aantal kliks op deze blog
de daders: Greta en boB = grob
Organisation de loisir agréable et blabla amical
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica
zeer interessante links vind je hieronder
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.
koninklijke glasblazerij tegen Segovia
Expo Oostende voor Anker 2009
als smakelijk hapje in Valencia
fontein in Vejer de la Frontera
standbeeld Tio Pepe in Jerez
trol met Greta in Bergen (Noorwegen) (trol staat bovenaan)
met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao
m.a.w. de weblog van Greta en boB
de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB. Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet, ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.
06-09-2010
Photoshop aan de top, en de Schelde op (1)
Vorig jaar ging de jaarlijkse bijeenkomst van de Seniorennet
Photoshoppers door in Blankenberge.
De omstandigheden werden uitvoerig uit de fotodoeken gedaan
op deze weblog in “Blankenberge op zijn kop ” op 2 juli 2009.
Nog altijd herleesbaar natuurlijk, via de rechterkolom
in de rubriek “Archief per maand ”.
Dit jaar was Antwerpen de plaats en the place to be voor de beeldrijke
happening op 19 augustus .
Het is niet evident om in die stad een plaats te vinden om te lunchen,
en gezellig te keuvelen, in volle toeristisch seizoen.
De plaatselijke organisatoren hebben dat knap en creatief opgelost
door te kiezen voor een boottocht, stroomopwaarts van Antwerpen
op de Schelde.
Allen dus naar Antwerpen! Slechts 130 gelukzaligen konden mee.
Begin nu al maar te reserveren voor volgend jaar, als je er ook
bij wil zijn!
We komen aan met de trein in het Centraal Station, samen met
Willy Greenstuff , die begeleid wordt door enkele groupies.
Zijn fotoapparaat heeft hij al in aanslag.
Een groepje Photoshoppers zien elkaar in het station,
en gaan te voet verder langs de Keyserlei, naar de ondergrondse tram,
in de richting van de Groenplaats .
Het volgende verzamelpunt, met een voortdurend groter wordende
groep is op de Groenplaats, tussen Rubens en het Hilton hotel.
De dame in de achtergrond die de rode paraplu droeg als
herkenningsteken wordt bijna meegenomen door verplegers
in witte jassen, gewapend met dwangbuizen.
Wie loopt er nu met een paraplu rond bij stralend zomerweer?
De kathedraal staat er nog, hoewel hij al heel lichtjes
begint over te hellen.
Het weerzien is hartelijk, en we zien er nog allemaal even
jong uit als vorig jaar, ofwel zijn onze ogen er slechter op geworden.
Van de Groenplaats, langs de Grote Markt bereikt het nu
voltallig vaar- en fotogezelschap de Scheldekaden.
De boot, met een capaciteit voor 140 personen en 220 fototoestellen, ligt te
wachten.
Goed nieuws, het is de “Jan Plezier” die ons meeneemt.
Alle voortekenen zijn goed. Dit kan niet mislukken.
Sommigen zitten al in het schip, anderen dweilen het achterdek af
(figuurlijk natuurlijk) en de VIP's gaan als laatste aan boord.
Een lekkere lunch wordt deskundig in de magen weggewerkt, en stelt ons fysiek
in staat om de zware watertocht in te zetten.
Vriendschapsbanden worden gesmeed of opnieuw aangehaald, zoals bij deze
twee dikke vrienden (figuurlijk natuurlijk).
Eens de boot in beweging, begint Greta al wat te wankelen door de sterke golfslag.
Een stoere Scheldebonk staat dadelijk paraat om haar op te vangen indien nodig.
Photoshoppers zijn zo, maar er moeten dan wel foto’s van genomen worden.
Greta geraakt terug in stabiele verticale toestand, en zoekt haar plaats op naast
Lieve (Lila voor het kennerspubliek, en mentor van de Photoshoppers).
Ze krijgen het onderhoudende bezoek van Willy. Ik dacht eerst aan Willy Wonka van
The Chocolate Factory, maar het is onze grote vriend Willy Loebass , de grote
Manitou van de Initiatie Photoshop groep.
De foto bewijst dat Gaviota en Lila aan zijn lippen hangen (figuurlijk natuurlijk).
Onze gouwe ouwe Loebass Willy
kweekte in een vroeger leven pili-pili
in een helder visioen ontdekte hij Photoshop
en zette hij zijn kwekerij definitief stop
Af en toe werp ik een blik door het raam (figuurlijk, want anders krijg ik de eco-
jongens achter mijn hielen).
Soms liggen er vreemde dingen op de kade, zoals deze grote oranje
groenteblikken.
Kleine wasje, grote wasjes, het linnen moet stevig worden vastgemaakt of
het waait onverwachts van de wasdraad.
De creatieve organisatoren hebben zelfs een gratis tombola voorzien.
Greta wint een prijs: een zak met inhoud, maar dat had ze al, en ik kan het weten.
Andere aanwezigen zijn straaljaloers op deze leuke prijs.
Greta kan het niet laten haar nieuwste aanwinstzak te tonen aan Matea .
Deze kranige jongedame was met ons samen in Noorwegen in juli, maar ze heeft
intussen een nieuwe knieprothese - met - complicatie, die haar mobiliteit enigszins
beperkt. En toch wil ze er vandaag absoluut bij zijn.
Bobbieke is helemaal niet gerust in het blijvende drijfvermogen van deze
Plezierboot.
Het dragen van opblaasbare reddingsbandjes zal haar daarom de ganse
watertocht een gevoel van veiligheid geven.
Zo zet de Jan Plezier zijn riviertochtje verder, langs de stilaan rustiger wordende
zomerse Scheldeboorden. Iedereen komt tot rust en begint al te dromen van een
kalmerende siësta op het water.
Ankrispi , achtenswaardig hoofdorganisator van dit initiatief te Antwerpen laat het
hier niet bij. Ze neemt de micro ter hand en nodigt de beste stemmen onder de
aanwezigen uit om een klein stukje te zingen uit een actueel liedje, dat iedereen
kent.
Dit is dan (noodgedwongen) het einde van deel 1.
Er waren nog twee onthullende foto's, maar het Systeem wil ze (weer) niet aannemen.
Deel 2 (“Niks speciaals te melden van op de Schelde ”) speelt zich voornamelijk
bovendeks af, en dat lees je heel binnenkort.
06-09-2010, 00:00 geschreven door grob
29-08-2010
KOKENETEN: een fijn feestje met φέτα
Mijn laatste verslagje eindigde in Hasselt, recht tegenover het Jenevermuseum.
Er stond een foto met het onderschrift van het Speculaasmannetje
en de volgende tekst:
Quote:”Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje,
naar de eetgelegenheid.
De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!
!!=%£µçৠ§##!!! Sorry.”
Ik wil de trouwe lezer toch nog laten genieten van het Speculaasmannetje,
en doe nog een poging om dit prachtige Hasselts figuurtje door
het internet te duwen.
Het “Systeem” heeft blijkbaar berouw, en deze maal wordt de foto
wel opgenomen.
Enkele bezoekers van het jenevermuseum zie je nu eindelijk
toch naar de dis gaan.
Hun honger zal nu wel aangescherpt zijn, na al die tijd.
Nu we toch over eten en tafelen bezig zijn, kan ik maar beter
meteen doorgaan.
Vandaag doen we iets met feta , de welbekende Griekse kaas.
Hoewel ik niet zo wild ben van de Griekse keuken, zijn er toch wel
enkele dingetjes, die de moeite van het proberen waard zijn.
De gewezen Franse president Charles De Gaulle zei ooit:
”Het is moeilijk een land te regeren dat 246 soorten kaas heeft”.
In Griekenland is er nauwelijks één soort kaas.
Het land regeren zou dus een makkie moeten zijn, maar wat zien we?
De Grieken hebben vandaag geen geld meer, helaas,
maar nog wel een hoop schulden én hun fetakaas.
Feta is een klassieke ongerijpte kaas die duizenden jaren geleden al
werd gemaakt in Griekenland , Turkije en nog andere landen met
schapen en geiten.
De Griekse beschaving was in die tijd ver vooruit op de rest van de wereld.
Een van de problemen waarvoor men een beschaafde oplossing zocht,
was een methode om melkproducten lang te bewaren.
Dat was dan vooral kaas.
In Griekenland was dit probleem nijpender dan in de Franse of Zwitserse
Alpen, omdat de warmte de bewaringsduur aanzienlijk inkortte.
Met de methode van pekelen, op basis van verzadigd zout water kon men de
kaas gedurende vele maanden bewaren alvorens te worden geconsumeerd.
Dat was de oplossing.
Het is ook deze bereidingsmethode – nog altijd actueel - die de feta zijn typische
zoutsmaak en zijn vochtig uitzicht verleent, verschillend van alle andere kazen.
In het Grieks betekent feta plak , omdat deze kaas nooit in zijn geheel wordt gebruikt.
Feta is wit, normaal gesproken in de vorm van vierkante plakken, en kan variëren
van zacht tot halfhard met een prikkelende smaak die varieert van mild tot scherp.
De feta is een kruimelige, ruwe, gekorrelde kaas, zonder korst.
De Grieken zijn dol op hun kaas en zijn dan ook niet voor niets de grootste
kaasconsumenten van deze planeet.
Ze eten per hoofd van de bevolking ongeveer 15 kg feta per jaar.
TIPS!
De kazen die buiten bepaalde streken van Griekenland, of op basis van koemelk
worden vervaardigd, mogen vanaf 2007 niet langer de naam “feta” dragen.
Namaak feta komt vooral uit Oost-Europa en Turkije , en is bestemd voor export.
Volgens de Europese wetgeving mag het product geen “feta” heten omdat dat
een Grieks woord (φέτα) van oorsprong is.
Bedenk dus, als je “feta” koopt, dat het in veel gevallen van de koe afkomstig is!
De smaak is in dat geval onvoorspelbaar en kan wel enigszins tegenvallen.
In Spanje gebeurt tegenwoordig trouwens hetzelfde met de Manchego kaas.
Ook daar wordt schapen- en/of geitenmelk nu dikwijls vervangen door koemelk.
Normaal wordt feta dus best bewaard in een bokaal met pekel.
Gebruik liefst geen kaas die té lang in pekel heeft gelegen.
Deze heeft weinig smaak en is hard en moeilijk te verkruimelen.
Hetzelfde geldt voor veel vacuüm verpakte kazen.
Koop feta het liefst vers uit de pekel en, indien mogelijk,
proef hem eerst.
Hij kan eveneens in de koelkast worden bewaard in zout water
dat dagelijks wordt ververst.
Als hij te zout smaakt, leg je hem een poosje voor gebruik in melk.
Bewaar de kaas in een plastic trommel met wat pekelwater,
zodat hij niet uitdroogt.
Wegens zijn zoutsmaak (in bepaalde gevallen wordt overigens
aangeraden het zout enkele uren voor consumptie met water af
te spoelen), en op die manier is het een ideale kaas bij onder
meer salades en rauwkost.
Hij is perfect combineerbaar met bijvoorbeeld fijne kruiden en basilicum.
Met spinazie wordt hij bereid in traditionele bladerdeeggerechten, in vullingen
of op gratins. Vandaag gaan we hem zelf trouwens ook in de oven steken.
Jullie weten nu ongeveer alles over fetakaas, de behandeling, en de vervalsers.
Hoog tijd om een passend gerechtje te bereiden: gebakken paprika met feta.
Gemakkelijk en snel klaar. Mediterraan en gezond en lekker.
We beginnen met de paprikastukken, die op de bodem van een ovenschaal nog eventjes
mogen uitrusten. Broodkruim en gehakte peterselie en rozemarijn
gaan er dan zachtjes bovenop, als een knus dekentje.
ingrediënten voor 2
bereiding
een blik hele rode paprika’s
verwarm de oven voor op 200°
pezo
laat de paprika’s uitlekken, snijd ze in stukjes
2 tenen look, fijngehakt
schik ze in een ovenschaal, bestrooi met pezo
1 el gedroogde marjolein
schep look, kruiden, broodkruim en citroen door elkaar
1 el peterselie, fijngehakt
voeg peper toe en zoveel olie, tot het mengsel bindt
1 el rozemarijn, fijngehakt
schep het kruim over de paprika’s
30g (volkoren) broodkruim
strooi er de blokjes kaas en olijfringetjes over
sap van een citroen
bak het gerecht 15’ in de oven, tot het kruim knapperig is
2 el olijfolie
6 zwarte olijven, in ringetjes
razend lekker met lamskoteletjes
25g fetakaas, in blokjes van 1 cm
voor de grote honger: eventueel met een frisse salade
De feta mag nu een luchtje scheppen en wordt in fijne stukjes verdeeld.
Intussen zijn de zwarte olijfjes gesneden, en die houden zich nog even gedeisd.
Wat kan er beter passen bij deze schapenkaas dan malse lamskoteletjes?
De vraag stellen is ze beantwoorden. Vergeet de piepertjes niet te koken.
En daarmee is alles compleet, en al bijna gereed.
De kaas en de olijfjes koesteren zich in de gezellige warmte van de oven,
en na ongeveer een kwartiertje mogen ze eruit floepen.
Nog een struikje frisgroene peterselie erbovenop uit de plantenbak, en aan tafel!
Jammie, jammie.
29-08-2010, 13:57 geschreven door grob
18-08-2010
Van graankorrel tot borrel (2)
Dus beginnen we nu met de graankorrel, en we eindigen met de borrel.
Zo‘n graankorrel is op zichzelf al behoorlijk ingewikkeld vind ik.
Ik vind ook dat zijn baard niet op de juiste plaats zit.
Ofwel is er iets aan de hand met mijn baard.
In het museum hebben ze trouwens een aantal
graankorrels van serieuze afmetingen bijeengescharreld.
Aan elke korrel heb je genoeg om een volwassen brood
te maken.
Hoe maak je jenever, in het kort? In het heel kort dan.
Het zetmeel in graankorrels is moeilijk oplosbaar in water, en kan door
de gistcellen niet rechtstreeks in alcohol worden omgezet.
Daarom moet zetmeel (door enzymen) worden afgebroken tot vergistbare suikers.
Deze enzymen vinden we terug in mout.
De alcohol, die spontaan ontstaat na de vergisting, wordt door distillatie
geconcentreerd. Je krijgt dan een ‘sterke’ drank.
Zo wordt cognac gemaakt op basis van de suikers uit druiven, calvados met de
suikers uit appelen, kirsch op basis van kersen.
Voor whisky en graanjenever wordt dan weer het zetmeel uit graankorrels gebruikt.
Enzovoort. Als je meer wil weten van dit proces, ga dan eens langs in Hasselt.
We hebben in het museum de tijdelijke fototentoonstelling verlaten, en ook alle
potten, pannen, kruiken, glazen en bokalen en we doen de tour van de stokerij.
We komen nu terecht tussen onder meer oude gereedschappen en andere
apparaten, die uit een middeleeuws fitness center lijken te komen.
Ik begin me er al zorgen over te maken wie hier al dat koper hier moet poetsen.
Aan mij moeten ze het niet vragen, want ik kan niet poetsen.
Greta maakt zich intussen de bedenking of we thuis niet zo
een klein hobbyketeltje konden hebben, gewoon voor
het amusement.
Afhankelijk van de natuurlijke supplementen krijgt de jenever telkens
een ander aroma.
Aan deze stand met ruikflessen, kan je proberen te raden wat er is toegevoegd,
en je kan je eigen voorkeur selecteren, voor als je een flesje jenever koopt.
Na de aromaproef tracht Lila haar man er (tevergeefs) van te overtuigen om vanaf
nu een aftershave te gebruiken op basis van gentiaan en karwijzaad (lange ij!).
Lila heeft dus haar lievelingsaroma al kunnen vinden in de ruikflessen.
Douaniers hadden in elke stokerij een vaste stek. Een volledig afgesloten hokje,
met lessenaar en dito schrijfboekje was hun dagelijkse werkomgeving.
Geen enkel accijnsje mocht ontsnappen aan de aandacht van deze ambtenaren.
Wat de inhoud betreft van de koperen potten, kan ik alleen maar een beredeneerde
gok wagen.
Een prachtige ketel, met roerstok, aangedreven door een stoommachine. Wonderlijk.
Regelmatig wordt de ketel gebruikt voor het aanmaken
van de eigen jenever, maar niet tijdens dit bezoek.
foto: S. Dewickere ©
Er zijn nog zoveel andere interessante dingen te zien.
foto: S. Dewickere ©
Gelukkig is gids Frederik altijd in de buurt, met deskundige uitleg.
Deze rode buis bijvoorbeeld is geen brandblusapparaat, maar een koeler.
Toch wil ik zelf wel ook eens uittesten of alle kranen wel goed gesloten zijn.
Het zou zonde zijn, mocht er iets van het edele vocht weglekken.
Aan het einde van het bezoek mag je kiezen uit vier verschillende jenevertjes
“van het huis”. De dame links wenst onbekend te blijven, en werd op simpele vraag
voorzien van een omfloerste blik. Of is het een gebrek aan talent van de fotograaf?
Er worden ook wel enkele soorten van de plaatselijke jenevers te koop aangeboden.
Dat Frederik een uitmuntende gids is, en uiterst begaan met zijn volgelingen,
mag nog maar eens blijken uit het volgende: gans de dag al bekeek hij
(onder meer, en niet uitsluitend) Lila en Gaviota, met bezorgde blik.
Tijdens het degusteren van de laatste glaasjes kan hij zich niet meer intomen,
en bezweert de twee jonge meisjes toch maar niet te veel borreltjes te drinken.
Het risico is namelijk aanwezig dat bij consumptie van meer dan drie glaasjes van
het getoonde gerstenat de daders kunnen worden opgepakt door de veldwachter.
De meisjes blijven verbijsterd en wezenloos achter bij dit schokkende nieuws.
Dit komt totaal onverwacht. Wie had dat gedacht?
Gelukkig zijn ze zo bij de pinken om de goede raad niet in de wind te slaan,
en geen overtredingen te maken tegen het hier van toepassing zijnde wetboek.
Het stokerijbezoek loopt ten einde. De tijd is aangebroken om even te gaan tafelen.
Als we buitenkomen, zien we dadelijk het Hasselts Speculaasmannetje staan.
Terloops gezegd: een lekker speculaasje past uitstekend bij een Hasselts borreltje.
Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje, naar de eetgelegenheid.
De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!
!!=%£µç১##!!! Sorry.
Einde goed, al goed, of toch bijna.
www.jenevermuseum.be
18-08-2010, 23:13 geschreven door grob
15-08-2010
Het Nationaal Jenever- en Ossenmuseum van Hasselt (1)
In een 19de-eeuwse landbouwstokerij - midden in de stad Hasselt - brengt
het Nationaal Jenevermuseum het verhaal van de Belgische jenever. Je volgt onder meer het productieproces in een authentieke stookinstallatie.
Jenever is niet alleen de nationale gedistilleerde drank van België,
maar ook die van Nederland en Frans-Vlaanderen, de ‘Zeventien Provinciën’
uit de 16de eeuw.
In die eeuw wordt de korenbrandewijn, soms gearomatiseerd met jeneverbes,
enorm populair.
Kort even de geschiedenis van de (Belgische) jenever.
Het is al gestart onder de voogdij van de Spanjaarden, einde 16de eeuw. In 1601 vaardigen de aartshertogen Albrecht en Isabella een plakkaat uit waarbij
de productie en de verkoop van brandewijn uit graan, fruit en groenten in de
Zuidelijke Nederlanden worden verboden.
De overheid maakt zich zogezegd zorgen over het overmatige brandewijngebruik
en vindt dat granen dienen voor het bakken van brood en niet voor het stoken
van korenbrandewijn.
Maar: Hasselt ontspringt de dans.
Sindsdien zijn de Limburgers altijd happy, tot op de dag van vandaag. In Hasselt, dat tot 1795 niet tot de Zuidelijke Nederlanden, maar wel tot het
Prinsbisdom Luik behoort, mag verder brandewijn of jenever gestookt worden.
De jeneverproductie komt er pas echt goed op dreef tijdens de bezetting van
de stad door een Hollands garnizoen in de periode 1675-1681.
Het feit dat de Hasseltse jenever meer dan andere jenevers in België
met allerlei kruiden, bessen en zaden wordt gearomatiseerd,
is wellicht aan deze Hollandse invloed toe te schrijven.
Vooral dan de jeneverbes wordt veel gebruikt, omdat de
struik overal groeit, en dus goedkope vruchten afleverde.
Vandaar dat de naam aan deze bes gekoppeld blijft.
Na verloop van jaren wordt jenever stoken opnieuw toegelaten. Onder het (wie is er hier eigenlijk NIET geweest?) Oostenrijkse bewind (1713-1794) wordt het
stoken van korenbrandewijn – behalve bij graanschaarste – weer toegelaten en zelfs gestimuleerd.
Het is de overheid niet zozeer om de brandewijn te doen, dan wel om de spoeling.
Dit niet-vluchtig restant van het stookproces wordt immers als veevoeder gebruikt
bij het overwinteren van de veestapel.
Let op: we moeten hier geen ouwe koeien uit de sloot halen, of niet over koetjes
en kalfjes praten, maar enkel over ossen.
Achteraf is het heel merkwaardig, maar zeker de waarheid, dat de grootste
inkomsten van de stokerijen niet afkomstig waren van de jenever, maar van het vetmesten van ossen.
Als we de gids mogen geloven, was er een doorloop van de ossen in de stokerij
van vier à vijf maal per jaar. Kassa kassa dus, en dan spreken we nog niet over de stalmest,
ook heel kostbaar en onontbeerlijk in die tijd, bij gebrek aan kunstmest.
Sommige stokerijen hadden tot tachtig ossen per keer in de stal om vet te mesten!
Hier zie je een (namaak) os, in het Hasseltse museum, aan de echte voederbak.
De ossen waren heel tevreden met de spoeling uit de stookketel, die al heel wat
gegiste materie bevatte.
Deze foto uit 1745 bewijst dat de ossen zich de alcoholpap lieten welgevallen.
Het lijkt er op dat het alcoholpercentage van 0.25 promille ruim overschreden werd.
De uitdrukking “slapen als een os” dateert uit die bewuste periode.
Nu begin ik eindelijk te begrijpen waarom.
Van toen af spande men trouwens altijd twee ossen in een span.
Dat was om de stabiliteit van het span en de rechtlijnige voortgang op de akker
beter onder controle te houden.
Terloops toch even wijzen op een kleine biologische oneffenheid:
verwar een os nooit met een stier.
Een stier zie je hieronder, op de foto. Zoek de zeven verschillen.
Haha, er is er maar één!
Een stier heeft een veel massievere nek en kop, zoals gedemonstreerd
door deze Spaanse stier, dank zij het wereldberoemde logo
van de Osborne sherry, op de Spaanse heuvels.
Het ligt allemaal een beetje moeilijk, want hoewel de stier
van Osborne is, duiden de eerste twee letters van de naam
op het tegendeel.
Daarenboven laten de Spanjaarden de stieren sherry drinken, in plaats van jenever.
Begrijpelijk dat deze dieren slecht gehumeurd zijn, tijdens hun arenavoorstellingen.
Als de Spanjaarden hier waren gebleven in de zestiende eeuw, dan hadden ze met het Hasselts
jenever voedingssupplement veel betere resultaten kunnen boeken!
Terug nu naar het andere product: jenever.
Jenever is sinds 2008 door de Europese Unie geografisch beschermd, net als al eerder het geval
was voor whisky en cognac.
Jenever krijgt dus zijn eigen “appelation d’origine contrôlée”. De ‘Verordening Nr. 110/2008 van het Europese parlement betreffende de definitie , de aanduiding ,
de presentatie , de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde
drank’ is het officiële document waarin de volledige regelgeving vermeld wordt.
Niet simpel, al die reglementen. Gelukkig is dit niet te proeven aan het eindproduct.
Concreet mag enkel in België, Nederland, Frankrijk (Nord en Pas-de-Calais) en
Duitsland (Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen) drank geproduceerd worden die de naam
jenever, genièvre of genever draagt.
De tijd en de jenever is nu rijp om het museum zelf te bekijken.
Topstuk is de 19de-eeuwse stookinstallatie uit de voormalige stokerij Servais.
Een stoommachine en graanmolen uit dezelfde tijd maken de installatie compleet.
De volledige installatie werd vakkundig gerestaureerd en terug in werking gesteld.
Het is de enige stookinstallatie in België en Nederland die volledig op stoom werkt.
Het museum stookt er naar een 19de-eeuws recept zijn museumjenever in.
We hadden onlangs de gelegenheid om de stokerij te bezoeken, met meer
dan honderd mensen van het Seniorennet.
Onder hen waren er twee die het absoluut wilden meemaken: Lieve en (mijn) Greta,
respectievelijk Mentor en Administrator van de Seniorennet Photoshop Mailgroep.
Voor sommigen Seniorennetters, vooral die van de fotografische strekking, zijn
ze wellicht beter gekend onder de pseudoniemen Lila en Gaviota .
De gids - we zullen hem Frederik noemen – staat rechts, en dan komen Gaviota
en Lila respectievelijk. Ze lijken wat scheef te hangen, maar dat komt door de vloer.
Hoog boven Lila torent een Nederlander (uit Breda), die we Wim zullen noemen.
We hadden ook de eer om met Wim en zijn dame achteraf internationaal te tafelen.
deze foto is gemaakt door Mick
Momenteel loopt er in het museum een interessante fototentoonstelling, onder de
sprekende titel:
Vrouwentongen (let wel: in één woord) en mannenpraat - Volkscafés
in Vlaanderen.
Met vrouwentongen bedoelt men natuurlijk de Sanseveria’s, die eeuwenlang de
raamdorpels van de volkscafé’s bevolkten.
De ludieke foto’s gaan over droge worsten, filterkoffie’s, kickertafels, lelijke
stenen vloeren, buitentoiletten, enz. Door hun alledaagse en ongedwongen karakter maken volkscafés
onlosmakelijk deel uit van ons cultureel erfgoed.
De originele kleurbeelden geven getrouw de
levendigheid van het volkscafé weer.
Daarbij kunnen de nodige relativering en een vleugje
humor niet ontbreken. Met een knipoog dus.
Terloops gezegd, over Frederik heb ik toch mijn twijfels.
Je moet eens goed kijken: in zijn lichtjes omhoog gaande rechterhand
past geen klein borrelglaasje, maar wel een stevige pint. Het lijkt er op
alsof Frederik geen jeneverfanaat, maar eerder een fervente bierdrinker is.
Waarschijnlijk hebben we hier te maken met een gecamoufleerde biergids
(uit brouwerij Alken)?.
Het resultaat van jenever of bier drinken achteraf (in volume) is natuurlijk
niet hetzelfde, wat gedemonstreerd wordt op de foto rechts onderaan.
Of dit bezoek al dan niet de goede kant opgaat, kom je te weten tijdens een van
de volgende dagen.
Come and see…voor de nieuwe avonturen van Lila en Gaviota!!
Als je zolang niet kan wachten, en ook voor echte interessante informatie
kan je via de volgende link:
www.jenevermuseum.be
15-08-2010, 00:00 geschreven door grob
07-08-2010
KOKENETEN: sommige kappers kunnen er groen uitzien
Er zijn verschillende soorten kappers. Voornamelijk twee soorten: de eetbare soort
en de minder eetbare, hoewel ik de laatste nog niet echt geprobeerd heb.
De eerste soort zijn de groenachtige bloemknopjes van de kappertjesplant.
Van de andere kappers, de tweede soort, zijnde de haarklievers, heb ik er zelf ook
nog twee verschillende (soorten): Filip in Knokke-Heist, waarover ik zeer tevreden ben.
Hij doet enkel de mannen, bij manier van spreken.
Filip is een authentieke Knokkenaar, maar dat stoort me niet.
En met zijn één meter tachtig is hij ook niet echt een kappertje .
Mijn tweede kapper, kapster eigenlijk, is Amanda. Zij is afkomstig uit Londen,
spreekt mooi Engels, woont tegen Marbella en doet aan uniseks.
Dat laatste is trouwens volkomen eervol, en betekent alleen maar dat ze het
hoofdhaar van zowel mannen als vrouwen verzorgt.
Van Amanda ben ik ook heel tevreden.
Vanaf hier zal ik het verder uitsluitend over kappers hebben, met groene kleur.
In België is er een zeer grote consumptie van kappertjes door het gebruik in
keukenklassiekers zoals “filet américain préparé”, en uiteraard de onvolprezen
rogvleugel met kappertjes. Het wordt ook regelmatig gebruikt in sauzen,
eiergerechten, op broodjes gerookte zalm, bij visgerechten en op pizza's .
Dit sterke verbruik is niet zomaar te verklaren want de kappertjesplant komt
helemaal niet voor in onze contreien.
Men vindt de groene bolletjes in overvloed in de alle voedingswinkels, meestal
verpakt in glazen potjes of soms in blikjes.
Men ziet ook steeds meer verschillende groottes van kappertjes. De kleine kappertjes zijn eenvoudigweg ongeopende bloemknopjes
van de kappertjesplant.
Dat is een struikvormige plant met breed uitgroeiende takken tot één meter wijd.
In het wild komt deze plant veel voor in het gehele Middellandse Zeegebied,
waar hij met zijn mooie grote (tot 5cm) witte bloemen de aandacht van de vogels
trekt tussen de rotsen waar hij het best gedijt. Het eilandje Pantelleria
(tussen Sicilië en Tunesië) schijnt de beste kappertjes te herbergen.
De kappertjes worden geklasseerd volgens grootte, en men gebruikt
daarvoor de meest poëtische Franse namen.
Ik ga die nu niet allemaal opsommen, maar qua reputatie staan
de “nonpareilles” op het hoogste schavotje. Dat is de kleinste variant.
Sinds enkele jaren zien we in de delicatessenwinkels een grotere
soort met een steeltje eraan opduiken.
Misschien heb je die ook al gezien.
In Spanje zijn ze courant te koop in elke supermarkt.
Let wel, dit is geen ongeopende bloemknop maar de onrijp
geplukte vrucht van dezelfde kappertjesplant,
doorgaans noemt men dit de cornichon de câpres ,
of de kappertjesaugurk. Meestal laat men het steeltje er aan.
Dit zijn de allergrootste, met een steeltje en ze zitten vol met zaadjes.
De kleine kappertjes zijn wel het duurst, en het meest gewaardeerd.
Kappertjes zijn dus gesloten bloemknopjes.
Vers gegeten is er eigenlijk weinig aan.
Ze bezitten caprinezuur, dat op volle sterkte onaangenaam
naar bok ruikt.
Waar staat de bok, ma? Ik kan hem al tot hier ruiken.
In combinatie met de ingrediënten voor de opleg komt de echte smaak
wel vrij. Kappertjes hebben dan een blauwgroene kleur en een
frisse, zurige smaak.
Net als olijven moeten ze geconserveerd worden, anders zijn ze
te bitter om te eten.
Ze worden meestal eerst wat gedroogd en daarna ingelegd
in vaten met grof zout of gepekeld en in wijnazijn ingelegd,
soms zelfs in olijfolie.
Kappertjes bewaren is geen enkel probleem zolang je er maar voor zorgt dat
ze steeds onder de vloeistof blijven, zodat ze niet uitdrogen.
Voeg nooit azijn of iets dergelijks toe aan de pot want dan vermindert
de smaak zienderogen.
De cultuur van kappertjes en de vruchten is een zeer arbeidsintensieve en fragiele
onderneming. Er wordt in het begin van de zomer dagelijks ’s morgens voor dag
en dauw geplukt en gesorteerd, alles met de hand.
De bloemknoppen worden geplukt en dan in de zon te drogen gelegd
(vandaar dat ze in België niet geteeld worden).
Daarna kan men ze dan inmaken in pekel met azijn of in zout.
De kappertjes in zout zijn perfect houdbaar buiten de koelkast.
Op die manier kunnen ze ten minste een jaar op kamertemperatuur worden bewaard.
Bereid je een saus die een lange kooktijd nodig heeft, dan hoef je geen zout toe te voegen,
het zout van de kappers is ruim voldoende.
Jullie weten nu ongeveer alles over kappers en kappertjes.
Kan er iemand, na al deze uitleg, zeggen waarbij kappertjes behoren?
Zijn het groenten, fruit, kruiden, specerijen of nog iets anders?
Als je het zeker weet, wil het me dan doorsturen aub (via reactie onderaan rechts).
Hoog tijd om het passende gerechtje te bereiden: baars met kappertjes.
Gemakkelijk en heel snel klaar. Zuiders lekker.
Ingrediënten voor 2
bereiding
400g visfilet: kabeljauw, baars
schik de vis in een diep bord en kruid met peper
peper
Giet de wijn over de vis en dek af
10 cl witte wijn (of Spaanse cider)
Zet de schotel in de microwave, 2’ niet te hard
olijfolie
Mix intussen de kappers, gesneden olijven,
2 el kappers
ansjovis, olie, roer tot een dikke saus
2 el olijven zonder pit
Doe de gesneden peterselie erbij
2 el ansjovisfilets
Haal de vis uit de microwave, doe bereiding erbij
1 el verse platte peterselie
zet schotel terug in de microwave voor nog 2’
1 el dille
Strooi de gesnipperde dille erover
1 citroen, in schijfjes
Garneer met schijfjes citroen
look
In de keuken wordt de voorverwarmde vis en de mix van de andere ingrediënten
samengebracht op een bord.
Na de tweede opwarming, met de Mediterrane mix erbij, mag het op de tafel.
Ondertussen is er een superlekker Huysentruyt sausje bijgemaakt,
met hoofdzakelijk gelijkaardige bestanddelen: tomatensaus met kappertjes.
ingrediënten voor 2
bereiding
2 tomaten
tomaten in blokjes snijden
olijfolie
olie in een diepe pan doen
1 ui
snipper de ui en fruit hem in de olie
2 lookteentjes
voeg er de gesnipperde look aan toe
zwarte olijven (zonder pit)
doe de tomatenstukjes erbij
pezo
voeg de gesneden olijven toe
ansjovis in olie uit een blikje
kruiden met pezo
kappertjes
snij de ansjovissen in kleine stukjes, voeg ze toe
scheutje witte wijn of Spaanse cider
doe de kappertjes in de pan en roer goed
beetje tapenade
voeg een scheutje wijn toe, (en de tapenade)
(zie tomaten-komkommersla)
als de tomaten gaar zijn, doe de saus op borden
eventueel een lekje basilicumolie
leg er de rest bovenop (stuk vis of vlees)
nog decoratiepeper à la vie d’artiste en serveer
De saus maakt het gerecht compleet. Zuiders en lekker.
Met platte peterselie uit de plantenbak.
07-08-2010, 00:00 geschreven door grob
31-07-2010
En de Priorij komt als laatste in de rij
Na enkele dagen hard labeur voelen we ons herboren, en zo licht als een pluimpje.
Dan is de tijd gekomen, om verder noordwaarts te trekken, op zoek naar Betty.
En dat is voor zeer binnenkort …
Zo eindigt mijn vorig stukje.
Welnu, Betty uit Leuven hebben we gevonden, in de buurt van Vierzon.
Maar vooraleer we zover zijn, worden we op een parking nog eerst gecontroleerd
op verboden alcoholbezit door de Texas Rangers uit Dallas.
Betty is te vinden niet ver van de autoweg, in een rustige buurt. Haar Bed&Breakfast
is een gewezen Priorij, vandaar de benaming “Le Prieuré” natuurlijk.
Even voorzichtig het vetplantje manipuleren, dat ik gekocht heb in Quillan,
en we kunnen het gebied van Betty betreden.
De parking ligt aan de zijkant van het gebouw. Twee merkwaardige deuren
doorstaan hier de tand des tijds, om het eens traditioneel te zeggen.
Als je de linkerdeur opentrekt sta je in een merkwaardig historisch kapelletje
van de priorij, waar vroeger de paters zich terugtrokken. Om te bidden waarschijnlijk.
De deur aan de rechterkant leidt van de parking naar het hoofdgebouw,
en loopt doorheen het vroegere koetshuis,
waar nog voertuigen en oud landbouwgereedschap
van hun pensioen genieten.
Als je het koetshuis verlaat sta je tegenover het hoofdgebouw, aan het einde
van een mooi stuk tuin.
Greta heeft al dadelijk de ingang gevonden, de pientere meid!
De zon, die stilaan ondergaat, doet de kleuren van dit tafereeltje bijzonder goed uitkomen.
Als je van de ingangsdeur kijkt naar de andere kant, zie je achter de tuin
de eigenlijke toegang, met daarachter een straat.
Aan de overkant van de straat staan nog gebouwen die toebehoorden aan de Priorij.
Toen hier nog bruine of witte paters rondliepen, was de rust volledig.
Achteraf trok men een straat dwars door het domein.
Aan de rechterkant situeren zich enkele kamers van de B&B.
Slechts twee andere bezoekers logeren hier.
Ze zijn niet erg spraakzaam, maar wel grappig
Wat je hier ziet is een ongelukkig mens. Waarom, zul je denken?
Wel, hij heeft de kans nog niet gekregen te logeren bij Betty uit Leuven.
Eens binnenhuis, ziet het er allemaal zo oud niet uit.
We voelen ons onmiddellijk thuis. Zo zijn we.
We hadden vooraf, bij de reservering, gevraagd om een
licht dineetje, wat voor de gastvrouw geen probleem is.
Greta kijkt er al naar uit.
Betty is zeer verlegen, en wil geen foto laten nemen,
terwijl ze het eten opdient.
Om mijn verhaal kompleet te maken heb ik dan maar
een robotfoto samengesteld.
De gelijkenis is wel treffend moet ik nu zelf toegeven.
Betty heeft het schitterend gedaan.
Enkel de hoofdmaaltijd, en dan dit kleine dessertje toe.
Ik heb blijkbaar te veel van de wijn gedronken, want mijn
gevoel voor evenwicht is me aan het verlaten.
Greta heeft het in de mot trouwens.
Na de welverdiende nachtrust verlaten we het dorpje.
De naam is trouwens merkwaardig: Vatan.
Wie een mondjevol Frans kent, weet wat dit betekent.
Daarom heeft het gemeentebestuur er prompt aan toegevoegd: “tu reviendras…”.
Zoiets moeten ze ons geen twee keer zeggen.
In een later stadium van onze avonturen komen we inderdaad terug.
Met foto van Betty inclusief, deze keer.
Voor de trouwe lezers, come and see…
En zo loopt onze terugkeer uit Spanje ten einde.
We gaan verder noordwaarts, voorlopig…
31-07-2010, 10:44 geschreven door grob
24-07-2010
KOKENETEN: liever geen tournedos op het zadel van de velo(*)
Er zijn er die het doen: wanneer het zitvlak te pijnlijk wordt tijdens of na teveel fietsen,
steekt men een vers stuk rundvlees in zijn broek, ter hoogte van het zitvlak.
Nu de Tour de France op zijn einde loopt, zijn er wellicht wel een aantal tournedos,
die ettelijke kilometers boven de Nederlandse, Belgische, Franse of Zwitserse
wegen hebben afgelegd. Wie zal het weten?
(*) Voor de Nederlandse lezers: velo is Frans voor fiets natuurlijk.
Wat voor mij ook een open vraag is: wat gebeurt er achteraf met deze befaamde
vleeslappen, eens ze afscheid genomen hebben van de zitvlakken?
Worden ze toch nog geserveerd voor iemand?
Misschien kan men ze verplicht laten eten door de renners betrapt op doping?
Is er al iemand op dat idee gekomen?
Terug nu naar mijn eigen tweetal tournedos (die nog geen zadel gevoeld hebben).
De vleesjes zien er smakelijk uit, maar vandaag is Cabrales de echte vedette.
Cabrales is een blauwe kaas, uit Asturië.
Naar verluidt fietst de Spanjaard Contador regelmatig in de Asturische bergen,
en doet hij zich onderweg overvloedig tegoed aan Cabrales.
Asturie ligt in het noordwesten van Spanje, ten zuiden van de golf van Viscaya,
Het ligt aan de zee, maar heeft ook heel wat bergen.
Cabraleskaas (queso de Cabrales ) is een blauwgeaderde
koeienkaas (met eventueel bijmenging van geiten- en/of schapenmelk ),
afkomstig uit de gelijknamige gemeente Cabrales in Noord-Spanje,
gelegen in het Picos de Europa-gebergte .
De kazen worden tussen de 4 en 6 maanden gerijpt in koele grotten
van dit gebergte, en staan onder invloed van zilte Atlantische wind.
Nog echt kleinschalig artisanaal werk is dit, waardoor deze
fantastische kaas weinig bekend is in het buitenland.
Gelukkig vond ik in een kookboek met Spaanse en
Portugese gerechten dit recept.
De kazen worden in grotten in de valleien van Asturie
geplaatst op houten planken, waar ze met regelmaat
individueel gedraaid en opgeschoond worden.
De relatieve vochtigheid in deze grotten ligt bij de 90%,
en de frisse temperatuur schommelt tussen 7–13 °.
Deze toestand is gunstig voor de ontwikkeling van penicilline
s chimmels, die zorgen voor de blauw-groene dooradering.
Cabrales heeft een sterke smaak en geur, die complex
kan worden als schapen- of geitenmelk wordt toegevoegd.
Net als voor Roquefort en Gorgonzola is de naam
beschermd door Europese wetgeving.
Gelukkig kon ik de kaas makkelijk vinden in de Spaanse
supermarkt. Ik had al verschillende Spaanse kazen
geprobeerd, maar deze was me nooit opgevallen.
Het gekochte product is gewoon verpakt, op zijn supermarkts dus,
maar traditioneel wordt hij helemaal anders behandeld.
De esdoornbomen uit de Asturische bergen leveren bladeren
waarin de kazen normaliter worden gewikkeld.
Europese wetgeving rond hygiëne verbiedt dit vandaag, en commercieel
verkochte Cabrales zit nu niet meer in vochtige groene bladeren, maar in donker
groen gekleurde aluminiumfolie met de officiële stempel van de Queso de Cabrales.
In de streek zelf is het nog mogelijk origineel verpakte Cabrales te vinden,
in zeer beperkte hoeveelheden, maar deze mag men niet exporteren,
en heeft geen officiële DO goedkeuringsstempel.
De gerijpte kaas is brokkelig, maar wel smeerbaar.
Hij heeft een typerende ziltige en houtachtige smaak wat voor een belangrijk deel
is te danken aan de esdoornbladeren. Het vetgehalte is circa 45%.
Cabrales wordt door de Spanjaarden gebruikt in groente- en vleesgerechten.
Ook als tapa in combinatie met olijven of dadels komt Cabrales goed tot zijn recht.
Vooral de laatste combinatie, waar de pittige kaas gecombineerd wordt
met de zoete dadels, is erg populair.
Ik ga hem vandaag op een andere manier bereiden, als saus voor de tournedos.
Als groenten komen er twee soorten paddenstoelen bij: de Portebello’s,
die je hier ziet, en een soort waarvan de naam me momenteel ontsnapt.
Indien iemand ze herkent, laat het me weten via een reactie aub. Dank je wel.
Jullie weten nu ongeveer wat we gaan bereiden: tournedos al Cabrales.
Absoluut niet moeilijk, want zelfs ik kan het bereiden.
In plaats van Cabrales kan je uiteraard ook Roquefort, of Gorgonzola nemen.
Iets minder smaakvol natuurlijk, maar nog zeker lekker genoeg.
ingrediënten voor 2
bereiding
2 tournedos van 200g, 3 à 4 cm dik
verkruimel de kaas in kleine brokjes
30g boter
doe de kaas, room, boeljon en brandy in een pannetje
50g Cabraleskaas of Roquefort
kook circa 8’ op een hoog vuur
10 cl room
op die manier wordt de saus voor de helft ingekookt
6 cl rundsboeljon (of concentraat)
1 el cognac of brandy
bestrooi de tournedos aan beide kanten met pezo
pezo
verhit de boter in een kleine bakpan
doe er de tournedos in en bak aan elke kant 3’ à 4’
draai de stukken vlees hierbij één keer om
schep de saus over de tournedos en dien dadelijk op
Tip: lekker met lookchampignons, pag. 33
Het andere lokvogeltje is: champiñones al ajillo (gebakken lookpaddenstoelen)
ingrediënten voor 2
bereiding
olijfolie
maak de paddenstoelen schoon, snij ze in dikke plakken
2 gepelde lookteentjes
verhit de olijfolie in een grote pan, op middelhoog vuur
50g Serrano- of hamsnippers
doe er de look en de ham in en laat 2’ warmen en fruiten
500 g gemengde paddenstoelen
zet het vuur hoog en schep er de paddenstoelen door
(Portobello, oesterzwammen,…)
laat ze gaarbakken onder af en toe omscheppen
sherry of witte wijn (indien nodig)
de paddenstoelen geven intussen hun vocht af
4 el gehakte verse peterselie
voeg sherry of wijn toe indien noodzakelijk
pezo
laat het mengsel even bakken tot het vocht opgenomen is
schep er de peterselie door
bestrooi met pezo en dien dadelijk op
TIP: lekker met Tournedos met blauwe kaassaus
De paddenstoeltjes doen braafjes wat van hen verwacht wordt, en blijven
nog even in de pan. Ik heb er ook een gebakken aardappeltje bij voorzien.
Aan één enkel kantje lichtjes aangebrand, maar gelukkig nog net eetbaar.
De tournedootjes hebben intussen hun behandeling succesvol ondergaan,
en de borden kunnen stilaan gedresseerd worden.
Alles is dus onder controle.
De sublieme saus nog druipen op de vleeslappen en het genieten kan beginnen.
Superlekker!
24-07-2010, 00:00 geschreven door grob
21-07-2010
Een ritje per twee, langs de Middellandse zee
Laten we even halt houden bij de terugkeer vanuit Spanje naar België 2009.
We waren de buurt van Valencia, in het familiehotelletje Raco de la Pintora.
Vandaar is het een aangename rit naar het noorden, langs het natuurgebied van de
monding van de Ebro, en de blauwe Méditerranée tot in het zuiden van Frankrijk.
Regelmatige lezers weten dat we altijd een tijdje halt houden in Quillan, waar vorige
zondag de Tour de France nog passeerde.
De verblijfplaats situeert zich tussen Perpignan en Carcassonne, en dit grote
bungalowpark wordt al 21 jaar bestuurd door Vlamingen die we goed kennen.
Het domein zelf ligt een paar kilometer buiten het kleine stadje Quillan.
Naar aloude gewoonte durven we in het stadje al eens rondkuieren.
De Tourist Office werd enkele jaren geleden volledig vernieuwd en is
een aangename omgeving.
De Romaanse kerk staat er al duizend jaar, en is een vaste rots in de branding.
Begin mei zijn de platanen kort gesnoeid, zodat ze in de zomer voldoende schaduw
geven aan de lokale petanquespelers. Rugby en petanque is het enige wat hier telt.
Nog een typisch element voor Quillan is het “Eau Potable”.
Dat wil dus in feite zeggen: Potbaar Water.
Zoiets als in Batteries Rechargeables: herlaadbare batterijen.
Bij het potbaar water hoort altijd een kraan. Bovenaan: ze steekt bijna in mijn neus.
De pot vind je altijd onderaan. Ik controleer altijd met mijn vinger, of het water
wel goed gepot is. Het potwater is wel degelijk van goede kwaliteit dit jaar.
Terug naar het domein “L’Espinet”. De nieuwe bungalows blijven maar aangroeien,
en sinds vorig jaar is er een grote vijver aangelegd.
Aan de rechterkant zie je de loods, waar vorig jaar een van de recepties doorging
voor het twintigjarige bestaan.
Ons jaarlijks verblijf in Quillan is een soort Spartaanse retraite: geen TV,
en ganse dagen aan de conditie werken.
Hier geef ik me volledig op de 11 meter horden.
Vroeger deed ik altijd de 18 meter, maar het werd me te zwaar.
Greta heeft haar eigen zweetverwekkend en calorieverdrijvend fitnessprogramma,
waar ze ook altijd heel intens mee bezig is.
Naast het sterk afslankende hordelopen, sta ik stilaan bekend als de Fit-o-meterfreak
van l’Espinet. Elk van deze disciplines beheers ik tot in de perfectie.
Zelfs de plaatselijke pers houdt zich dagelijks op de hoogte van mijn vorderingen.
…waardoor de tribunes telkens vollopen, eens ik in actie kom.
Greta eindigt steevast haar eigen workout met een kwartiertje op “The Duck”,
de moeilijkste en meest stresserende oefening van allemaal.
Na enkele dagen hard labeur voelen we ons herboren, en zo licht als een pluimpje.
Dan is de tijd gekomen, om verder noordwaarts te trekken, op zoek naar Betty.
En dat is voor zeer binnenkort…
21-07-2010, 10:39 geschreven door grob
16-07-2010
KOKENETEN: zit je keel vol slijm, sabbel een takje tijm!
Hez vorige zinnetje is natuurlijk lichtjes overdreven.
Maar toch: tijm staat bekend als slijmoplossend middel en heeft ook
een krachtige antibacteriële en schimmelwerende werking.
Nog een straffe: gebruik tegen hoofdpijn een tijmaftreksel in olie, via massage.
Niet alleen aan tafel, maar ook tijdens bedtijd kan tijm nuttige diensten bewijzen!
Vandaag gaan we enkel in op het eerste aspect. Naar de keuken dus.
Maar eerst nog wat nuttige TIPS over tijm natuurlijk, ten behoeve van de lezer(es).
Van oorsprong komt ‘Thymus vulgaris’ uit het gebied rond de Middellandse Zee.
De vaalgroene blaadjes zijn op hun best wanneer de plant in bloei staat.
De oude Romeinen gebruikten al tijm om smaak te geven aan kaas en likeur.
Bovenaan de takjes verschijnen van begin tot midzomer kleine witte of lila
lipvormige bloempjes, die veel bijen trekken.
Vanwege de aromatische geur wordt tijm veel in de zeepindustrie gebruikt.
TIP 1: meng tijm met peterselie en laurier tot een “bouquet garni”.
Bind het met een touwtje, en je kunt dit toevoegen aan bouillon, marinades,
vullingen, sauzen en soepen.
TIP2: het kruid mag als blaadje of als volledige tak meekoken.
Bij het opdienen verwijder je vanzelfsprekend de tijmtakjes.
Je kan de blaadjes natuurlijk ook vooraf van de takjes afritsen.
TIP 3: samen gebruikt met marjolein geeft het aan spijzen een heerlijk aroma.
Tijm smaakt ook heerlijk in bruine sausen, wildgerechten en peulvruchten.
TIP 4: ook bij gerechten met wijn en bij de inmaak van olijven wordt tijm gebruikt.
Tijm past goed bij voedsel dat langzaam in wijn wordt gekookt.
TIP 5: van de bloemen en bladeren wordt ook thee en siroop bereid.
Tijm bevat de stof thymol , die goed is voor de luchtwegen, meer bepaald als middel
tegen hoesten en symptomen van astma.
TIP 6: tijm wordt ook gebruikt bij de bereiding van likeuren zoals Bénédictine .
Ik zou toch niet aanraden dat zelf uit te proberen.
TIP 7: vermijd het eten van grote hoeveelheden tijm tijdens de zwangerschap.
Misschien is deze tip wel overbodig, gezien de leeftijdscategorie waarin de meeste
van mijn lezeressen vertoeven. Maar je weet natuurlijk nooit!
Eenmaal hoofdpijn overwonnen na een massage van het tijmaftreksel in olie
liggen immers alle wegen en mogelijkheden open!
TIP 8: Tijm kan je 's zomers gemakkelijk drogen, omdat de plant een houtige stengel
en kleine blaadjes heeft. Hiervoor kan hij buiten aan de waslijn of in een goed
geventileerde kamer worden gehangen. Na het drogen kunnen de blaadjes
worden verkruimeld en in gesloten potten worden bewaard.
Denk wel bij het gebruik van kruiden aan de algemene regel, dat voor hetzelfde smaakeffect
de hoeveelheid verse kruiden driemaal zoveel is als in gedroogde versie.
Op ons terras wordt de verse tijm geplukt, en er komen nog wat andere dingen bij kijken,
ter bereiding van aardappel-paddenstoelgratin met varkenshaasje .
Waar wacht je op? Het is heel eenvoudig te bereiden.
ingrediënten voor 4
bereiding
350g paddenstoelen
borstel de paddenstoelen en snij ze in fijne plakjes
600g aardappelen
schil de piepers, snij ze in flinterdunne schijfjes
2 teentjes look, gepeld, geplet
verwarm de oven voor op 180°
1 el (zachte) boter
leg piepers in een kom, doe er wat water op, dek af met plastic
100g room
laat ze in de microgolfoven koken gedurende een 4’
100g verse geitenkaas
laat ze goed uitlekken in een vergiet, en dep ze droog
10 cl melk
vermeng de boter met de look en de afgeriste tijm
4 takjes verse tijm
vet 4 ovenschaaltjes in met deze kruidenboter
snippers gedroogde ham
leg er de paddenstoelen, hamschilfers en aardappelen in
pezo
werk in laagjes; begin en eindig met aardappelschijfjes
peterselie voor garnituur
meng de room met de geitenkaas en de melk
kruid met pezo en schenk het mengsel over de groenten
zet de schaaltjes ongeveer 35’ in de warme oven
garneer met snippers peterselie
Tip: lekker met varkenshaasje en champignons
Ik heb het gerechtje bereid voor twee personen.
Zoals je kan zien gebruik ik altijd ingrediënten die gemakkelijk te verkrijgen zijn.
Hieronder zie je de ovenschaaltjes, met alles erop en erin, die uit de oven komen.
Tegelijk wordt ook het varkenshaasje op maat gesneden
en geserveerd.
Samen met champignons zijn oesterzwammen ook niet te versmaden, integendeel.
Alles samen op het bord is het einddoel. Ik had weer eens geluk. Oef.
Het gerechtje is geslaagd en superlekker!
.
16-07-2010, 16:40 geschreven door grob
10-07-2010
Terug uit het noorden, met weinig woorden
Dit beestje hieronder is geen schaap, geen geit, geen lama, ook geen neushoorn.
Het is gewoon een rendier(tje), een beetje verdwaald aan de Noordkaap.
We zijn al enkele dagen terug thuis, en alles begint opnieuw letterlijk
in de oude plooi te vallen (hmm, hmm).
De verdere avonturen komen iets later aan bod, na deze enkele korte flashberichten
(om wat tijd te winnen, want mijn inspiratie zit in feite nog in het noorden).
Op de boot was er in principe internetverbinding mogelijk, maar elke poging
is volledig mislukt. Greta had zelfs (tevergeefs) haar laptopje meegenomen.
Het schip is wel van Italiaanse afkomst. Dat verklaart al veel.
Ik kon dus geen update doen van mijn blog gedurende twee weken.
Iets totaal anders: een aantal (meestal vrouwelijke) lezers zouden graag
bepaalde uitgeteste recepten bijhouden, om ze zelf ook eens uit te proberen.
Het is niet nodig om ze over te schrijven.
Ziehier, wat je wel doet: open een leeg document (bijvoorbeeld in Word).
Ga in mijn weblog naar het gewenste recept.
Selecteer het, door met de muis links te klikken, vast te houden en te slepen.
Klik op “kopiëren” (boven in de menubalk). Ga naar je eerder geopende document.
Klik boven in de menubalk op “plakken”, en klaar is kees.
Je kan het op de PC bewaren in een bestandje , of het afdrukken.
Weer iets totaal anders: ik vermoed dat ik deze week boven de 25000 hits uitkom.
Dat wil zeggen dat er zoveel keer geklikt is op mijn weblog door de bezoekers.
Het is een klein mijlpaaltje, nauwelijks merkbaar tussen de Grote Weblogs.
Er zijn zeker blogs met tienmaal meer hits, maar het stemt me toch heel tevreden.
Het is nog geen obelisk, maar toch al iets in de ordegrootte van een weidepaaltje.
Het is uiteindelijk de vooral kwaliteit van de lezer die telt, niet de kwantiteit natuurlijk.
Ik bedank dus al mijn lezers, en in vooral diegenen die al eens een reactie sturen.
Dit is trouwens eenvoudig: klik onder rechts, onder het schrijfseltje, op “Reageer”.
Het doet me veel plezier te weten of men het goed, of slecht vindt.
Ik ga in elk geval trachten, als er niet te veel tegenzit, om zachtjesaan
naar 50000 hits te gaan, in de hoop dat jullie blijven op bezoek komen.
Groetjes.
10-07-2010, 00:00 geschreven door grob
24-06-2010
KOKENETEN: bot gevangen, aan de haak gehangen
Vandaag bereiden we verse heilbot.
Deze platvis is de grote neef van de tarbot, die al eerder aan de beurt is gekomen.
Deze knaap kan ongelooflijke afmetingen hebben. Hier zie je een Duitse visser
die in Noorwegen een heilbot aan de haak heeft hangen.
Tot zijn grote spijt achteraf, want hij heeft zeven maanden alle dagen heilbot
mogen eten. Sieg Heilbot!
In navolging van het TV programma “Zalm voor Corleone” met
Herman van Molle, heeft de drang zich van mij meester gemaakt om
eveneens subito presto naar Noorwegen te trekken, om de plaatselijke heilbot
uit zijn tent te lokken.
Misschien ga ik een programma maken: “Heilbot voor Tom Boonen” of zoiets.
Hij zit te water zowat op dezelfde plaatsen als zalm, maar ik zelf ga starten
in Noorwegen.
Wat moet je nog meer weten van deze zwemmer, vooraleer je hem opeet:
Heilbot is een platvis van meestal 1,5 tot 2 meter lang, en kan 3 meter lang
en 150 kg zwaar worden. De kleur van de bovenkant is groen/bruin tot zwart,
de onderkant wit. Het is een langgerekte, dikke vis.
Tot hun tweede of vierde blijven de jonge vissen dicht bij de kust. Hoe groter ze worden, des te meer verwijderen ze zich van de kust en ten slotte
installeren ze zich op grote diepte (100 - 1500 meter). Na het paaien ondernemen de vissen een tocht naar het noorden,
om voedsel te zoeken. Tegenwoordig worden de vrouwtjes max. 30 jaar oud.
De mannetjes moeten het uiteraard eerder afleggen.
De jonge vissen eten grote schaaldieren (krab, garnalen).
Heilbotten
van meer dan 35 cm lengte eten uitsluitend vis.
Heilbot is rijk aan visolie (niet van BP) en is gerookt een delicatesse.
Vers is heilbot eveneens een lekkernij, maar bij ons is hij minder gekend.
De onderkaak steekt naar voren, zowel de boven - als de ondertanden
zijn zeer krachtig. Deze vis hieronder bijvoorbeeld werkt mee aan
het TV-programma “Man bijt Heilbot”.
Niet meer dan logisch dat ik voor dit gerecht zware handschoenen draag.
Met een heilbot moet je zorgvuldig omspringen.
Toch heb ik het volgende receptje tot een zeer smakelijk einde kunnen brengen:
Heilbot met paprika’s.
Waar wacht je op?
ingrediënten voor 2
bereiding
400g visfilets (heilbot)
spoel de paprika’s, verwijder zorgvuldig zaad en zaadlijsten
1 rode paprika
snij het vruchtvlees in repen of blokjes naar voorkeur
1 gele paprika
vermeng ze met de look en takjes afgeritste tijm
2 lookteentjes
kruid met wat pezo
1 el citroensap
verdeel de paprikastukken over 2 grote vellen aluminiumfolie
75g room
leg er de afgedroogde visfilets op
75g zure room
besprenkel ze met citroensap, kruid ze ook met pezo
1 el zacht paprikapoeder
vouw de pakketjes zorgvuldig toe en zet ze in de oven op 220°
verse tijm
indien dunne visfilets: 20’ (paprika eerst garen in microwave)
kruiden: peterselie, bieslook…
indien dikke visfilets: tot 40’
pezo
meng zure room met de gewone room en het paprikapoeder
kruid naar smaak bij met pezo
serveer de room lichtjes gekoeld, doe er rijst bij
De heilbot staat op het punt de keuken te verlaten, nadat hij
een ultieme beurt heeft gekregen van zacht paprikapoeder en room.
TIP: heilbot wordt meestal in moten verkocht en is zowel diepgevroren
als vers verkrijgbaar. Om te zien of de vis vers is, let u best op de ogen.
Zoals bij de vrouwen dus.
Deze moeten helder zijn en een beetje bol staan.
De huid van de vis moet vochtig en glanzend zijn
en mag geen verkleuringen vertonen.
De vis moet een frisse reuk hebben.
Wanneer het gaat om een filet, mag er geen vocht
vrijkomen wanneer u zachtjes op de vis duwt.
Het witte, smakelijke vlees heeft zijn weg gevonden naar de tafel,
en wordt met smaak en zonder handschoenen verorberd.
.
We zijn vanaf morgen dus onderweg naar Noorwegen, de heilbot tegemoet.
Deze hieronder is er alvast niet gerust in. Hij weze gewaarschuwd.
Die lelijkerd wil ik eten met smøre brøt.
Morgen gaan we de boot op, en ik hoop dat ik van op de Atlantische Oceaan,
of vanuit de fjorden een update kan brengen over de lokale visstand,
of andere avonturen kan beschrijven.
24-06-2010, 00:00 geschreven door grob
18-06-2010
Een houten hotel, dat bevalt ons wel
We blikken even terug naar onze reis met de wagen door het oosten van Spanje,
en verder door Frankrijk, op weg naar België in 2009.
In plaats van het stuk tolweg van Allicante naar Valencia langs de kust te rijden,
kiezen we voor het binnenland. In het verleden hebben we dat al één keer gedaan,
maar indertijd ging het nog echt door “Spaans binnenland” met alleen maar
secundaire wegen.
Op dit ogenblik is alles (tolvrije) autoweg geworden, behalve een kort stukje
van 14 km dat nog niet is afgewerkt.
Ik had een piepklein hotelletje op de kop getikt, ongeveer 30 km v óó r Valencia,
door echte Spanjaarden bemand.
Catalanen zijn het eigenlijk, want rond Valencia is er nog heel wat Catalaanse invloed.
Uiteraard liggen de wegen naar het hotel, zoals overal in Spanje, in knopen.
Ook de GPS geraakt er niet door. Dan maar een kort eindje door een eenrichtingsweg,
om tot bij het hotel te geraken.
We bevinden ons nu in een kalme residentiële wijk, alleen op straat.
Het hotel heeft een ongewone constructie, het is volledig gebouwd in hout.
En daarbij is het heel rustig gelegen, en op minder dan 1 km van de autoweg.
Eens je de weg weet is het kinderspel. Ideaal dus voor ons.
De voorgevel is heel verzorgd en uitnodigend, met een mooie rotstuin ervoor,
waar de cyclamen en andere planten in natuurlijke bloei staan.
De naam van het houten huis is duidelijk af te lezen: “Raco de la Pintora”.
Toen ik het besteld had via internet, nam ik het woordenboek Spaans-Nederlands
ter hand, om te kijken wat “raco” betekent. Het stond niet in het woordenboek vermeld.
Dan maar ter plaatse gevraagd aan de uitbater.
Het is Catalaans, en daarom heb ik het natuurlijk niet gevonden.
In het echte Spaans (Castillaans) klinkt het “Rincon”, wat “hoek” betekent.
Raco de la Pintora wil eigenlijk zeggen “het hoekje van de schilderes”.
De uitbaatster heeft als hobby schilderen. Niet op ramen en deuren, maar op doek.
Mevrouw heeft heel het huis ervan volgehangen. En lelijk!! (de schilderijen bedoel ik).
Niet te verwonderen dat we de enige gasten waren.
Het hotelletje heeft trouwens maar vier kamers. Het is eerder een vermomde B&B.
Het arrangement omvatte ook het ontbijt trouwens.
Aan de achterkant ligt een mooie tuin, alleen voor ons, waar we konden verpozen,
terwijl het eenvoudige diner werd bereid. Zo hebben we het graag: een beetje
ontspanning, en een eenvoudig maal onderweg.
Reizen is goed, als je het traag doet.
Achter het hotel ligt ook een zwembad, dat gans het jaar verwarmd wordt
door zonnepanelen. Als je goed kijkt, zie je een stuk ervan staan op het dak.
Onze kamer, nummer 104 (hoewel er maar vier kamers zijn), draagt de naam
“L’horta”, wat zoveel wil zeggen als “tuin”.
Als je 650 km gereden hebt, is er niets beter dan een douche,
die je langs alle kanten kan laten spuiten.
Als je tijdens het verblijf in deze Startrek-buis zegt “Beam me up, Scotty!”,
dan wordt je vanuit deze machine genadeloos en geluidloos gekatapulteerd
naar een hemelbed. Wat kan er mooier zijn?
De volgende ochtend bleek dat we niet voldoende geld hadden.
We waren vergeten flappen te tappen uit de muur. Je weet wat er gebeurt
als je niet kan betalen in het restaurant: de afwas wacht je op.
In mijn geval kreeg ik een halve dag dwangarbeid in de tuin.
Stenen sjouwen en het zwembad uitlikken!
Zoniet ging men de Guardia Civil erbij halen.
Dat zwembad viel nogal mee, alleen die verdomde chloorsmaak!
Hier kom ik nooit meer!
Zelfs de kruiwagen is van hout!
PS. weet je wat het voordeel is van een houten hotel?
Je valt niet op
met een houten kop.
18-06-2010, 12:07 geschreven door grob
07-06-2010
KOKENETEN met een worstig groentepotje
Zuurkool is een van die rare dingen die soms uit de keuken komen,
waarvan veel tafelaars niet zo exact weten wat ze gaan consumeren.
Het is een sterk onderschatte “groente”, toch echt de moeite om even van
nabij te bekijken. Het is geen echte groente natuurlijk, maar al een afgewerkt
product, dat gecombineerd wordt met vlees, of vandaag ook al dikwijls met vis.
De historici denken dat zuurkool afkomstig is uit het noorden van China
en met de Mongolen (Djenghis Khan) en andere volkeren via middeleeuwse
volksverhuizingen in Oost-Europa terecht kwam.
Vooral in Oost-Europa wordt zuurkool traditioneel nog altijd veel gegeten.
Oost-Europese joden zouden zuurkool hebben opgenomen in hun keuken
en het gerecht verder hebben verspreid naar het Westen en de Verenigde Staten.
Joden aten de zuurkool natuurlijk niet met spek of worst , maar met gans of eend.
Pas tegen het eind van de achttiende eeuw raakte zuurkool in de Nederlanden
volledig ingeburgerd.
In Frankrijk wordt, met uitzondering van het Elzasgebied , weinig zuurkool
(choucroute) gegeten. In Engeland en de Verenigde Staten gebruikt men
voor zuurkool nog altijd de Duitse benaming “sauerkraut”.
In België blijft de naam choucroute populair.
Het hier bereide receptje bevat trouwens maar voor een klein gedeelte zuurkool.
Andere ingrediënten worden door de dienstdoende keuken commies voorbereid:
ajuin, aardappelen, paprika’s enzovoort.
Zuurkool werd lang geleden in de eerste plaats thuis bereid.
Het was een langdurige en saaie bereiding, en men heeft er speciaal materiaal
voor nodig: Keulse potten bijvoorbeeld. Wat is dat ook weer?
Waarschijnlijk dateren die nog van toen men het in Keulen hoorde donderen.
Er zijn wel interessantere bezigheden dan Keulse potten vullen, en dus is het
afgewerkte product kopen een pak gemakkelijker voor de moderne stressmens.
Deze bereiding hier valt op door de vele aangename aroma’s en smaken.
Onder andere mild paprikapoeder, (Spaanse) worsten en spekblokjes maken het
bijzonder smaakvol.
Terwijl ik dit schrijf, moet ik nu mijn stoel 10 centimeter achteruit trekken, anders
loopt de kwijl in beekjes tussen de toetsen, en dat beperkt de houdbaarheid
van mijn PC klavier in de tijd.
Hoe bereidt men dan vandaag zuurkool, als het niet (meer) thuis is?
Er zijn in Nederland en België gespecialiseerde bedrijven die per jaar
massale hoeveelheden verwerken, op de volgende manier:
Van de gewone witte kool worden de buitenste bladeren verwijderd
en de harde kern uitgeboord.
De kool gaat nu in grote voorraadputten.
De industrie gebruikt hiervoor vaten van cement of plastic.
Deze putten worden dan luchtdicht afgesloten.
Dit gebeurt door plastic zakken, gevuld met water. De geraspte kool wordt bewaard
in gearomatiseerde pekel (water verzadigd met 1.5 % zout).
Zo kunnen de bacteriën die melkzuur produceren, de kool doen gisten.
Deze bacteriën produceren ook een beetje azijnzuur dat, in combinatie met zout,
garant staat voor de bewaring van de voedingswaar.
Het zout reinigt de kool en er vormt zich pekel met het plantensap van de groente.
Zetmeel en suiker worden nu omgezet in melkzuur. Afhankelijk van de temperatuur
en de structuur van de kool duurt dit gistingsproces drie tot acht weken.
De zuurkool heeft dan ongeveer de helft van haar gewicht verloren en levert
een geconcentreerd gehalte aan vitamines en minerale zouten).
Zuurkool is licht verteerbaar - veel lichter dan de oorspronkelijke witte kool.
Bij het koken komt trouwens NIET, zoals bij andere kool altijd het geval is,
de typische spruitjeslucht vrij.
Verse zuurkool wordt vandaag, vacuümverpakt, zowat overal te koop aangeboden.
Haal de kool uit het pakje en was de zuurkool zorgvuldig.
Choucroute bevat zeer veel water (90%) en vezels en ze levert maar 20 kcal
per 100g product. Zonder de bijproducten en rekening houdend met het zoutgehalte
is zuurkool zeer geschikt voor een dieet.
Bovendien bevat dit product, in tegenstelling tot vele andere geconserveerde
producten nogal wat vitamine C (40mg/100g) en E, koolhydraten, kalium,
calcium, magnesium en melkzuur.
Al in de 3e eeuw voor onze jaartelling, werd zuurkool gegeten bij de bouw
van de Grote Muur van China. En hij staat er nog!
Dank zij de zuulkool ofte Tsjoe Klut in het Chinees.
Soms wordt voor een iets andere smaak een gedeelte wijn toegevoegd,
waarbij dan wijnzuurkool ontstaat, eveneens te koop in de winkel.
Het is trouwens in deze vorm dat vroeger de stoere zeebonken kool meenamen
op hun lange tochten. Hét perfecte middel tegen scheurbuik.
Dit verschijnsel is ontdekt door de Engelse ontdekkingsreiziger J ames Cook .
(what’s in a name?)
Misschien is dit een van de redenen dat het ook in Nederland populair is,
want Nederlanders, zoals iedereen wel weet, waren fervente zeevaarders.
Zuurkool is bekend om haar vermogen om het spijsverteringsstelsel te ontsmetten.
Het bevat ook vitamine B en ijzer . Dat laatste is het enige nadeel. Je mag niet té dikwijls
zuurkool eten, want je ingewanden zouden kunnen gaan roesten.
Ook ijzersterk is dit recept, en tegelijk een streling voor alle mogelijke zintuigen.
Probeer dit eens op een moment dat het zomerse weer er niet zo zomers uitziet:
Groentepotje met worst en zuurkool.
Waar wacht je op?
ingrediënten voor 4
bereiding
500g piepers
schil de aardappelen
400g zuurkool (ev. in wijn)
snij de groenten in blokjes
1 volwassen rode paprika
pel de uien en snij ze in fijne schijven
2 uien
bak spek en uien kort aan in de hete boter
100g spekblokjes
strooi er het paprikapoeder en de suiker bij
(Spanje: Serrano blokjes)
roer tot de suiker gesmolten is
4 stevige witte pensen
doe er de zuurkool, aardappelen en 1l groentenboeljon bij
1.5 l groentenboeljon (blokjes)
dek af en laat 15’ koken (indien in wijn, best zonder deksel)
boter
spoel intussen de paprika’s, verwijder zaad en zaadlijsten
100g (slag)room
snij in reepjes en voeg er de paprika’s aan toe
2 à 3 el fijne suiker
laat nog 10’ koken, tot de aardappelen gaar zijn
2 el zacht paprikapoeder
prik de witte pensen in met een vork
(Spanje: pimenton de la Vera)
leg ze in de rest van de kokende groentenboeljon
2 el gehakte bieslook
laat de pensen 5’ garen
peper
haal het velletje van de worsten en snij ze in plakjes
doe ze bij de groenten, en kruid het gerecht naar smaak bij
klop de room op met de gehakte bieslook
voeg wat peper toe, zout zit voldoende in de zuurkool
verdeel dit groentepannetje over diepe borden
werk elke portie af met een toef kruidenroom en dien op
De zuurkool maakt, zoals je merkt, slechts een klein deel uit van het geheel.
Het zijn zeker ook de andere ingrediënten die zorgen voor een heerlijk aroma.
Naast het recept, afkomstig uit een gekend vrouwenblad, staat deze foto:
Mijn eigen resultaat ziet er ongeveer hetzelfde uit, maar dan gefotografeerd zonder
een professionele fotograaf in de buurt. Hoewel Greta stilaan in de buurt komt.
Deze keer heb ik aan het recept eigenlijk geen veranderingen aangebracht.
Je ziet dat zelfs een klein amateur-kokje zoals ikzelf dit gemakkelijk kan maken.
En als ik het kan, kan iedereen het. Het zwaarste is: alle ingrediënten bijeen kopen.
.
Het opscheppen zonder morsen heeft ook een hoge moeilijkheidsgraad,
maar Greta doet het weer met vaste hand.
Dit groentepannetje smaakt naar nog.
Gelukkig heb ik het voor vier eters gemaakt, dus tweemaal genieten is er bij.
Geef het aan geen hond, of zijn buikje staat ervan rond.
07-06-2010, 15:48 geschreven door grob
30-05-2010
Bak je klei in de maand mei
Als je tijdens het weekend eens in de buurt komt van Boom, langs de A12 autoweg
bijvoorbeeld, ga dan eens een stapje verder tot in Terhagen.
Je zult het je niet beklagen.
Het museum van de Rupelklei verwelkomt je graag in de namiddag.
Het ligt ook pal naast de fietsroute langs de rivier, als je op twee wielen zit.
Het gebouw puilt onder meer uit van talloze uit lokale klei
gebakken voorwerpen.
Er staat zelfs een kunstpaard (!), maar dat is niet van klei.
Dit geopende bierblikje bijvoorbeeld, is niet uit blik, maar uit
de oerechte Boomse klei.
Je mag in deze ruimte niet te veel met de armen zwaaien,
want breken is betalen.
Twee spitse kegels houden een gebakken bol vast.
De maker vond waarschijnlijk zijn inspiratie tijdens
een partijtje bowling. Sport op het kunstenaarsbord.
Diertjes zijn vanzelfsprekend heel populair bij de fervente kleibakkers.
Zo heb je bijvoorbeeld hier een haantje (de voorste), dat ook kan dienen
als een comfortabel containertje, al was het maar voor paaseieren.
Ook deze twee kleibakkers concentreren zich volledig op onze gevleugelde vrienden,
hoewel de linkse bakker ook graag een écht, vlezig haantje op het bord ziet liggen.
Een haantje Archiduc bijvoorbeeld.
Zelfs een groen draakje maakt zijn opwachting.
Ik verwacht dat het elk ogenblik vuur gaat spuwen,
maar het vurige deel is voor later.
Vogeltjes zijn natuurlijk altijd sympathiek, vooral als het stevig doorvoede
zwaluwtjes zijn, zoals dit deftig geklede groepje hier.
Alles is (soms) te koop aan spotprijzen.
Ook mogen visjes niet ontbreken.
Dit exemplaartje in de Spaanse kleuren is een aardappelmesvisje.
Als het verder groeit, wil het ooit een echte zwaardvis worden.
Hier hebben zich een troepje gebakken schildpadjes genesteld.
Op de vloer bedoel ik.
Wat zou nu eigenlijk harder zijn?
Een echt schildpadschild of een gebakken in klei?
Deze dames raken het daar moeilijk over eens.
À propos, de rechtse dame is mijn Greta, en naast haar
staat dochter Nora.
Ze lijken mentaal zo erg op elkaar dat ze zelfs zonder
enige afspraak dezelfde kleren kiezen.
Alleen zijn ze bij Greta één maatje groter.
Voor de rest zijn deze schatjes totaal identiek.
Als gastbakker is er ooit een Indiaan langs geweest,
die zijn sporen heeft nagelaten met een uit de klei en
de kluiten gewassen gebakken totem.
Deze illustere Indiaan luisterde naar de naam “Chief Holy Smoke”.
Dit is werkelijk een prachtstuk.
Jammer dat de totemkop wat op mij lijkt.
Er vertoont zich zelfs een niet onaardige alien die uit een honingraat ei kruipt.
Deze mannetjes zijn gebaseerd op de lokale voetbalploeg,
elf spelers in een vier-vier-drie opstelling en twee ballenrapers
vooraan. Zien er heel sportief uit.
De vrouwtjes daarentegen…
Intussen waren buiten een reeks nieuwe baksels al geruime tijd in de oven gezet.
In afwachting van de bakresultaten zijn er enkele dames op de voorgrond
die overwegen om de plaatselijke vaatwas te doen.
Nora, Greta en Sigrid, die schoonmama mag (moet) zeggen tegen Greta
beraden zich. Het resultaat van de stemming wordt 2 tegen 1. Ze doen het niet.
De oven (links) is open gegaan en de gebakken stukken
worden er voorzichtig uit gehaald, en met een suikertang
overgeplaatst in een viertal vuilnisbakken.
Terwijl de warmtewerkers hun ding doen,
mag de bakoven zelf ook afkoelen.
Beschouw het afkoelen maar als een duiker die geleidelijk
een decompressie ondergaat.
Vooraleer in de ultieme buitenlucht te belanden mogen
de kleiklompen nog even in het vagevuur.
Gelukkig zijn we hier niet in een restaurant, want er wordt een stukje afgerookt!
Deze rooksignalen hebben ze geleerd toen Chief Holy Smoke nog meebakte.
Het signaal dat je hier ziet betekent: “Schat, ik zal wat later thuis zijn”.
De kunstwerken komen te voorschijn. De eerste twee zijn op het droge.
Een normaal mens haalt zelden iets uit een vuilnisbak,
maar hier is dit de gewoonste zaak.
Elke bak wordt voorzichtig geleegd.
Ook de oven zelf, demonteerbaar in drie aparte delen, wordt afgekoeld.
Alle stukken zijn er nu uit, maar ze moeten nog vrij lang afkoelen vooraleer
Ze met de blote hand aan te raken zijn.
De kleuren zijn nooit vooraf te bepalen, dus voor de maker zelf
is het soms een (on)aangename verassing.
Het verblijf tussen al deze warmtebronnen wekt een hevige dorst op.
Het begrip après-ski heeft ook hier zijn sporen achter gelaten.
Het après-bakken wordt op de gepaste manier verzorgd
door een attente barman.
De nabespreking kan nu beginnen met twee lokale bakwatchers.
Het rooksignaal is nu immers toch verstuurd.
30-05-2010, 20:48 geschreven door grob
22-05-2010
KOKENETEN met een bereiding uit één stuk: kip Archiduc
Niet waar natuurlijk! De kip moet in verschillende stukken gesneden worden,
ten minste in vier, zodat zij (of hij als het een haantje is) voldoende mals
kan worden in korte tijd.
Garfield is in gedachten verzonken, en droomt van een kippenboutje Archiduc.
Het formaat van de hier aanwezige kip doet er geen twijfel over bestaan:
deze moet in meer dan vier worden verdeeld.
Ik heb ook gemerkt dat er van de “Kip Archiduc” heel wat varianten bestaan.
Archiduc slaat eigenlijk op de saus, want Archiduc kan men evengoed maken
in combinatie met kalfsvlees, varken, kalkoen, steak enz.
Mijn (eenvoudig) recept komt uit de “SOS Piet” Tv-uitzending, het populairste
en meest hilarische kookprogramma in Vlaanderen.
Hier is het toegepaste recept:
ingrediënten voor 4
bereiding
1 kip in stukken, of borst en billen apart
smelt de boter in een kleefpan
30g boter
kruid de stukken kip stevig met pezo
300g grote champignons (of andere)
bak de kip 4’ aan elke kant op hoog vuur
1 scheut cognac of brandy of…
giet het vet uit de pan
25 cl water
blus met de brandy en voeg het water toe
1 tl geconcentreerde kippenfond
doe er de fond bij (of kippenboeljon) en roer goed
20 cl room (eventueel sojaroom)
laat
voor de helft inkoken op een lager vuur
versgehakte peterselie
snij grote champignons in 4, doe ze mee in de pan
pezo
giet de room erbij, laat weer voor de helft inkoken
werk af met de gehakte peterselie en dien op
lekker met gekookte piepers
Deze kip is eigenlijk een Vlaams gerecht, ondanks de Frans klinkende naam.
“Archiduc” betekent Aartshertog, en dat klinkt natuurlijk beter dan Kip Matrak.
Nochtans is het gerecht ook bekend in de Franse keuken, die de voorloper is
van de Belgische en de Vlaamse keuken.
De fameuze Franse chef-kok Escoffier bereidt archiducsaus met brunoise
van groenten, truffel, sherry, whisky en porto en er komen geen champignons in voor.
Maar door de hoge prijs van de truffel, maakt de gewone mens meestal de saus
met gebakken champignons of andere paddenstoelen.
Hier is ons archiducje sappig aan het inkoken. Kwijl kwijl.
Voor de saus is heel veel variatie mogelijk.
In de meeste recepten vertrekt men van een brunoise van groenten.
Voor de beginner: dit zijn groentjes gesneden in heel kleine vierkante blokjes.
Deze groenten moeten natuurlijk voldoende gaar zijn.
Om de archiducsaus op smaak te brengen wordt gebruik gemaakt van: cognac,
brandy, whisky, sherry, Madeira, witte porto.
Let wel, begrijp dit niet verkeerd! Dit is of, of, of, en niet en, en, en.
Sommige recepten vermelden nog een toevoeging van een snuifje rozemarijn,
en anderen verkiezen melk in plaats van room.
De champignons smaken beter als ze eerst even op hoog vuur gebakken worden.
Mijn recept, of correcter, dat van SOS Piet, houdt het supereenvoudig.
Maar lekker is het zeker, met een gekookt aardappeltje.
Heel geschikt voor beginnelingen, zoals ik. Kan niet mislukken.
Het mannetje (of vrouwtje) zal hiermee heel tevreden zijn.
In de meeste restaurants zal je het ook op deze manier voorgezet krijgen,
want een brunoise maken kost tijd.
En hop, daar gaan we dan, tot de volgende keer!
.
Bereid naar SOS Piet
22-05-2010, 00:00 geschreven door grob
15-05-2010
Oostende, terug in de dokken, waaruit we vertrokken (slot)
Terug heelhuids aan wal. De tocht met de Mercedes was een unieke belevenis.
Daar moeten we toch nog even van bekomen. Cooldown na de emotievolle zeetocht.
Cooldown mag je niet letterlijk nemen, want het is heet en William & Kate Johnston
verstoppen zich terecht voor de blakende julizon.
Sommige schippers wagen het toch om op het achterdek het glaasje te heffen.
Op de loopplanken is het minder vochtig. Greta staat er nog wat hulpeloos bij,
maar dat zal drastisch veranderen, want...
…de “Eerste Hulp Bij Dorstigen” helikopter strooit de geschikte drankblikken
uit zijn buik om de droge menselijke keelholtes te bevochtigen. Wat een organisatie!
Na de welkome verfrissing is de tijd rijp om deze oude tweemaster te vereren
met een bezoekje. Een oude houten schuit als geen ander zien we hier.
De stuurhut, of de brug als je wilt, blinkt niet uit door techno hoogstandjes.
Dat maakt het natuurlijk charmant. Net een veteran car, maar dan op het water.
Het interieur bevat een hond met grote ambities om alle zeeën te verkennen.
Deze ambitieuze viervoeter heeft alles om een echte zeehond te worden.
De blik op oneindig is er al.
Deze kijk van de binnen- naar de buitenwereld via een ronde patrijspoort herinnert
me er ineens aan dat we binnen enkele weken weer voor verkiezingen staan.
Een wit bolletje zwart maken is niet zo erg, maar hopelijk is het rondje
niet zo groot als dit hier, want dan gaat het even duren om het in te kleuren.
Zòòò groot wil Greta haar vissen hebben als ze toch zou besluiten
om vissersvrouwtje te worden. We zullen afwachten of ze doorzet.
Vandaag heeft ze er toch wel zin in gekregen.
Dit is een prachtig stuk beeldhouwwerk. Het stelt schout-bij-nacht De Ghieter voor,
een bekend historisch figuur uit de Nederlandse marine.
De schout-bij-nacht is bij de Koninklijke Nederlandse Marine een vlagofficier ,
de derde in rang na luitenant-admiraal en viceadmiraal .
De schout-bij-nacht was oorspronkelijk de bevelvoerder die, bij afwezigheid
van de admiraal, in de nachtelijke uren toezicht (" schouwt bij nacht") hield
op de vloot. Dit deed hij door achteraan de vloot te varen.
Schepen hadden in die tijd een lamp hangen die van achteren zichtbaar was.
Vandaar de naam rear admiral, of arrière-amiral.
Vanaf de zeventiende eeuw is de term in gebruik gekomen voor een hoge
plaatsvervangende officier, onder de viceadmiraal.
De veel kleinere Belgische marine kent de divisie-admiraal .
De Giether zie je hier in zijn meest karakteristieke houding,
met een fles champagne in zijn knuisten.
Hij neemt geen enkel risico en houdt het smakelijke kleinood
stevig vast met beide handen.
Aan zijn blik te zien is dit niet de eerste fles die hij recent
onder handen genomen heeft.
Voor de kenners en liefhebbers zijn hier ook alle scheepstouwen beschikbaar.
Greta is er weer in geslaagd om ingewikkeld te zijn.
Het ziet er naar uit dat ze wat hulp kan gebruiken.
Intussen ben ik bij de afdeling trissen en trossen beland.
Deze soorten worden gebruikt voor kleine schepen of grote honden.
Voor mij is deze maat net iets te klein.
Even verder is er aanstekelijke live muziek.
De echte zeebonken zetten zelfs hun beste houten beentje voor.
Er zijn nog een aantal exposities over zeevaart te bezichtigen.
In een van hen ontdek ik zelfs een schilderij met kapitein Haddock.
Een mooie hoed siert zijn hoofd. Het merkwaardige hier is de pluim
op zijn hoofddeksel.
Ze is afkomstig van de zeer zeldzame rode zwartkeel patrijs, die hij
kon schieten met zijn befaamde blaaspijp, hier afgebeeld
in zijn rechterhand.
De vogel was binnengevlogen via een patrijspoort,
wat volkomen normaal is voor een patrijs.
Je vraagt je af wat een reusachtige autoband komt doen
op deze botenshow.
Of is het een reddingsgordel voor olifanten?
Het zou kunnen, maar dan moeten ze er nog het binnenste
stuk eerst uithalen.
Geen show van vissers- en andere boten zonder dat men
gerookte haring kan eten.
Dat spreekt vanzelf. In de beste ouwe tradities.
Als slot van deze VIP dag worden we nog uitgenodigd op een verdere degustatie
van hapjes en drankjes in de witte sponsortent.
En deze keer wordt het festijn ook nog opgevrolijkt door een leuke bende
die een reeks echte smartlappige vissersliederen ten gehore brengt.
Dit moet dan het slot betekenen van de 10de editie van Oostende voor Anker.
Maar geen nood, de elfde komt er aan.
Je kan ze zelf beleven tijdens het laatste weekend van mei 2010.
Maar nu valt jammer genoeg het (zeil)doek over de 10de uitgave.
15-05-2010, 00:00 geschreven door grob
08-05-2010
naar het noorden, in weinig woorden
Woensdag vertrokken uit Marbella. Zomer.
Zon aan de blauwe hemel, de zee in azuur.
Eerste stop in Valencia, dicht bij de plek waar we in oktober drie dagen overnachtten, maar wel aan de andere kant van het Parque Natural Albufera. Echt Spaans lenteweer.
De dag daarna verbleven we in het verbluffende kasteel Castell d'Emporda, 30 km ten oosten van Girona. Nauwelijks zon te zien, maar dat werd goedgemaakt door het verblijf zelf. Spaanse winter.
Dan hadden we een kort intermezzo in het domein l'Espinet in Quillan (tussen Perpignan en Carcassonne), waar we de laatste 15 jaren ten minste éénmaal per jaar verbleven. We hadden in de namiddag een afspraak ten huize van Rita en Harry, die ons eindelijk weer de smaak van Blanquette de Limoux in herinnering brachten.
Het moet niet altijd Cava zijn. De zon was opnieuw volledig van de partij tijdens deze welkome tussenstop.
Een dik uur na vertrek zaten we volop in de sneeuw, op ongeveer 650 m hoogte, in een dorp tussen Carcassonne en Toulouse. Gelukkig hadden we een B&B in een vallei gereserveerd, sneeuwvrij. Toch was het daar ook niet al te warm. De thermostaat moest omhoog, en de truien werden boven gehaald.
Vanmorgen, na het ontbijt, begonnen we de definitieve tocht naar het barre noorden. Op dit ogenblik zitten we in het warme huis van Betty (afkomstig uit Leuven), die ons een fles wijn offreert om de ervaringen van de laatste dagen door te spoelen.
zie http://users.telenet.be/Vanwinkel/
Morgen zijn we, zonder tegenslag, opnieuw thuis, en kunnen we starten met acclimatiseren aan de Belgische kust.
Tot volgende.
08-05-2010, 00:00 geschreven door grob
01-05-2010
KOKENETEN: artisjok around the clock
Vandaag gaan we door tot de bodem, de artisjokbodem.
Het leuke is dat je in Spanje volop (voorlopig toch nog) verse tonijn op de kop
kan tikken, en hem daarna nog opsmikkelen ook.
Welke groenten gaan we daarbij nemen?
Waarom eens geen distelbloem? Of met andere woorden: artisjok.
Artisjokken zijn echt wel de vlezige, gesloten en geschubde bloemknoppen
van een distelsoort.
Daarmee wil ik niet zeggen dat je die ene vervelende distel uit je achtertuin
morgen moet gaan opknabbelen.
De artisjok is gekweekt uit de kardoen, een distel die nog steeds in het wild
voorkomt. De oorsprong ligt waarschijnlijk in Perzië (Iran) en Turkije.
Al voor onze jaartelling was de artisjok een geliefde delicatesse
bij de Egyptenaren en de Romeinen. Ook de Franse edelen waren er dol op.
Tot in de 18e eeuw werd het eten van artisjokken beschouwd als een teken
van rijkdom. Ook in onze tijd wordt de plant beschouwd als een delicatesse,
die bovendien makkelijk in de tuin te kweken is.
Artisjokken worden vandaag ook het hele jaar aangevoerd vanuit Frankrijk,
Egypte, Spanje en Italië.
De grootte van de artisjok hangt af van het ras en zegt dus niets over de kwaliteit.
Zo zie je op de eerste foto een kleine arti, en op de tweede foto een grote sjok.
Let er bij de aankoop op dat de artisjokken niet te veel bruine blaadjes (schubben)
vertonen, dat de stengel stevig aanvoelt en dat de knop nog gesloten is.
Artisjokbodems zijn ook in blik verkrijgbaar.
Je kunt dus slim doen zoals ik, en enkel de artisjokbodems of -harten gebruiken..
De artisjokken vertonen ook slim gedrag.
Ze bezitten het merkwaardige verschijnsel van prikkelbare meeldraden :
bij aanraking met bijvoorbeeld een bijentong of -poot trekken de helmdraden
zich samen en komt er een snuifje wit stuifmeel vrij uit de helmknoppen .
Ga en vermenigvuldig u! (Job, XIII, §5)
Als je nu toch zelf deze distels wil bedwingen (misschien omdat je de blaadjes
ook wil degusteren), kan je als volgt tewerk gaan:
Wassen, de steel afbreken en de onderste lelijke en taaie bladeren verwijderen.
Knip de puntjes van de bladeren alleen af als ze lelijk zijn.
Leg de artisjokken samen met de stelen en de weggesneden bladeren in
een bodem kokend water met zout. Voeg eventueel azijn of citroensap toe
(of steek een paar dunne, halve schijfjes tussen de bladeren).
Ze zijn gaar in 30 à 40 min. (controleren door met een vork aan een blaadje
te trekken: als het gemakkelijk loslaat is de groente gaar).
Ondersteboven laten uitlekken in vergiet en droogdeppen met een doek.
Trek van onderaf beginnend de blaadjes een voor een uit de artisjok en
dompel ze telkens met de vlezige onderkant in een dipsaus. Zuig de blaadjes uit.
Het 'hooi' (de nog niet ontwikkelde bloemblaadjes) dat nu tevoorschijn komt
is niet eetbaar. Schraap het met een mes van de artisjokbodem.
De bodem is wel het lekkerste deel van de artisjok: snijd hem in stukjes
en geniet ervan met de rest van het sausje.
Mijn manier: neem artisjokharten uit blik; gooi ze in een vergiet en laat ze uitlekken.
TIP! Hou er rekening mee dat wijn niet goed bij artisjokken smaakt. Neem dus je voorzorgen. Mediabestanden
Het is natuurlijk een mediterraan gerecht, en er komen o.a. nog trostomaatjes
en olijven aan te pas.
Kortom, tijd voor ons (supereenvoudig) recept “tonijn met artisjokbodems”:
ingrediënten voor 2
bereiding
2 visfilets van 200g (verse tonijn)
verwarm de spinazie in de microwave (7’ full power)
400g (diepvries)spinazie
kruid met pezo en roer het er goed onder
2 trostomaten
laat de artisjokharten en de olijven uitlekken in een vergiet
1 blik artisjokharten
verwarm de oven op 175°
tiental zwarte olijven
pel de tomaten, snij ze in langwerpige partjes
olijfolie
verdeel de spinazie en de olijven over vuurvaste borden
2 el graanmosterd
leg op elke portie een gekruide visfilet
pezo
bestrijk de vis zorgvuldig met mosterd
takjes peterselie (garnering)
leg er de partjes tomaat en de artisjokharten op
besprenkel met olijfolie, en zet 15’ à 20’ in de oven
haal ze er uit en garneer met de peterselie
Nog een kwartier laten opkomen in de oven.
En toekijken terwijl de kwijl uit mijn mondhoeken gutst.
Op voorhand gedresseerd, mag het uit de oven onmiddellijk de tafel op.
.
Dit gerecht is waarschijnlijk een van de meest fotogenieke die ik maakte.
En het is dan nog heel lekker ook.
En iedereen kan dit maken zonder probleem.
En ik wou dat ik het weer hier en nu kon eten.
De kans is zeer groot dat dit (voorlopig) het laatste blogstukje is uit Spanje.
Het volgende zal zijn van onderweg, of vanuit België.
Ondertussen gaan we vanaf woensdag nog wat reisavonturen beleven
in het binnenland van Spanje en Frankrijk.
01-05-2010, 15:07 geschreven door grob
23-04-2010
Op de Oostendse zee met een brik, geeft je een kick (3)
De Mercedes, scheepje waar we mee gaan varen is dus een brik.
Misschien is het interessant om in de buurt te blijven van een reddingsboei.
Want “brik” klinkt niet zo betrouwbaar als een klipper vind ik, of een karveel.
Het vaargebied van de Mercedes is nogal uitgebreid.
Op de kaart zijn de landen aangestipt, waar “zij” regelmatig het anker werpt.
Als je de Lotto wint kan je zelf je eigen bestemming bepalen, waar dan ook.
Voorlopig houden we het maar op een zeetocht in de Belgische wateren.
We zijn aangemonsterd en we hebben nog even tijd.
Greta nestelt zich toevallig in de buurt van de scheepsbar.
Mijn beurt om van de zon te genieten.
De boog en de boeg kunnen niet altijd gespannen staan.
Eens het anker gelicht is, vaart het schip (met motor) naar de open zee.
De landratten moeten zich hier beschermen met een extra jas.
In het begin is het nog wat zoeken naar het juiste evenwicht.
De zeilen worden opgetuigd en beginnen rumoerig te flapperen.
Aan de boeg hangen wat lakens te drogen, maar het kunnen evengoed zeilen zijn.
Wat kent een leek als ik daar van?
Voorlopig mogen we trouwens niet in de buurt van de boeg komen.
De specialisten zijn daar aan het werk om alles uit de zeildoeken te doen.
En zo gaan we dan op pad, met alle zeilen klapperend in de wind.
Bezoekers van een kleiner formaat komen ook even langs om te kurieuzeneuzen.
Maar veel valt er niet te zien. Iedereen is relaxed tot en met.
Zo relax zelfs dat een reddingsboot er geen vertrouwen meer in heeft,
en ons argwanend van nabij gade slaat.
Nochtans gaat alles er vredig aan toe.
Er heeft net een barmeid die struikelde over de uitgang van de bar rechts
een dienbord met enkele glazen wijn over mijn rug uitgestort,
maar een echte zeebob valt daar niet over.
Een wijndichte vest moet je natuurlijk wel voorzien hebben.
En zo dobberen we rustig verder over het zilte nat, terwijl
de kleinere brikjes en brakjes ons pad voorafgaan.
Op zo’n brik krijg je al gauw de hik.
Goed vasthouden is de boodschap.
Hoe langer hoe meer begint dat hier op de Titanic te lijken.
Greta staat bijna op de boegspriet en heeft zin
om haar armpjes te spreiden.
Bob DiCaprio komt nog net op tijd om haar af te stoppen
(voor de veiligheid natuurlijk).
De Mercedes gaat nu keren, en alle hens komt aan dek.
Het schip moet terugkeren en het touwtrekken kan beginnen.
Barman, steward, matroos, stukadoor,
iedereen zet zijn beste beentje voor.
Soms is er wat touw over.
Beter te veel dan te weinig voor mijn part.
Vanaf de boegspriet komt Oostende opnieuw in zicht.
Hier probeer ik eindjes touw op de juiste plaats te trekken,
en het is zwaar werk.
Dan toch maar liever een scheepsladder op,
om hogerop een losgeslagen stuk zeil te bedwingen.
Ik dacht dat matrozen altijd alles netjes opruimen,
maar niet waar hoor.
Dat moest ik nu thuis eens laten rondslingeren!
De skyline van Oostende komt stilaan opnieuw in zicht.
We naderen het staketsel. Altijd een beetje riskant met een groot zeilschip.
Intussen is het Casino ook al niet van plaats veranderd.
En zo eindigt deze fantastische zeiltocht met de Mercedes,
die andere waterige oorden gaat opzoeken.
Onze slogan was: Wind is our Friend.
Meer info vind je op www.windisourfriend.com
23-04-2010, 00:00 geschreven door grob
18-04-2010
KOKENETEN: zet salie nooit achter een tralie
Waar je hem wel moet zetten lees je hier verder en uitvoerig!
Saliekruid wordt onterecht nog te weinig gebruikt in de keuken.
Vandaag gaat hij zijn rol vervullen samen met een stuk kalkoen en selder.
Kennen jullie al de topper onder de geneeskrachtige planten?
Dat is inderdaad salie en weten jullie ook waarom dat zo is? Lees verder.
De naam komt uit het Latijn, en betekent genezen of helen. Eeuwenlang werd Salie als een wonderplant beschouwd,
weliswaar was men in de donkere tijden nog niet veel gewend.
Van origine was salie terug te vinden rond de Middellandse Zee,
meer bepaald bij de Grieken en de Romeinen..
De klassieke Grieken gebruikten de plant al voor de behandeling van
tuberculose , zweren en slangenbeten.
Romeinen brachten het mee naar onze streken
Ze beschouwden de plant als een gewijd kruid, en ze kenden een
uitgebreid protocol en ceremonie voor het plukken.
Zo diende het met een speciaal mes gesneden te worden;
dit mocht geen metalen mes zijn, omdat het kruid hierop zou reageren.
Ook diende men schone kleren te dragen en schone voeten te hebben.
In de Middeleeuwen was salie het middel (zogezegd) tegen cholera en de pest.
Later in de tijd, spreken we hier van de 17de en 18de eeuw, was salie
een uitstekend ruilmiddel voor onze Nederlandse buren.
In het verre Oosten ruilden ze de salieblaadjes voor theeblaadjes.
Drie kisten thee voor één kist salie aub. Geboren handelaars, die Nederlanders!
Zelfs de Sinezen waren ze te slim af met de salie.
Laten we toch ook even naar het gerecht kijken.
Door al deze uitleg zijn de salieblaadjes al opgeslokt door de kalkoen, zie ik.
We zullen ons dus maar beter bezighouden met het keukenaspect van salie.
Salie is ook daar veelzijdig, vooral om de gerechten beter verteerbaar te maken.
Het wordt toegevoegd zowel bij vis- als vleesgerechten, echter wel laag gedoseerd
te gebruiken en met zo weinig mogelijk andere kruiden gecombineerd.
Ons kruid is afkomstig van een bladhoudende vaste plant met een sterke geur
en doortastende smaak. De Romeinen (hier zijn ze weer!) brachten er reeds
hun kazen mee op smaak. Gedroogd en ingevroren bewaart salie goed zijn aroma!
Maar degene die ik hier tussen mijn vingers houdt is kakelvers.
(terloops: ik zie er nogal warm uitgedost uit, maar de foto's dateren van januari)
Kortom, tijd voor het (eenvoudig) recept “kalkoenschnitzel met selder en salie”:
ingrediënten voor 2
bereiding
4 tot 6 dunne kalkoenlapjes
snij de selderstengels in boogjes
4 plakjes ham (gekookt of gedroogd)
maak de selder mals in de microgolfoven (2’)
2 stengels (witte) selder
kruid de kalkoenlapjes
4 middelgrote rijpe vleestomaten
leg op elk plakje een lapje ham en 2 blaadjes salie
1 el boter of olie
steek ze vast met een houten prikker
8 blaadjes verse salie (of gedroogd)
snijd de tomaten is stukken, kruid ze met pezo
1 of 2 sjalotten
stoof sjalotje(s) aan in de vetstof, tot ze glazig zijn
pezo
voeg tomaten en selder toe, zet het deksel op de pan
bak de schnitzels 5’ aan elke kant
heel lekker met gekookte piepers of rijst
Het laatste snijwerk zijn de tomaten.
Na kruiding mogen ze, met de selder, bij de aangestoofde sjalotjes.
Terwijl de groentjes op volle smaak komen, is er nog wat tijd voor
nuttige informatie over het wonderkruid salie.
Op zonnige, droge hellingen en tussen krijtrotsen vinden we salie terug
in de natuur rond de Middellandse Zee.
Best is dus in meer noordelijke streken het kruid een zonnig, liefst beschermd
plaatsje in de tuin te geven (in strenge winters de planten best beschutten).
De grond mag/moet kalkrijk en goed gedraineerd zijn.
Kortom, in voedzame, droge grond staat salie zeker op zijn plaats.
Dank zij de juiste omgeving komt de groengrijze plant in de zomer
(in Spanje bloeit onze plant nu al een tijd) met mooie paarsblauwe bloemen.
Salie is ook gemakkelijk te kweken in potten op het terras, zoals wij het doen.
Intussen zijn de heerlijk geurende groenten klaar.
.
Terwijl Greta al ongeduldig met mes en vork op de tafel zit te tokkelen,
kan ik niet stoppen over salie: het plantje is weinig onderhevig aan ziekten
of insecten en daardoor een gemakkelijk door iedereen te telen kruid. TIP: door de topscheuten regelmatig weg te knippen,
voor gebruik in keuken, blijft de plant langer fris.
Dit voorkomt houtachtige groei wat de levensduur aanzienlijk verlengt.
Terwijl intussen de vleesjes heerlijk gebakken zijn, toch nog even dit:
Men gebruikt salie in sauzen en bij vette vleesgerechten.
Ook vette vissoorten houden van dit kruid, en zo denken we even aan
“paling in ’t groen”, daar hoort zeker salie in (maar niet te veel)!
Als amateur-kokje heb ik dit laatste nog niet aangedurfd, maar dat komt nog.
Kruidenazijn en kruidenolie vragen ook om wat salie.
Gefrituurde salieblaadjes worden geserveerd bij pasta’s of als garnituur bij
koude schotels; ook bij gedroogde ham met een fris slaatje. Voor de liefhebbers.
Salie geeft ook de typische smaak aan het Italiaanse gerecht “Saltimbocca”.
Greta bereidt dit af en toe, met verse salie natuurlijk. Ook in smeerkazen en in vulling van varkens- en kalfsvlees gebruikt men salie.
Greta schept intussen al het heerlijks in haar bord, en dus kan ik nog even
doorgaan over salie: het wordt door de kenners gebruikt als mond spoelmiddel
omdat het kruid ontsmettend werkt (aften, ontstoken tandvlees),
men vindt het ook verwerkt in tandpasta (maakt de tanden witter).
Lauwe saliethee, gebruikt als gorgelmiddel, werkt genezend bij keelpijn
en ontstoken amandelen. Ook als slaapmutsje is deze thee ideaal.
Goed gelezen, slaapwandelaars?
Extract van salie (olie) helpt bij reumatische pijnen en is ook bloedzuiverend. Helpt ook bij buikkrampen, tegen winderigheid en is spijsverteringbevorderend. Naar verluidt helpt het ook om de kwaaltjes tijdens de menopauze wat te verlichten.
Over dat laatste aspect kan ik me niet uitspreken.
En om te eindigen nog enkele praktische salietips:
Salie niet gebruiken tijdens de zwangerschap!
(de meeste van mijn lezers gaan daar geen probleem mee hebben) Salie heeft ook een versterkende werking op ons zenuwstelsel,
en is daarom ook een handig antistress middel. Ook als schoonheidsmiddeltje bewijst salie zijn diensten: als haarspoelmiddel,
vooral bij donkerharigen om de haren nog donkerder en meer glanzend te maken. Het kan tevens gebruikt worden als lotion om de huid te reinigen (eczeem, puistjes).
En nu allemaal naar de salieboer voor een plantje!
GroB adviezen houden je lekker (en) gezond!
18-04-2010, 17:21 geschreven door grob
tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba
Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw
tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland
discrete blik achter de schermen in Segovia
beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo
aan het werk in hoteltuin in Alberic
aan de Groenplaats met Seniorennet
met vrienden in El Palmar (Valencia)
catamaran van Tarifa naar Tanger
lunch in Parador van Arcos de la Frontera
Viking van de Geiranger fjord