dit is de fameuze en mysterieuzeneuze GroB blog

Foto

aantal kliks op deze blog



Inhoud blog
  • toedeloe
  • Carlos en Discus
  • ga nog eens testen op doenbaarheid
  • proberen
  • eens proberen
  • test
  • KOKENETEN: lusten hottentotten matelote?
  • We raken niet verhit in Valladolid (2)
  • Valladolid, toch via de juiste afrit (1)
  • KOKENETEN: naar de Ardèche
  • Donibane Lohizune??
  • We rijden knus naar Saint-Jean-de-Luz
  • KOKENETEN uit Mexico, met bonen en zo
  • Honderden hazen en één schildpad in Niort (deel 2)
  • Vuurspektakel in Niort, met Carabosse (deel 1)
  • KOKENETEN: de lekkerste kip in bier vind je HIER!
  • Beaufort04 met het trammetje van plezier
  • Beaufort 04, per tram van ginder tot hier
  • Tussen De Hoogmolen en het Boenderbos
  • KOKENETEN: vis met groenten, in de oven
  • Tussen het groene mos van het Boenderbos...
  • Aan de (water)bak in Cotignac
  • KOKENETEN: 2X lekkers voor de prijs van 1
  • KOKENETEN: 2X lekkers voor de prijs van 1 (deel 2)
  • Stappen door Gent, rond de Vleestent
  • Senioren heerlijk verwend in Gent
  • No more stress in Cadaqués
  • problemen met uploaden
  • Zonder geharrewar naar Alfafar
  • KOKENETEN: over konijnen en hazen

    de daders:            Greta en boB = grob


    Foto

    Organisation de loisir agréable et blabla amical


    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica


    Foto

    zeer interessante links vind je hieronder
  • dit zijn alle foto's en photoshop creaties van Gaviota
  • de beste ontstresser is zuurstof in Zutendaal
  • de vrolijke bloggers: stel je site hier in de kijker en wordt veel vrienden rijker

  • Garfield als kok


    Foto

    kok als Garfield


    Foto

    Gastenboek
  • Op bezoek geweest
  • hoi blogmaatje,
  • Lieve groetjes Nikki
  • verrasend mooi blog !
  • Wandelgroetjes uit Borgloon

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.

    fietsen in Zeeland


    Foto

    een potje Olaba petanque


    Foto

    avond in Burgos


    Foto

    koninklijke glasblazerij tegen Segovia


    Foto

    Expo Oostende voor Anker 2009


    Foto

    terug in Vatan


    Foto

    Salers runderen


    Foto

    als smakelijk hapje in Valencia


    Foto

    fontein in Vejer de la Frontera


    Foto

    kathedraal van Cadiz


    Foto

    standbeeld Tio Pepe in Jerez


    Foto

    trol met Greta in Bergen (Noorwegen)  (trol staat bovenaan)


    Foto

    met kaasboerin in Edam


    Foto

    als vrome bedevaarder


    Foto

    met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao

    Foto

    m.a.w. de weblog van Greta en boB

    de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
    De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB.
    Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet,
    ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.

    10-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: druipende vis à la Pollack

     

     

     

    Wie kent deze waterige knaap? Niemand? Het is een koolvis.

     

    Vanwaar hij zijn naam heeft is ook voor mij een volkomen raadsel.

    Voor zover ik weet heeft hij niets te maken met de groenten, en zeker niet 

    met de kleine zwarte klompjes die je kunnen verwarmen in koude winters.

     

    De koolvis (Pollachius) is een vis uit de familie van schelvissen en kabeljauwen, 

    die vooral voorkomt in het hoge noorden van de Atlantische Oceaan.

    Hoewel je volgens de foto zou denken dat het maar een soort sardientje is,

    Wordt de koolvis gemiddeld 60 cm en kan een lengte bereiken van 130 cm.

    Hij kan maximaal 25 jaar oud worden en tot 32 kg zwaar zijn.

    De gemiddelde koolvis weegt toch zeven tot acht kilo, wat al een serieuze hap is.

     

    Koolvis komt voor aan de Europese kusten van de Golf van Biskaje

    tot Groenland, IJsland, Nova Zembla, de Witte Zee en de noordelijke Noordzee.

     Aan boord wordt de koolvis onmiddellijk na de vangst schoongemaakt,

    gefileerd en verpakt.

    Door de nabijheid van de goede visgronden is hij in Rusland heel populair.
     

     

     

    De koolvis is voor de beroepsvisserij van groot belang, want hij wordt massaal

     industrieel verwerkt tot o.a. vissticks.

    Vaste aanvoertijden kent de koolvis niet. Hij is het hele jaar door verkrijgbaar

    in de vorm van diepvriesfilets. Je kan hem ook soms in zijn geheel kopen.

    Om te zien of de vis vers is, let u best op de ogen.

    Deze moeten helder zijn en een beetje bol staan.

    Wanneer het gaat om een verse filet, mag er geen vocht vrijkomen wanneer u

     zachtjes op de vis duwt. U vindt koolvis meestal in de handel in diepgevroren vorm.

     

    De Engelse naam van de koolvis is “pollack”.

    Naast de vis “pollack” bestaat er natuurlijk nog een andere: Jackson Pollack,

    wijlen de omstreden Amerikaanse kunstschilder.

    Hieronder op de foto zie je ze samen. Jackson heeft, naar aanleiding van een

     artikel in Time magazine voor de rest van zijn korte leven de bijnaam gekregen

    Jack the Dripper. (Jaak de Druiper zouden wij zeggen).

    Zeker niet te verwarren met Jack the Ripper.

    Deze laatste was een Engelsman, en geen familie trouwens.

     

    En nu komt het: toen hij nog werkloos en straatarm was, moest Jackson

    van zijn vrouw helpen in de keuken.

    Hij moest regelmatig de vis bedruipen, die in de oven zat.

    Logisch, want het grote gevaar van een vis in de oven is, dat hij onvermijdelijk gaat

     uitdrogen. Het ligt voor de hand dat het een pollack was, die de oven bevolkte.

    Van toen af aan is hij ook spontaan zijn schilderijen beginnen bedruipen, zoals

    te zien op de foto. Jack the Dripper had het gat in de markt gevonden!

    Hij legde zijn canvassen plat op de grond, en bedroop ze van op afstand met verf.

    Iedereen stond perplex van dit idee!

     

     

     

    Je bent voor of tegen deze kunstenaar, maar bedenk wel dat het duurste schilderij

     ooit verhandeld eentje is van deze JP!

    Het doek “No 5.” uit 1948 is in november 2006 verkocht voor 140 miljoen dollar!!

    Het meesterwerk “De Kindermoord in Bethlehem” van de hand van onze Pieter 

    Paul Rubens staat slechts op de twaalfde plaats, met een schamele 76 miljoen.

     

    Wil je de duurste geveilde schilderijen ooit eens bekijken, dat kan je via:

     http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_duurst_geveilde_schilderijen.


    Terug naar de keuken en naar de andere soort pollack.

    Ik ga er een “koolvisfilet op Russische wijze” van maken.

    Ook zal ik veel moeite doen om de vis regelmatig te bedruipen, maar toch

    vrees ik dat het me niet gaat helpen om onbetaalbare schilderijen te maken.

    Hier is toch maar het recept:

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    400g visfilets  (koolvishaasje)

    de visfilets met pezo bestrooien aan beide kanten

    pezo

    haal ze door de bloem en schud overtollige bloem er af

    bloem

    bak de vis in de hete olie aan beide kanten bruin

    olijfolie

    snijd de schoongemaakte paddenstoelen in plakken

    200g champignons

    laat ze smoren in dezelfde pan als de vis

    boter

    kook de aardappelen in de microwave in 6 à 7 ‘

    300g vastkokende aardappelen

    snij ze dan in reepjes van ongeveer een halve cm dik

    2 hardgekookte eieren

    verwarm de oven voor op 200°

    20 cl zure room

    snijd de hardgekookte eieren in dunne plakjes

    geraspte kaas (bijv. Emmenthal)

    wrijf een ovenvaste schaal in met boter

     

    schik de gebakken vis op de bodem

     

    bedek met paddenstoelen, eischijfjes en aardappelreepjes

     

    meng de zure room met een wat bloem in een kommetje

     

    schep dit zorgvuldig over de inhoud van de schaal

     

    strooi geraspte kaas er over, en wat kleine stukjes boter

     

    zet de schaal 20’ in de oven, met 5’ grill op het einde

     

    dien op in de schotel; strooi er wat peterselie over

     

     

    Na 25’ komt de schotel glunderend uit de oven.

    Goed bedropen trouwens.

     

     

     

    Het lijkt een beetje op een schilderij van Pollack,

    maar ook weer niet te veel.

    De geldelijke waarde van mijn product is niet zo groot,

    maar het is wel beter verteerbaar.

     

     

     

    Er horen nog wat druiperige groenten bij, die lauwwarm mogen zijn.

    Je zou kunnen de volgende combinatie nemen:

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    200g sperzieboontjes

    blancheer de boontjes 5’ in een ruime pan met kokend water

    200g knolselder, in reepjes

    blancheer ook de selder met citroen

    sap van een citroen

    (ofwel: maak hem zacht in de microwave)

    pezo

    laat de groenten uitlekken en enigszins afkoelen

     

    doe de groenten in een slakom

    dressing: 2 el olijfolie

    verhit de olie in een pan en bak de ui glazig, blus met citroensap

    1 rode ui, in reepjes

    giet de warme dressing over de groenten

    1 el citroen- of limoensap

    en schep alles voorzichtig door elkaar

     

     

     

    variant: vervang de boontjes door gesneden rode paprika

     

    (op die manier heb ik het nu bereid)

     

     

    Ik vind het uitzicht voldoende Pollackiaans door elkaar gemengd,

    zodat de vis tevreden gaat zijn met zijn gezelschap.

     

     

     

     

    Een smakelijk flesje Artes del Sur uit Argentinië 

    komt nog wat in de weg lopen, maar kan niet beletten 

    dat al het vorige op de tafel komt en stiekem verdwijnt 

    in de lonkende keelgaten van de bewoners van dit pand.

     

     

     

    Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 80.

     

     

    10-12-2010, 23:50 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    04-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valencia (1): flaneren door de Turia

     

    We vertrekken in Playa d’Aro aan de Costa Brava rond de warme middag, 

    met twee wagens pal zuidwaarts naar Valencia, met de zon van voor.

    In l’Hospitalet, langs de Middellandse zee stoppen we voor een lunch langs de

     autoweg.

    We doen het rustig aan, want reizen is pas goed als je het langzaam doet.

     

    Valencia is de derde stad van Spanje en heeft lange tijd in de schaduw gestaan

    van het meer trendy Barcelona. Dat is inmiddels verleden tijd, zeker sinds de

     nakende voltooiing van het futuristische Ciudad de las Artes y las Ciencias

    (Stad van Kunst en Wetenschap).

    Hopelijk duurt het niet meer zo lang als de Sagrada Familia in Barcelona,

    waar men al honderd jaar aan werkt.

     

    Valencia staat natuurlijk bekend om haar sinaasappels, paella en parelwitte

     stranden, maar het is zoveel meer. De architectuur in het bijzonder is

     adembenemend en toont veel sporen van Moorse en Mudéjar bouwstijl.

    Net ten zuiden van de stad ligt het prachtige natuurgebied Albufera.

    En niet te vergeten: elk jaar vertrekt hier begin december de stoomboot

    naar het Noorden, met een beroemde passagier: Sinterklaas.

    Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan men stellen, dat dit de enige

     persoon is die van Spanje naar België reist in de winter.

    Het is ook maar heel tijdelijk natuurlijk.

     

    Zoals Barcelona zijn Ramblas heeft, heeft Valencia zijn Turia.

    Ik denk trouwens dat langzaamaan Valencia Barcelona zal overtroeven 

    als bestemming voor een city trip.

    Wat is de nog niet zo bekende Turia eigenlijk?

    Je kunt het duidelijk zien op de luchtfoto hieronder.

    Het is de (bijna) droge bedding van de (voormalige) rivier Turia, 

    die dwars door het centrum van Valencia gaat.

     

    Na een zware overstroming in oktober 1957, die grote schade aanrichtte in

     Valencia en vele mensenleven kostte, werd besloten de rivier om te leggen

    naar de rand van de stad.

    Ex-dictator Franco wilde in het oude rivierbed een autosnelweg of een spoorweg

     aanleggen, maar een burgerbeweging leidde er uiteindelijk in de jaren 80 toe

    dat het gebied een groene bestemming kreeg.

    In plaats van zware trafiek kreeg men een schitterende groene long dwars

    door de stad. 

     

     

     

     

    Deze Jardines del Turia beslaan een oppervlakte van 110 hectare, en hebben

     een lengte van ongeveer 9 kilometer. Deze groene long dient als ontmoetingsplek

     en recreatiegebied en wordt veelvuldig gebruikt door joggers, fietsers en

     wandelaars.

    Het park herbergt vele plantsoenen, sportterreinen voor voetbal en tennis, fonteinen,

     een botanische tuin, speelpleinen voor kinderen, zowel langs de 'oevers'

    als in het park zelf.

     

    Er zijn geregeld muziekuitvoeringen en andere culturele manifestaties,

    soms heeft een circus er zijn tenten opgeslagen, of wordt er kermis gehouden.

    Het is er altijd druk, maar minder dan op de Ramblas natuurlijk, en het is

    de centrale ontmoetingsplaats voor alle Valencianen.

    Naar verluidt is er zelfs tweemaal per jaar een optreden van Will Turia.

     

    In Valencia kan je zelfs een fietstocht maken met (Nederlands sprekende) gids

    die ook door de Turia gaat.

    Op de kaart hierboven is het groene deel uiteraard de oude rivierbedding.

    Van de ‘nieuwe’ rivier zie je nog een stukje gans links onderaan in het hoekje.

    Hij is dus omgeleid naar de andere kant van de stad.

    Waar de vroegere rivier de Middellandse zee bereikte is nu de commerciële en de

     jachthaven uitgebouwd. Het bruine lijntje, dat voor een deel rond de jachthaven

     gaat, (bovenste plas) en een stuk de oude bedding volgt, is het Formule 1 circuit

     van Spanje. Vanuit de plas helemaal onderaan rechts vertrekt elk jaar de oude man

     met de witte baard en de Zwarte Piet met de stoomboot naar het noorden.

     

    Het middeleeuwse stadscentrum van Valencia ligt in de ‘elleboog’ van de Turia.

    De oude bedding wordt op meerdere plaatsen nog altijd gedwarst door 

    de oorspronkelijke rivierbruggen, de ene nog mooier dan de andere.

    Hier kijk je richting zee, met op de achtergrond een van de architectonische parels 

    van superarchitect Calatrava.

    Je kunt via een video met de helicopter over de Turia vliegen, met de volgende link:

    www.culturia.org/.  Klik op "Real Flight" onderaan en download.

     

     

     

     

     

     

    Tussen de bruggen in zijn de verschillende stukken van het park ontworpen door

     verschillende architecten. Grote speeltuin, sportvelden, grote water partijen,

     romaans aandoende tuinen. Wat een mooi effect geeft dat om er door te wandelen.

     

     

     

     

    Sommige delen zien er heel natuurlijk uit, en andere dan weer

     prachtig aangelegd.

     

     

     

     

    Met deze wetenschap op zak hebben we een boeking gedaan in hotel Abba

     Acteon, vooral gebaseerd op de gunstige locatie: vier sterren, dicht tegen de Turia,

     en slechts twee blokken verwijderd van de van de Ciudad de las Artes y las

     Ciencias, maar dat is voor morgen.

    Voorlopig, na de check in, wandelen we door de Turia, richting centrum.

     

     

     

    Het weer is uistekend in de vooravond, 

    het water is koel, en de bruggen zijn laag.

     

     

     

     

    Onze vrienden Danny en Luc testen met succes

    de hoogte van een brug. Dwergen, smurfen en kabouters 

    moeten de rechterkant van het voetpad nemen.

     

     

     

     

    ’s Avonds worden de fonteinen individueel verlicht, 

    maar voorlopig hoeft het niet voor ons.

     

     

     

     

    Sommige bruggen zijn wat hoger dan andere,

    en kunnen dan dienst doen als klimmuur.

     

     

     

    De Policia Local houdt onopvallend ook een oogje in het zeil

    op de achtergrond, met de fiets of te paard.

      

     

     

    Spontane muziek- en danssessies zijn er ook.

    Hier overlegt men welk nummer men gaat doen.

     

     

     

    De artiesten treden vooral op onder de bruggen, 

    om de klank beter vast te kunnen houden.

     

     

     

    Sommigen gaan lekker uit de bol. Sfeer gegarandeerd.

     

     

     

     

    De Turia is nooit volledig weg. Hier en daar 

    loopt hij in smalle kanaaltjes, op andere plaatsen 

    heeft hij een natuurlijk uitzicht.

     

     

     

     

    Eigenaardige of eigenzinnige sculpturen 

    zijn verspreid over het parcours.

     

     

     

    Na de lange wandeling wordt het tijd om de verbruikte energie 

    opnieuw aan te vullen, en gaan we in het oude centrum 

    op zoek naar een geschikt restaurant.

    Het probleem is dat vóór 21 uur niets open is. Om kwart over negen gaan we 

    (als eersten) binnen in restaurant taverne l’ Alberreda, een echt Spaans resto.

     

     

     

    We doen ons tegoed aan tapas en andere lokale specialiteiten.

    En, wanneer we de zaak verlaten, staan er buiten twee obers op ons te wachten

    die ons extra vertroetelen met twee keukenschorten van de zaak.

    Ik denk er met veel genoegen aan terug. 

     

     

     

    04-12-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    26-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: engeltjes te paard

     

     

    In dit heerlijke en supereenvoudige gerecht gebruik ik marjolein als keukenkruid.

    Het is interessant om daar even op in te gaan, want er bestaat nu eenmaal een

     portie verwarring over marjolein, die ik meteen en definitief uit de wereld wil helpen.

     

    Dit welriekende plantje (ook wel genoemd ‘echte’ marjolein) wordt wel eens

     verward met een ander kruid, dat zijn blaadjes de hoogte insteekt onder de ook

     heel bekende naam oregano.

    Dit laatste staat eveneens genoteerd onder de naam ‘wilde marjolein’.

     

    Beide planten lijken erg op elkaar qua smaak en gebruik, maar er zijn wel degelijk

     verschillen. De echte marjolein is namelijk een éénjarige plant terwijl oregano tot de

     groep van de doorlevende en meerjarige planten behoort.

    Deze laatste kan dus wel tegen een kouwelijke stoot.

    De bladeren zijn breder en donkerder groen dan die van de teergevoelige

     marjolein.

    De smaak van oregano is iets pittiger, sterker en pikanter dan die van marjolein.

    Je kunt je voorstellen dat de Italianen meer voor oregano op hun pizza voelen.

    In mijn gerecht gebruik ik de echte marjolein, en daarover vind je hier nog wat

     interessante informatie. Oregano is wellicht voor een volgende keer.

     

     

     

     

    De (echte) marjolein is afkomstig uit het oosten van het Middellandse Zeegebied.

    De plant is reeds sinds de oudheid geïmporteerd in Europa via Griekenland.

    De Grieken hielden van de kruidengeur na een bad, als dan marjoleinolie op hun 

    voorhoofd en in hun haren gemasseerd werd.

    Eerder al, in het oude Egypte, was het bekend dat oregano kon genezen,

     desinfecteren en voedsel conserveren, en die kennis is sindsdien bewaard

     gebleven.
    Echte marjolein werd in de Middeleeuwen in West-Europa ingevoerd en het
     was in

     trek bij de chique dames "om in ruikers, kruidenbuiltjes en reukwatertjes te doen".

     

    In het Duits heet het kruid ‘Gartenmajoran’ of ‘Wurstkraut’.

    Andere namen in het Nederlands zijn ook: ‘majoraan’ en ‘palingkruid’.

    Aan deze namen kan je al vermoeden waar het in de keuken van pas kan komen.

     

     

     

     

    Marjolein heeft een intens aroma, dat aan tijm doet denken, maar zachter van

     smaak en zoeter is. Het kruid wordt voornamelijk gebruikt bij de bereiding van

     worsten (vooral van de grill), maar past ook uitstekend bij peulvruchten,

     champignons, aardappelgerechten, slaatjes en in sommige kazen.

    Maar het is ook lekker in zuurkool, gehakt, varkensvlees, vleespastei, vullingen voor

     kip en kalkoen, wild en gevogelte, salades en kruidensauzen en op tomaten.

    Zoutloze gerechten, die meestal heel saai zijn, krijgen meer pit dankzij marjolein.

    Italiaanse pizza's krijgen bij ons als afwerking steeds een snuifje marjolein.

    Kortom bijna alles kan er mee op smaak gebracht worden.

    Marjolein laat zich ook uitstekend combineren met tijm, basilicum en look.

    En die laatste combinatie met look zal ik vandaag met plezier toepassen in het 

    goddelijke gerecht “engeltjes te paard”.

    Vanwaar deze hemelse naam komt weet ik niet, maar het klinkt wel smakelijk.

    Hier is het recept, geschikt voor BBQ, ovengrill of tepanyaki, waarop ik het vandaag bereid.

     

     

     

    Ingrediënten voor 2

    bereiding

    4 dunne varkensschnitzels

    klop schnitzels plat en kruid met peper en zout

    pezo

    bestrijk vlees met de mosterd (met een mes)

    el scherpe mosterd

    meng look met koriander en marjolein/oregano

    2 geperste looktenen of verse gesnipperde look

    verdeel het mengsel over het vlees

    1 el gehakte (peterselie of) koriander

    rol de schnitzels stevig op en halveer ze

    1 el gehakte marjolein (of oregano)

    rol om elk stuk een sneetje spek of ham

    8 dunne plakken ontbijtspek (of ham)

    pel uien en maak ze halfgaar in micro met vocht

    4 kleine uien of sjalotten

    rijg uien en vlees aan pennen

     

    bestrijk het vlees met wat olie

    Als groenten: spinazie, champignons of salade

    leg spitjes op de grill gedurende 10’ @ 15”

     

    zorg voor een (mosterd)sausje

     

     

    Op het volgende prentje ligt de mosterd al ter plaatse, 

    en lepel ik de kruidenmarinade over de platte vleeslapjes.

     

     

     

     

    De schnitzeltjes worden gerold, gehalveerd, omzwachteld 

    met een spekje en/of Serranosneetje, aan pennen geregen,

    gescheiden door halfzachte uitjes.

    Een beetje olijfolie, geborsteld met een takje rozemarijn, 

    maakt ze immuun voor brandwondjes.

     

     

     

     

    De pennen zijn van het XL formaat, maar de tepanyaki 

    kan ze moeiteloos opvangen en verwerken.

     

     

     

     

    Een lekkere salade maakt dit gerecht compleet, voor degene die het eet.

     

     

     

     

    Tafel en stoelen staan klaar en de bak- en eetpret kan beginnen.

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit ‘Eten van Grill en BBQ, pag. 48’

     

    26-11-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    21-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de grens, en in de Spaanse zon

     

     

    Na de tweede nacht in Salers begint het te kriebelen om verder zuidwest te bollen.

    We ontbijten met twee Parijzenaren, en genieten van de huisgemaakte yoghurt.

    Maar voor we vertrekken willen we het middeleeuwse Salers wat meer uitkammen.

    Het klinkt als een cliché, maar het lijkt of de tijd hier is blijven stilstaan.

    De meeste huisjes lijken als twee druppels water op elkaar, dateren uit dezelfde

     tijdsperiode, en zijn meestal ingekaderd in bloemen en planten.

     

     

     

     

    Op de talrijke pleintjes zijn natuurlijk ook voorzieningen voor natjes en droogjes.

     

     

     

    Alles is hier oerecht, en oerdegelijk. Zelfs eeuwenoude 

    houten deuren houden het nog uit. Dit was vakmanschap.

     

     

     

     

     

    In sommige straatjes is er een insprong, 

    een steegje eigenlijk, waar dan aan het einde 

    meestal een origineel huisje staat, met kleine 

    raampjes en een dak van leisteen.

     

     

     

     

     

    Het hooggelegen dorp Salers wordt omsloten door een pad met panorama.

    In de vallei liggen enkele piepkleine gehuchtjes weggedoken.

     

     

     

    Er zijn ook winkels in Salers. Niet echt supermarkten natuurlijk.

    Achter de lantaarn heeft zelfs een bank postgevat.

     

     

     

     

    De zichten op de huisjes lijken op prullige schilderijtjes, 

    die je kunt kopen op elke willekeurige vlooienmarkt.

    Nochtans is dit echt, en de huisjes zijn 

    zelfs nog bewoond ook.

     

     

     

     

     

    Het hele dorp doet ons denken aan het decor 

    van een film zoals men die gebruikt voor Dracula 

    of Frankenstein, of Sneeuwwitje. Wel heel sfeervol.

     

     

     

     

    We hebben een toevalstreffer mee: het is vandaag marktdag in het dorp.

    Op het centrale plein staan de marktkramen, en er is zelfs een heuse veemarkt!!

    Het is al jaren geleden dat ik dat nog gezien heb.

     

     

     

     

     

    De plaatselijke schonen poseren met veel 

    genoegen en flair voor de camera van Greta.

     

     

     

     

    De koe wil ook eens in profiel op de foto, maar 

    de temmer heeft bezwaren tegen teveel beweging,

    want de koebel gaat dan teveel lawaai maken

    en de openbare rust verstoren.

    Hij moet zwaar aan de bruinhuid sleuren 

    om ze terug in positie te krijgen.

     

     

     

     

    Dit zijn de echte Salers koeien, befaamd in dit departement voor hun lekker vlees.

    Ze lijken op het eerste zicht op de beter gekende Limousin runderen.

    Let wel, links heb je een koe, en rechts staat een stier.

    Ik hoop dat jullie aan de kop het verschil merken.

    Hoeveel beesten staan er trouwens op de foto? Geen twee, maar drie!

     

     

     

     

    Het bewijs zie je op de volgende foto.

     

     

     

     

    Deze lieverdjes zien er erg vredig uit, maar wat lees ik van de week in de krant?

     

    "ANDERLECHT - Een personeelslid van het slachthuis in Anderlecht is gekwetst geraakt

    toen de politie op een ontsnapte stier schoot. De man is er niet erg aan toe.

    Dinsdag is een stier erin geslaagd om te ontsnappen uit het slachthuis van A.

    De hulp van de politie werd ingeroepen om het dier op te sporen en te vangen.

    Toen de stier op een politie-inspecteur afging, loste die een schot. De kogel ketste af

     en raakte een medewerker van het slachthuis. Die raakte daarbij licht gewond.

    De stier kon uiteindelijk gevangen worden."

    (ik heb de krantentekst aangepast, om het copyright te vermijden)

    De eetbare dieren laten zich niet meer doen vandaag. Vorige week hadden we al

     ontsnapte varkens in China, en nu weer een ontsnapte stier in Anderlecht.

     

    Nu we Salers hebben uitgepluisd en uitgeplozen roept ons de horizon (en de zon).

    We nemen de autoweg verder door het gebergte via Aurillac, richting Millau.

    De laatste keer dat we hier waren hebben we van de brug niets gezien, 

    door de mist in en over de vallei.

    Nu is de hemel puur blauw, en we stoppen en genieten op de parking 

    voor een foto van de hoogste brug ter wereld.

    Ik herinner me nog levendig de tijd dat we, meestal achter een vrachtwagen, 

    een uur naar beneden moesten rijden, dan over de rivier, en dan weer een uur

    naar omhoog om terug aan te pikken op de autoweg.

     

     

     

     

    Aan de kant van de rivier, waar de twee hoogste pylonen staan, is de hoogte

    344 meter boven de vallei, zodat de Eiffeltoren eronder kan.

     

     

     

    De grens over in Le Boulou, Spanje in, en volop in de zon 

    maken we een stop in Playa d’Aro aan de Costa Brava.

    Dit is een heel andere wereld dan de voorbije dagen.

    We overnachten in het nieuwe en aangename hotel 

    Nautic Park, midden in het commerciële centrum 

    van de kustplaats.

    Morgenvroeg zien we onze vrienden Danny en Luc,

    die hier regelmatig in hun appartement verblijven.

     

     

     

     

    Vanuit onze kamer hebben we een mooi zicht op het zwembad, 

    maar de tijd om op deze plaats te verblijven is kort uitgemeten.

     

     

     

     

    Morgen vertrekken we samen met Luc en Danny voor drie dagen naar Valencia, 

    een van de belangrijke cultuursteden die we nog niet bezocht hebben.

    De volgende dagen zullen we er meer over weten. We zijn er klaar voor.

     

     

     

     

    21-11-2010, 18:15 geschreven door grob  

    Reageer (3)

    13-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: een medaillon, maar niet van karton!

      

    Vandaag bereiden we iets heel lekkers met medaillons,

    versneden uit een varkenshaasje, met salie als smaakmaker. 

    Iedereen is natuurlijk van mening dat hij/zij alles weet

    over varkens, maar niets is minder waar natuurlijk.

    Lees maar even verder.

     

     

     

    Het gewone tamme varken dat ons zoveel eetplezier geeft, is afkomstig 

    van het  wilde zwijn, dat al 5000 tot 6000 jaar geleden gedomesticeerd werd.

    Daarnaast is er het everzwijn of wild zwijn, maar dat staat vandaag niet

    op het menu. Volgens Wikipedia (en die kunnen het weten) leven in Nederland

    ruim 11,6 miljoen en in België 6,7 miljoen varkens.

    Ik heb altijd al vermoed dat in Nederland meer varkens rondlopen dan in België,

    wat nu ook bevestigd wordt door een neutrale bron.

     

    Je bent zeker ook van mening dat je al de specifieke namen kent voor varkens?

    Even een test. Een jong varken wordt een big genoemd, een vrouwtjesvarken 

    een zeug en een mannetjesvarken een beer.

    Dat weet iedereen natuurlijk. Maar dan: een barg of borg is een gecastreerd

     mannetjesvarken. Een gelt is een vrouwtjesvarken dat nog niet geworpen heeft. 

    Keu is regiolect of dialect voor jong varken.

    Ik neem zelf regelmatig een keu ter hand, maar dat is dan om mee te biljarten.

     

     

     

     

    In grote delen van de wereld zijn varkens verwilderd geraakt (zoals in Nieuw-

    Zeeland en eilandjes in de Stille Oceaan). Vroege Westerse zeevaarders, 

    vooral Nederlanders, hebben bewust varkens uitgezet, bij voorkeur op eilanden, 

    om een duurzame voedselvoorraad te garanderen, voor wanneer ze 

    de volgende keer langskwamen . De varkens hebben daar grote ecologische

     schade toegebracht en doen dat in vele gevallen nog steeds.

     

    De meeste mensen weten natuurlijk wel dat varkens worden gebruikt voor

    het opsporen van truffels en drugs, wegens hun ontwikkeld reukorgaan.

    Let wel, dit laatste mag je nooit gebruiken als stopcontact.

    Maar hier is nog een merkwaardig, meestal onbekend weetje over varkens: 

    volgens het bijgeloof kunnen mensen die varkenshersenen eten

    geen leugens vertellen.

    Let dus volgende keren goed op als je aan tafel gaat, wat er op je bord ligt.

     

     

     

     

    Met mijn gerechtje moet je niet ongerust zijn: geen varkenshersenen op het menu,

     maar wel een onschuldig “varkensmedaillon met salie op een groen bedje”.

     

      

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    een varkenshaasje voor 2 personen

    was de aardappelen en doe ze in een kleine plastic kom

    400g diepvriesspinazie

    doe hierin een lekje water en bedek met plasticfolie

    1 lookteen  (Spanje: jonge lookscheuten)

    zet de aardappelen in de microwave, zet hem 8’ op max.

    1 takje salie (6 blaadjes)

    hak 4 blaadjes salie zeer fijn, snijd het haasje in stukken

    100 g roomkaas met kruiden

    bak de varkenshaasjes naar eigen smaak op laag vuur

    pezo

    kruid ze met pezo, strooi er de gehakte salie bovenop

    cayennepeper

    blus zo nodig met wat water

    citroensap

    bak tegelijk de look licht aan in olijfolie

    olijfolie

    voeg de spinazie toe zonder te ontdooien

    2 grote ongeschilde aardappelen

    zie verpakking: normaal moet ze +/- 8’ op het vuur

     

    intussen de spinazie goed roeren

     

    kruid met pezo en wat cayennepeper

     

    leg de warme spinazie centraal op een bord

     

    besprenkel de varkenshaasjes met citroensap

     

    leg de versneden haasjes op de spinazie

     

    verdeel het roomkaasje boven op het vlees

     

    snijd boven in de aardappelen een gleuf van 1 cm breed

     

    leg hierin wat van de roomkaas en dien alles op

     

    versier elk bord met een blaadje salie

     

     

    Terwijl het haasje, versneden in medaillons murmelend staat te bakken op laag

     vuur, moet af en toe in de spinazie geroerd worden.

     

     

     

     

    Intussen zijn ook de aardappels gaar, met hun levendig

    laagje roomkaas er bovenop.

    Het flesje vino tinto staat ook al klaar.

     

     

     

     

    Nog even controleren of het varkentje

    niet van de tafel wil springen.

     

     

     

     

    Alles is in orde. Het ziet er goed uit.

    Lekker is het zeker, gemakkelijk te maken, en snel klaar.

    Wat wil je nog meer?

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept van www.tuinadvies.be

     

     

     

    Gisteren stond in de krant “Het Laatste Nieuws” de volgende kop:

    Ontsnapte varkens hinderen verkeer in China.

    Het is een aardig artikel, met grappige foto's, maar omwille van het copyright 

    mag ik die niet weergeven natuurlijk.

    Een ding kan ik jullie wel bevestigen: mijn varken is niet kunnen ontsnappen.

     

    Bye bye!!

     

     

     

    13-11-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    06-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op de Puy de Dôme groeien geen bomen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

    Tijdens onze toeristische vakantietocht van België naar

    Andalusië verblijven we zoveel mogelijk in Bed & Breakfasts,

    vooral in Frankrijk.

    In de Auvergne is de keuze gevallen voor een tweenachtelijk

    verblijf in Salers, ook weer eens een van de “100 mooiste

    dorpen van Frankrijk”.

    We logeren in de Chambre d’hôte du Haut Mouriol, aan de rand van het dorp,

    bij Eliane Vantal, te vinden op www.salers-chambres-hotes.com.

    Gezien er niet veel volk is, zoals gewoonlijk, kan ik de kamer kiezen.

    Ik reserveer vooraf de Chambre Bleuet, met aparte bedden.

     

     

     

     

    De volgende morgen gaan we op pad met de wagen naar de top van de Puy Mary,

     één van de 60 tot 70 vulkanen die het “Parc Naturel Régional des Volcans

     d'Auvergne” rijk is.

     

    Elk jaar komen hier 600 000 bezoekers langs, en dat enkel in de periode van mei 

    tot einde oktober. Hier zit natuurlijk het risico, omdat we nu al half oktober noteren.

     

    De weg is meestal zeer smal, en slechts geschikt voor één wagen.

    Om de 300 meter zijn er nissen om elkaar te kunnen kruisen.

    Tijdens de beklimming zien we op de smalle weg een skiër, met ski’s op rolletjes.

     

    Je kunt, als je geluk hebt,  over de Puy Mary rijden via de “Pas de Peyrol “ op

    1589 meter hoogte, de hoogste pas van het Centraal Massief en het hoogste punt

     van het departement  Cantal.

     

    Een beetje verder rijden we voorbij de bareel, die omlaag gaat over twee weken,

    en de weg zes maanden zal afsluiten voor alle verkeer.

    Ik had op de Puy Mary een wandeling voorzien, kort maar zeer steil naar de top.

    Als we op de parking aankomen, is het mistig, en geeft de thermometer +2°C aan.

    Voor dit soort klimaatomstandigheden hebben we geen kleren!!

     

     

     

     

    In de Cantal kan je alle kanten uit, maar dat is vooral prettig als het weer goed blijft, 

    én op voorwaarde dat je niet te hoog gaat.

     

     

    Honderden meter lager is alles weer perfect.

    We doorkruisen lieflijke Breugeliaanse dalletjes in de buurt van het dorpje Anjony.

     

     

     

    Het dorpje ligt op een bergflank, en bloemen tieren welig.

    Mensen zijn er niet te zien.

     

     

     

    Zoals het een Frans dorpje betaamt, heeft het zijn eigen plaatselijk kasteel.

     

     

     

    Merkwaardig is hier de aparte vorm: vier gelijke  hoge torens, vlak naast elkaar.

    Het lijkt bijna een reusachtig kegelspel.

    Het kasteel is momenteel op dit uur niet bezoekbaar, maar dat geeft niet.

    We hebben er al veel gezien, en vooral de wandeling er naartoe is ontspannend.

     

     

     

     

    Auvergne is natuurlijk de streek van de vulkanen en andere oeroude bergen, 

    waartussen talloze rivieren kronkelen, en valleien hebben uitgesleten. Hier en daar

     mag een vulkaantje op de gevoelige plaat, zolang het maar niet begint te spuwen.

     

     

     

    Sommige vulkaankraters zijn waterdicht, en dus ontstaan er heel wat ronde meren,

     gevuld met eeuwenoud regenwater.

     

     

     

    Zelfs aan de senioren wordt af en toe gedacht! Bewonder het machtige, 

    wisselende vulkaanlandschap van op een zitbank in volle natuur.

     

     

     

    Het landschap is werkelijk pakkend, door de enorme ruimte, en het spel van zon

    en schaduw, gecreëerd door de supersnel bewegende wolken.

     

     

     

    Voor de jongere generatie valt er ook een en ander te

    beleven in volle natuur.

    Wijzelf hebben enkel zin in een rondje benji-jumpen, maar

    de stand is nu niet open. Je zal maar pech hebben.

     

     

     

    De bekendste vulkaan, onder meer uit de Tour de France, 

    is de Puy de Dôme.

    Hier is eigenlijk de carrière van Eddy Merckx geëindigd,

    toen hij van een kwaadwillige toeschouwer tijdens de harde

    beklimming een harde stomp in de lever mocht incasseren.

     

    De kale granieten spuwberg heeft een restaurant en toeristische 

    accommodaties boven op de top, op een 1000 meter hoogte.

     

     

     

    De laatste uitspuwing van deze knaap was in 4040 vóór Christus.

    Enkele jaren later, in 1956 na Christus, werd er een pyloon 

    van 73 meter hoogte geïnstalleerd, voor het doorsturen van 

    radio- en Tv-programma’s.

    De pyloon is van heel ver herkenbaar.

     

     

     

    Net als de Mont Ventoux is de Puy de Dôme heel populair bij

    veel afgetrainde fietsers.

    Er zijn drie varianten mogelijk voor deze stoere beklimming.

    Voor wie er wil aan beginnen geef ik een paar tips: de beklimming is mogelijk

    van de eerste maart tot 31 december, enkel op woensdagen en zondagen.

    Je sportieve conditie moet wel bovennatuurlijk in orde zijn: je moet hellingen

    kunnen beklimmen van 12 tot 14% over 4.2 km.

    Een uurtje verblijven op de top is fantastisch, met 360° zicht op alle vulkanen

    in de omtrek, en de Michelinstad Clermont Ferrand.

     

    Als je naar de Puy de Dôme wil gaan met de wagen, of het fietstochtje

    naar boven wil doen, doe het dan maar in 2011.

    Als je nog langer wacht worden alle wegen onherroepelijk afgesloten.

    De fietspaden gaan dicht, en op de plaats van de gewone weg komt een

     tandradbaan.

    Vanaf juni 2012 kan je enkel nog naar boven met de “Panoramique des Dômes”,

     een stille en ecologische trein, die gans het jaar door zal rijden.

    Het zal de eerste nieuwe tandradbaan zijn, gebouwd op een bergsite in meer

    dan honderd jaar.

    De trein zal aankomen in een ondergronds station, en de huidige autoparking

    wordt opnieuw natuurlijk beplant.

    Het is meteen de laatste keer dat Greta de top van de Puy en de wijde omgeving

    in zijn huidige gedaante kan bekijken, en ze geniet ervan.

     

     

     

     

    Een ander interessant plaatsje is het hooggelegen stadje Murat.

    Het is gebouwd op drie rotsen die fungeerden als schouwen 

    van de bijbehorende vulkaan.

    Wat onmiddellijk opvalt, zijn de overal aanwezige bloemen, 

    aan elk authentiek huis en op de openbare pleinen en straten.

     

     

     

     

     

    De middeleeuwse sfeer is gebleven omdat deze bergstreek 

    lang was afgesloten van de buitenwereld. Men kan langs 

    alle kanten fotogenieke plekjes zoeken en ook vinden.

      

     

     

    Tijdens de middeleeuwen werden vele kerken in de streek 

    bezet door monniksoldaten van de Maltezerorde of de Tempeliers.

    Geestelijken hebben blijkbaar door alle eeuwen heen ook minder vanzelfsprekende

     activiteiten uitgeoefend.

     

     

     

    Na de uitgestippelde wandeling van de toeristische dienst, doorheen de

     middeleeuwen, bekijken we of het “Grand Café” op het marktplein,

    ook iets te bieden heeft.

    En inderdaad, naast Leffe van het vat, is er de enige echte Hoegaarden, 

    die hier zelfs exclusief in drie verschillende formaten wordt geserveerd, 

    met ijskrabber inclusief, en van het vat natuurlijk.

    Hier hebben de Tempeliers zeker pap van gegeten, want 

    volgens de affiche is het biertje al beschikbaar sinds 1445.

     

     

     

     

    De keuken van de Auvergne is rijk aan vlees, boter, kaas en sauzen.

    De reden hiervan zie je hieronder: het Salers koeienras, trouwens sterk

    lijkend op Limousin runderen.

    Typisch streekgerecht is de Aligot, een aardappelpuree verrijkt met kaas en room.

    Nog zoiets lekker is de Truffade, gebakken aardappelen in gesmolten kaas.

    Beide gerechten worden geserveerd bij zowel vlees, gevogelte als vis.

    De Cantalkaas die men hiervoor ten overvloede gebruikt is ook een van de vele

     lekkere soorten van Frankrijk.

     

     

     

     

    Hoog tijd dus om die specialiteiten uit te testen. Op advies van onze BB gastvrouw

     gaan we naar het dorp in het gezellige restaurant “Le Baillage” om de plaatselijke

     lekkernijen uitvoerig te proeven.

    Na vier gangen - voor 25€ - in dit voortreffelijke restaurant, met onberispelijke

     service, zijn we zeer tevreden klanten.

    Omdat het nu al laat is, en Seniorennet momenteel slechts 20 foto’s toelaat,

    is het tijd geworden om te stoppen.

    We kunnen onze tweede Saleriaanse nacht met rustig gemoed tegemoet zien.

     

    06-11-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    27-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: aan cayenne kan je altijd wennen

     

    We zijn met de wagen goed aangekomen in het Spaanse Andalusië,

    de avond van 23/10/10.

    Om dat te vieren, en om voor mezelf wat achterstand in te halen in het cuisineren, 

    ga ik maar vrij snel aan de slag. Ik mag dus de spits afbijten van het koken.

    Aangekomen op zaterdagavond, en met zondag de winkels dicht, is het voor

     maandag 25/10.

     

    Een paar flinke filets van heilbot, “halibut” in het Spaans, en wat gezonde groenten,

     en we zijn weer vertrokken. Het gerecht wordt pittig gemaakt met cayennepeper, 

    en ziehier nu een woordje uitleg voor wie dit pikante poedertje niet dikwijls gebruikt.

     

    Cayennepeper is een gemalen gedroogde Spaanse peper, die in de keuken

     gebruikt wordt als specerij. Het is vernoemd naar de Zuid-Amerikaanse stad

     Cayenne, de hoofdstad van het Franse Overzeese Departement Frans-Guyana.

     

     

     

    Het bezit een aantal eigenschappen die de gezondheid positief beïnvloeden.

    Cayenne raakte in zwang door toedoen van de Amerikaanse dokter Samuel

     Thompson, als eenvoudig middel tegen gevaarlijke Zuid-Amerikaanse koortsen. 

    Hij schreef grote doses voor om de tropische koorts te laten uitzweten. Het kon

    hem een worst wezen dat het haar van zijn patienten loodrecht op hun hoofd stond.

     

    De scherpte van de specerij stimuleert de vorming van speeksel en daardoor

     bevordert het de menselijke spijsvertering.

    Onderzoek heeft aangetoond dat cayennepeper ook helpt de eetlust te

     onderdrukken en zo dus overeten onderdrukt. Recente testen geven ook aan dat

     cayennepeper de ontwikkeling van vetcellen tegengaat.

    De stof die daar verantwoordelijk voor is in cayennepeper, heet capsaicin.

    Studies uit Japan onderschrijven dat capsaicin werkzaam is tegen prostaatkanker. 

     

    Vandaag worden crèmes van cayenne ook als pijnstiller in ziekenhuizen toegepast. 

    Cayenne is wel geschikter voor volwassenen - en senioren - dan voor kinderen.   

    Was steeds je handen na aanraking met cayenne, wrijf niet in de ogen.

     

    Cayennepeper maakt men uitsluitend van een bepaalde soort Spaanse pepers.

    Deze soort behoudt ook na het drogen zijn rode kleur. Na de droging worden de

     pepers vermalen tot het scherpe poeder dat we kennen als cayennepeper.

     

    In de VS vermijdt men best de aanschaf van cayennepeper, die afkomstig is van de

     specerijenafdeling in de supermarkt. De meeste kruiden en specerij en worden

     daar namelijk bestraald waardoor alle goede eigenschappen verdwijnen.

    In de EU is het nog zo ver niet, maar door de geplande invoering van de

    Europese “Codex Alimentarius”, komt hier mogelijk verandering in.

    Je kunt misschien beter overwegen je eigen plantje cayenne te

    kweken, wat vrij gemakkelijk gaat in een bloempotje.

     

     

     

     

    Bewaring: cayennepeper blijft lang houdbaar, en dat is

    maar goed ook, want het is geraden het liefst enkel in kleine

    hoeveelheden te gebruiken.

    Cayennepeper wordt courant gebruikt bij de productie

    van tabasco en chilisaus.

    Je kunt het in de keuken gebruiken om vlees- en visgerechten,

    pasta's en soepen mee te kruiden.

    Ook in eiergerechten past cayennepeper uitstekend.

     

    Ik verwerk het vandaag in een eenvoudig visgerecht.

    Lang geleden dat ik hier in de keuken gestaan heb, en het

    duurt wel even om al het gereedschap te vinden in de kast.

    Ook met mijn keukenschort lig ik een beetje overhoop,

    nu ik zelf de foto zie.

     

     

     

     

     

    Nadat het visje aan beide kanten lichtbruin is gebakken, zet ik het tijdelijk

    in de oven op 70°, zodat het geen kou krijgt, of de Spaanse griep .

     

     

     

    Er staat op het menu: “gebakken heilbot met tomaten en paprika”.

    Dit is een universeel gerecht, maar met veel Spaanse accenten.

    Heel eenvoudig te maken, en heel gezond.

    Het komt van bij de Weight Watchers, waar wij heel veel sympathie voor hebben.

    Hier is het recept:

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    1 volwassen rode paprika

    blancheer de tomaten 1’, ontpel, verwijder zaad, hak in stukjes

    olijfolie

    blancheer de peper 5’, pel hem boven een kom

    350g zeevisfilet (hier: heilbot)

    vang het paprikasap op in de kom, verwijder steel en zaadjes

    1 ui fijngehakt

    snijd het vruchtvlees eveneens in stukken

    2 lookteentjes, fijn gesnipperd

    verhit de olie in een grote antikleefpan

    3 middelgrote tomaten

    bestrooi de visfilets met bloem, en klop de bloem er af

    citroensap

    bak de vissen aan elke kant gedurende 3 à 4’

    2 el fijngehakte platte peterselie

    als ze lichtbruin zijn, leg ze dan op een schotel

    zout en cayennepeper

    fruit ui en look 1 à 2’in dezelfde pan, voeg eventueel wat olie toe

     

    als de ui zacht is, voeg paprika, paprikasap en tomaten toe

     

    doe er nog bij: citroensap, peterselie, zout en cayennepeper

     

    zet de warmtebron iets lager, dek de pan af

     

    laat het geheel 5 à 7’ zachtjes koken, roer af en toe in de pan

     

    leg de visfilets terug in de pan, en warm ze nog even op, 1 à 2’

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Het visje is gebakken, en alle andere ingrediënten liggen gezellig samen in de pan,

    en koesteren zich op de vurige plaat.

    Het deksel vliegt al onderweg om de pan af te sluiten.

     

      

     

     

    De visjes er nog even bij, en alles mag samen op de tafel.

    Het is nu acht uur in de avond van 25 oktober, ongeveer 20° buiten op het terras,

    en Greta is thuisgekomen, rechtstreeks van de bridgetafels.

     

    Da Daaang!!!

      

    De deksels gaan van de potten, en we kunnen er aan beginnen, bij kaarslicht.

    Kaarsje, eigenlijk.

     

    Greta vindt het resultaat een beetje pikant.

    Een tegenslag natuurlijk, maar één ding is zeker: haar vetcellen worden in bedwang

     gehouden, haar spijsvertering verbetert, en ze zal de volgende dagen zeker geen

     koorts krijgen.

    En ook de kans dat ze prostaatkanker krijgt is sterk verkleind.

    Je moet er iets voor over hebben!

    Buen apetito.

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit Weight Watchers Menu Kookboek, pag. 90

     

     

     

     

     

    27-10-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (0)

    18-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In oktober geen chichi in Vichy

     

     

    Heel binnenkort vertrekken we weer naar Spanje, laten we zeggen: woensdag.

    Enkel Sennet Live en de Actief50 beurs van Seniorennet stonden nog in de weg.

    In het verslag van de beurs op de home page van Sennet lees ik dat er nu al

    18246 verschillende blogs leesbaar zijn .

    Eentje daarvan is het mijne, dit dus, en dus moet ik maar nog een klein stukje

     neerpennen, of neertoetsen, hoewel de neuzen van mijn schoenen al gericht zijn

    op het zuiden van Spanje.

    Greta heeft gans het weekend in Genk haar Photoshop volop kunnen

    demonstreren en promoten met haar collega’s , en ik mocht intussen de nieuwe

    VIP Oxypass “aanprijzen”.

    De tweede dag had ik de eer en het genoegen als enige de boeken van Pascal

     Vyncke te mogen verkopen, in aanwezigheid van de Grote Voorman.

    Het is een toffe gast, maar hij mag zijn half lege colablikje niet meer laten staan!
    Hij was wel grieperig, misschien komt het daarmee.

     

    Bericht aan de kopers van zijn boeken:

    zorg ervoor dat je de binnenkant van pagina 3, waar hij zijn opdracht heeft gezet,

     grondig spoelt met water, om de bacteriën weg te krijgen.

    Zoniet ga je ook griep krijgen.

     

    Terug naar ons onderwerp: in en door Frankrijk 2009.

    Vorige reportage uit de Franse Auvergne, waar je helemaal in het Centraal Massief

     zit, was gestopt bij het vertrek vanuit de B&B  La Chèvre Noire in Montoldre.

     

    “De Zwarte Geit” ligt nu achter de rug en achter de bergen, en we rijden verder

    naar het hart van het Centraal massief.

    Daar wacht ons, voor twee nachten een andere B&B, die ook nieuw is voor ons.

    Hij ligt in aan de rand van het dorpje Salers, een van de “100 meest schilderachtige

     dorpen van Frankrijk”.

    Door het mooie weer (in de valleien althans!) aangespoord, doen we een aanbevolen

    rondrit in een streek, die zeer schaars bewoond is.

    We stoppen eerst in een piepklein dorpje, met een rasechte Franse naam: Billy.

    In Billy weten de bloemen nog niet dat het half oktober is, en bloeien rustig verder

    in stille schoonheid.

     

     

     

     

    Mooie villa’s sieren de wandelweg naar het kasteel.

     

     

     

     

    Iemand heeft moeite gedaan om een aanzet te geven aan het aanduiden van de

     openingsuren, maar heeft het halfweg opgegeven.

    Het is nu gesloten, maar de toeristen zijn ook al weg natuurlijk, behalve wijzelf.

     

     

     

    De temperatuur is ideaal, de zon schijnt, en zelfs het kasteel staat te genieten.

     

     

     

    Een mooie lokkende Billyaanse jonkvrouw staat me op te wachten aan de

     kasteelpoort, maar ik laat me niet zomaar binnenpraten.

     

     

     

     

    Billy ligt op de weg naar het mondaine Vichy, en dat is natuurlijk andere koek.

    Het is een oord van bronwater en van prestige.

    De huizen in het centrum stralen Franse grandeur af, en dateren meestal van einde

     19de en prille begin 20ste eeuw.

    Veel Art Nouveau elementen vind je terug over de ganse stad.

     

     

     

    Zoals in elk kuuroord is er natuurlijk een Casino, waar het op dit moment

    volledige rust is.

    Het casino ligt aan een park, het Parc des Sources, dat in opdracht van Napoleon I

     werd aangelegd. Er omheen lopen oude ijzeren galerijen zodat je eventueel droog

     van het Casino aan de ene kant naar het badhuis aan de andere kant kunt lopen.

    De straten tussen het Casino en de Allier, de plaatselijke rivier, zijn ook de moeite

     waard om eens door te kuieren. Je kunt je hier vergapen aan de prachtige oude

     villa's en wegdromen in de sjiek van weleer.

     

     

     

    Vichy moet je gewoon op je eigen manier, al wandelend ontdekken.

    Lekker slenteren door de straten, af en toe een bankje in het park om weer

    even bij te komen. Verzin het zelf maar. Een goed begin is natuurlijk altijd om even

     binnen te lopen bij het Office du Tourisme, wat we uiteraard gedaan hebben.

     

    Vichy is een “ville fleuri” met 4 sterren. Dat komt vooral omdat keizer Napoleon III

     een prachtig park heeft laten aanleggen. Je kunt er heerlijk wandelen en van

    het zonnetje  genieten.

    De meeste bloempjes beginnen wel weg te kruipen, behalve bij zonnig weer.

     

     

     

    Je bent er omgeven door ca 20 hectare bomen, planten en bloemen waaronder

     diverse uitheemse en exotische planten.

    Villa’s aan de rand liggen tussen het groen. Het is het Knokke-Zoute van Auvergne.

    Er zijn een paar routebeschrijvingen te krijgen om te wandelen die je langs

    de mooiste punten van de stad brengen. Er loopt er een door het Quartier Thermal.  

    Een andere brengt je door de oude stad. Vanaf het Casino lopen we via een mooi

     park naar de Allier, de plaatselijke rivier en ook de naam van het departement.

    Een prachtige herfstwandeling door een dreef in het warmende zonnetje doet deugd.

     

     

     

    Langs de Allier lopen wandelpaden, en aan de overkant van de rustige rivier

    is een paardenrenbaan en een golf. Minder kan natuurlijk niet.

     

     

     

    Terug richting stad komen we langs de Source des Célestins, zoals we kunnen 

    aflezen boven de ingang. In België hebben we Spa Barissart, als meest bekende

     bron, en hier is het dus Célestins.

     

     

     

    Aan de binnenzijde van het gebouw is het heel luchtig, en opgebouwd met

    Art Nouveau elementen.

    Vichy staat al sinds de Romeinen bekend om de warme bronnen die tegen allerlei

     ongemakken (zouden) helpen.

     

     

     

    In de tijd van Napoleon III werd Vichy omgebouwdd tot een ruim opgezette stad.

    Tot een eind in de 20e eeuw was het een geliefd ontmoetingspunt van

    de upperclass van Europa. Vichy kent diverse kuuroorden en natuurlijk

    is het bronwater ook in flessen verkrijgbaar.

    Nog leuker is het om met je lege flessen naar de Source Célestin te gaan.

    De bronnen geven hier hun heilzame water af via bronzen kranen die voor 

    het publiek zijn opengesteld.

    Dit is dus geen WC die niet is doorgespoeld!

     

     

     

    Er staan hier verschillende batterijen van tapkranen naast elkaar.

    Ook op het gebied van water is er gelijkenis tussen Vichy op Knokke: zeewater

     geschept in Knokke smaakt net hetzelfde als het flessenwater van Vichy.

    Hier zie je trouwens op de achtergrond een proefpersoon (letterlijk), die het water

     getest heeft, en nu steun zoekt, wegens een wrang gevoel in de maag.

     

     

     

    Het zijn trouwens hypocrieten in Vichy.

    Waar ze de (rijke) mensen zogezegd van kwalen,

    zoals artrose enz willen afhelpen,

    met hun spa’s en hun flessenwater,

    zetten ze aan de andere kant de patiënten aan

    om te roken, wat ook weer niet de gezondste sport is.

     

     

     

     

     

    Deze gevel in het centrum is wel komisch, want de onderste verdieping is geschilderd.

     

     

     

     

     

    De kerk is zeker interessant voor een kort bezoek.

    Ze is heel donker, en daardoor komen de brandglasramen,

    als de zon schijnt, goed tot hun recht.

     

     

     

    Speciaal voor de dames: je voelt je opnieuw dertig,

    na het gebruik van de gepaste huidproducten uit het

    gamma van Vichy. Vrouwen onder de dertig blijven er

     dus maar best af, want die gaan een slechte zaak doen.

     

     

     

    Soms krijg je zelfs de indruk dat de Fransen

    houden van Amerikanen.

    Zelfs hun eigen (ex!) Napoléon III moet wijken

    voor de Yankees.

     

     

     

    Dit is dan het voorlopige afscheid van Vichy.

    Ondermeer omdat momenteel Seniorennet slechts 20 foto’s

    toelaat per aflevering.

    Daarenboven moet ik nu dringend de valiezen pakken.

    Woensdagmorgen 20/10 vertrekken we met de wagen

    richting Marbella.

    Misschien komt er nog een live verslag onderweg,

    speciaal voor jullie!.

     

    Tot zeer binnenkort!

     

     

    18-10-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    09-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: de Mongool kent iets van witte kool

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

       

    In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, mag een witte kool niet wit zijn, 

    maar eerder lichtgroen.

    Zorg ervoor dat de buitenbladeren stevig en glanzend zijn als je hem koopt.

     

    Witte kool is wereldwijd een van de belangrijkste menselijke voedingsbronnen.

    In Rusland, China, Oost- en Noord-Europa zijn winterharde koolsoorten gewoon

    onmisbaar, en bijna dagelijkse kost.

     

    Mongolen zien zelfs een beetje groen, omdat ze bijna constant witte kool eten.

    Ook op Mars is deze kool het nummer één op het menu; kijk maar naar de groene

     mannetjes die van daar komen.

     

    Deze ultieme wintergroente mag dan wel de reputatie hebben zwaar

    in het lichaam te vallen, in werkelijkheid is ze caloriearm, en vetarm.

    Waar de witte kool wel bijzonder rijk aan is, zijn vitaminen en mineralen.

    Aan amper 200 gram heb je genoeg om je dagelijkse behoefte aan vitamines A 

    en C binnen te krijgen, daarnaast zit er nog een stevige dosis mineralen in als ijzer,

     calcium, fosfor en magnesium.

    Men rekent 300 tot 400 g gekookte witte kool per persoon.

    In tegenstelling tot wat men soms denkt, hoef je ze om de lieve lijn niet te laten,

    want witte kool levert maar 24 kcal/100g.

    Behalve voor zijn voedingswaarde, staat de kool in de traditionele Europese

     kruidengeneeskunde bekend als middel tegen brandwonden en ontstekingen.

     

     

     

     

     

    Maar… nu moet ik toch even een prangend en nijpend onderwerp aansnijden.

    Kolen slepen een bijzonder slechte reputatie met zich mee.

    Ze zouden moeilijk verteerbaar zijn en zodoende de vorming van ongewenste

     gasbellen in onze darmen bevorderen.

    Bij effectieve ontsnappingspogingen brengen die het fatsoen van de

     gastheer/vrouw luidruchtig en/of geurig aan het wankelen.

    Nochtans, en dat is dan het supergoede nieuws, mits inachtneming van enkele

     voorschriften hoeft je metabolisme er hoegenaamd geen hinder van te ondervinden.

     

     

    Tip 1:

    Een van de voorschriften is dat je kool vooral niet te lang mag koken.

    Bij langdurig koken ontstaan zwavelverbindingen, met het gekende gevolg

    ter hoogte van de darm-exit.

     

    Naar verluidt stoppen de Mongolen hun paarden trouwens vol met witte kool, 

    zodat na de maaltijd en de dierlijke vertering, die beesten soms als een raket

     vooruit vliegen, gedreven door luide knallen en zwavelachtige dampen.

     

    Kool bevat mosterdolie, dat is een vluchtige stof die het verteringsproces versnelt

     en de zwaveltoestanden fors verbetert.

    Om de mosterdolie van kool intact te houden, mag je dit slechts even stomen.

     

    Tip 2:

    Je kunt er ook op het einde van de bereiding een lepel mosterdzaad of -poeder

    in mengen, wat hetzelfde effect heeft.

    Hiermee gewapend is er geen enkele reden meer om geen (witte) kool te bereiden.

    Dankzij deze twee tips kan iedereen onbezorgd aan de kool! Lang leve de Mongool!

     

    Witte kool is natuurlijk ook de basis voor zuurkool. Dit gerecht wordt gemaakt van

     fijn geschaafde witte kool, die met een weinig zout en een scheut karnemelk in

    een inmaakpot tot gisting wordt gebracht.

    De lichtverteerbare zuurkool heeft bovendien een zeer hoog vitamine C-gehalte.


    Tenslotte is witte kool heel geschikt voor salades.

    Verwijder de buitenblaren, snijd de kool in vieren en haal de stronk eruit.

    Was de vier delen apart. Schaaf de kool of snijd hem in smalle snippers.

    Voor salades rekent men 75 tot 100g per persoon.

    Eens geschaafd en geblancheerd kan ze makkelijk worden ingevroren.

     

     

     

     

    Ik heb (zeer) persoonlijk ook nog een goeie reden om witte kool klaar te maken.

    Het is nu midden april in Spanje, en ik heb me speciaal opgetut om de Semana

     Sancta te vieren. Daarvoor heb ik een blits halssnoer uitgedacht, waarin

    een paar kleine witte kolen verwerkt zijn.

    Na afloop van de processie kan, en mag ik dit voedsel niet zomaar te grabbel 

    gooien, en moet het de keuken in. Ecologisch inzicht moet er ook zijn.

    Hier zie je me nog in groot ornaat met mijn koolhangers.

     

     

     

    Er staat op het menu: “kabeljauw met witte kool en spekjes”.

    Het is een Spaans gerecht, dus heel eenvoudig te maken, en heel lekker.

    Hier is het recept.

     

     

    ingrediënten voor 4

    bereiding

    4 dikke kabeljauwfilets, of andere harde vis

    bak het spek in een weinig olie krokant, zet het opzij

    ½ witte kool, fijn gesneden

    kook de kool in weinig water gedurende 5’

    150g kleine spekblokjes (Spanje: Serrano)

    ze mag wat zacht worden, maar moet al dente blijven

    een handvol verse peterselie, ruw gesneden

    laat ze goed uitlekken, stoof ze in een pan

    een glas witte wijn, of  2 el sherry

    doe er de boter bij en de wijn, en roer regelmatig

    20g boter

    houd het vuur laag, laat de boter smelten

    5 cl (soja)room

    en laat staan tot de meeste wijn verdampt is

    verse (cayenne)peper, zout

    voeg het spek toe, met alle braadsappen, en de room

    een beetje olijfolie

    voeg de peterselie toe en wat verse peper en zout

     

    zet borden in de oven op 75° als voorverwarming

     

    paneer de kabeljauw intussen aan beide kanten

     

    verhit een beetje olijfolie in een niet-kleefpan

     

    bak de kabeljauwfilets hierin, 4-5’ aan elke kant

     

    (hangt af van de dikte van de vis)

     

    lepel de kool op de warme borden

     

    leg de visfilets er boven op

     

    garneer met krulpeterselie en dien op

     

    TIP: geen zout gebruiken voor de vis, door het spek

     

     

    De kool voelt zich blijkbaar beter in de pan dan aan mijn nek.

    Ik denk er ook zo over.

     

     

     

     

    Intussen strijkt Greta er duchtig op los, op het terras. Ze is gerust in de afloop.

     

     

     

    Ook de kalme kabeljauwen voelen zich happy in de koesterende warme pan.

     

     

     

    De groentjes (in twee betekenissen) gaan gedwee op het bord en het zwemmertje

     komt er zachtjes bovenop.

     

    Op het moment van de bereiding wist ik nog niets van het belang van de kooktijd.

     

    TIP: laat de wijn niet inkoken, om zo de kooktijd in te korten, maar doe er

    op het laatst 2 eetlepels sherry bij in plaats van de wijn.

     

    Buen appetito!

     

     Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit de reeks “New Mediterranean Meals”

    van de Engelsman Mark Harrison, van wie ik eens per post een CD kocht met recepten.

     

    09-10-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    01-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het raadsel van de Zwarte Geit

     

     

    Binnenkort vertrekken we weer naar Spanje voor de winter 2010.

    Dat doet me eraan denken dat de zuidwaartse tocht van vorig jaar nog niet

    is aan bod gekomen op mijn blog.

    Als ik dat nu eens zou doen, dan komen alle prettige reisherinneringen weer

    naar boven. Doen dus.

     

    Niet (alleen) de bestemming is belangrijk, maar de ervaringen van onderweg

     maken het reizen een prachtige belevenis. Daarom kiezen we elk jaar een

    verschillend parcours. Want denk eraan: reizen is goed, als je het traag doet.

    Dan maak je zelf de gelegenheid om alles veel intensiever te beleven.

     

     

    We noteren 11 oktober 2009.

    Dit jaar bollen we over en door het Centraal Massief, dwars door

    het hooggelegen centrum van Frankrijk.

    Daar richten we ons naar Auvergne, in het departement Allier.

     

    Eerst gaan we nog rond Parijs, via de Francilienne. Rustig is het daar, en dat mag.

    Dertig kilometer van Vichy weten we een uitstekend adresje: Mike en Sue Papala.

    Hier zijn we al eerder geweest, en we komen hier thuis.

    Het verwachte bordje hangt er al, als we in de vroege avond aankomen.

     

     

     

     

     

     

    Even schetsen: Mike is een Engelse geoloog, werkt in Canada in de mijnexploitatie.

    Sue is eveneens Engels, maar heeft als lerares heel veel jaren in een vroeger leven 

    in Zwitserland gewerkt. Ze heeft een talenknobbel, die echter in tegenstelling tot

     mijn tenenknobbel, met het blote oog niet te zien is.

    Ze houden samen een gezellige B&B (trois épis), La Chèvre Noire, de Zwarte Geit, 

    maar Mike is regelmatig afwezig voor zijn part time werk in het andere continent. 

    De dag zelf van onze aankomst is Sue hem gaan oppikken aan het station van Moulins.

     

     

     

    Het is een heerlijk weerzien, een prachtige herfstdag, en ook de wagen voelt zich

     goed in de tuin. Hij staat hier natuurlijk 200% veilig.

     

     

     

     

     

    We zijn hier (weer) alleen, dus alle rust en genot is exclusief voor ons.

    Greta ademt gretig de Auvergniaanse lucht in vanuit het raam op de verdieping.

     

     

     

     

     

    Intussen heb ik mijn plekje gevonden in de salon, terwijl ik wacht op het aperitief

     “on the house”, bij de brandende open haard.

     

     

     

     

    Vanuit de woonkamer heb je een mooi zicht op de parktuin,

    waar de herfstkleuren alles wikkelen in een zacht licht.

     

     

     

    We weten dat Sue een prima kokkin is, dus wordt het nu genieten.

    Ik had telefonisch een “light meal” besteld, en Sue houdt daar natuurlijk rekening mee.

     

     

     

     

    We beginnen met lekkere soep van pompoen (uit de tuin), met gebakken uitjes

    en spekjes om de pompoensmaak wat op te krikken.

    Dan is er de salade met vlees en kaas.

    Ik heb al veel soorten Franse kazen

     gegeten, maar deze zit vanaf nu zeker in mijn top drie:

    de “Comtesse de Vichy”.

    Spijtig genoeg is het een streekkaas, en kan je hem in

    België waarschijnlijk niet vinden. Subliem lekker!

     

     

     

    Dan krijgen we nog eendenborst met salami en hesp en stekelbes chutney.

    Het dessert is iets met een crumble van wat weet ik niet meer.

    Al een geluk dat ik een “light meal” had gevraagd.

    We gaan dus nog even in de tuin om enkele calorieën kwijt te spelen. 

     

     

     

     

    Zoals het echte Engelsen past zijn ze hier niet gespeend van humor.

    Zo zien we een bordje hangen, met een zinnetje, aangepast aan de reusachtige tuin.

     

     

     

     

    In de tuin bij het zwembad loopt een vriendelijke hond.

    Ik zal hem maar Blakkie noemen.

    Blakkie loopt onafgebroken naar alle kanten en zeult een speeltje mee, een soort frisbee.

     

     

     

     

    Het zwembad ligt tussen enkele prachtige bomen, maar dat gaat me achteraf

    nog parten spelen…

     

     

     

     

    Wanneer het tijd is om te gaan slapen, geef ik al duidelijk

    aan met mijn vijf vingers hoe laat ik van plan ben

    om op te staan. De werkelijkheid is er niet ver af…

     

     

     

     

    Nog een kleine merkwaardigheid: Sue is zo bezeten

    van het maken van lekkere salades dat ze prompt

    de lavabo heeft vervangen door een slakom.

      

     

     

     

    Ik moet in de nacht veel niezen, want ik heb een verkoudheid

    meegebracht uit België.

    Rond zes uur in de ochtend, met andere woorden in het

    midden van de nacht, maakt Greta me dan nog wakker

    met een schok. Ik heb niet veel uitleg nodig, want ik hoor

    het alarm van de wagen. Om de dieven in snelheid te pakken,

    loop ik naar buiten, met enkel mijn schoenen aan.

    De volgende twee minuten komt dus voor mij het raadsel

    van de zwarte geit

    De wagen staat slechts tien meter van het huis, en er is

    niets abnormaals aan te zien of te horen.

     

    Intussen is Sue uit het raam komen kijken, in nachtgewaad,

    en roept iets van: “the swimming pool”. Wat is er gebeurd?

     

    Het zwembad heeft een alarm. De Europese wetgeving

    verplicht namelijk een afsluiting te bouwen rond zwembaden,

    toegankelijk voor het publiek, ofwel moet men een alarm

    plaatsen. Dit zwembad heeft dus een alarm, dat in werking

    treedt als er iemand invalt, m.a.w. als er golfslag is.

    Het toeval wil dan nog dat het geluid identiek is aan dat

    van onze wagen. Daar sta ik dus mooi van te genieten!

    Door een speling van de natuur (of door Blakkie?) is er

    dus een golfslag ontstaan. De wind eventueel?

    Het Mysterie van de Zwarte Geit is dus niet opgelost!

     

    Mijn nachtrust is niet helemaal perfect, is de conclusie.

    ’s Morgens komt Blakkie mij zijn speeltje aanbieden,

    om me te troosten. Mooi gebaar.

     

     

     

    Iedereen mag nog eens op de foto vóór het vertrek naar

    andere oorden. Ik heb Blakkie zijn speeltje toch maar teruggegeven.

    Tot ziens, Mike en Sue, en Blakkie ook.

    Nee Blakkie, ik wil je speeltje niet. De koffer zit vol.

     

     

     

    01-10-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (0)

    23-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: een flesje cider voor ieder

     

     

    Vandaag maken we het merkwaardige, maar smaakvolle gerechtje

    “in cider gestoofde varkensmedaillon met appeltjes”.

     

    Een woordje uitleg over cider mag dus wel. 

    Cider is een alcoholische drank die van het sap van vruchten, vooral appels,

    wordt geperst. Oorspronkelijk werd cider gemaakt van appels die werden

    geperst in een cidermolen.

    In een cirkelvormige bak, draaide een stenen molenwiel rond dat de appels

    fijn perste. Cider is een vrij ruim verspreide drank. De meest bekende is de

    Franse, maar ook in Spanje verfrist hij de kelen, onder de naam Sidra.

    Hier zie je een molen op Jersey, vlak tegen Normandië, dé ciderstreek bij uitstek.

     

     

     

     

    Vroeger werden de cidermolens aangedreven met de hand,

    met behulp van waterkracht of door een paard. Tegenwoordig maakt men gebruik

     van persmachines die vrijwel altijd aangedreven worden door elektriciteit.

    In de ciderpers werd de  pulp in lagen gelegd op een stapel die ook wel bekend

    staat als 'el queso' (de kaas).

    In de pers werd de kaas blootgesteld aan steeds toenemende druk zodat alle most

     (sap) uit de pulp werd geperst. Dit sap werd, nadat het was gezeefd in een grove

     haarzeef, in houten vaten gegoten. De uitgeperste pulp werd aan de boerderijdieren

    gegeven als wintervoer, gecomposteerd, of weggegooid.

    Er werd ook wel likeur van gestookt. Zie ook het stukje op mijn blog over het

     Jenevermuseum van Hasselt.

    Ook daar komen veel van dezelfde technieken terug.

    Alleen ontbreken n Hasselt de juiste meisjes,

    zoals de Spaanse sidra jonkvrouwen.

     

     

     

     

    Cider bestaat al een heel tijdje.

    Het was bijvoorbeeld de lievelingsdrank in de USA,

    in de tijd van  en na de Engelse kolonisten.

    Er kwam pas verandering in, toen daar hele ladingen Duitsers aanspoelden

    (toen ook al) die de techniek verbeterden om bier te brouwen. Prosit!

    De eerste ciders werden waarschijnlijk al gemaakt door de oude Egyptenaren

    en Byzantijnen.

    In Spanje begon men ermee vanaf 1629, toen op grote schaal appelbomen

    werden ingevoerd vanuit Amerika.

    De verwerking was primitief, en is het soms nog.

     

     

     

     

    Vandaag kan je in Spanje sidra drinken direct uit de kupelas, grote vaten,

    meestal van kastanjehout. Er zijn zelfs “Sideria” bars, waar Sidra de specialiteit is.

     

    Ze komen vooral voor in Asturia, Galicia en bij de Basken.

    Het klimaat is daar ideaal om appels te kweken: natte zomers en zachte winters.

    (met andere woorden: in België kan men ook aan de slag, als de winters wat

     zachter worden door de klimaatverandering; de natte zomers hebben we al)

     

    De barman zal je een glas schenken, voorzien van de nodige show en acrobatie.

    Zogezegd wordt dat gedaan om het boeket te verbeteren.

     

     

     

     

    Hoe drink je de Sidra? Belangrijk: de fles moet in één keer leeggemaakt worden.

    Cider oxideert heel snel, en na een dag of wat is hij volkomen plat. Daarom.

    Persoonlijk hou ik niet zo van de Spaanse sidra. Ik gebruik hem wel om te koken,

    om bijvoorbeeld te deglaceren, in plaats van met water. Het geeft meer smaak.

    Normaal gezien blijft er een droesem over, onderaan in de fles.

    Je kunt die consumeren (als je moeilijk naar het toilet gaat), of in een Sideria

    mag je hem op de grond uitgieten, ofwel in een speciale afloop doen belanden.

    Dit is een van de redenen waarom een Sideria verschillend is van een gewone bar.

     

    Terug naar en in de keuken nu.

    Er staat een "in cider gestoofde varkensmedaillon met appeltjes" op het menu.

    Het is heel eenvoudig, want ik kan het. Hier is het recept.

     

     

    ingrediënten voor 3

     

    bereiding

    1 el olijfolie

    indien varkenshaasje: snij in stukken van 2 cm dik

    600g varkensmedaillon of -haas

    bestrooi met pezo aan beide kanten

    1 grote ui, fijngesneden

    bruin het vlees aan beide kanten, zet apart

    2 el cider-, appel- of witte wijn azijn

    bind het bouquet garni samen met keukentouw

    15 cl sidra of cider

    fruit de ui in de pan, en voeg daarna toe:

    20 cl appelsap

    de azijn, cider, appelsap en bouquet garni

    1 bouquet garni (tijm, laurier, peterselie)

    leg het vlees weer in de pan, doe er nog wat pezo op

    2 appels

    sluit de pan af en breng aan de kook

    1 el citroensap

    schil en ontpit de appels, snij ze in schijven (1cm)

    een scheut room (+/-30% vet)

    als het kookpunt bereikt is, zet het vuur laag

    pezo

    voeg de appels toe, laat enkele minuten verder garen

    garnituur: krulpeterselie

    haal het vlees uit de pan, en de appels als ze mals zijn

     

    houd vlees en appels warm, laat het kookvocht inkoken

     

    op hoog vuur en zonder deksel, tot een stroperige saus

     

    dik, indien nodig, aan met wat maïzena express

     

    verwijder het bouquet garni

     

    voeg de room toe en laat 2’ doorkoken, al roerend

     

    leg de appels op borden en vlees er bovenop

     

    overgiet met de saus en garneer met peterselie

     

     

    Het grote werk is gedaan, en ik kan de borden dresseren.

     

     

     

     

    Het bord komt op tafel, met een glaasje rood. De liefhebbers kunnen er natuurlijk

    de rest van de cider bij drinken. Ik zet hem liever apart voor later keukengebruik.

     

     

     

    Tevreden dat het gelukt is, ga ik nu happen.

    Ik doe er nog een gekookt piepertje bij en de lekkere saus.

     

    Buen approveche!

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit de reeks “Slim koken” van Carrefour.

     

     

    23-09-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    11-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niks speciaals te melden van op de Schelde (2)

     

    Hier is dan het vervolgstukje van de dag met de Seniorennet Photoshoppers

    op de Schelde.

     

    Ankrispi, achtenswaardig hoofdorganisator van dit initiatief te Antwerpen heeft

    nog een “specialleke” in petto!

     

    Het Scheldedecor is een prachtige locatie om “Idool Photoshop 2010” te organiseren.

    Iedereen die een beetje talent bezit, mag een liedje komen zingen voor de micro.

    Het is uiterst spannend en een groot aantal kandidaten zetten hun beste beentje

    en stemmetje voor, met de meest aangrijpende liedjes.

    De twee finalisten zie je hier, terwijl Ankrispi de uitslag van de schiftingsrondes

     meedeelt. Lieve/Lila uit Limburg, links, komt in de finale eerst aan de beurt,

    en brengt een doorleefde versie van “Het Hutje op de Heide”.

     

     

     

    Maar het is Greta/Gaviota die uiteindelijk nipt de finale wint met een verschroeiende

     interpretatie van de hit: “Dos Cervezas, por favor”. De Spaanse tekst is vrij

    moeilijk, maar ze wordt sterk geholpen door haar ervaring in de Spaanse taal.

     

     

     

    Tot zover de foto’s die het Seniorennet Systeem niet wou opnemen vorige keer.

    Zoals toen gezegd, gaan we nu vooral bovendeks, waar we al onmiddellijk

    de Drie Wijzen van de Photoshop Senioren tegenkomen, die nog napraten

    over de Idool zangfinale.

     

     

     

     

    Uiteindelijk komt iedereen naar buiten, waar de vogeltjes fluiten.

    Het weer is prachtig, maar zelfs de meest kouwelijke passagiers kunnen

    indien nodig genieten van het verwarmde achterdek.

    Daarvoor zorgt een kachel met lange stoofbuis.

     

     

     

     

    Op het achterdek komen de tongen los, terwijl de boot langs idyllische plekjes vaart.

     

     

     

    Onderwerp van gesprek is ondermeer het eigenaardige fenomeen dat hier geen

     schepen mogen aanmeren waarvan het anker ondersteboven hangt.

     

    Een aantal mensen vraagt zich ook (terecht) af wat die “Lei dingen” mogen betekenen.

    Iedereen kent in Antwerpen natuurlijk de Frankrijk Lei, de Britse Lei...enz.

    Maar hier, langs de oevers staat dan een bord met “Lei Dingen”! Wat is dat?

    Vreemd toch. Niemand van de achterdekzitters weet wat het betekent.

     

     

     

    Een interessant gesprek hebben we met Photoshopster Princess, ook een

     Nederlandse, die vanuit Zuid-Afrika  geland is in Overpelt, in Belgisch Limburg. 

    Laat dat nu net de plaats zijn waar we op 12 september gaan fietsen met Olaba.

     

     

     

    Alle Photoshoppers zijn degelijk opgevoede mensen.

    Als er tijdens een gesprek iemand een vraag wil stellen, of naar de WC wil gaan,

    dan steekt die persoon heel beleefd zijn vinger op. Zo hoort het.

     

     

     

    Een baken op de Schelde is natuurlijk Mariekerke.

    Hoeveel palingen zijn hier al niet gedegusteerd?.

    Vroeger werden de glibbervissen plaatselijk gevangen, maar vandaag

    is het allemaal import uit Canada en Noorwegen. En toch lust ik die even graag.

     

     

     

    In Mariekerke kan men de stroom over met een overzetboot, of zoals men het

    zo lief kan zeggen in Nederland: met een pontje.

     

     

     

    Af en toe zien we een merkwaardig beeld, zoals dit zinkende schip bijvoorbeeld.

     

     

     

    De brug waar we nu ondergaan is bij velen geen onbekende.

    Voor wie ze toch niet zou herkennen heeft men er dan maar de naam opgeplakt.

     

     

     

    Toch wel een merkwaardig beeld levert dit op: de oude brug op de achtergrond,

    en het nieuwe exemplaar vooraan.

    Zoals achteraf zou blijken hebben vooral de dames hier een aantal bedenkingen bij.

     

     

     

    Ik wil dit nu echt niet uitvergroten, maar even na het aanschouwen van het ophalen

    van de bruggen ontstaat er enige beroering bij een aantal vrouwelijke passagiers.

    Hier zie je bijvoorbeeld een dame die met behulp van twee vingers een bepaalde

    maat opgeeft. De dame met het rode kleed, die op specifieke vraag verder

     onbekend wenst te blijven, heeft al een iets grotere maat in het hoofd.

     

     

     

    Ook benedendeks is er grote belangstelling voor het ophalen van de bruggen,

    en is er eveneens een interessante gedachtewisseling gestart.

    Tribaloma heeft zo haar eigen idee over de gang van zaken.

    Ik zou aan de dames maar één advies kunnen geven in zake dit onderwerp

     waarmee we nu aan de Temsebrug geconfronteerd worden: size doesn’t matter.

    Excuseer.

     

     

     

    Ook aan de boottrip komt een einde. Antwerpen komt weer in het vizier.

    De kathedraal staat er nog, hoewel hij intussen weer wat ouder is geworden.

     

     

     

    Ik kom niet zo veel meer in Antwerpen, en nu merk ik dat het Steen vernieuwd is.

    Er is een nieuwe vleugel aangebouwd van frisgrijze appartementen. Moet kunnen.

     

     

     

    Eens terug aan land moet er geklonken worden, omdat we niet gezonken zijn.

    Waar kan je dat beter dan in café ’t Bolleke, tussen de kathedraal en de Groenplaats?

     

     

     

    Een leuke zomeravond in centrum Antwerpen, met de Photoshoppers.

    Er zijn minder aangename dingen.

     

     

     

    Alle Photoshoppers houden van elkaar, ten minste éénmaal per jaar.

    Is dit geen perfecte wereld?

    Tot volgend jaar. Be There.

     

     

     

    11-09-2010, 22:15 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    06-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Photoshop aan de top, en de Schelde op (1)

     

     

    Vorig jaar ging de jaarlijkse bijeenkomst van de Seniorennet

     Photoshoppers door in Blankenberge.

    De omstandigheden werden uitvoerig uit de fotodoeken gedaan 

    op deze weblog in “Blankenberge op zijn kop” op 2 juli 2009.

    Nog altijd herleesbaar natuurlijk, via de rechterkolom

    in de rubriek “Archief per maand”.

     

    Dit jaar was Antwerpen de plaats en the place to be voor de beeldrijke

    happening op 19 augustus .

    Het is niet evident om in die stad een plaats te vinden om te lunchen,

    en gezellig te keuvelen, in volle toeristisch seizoen.

     

    De plaatselijke organisatoren hebben dat knap en creatief opgelost

     door te kiezenvoor een boottocht, stroomopwaarts van Antwerpen

     op de Schelde.

     

    Allen dus naar Antwerpen! Slechts 130 gelukzaligen konden mee.

    Begin nu al maar te reserveren voor volgend jaar, als je er ook

    bij wil zijn!

     

     

     

    We komen aan met de trein in het Centraal Station, samen met

    Willy Greenstuff, die begeleid wordt door enkele groupies.

    Zijn fotoapparaat heeft hij al in aanslag.

     

     

     

     

    Een groepje Photoshoppers zien elkaar in het station,

    en gaan te voet verder langs de Keyserlei, naar de ondergrondse tram,

    in de richting van de Groenplaats.

     

     

     

     

     

    Het volgende verzamelpunt, met een voortdurend groter wordende

     groep is op de Groenplaats, tussen Rubens en het Hilton hotel.

    De dame in de achtergrond die de rode paraplu droeg als

     herkenningsteken wordt bijna meegenomen door verplegers

    in witte jassen, gewapend met dwangbuizen.

    Wie loopt er nu met een paraplu rond bij stralend zomerweer?

     

     

     

     

     

    De kathedraal staat er nog, hoewel hij al heel lichtjes

    begint over te hellen.

     

     

     

     

     

    Het weerzien is hartelijk, en we zien er nog allemaal even

    jong uit als vorig jaar, ofwel zijn onze ogen er slechter op geworden.

     

     

     

     

    Van de Groenplaats, langs de Grote Markt bereikt het nu

    voltallig vaar- en fotogezelschap de Scheldekaden.

     

     

     

     

    De boot, met een capaciteit voor 140 personen en 220 fototoestellen, ligt te

    wachten.

     

     

     

     

    Goed nieuws, het is de “Jan Plezier” die ons meeneemt.

    Alle voortekenen zijn goed. Dit kan niet mislukken.

     

     

     

     

     

    Sommigen zitten al in het schip, anderen dweilen het achterdek af

     (figuurlijk  natuurlijk) en de VIP's gaan als laatste aan boord.

     

     

     

     

    Een lekkere lunch wordt deskundig in de magen weggewerkt, en stelt ons fysiek

    in staat om de zware watertocht in te zetten.

     

     

     

    Vriendschapsbanden worden gesmeed of opnieuw aangehaald, zoals bij deze

     twee dikke vrienden (figuurlijk natuurlijk).

     

     

     

    Eens de boot in beweging, begint Greta al wat te wankelen door de sterke golfslag.

    Een stoere Scheldebonk staat dadelijk paraat om haar op te vangen indien nodig.

    Photoshoppers zijn zo, maar er moeten dan wel foto’s van genomen worden.

     

     

    Greta geraakt terug in stabiele verticale toestand, en zoekt haar plaats op naast

    Lieve (Lila voor het kennerspubliek, en mentor van de Photoshoppers).

     

    Ze krijgen het onderhoudende bezoek van Willy. Ik dacht eerst aan Willy Wonka van

     The Chocolate Factory, maar het is onze grote vriend Willy Loebass, de grote

     Manitou van de  Initiatie Photoshop groep.

    De foto bewijst dat Gaviota en Lila aan zijn lippen hangen (figuurlijk natuurlijk).

     

     

     

    Onze gouwe ouwe Loebass Willy

    kweekte in een vroeger leven pili-pili

    in een helder visioen ontdekte hij Photoshop

    en zette hij zijn kwekerij definitief stop

     

    Af en toe werp ik een blik door het raam (figuurlijk, want anders krijg ik de eco-

    jongens achter mijn hielen).

    Soms liggen er vreemde dingen op de kade, zoals deze grote oranje

    groenteblikken.

     

     

     

    Kleine wasje, grote wasjes, het linnen moet stevig worden vastgemaakt of

    het waait onverwachts van de wasdraad.

     

     

     

     

     

    De creatieve organisatoren hebben zelfs een gratis tombola voorzien.

    Greta wint een prijs: een zak met inhoud, maar dat had ze al, en ik kan het weten.

    Andere aanwezigen zijn straaljaloers op deze leuke prijs.

     

     

     

     

    Greta kan het niet laten haar nieuwste aanwinstzak te tonen aan Matea.

    Deze kranige jongedame was met ons samen in Noorwegen in juli, maar ze heeft

    intussen een nieuwe knieprothese - met - complicatie, die haar mobiliteit enigszins

     beperkt. En toch wil ze er vandaag absoluut bij zijn.

     

     

     

    Bobbieke is helemaal niet gerust in het blijvende drijfvermogen van deze

     Plezierboot.

    Het dragen van opblaasbare reddingsbandjes zal haar daarom de ganse

     watertocht een gevoel van veiligheid geven.

     

     

     

    Zo zet de Jan Plezier zijn riviertochtje verder, langs de stilaan rustiger wordende

    zomerse Scheldeboorden. Iedereen komt tot rust en begint al te dromen van een

    kalmerende siësta op het water.

     

     

     

    Ankrispi, achtenswaardig hoofdorganisator van dit initiatief te Antwerpen laat het

    hier niet bij. Ze neemt de micro ter hand en nodigt de beste stemmen onder de

     aanwezigen uit om een klein stukje te zingen uit een actueel liedje, dat iedereen

     kent.

     

    Dit is dan (noodgedwongen) het einde van deel 1.

    Er waren nog twee onthullende foto's, maar het Systeem wil ze (weer) niet aannemen.

     

    Deel 2 (“Niks speciaals te melden van op de Schelde”) speelt zich voornamelijk

     bovendeks af, en dat lees je heel binnenkort.

     

     

     

    06-09-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    29-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: een fijn feestje met φέτα

     

     

    Mijn laatste verslagje eindigde in Hasselt, recht tegenover het Jenevermuseum.

    Er stond een foto met het onderschrift van het Speculaasmannetje

    en de volgende tekst:

     

    Quote:”Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje,

    naar de eetgelegenheid.

    De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!

     

    !!=%£µçৠ§##!!!   Sorry.”

     

    Ik wil de trouwe lezer toch nog laten genieten van het Speculaasmannetje,

    en doe nog een poging om dit prachtige Hasselts figuurtje door

    het internet te duwen.

     

    Het “Systeem” heeft blijkbaar berouw, en deze maal wordt de foto

     wel opgenomen.

    Enkele bezoekers van het jenevermuseum zie je nu eindelijk

    toch naar de dis gaan.

    Hun honger zal nu wel aangescherpt zijn, na al die tijd.

     

     

     

    Nu we toch over eten en tafelen bezig zijn, kan ik maar beter

    meteen doorgaan.

    Vandaag doen we iets met feta, de welbekende Griekse kaas.

    Hoewel ik niet zo wild ben van de Griekse keuken, zijn er toch wel

     enkele dingetjes, die de moeite van het proberen waard zijn.

     

    De gewezen Franse president Charles De Gaulle zei ooit:

    ”Het is moeilijk een land te regeren dat 246 soorten kaas heeft”.

     

    In Griekenland is er nauwelijks één soort kaas.

    Het land regeren zou dus een makkie moeten zijn, maar wat zien we?

    De Grieken hebben vandaag geen geld meer, helaas,

    maar nog wel een hoop schulden én hun fetakaas.

     

    Feta is een klassieke ongerijpte kaas die duizenden jaren geleden al

    werd gemaakt in Griekenland, Turkije en nog andere landen met

    schapen en geiten.

    De Griekse beschaving was in die tijd ver vooruit op de rest van de wereld.

    Een van de problemen waarvoor men een beschaafde oplossing zocht,

    was een methode om melkproducten lang te bewaren.

    Dat was dan vooral kaas.

     

    In Griekenland was dit probleem nijpender dan in de Franse of Zwitserse

    Alpen, omdat de warmte de bewaringsduur aanzienlijk inkortte.

    Met de methode van pekelen, op basis van verzadigd zout water kon men de

    kaas gedurende vele maanden bewaren alvorens te worden geconsumeerd.

    Dat was de oplossing.

     

    Het is ook deze bereidingsmethode – nog altijd actueel - die de feta zijn typische

     zoutsmaak en zijn vochtig uitzicht verleent, verschillend van alle andere kazen.

    In het Grieks betekent feta plak, omdat deze kaas nooit in zijn geheel wordt gebruikt.

    Feta is wit, normaal gesproken in de vorm van vierkante plakken, en kan variëren

     van zacht tot halfhard met een prikkelende smaak die varieert van mild tot scherp.

     

     

     

     

    De feta is een kruimelige, ruwe, gekorrelde kaas, zonder korst.

    De Grieken zijn dol op hun kaas en zijn dan ook niet voor niets de grootste

     kaasconsumenten van deze planeet.

    Ze eten per hoofd van de bevolking ongeveer 15 kg feta per jaar.

     

    TIPS!

    De kazen die buiten bepaalde streken van Griekenland, of op basis van koemelk

     worden vervaardigd, mogen vanaf 2007 niet langer de naam “feta” dragen.

    Namaak feta komt vooral uit Oost-Europa en Turkije, en is bestemd voor export.

    Volgens de Europese wetgeving mag het product geen “feta” heten omdat dat

    een Grieks woord (φέτα) van oorsprong is.

     

    Bedenk dus, als je “feta” koopt, dat het in veel gevallen van de koe afkomstig is!

    De smaak is in dat geval onvoorspelbaar en kan wel enigszins tegenvallen.

    In Spanje gebeurt tegenwoordig trouwens hetzelfde met de Manchego kaas.

    Ook daar wordt schapen- en/of geitenmelk nu dikwijls vervangen door koemelk.

     

    Normaal wordt feta dus best bewaard in een bokaal met pekel.

    Gebruik liefst geen kaas die té lang in pekel heeft gelegen.

    Deze heeft weinig smaak en is hard en moeilijk te verkruimelen.

    Hetzelfde geldt voor veel vacuüm verpakte kazen.

    Koop feta het liefst vers uit de pekel en, indien mogelijk,

    proef hem eerst.

     

    Hij kan eveneens in de koelkast worden bewaard in zout water

    dat dagelijks wordt ververst.

    Als hij te zout smaakt, leg je hem een poosje voor gebruik in melk.

    Bewaar de kaas in een plastic trommel met wat pekelwater,

    zodat hij niet uitdroogt.

    Wegens zijn zoutsmaak (in bepaalde gevallen wordt overigens

    aangeraden het zout enkele uren voor consumptie met water af

    te spoelen), en op die manier is het een ideale kaas bij onder

    meer salades en rauwkost.

     

     

     

     

    Hij is perfect combineerbaar met bijvoorbeeld fijne kruiden en basilicum.

    Met spinazie wordt hij bereid in traditionele bladerdeeggerechten, in vullingen

    of op gratins. Vandaag gaan we hem zelf trouwens ook in de oven steken.

     

    Jullie weten nu ongeveer alles over fetakaas, de behandeling, en de vervalsers.

    Hoog tijd om een passend gerechtje te bereiden: gebakken paprika met feta.

    Gemakkelijk en snel klaar. Mediterraan en gezond en lekker.

     

    We beginnen met de paprikastukken, die op de bodem van een ovenschaal nog eventjes

    mogen uitrusten. Broodkruim en gehakte peterselie en rozemarijn

    gaan er dan zachtjes bovenop, als een knus dekentje.

     

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    een blik hele rode paprika’s

    verwarm de oven voor op 200°

    pezo

    laat de paprika’s uitlekken, snijd ze in stukjes

    2 tenen look, fijngehakt

    schik ze in een ovenschaal, bestrooi met pezo

    1 el gedroogde marjolein

    schep look, kruiden, broodkruim en citroen door elkaar

    1 el peterselie, fijngehakt

    voeg peper toe en zoveel olie, tot het mengsel bindt

    1 el rozemarijn, fijngehakt

    schep het kruim over de paprika’s

    30g (volkoren) broodkruim

    strooi er de blokjes kaas en olijfringetjes over

    sap van een citroen

    bak het gerecht 15’ in de oven, tot het kruim knapperig is

    2 el olijfolie

     

    6 zwarte olijven, in ringetjes

    razend lekker met lamskoteletjes

    25g fetakaas, in blokjes van 1 cm

    voor de grote honger: eventueel met een frisse salade

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    De feta mag nu een luchtje scheppen en wordt in fijne stukjes verdeeld.

    Intussen zijn de zwarte olijfjes gesneden, en die houden zich nog even gedeisd.

     

     

     

    Wat kan er beter passen bij deze schapenkaas dan malse lamskoteletjes?

    De vraag stellen is ze beantwoorden. Vergeet de piepertjes niet te koken.

    En daarmee is alles compleet, en al bijna gereed.
     

     

    De kaas en de olijfjes koesteren zich in de gezellige warmte van de oven,

    en na ongeveer een kwartiertje mogen ze eruit floepen.

    Nog een struikje frisgroene peterselie erbovenop uit de plantenbak, en aan tafel!

    Jammie, jammie.

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit “De Groene Keuken”, pag. 14

     

     

     

    29-08-2010, 13:57 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    18-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van graankorrel tot borrel (2)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

     

     

    Dus beginnen we nu met de graankorrel, en we eindigen met de borrel.

    Zo‘n graankorrel is op zichzelf al behoorlijk ingewikkeld vind ik.

    Ik vind ook dat zijn baard niet op de juiste plaats zit.

    Ofwel is er iets aan de hand met mijn baard.

     

     

     

     

    In het museum hebben ze trouwens een aantal

    graankorrels van serieuze afmetingen bijeengescharreld.

    Aan elke korrel heb je genoeg om een volwassen brood

    te maken.

     

     

     

     

    Hoe maak je jenever, in het kort? In het heel kort dan.

     

    Het zetmeel in graankorrels is moeilijk oplosbaar in water, en kan door

    de gistcellen niet rechtstreeks in alcohol worden omgezet.

    Daarom moet zetmeel (door enzymen) worden afgebroken tot vergistbare suikers.

    Deze enzymen vinden we terug in mout.

     

    De alcohol, die spontaan ontstaat na de vergisting, wordt door distillatie

     geconcentreerd. Je krijgt dan een ‘sterke’ drank. 

    Zo wordt cognac gemaakt op basis van de suikers uit druiven, calvados met de

     suikers uit appelen, kirsch op basis van kersen.

    Voor whisky en graanjenever wordt dan weer het zetmeel uit graankorrels gebruikt.


    Enzovoort. Als je meer wil weten van dit proces, ga dan eens langs in Hasselt.

     

    We hebben in het museum de tijdelijke fototentoonstelling verlaten, en ook alle

     potten, pannen, kruiken, glazen en bokalen en we doen de tour van de stokerij.

     

    We komen nu terecht tussen onder meer oude gereedschappen en andere

     apparaten, die uit een middeleeuws fitness center lijken te komen.

     

     

     

     

    Ik begin me er al zorgen over te maken wie hier al dat koper hier moet poetsen.

    Aan mij moeten ze het niet vragen, want ik kan niet poetsen.

     

     

     

     

    Greta maakt zich intussen de bedenking of we thuis niet zo

    een klein hobbyketeltje konden hebben, gewoon voor

    het amusement. 

     

     

     

     

    Afhankelijk van de natuurlijke supplementen krijgt de jenever telkens

    een ander aroma.

    Aan deze stand met ruikflessen, kan je proberen te raden wat er is toegevoegd,

    en je kan je eigen voorkeur selecteren, voor als je een flesje jenever koopt. 

     

     

     

     

    Na de aromaproef tracht Lila haar man er (tevergeefs) van te overtuigen om vanaf

     nu een aftershave te gebruiken op basis van gentiaan en karwijzaad (lange ij!).

    Lila heeft dus haar lievelingsaroma al kunnen vinden in de ruikflessen.

     

     

     

     

    Douaniers hadden in elke stokerij een vaste stek. Een volledig afgesloten hokje,

    met lessenaar en dito schrijfboekje was hun dagelijkse werkomgeving.

    Geen enkel accijnsje mocht ontsnappen aan de aandacht van deze ambtenaren.

    Wat de inhoud betreft van de koperen potten, kan ik alleen maar een beredeneerde

    gok wagen.

     

     

     

     

     

    Een prachtige ketel, met roerstok, aangedreven door een stoommachine. Wonderlijk.

     

     

     

     

    Regelmatig wordt de ketel gebruikt voor het aanmaken

    van de eigen jenever, maar niet tijdens dit bezoek.

     

     

     foto: S. Dewickere ©

     

    Er zijn nog zoveel andere interessante dingen te zien.

     

     

    foto: S. Dewickere ©

     

     

    Gelukkig is gids Frederik altijd in de buurt, met deskundige uitleg.

    Deze rode buis  bijvoorbeeld is geen brandblusapparaat, maar een koeler.

     

     

     

     

    Toch wil ik zelf wel ook eens uittesten of alle kranen wel goed gesloten zijn.

    Het zou zonde zijn, mocht er iets van het edele vocht weglekken.

     

     

     

     

     

    Aan het einde van het bezoek mag je kiezen uit vier verschillende jenevertjes

    “van het huis”. De dame links wenst onbekend te blijven, en werd op simpele vraag

     voorzien van een omfloerste blik. Of is het een gebrek aan talent van de fotograaf?

     

     

     

     

     

    Er worden ook wel enkele soorten van de plaatselijke jenevers te koop aangeboden.

     

     

     

     

    Dat Frederik een uitmuntende gids is, en uiterst begaan met zijn volgelingen,

    mag nog maar eens blijken uit het volgende: gans de dag al bekeek hij

    (onder meer, en niet uitsluitend) Lila en Gaviota, met bezorgde blik.

    Tijdens het degusteren van de laatste glaasjes kan hij zich niet meer intomen,

    en bezweert de twee jonge meisjes toch maar niet te veel borreltjes te drinken.

    Het risico is namelijk aanwezig dat bij consumptie van meer dan drie glaasjes van

    het getoonde gerstenat de daders kunnen worden opgepakt door de veldwachter.

     

     

     

     

     

    De meisjes blijven verbijsterd en wezenloos achter bij dit schokkende nieuws.

    Dit komt totaal onverwacht. Wie had dat gedacht?

     

     

     

     

    Gelukkig zijn ze zo bij de pinken om de goede raad niet in de wind te slaan,

    en geen overtredingen te maken tegen het hier van toepassing zijnde wetboek.

     

     

     

     

     

     

    Het stokerijbezoek loopt ten einde. De tijd is aangebroken om even te gaan tafelen.

    Als we buitenkomen, zien we dadelijk het Hasselts Speculaasmannetje staan.

    Terloops gezegd: een lekker speculaasje past uitstekend bij een Hasselts borreltje.

     

     

     

     

     

    Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje, naar de eetgelegenheid.

    De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!

     

    !!=%£µç১##!!!   Sorry.

     

     

     

    Einde goed, al goed, of toch bijna.

     

     

    www.jenevermuseum.be

     

     

    18-08-2010, 23:13 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    15-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Nationaal Jenever- en Ossenmuseum van Hasselt (1)

     

     

     

    In een 19de-eeuwse landbouwstokerij - midden in de stad Hasselt - brengt

    het Nationaal Jenevermuseum het verhaal van de Belgische jenever.
    Je volgt onder meer het productieproces in een authentieke stookinstallatie.

     

     

     

     

    Jenever is niet alleen de nationale gedistilleerde drank van België,

    maar ook die van Nederland en Frans-Vlaanderen, de ‘Zeventien Provinciën’

    uit de 16de eeuw.

    In die eeuw wordt de korenbrandewijn, soms gearomatiseerd met jeneverbes,

     enorm populair.

     

     

     

      

    Kort even de geschiedenis van de (Belgische) jenever.

    Het is al gestart onder de voogdij van de Spanjaarden, einde 16de eeuw.
    In 1601 vaardigen de aartshertogen Albrecht en Isabella een plakkaat uit waarbij

    de productie en de verkoop van brandewijn uit graan, fruit en groenten in de

    Zuidelijke Nederlanden worden verboden.

    De overheid maakt zich zogezegd zorgen over het overmatige brandewijngebruik

    en vindt dat granen dienen voor het bakken van brood en niet voor het stoken

    van korenbrandewijn.

     

    Maar: Hasselt ontspringt de dans.

    Sindsdien zijn de Limburgers altijd happy, tot op de dag van vandaag.
    In Hasselt, dat tot 1795 niet tot de Zuidelijke Nederlanden, maar wel tot het

    Prinsbisdom Luik behoort, mag verder brandewijn of jenever gestookt worden.

     

    De jeneverproductie komt er pas echt goed op dreef tijdens de bezetting van

    de stad door een Hollands garnizoen in de periode 1675-1681.

    Het feit dat de Hasseltse jenever meer dan andere jenevers in België

    met allerlei kruiden, bessen en zaden wordt gearomatiseerd,

    is wellicht aan deze Hollandse invloed toe te schrijven.

    Vooral dan de jeneverbes wordt veel gebruikt, omdat de

    struik overal groeit, en dus goedkope vruchten afleverde.

    Vandaar dat de naam aan deze bes gekoppeld blijft.

     

     

     

     

    Na verloop van jaren wordt jenever stoken opnieuw toegelaten.
    Onder het (wie is er hier eigenlijk NIET geweest?) Oostenrijkse
    bewind (1713-1794) wordt het

    stoken van korenbrandewijn – behalve bij graanschaarste – weer toegelaten en zelfs gestimuleerd.

    Het is de overheid niet zozeer om de brandewijn te doen, dan wel om de spoeling.

    Dit niet-vluchtig restant van het stookproces wordt immers als veevoeder gebruikt

    bij het overwinteren van de veestapel.

     

    Let op: we moeten hier geen ouwe koeien uit de sloot halen, of niet over koetjes

    en kalfjes praten, maar enkel over ossen.

    Achteraf is het heel merkwaardig, maar zeker de waarheid, dat de grootste

    inkomsten van de stokerijen niet afkomstig waren van de jenever, maar van het vetmesten van ossen.

    Als we de gids mogen geloven, was er een doorloop van de ossen in de stokerij

    van vier à vijf maal per jaar. Kassa kassa dus, en dan spreken we nog niet over de stalmest,

    ook heel kostbaar en onontbeerlijk in die tijd, bij gebrek aan kunstmest.

    Sommige stokerijen hadden tot tachtig ossen per keer in de stal om vet te mesten!

    Hier zie je een (namaak) os, in het Hasseltse museum, aan de echte voederbak.

     

     

     

     

    De ossen waren heel tevreden met de spoeling uit de stookketel, die al heel wat

    gegiste materie bevatte.

    Deze foto uit 1745 bewijst dat de ossen zich de alcoholpap lieten welgevallen.

    Het lijkt er op dat het alcoholpercentage van 0.25 promille ruim overschreden werd.

     

     

     

     

    De uitdrukking “slapen als een os” dateert uit die bewuste periode.

    Nu begin ik eindelijk te begrijpen waarom.

    Van toen af spande men trouwens altijd twee ossen in een span.

    Dat was om de stabiliteit van het span en de rechtlijnige voortgang op de akker

     beter onder controle te houden.

     

     

     

     

    Terloops toch even wijzen op een kleine biologische oneffenheid:

    verwar een os nooit met een stier.

    Een stier zie je hieronder, op de foto. Zoek de zeven verschillen.

    Haha, er is er maar één!

    Een stier heeft een veel massievere nek en kop, zoals gedemonstreerd

    door deze Spaanse stier, dank zij het wereldberoemde logo

    van de Osborne sherry, op de Spaanse heuvels.

     

     

     

     

    Het ligt allemaal een beetje moeilijk, want hoewel de stier

    van Osborne is, duiden de eerste twee letters van de naam

    op het tegendeel.

    Daarenboven laten de Spanjaarden de stieren sherry drinken, in plaats van jenever.

    Begrijpelijk dat deze dieren slecht gehumeurd zijn, tijdens hun arenavoorstellingen.

    Als de Spanjaarden hier waren gebleven in de zestiende eeuw, dan hadden ze met het Hasselts

    jenever voedingssupplement veel betere resultaten kunnen boeken!

     

    Terug nu naar het andere product: jenever.

    Jenever is sinds 2008 door de Europese Unie geografisch beschermd, net als al eerder het geval

    was voor whisky en cognac. 

    Jenever krijgt dus zijn eigen “appelation d’origine contrôlée”.
    De ‘Verordening Nr. 110/2008 van het Europese parlement betreffende de definitie, de aanduiding,

     de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde

    drank’ is het officiële document waarin de volledige regelgeving vermeld wordt. 

    Niet simpel, al die reglementen. Gelukkig is dit niet te proeven aan het eindproduct.

    Concreet mag enkel in België, Nederland, Frankrijk (Nord en Pas-de-Calais) en

     Duitsland (Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen) drank geproduceerd worden die de naam

    jenever, genièvre of genever draagt. 

     

     

     

    De tijd en de jenever is nu rijp om het museum zelf te bekijken.

    Topstuk is de 19de-eeuwse stookinstallatie uit de voormalige stokerij Servais.

    Een stoommachine en graanmolen uit dezelfde tijd maken de installatie compleet.

    De volledige installatie werd vakkundig gerestaureerd en terug in werking gesteld.

    Het is de enige stookinstallatie in België en Nederland die volledig op stoom werkt.

    Het museum stookt er naar een 19de-eeuws recept zijn museumjenever in.

     

     

     

     

    We hadden onlangs de gelegenheid om de stokerij te bezoeken, met meer

    dan honderd mensen van het Seniorennet.

    Onder hen waren er twee die het absoluut wilden meemaken: Lieve en (mijn) Greta,

     respectievelijk Mentor en Administrator van de Seniorennet Photoshop Mailgroep.

    Voor sommigen Seniorennetters, vooral die van de fotografische strekking, zijn

    ze wellicht beter gekend onder de pseudoniemen Lila en Gaviota.

     

    De gids - we zullen hem Frederik noemen – staat rechts, en dan komen Gaviota

    en Lila respectievelijk. Ze lijken wat scheef te hangen, maar dat komt door de vloer.

    Hoog boven Lila torent een Nederlander (uit Breda), die we Wim zullen noemen.

    We hadden ook de eer om met Wim en zijn dame achteraf internationaal te tafelen.

     

     

    deze foto is gemaakt door Mick 

     

    Momenteel loopt er in het museum een interessante fototentoonstelling, onder de

     sprekende titel:

    Vrouwentongen (let wel: in één woord) en mannenpraat - Volkscafés

    in Vlaanderen.

     

    Met vrouwentongen bedoelt men natuurlijk de Sanseveria’s, die eeuwenlang de

     raamdorpels van de volkscafé’s bevolkten.

    De ludieke foto’s gaan over droge worsten, filterkoffie’s, kickertafels, lelijke

    stenen vloeren, buitentoiletten, enz.

    Door hun alledaagse en ongedwongen karakter maken volkscafés

    onlosmakelijk deel uit van ons cultureel erfgoed.

    De originele kleurbeelden geven getrouw de

    levendigheid van het volkscafé weer.

    Daarbij kunnen de nodige relativering en een vleugje

    humor niet ontbreken. Met een knipoog dus.

     

     

     

     

    Terloops gezegd, over Frederik heb ik toch mijn twijfels.

    Je moet eens goed kijken: in zijn lichtjes omhoog gaande rechterhand

    past geen klein borrelglaasje, maar wel een stevige pint. Het lijkt er op

    alsof Frederik geen jeneverfanaat, maar eerder een fervente bierdrinker is.

    Waarschijnlijk hebben we hier te maken met een gecamoufleerde biergids

    (uit brouwerij Alken)?.

    Het resultaat van jenever of bier drinken achteraf (in volume) is natuurlijk

    niet hetzelfde, wat gedemonstreerd wordt op de foto rechts onderaan.

     

     

     

     

    Of dit bezoek al dan niet de goede kant opgaat, kom je te weten tijdens een van

    de volgende dagen.

     

    Come and see…voor de nieuwe avonturen van Lila en Gaviota!!

     

    Als je zolang niet kan wachten, en ook voor  echte interessante informatie

    kan je via de volgende link:

     

    www.jenevermuseum.be

     

     

    15-08-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (3)

    07-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: sommige kappers kunnen er groen uitzien

     

     

     

    Er zijn verschillende soorten kappers. Voornamelijk twee soorten: de eetbare soort

    en de minder eetbare, hoewel ik de laatste nog niet echt geprobeerd heb.

     

    De eerste soort zijn de groenachtige bloemknopjes van de kappertjesplant.

    Van de andere kappers, de tweede soort, zijnde de haarklievers, heb ik er zelf ook

     nog twee verschillende (soorten): Filip in Knokke-Heist, waarover ik zeer tevreden ben.

    Hij doet enkel de mannen, bij manier van spreken.

    Filip is een authentieke Knokkenaar, maar dat stoort me niet.

    En met zijn één meter tachtig is hij ook niet echt een kappertje.

     

    Mijn tweede kapper, kapster eigenlijk, is Amanda. Zij is afkomstig uit Londen,

    spreekt mooi Engels, woont tegen Marbella en doet aan uniseks.

    Dat laatste is trouwens volkomen eervol, en betekent alleen maar dat ze het

     hoofdhaar van zowel mannen als vrouwen verzorgt.

    Van Amanda ben ik ook heel tevreden.

    Vanaf hier zal ik het verder uitsluitend over kappers hebben, met groene kleur.

     

     

     

     

     

     

     In België is er een zeer grote consumptie van kappertjes door het gebruik in

     keukenklassiekers zoals “filet américain préparé”, en uiteraard de onvolprezen

     rogvleugel met kappertjes. Het wordt ook regelmatig gebruikt in sauzen,

    eiergerechten, op broodjes gerookte zalm, bij visgerechten en op pizza's.

    Dit sterke verbruik is niet zomaar te verklaren want de kappertjesplant komt

    helemaal niet voor in onze contreien.

    Men vindt de groene bolletjes in overvloed in de alle voedingswinkels, meestal

    verpakt in glazen potjes of soms in blikjes.

    Men ziet ook steeds meer verschillende groottes van kappertjes.
    De kleine kappertjes zijn eenvoudigweg ongeopende bloemknopjes

    van de kappertjesplant.

     

     

     

     

    Dat is een struikvormige plant met breed uitgroeiende takken tot één meter wijd.

    In het wild komt deze plant veel voor in het gehele Middellandse Zeegebied,

    waar hij met zijn mooie grote (tot 5cm) witte bloemen de aandacht van de vogels

     trekt tussen de rotsen waar hij het best gedijt. Het eilandje Pantelleria

    (tussen Sicilië en Tunesië) schijnt de beste kappertjes te herbergen.

      

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    De kappertjes worden geklasseerd volgens grootte, en men gebruikt

    daarvoor de meest poëtische Franse namen.

    Ik ga die nu niet allemaal opsommen, maar qua reputatie staan

    de “nonpareilles” op het hoogste schavotje. Dat is de kleinste variant.

    Sinds enkele jaren zien we in de delicatessenwinkels een grotere

    soort met een steeltje eraan opduiken.

    Misschien heb je die ook al gezien.

    In Spanje zijn ze courant te koop in elke supermarkt.

     

    Let wel, dit is geen ongeopende bloemknop maar de onrijp

    geplukte vrucht van dezelfde kappertjesplant,

    doorgaans noemt men dit de cornichon de câpres,

    of de kappertjesaugurk. Meestal laat men het steeltje er aan.

    Dit zijn de allergrootste, met een steeltje en ze zitten vol met zaadjes.

    De kleine kappertjes zijn wel het duurst, en het meest gewaardeerd.

     

     

      

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Kappertjes zijn dus gesloten bloemknopjes.

    Vers gegeten is er eigenlijk weinig aan.

    Ze bezitten caprinezuur, dat op volle sterkte onaangenaam

    naar bok ruikt.

    Waar staat de bok, ma? Ik kan hem al tot hier ruiken.

     

    In combinatie met de ingrediënten voor de opleg komt de echte smaak

    wel vrij. Kappertjes hebben dan een blauwgroene kleur en een

    frisse, zurige smaak.

    Net als olijven moeten ze geconserveerd worden, anders zijn ze

    te bitter om te eten.

    Ze worden meestal eerst wat gedroogd en daarna ingelegd

    in vaten met grof zout of gepekeld en in wijnazijn ingelegd,

    soms zelfs in olijfolie.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Kappertjes bewaren is geen enkel probleem zolang je er maar voor zorgt dat

    ze steeds onder de vloeistof blijven, zodat ze niet uitdrogen.

    Voeg nooit azijn of iets dergelijks toe aan de pot want dan vermindert

    de smaak zienderogen.

    De cultuur van kappertjes en de vruchten is een zeer arbeidsintensieve en fragiele

     onderneming. Er wordt in het begin van de zomer dagelijks ’s morgens voor dag

    en dauw geplukt en gesorteerd, alles met de hand.

    De bloemknoppen worden geplukt en dan in de zon te drogen gelegd

    (vandaar dat ze in België niet geteeld worden).

     

    Daarna kan men ze dan inmaken in pekel met azijn of in zout.

    De kappertjes in zout zijn perfect houdbaar buiten de koelkast.

     

     

     

     

    Op die manier kunnen ze ten minste een jaar op kamertemperatuur worden bewaard.

    Bereid je een saus die een lange kooktijd nodig heeft, dan hoef je geen zout toe te voegen,

    het zout van de kappers is ruim voldoende.

    Jullie weten nu ongeveer alles over kappers en kappertjes.

    Kan er iemand, na al deze uitleg, zeggen waarbij kappertjes behoren?

    Zijn het groenten, fruit, kruiden, specerijen of nog iets anders?

    Als je het zeker weet, wil het me dan doorsturen aub (via reactie onderaan rechts).

    Hoog tijd om het passende gerechtje te bereiden: baars met kappertjes.

    Gemakkelijk en heel snel klaar. Zuiders lekker.

     

     

    Ingrediënten voor 2

    bereiding

    400g visfilet: kabeljauw, baars

    schik de vis in een diep bord en kruid met peper

    peper

    Giet de wijn over de vis en dek af

    10 cl witte wijn (of Spaanse cider)

    Zet de schotel in de microwave, 2’ niet te hard

    olijfolie

    Mix intussen de kappers, gesneden olijven,

    2 el kappers

    ansjovis, olie, roer tot een dikke saus

    2 el olijven zonder pit

    Doe de gesneden peterselie erbij

    2 el ansjovisfilets

    Haal de vis uit de microwave, doe bereiding erbij

    1 el verse platte peterselie

    zet schotel terug in de microwave voor nog 2’

    1 el dille

    Strooi de gesnipperde dille erover

    1 citroen, in schijfjes

    Garneer met schijfjes citroen

    look

     

     

     

    In de keuken wordt de voorverwarmde vis en de mix van de andere ingrediënten 

    samengebracht op een bord.

     

     

     

    Na de tweede opwarming, met de Mediterrane mix erbij, mag het op de tafel.

     

     

     

    Ondertussen is er een superlekker Huysentruyt sausje bijgemaakt,

    met hoofdzakelijk gelijkaardige bestanddelen: tomatensaus met kappertjes.

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    2 tomaten

    tomaten in blokjes snijden

    olijfolie

    olie in een diepe pan doen

    1 ui

    snipper de ui en fruit hem in de olie

    2 lookteentjes

    voeg er de gesnipperde look aan toe

    zwarte olijven (zonder pit)

    doe de tomatenstukjes erbij

    pezo

    voeg de gesneden olijven toe

    ansjovis in olie uit een blikje

    kruiden met pezo

    kappertjes

    snij de ansjovissen in kleine stukjes, voeg ze toe

    scheutje witte wijn of Spaanse cider

    doe de kappertjes in de pan en roer goed

    beetje tapenade

    voeg een scheutje wijn toe, (en de tapenade)

    (zie tomaten-komkommersla)

    als de tomaten gaar zijn, doe de saus op borden

    eventueel  een lekje basilicumolie

    leg er de rest bovenop (stuk vis of vlees)

     

    nog decoratiepeper à la vie d’artiste en serveer

     

     

    De saus maakt het gerecht compleet. Zuiders en lekker.

    Met platte peterselie uit de plantenbak.

     

     

     

    Bereid in Spanje en licht gebaseerd op een recept uit “Toeren en Tafelen in Spanje”, pag. 84

    Het tomatensausje gemaakt naar Piet H. uit het Tv-programma “De Perfecte Keuken”

     

    07-08-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    31-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En de Priorij komt als laatste in de rij

     

    Na enkele dagen hard labeur voelen we ons herboren, en zo licht als een pluimpje.

    Dan is de tijd gekomen, om verder noordwaarts te trekken, op zoek naar Betty.

    En dat is voor zeer binnenkort

     

    Zo eindigt mijn vorig stukje.

    Welnu, Betty uit Leuven hebben we  gevonden, in de buurt van Vierzon.

     

    Maar vooraleer we zover zijn, worden we op een parking nog eerst gecontroleerd

     op verboden alcoholbezit door de Texas Rangers uit Dallas.

     

     

     

    Betty is te vinden niet ver van de autoweg, in een rustige buurt. Haar Bed&Breakfast

    is een gewezen Priorij, vandaar de benaming “Le Prieuré” natuurlijk.  

     

     

    Even voorzichtig het vetplantje manipuleren, dat ik gekocht heb in Quillan,

    en we kunnen het gebied van Betty betreden.

     

     

    De parking ligt aan de zijkant van het gebouw. Twee merkwaardige deuren

    doorstaan hier de tand des tijds, om het eens traditioneel te zeggen.

     

     

     

    Als je de linkerdeur opentrekt sta je in een merkwaardig historisch kapelletje

    van de priorij, waar vroeger de paters zich terugtrokken. Om te bidden waarschijnlijk.

     

     

     

    De deur aan de rechterkant leidt van de parking naar het hoofdgebouw,

    en loopt doorheen het vroegere koetshuis,

    waar nog voertuigen en oud landbouwgereedschap

    van hun pensioen genieten.

     

     

     

     

    Als je het koetshuis verlaat sta je tegenover het hoofdgebouw, aan het einde

    van een mooi stuk tuin.

    Greta heeft al dadelijk de ingang gevonden, de pientere meid!

     

     

     

    De zon, die stilaan ondergaat, doet de kleuren van dit tafereeltje bijzonder goed uitkomen.

     

     

     

    Als je van de ingangsdeur kijkt naar de andere kant, zie je achter de tuin

    de eigenlijke toegang, met daarachter een straat.

    Aan de overkant van de straat staan nog gebouwen die toebehoorden aan de Priorij.

    Toen hier nog bruine of witte paters rondliepen, was de rust volledig.

    Achteraf trok men een straat dwars door het domein.

     

     

     

    Aan de rechterkant situeren zich enkele kamers van de B&B.

     

     

     

    Slechts twee andere bezoekers logeren hier.

    Ze zijn niet erg spraakzaam, maar wel grappig

     

     

     

    Wat je hier ziet is een ongelukkig mens. Waarom, zul je denken?

    Wel, hij heeft de kans nog niet gekregen te logeren bij Betty uit Leuven.

     

     

     

    Eens binnenhuis, ziet het er allemaal zo oud niet uit.

    We voelen ons onmiddellijk thuis. Zo zijn we.

     

     

     

     

    We hadden vooraf, bij de reservering, gevraagd om een

    licht dineetje, wat voor de gastvrouw geen probleem is.

    Greta kijkt er al naar uit.

     

     

     

     

    Betty is zeer verlegen, en wil geen foto laten nemen,

    terwijl ze het eten opdient.

    Om mijn verhaal kompleet te maken heb ik dan maar

    een robotfoto samengesteld.

    De gelijkenis is wel treffend moet ik nu zelf toegeven.

     

     

     

     

    Betty heeft het schitterend gedaan.

    Enkel de hoofdmaaltijd, en dan dit kleine dessertje toe.

    Ik heb blijkbaar te veel van de wijn gedronken, want mijn

    gevoel voor evenwicht is me aan het verlaten.

    Greta heeft het in de mot trouwens.

     

     

     

    Na de welverdiende nachtrust verlaten we het dorpje.

    De naam is trouwens merkwaardig: Vatan.

    Wie een mondjevol Frans kent, weet wat dit betekent.

    Daarom heeft het gemeentebestuur er prompt aan toegevoegd: “tu reviendras…”.

    Zoiets moeten ze ons geen twee keer zeggen.

     In een later stadium van onze avonturen komen we inderdaad terug.

    Met foto van Betty inclusief, deze keer.

    Voor de trouwe lezers, come and see…

     

     

     

    En zo loopt onze terugkeer uit Spanje ten einde.

    We gaan verder noordwaarts, voorlopig…

     

     

    31-07-2010, 10:44 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    24-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOKENETEN: liever geen tournedos op het zadel van de velo(*)

     

     

    Er zijn er die het doen: wanneer het zitvlak te pijnlijk wordt tijdens of na teveel fietsen,

    steekt men een vers stuk rundvlees in zijn broek, ter hoogte van het zitvlak.

     

    Nu de Tour de France op zijn einde loopt, zijn er wellicht wel een aantal tournedos,

     die ettelijke kilometers boven de Nederlandse, Belgische, Franse of Zwitserse

     wegen hebben afgelegd. Wie zal het weten?

     

    (*) Voor de Nederlandse lezers: velo is Frans voor fiets natuurlijk.

     

    Wat voor mij ook een open vraag is: wat gebeurt er achteraf met deze befaamde

     vleeslappen, eens ze afscheid genomen hebben van de zitvlakken?

    Worden ze toch nog geserveerd voor iemand?

    Misschien kan men ze verplicht laten eten door de renners betrapt op doping?

    Is er al iemand op dat idee gekomen?

     

    Terug nu naar mijn eigen tweetal tournedos (die nog geen zadel gevoeld hebben).

     

     

     

    De vleesjes zien er smakelijk uit, maar vandaag is Cabrales de echte vedette.

    Cabrales is een blauwe kaas, uit Asturië.

    Naar verluidt fietst de Spanjaard Contador regelmatig in de Asturische bergen,

    en doet hij zich onderweg overvloedig tegoed aan Cabrales.

    Asturie ligt in het noordwesten van Spanje, ten zuiden van de golf van Viscaya,

    Het ligt aan de zee, maar heeft ook heel wat bergen.

     

    Cabraleskaas (queso de Cabrales) is een blauwgeaderde

    koeienkaas (met eventueel bijmenging van geiten- en/of schapenmelk),

    afkomstig uit de gelijknamige gemeente Cabrales in Noord-Spanje,

    gelegen in het Picos de Europa-gebergte.

     

    De kazen worden tussen de 4 en 6 maanden gerijpt in koele grotten

    van dit gebergte, en staan onder invloed van zilte Atlantische wind.

    Nog echt kleinschalig artisanaal werk is dit, waardoor deze

    fantastische kaas weinig bekend is in het buitenland.

     

    Gelukkig vond ik in een kookboek met Spaanse en

    Portugese gerechten dit recept.

     

     

     

     

    De kazen worden in grotten in de valleien van Asturie

    geplaatst op houten planken, waar ze met regelmaat

    individueel gedraaid en opgeschoond worden.

    De relatieve vochtigheid in deze grotten ligt bij de 90%,

    en de frisse temperatuur schommelt tussen 7–13 °.

    Deze toestand is gunstig voor de ontwikkeling van penicilline

     schimmels, die zorgen voor de blauw-groene dooradering.

    Cabrales heeft een sterke smaak en geur, die complex

    kan worden als schapen- of geitenmelk wordt toegevoegd.

    Net als voor Roquefort en Gorgonzola is de naam

    beschermd door Europese wetgeving.

    Gelukkig kon ik de kaas makkelijk vinden in de Spaanse

    supermarkt. Ik had al verschillende Spaanse kazen

    geprobeerd, maar deze was me nooit opgevallen.

     

     

     

     

    Het gekochte product is gewoon verpakt, op zijn supermarkts dus,

    maar traditioneel wordt hij helemaal anders behandeld.

    De esdoornbomen uit de Asturische bergen leveren bladeren

    waarin de kazen normaliter worden gewikkeld.

    Europese wetgeving rond hygiëne verbiedt dit vandaag, en commercieel

    verkochte Cabrales zit nu niet meer in vochtige groene bladeren, maar in donker

     groen gekleurde aluminiumfolie met de officiële stempel van de Queso de Cabrales.

     

    In de streek zelf is het nog mogelijk origineel verpakte Cabrales te vinden,

    in zeer beperkte  hoeveelheden, maar deze mag men niet exporteren,

    en heeft geen officiële  DO goedkeuringsstempel.

     

    De gerijpte kaas is brokkelig, maar wel smeerbaar.

    Hij heeft een typerende ziltige en houtachtige smaak wat voor een belangrijk deel

    is te danken aan de esdoornbladeren. Het vetgehalte is circa 45%.

    Cabrales wordt door de Spanjaarden gebruikt in groente- en vleesgerechten.

    Ook als tapa in combinatie met olijven of dadels komt Cabrales goed tot zijn recht.

     Vooral de laatste combinatie, waar de pittige kaas gecombineerd wordt

    met de zoete dadels, is erg populair.

    Ik ga hem vandaag op een andere manier bereiden, als saus voor de tournedos.

     

    Als groenten komen er twee soorten paddenstoelen bij: de Portebello’s,

    die je hier ziet, en een soort waarvan de naam me momenteel ontsnapt.

    Indien iemand ze herkent, laat het me weten via een reactie aub. Dank je wel.

     

     

     

     

    Jullie weten nu ongeveer wat we gaan bereiden: tournedos al Cabrales.

    Absoluut niet moeilijk, want zelfs ik kan het bereiden.

     

    In plaats van Cabrales kan je uiteraard ook Roquefort, of Gorgonzola nemen.

    Iets minder smaakvol natuurlijk, maar nog zeker lekker genoeg.

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    2 tournedos van 200g, 3 à 4 cm dik

    verkruimel de kaas in kleine brokjes

    30g boter

    doe de kaas, room, boeljon en brandy in een pannetje

    50g Cabraleskaas of Roquefort

    kook circa 8’ op een hoog vuur

    10 cl room

    op die manier wordt de saus voor de helft ingekookt

    6 cl rundsboeljon (of concentraat)

     

    1 el cognac of brandy

    bestrooi de tournedos aan beide kanten met pezo

    pezo

    verhit de boter in een kleine bakpan

     

    doe er de tournedos in en bak aan elke kant 3’ à 4’

     

    draai de stukken vlees hierbij één keer om

     

    schep de saus over de tournedos en dien dadelijk op

     

     

     

    Tip: lekker met lookchampignons, pag. 33

     

     

    Het andere lokvogeltje is: champiñones al ajillo (gebakken lookpaddenstoelen)

     

     

    ingrediënten voor 2

    bereiding

    olijfolie

    maak de paddenstoelen schoon, snij ze in dikke plakken

    2 gepelde lookteentjes

    verhit de olijfolie in een grote pan, op middelhoog vuur

    50g Serrano- of hamsnippers

    doe er de look en de ham in en laat 2’ warmen en fruiten

    500 g gemengde paddenstoelen

    zet het vuur hoog en schep er de paddenstoelen door

    (Portobello, oesterzwammen,…)

    laat ze gaarbakken onder af en toe omscheppen

    sherry of witte wijn (indien nodig)

    de paddenstoelen geven intussen hun vocht af

    4 el gehakte verse peterselie

    voeg sherry of wijn toe indien noodzakelijk

    pezo

    laat het mengsel even bakken tot het vocht opgenomen is

     

    schep er de peterselie door

     

    bestrooi met pezo en dien dadelijk op

     

     

     

    TIP: lekker met Tournedos met blauwe kaassaus

     

     

    De paddenstoeltjes doen braafjes wat van hen verwacht wordt, en blijven

    nog even in de pan. Ik heb er ook een gebakken aardappeltje bij voorzien.

    Aan één enkel kantje lichtjes aangebrand, maar gelukkig nog net eetbaar.

     

     

     

    De tournedootjes hebben intussen hun behandeling succesvol ondergaan,

    en de borden kunnen stilaan gedresseerd worden.

     

     

     

    Alles is dus onder controle.

    De sublieme saus nog druipen op de vleeslappen en het genieten kan beginnen.

     

    Superlekker!

     

     

     

     

     

     

    Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit “Aan tafel in Spanje en Portugal”.

     

    24-07-2010, 00:00 geschreven door grob  

    Reageer (1)

    21-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een ritje per twee, langs de Middellandse zee

     

    Laten we even halt houden bij de terugkeer vanuit Spanje naar België 2009.

    We waren  de buurt van Valencia, in het familiehotelletje Raco de la Pintora.

     

     

    Vandaar is het een aangename rit naar het noorden, langs het natuurgebied van de

     monding van de Ebro, en de blauwe Méditerranée tot in het zuiden van Frankrijk.

    Regelmatige lezers weten dat we altijd een tijdje halt houden in Quillan, waar vorige

     zondag de Tour de France nog passeerde.

    De verblijfplaats situeert zich tussen Perpignan en Carcassonne, en dit grote

     bungalowpark wordt al 21 jaar bestuurd door Vlamingen die we goed kennen.

    Het domein zelf ligt een paar kilometer buiten het kleine stadje Quillan.

    Naar aloude gewoonte durven we in het stadje al eens rondkuieren.

    De Tourist Office werd enkele jaren geleden volledig vernieuwd en is

    een aangename omgeving.

     

    De Romaanse kerk staat er al duizend jaar, en is een vaste rots in de branding.

    Begin mei zijn de platanen kort gesnoeid, zodat ze in de zomer voldoende schaduw

     geven aan de lokale petanquespelers. Rugby en petanque is het enige wat hier telt.

     

     

     

    Nog een typisch element voor Quillan is het “Eau Potable”.

    Dat wil dus in feite zeggen: Potbaar Water.

    Zoiets als in Batteries Rechargeables: herlaadbare batterijen.

    Bij het potbaar water hoort altijd een kraan. Bovenaan: ze steekt bijna in mijn neus.

    De pot vind je altijd onderaan. Ik controleer altijd met mijn vinger, of het water

    wel goed gepot is. Het potwater is wel degelijk van goede kwaliteit dit jaar.

     

     

     

    Terug naar het domein “L’Espinet”. De nieuwe bungalows blijven maar aangroeien,

    en sinds vorig jaar is er een grote vijver aangelegd.

    Aan de rechterkant zie je de loods, waar vorig jaar een van de recepties doorging

     voor het twintigjarige bestaan.

     

     

     

    Ons jaarlijks verblijf in Quillan is een soort Spartaanse retraite: geen TV,

    en ganse dagen aan de conditie werken.

    Hier geef ik me volledig op de 11 meter horden.

    Vroeger deed ik altijd de 18 meter, maar het werd me te zwaar.

     

     

     

    Greta heeft haar eigen zweetverwekkend en calorieverdrijvend fitnessprogramma,

    waar ze ook altijd heel intens mee bezig is.

     

     

     

     

    Naast het sterk afslankende hordelopen, sta ik stilaan bekend als de Fit-o-meterfreak

    van l’Espinet. Elk van deze disciplines beheers ik tot in de perfectie.

    Zelfs de plaatselijke pers houdt zich dagelijks op de hoogte van mijn vorderingen.

     

     

     

    …waardoor de tribunes  telkens vollopen, eens ik in actie kom.

     

     

     

     

    Greta eindigt steevast haar eigen workout met een kwartiertje op “The Duck”,

    de moeilijkste en meest stresserende oefening van allemaal.

     

     

     

    Na enkele dagen hard labeur voelen we ons herboren, en zo licht als een pluimpje.

    Dan is de tijd gekomen, om verder noordwaarts te trekken, op zoek naar Betty.

    En dat is voor zeer binnenkort…

     

     

    21-07-2010, 10:39 geschreven door grob  

    Reageer (2)

    Zoeken in blog


    Blog als favoriet !

    Laatste commentaren
  • Zegen op deze palmzondag middag, avond en nieuwe week (angelique)
        op toedeloe
  • Wens u nog een hele fijne zondag (Dirk)
        op test
  • Wens u nog een hele fijne vrijdag (Dirk)
        op Carlos en Discus
  • Goedemorgen (Dirk)
        op ga nog eens testen op doenbaarheid
  • Terug ? (ikke)
        op ga nog eens testen op doenbaarheid

  • kaper op de kust


    Foto

    Archief per maand
  • 03-2022
  • 07-2020
  • 06-2019
  • 12-2018
  • 03-2018
  • 12-2015
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 05-1978
  • 11--0001

    tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba 


    Foto

    Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw


    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    christina_riskja
    blog.seniorennet.be/christi

    met vriend in Segovia


    Foto

    Een interessant adres?

    met Olaba op bezoek


    Foto

    tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland


    Foto

    de ezels van Niort


    Foto

    kathedraal Bayonne


    Foto

    geitenfuif Luxemburg


    Foto

    discrete blik achter de schermen in Segovia


    Foto

    beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo


    Foto

    aan het werk in hoteltuin in Alberic


    Foto

    aan de Groenplaats met Seniorennet


    Foto

    katedraal Burgos


    Foto

    met vrienden in El Palmar (Valencia)


    Foto

    catamaran van Tarifa naar Tanger


    Foto

    lunch in Parador van Arcos de la Frontera


    Foto

    Viking van de Geiranger fjord


    Foto

    aan de Zaansche Schans


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!