkant van pagina 3, waar hij zijn opdracht heeft gezet,

     grondig spoelt met water, om de bacteriën weg te krijgen.

    Zoniet ga je ook griep krijgen.

     

    Terug naar ons onderwerp: in en door Frankrijk 2009.

    Vorige reportage uit de Franse Auvergne, waar je helemaal in het Centraal Massief

     zit, was gestopt bij het vertrek vanuit de B&B  La Chèvre Noire in Montoldre.

     

    “De Zwarte Geit” ligt nu achter de rug en achter de bergen, en we rijden verder

    naar het hart van het Centraal massief.

    Daar wacht ons, voor twee nachten een andere B&B, die ook nieuw is voor ons.

    Hij ligt in aan de rand van het dorpje Salers, een van de “100 meest schilderachtige

     dorpen van Frankrijk”.

    Door het mooie weer (in de valleien althans!) aangespoord, doen we een aanbevolen

    rondrit in een streek, die zeer schaars bewoond is.

    We stoppen eerst in een piepklein dorpje, met een rasechte Franse naam: Billy.

    In Billy weten de bloemen nog niet dat het half oktober is, en bloeien rustig verder

    in stille schoonheid.

     

     

     

     

    Mooie villa’s sieren de wandelweg naar het kasteel.

     

     

     

     

    Iemand heeft moeite gedaan om een aanzet te geven aan het aanduiden van de

     openingsuren, maar heeft het halfweg opgegeven.

    Het is nu gesloten, maar de toeristen zijn ook al weg natuurlijk, behalve wijzelf.

     

     

     

    De temperatuur is ideaal, de zon schijnt, en zelfs het kasteel staat te genieten.

     

     

     

    Een mooie lokkende Billyaanse jonkvrouw staat me op te wachten aan de

     kasteelpoort, maar ik laat me niet zomaar binnenpraten.

     

     

     

     

    Billy ligt op de weg naar het mondaine Vichy, en dat is natuurlijk andere koek.

    Het is een oord van bronwater en van prestige.

    De huizen in het centrum stralen Franse grandeur af, en dateren meestal van einde

     19de en prille begin 20ste eeuw.

    Veel Art Nouveau elementen vind je terug over de ganse stad.

     

     

     

    Zoals in elk kuuroord is er natuurlijk een Casino, waar het op dit moment

    volledige rust is.

    Het casino ligt aan een park, het Parc des Sources, dat in opdracht van Napoleon I

     werd aangelegd. Er omheen lopen oude ijzeren galerijen zodat je eventueel droog

     van het Casino aan de ene kant naar het badhuis aan de andere kant kunt lopen.

    De straten tussen het Casino en de Allier, de plaatselijke rivier, zijn ook de moeite

     waard om eens door te kuieren. Je kunt je hier vergapen aan de prachtige oude

     villa's en wegdromen in de sjiek van weleer.

     

     

     

    Vichy moet je gewoon op je eigen manier, al wandelend ontdekken.

    Lekker slenteren door de straten, af en toe een bankje in het park om weer

    even bij te komen. Verzin het zelf maar. Een goed begin is natuurlijk altijd om even

     binnen te lopen bij het Office du Tourisme, wat we uiteraard gedaan hebben.

     

    Vichy is een “ville fleuri” met 4 sterren. Dat komt vooral omdat keizer Napoleon III

     een prachtig park heeft laten aanleggen. Je kunt er heerlijk wandelen en van

    het zonnetje  genieten.

    De meeste bloempjes beginnen wel weg te kruipen, behalve bij zonnig weer.

     

     

     

    Je bent er omgeven door ca 20 hectare bomen, planten en bloemen waaronder

     diverse uitheemse en exotische planten.

    Villa’s aan de rand liggen tussen het groen. Het is het Knokke-Zoute van Auvergne.

    Er zijn een paar routebeschrijvingen te krijgen om te wandelen die je langs

    de mooiste punten van de stad brengen. Er loopt er een door het Quartier Thermal.  

    Een andere brengt je door de oude stad. Vanaf het Casino lopen we via een mooi

     park naar de Allier, de plaatselijke rivier en ook de naam van het departement.

    Een prachtige herfstwandeling door een dreef in het warmende zonnetje doet deugd.

     

     

     

    Langs de Allier lopen wandelpaden, en aan de overkant van de rustige rivier

    is een paardenrenbaan en een golf. Minder kan natuurlijk niet.

     

     

     

    Terug richting stad komen we langs de Source des Célestins, zoals we kunnen 

    aflezen boven de ingang. In België hebben we Spa Barissart, als meest bekende

     bron, en hier is het dus Célestins.

     

     

     

    Aan de binnenzijde van het gebouw is het heel luchtig, en opgebouwd met

    Art Nouveau elementen.

    Vichy staat al sinds de Romeinen bekend om de warme bronnen die tegen allerlei

     ongemakken (zouden) helpen.

     

     

     

    In de tijd van Napoleon III werd Vichy omgebouwdd tot een ruim opgezette stad.

    Tot een eind in de 20e eeuw was het een geliefd ontmoetingspunt van

    de upperclass van Europa. Vichy kent diverse kuuroorden en natuurlijk

    is het bronwater ook in flessen verkrijgbaar.

    Nog leuker is het om met je lege flessen naar de Source Célestin te gaan.

    De bronnen geven hier hun heilzame water af via bronzen kranen die voor 

    het publiek zijn opengesteld.

    Dit is dus geen WC die niet is doorgespoeld!

     

     

     

    Er staan hier verschillende batterijen van tapkranen naast elkaar.

    Ook op het gebied van water is er gelijkenis tussen Vichy op Knokke: zeewater

     geschept in Knokke smaakt net hetzelfde als het flessenwater van Vichy.

    Hier zie je trouwens op de achtergrond een proefpersoon (letterlijk), die het water

     getest heeft, en nu steun zoekt, wegens een wrang gevoel in de maag.

     

     

     

    Het zijn trouwens hypocrieten in Vichy.

    Waar ze de (rijke) mensen zogezegd van kwalen,

    zoals artrose enz willen afhelpen,

    met hun spa’s en hun flessenwater,

    zetten ze aan de andere kant de patiënten aan

    om te roken, wat ook weer niet de gezondste sport is.

     

     

     

     

     

    Deze gevel in het centrum is wel komisch, want de onderste verdieping is geschilderd.

     

     

     

     

     

    De kerk is zeker interessant voor een kort bezoek.

    Ze is heel donker, en daardoor komen de brandglasramen,

    als de zon schijnt, goed tot hun recht.

     

     

     

    Speciaal voor de dames: je voelt je opnieuw dertig,

    na het gebruik van de gepaste huidproducten uit het

    gamma van Vichy. Vrouwen onder de dertig blijven er

     dus maar best af, want die gaan een slechte zaak doen.

     

     

     

    Soms krijg je zelfs de indruk dat de Fransen

    houden van Amerikanen.

    Zelfs hun eigen (ex!) Napoléon III moet wijken

    voor de Yankees.

     

     

     

    Dit is dan het voorlopige afscheid van Vichy.

    Ondermeer omdat momenteel Seniorennet slechts 20 foto’s

    toelaat per aflevering.

    Daarenboven moet ik nu dringend de valiezen pakken.

    Woensdagmorgen 20/10 vertrekken we met de wagen

    richting Marbella.

    Misschien komt er nog een live verslag onderweg,

    speciaal voor jullie!.

     

    Tot zeer binnenkort!

     

     

    18-10-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    09-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: de Mongool kent iets van witte kool

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

       

    In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, mag een witte kool niet wit zijn, 

    maar eerder lichtgroen.

    Zorg ervoor dat de buitenbladeren stevig en glanzend zijn als je hem koopt.

     

    Witte kool is wereldwijd een van de belangrijkste menselijke voedingsbronnen.

    In Rusland, China, Oost- en Noord-Europa zijn winterharde koolsoorten gewoon

    onmisbaar, en bijna dagelijkse kost.

     

    Mongolen zien zelfs een beetje groen, omdat ze bijna constant witte kool eten.

    Ook op Mars is deze kool het nummer één op het menu; kijk maar naar de groene

     mannetjes die van daar komen.

     

    Deze ultieme wintergroente mag dan wel de reputatie hebben zwaar

    in het lichaam te vallen, in werkelijkheid is ze caloriearm, en vetarm.

    Waar de witte kool wel bijzonder rijk aan is, zijn vitaminen en mineralen.

    Aan amper 200 gram heb je genoeg om je dagelijkse behoefte aan vitamines A 

    en C binnen te krijgen, daarnaast zit er nog een stevige dosis mineralen in als ijzer,

     calcium, fosfor en magnesium.

    Men rekent 300 tot 400 g gekookte witte kool per persoon.

    In tegenstelling tot wat men soms denkt, hoef je ze om de lieve lijn niet te laten,

    want witte kool levert maar 24 kcal/100g.

    Behalve voor zijn voedingswaarde, staat de kool in de traditionele Europese

     kruidengeneeskunde bekend als middel tegen brandwonden en ontstekingen.

     

     

     

     

     

    Maar… nu moet ik toch even een prangend en nijpend onderwerp aansnijden.

    Kolen slepen een bijzonder slechte reputatie met zich mee.

    Ze zouden moeilijk verteerbaar zijn en zodoende de vorming van ongewenste

     gasbellen in onze darmen bevorderen.

    Bij effectieve ontsnappingspogingen brengen die het fatsoen van de

     gastheer/vrouw luidruchtig en/of geurig aan het wankelen.

    Nochtans, en dat is dan het supergoede nieuws, mits inachtneming van enkele

     voorschriften hoeft je metabolisme er hoegenaamd geen hinder van te ondervinden.

     

     

    Tip 1:

    Een van de voorschriften is dat je kool vooral niet te lang mag koken.

    Bij langdurig koken ontstaan zwavelverbindingen, met het gekende gevolg

    ter hoogte van de darm-exit.

     

    Naar verluidt stoppen de Mongolen hun paarden trouwens vol met witte kool, 

    zodat na de maaltijd en de dierlijke vertering, die beesten soms als een raket

     vooruit vliegen, gedreven door luide knallen en zwavelachtige dampen.

     

    Kool bevat mosterdolie, dat is een vluchtige stof die het verteringsproces versnelt

     en de zwaveltoestanden fors verbetert.

    Om de mosterdolie van kool intact te houden, mag je dit slechts even stomen.

     

    Tip 2:

    Je kunt er ook op het einde van de bereiding een lepel mosterdzaad of -poeder

    in mengen, wat hetzelfde effect heeft.

    Hiermee gewapend is er geen enkele reden meer om geen (witte) kool te bereiden.

    Dankzij deze twee tips kan iedereen onbezorgd aan de kool! Lang leve de Mongool!

     

    Witte kool is natuurlijk ook de basis voor zuurkool. Dit gerecht wordt gemaakt van

     fijn geschaafde witte kool, die met een weinig zout en een scheut karnemelk in

    een inmaakpot tot gisting wordt gebracht.

    De lichtverteerbare zuurkool heeft bovendien een zeer hoog vitamine C-gehalte.


    Tenslotte is witte kool heel geschikt voor salades.

    Verwijder de buitenblaren, snijd de kool in vieren en haal de stronk eruit.

    Was de vier delen apart. Schaaf de kool of snijd hem in smalle snippers.

    Voor salades rekent men 75 tot 100g per persoon.

    Eens geschaafd en geblancheerd kan ze makkelijk worden ingevroren.

     

     

     

     

    Ik heb (zeer) persoonlijk ook nog een goeie reden om witte kool klaar te maken.

    Het is nu midden april in Spanje, en ik heb me speciaal opgetut om de Semana

     Sancta te vieren. Daarvoor heb ik een blits halssnoer uitgedacht, waarin

    een paar kleine witte kolen verwerkt zijn.

    Na afloop van de processie kan, en mag ik dit voedsel niet zomaar te grabbel 

    gooien, en moet het de keuken in. Ecologisch inzicht moet er ook zijn.

    Hier zie je me nog in groot ornaat met mijn koolhangers.

     

     

     

    Er staat op het menu: “kabeljauw met witte kool en spekjes”.

    Het is een Spaans gerecht, dus heel eenvoudig te maken, en heel lekker.

    Hier is het recept.

     

     

    ingrediënten voor 4

    bereiding

    4 dikke kabeljauwfilets, of andere harde vis

    bak het spek in een weinig olie krokant, zet het opzij

    ½ witte kool, fijn gesneden

    kook de kool in weinig water gedurende 5’

    150g kleine spekblokjes (Spanje: Serrano)

    ze mag wat zacht worden, maar moet al dente blijven

    een handvol verse peterselie, ruw gesneden

    laat ze goed uitlekken, stoof ze in een pan

    een glas witte wijn, of  2 el sherry

    doe er de boter bij en de wijn, en roer regelmatig

    20g boter

    houd het vuur laag, laat de boter smelten

    5 cl (soja)room

    en laat staan tot de meeste wijn verdampt is

    verse (cayenne)peper, zout

    voeg het spek toe, met alle braadsappen, en de room

    een beetje olijfolie

    voeg de peterselie toe en wat verse peper en zout

     

    zet borden in de oven op 75° als voorverwarming

     

    paneer de kabeljauw intussen aan beide kanten

     

    verhit een beetje olijfolie in een niet-kleefpan

     

    bak de kabeljauwfilets hierin, 4-5’ aan elke kant

     

    (hangt af van de dikte van de vis)

     

    lepel de kool op de warme borden

     

    leg de visfilets er boven op

     

    garneer met krulpeterselie en dien op

     

    TIP: geen zout gebruiken voor de vis, door het spek

     

     

    De kool voelt zich blijkbaar beter in de pan dan aan mijn nek.

    Ik denk er ook zo over.

     

     

     

     

    Intussen strijkt Greta er duchtig op los, op het terras. Ze is gerust in de afloop.

     

     

     

    Ook de kalme kabeljauwen voelen zich happy in de koesterende warme pan.

     

     

     

    De groentjes (in twee betekenissen) gaan gedwee op het bord en het zwemmertje

     komt er zachtjes bovenop.

     

    Op het moment van de bereiding wist ik nog niets van het belang van de kooktijd.

     

    TIP: laat de wijn niet inkoken, om zo de kooktijd in te korten, maar doe er

    op het laatst 2 eetlepels sherry bij in plaats van de wijn.

     

    Buen appetito!

     

     Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit de reeks “New Mediterranean Meals”

    van de Engelsman Mark Harrison, van wie ik eens per post een CD kocht met recepten.

     

    09-10-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    01-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het raadsel van de Zwarte Geit

     

     

    Binnenkort vertrekken we weer naar Spanje voor de winter 2010.

    Dat doet me eraan denken dat de zuidwaartse tocht van vorig jaar nog niet

    is aan bod gekomen op mijn blog.

    Als ik dat nu eens zou doen, dan komen alle prettige reisherinneringen weer

    naar boven. Doen dus.

     

    Niet (alleen) de bestemming is belangrijk, maar de ervaringen van onderweg

     maken het reizen een prachtige belevenis. Daarom kiezen we elk jaar een

    verschillend parcours. Want denk eraan: reizen is goed, als je het traag doet.

    Dan maak je zelf de gelegenheid om alles veel intensiever te beleven.

     

     

    We noteren 11 oktober 2009.

    Dit jaar bollen we over en door het Centraal Massief, dwars door

    het hooggelegen centrum van Frankrijk.

    Daar richten we ons naar Auvergne, in het departement Allier.

     

    Eerst gaan we nog rond Parijs, via de Francilienne. Rustig is het daar, en dat mag.

    Dertig kilometer van Vichy weten we een uitstekend adresje: Mike en Sue Papala.

    Hier zijn we al eerder geweest, en we komen hier thuis.

    Het verwachte bordje hangt er al, als we in de vroege avond aankomen.

     

     

     

     

     

     

    Even schetsen: Mike is een Engelse geoloog, werkt in Canada in de mijnexploitatie.

    Sue is eveneens Engels, maar heeft als lerares heel veel jaren in een vroeger leven 

    in Zwitserland gewerkt. Ze heeft een talenknobbel, die echter in tegenstelling tot

     mijn tenenknobbel, met het blote oog niet te zien is.

    Ze houden samen een gezellige B&B (trois épis), La Chèvre Noire, de Zwarte Geit, 

    maar Mike is regelmatig afwezig voor zijn part time werk in het andere continent. 

    De dag zelf van onze aankomst is Sue hem gaan oppikken aan het station van Moulins.

     

     

     

    Het is een heerlijk weerzien, een prachtige herfstdag, en ook de wagen voelt zich

     goed in de tuin. Hij staat hier natuurlijk 200% veilig.

     

     

     

     

     

    We zijn hier (weer) alleen, dus alle rust en genot is exclusief voor ons.

    Greta ademt gretig de Auvergniaanse lucht in vanuit het raam op de verdieping.

     

     

     

     

     

    Intussen heb ik mijn plekje gevonden in de salon, terwijl ik wacht op het aperitief

     “on the house”, bij de brandende open haard.

     

     

     

     

    Vanuit de woonkamer heb je een mooi zicht op de parktuin,

    waar de herfstkleuren alles wikkelen in een zacht licht.

     

     

     

    We weten dat Sue een prima kokkin is, dus wordt het nu genieten.

    Ik had telefonisch een “light meal” besteld, en Sue houdt daar natuurlijk rekening mee.

     

     

     

     

    We beginnen met lekkere soep van pompoen (uit de tuin), met gebakken uitjes

    en spekjes om de pompoensmaak wat op te krikken.

    Dan is er de salade met vlees en kaas.

    Ik heb al veel soorten Franse kazen

     gegeten, maar deze zit vanaf nu zeker in mijn top drie:

    de “Comtesse de Vichy”.

    Spijtig genoeg is het een streekkaas, en kan je hem in

    België waarschijnlijk niet vinden. Subliem lekker!

     

     

     

    Dan krijgen we nog eendenborst met salami en hesp en stekelbes chutney.

    Het dessert is iets met een crumble van wat weet ik niet meer.

    Al een geluk dat ik een “light meal” had gevraagd.

    We gaan dus nog even in de tuin om enkele calorieën kwijt te spelen. 

     

     

     

     

    Zoals het echte Engelsen past zijn ze hier niet gespeend van humor.

    Zo zien we een bordje hangen, met een zinnetje, aangepast aan de reusachtige tuin.

     

     

     

     

    In de tuin bij het zwembad loopt een vriendelijke hond.

    Ik zal hem maar Blakkie noemen.

    Blakkie loopt onafgebroken naar alle kanten en zeult een speeltje mee, een soort frisbee.

     

     

     

     

    Het zwembad ligt tussen enkele prachtige bomen, maar dat gaat me achteraf

    nog parten spelen…

     

     

     

     

    Wanneer het tijd is om te gaan slapen, geef ik al duidelijk

    aan met mijn vijf vingers hoe laat ik van plan ben

    om op te staan. De werkelijkheid is er niet ver af…

     

     

     

     

    Nog een kleine merkwaardigheid: Sue is zo bezeten

    van het maken van lekkere salades dat ze prompt

    de lavabo heeft vervangen door een slakom.

      

     

     

     

    Ik moet in de nacht veel niezen, want ik heb een verkoudheid

    meegebracht uit België.

    Rond zes uur in de ochtend, met andere woorden in het

    midden van de nacht, maakt Greta me dan nog wakker

    met een schok. Ik heb niet veel uitleg nodig, want ik hoor

    het alarm van de wagen. Om de dieven in snelheid te pakken,

    loop ik naar buiten, met enkel mijn schoenen aan.

    De volgende twee minuten komt dus voor mij het raadsel

    van de zwarte geit

    De wagen staat slechts tien meter van het huis, en er is

    niets abnormaals aan te zien of te horen.

     

    Intussen is Sue uit het raam komen kijken, in nachtgewaad,

    en roept iets van: “the swimming pool”. Wat is er gebeurd?

     

    Het zwembad heeft een alarm. De Europese wetgeving

    verplicht namelijk een afsluiting te bouwen rond zwembaden,

    toegankelijk voor het publiek, ofwel moet men een alarm

    plaatsen. Dit zwembad heeft dus een alarm, dat in werking

    treedt als er iemand invalt, m.a.w. als er golfslag is.

    Het toeval wil dan nog dat het geluid identiek is aan dat

    van onze wagen. Daar sta ik dus mooi van te genieten!

    Door een speling van de natuur (of door Blakkie?) is er

    dus een golfslag ontstaan. De wind eventueel?

    Het Mysterie van de Zwarte Geit is dus niet opgelost!

     

    Mijn nachtrust is niet helemaal perfect, is de conclusie.

    ’s Morgens komt Blakkie mij zijn speeltje aanbieden,

    om me te troosten. Mooi gebaar.

     

     

     

    Iedereen mag nog eens op de foto vóór het vertrek naar

    andere oorden. Ik heb Blakkie zijn speeltje toch maar teruggegeven.

    Tot ziens, Mike en Sue, en Blakkie ook.

    Nee Blakkie, ik wil je speeltje niet. De koffer zit vol.

     

     

     

    01-10-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (0)

    23-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: een flesje cider voor ieder

     

     

    Vandaag maken we het merkwaardige, maar smaakvolle gerechtje

    “in cider gestoofde varkensmedaillon met appeltjes”.

     

    Een woordje uitleg over cider mag dus wel. 

    Cider is een alcoholische drank die van het sap van vruchten, vooral appels,

    wordt geperst. Oorspronkelijk werd cider gemaakt van appels die werden

    geperst in een cidermolen.

    In een cirkelvormige bak, draaide een stenen molenwiel rond dat de appels

    fijn perste. Cider is een vrij ruim verspreide drank. De meest bekende is de

    Franse, maar ook in Spanje verfrist hij de kelen, onder de naam Sidra.

    Hier zie je een molen op Jersey, vlak tegen Normandië, dé ciderstreek bij uitstek.

     

     

     

     

    Vroeger werden de cidermolens aangedreven met de hand,

    met behulp van waterkracht of door een paard. Tegenwoordig maakt men gebruik

     van persmachines die vrijwel altijd aangedreven worden door elektriciteit.

    In de ciderpers werd de  pulp in lagen gelegd op een stapel die ook wel bekend

    staat als 'el queso' (de kaas).

    In de pers werd de kaas blootgesteld aan steeds toenemende druk zodat alle most

     (sap) uit de pulp werd geperst. Dit sap werd, nadat het was gezeefd in een grove

     haarzeef, in houten vaten gegoten. De uitgeperste pulp werd aan de boerderijdieren

    gegeven als wintervoer, gecomposteerd, of weggegooid.

    Er werd ook wel likeur van gestookt. Zie ook het stukje op mijn blog over het

     Jenevermuseum van Hasselt.

    Ook daar komen veel van dezelfde technieken terug.

    Alleen ontbreken n Hasselt de juiste meisjes,

    zoals de Spaanse sidra jonkvrouwen.

     

     

     

     

    Cider bestaat al een heel tijdje.

    Het was bijvoorbeeld de lievelingsdrank in de USA,

    in de tijd van  en na de Engelse kolonisten.

    Er kwam pas verandering in, toen daar hele ladingen Duitsers aanspoelden

    (toen ook al) die de techniek verbeterden om bier te brouwen. Prosit!

    De eerste ciders werden waarschijnlijk al gemaakt door de oude Egyptenaren

    en Byzantijnen.

    In Spanje begon men ermee vanaf 1629, toen op grote schaal appelbomen

    werden ingevoerd vanuit Amerika.

    De verwerking was primitief, en is het soms nog.

     

     

     

     

    Vandaag kan je in Spanje sidra drinken direct uit de kupelas, grote vaten,

    meestal van kastanjehout. Er zijn zelfs “Sideria” bars, waar Sidra de specialiteit is.

     

    Ze komen vooral voor in Asturia, Galicia en bij de Basken.

    Het klimaat is daar ideaal om appels te kweken: natte zomers en zachte winters.

    (met andere woorden: in België kan men ook aan de slag, als de winters wat

     zachter worden door de klimaatverandering; de natte zomers hebben we al)

     

    De barman zal je een glas schenken, voorzien van de nodige show en acrobatie.

    Zogezegd wordt dat gedaan om het boeket te verbeteren.

     

     

     

     

    Hoe drink je de Sidra? Belangrijk: de fles moet in één keer leeggemaakt worden.

    Cider oxideert heel snel, en na een dag of wat is hij volkomen plat. Daarom.

    Persoonlijk hou ik niet zo van de Spaanse sidra. Ik gebruik hem wel om te koken,

    om bijvoorbeeld te deglaceren, in plaats van met water. Het geeft meer smaak.

    Normaal gezien blijft er een droesem over, onderaan in de fles.

    Je kunt die consumeren (als je moeilijk naar het toilet gaat), of in een Sideria

    mag je hem op de grond uitgieten, ofwel in een speciale afloop doen belanden.

    Dit is een van de redenen waarom een Sideria verschillend is van een gewone bar.

     

    Terug naar en in de keuken nu.

    Er staat een "in cider gestoofde varkensmedaillon met appeltjes" op het menu.

    Het is heel eenvoudig, want ik kan het. Hier is het recept.

     

     

    ingrediënten voor 3

     

    bereiding

    1 el olijfolie

    indien varkenshaasje: snij in stukken van 2 cm dik

    600g varkensmedaillon of -haas

    bestrooi met pezo aan beide kanten

    1 grote ui, fijngesneden

    bruin het vlees aan beide kanten, zet apart

    2 el cider-, appel- of witte wijn azijn

    bind het bouquet garni samen met keukentouw

    15 cl sidra of cider

    fruit de ui in de pan, en voeg daarna toe:

    20 cl appelsap

    de azijn, cider, appelsap en bouquet garni

    1 bouquet garni (tijm, laurier, peterselie)

    leg het vlees weer in de pan, doe er nog wat pezo op

    2 appels

    sluit de pan af en breng aan de kook

    1 el citroensap

    schil en ontpit de appels, snij ze in schijven (1cm)

    een scheut room (+/-30% vet)

    als het kookpunt bereikt is, zet het vuur laag

    pezo

    voeg de appels toe, laat enkele minuten verder garen

    garnituur: krulpeterselie

    haal het vlees uit de pan, en de appels als ze mals zijn

     

    houd vlees en appels warm, laat het kookvocht inkoken

     

    op hoog vuur en zonder deksel, tot een stroperige saus

     

    dik, indien nodig, aan met wat maïzena express

     

    verwijder het bouquet garni

     

    voeg de room toe en laat 2’ doorkoken, al roerend

     

    leg de appels op borden en vlees er bovenop

     

    overgiet met de saus en garneer met peterselie

     

     

    Het grote werk is gedaan, en ik kan de borden dresseren.

     

     

     

     

    Het bord komt op tafel, met een glaasje rood. De liefhebbers kunnen er natuurlijk

    de rest van de cider bij drinken. Ik zet hem liever apart voor later keukengebruik.

     

     

     

    Tevreden dat het gelukt is, ga ik nu happen.

    Ik doe er nog een gekookt piepertje bij en de lekkere saus.

     

    Buen approveche!

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit de reeks “Slim koken” van Carrefour.

     

     

    23-09-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    11-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niks speciaals te melden van op de Schelde (2)

     

    Hier is dan het vervolgstukje van de dag met de Seniorennet Photoshoppers

    op de Schelde.

     

    Ankrispi, achtenswaardig hoofdorganisator van dit initiatief te Antwerpen heeft

    nog een “specialleke” in petto!

     

    Het Scheldedecor is een prachtige locatie om “Idool Photoshop 2010” te organiseren.

    Iedereen die een beetje talent bezit, mag een liedje komen zingen voor de micro.

    Het is uiterst spannend en een groot aantal kandidaten zetten hun beste beentje

    en stemmetje voor, met de meest aangrijpende liedjes.

    De twee finalisten zie je hier, terwijl Ankrispi de uitslag van de schiftingsrondes

     meedeelt. Lieve/Lila uit Limburg, links, komt in de finale eerst aan de beurt,

    en brengt een doorleefde versie van “Het Hutje op de Heide”.

     

     

     

    Maar het is Greta/Gaviota die uiteindelijk nipt de finale wint met een verschroeiende

     interpretatie van de hit: “Dos Cervezas, por favor”. De Spaanse tekst is vrij

    moeilijk, maar ze wordt sterk geholpen door haar ervaring in de Spaanse taal.

     

     

     

    Tot zover de foto’s die het Seniorennet Systeem niet wou opnemen vorige keer.

    Zoals toen gezegd, gaan we nu vooral bovendeks, waar we al onmiddellijk

    de Drie Wijzen van de Photoshop Senioren tegenkomen, die nog napraten

    over de Idool zangfinale.

     

     

     

     

    Uiteindelijk komt iedereen naar buiten, waar de vogeltjes fluiten.

    Het weer is prachtig, maar zelfs de meest kouwelijke passagiers kunnen

    indien nodig genieten van het verwarmde achterdek.

    Daarvoor zorgt een kachel met lange stoofbuis.

     

     

     

     

    Op het achterdek komen de tongen los, terwijl de boot langs idyllische plekjes vaart.

     

     

     

    Onderwerp van gesprek is ondermeer het eigenaardige fenomeen dat hier geen

     schepen mogen aanmeren waarvan het anker ondersteboven hangt.

     

    Een aantal mensen vraagt zich ook (terecht) af wat die “Lei dingen” mogen betekenen.

    Iedereen kent in Antwerpen natuurlijk de Frankrijk Lei, de Britse Lei...enz.

    Maar hier, langs de oevers staat dan een bord met “Lei Dingen”! Wat is dat?

    Vreemd toch. Niemand van de achterdekzitters weet wat het betekent.

     

     

     

    Een interessant gesprek hebben we met Photoshopster Princess, ook een

     Nederlandse, die vanuit Zuid-Afrika  geland is in Overpelt, in Belgisch Limburg. 

    Laat dat nu net de plaats zijn waar we op 12 september gaan fietsen met Olaba.

     

     

     

    Alle Photoshoppers zijn degelijk opgevoede mensen.

    Als er tijdens een gesprek iemand een vraag wil stellen, of naar de WC wil gaan,

    dan steekt die persoon heel beleefd zijn vinger op. Zo hoort het.

     

     

     

    Een baken op de Schelde is natuurlijk Mariekerke.

    Hoeveel palingen zijn hier al niet gedegusteerd?.

    Vroeger werden de glibbervissen plaatselijk gevangen, maar vandaag

    is het allemaal import uit Canada en Noorwegen. En toch lust ik die even graag.

     

     

     

    In Mariekerke kan men de stroom over met een overzetboot, of zoals men het

    zo lief kan zeggen in Nederland: met een pontje.

     

     

     

    Af en toe zien we een merkwaardig beeld, zoals dit zinkende schip bijvoorbeeld.

     

     

     

    De brug waar we nu ondergaan is bij velen geen onbekende.

    Voor wie ze toch niet zou herkennen heeft men er dan maar de naam opgeplakt.

     

     

     

    Toch wel een merkwaardig beeld levert dit op: de oude brug op de achtergrond,

    en het nieuwe exemplaar vooraan.

    Zoals achteraf zou blijken hebben vooral de dames hier een aantal bedenkingen bij.

     

     

     

    Ik wil dit nu echt niet uitvergroten, maar even na het aanschouwen van het ophalen

    van de bruggen ontstaat er enige beroering bij een aantal vrouwelijke passagiers.

    Hier zie je bijvoorbeeld een dame die met behulp van twee vingers een bepaalde

    maat opgeeft. De dame met het rode kleed, die op specifieke vraag verder

     onbekend wenst te blijven, heeft al een iets grotere maat in het hoofd.

     

     

     

    Ook benedendeks is er grote belangstelling voor het ophalen van de bruggen,

    en is er eveneens een interessante gedachtewisseling gestart.

    Tribaloma heeft zo haar eigen idee over de gang van zaken.

    Ik zou aan de dames maar één advies kunnen geven in zake dit onderwerp

     waarmee we nu aan de Temsebrug geconfronteerd worden: size doesn’t matter.

    Excuseer.

     

     

     

    Ook aan de boottrip komt een einde. Antwerpen komt weer in het vizier.

    De kathedraal staat er nog, hoewel hij intussen weer wat ouder is geworden.

     

     

     

    Ik kom niet zo veel meer in Antwerpen, en nu merk ik dat het Steen vernieuwd is.

    Er is een nieuwe vleugel aangebouwd van frisgrijze appartementen. Moet kunnen.

     

     

     

    Eens terug aan land moet er geklonken worden, omdat we niet gezonken zijn.

    Waar kan je dat beter dan in café ’t Bolleke, tussen de kathedraal en de Groenplaats?

     

     

     

    Een leuke zomeravond in centrum Antwerpen, met de Photoshoppers.

    Er zijn minder aangename dingen.

     

     

     

    Alle Photoshoppers houden van elkaar, ten minste éénmaal per jaar.

    Is dit geen perfecte wereld?

    Tot volgend jaar. Be There.

     

     

     

    11-09-2010, 22:15 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    06-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Photoshop aan de top, en de Schelde op (1)

     

     

    Vorig jaar ging de jaarlijkse bijeenkomst van de Seniorennet

     Photoshoppers door in Blankenberge.

    De omstandigheden werden uitvoerig uit de fotodoeken gedaan 

    op deze weblog in “Blankenberge op zijn kop” op 2 juli 2009.

    Nog altijd herleesbaar natuurlijk, via de rechterkolom

    in de rubriek “Archief per maand”.

     

    Dit jaar was Antwerpen de plaats en the place to be voor de beeldrijke

    happening op 19 augustus .

    Het is niet evident om in die stad een plaats te vinden om te lunchen,

    en gezellig te keuvelen, in volle toeristisch seizoen.

     

    De plaatselijke organisatoren hebben dat knap en creatief opgelost

     door te kiezenvoor een boottocht, stroomopwaarts van Antwerpen

     op de Schelde.

     

    Allen dus naar Antwerpen! Slechts 130 gelukzaligen konden mee.

    Begin nu al maar te reserveren voor volgend jaar, als je er ook

    bij wil zijn!

     

     

     

    We komen aan met de trein in het Centraal Station, samen met

    Willy Greenstuff, die begeleid wordt door enkele groupies.

    Zijn fotoapparaat heeft hij al in aanslag.

     

     

     

     

    Een groepje Photoshoppers zien elkaar in het station,

    en gaan te voet verder langs de Keyserlei, naar de ondergrondse tram,

    in de richting van de Groenplaats.

     

     

     

     

     

    Het volgende verzamelpunt, met een voortdurend groter wordende

     groep is op de Groenplaats, tussen Rubens en het Hilton hotel.

    De dame in de achtergrond die de rode paraplu droeg als

     herkenningsteken wordt bijna meegenomen door verplegers

    in witte jassen, gewapend met dwangbuizen.

    Wie loopt er nu met een paraplu rond bij stralend zomerweer?

     

     

     

     

     

    De kathedraal staat er nog, hoewel hij al heel lichtjes

    begint over te hellen.

     

     

     

     

     

    Het weerzien is hartelijk, en we zien er nog allemaal even

    jong uit als vorig jaar, ofwel zijn onze ogen er slechter op geworden.

     

     

     

     

    Van de Groenplaats, langs de Grote Markt bereikt het nu

    voltallig vaar- en fotogezelschap de Scheldekaden.

     

     

     

     

    De boot, met een capaciteit voor 140 personen en 220 fototoestellen, ligt te

    wachten.

     

     

     

     

    Goed nieuws, het is de “Jan Plezier” die ons meeneemt.

    Alle voortekenen zijn goed. Dit kan niet mislukken.

     

     

     

     

     

    Sommigen zitten al in het schip, anderen dweilen het achterdek af

     (figuurlijk  natuurlijk) en de VIP's gaan als laatste aan boord.

     

     

     

     

    Een lekkere lunch wordt deskundig in de magen weggewerkt, en stelt ons fysiek

    in staat om de zware watertocht in te zetten.

     

     

     

    Vriendschapsbanden worden gesmeed of opnieuw aangehaald, zoals bij deze

     twee dikke vrienden (figuurlijk natuurlijk).

     

     

     

    Eens de boot in beweging, begint Greta al wat te wankelen door de sterke golfslag.

    Een stoere Scheldebonk staat dadelijk paraat om haar op te vangen indien nodig.

    Photoshoppers zijn zo, maar er moeten dan wel foto’s van genomen worden.

     

     

    Greta geraakt terug in stabiele verticale toestand, en zoekt haar plaats op naast

    Lieve (Lila voor het kennerspubliek, en mentor van de Photoshoppers).

     

    Ze krijgen het onderhoudende bezoek van Willy. Ik dacht eerst aan Willy Wonka van

     The Chocolate Factory, maar het is onze grote vriend Willy Loebass, de grote

     Manitou van de  Initiatie Photoshop groep.

    De foto bewijst dat Gaviota en Lila aan zijn lippen hangen (figuurlijk natuurlijk).

     

     

     

    Onze gouwe ouwe Loebass Willy

    kweekte in een vroeger leven pili-pili

    in een helder visioen ontdekte hij Photoshop

    en zette hij zijn kwekerij definitief stop

     

    Af en toe werp ik een blik door het raam (figuurlijk, want anders krijg ik de eco-

    jongens achter mijn hielen).

    Soms liggen er vreemde dingen op de kade, zoals deze grote oranje

    groenteblikken.

     

     

     

    Kleine wasje, grote wasjes, het linnen moet stevig worden vastgemaakt of

    het waait onverwachts van de wasdraad.

     

     

     

     

     

    De creatieve organisatoren hebben zelfs een gratis tombola voorzien.

    Greta wint een prijs: een zak met inhoud, maar dat had ze al, en ik kan het weten.

    Andere aanwezigen zijn straaljaloers op deze leuke prijs.

     

     

     

     

    Greta kan het niet laten haar nieuwste aanwinstzak te tonen aan Matea.

    Deze kranige jongedame was met ons samen in Noorwegen in juli, maar ze heeft

    intussen een nieuwe knieprothese - met - complicatie, die haar mobiliteit enigszins

     beperkt. En toch wil ze er vandaag absoluut bij zijn.

     

     

     

    Bobbieke is helemaal niet gerust in het blijvende drijfvermogen van deze

     Plezierboot.

    Het dragen van opblaasbare reddingsbandjes zal haar daarom de ganse

     watertocht een gevoel van veiligheid geven.

     

     

     

    Zo zet de Jan Plezier zijn riviertochtje verder, langs de stilaan rustiger wordende

    zomerse Scheldeboorden. Iedereen komt tot rust en begint al te dromen van een

    kalmerende siësta op het water.

     

     

     

    Ankrispi, achtenswaardig hoofdorganisator van dit initiatief te Antwerpen laat het

    hier niet bij. Ze neemt de micro ter hand en nodigt de beste stemmen onder de

     aanwezigen uit om een klein stukje te zingen uit een actueel liedje, dat iedereen

     kent.

     

    Dit is dan (noodgedwongen) het einde van deel 1.

    Er waren nog twee onthullende foto's, maar het Systeem wil ze (weer) niet aannemen.

     

    Deel 2 (“Niks speciaals te melden van op de Schelde”) speelt zich voornamelijk

     bovendeks af, en dat lees je heel binnenkort.

     

     

     

    06-09-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    29-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: een fijn feestje met φέτα

     

     

    Mijn laatste verslagje eindigde in Hasselt, recht tegenover het Jenevermuseum.

    Er stond een foto met het onderschrift van het Speculaasmannetje

    en de volgende tekst:

     

    Quote:”Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje,

    naar de eetgelegenheid.

    De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!

     

    !!=%£µçৠ§##!!!   Sorry.”

     

    Ik wil de trouwe lezer toch nog laten genieten van het Speculaasmannetje,

    en doe nog een poging om dit prachtige Hasselts figuurtje door

    het internet te duwen.

     

    Het “Systeem” heeft blijkbaar berouw, en deze maal wordt de foto

     wel opgenomen.

    Enkele bezoekers van het jenevermuseum zie je nu eindelijk

    toch naar de dis gaan.

    Hun honger zal nu wel aangescherpt zijn, na al die tijd.

     

     

     

    Nu we toch over eten en tafelen bezig zijn, kan ik maar beter

    meteen doorgaan.

    Vandaag doen we iets met feta, de welbekende Griekse kaas.

    Hoewel ik niet zo wild ben van de Griekse keuken, zijn er toch wel

     enkele dingetjes, die de moeite van het proberen waard zijn.

     

    De gewezen Franse president Charles De Gaulle zei ooit:

    ”Het is moeilijk een land te regeren dat 246 soorten kaas heeft”.

     

    In Griekenland is er nauwelijks één soort kaas.

    Het land regeren zou dus een makkie moeten zijn, maar wat zien we?

    De Grieken hebben vandaag geen geld meer, helaas,

    maar nog wel een hoop schulden én hun fetakaas.

     

    Feta is een klassieke ongerijpte kaas die duizenden jaren geleden al

    werd gemaakt in Griekenland, Turkije en nog andere landen met

    schapen en geiten.

    De Griekse beschaving was in die tijd ver vooruit op de rest van de wereld.

    Een van de problemen waarvoor men een beschaafde oplossing zocht,

    was een methode om melkproducten lang te bewaren.

    Dat was dan vooral kaas.

     

    In Griekenland was dit probleem nijpender dan in de Franse of Zwitserse

    Alpen, omdat de warmte de bewaringsduur aanzienlijk inkortte.

    Met de methode van pekelen, op basis van verzadigd zout water kon men de

    kaas gedurende vele maanden bewaren alvorens te worden geconsumeerd.

    Dat was de oplossing.

     

    Het is ook deze bereidingsmethode – nog altijd actueel - die de feta zijn typische

     zoutsmaak en zijn vochtig uitzicht verleent, verschillend van alle andere kazen.

    In het Grieks betekent feta plak, omdat deze kaas nooit in zijn geheel wordt gebruikt.

    Feta is wit, normaal gesproken in de vorm van vierkante plakken, en kan variëren

     van zacht tot halfhard met een prikkelende smaak die varieert van mild tot scherp.

     

     

     

     

    De feta is een kruimelige, ruwe, gekorrelde kaas, zonder korst.

    De Grieken zijn dol op hun kaas en zijn dan ook niet voor niets de grootste

     kaasconsumenten van deze planeet.

    Ze eten per hoofd van de bevolking ongeveer 15 kg feta per jaar.

     

    TIPS!

    De kazen die buiten bepaalde streken van Griekenland, of op basis van koemelk

     worden vervaardigd, mogen vanaf 2007 niet langer de naam “feta” dragen.

    Namaak feta komt vooral uit Oost-Europa en Turkije, en is bestemd voor export.

    Volgens de Europese wetgeving mag het product geen “feta” heten omdat dat

    een Grieks woord (φέτα) van oorsprong is.

     

    Bedenk dus, als je “feta” koopt, dat het in veel gevallen van de koe afkomstig is!

    De smaak is in dat geval onvoorspelbaar en kan wel enigszins tegenvallen.

    In Spanje gebeurt tegenwoordig trouwens hetzelfde met de Manchego kaas.

    Ook daar wordt schapen- en/of geitenmelk nu dikwijls vervangen door koemelk.

     

    Normaal wordt feta dus best bewaard in een bokaal met pekel.

    Gebruik liefst geen kaas die té lang in pekel heeft gelegen.

    Deze heeft weinig smaak en is hard en moeilijk te verkruimelen.

    Hetzelfde geldt voor veel vacuüm verpakte kazen.

    Koop feta het liefst vers uit de pekel en, indien mogelijk,

    proef hem eerst.

     

    Hij kan eveneens in de koelkast worden bewaard in zout water

    dat dagelijks wordt ververst.

    Als hij te zout smaakt, leg je hem een poosje voor gebruik in melk.

    Bewaar de kaas in een plastic trommel met wat pekelwater,

    zodat hij niet uitdroogt.

    Wegens zijn zoutsmaak (in bepaalde gevallen wordt overigens

    aangeraden het zout enkele uren voor consumptie met water af

    te spoelen), en op die manier is het een ideale kaas bij onder

    meer salades en rauwkost.

     

     

     

     

    Hij is perfect combineerbaar met bijvoorbeeld fijne kruiden en basilicum.

    Met spinazie wordt hij bereid in traditionele bladerdeeggerechten, in vullingen

    of op gratins. Vandaag gaan we hem zelf trouwens ook in de oven steken.

     

    Jullie weten nu ongeveer alles over fetakaas, de behandeling, en de vervalsers.

    Hoog tijd om een passend gerechtje te bereiden: gebakken paprika met feta.

    Gemakkelijk en snel klaar. Mediterraan en gezond en lekker.

     

    We beginnen met de paprikastukken, die op de bodem van een ovenschaal nog eventjes

    mogen uitrusten. Broodkruim en gehakte peterselie en rozemarijn

    gaan er dan zachtjes bovenop, als een knus dekentje.

     

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    een blik hele rode paprika’s

    verwarm de oven voor op 200°

    pezo

    laat de paprika’s uitlekken, snijd ze in stukjes

    2 tenen look, fijngehakt

    schik ze in een ovenschaal, bestrooi met pezo

    1 el gedroogde marjolein

    schep look, kruiden, broodkruim en citroen door elkaar

    1 el peterselie, fijngehakt

    voeg peper toe en zoveel olie, tot het mengsel bindt

    1 el rozemarijn, fijngehakt

    schep het kruim over de paprika’s

    30g (volkoren) broodkruim

    strooi er de blokjes kaas en olijfringetjes over

    sap van een citroen

    bak het gerecht 15’ in de oven, tot het kruim knapperig is

    2 el olijfolie

     

    6 zwarte olijven, in ringetjes

    razend lekker met lamskoteletjes

    25g fetakaas, in blokjes van 1 cm

    voor de grote honger: eventueel met een frisse salade

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    De feta mag nu een luchtje scheppen en wordt in fijne stukjes verdeeld.

    Intussen zijn de zwarte olijfjes gesneden, en die houden zich nog even gedeisd.

     

     

     

    Wat kan er beter passen bij deze schapenkaas dan malse lamskoteletjes?

    De vraag stellen is ze beantwoorden. Vergeet de piepertjes niet te koken.

    En daarmee is alles compleet, en al bijna gereed.
     

     

    De kaas en de olijfjes koesteren zich in de gezellige warmte van de oven,

    en na ongeveer een kwartiertje mogen ze eruit floepen.

    Nog een struikje frisgroene peterselie erbovenop uit de plantenbak, en aan tafel!

    Jammie, jammie.

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit “De Groene Keuken”, pag. 14

     

     

     

    29-08-2010, 13:57 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    18-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van graankorrel tot borrel (2)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

     

     

    Dus beginnen we nu met de graankorrel, en we eindigen met de borrel.

    Zo‘n graankorrel is op zichzelf al behoorlijk ingewikkeld vind ik.

    Ik vind ook dat zijn baard niet op de juiste plaats zit.

    Ofwel is er iets aan de hand met mijn baard.

     

     

     

     

    In het museum hebben ze trouwens een aantal

    graankorrels van serieuze afmetingen bijeengescharreld.

    Aan elke korrel heb je genoeg om een volwassen brood

    te maken.

     

     

     

     

    Hoe maak je jenever, in het kort? In het heel kort dan.

     

    Het zetmeel in graankorrels is moeilijk oplosbaar in water, en kan door

    de gistcellen niet rechtstreeks in alcohol worden omgezet.

    Daarom moet zetmeel (door enzymen) worden afgebroken tot vergistbare suikers.

    Deze enzymen vinden we terug in mout.

     

    De alcohol, die spontaan ontstaat na de vergisting, wordt door distillatie

     geconcentreerd. Je krijgt dan een ‘sterke’ drank. 

    Zo wordt cognac gemaakt op basis van de suikers uit druiven, calvados met de

     suikers uit appelen, kirsch op basis van kersen.

    Voor whisky en graanjenever wordt dan weer het zetmeel uit graankorrels gebruikt.


    Enzovoort. Als je meer wil weten van dit proces, ga dan eens langs in Hasselt.

     

    We hebben in het museum de tijdelijke fototentoonstelling verlaten, en ook alle

     potten, pannen, kruiken, glazen en bokalen en we doen de tour van de stokerij.

     

    We komen nu terecht tussen onder meer oude gereedschappen en andere

     apparaten, die uit een middeleeuws fitness center lijken te komen.

     

     

     

     

    Ik begin me er al zorgen over te maken wie hier al dat koper hier moet poetsen.

    Aan mij moeten ze het niet vragen, want ik kan niet poetsen.

     

     

     

     

    Greta maakt zich intussen de bedenking of we thuis niet zo

    een klein hobbyketeltje konden hebben, gewoon voor

    het amusement. 

     

     

     

     

    Afhankelijk van de natuurlijke supplementen krijgt de jenever telkens

    een ander aroma.

    Aan deze stand met ruikflessen, kan je proberen te raden wat er is toegevoegd,

    en je kan je eigen voorkeur selecteren, voor als je een flesje jenever koopt. 

     

     

     

     

    Na de aromaproef tracht Lila haar man er (tevergeefs) van te overtuigen om vanaf

     nu een aftershave te gebruiken op basis van gentiaan en karwijzaad (lange ij!).

    Lila heeft dus haar lievelingsaroma al kunnen vinden in de ruikflessen.

     

     

     

     

    Douaniers hadden in elke stokerij een vaste stek. Een volledig afgesloten hokje,

    met lessenaar en dito schrijfboekje was hun dagelijkse werkomgeving.

    Geen enkel accijnsje mocht ontsnappen aan de aandacht van deze ambtenaren.

    Wat de inhoud betreft van de koperen potten, kan ik alleen maar een beredeneerde

    gok wagen.

     

     

     

     

     

    Een prachtige ketel, met roerstok, aangedreven door een stoommachine. Wonderlijk.

     

     

     

     

    Regelmatig wordt de ketel gebruikt voor het aanmaken

    van de eigen jenever, maar niet tijdens dit bezoek.

     

     

     foto: S. Dewickere ©

     

    Er zijn nog zoveel andere interessante dingen te zien.

     

     

    foto: S. Dewickere ©

     

     

    Gelukkig is gids Frederik altijd in de buurt, met deskundige uitleg.

    Deze rode buis  bijvoorbeeld is geen brandblusapparaat, maar een koeler.

     

     

     

     

    Toch wil ik zelf wel ook eens uittesten of alle kranen wel goed gesloten zijn.

    Het zou zonde zijn, mocht er iets van het edele vocht weglekken.

     

     

     

     

     

    Aan het einde van het bezoek mag je kiezen uit vier verschillende jenevertjes

    “van het huis”. De dame links wenst onbekend te blijven, en werd op simpele vraag

     voorzien van een omfloerste blik. Of is het een gebrek aan talent van de fotograaf?

     

     

     

     

     

    Er worden ook wel enkele soorten van de plaatselijke jenevers te koop aangeboden.

     

     

     

     

    Dat Frederik een uitmuntende gids is, en uiterst begaan met zijn volgelingen,

    mag nog maar eens blijken uit het volgende: gans de dag al bekeek hij

    (onder meer, en niet uitsluitend) Lila en Gaviota, met bezorgde blik.

    Tijdens het degusteren van de laatste glaasjes kan hij zich niet meer intomen,

    en bezweert de twee jonge meisjes toch maar niet te veel borreltjes te drinken.

    Het risico is namelijk aanwezig dat bij consumptie van meer dan drie glaasjes van

    het getoonde gerstenat de daders kunnen worden opgepakt door de veldwachter.

     

     

     

     

     

    De meisjes blijven verbijsterd en wezenloos achter bij dit schokkende nieuws.

    Dit komt totaal onverwacht. Wie had dat gedacht?

     

     

     

     

    Gelukkig zijn ze zo bij de pinken om de goede raad niet in de wind te slaan,

    en geen overtredingen te maken tegen het hier van toepassing zijnde wetboek.

     

     

     

     

     

     

    Het stokerijbezoek loopt ten einde. De tijd is aangebroken om even te gaan tafelen.

    Als we buitenkomen, zien we dadelijk het Hasselts Speculaasmannetje staan.

    Terloops gezegd: een lekker speculaasje past uitstekend bij een Hasselts borreltje.

     

     

     

     

     

    Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje, naar de eetgelegenheid.

    De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!

     

    !!=%£µç১##!!!   Sorry.

     

     

     

    Einde goed, al goed, of toch bijna.

     

     

    www.jenevermuseum.be

     

     

    18-08-2010, 23:13 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    Zoeken in blog


    Blog als favoriet !

    Laatste commentaren
  • Zegen op deze palmzondag middag, avond en nieuwe week (angelique)
        op toedeloe
  • Wens u nog een hele fijne zondag (Dirk)
        op test
  • Wens u nog een hele fijne vrijdag (Dirk)
        op Carlos en Discus
  • Goedemorgen (Dirk)
        op ga nog eens testen op doenbaarheid
  • Terug ? (ikke)
        op ga nog eens testen op doenbaarheid

  • kaper op de kust


    Foto

    Archief per maand
  • 03-2022
  • 07-2020
  • 06-2019
  • 12-2018
  • 03-2018
  • 12-2015
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 05-1978
  • 11--0001

    tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba 


    Foto

    Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw


    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    het_boudoir
    blog.seniorennet.be/het_bou

    met vriend in Segovia


    Foto

    Een interessant adres?

    met Olaba op bezoek


    Foto

    tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland


    Foto

    de ezels van Niort


    Foto

    kathedraal Bayonne


    Foto

    geitenfuif Luxemburg


    Foto

    discrete blik achter de schermen in Segovia


    Foto

    beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo


    Foto

    aan het werk in hoteltuin in Alberic


    Foto

    aan de Groenplaats met Seniorennet


    Foto

    katedraal Burgos


    Foto

    met vrienden in El Palmar (Valencia)


    Foto

    catamaran van Tarifa naar Tanger


    Foto

    lunch in Parador van Arcos de la Frontera


    Foto

    Viking van de Geiranger fjord


    Foto

    aan de Zaansche Schans


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!