aantal kliks op deze blog
de daders: Greta en boB = grob
Organisation de loisir agréable et blabla amical
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica
zeer interessante links vind je hieronder
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.
koninklijke glasblazerij tegen Segovia
Expo Oostende voor Anker 2009
als smakelijk hapje in Valencia
fontein in Vejer de la Frontera
standbeeld Tio Pepe in Jerez
trol met Greta in Bergen (Noorwegen) (trol staat bovenaan)
met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao
m.a.w. de weblog van Greta en boB
de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB. Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet, ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.
24-06-2010
KOKENETEN: bot gevangen, aan de haak gehangen
Vandaag bereiden we verse heilbot.
Deze platvis is de grote neef van de tarbot, die al eerder aan de beurt is gekomen.
Deze knaap kan ongelooflijke afmetingen hebben. Hier zie je een Duitse visser
die in Noorwegen een heilbot aan de haak heeft hangen.
Tot zijn grote spijt achteraf, want hij heeft zeven maanden alle dagen heilbot
mogen eten. Sieg Heilbot!
In navolging van het TV programma “Zalm voor Corleone” met
Herman van Molle, heeft de drang zich van mij meester gemaakt om
eveneens subito presto naar Noorwegen te trekken, om de plaatselijke heilbot
uit zijn tent te lokken.
Misschien ga ik een programma maken: “Heilbot voor Tom Boonen” of zoiets.
Hij zit te water zowat op dezelfde plaatsen als zalm, maar ik zelf ga starten
in Noorwegen.
Wat moet je nog meer weten van deze zwemmer, vooraleer je hem opeet:
Heilbot is een platvis van meestal 1,5 tot 2 meter lang, en kan 3 meter lang
en 150 kg zwaar worden. De kleur van de bovenkant is groen/bruin tot zwart,
de onderkant wit. Het is een langgerekte, dikke vis.
Tot hun tweede of vierde blijven de jonge vissen dicht bij de kust. Hoe groter ze worden, des te meer verwijderen ze zich van de kust en ten slotte
installeren ze zich op grote diepte (100 - 1500 meter). Na het paaien ondernemen de vissen een tocht naar het noorden,
om voedsel te zoeken. Tegenwoordig worden de vrouwtjes max. 30 jaar oud.
De mannetjes moeten het uiteraard eerder afleggen.
De jonge vissen eten grote schaaldieren (krab, garnalen).
Heilbotten
van meer dan 35 cm lengte eten uitsluitend vis.
Heilbot is rijk aan visolie (niet van BP) en is gerookt een delicatesse.
Vers is heilbot eveneens een lekkernij, maar bij ons is hij minder gekend.
De onderkaak steekt naar voren, zowel de boven - als de ondertanden
zijn zeer krachtig. Deze vis hieronder bijvoorbeeld werkt mee aan
het TV-programma “Man bijt Heilbot”.
Niet meer dan logisch dat ik voor dit gerecht zware handschoenen draag.
Met een heilbot moet je zorgvuldig omspringen.
Toch heb ik het volgende receptje tot een zeer smakelijk einde kunnen brengen:
Heilbot met paprika’s.
Waar wacht je op?
ingrediënten voor 2
bereiding
400g visfilets (heilbot)
spoel de paprika’s, verwijder zorgvuldig zaad en zaadlijsten
1 rode paprika
snij het vruchtvlees in repen of blokjes naar voorkeur
1 gele paprika
vermeng ze met de look en takjes afgeritste tijm
2 lookteentjes
kruid met wat pezo
1 el citroensap
verdeel de paprikastukken over 2 grote vellen aluminiumfolie
75g room
leg er de afgedroogde visfilets op
75g zure room
besprenkel ze met citroensap, kruid ze ook met pezo
1 el zacht paprikapoeder
vouw de pakketjes zorgvuldig toe en zet ze in de oven op 220°
verse tijm
indien dunne visfilets: 20’ (paprika eerst garen in microwave)
kruiden: peterselie, bieslook…
indien dikke visfilets: tot 40’
pezo
meng zure room met de gewone room en het paprikapoeder
kruid naar smaak bij met pezo
serveer de room lichtjes gekoeld, doe er rijst bij
De heilbot staat op het punt de keuken te verlaten, nadat hij
een ultieme beurt heeft gekregen van zacht paprikapoeder en room.
TIP: heilbot wordt meestal in moten verkocht en is zowel diepgevroren
als vers verkrijgbaar. Om te zien of de vis vers is, let u best op de ogen.
Zoals bij de vrouwen dus.
Deze moeten helder zijn en een beetje bol staan.
De huid van de vis moet vochtig en glanzend zijn
en mag geen verkleuringen vertonen.
De vis moet een frisse reuk hebben.
Wanneer het gaat om een filet, mag er geen vocht
vrijkomen wanneer u zachtjes op de vis duwt.
Het witte, smakelijke vlees heeft zijn weg gevonden naar de tafel,
en wordt met smaak en zonder handschoenen verorberd.
.
We zijn vanaf morgen dus onderweg naar Noorwegen, de heilbot tegemoet.
Deze hieronder is er alvast niet gerust in. Hij weze gewaarschuwd.
Die lelijkerd wil ik eten met smøre brøt.
Morgen gaan we de boot op, en ik hoop dat ik van op de Atlantische Oceaan,
of vanuit de fjorden een update kan brengen over de lokale visstand,
of andere avonturen kan beschrijven.
24-06-2010, 00:00 geschreven door grob
18-06-2010
Een houten hotel, dat bevalt ons wel
We blikken even terug naar onze reis met de wagen door het oosten van Spanje,
en verder door Frankrijk, op weg naar België in 2009.
In plaats van het stuk tolweg van Allicante naar Valencia langs de kust te rijden,
kiezen we voor het binnenland. In het verleden hebben we dat al één keer gedaan,
maar indertijd ging het nog echt door “Spaans binnenland” met alleen maar
secundaire wegen.
Op dit ogenblik is alles (tolvrije) autoweg geworden, behalve een kort stukje
van 14 km dat nog niet is afgewerkt.
Ik had een piepklein hotelletje op de kop getikt, ongeveer 30 km v óó r Valencia,
door echte Spanjaarden bemand.
Catalanen zijn het eigenlijk, want rond Valencia is er nog heel wat Catalaanse invloed.
Uiteraard liggen de wegen naar het hotel, zoals overal in Spanje, in knopen.
Ook de GPS geraakt er niet door. Dan maar een kort eindje door een eenrichtingsweg,
om tot bij het hotel te geraken.
We bevinden ons nu in een kalme residentiële wijk, alleen op straat.
Het hotel heeft een ongewone constructie, het is volledig gebouwd in hout.
En daarbij is het heel rustig gelegen, en op minder dan 1 km van de autoweg.
Eens je de weg weet is het kinderspel. Ideaal dus voor ons.
De voorgevel is heel verzorgd en uitnodigend, met een mooie rotstuin ervoor,
waar de cyclamen en andere planten in natuurlijke bloei staan.
De naam van het houten huis is duidelijk af te lezen: “Raco de la Pintora”.
Toen ik het besteld had via internet, nam ik het woordenboek Spaans-Nederlands
ter hand, om te kijken wat “raco” betekent. Het stond niet in het woordenboek vermeld.
Dan maar ter plaatse gevraagd aan de uitbater.
Het is Catalaans, en daarom heb ik het natuurlijk niet gevonden.
In het echte Spaans (Castillaans) klinkt het “Rincon”, wat “hoek” betekent.
Raco de la Pintora wil eigenlijk zeggen “het hoekje van de schilderes”.
De uitbaatster heeft als hobby schilderen. Niet op ramen en deuren, maar op doek.
Mevrouw heeft heel het huis ervan volgehangen. En lelijk!! (de schilderijen bedoel ik).
Niet te verwonderen dat we de enige gasten waren.
Het hotelletje heeft trouwens maar vier kamers. Het is eerder een vermomde B&B.
Het arrangement omvatte ook het ontbijt trouwens.
Aan de achterkant ligt een mooie tuin, alleen voor ons, waar we konden verpozen,
terwijl het eenvoudige diner werd bereid. Zo hebben we het graag: een beetje
ontspanning, en een eenvoudig maal onderweg.
Reizen is goed, als je het traag doet.
Achter het hotel ligt ook een zwembad, dat gans het jaar verwarmd wordt
door zonnepanelen. Als je goed kijkt, zie je een stuk ervan staan op het dak.
Onze kamer, nummer 104 (hoewel er maar vier kamers zijn), draagt de naam
“L’horta”, wat zoveel wil zeggen als “tuin”.
Als je 650 km gereden hebt, is er niets beter dan een douche,
die je langs alle kanten kan laten spuiten.
Als je tijdens het verblijf in deze Startrek-buis zegt “Beam me up, Scotty!”,
dan wordt je vanuit deze machine genadeloos en geluidloos gekatapulteerd
naar een hemelbed. Wat kan er mooier zijn?
De volgende ochtend bleek dat we niet voldoende geld hadden.
We waren vergeten flappen te tappen uit de muur. Je weet wat er gebeurt
als je niet kan betalen in het restaurant: de afwas wacht je op.
In mijn geval kreeg ik een halve dag dwangarbeid in de tuin.
Stenen sjouwen en het zwembad uitlikken!
Zoniet ging men de Guardia Civil erbij halen.
Dat zwembad viel nogal mee, alleen die verdomde chloorsmaak!
Hier kom ik nooit meer!
Zelfs de kruiwagen is van hout!
PS. weet je wat het voordeel is van een houten hotel?
Je valt niet op
met een houten kop.
18-06-2010, 12:07 geschreven door grob
07-06-2010
KOKENETEN met een worstig groentepotje
Zuurkool is een van die rare dingen die soms uit de keuken komen,
waarvan veel tafelaars niet zo exact weten wat ze gaan consumeren.
Het is een sterk onderschatte “groente”, toch echt de moeite om even van
nabij te bekijken. Het is geen echte groente natuurlijk, maar al een afgewerkt
product, dat gecombineerd wordt met vlees, of vandaag ook al dikwijls met vis.
De historici denken dat zuurkool afkomstig is uit het noorden van China
en met de Mongolen (Djenghis Khan) en andere volkeren via middeleeuwse
volksverhuizingen in Oost-Europa terecht kwam.
Vooral in Oost-Europa wordt zuurkool traditioneel nog altijd veel gegeten.
Oost-Europese joden zouden zuurkool hebben opgenomen in hun keuken
en het gerecht verder hebben verspreid naar het Westen en de Verenigde Staten.
Joden aten de zuurkool natuurlijk niet met spek of worst , maar met gans of eend.
Pas tegen het eind van de achttiende eeuw raakte zuurkool in de Nederlanden
volledig ingeburgerd.
In Frankrijk wordt, met uitzondering van het Elzasgebied , weinig zuurkool
(choucroute) gegeten. In Engeland en de Verenigde Staten gebruikt men
voor zuurkool nog altijd de Duitse benaming “sauerkraut”.
In België blijft de naam choucroute populair.
Het hier bereide receptje bevat trouwens maar voor een klein gedeelte zuurkool.
Andere ingrediënten worden door de dienstdoende keuken commies voorbereid:
ajuin, aardappelen, paprika’s enzovoort.
Zuurkool werd lang geleden in de eerste plaats thuis bereid.
Het was een langdurige en saaie bereiding, en men heeft er speciaal materiaal
voor nodig: Keulse potten bijvoorbeeld. Wat is dat ook weer?
Waarschijnlijk dateren die nog van toen men het in Keulen hoorde donderen.
Er zijn wel interessantere bezigheden dan Keulse potten vullen, en dus is het
afgewerkte product kopen een pak gemakkelijker voor de moderne stressmens.
Deze bereiding hier valt op door de vele aangename aroma’s en smaken.
Onder andere mild paprikapoeder, (Spaanse) worsten en spekblokjes maken het
bijzonder smaakvol.
Terwijl ik dit schrijf, moet ik nu mijn stoel 10 centimeter achteruit trekken, anders
loopt de kwijl in beekjes tussen de toetsen, en dat beperkt de houdbaarheid
van mijn PC klavier in de tijd.
Hoe bereidt men dan vandaag zuurkool, als het niet (meer) thuis is?
Er zijn in Nederland en België gespecialiseerde bedrijven die per jaar
massale hoeveelheden verwerken, op de volgende manier:
Van de gewone witte kool worden de buitenste bladeren verwijderd
en de harde kern uitgeboord.
De kool gaat nu in grote voorraadputten.
De industrie gebruikt hiervoor vaten van cement of plastic.
Deze putten worden dan luchtdicht afgesloten.
Dit gebeurt door plastic zakken, gevuld met water. De geraspte kool wordt bewaard
in gearomatiseerde pekel (water verzadigd met 1.5 % zout).
Zo kunnen de bacteriën die melkzuur produceren, de kool doen gisten.
Deze bacteriën produceren ook een beetje azijnzuur dat, in combinatie met zout,
garant staat voor de bewaring van de voedingswaar.
Het zout reinigt de kool en er vormt zich pekel met het plantensap van de groente.
Zetmeel en suiker worden nu omgezet in melkzuur. Afhankelijk van de temperatuur
en de structuur van de kool duurt dit gistingsproces drie tot acht weken.
De zuurkool heeft dan ongeveer de helft van haar gewicht verloren en levert
een geconcentreerd gehalte aan vitamines en minerale zouten).
Zuurkool is licht verteerbaar - veel lichter dan de oorspronkelijke witte kool.
Bij het koken komt trouwens NIET, zoals bij andere kool altijd het geval is,
de typische spruitjeslucht vrij.
Verse zuurkool wordt vandaag, vacuümverpakt, zowat overal te koop aangeboden.
Haal de kool uit het pakje en was de zuurkool zorgvuldig.
Choucroute bevat zeer veel water (90%) en vezels en ze levert maar 20 kcal
per 100g product. Zonder de bijproducten en rekening houdend met het zoutgehalte
is zuurkool zeer geschikt voor een dieet.
Bovendien bevat dit product, in tegenstelling tot vele andere geconserveerde
producten nogal wat vitamine C (40mg/100g) en E, koolhydraten, kalium,
calcium, magnesium en melkzuur.
Al in de 3e eeuw voor onze jaartelling, werd zuurkool gegeten bij de bouw
van de Grote Muur van China. En hij staat er nog!
Dank zij de zuulkool ofte Tsjoe Klut in het Chinees.
Soms wordt voor een iets andere smaak een gedeelte wijn toegevoegd,
waarbij dan wijnzuurkool ontstaat, eveneens te koop in de winkel.
Het is trouwens in deze vorm dat vroeger de stoere zeebonken kool meenamen
op hun lange tochten. Hét perfecte middel tegen scheurbuik.
Dit verschijnsel is ontdekt door de Engelse ontdekkingsreiziger J ames Cook .
(what’s in a name?)
Misschien is dit een van de redenen dat het ook in Nederland populair is,
want Nederlanders, zoals iedereen wel weet, waren fervente zeevaarders.
Zuurkool is bekend om haar vermogen om het spijsverteringsstelsel te ontsmetten.
Het bevat ook vitamine B en ijzer . Dat laatste is het enige nadeel. Je mag niet té dikwijls
zuurkool eten, want je ingewanden zouden kunnen gaan roesten.
Ook ijzersterk is dit recept, en tegelijk een streling voor alle mogelijke zintuigen.
Probeer dit eens op een moment dat het zomerse weer er niet zo zomers uitziet:
Groentepotje met worst en zuurkool.
Waar wacht je op?
ingrediënten voor 4
bereiding
500g piepers
schil de aardappelen
400g zuurkool (ev. in wijn)
snij de groenten in blokjes
1 volwassen rode paprika
pel de uien en snij ze in fijne schijven
2 uien
bak spek en uien kort aan in de hete boter
100g spekblokjes
strooi er het paprikapoeder en de suiker bij
(Spanje: Serrano blokjes)
roer tot de suiker gesmolten is
4 stevige witte pensen
doe er de zuurkool, aardappelen en 1l groentenboeljon bij
1.5 l groentenboeljon (blokjes)
dek af en laat 15’ koken (indien in wijn, best zonder deksel)
boter
spoel intussen de paprika’s, verwijder zaad en zaadlijsten
100g (slag)room
snij in reepjes en voeg er de paprika’s aan toe
2 à 3 el fijne suiker
laat nog 10’ koken, tot de aardappelen gaar zijn
2 el zacht paprikapoeder
prik de witte pensen in met een vork
(Spanje: pimenton de la Vera)
leg ze in de rest van de kokende groentenboeljon
2 el gehakte bieslook
laat de pensen 5’ garen
peper
haal het velletje van de worsten en snij ze in plakjes
doe ze bij de groenten, en kruid het gerecht naar smaak bij
klop de room op met de gehakte bieslook
voeg wat peper toe, zout zit voldoende in de zuurkool
verdeel dit groentepannetje over diepe borden
werk elke portie af met een toef kruidenroom en dien op
De zuurkool maakt, zoals je merkt, slechts een klein deel uit van het geheel.
Het zijn zeker ook de andere ingrediënten die zorgen voor een heerlijk aroma.
Naast het recept, afkomstig uit een gekend vrouwenblad, staat deze foto:
Mijn eigen resultaat ziet er ongeveer hetzelfde uit, maar dan gefotografeerd zonder
een professionele fotograaf in de buurt. Hoewel Greta stilaan in de buurt komt.
Deze keer heb ik aan het recept eigenlijk geen veranderingen aangebracht.
Je ziet dat zelfs een klein amateur-kokje zoals ikzelf dit gemakkelijk kan maken.
En als ik het kan, kan iedereen het. Het zwaarste is: alle ingrediënten bijeen kopen.
.
Het opscheppen zonder morsen heeft ook een hoge moeilijkheidsgraad,
maar Greta doet het weer met vaste hand.
Dit groentepannetje smaakt naar nog.
Gelukkig heb ik het voor vier eters gemaakt, dus tweemaal genieten is er bij.
Geef het aan geen hond, of zijn buikje staat ervan rond.
07-06-2010, 15:48 geschreven door grob
30-05-2010
Bak je klei in de maand mei
Als je tijdens het weekend eens in de buurt komt van Boom, langs de A12 autoweg
bijvoorbeeld, ga dan eens een stapje verder tot in Terhagen.
Je zult het je niet beklagen.
Het museum van de Rupelklei verwelkomt je graag in de namiddag.
Het ligt ook pal naast de fietsroute langs de rivier, als je op twee wielen zit.
Het gebouw puilt onder meer uit van talloze uit lokale klei
gebakken voorwerpen.
Er staat zelfs een kunstpaard (!), maar dat is niet van klei.
Dit geopende bierblikje bijvoorbeeld, is niet uit blik, maar uit
de oerechte Boomse klei.
Je mag in deze ruimte niet te veel met de armen zwaaien,
want breken is betalen.
Twee spitse kegels houden een gebakken bol vast.
De maker vond waarschijnlijk zijn inspiratie tijdens
een partijtje bowling. Sport op het kunstenaarsbord.
Diertjes zijn vanzelfsprekend heel populair bij de fervente kleibakkers.
Zo heb je bijvoorbeeld hier een haantje (de voorste), dat ook kan dienen
als een comfortabel containertje, al was het maar voor paaseieren.
Ook deze twee kleibakkers concentreren zich volledig op onze gevleugelde vrienden,
hoewel de linkse bakker ook graag een écht, vlezig haantje op het bord ziet liggen.
Een haantje Archiduc bijvoorbeeld.
Zelfs een groen draakje maakt zijn opwachting.
Ik verwacht dat het elk ogenblik vuur gaat spuwen,
maar het vurige deel is voor later.
Vogeltjes zijn natuurlijk altijd sympathiek, vooral als het stevig doorvoede
zwaluwtjes zijn, zoals dit deftig geklede groepje hier.
Alles is (soms) te koop aan spotprijzen.
Ook mogen visjes niet ontbreken.
Dit exemplaartje in de Spaanse kleuren is een aardappelmesvisje.
Als het verder groeit, wil het ooit een echte zwaardvis worden.
Hier hebben zich een troepje gebakken schildpadjes genesteld.
Op de vloer bedoel ik.
Wat zou nu eigenlijk harder zijn?
Een echt schildpadschild of een gebakken in klei?
Deze dames raken het daar moeilijk over eens.
À propos, de rechtse dame is mijn Greta, en naast haar
staat dochter Nora.
Ze lijken mentaal zo erg op elkaar dat ze zelfs zonder
enige afspraak dezelfde kleren kiezen.
Alleen zijn ze bij Greta één maatje groter.
Voor de rest zijn deze schatjes totaal identiek.
Als gastbakker is er ooit een Indiaan langs geweest,
die zijn sporen heeft nagelaten met een uit de klei en
de kluiten gewassen gebakken totem.
Deze illustere Indiaan luisterde naar de naam “Chief Holy Smoke”.
Dit is werkelijk een prachtstuk.
Jammer dat de totemkop wat op mij lijkt.
Er vertoont zich zelfs een niet onaardige alien die uit een honingraat ei kruipt.
Deze mannetjes zijn gebaseerd op de lokale voetbalploeg,
elf spelers in een vier-vier-drie opstelling en twee ballenrapers
vooraan. Zien er heel sportief uit.
De vrouwtjes daarentegen…
Intussen waren buiten een reeks nieuwe baksels al geruime tijd in de oven gezet.
In afwachting van de bakresultaten zijn er enkele dames op de voorgrond
die overwegen om de plaatselijke vaatwas te doen.
Nora, Greta en Sigrid, die schoonmama mag (moet) zeggen tegen Greta
beraden zich. Het resultaat van de stemming wordt 2 tegen 1. Ze doen het niet.
De oven (links) is open gegaan en de gebakken stukken
worden er voorzichtig uit gehaald, en met een suikertang
overgeplaatst in een viertal vuilnisbakken.
Terwijl de warmtewerkers hun ding doen,
mag de bakoven zelf ook afkoelen.
Beschouw het afkoelen maar als een duiker die geleidelijk
een decompressie ondergaat.
Vooraleer in de ultieme buitenlucht te belanden mogen
de kleiklompen nog even in het vagevuur.
Gelukkig zijn we hier niet in een restaurant, want er wordt een stukje afgerookt!
Deze rooksignalen hebben ze geleerd toen Chief Holy Smoke nog meebakte.
Het signaal dat je hier ziet betekent: “Schat, ik zal wat later thuis zijn”.
De kunstwerken komen te voorschijn. De eerste twee zijn op het droge.
Een normaal mens haalt zelden iets uit een vuilnisbak,
maar hier is dit de gewoonste zaak.
Elke bak wordt voorzichtig geleegd.
Ook de oven zelf, demonteerbaar in drie aparte delen, wordt afgekoeld.
Alle stukken zijn er nu uit, maar ze moeten nog vrij lang afkoelen vooraleer
Ze met de blote hand aan te raken zijn.
De kleuren zijn nooit vooraf te bepalen, dus voor de maker zelf
is het soms een (on)aangename verassing.
Het verblijf tussen al deze warmtebronnen wekt een hevige dorst op.
Het begrip après-ski heeft ook hier zijn sporen achter gelaten.
Het après-bakken wordt op de gepaste manier verzorgd
door een attente barman.
De nabespreking kan nu beginnen met twee lokale bakwatchers.
Het rooksignaal is nu immers toch verstuurd.
30-05-2010, 20:48 geschreven door grob
22-05-2010
KOKENETEN met een bereiding uit één stuk: kip Archiduc
Niet waar natuurlijk! De kip moet in verschillende stukken gesneden worden,
ten minste in vier, zodat zij (of hij als het een haantje is) voldoende mals
kan worden in korte tijd.
Garfield is in gedachten verzonken, en droomt van een kippenboutje Archiduc.
Het formaat van de hier aanwezige kip doet er geen twijfel over bestaan:
deze moet in meer dan vier worden verdeeld.
Ik heb ook gemerkt dat er van de “Kip Archiduc” heel wat varianten bestaan.
Archiduc slaat eigenlijk op de saus, want Archiduc kan men evengoed maken
in combinatie met kalfsvlees, varken, kalkoen, steak enz.
Mijn (eenvoudig) recept komt uit de “SOS Piet” Tv-uitzending, het populairste
en meest hilarische kookprogramma in Vlaanderen.
Hier is het toegepaste recept:
ingrediënten voor 4
bereiding
1 kip in stukken, of borst en billen apart
smelt de boter in een kleefpan
30g boter
kruid de stukken kip stevig met pezo
300g grote champignons (of andere)
bak de kip 4’ aan elke kant op hoog vuur
1 scheut cognac of brandy of…
giet het vet uit de pan
25 cl water
blus met de brandy en voeg het water toe
1 tl geconcentreerde kippenfond
doe er de fond bij (of kippenboeljon) en roer goed
20 cl room (eventueel sojaroom)
laat
voor de helft inkoken op een lager vuur
versgehakte peterselie
snij grote champignons in 4, doe ze mee in de pan
pezo
giet de room erbij, laat weer voor de helft inkoken
werk af met de gehakte peterselie en dien op
lekker met gekookte piepers
Deze kip is eigenlijk een Vlaams gerecht, ondanks de Frans klinkende naam.
“Archiduc” betekent Aartshertog, en dat klinkt natuurlijk beter dan Kip Matrak.
Nochtans is het gerecht ook bekend in de Franse keuken, die de voorloper is
van de Belgische en de Vlaamse keuken.
De fameuze Franse chef-kok Escoffier bereidt archiducsaus met brunoise
van groenten, truffel, sherry, whisky en porto en er komen geen champignons in voor.
Maar door de hoge prijs van de truffel, maakt de gewone mens meestal de saus
met gebakken champignons of andere paddenstoelen.
Hier is ons archiducje sappig aan het inkoken. Kwijl kwijl.
Voor de saus is heel veel variatie mogelijk.
In de meeste recepten vertrekt men van een brunoise van groenten.
Voor de beginner: dit zijn groentjes gesneden in heel kleine vierkante blokjes.
Deze groenten moeten natuurlijk voldoende gaar zijn.
Om de archiducsaus op smaak te brengen wordt gebruik gemaakt van: cognac,
brandy, whisky, sherry, Madeira, witte porto.
Let wel, begrijp dit niet verkeerd! Dit is of, of, of, en niet en, en, en.
Sommige recepten vermelden nog een toevoeging van een snuifje rozemarijn,
en anderen verkiezen melk in plaats van room.
De champignons smaken beter als ze eerst even op hoog vuur gebakken worden.
Mijn recept, of correcter, dat van SOS Piet, houdt het supereenvoudig.
Maar lekker is het zeker, met een gekookt aardappeltje.
Heel geschikt voor beginnelingen, zoals ik. Kan niet mislukken.
Het mannetje (of vrouwtje) zal hiermee heel tevreden zijn.
In de meeste restaurants zal je het ook op deze manier voorgezet krijgen,
want een brunoise maken kost tijd.
En hop, daar gaan we dan, tot de volgende keer!
.
Bereid naar SOS Piet
22-05-2010, 00:00 geschreven door grob
15-05-2010
Oostende, terug in de dokken, waaruit we vertrokken (slot)
Terug heelhuids aan wal. De tocht met de Mercedes was een unieke belevenis.
Daar moeten we toch nog even van bekomen. Cooldown na de emotievolle zeetocht.
Cooldown mag je niet letterlijk nemen, want het is heet en William & Kate Johnston
verstoppen zich terecht voor de blakende julizon.
Sommige schippers wagen het toch om op het achterdek het glaasje te heffen.
Op de loopplanken is het minder vochtig. Greta staat er nog wat hulpeloos bij,
maar dat zal drastisch veranderen, want...
…de “Eerste Hulp Bij Dorstigen” helikopter strooit de geschikte drankblikken
uit zijn buik om de droge menselijke keelholtes te bevochtigen. Wat een organisatie!
Na de welkome verfrissing is de tijd rijp om deze oude tweemaster te vereren
met een bezoekje. Een oude houten schuit als geen ander zien we hier.
De stuurhut, of de brug als je wilt, blinkt niet uit door techno hoogstandjes.
Dat maakt het natuurlijk charmant. Net een veteran car, maar dan op het water.
Het interieur bevat een hond met grote ambities om alle zeeën te verkennen.
Deze ambitieuze viervoeter heeft alles om een echte zeehond te worden.
De blik op oneindig is er al.
Deze kijk van de binnen- naar de buitenwereld via een ronde patrijspoort herinnert
me er ineens aan dat we binnen enkele weken weer voor verkiezingen staan.
Een wit bolletje zwart maken is niet zo erg, maar hopelijk is het rondje
niet zo groot als dit hier, want dan gaat het even duren om het in te kleuren.
Zòòò groot wil Greta haar vissen hebben als ze toch zou besluiten
om vissersvrouwtje te worden. We zullen afwachten of ze doorzet.
Vandaag heeft ze er toch wel zin in gekregen.
Dit is een prachtig stuk beeldhouwwerk. Het stelt schout-bij-nacht De Ghieter voor,
een bekend historisch figuur uit de Nederlandse marine.
De schout-bij-nacht is bij de Koninklijke Nederlandse Marine een vlagofficier ,
de derde in rang na luitenant-admiraal en viceadmiraal .
De schout-bij-nacht was oorspronkelijk de bevelvoerder die, bij afwezigheid
van de admiraal, in de nachtelijke uren toezicht (" schouwt bij nacht") hield
op de vloot. Dit deed hij door achteraan de vloot te varen.
Schepen hadden in die tijd een lamp hangen die van achteren zichtbaar was.
Vandaar de naam rear admiral, of arrière-amiral.
Vanaf de zeventiende eeuw is de term in gebruik gekomen voor een hoge
plaatsvervangende officier, onder de viceadmiraal.
De veel kleinere Belgische marine kent de divisie-admiraal .
De Giether zie je hier in zijn meest karakteristieke houding,
met een fles champagne in zijn knuisten.
Hij neemt geen enkel risico en houdt het smakelijke kleinood
stevig vast met beide handen.
Aan zijn blik te zien is dit niet de eerste fles die hij recent
onder handen genomen heeft.
Voor de kenners en liefhebbers zijn hier ook alle scheepstouwen beschikbaar.
Greta is er weer in geslaagd om ingewikkeld te zijn.
Het ziet er naar uit dat ze wat hulp kan gebruiken.
Intussen ben ik bij de afdeling trissen en trossen beland.
Deze soorten worden gebruikt voor kleine schepen of grote honden.
Voor mij is deze maat net iets te klein.
Even verder is er aanstekelijke live muziek.
De echte zeebonken zetten zelfs hun beste houten beentje voor.
Er zijn nog een aantal exposities over zeevaart te bezichtigen.
In een van hen ontdek ik zelfs een schilderij met kapitein Haddock.
Een mooie hoed siert zijn hoofd. Het merkwaardige hier is de pluim
op zijn hoofddeksel.
Ze is afkomstig van de zeer zeldzame rode zwartkeel patrijs, die hij
kon schieten met zijn befaamde blaaspijp, hier afgebeeld
in zijn rechterhand.
De vogel was binnengevlogen via een patrijspoort,
wat volkomen normaal is voor een patrijs.
Je vraagt je af wat een reusachtige autoband komt doen
op deze botenshow.
Of is het een reddingsgordel voor olifanten?
Het zou kunnen, maar dan moeten ze er nog het binnenste
stuk eerst uithalen.
Geen show van vissers- en andere boten zonder dat men
gerookte haring kan eten.
Dat spreekt vanzelf. In de beste ouwe tradities.
Als slot van deze VIP dag worden we nog uitgenodigd op een verdere degustatie
van hapjes en drankjes in de witte sponsortent.
En deze keer wordt het festijn ook nog opgevrolijkt door een leuke bende
die een reeks echte smartlappige vissersliederen ten gehore brengt.
Dit moet dan het slot betekenen van de 10de editie van Oostende voor Anker.
Maar geen nood, de elfde komt er aan.
Je kan ze zelf beleven tijdens het laatste weekend van mei 2010.
Maar nu valt jammer genoeg het (zeil)doek over de 10de uitgave.
15-05-2010, 00:00 geschreven door grob
08-05-2010
naar het noorden, in weinig woorden
Woensdag vertrokken uit Marbella. Zomer.
Zon aan de blauwe hemel, de zee in azuur.
Eerste stop in Valencia, dicht bij de plek waar we in oktober drie dagen overnachtten, maar wel aan de andere kant van het Parque Natural Albufera. Echt Spaans lenteweer.
De dag daarna verbleven we in het verbluffende kasteel Castell d'Emporda, 30 km ten oosten van Girona. Nauwelijks zon te zien, maar dat werd goedgemaakt door het verblijf zelf. Spaanse winter.
Dan hadden we een kort intermezzo in het domein l'Espinet in Quillan (tussen Perpignan en Carcassonne), waar we de laatste 15 jaren ten minste éénmaal per jaar verbleven. We hadden in de namiddag een afspraak ten huize van Rita en Harry, die ons eindelijk weer de smaak van Blanquette de Limoux in herinnering brachten.
Het moet niet altijd Cava zijn. De zon was opnieuw volledig van de partij tijdens deze welkome tussenstop.
Een dik uur na vertrek zaten we volop in de sneeuw, op ongeveer 650 m hoogte, in een dorp tussen Carcassonne en Toulouse. Gelukkig hadden we een B&B in een vallei gereserveerd, sneeuwvrij. Toch was het daar ook niet al te warm. De thermostaat moest omhoog, en de truien werden boven gehaald.
Vanmorgen, na het ontbijt, begonnen we de definitieve tocht naar het barre noorden. Op dit ogenblik zitten we in het warme huis van Betty (afkomstig uit Leuven), die ons een fles wijn offreert om de ervaringen van de laatste dagen door te spoelen.
zie http://users.telenet.be/Vanwinkel/
Morgen zijn we, zonder tegenslag, opnieuw thuis, en kunnen we starten met acclimatiseren aan de Belgische kust.
Tot volgende.
08-05-2010, 00:00 geschreven door grob
01-05-2010
KOKENETEN: artisjok around the clock
Vandaag gaan we door tot de bodem, de artisjokbodem.
Het leuke is dat je in Spanje volop (voorlopig toch nog) verse tonijn op de kop
kan tikken, en hem daarna nog opsmikkelen ook.
Welke groenten gaan we daarbij nemen?
Waarom eens geen distelbloem? Of met andere woorden: artisjok.
Artisjokken zijn echt wel de vlezige, gesloten en geschubde bloemknoppen
van een distelsoort.
Daarmee wil ik niet zeggen dat je die ene vervelende distel uit je achtertuin
morgen moet gaan opknabbelen.
De artisjok is gekweekt uit de kardoen, een distel die nog steeds in het wild
voorkomt. De oorsprong ligt waarschijnlijk in Perzië (Iran) en Turkije.
Al voor onze jaartelling was de artisjok een geliefde delicatesse
bij de Egyptenaren en de Romeinen. Ook de Franse edelen waren er dol op.
Tot in de 18e eeuw werd het eten van artisjokken beschouwd als een teken
van rijkdom. Ook in onze tijd wordt de plant beschouwd als een delicatesse,
die bovendien makkelijk in de tuin te kweken is.
Artisjokken worden vandaag ook het hele jaar aangevoerd vanuit Frankrijk,
Egypte, Spanje en Italië.
De grootte van de artisjok hangt af van het ras en zegt dus niets over de kwaliteit.
Zo zie je op de eerste foto een kleine arti, en op de tweede foto een grote sjok.
Let er bij de aankoop op dat de artisjokken niet te veel bruine blaadjes (schubben)
vertonen, dat de stengel stevig aanvoelt en dat de knop nog gesloten is.
Artisjokbodems zijn ook in blik verkrijgbaar.
Je kunt dus slim doen zoals ik, en enkel de artisjokbodems of -harten gebruiken..
De artisjokken vertonen ook slim gedrag.
Ze bezitten het merkwaardige verschijnsel van prikkelbare meeldraden :
bij aanraking met bijvoorbeeld een bijentong of -poot trekken de helmdraden
zich samen en komt er een snuifje wit stuifmeel vrij uit de helmknoppen .
Ga en vermenigvuldig u! (Job, XIII, §5)
Als je nu toch zelf deze distels wil bedwingen (misschien omdat je de blaadjes
ook wil degusteren), kan je als volgt tewerk gaan:
Wassen, de steel afbreken en de onderste lelijke en taaie bladeren verwijderen.
Knip de puntjes van de bladeren alleen af als ze lelijk zijn.
Leg de artisjokken samen met de stelen en de weggesneden bladeren in
een bodem kokend water met zout. Voeg eventueel azijn of citroensap toe
(of steek een paar dunne, halve schijfjes tussen de bladeren).
Ze zijn gaar in 30 à 40 min. (controleren door met een vork aan een blaadje
te trekken: als het gemakkelijk loslaat is de groente gaar).
Ondersteboven laten uitlekken in vergiet en droogdeppen met een doek.
Trek van onderaf beginnend de blaadjes een voor een uit de artisjok en
dompel ze telkens met de vlezige onderkant in een dipsaus. Zuig de blaadjes uit.
Het 'hooi' (de nog niet ontwikkelde bloemblaadjes) dat nu tevoorschijn komt
is niet eetbaar. Schraap het met een mes van de artisjokbodem.
De bodem is wel het lekkerste deel van de artisjok: snijd hem in stukjes
en geniet ervan met de rest van het sausje.
Mijn manier: neem artisjokharten uit blik; gooi ze in een vergiet en laat ze uitlekken.
TIP! Hou er rekening mee dat wijn niet goed bij artisjokken smaakt. Neem dus je voorzorgen. Mediabestanden
Het is natuurlijk een mediterraan gerecht, en er komen o.a. nog trostomaatjes
en olijven aan te pas.
Kortom, tijd voor ons (supereenvoudig) recept “tonijn met artisjokbodems”:
ingrediënten voor 2
bereiding
2 visfilets van 200g (verse tonijn)
verwarm de spinazie in de microwave (7’ full power)
400g (diepvries)spinazie
kruid met pezo en roer het er goed onder
2 trostomaten
laat de artisjokharten en de olijven uitlekken in een vergiet
1 blik artisjokharten
verwarm de oven op 175°
tiental zwarte olijven
pel de tomaten, snij ze in langwerpige partjes
olijfolie
verdeel de spinazie en de olijven over vuurvaste borden
2 el graanmosterd
leg op elke portie een gekruide visfilet
pezo
bestrijk de vis zorgvuldig met mosterd
takjes peterselie (garnering)
leg er de partjes tomaat en de artisjokharten op
besprenkel met olijfolie, en zet 15’ à 20’ in de oven
haal ze er uit en garneer met de peterselie
Nog een kwartier laten opkomen in de oven.
En toekijken terwijl de kwijl uit mijn mondhoeken gutst.
Op voorhand gedresseerd, mag het uit de oven onmiddellijk de tafel op.
.
Dit gerecht is waarschijnlijk een van de meest fotogenieke die ik maakte.
En het is dan nog heel lekker ook.
En iedereen kan dit maken zonder probleem.
En ik wou dat ik het weer hier en nu kon eten.
De kans is zeer groot dat dit (voorlopig) het laatste blogstukje is uit Spanje.
Het volgende zal zijn van onderweg, of vanuit België.
Ondertussen gaan we vanaf woensdag nog wat reisavonturen beleven
in het binnenland van Spanje en Frankrijk.
01-05-2010, 15:07 geschreven door grob
23-04-2010
Op de Oostendse zee met een brik, geeft je een kick (3)
De Mercedes, scheepje waar we mee gaan varen is dus een brik.
Misschien is het interessant om in de buurt te blijven van een reddingsboei.
Want “brik” klinkt niet zo betrouwbaar als een klipper vind ik, of een karveel.
Het vaargebied van de Mercedes is nogal uitgebreid.
Op de kaart zijn de landen aangestipt, waar “zij” regelmatig het anker werpt.
Als je de Lotto wint kan je zelf je eigen bestemming bepalen, waar dan ook.
Voorlopig houden we het maar op een zeetocht in de Belgische wateren.
We zijn aangemonsterd en we hebben nog even tijd.
Greta nestelt zich toevallig in de buurt van de scheepsbar.
Mijn beurt om van de zon te genieten.
De boog en de boeg kunnen niet altijd gespannen staan.
Eens het anker gelicht is, vaart het schip (met motor) naar de open zee.
De landratten moeten zich hier beschermen met een extra jas.
In het begin is het nog wat zoeken naar het juiste evenwicht.
De zeilen worden opgetuigd en beginnen rumoerig te flapperen.
Aan de boeg hangen wat lakens te drogen, maar het kunnen evengoed zeilen zijn.
Wat kent een leek als ik daar van?
Voorlopig mogen we trouwens niet in de buurt van de boeg komen.
De specialisten zijn daar aan het werk om alles uit de zeildoeken te doen.
En zo gaan we dan op pad, met alle zeilen klapperend in de wind.
Bezoekers van een kleiner formaat komen ook even langs om te kurieuzeneuzen.
Maar veel valt er niet te zien. Iedereen is relaxed tot en met.
Zo relax zelfs dat een reddingsboot er geen vertrouwen meer in heeft,
en ons argwanend van nabij gade slaat.
Nochtans gaat alles er vredig aan toe.
Er heeft net een barmeid die struikelde over de uitgang van de bar rechts
een dienbord met enkele glazen wijn over mijn rug uitgestort,
maar een echte zeebob valt daar niet over.
Een wijndichte vest moet je natuurlijk wel voorzien hebben.
En zo dobberen we rustig verder over het zilte nat, terwijl
de kleinere brikjes en brakjes ons pad voorafgaan.
Op zo’n brik krijg je al gauw de hik.
Goed vasthouden is de boodschap.
Hoe langer hoe meer begint dat hier op de Titanic te lijken.
Greta staat bijna op de boegspriet en heeft zin
om haar armpjes te spreiden.
Bob DiCaprio komt nog net op tijd om haar af te stoppen
(voor de veiligheid natuurlijk).
De Mercedes gaat nu keren, en alle hens komt aan dek.
Het schip moet terugkeren en het touwtrekken kan beginnen.
Barman, steward, matroos, stukadoor,
iedereen zet zijn beste beentje voor.
Soms is er wat touw over.
Beter te veel dan te weinig voor mijn part.
Vanaf de boegspriet komt Oostende opnieuw in zicht.
Hier probeer ik eindjes touw op de juiste plaats te trekken,
en het is zwaar werk.
Dan toch maar liever een scheepsladder op,
om hogerop een losgeslagen stuk zeil te bedwingen.
Ik dacht dat matrozen altijd alles netjes opruimen,
maar niet waar hoor.
Dat moest ik nu thuis eens laten rondslingeren!
De skyline van Oostende komt stilaan opnieuw in zicht.
We naderen het staketsel. Altijd een beetje riskant met een groot zeilschip.
Intussen is het Casino ook al niet van plaats veranderd.
En zo eindigt deze fantastische zeiltocht met de Mercedes,
die andere waterige oorden gaat opzoeken.
Onze slogan was: Wind is our Friend.
Meer info vind je op www.windisourfriend.com
23-04-2010, 00:00 geschreven door grob
18-04-2010
KOKENETEN: zet salie nooit achter een tralie
Waar je hem wel moet zetten lees je hier verder en uitvoerig!
Saliekruid wordt onterecht nog te weinig gebruikt in de keuken.
Vandaag gaat hij zijn rol vervullen samen met een stuk kalkoen en selder.
Kennen jullie al de topper onder de geneeskrachtige planten?
Dat is inderdaad salie en weten jullie ook waarom dat zo is? Lees verder.
De naam komt uit het Latijn, en betekent genezen of helen. Eeuwenlang werd Salie als een wonderplant beschouwd,
weliswaar was men in de donkere tijden nog niet veel gewend.
Van origine was salie terug te vinden rond de Middellandse Zee,
meer bepaald bij de Grieken en de Romeinen..
De klassieke Grieken gebruikten de plant al voor de behandeling van
tuberculose , zweren en slangenbeten.
Romeinen brachten het mee naar onze streken
Ze beschouwden de plant als een gewijd kruid, en ze kenden een
uitgebreid protocol en ceremonie voor het plukken.
Zo diende het met een speciaal mes gesneden te worden;
dit mocht geen metalen mes zijn, omdat het kruid hierop zou reageren.
Ook diende men schone kleren te dragen en schone voeten te hebben.
In de Middeleeuwen was salie het middel (zogezegd) tegen cholera en de pest.
Later in de tijd, spreken we hier van de 17de en 18de eeuw, was salie
een uitstekend ruilmiddel voor onze Nederlandse buren.
In het verre Oosten ruilden ze de salieblaadjes voor theeblaadjes.
Drie kisten thee voor één kist salie aub. Geboren handelaars, die Nederlanders!
Zelfs de Sinezen waren ze te slim af met de salie.
Laten we toch ook even naar het gerecht kijken.
Door al deze uitleg zijn de salieblaadjes al opgeslokt door de kalkoen, zie ik.
We zullen ons dus maar beter bezighouden met het keukenaspect van salie.
Salie is ook daar veelzijdig, vooral om de gerechten beter verteerbaar te maken.
Het wordt toegevoegd zowel bij vis- als vleesgerechten, echter wel laag gedoseerd
te gebruiken en met zo weinig mogelijk andere kruiden gecombineerd.
Ons kruid is afkomstig van een bladhoudende vaste plant met een sterke geur
en doortastende smaak. De Romeinen (hier zijn ze weer!) brachten er reeds
hun kazen mee op smaak. Gedroogd en ingevroren bewaart salie goed zijn aroma!
Maar degene die ik hier tussen mijn vingers houdt is kakelvers.
(terloops: ik zie er nogal warm uitgedost uit, maar de foto's dateren van januari)
Kortom, tijd voor het (eenvoudig) recept “kalkoenschnitzel met selder en salie”:
ingrediënten voor 2
bereiding
4 tot 6 dunne kalkoenlapjes
snij de selderstengels in boogjes
4 plakjes ham (gekookt of gedroogd)
maak de selder mals in de microgolfoven (2’)
2 stengels (witte) selder
kruid de kalkoenlapjes
4 middelgrote rijpe vleestomaten
leg op elk plakje een lapje ham en 2 blaadjes salie
1 el boter of olie
steek ze vast met een houten prikker
8 blaadjes verse salie (of gedroogd)
snijd de tomaten is stukken, kruid ze met pezo
1 of 2 sjalotten
stoof sjalotje(s) aan in de vetstof, tot ze glazig zijn
pezo
voeg tomaten en selder toe, zet het deksel op de pan
bak de schnitzels 5’ aan elke kant
heel lekker met gekookte piepers of rijst
Het laatste snijwerk zijn de tomaten.
Na kruiding mogen ze, met de selder, bij de aangestoofde sjalotjes.
Terwijl de groentjes op volle smaak komen, is er nog wat tijd voor
nuttige informatie over het wonderkruid salie.
Op zonnige, droge hellingen en tussen krijtrotsen vinden we salie terug
in de natuur rond de Middellandse Zee.
Best is dus in meer noordelijke streken het kruid een zonnig, liefst beschermd
plaatsje in de tuin te geven (in strenge winters de planten best beschutten).
De grond mag/moet kalkrijk en goed gedraineerd zijn.
Kortom, in voedzame, droge grond staat salie zeker op zijn plaats.
Dank zij de juiste omgeving komt de groengrijze plant in de zomer
(in Spanje bloeit onze plant nu al een tijd) met mooie paarsblauwe bloemen.
Salie is ook gemakkelijk te kweken in potten op het terras, zoals wij het doen.
Intussen zijn de heerlijk geurende groenten klaar.
.
Terwijl Greta al ongeduldig met mes en vork op de tafel zit te tokkelen,
kan ik niet stoppen over salie: het plantje is weinig onderhevig aan ziekten
of insecten en daardoor een gemakkelijk door iedereen te telen kruid. TIP: door de topscheuten regelmatig weg te knippen,
voor gebruik in keuken, blijft de plant langer fris.
Dit voorkomt houtachtige groei wat de levensduur aanzienlijk verlengt.
Terwijl intussen de vleesjes heerlijk gebakken zijn, toch nog even dit:
Men gebruikt salie in sauzen en bij vette vleesgerechten.
Ook vette vissoorten houden van dit kruid, en zo denken we even aan
“paling in ’t groen”, daar hoort zeker salie in (maar niet te veel)!
Als amateur-kokje heb ik dit laatste nog niet aangedurfd, maar dat komt nog.
Kruidenazijn en kruidenolie vragen ook om wat salie.
Gefrituurde salieblaadjes worden geserveerd bij pasta’s of als garnituur bij
koude schotels; ook bij gedroogde ham met een fris slaatje. Voor de liefhebbers.
Salie geeft ook de typische smaak aan het Italiaanse gerecht “Saltimbocca”.
Greta bereidt dit af en toe, met verse salie natuurlijk. Ook in smeerkazen en in vulling van varkens- en kalfsvlees gebruikt men salie.
Greta schept intussen al het heerlijks in haar bord, en dus kan ik nog even
doorgaan over salie: het wordt door de kenners gebruikt als mond spoelmiddel
omdat het kruid ontsmettend werkt (aften, ontstoken tandvlees),
men vindt het ook verwerkt in tandpasta (maakt de tanden witter).
Lauwe saliethee, gebruikt als gorgelmiddel, werkt genezend bij keelpijn
en ontstoken amandelen. Ook als slaapmutsje is deze thee ideaal.
Goed gelezen, slaapwandelaars?
Extract van salie (olie) helpt bij reumatische pijnen en is ook bloedzuiverend. Helpt ook bij buikkrampen, tegen winderigheid en is spijsverteringbevorderend. Naar verluidt helpt het ook om de kwaaltjes tijdens de menopauze wat te verlichten.
Over dat laatste aspect kan ik me niet uitspreken.
En om te eindigen nog enkele praktische salietips:
Salie niet gebruiken tijdens de zwangerschap!
(de meeste van mijn lezers gaan daar geen probleem mee hebben) Salie heeft ook een versterkende werking op ons zenuwstelsel,
en is daarom ook een handig antistress middel. Ook als schoonheidsmiddeltje bewijst salie zijn diensten: als haarspoelmiddel,
vooral bij donkerharigen om de haren nog donkerder en meer glanzend te maken. Het kan tevens gebruikt worden als lotion om de huid te reinigen (eczeem, puistjes).
En nu allemaal naar de salieboer voor een plantje!
GroB adviezen houden je lekker (en) gezond!
18-04-2010, 17:21 geschreven door grob
11-04-2010
Oostende: al een Mercedes met masten gezien? (2)
Het evenement heet officieel “Oostende voor Anker”, en loopt
(en drijft vooral) jaarlijks in de haven van Oostende.
Vorig verslagje lichtte al een tipje van de sluier, maar veruit
het interessantste stuk van deze zomerse dag is de uitnodiging
voor een zeetocht met de Mercedes,
een tweemaster van ongeveer zeventig meter lang.
Een unieke ervaring!!
De Mercedes kwam in mei 2005 voor het eerst in de vaart en zij
(denk eraan, een schip is altijd vrouwelijk) is een van de jongste schepen
in de internationale vloot van de "tall ships".
Het zeilschip behoort tot het type “Brik”, maar verder weet ik daar geen lap van.
Een indrukwekkend touwwerk, met 900 vierkante meter zeiloppervlakte,
hoogste veiligheidsstandaard volgens de Europese richtlijnen voor
passagiersschepen, uitstekende zeewaardigheid, sterke voortstuwing,
veel comfort aan boord en een professionele bemanning zijn goede argumenten
voor een korte zeereis aan boord van de Mercedes.
Het vaargebied van de Mercedes bevindt zich vanaf het Mediterrane gebied,
langs de Atlantische kust naar de Noordzee en de gehele Baltische Zee.
De Mercedes is aanwezig bij bijna alle grote maritieme festivals in Europa.
Charters in en buiten Europeaanse wateren behoren ook tot de geplogenheden.
Het schip is een exclusieve locatie voor geschenkreisjes, zakelijke bijeenkomsten,
regatta begeleiding en alle andere vormen van evenementen.
Vanuit deze hoek bekeken lijkt het uit “The Pirates of the Caraiben” te komen.
Nochtans is dit prachtige vaartuig gewoon thuis in Amsterdam.
Hoewel: dit lijkt een andere Mercedes, eerder een Smart.
Andere tweemasters uit de “tall ships” reeks liggen hier ook, maar verzinken
lichtjes in het niet naast de Mercedes.
Er ligt hier zelfs een bijzondere tweemaster, waarvan de masten naar het schijnt
tijdens een geweldige orkaan geamputeerd werden.
Door zijn capaciteit aan zeil is het geen probleem om snel heel wat zeemijltjes
af te leggen. In 2010 kan je de Mercedes nog terugvinden in bijvoorbeeld:
Volos (Griekenland), Varna (Bulgarije), Istanbul en elders als deelnemer
aan “tall ships” regatta.
Eerder dit jaar was “ze” al te zien in de prinses Sofia Trofee in Palma de Mallorca,
op het Filmfestival van Cannes en de Formule 1 van Monte Carlo.
Het schip “zit” niet stil in 2010. Je kan het onder meer nog gaan
bekijken in Hamburg, Dublin, Oostende (!), Calais, Stralsund,
Szcecin, Scheveningen, Kiel, Aalborg, Antwerpen, Kristiansand,
Hartlepool, Klaipeda, Halmstadt, en in nog een aantal steden
waarvan ik de naam niet kan schrijven.
“Szcecin” was al op het randje. Hoe dikwijls zullen in de komende
maanden deze zeilen dan niet opgetuigd worden?
De zijkant ziet er uit alsof je op een spookschip rondloopt.
Maar niets is minder waar! We zochten wat we vonden!
Centraal op het dek is de bar gelokaliseerd…
…waar professioneel personeel ons met open armen en tapkranen verwacht.
Dank natuurlijk aan onze sponsor van deze dag.
Ergens in deze reeks foto’s zit zijn vlag en logo verstopt.
Omdat dit geen commerciële website is mag ik uiteraard ook geen
promotie maken voor dit financiële bedrijf.
Het zou een goede prijsvraag kunnen zijn om het te vinden
tussen de massa zeilen. Ik zou waarschijnlijk zelf ook
lang moeten zoeken, en ik verwacht dan ook dat
de meeste lezers er geen touw zullen aan vastknopen.
Tot zover de beschrijving van dit merkwaardige schip.
Of we de zeetocht al dan niet heelhuids overleven wordt volgende keer
uitvoerig uit de (zeil)doeken gedaan.
Ship ahoy!
11-04-2010, 16:20 geschreven door grob
03-04-2010
KOKENETEN: laat de echte Parmezaan nu opstaan
Met Pasen komen de eieren als vanzelf naar boven.
Iedereen weet dat witte kippen witte eieren produceren, en bij bruine kiekens
komen ze natuurlijk bruin te voorschijn.
Uitzonderlijk vonden we op de heuvel bij boer Manolo een rode kip.
Zijn eieren zijn dan ook een plaatselijke attractie en fel gegeerd.
Vandaag staan er lamskoteletten op het menu, met Parmezaanse kaas.
Waarschijnlijk is de in dit gerecht gebruikte kaas geen echte traditionele.
Parmezaanse kaas (Parmigiano Reggiano, soms parmezaan genoemd)
is een soort kaas die oorspronkelijk uit Italië komt, uit de omgeving van Parma .
Om deze kaas te maken, heeft men voor 1 kg parmezaan ongeveer 16 liter
koemelk nodig, 600 liter voor één kaas. Eén kaas weegt 33 tot 40kg.
De kaas kent een lange rijpingstijd, minimaal 12, tot optimaal 20-24 maanden.
Dit is veel, vergeleken met bijvoorbeeld Hollandse kaas , die in een paar maanden
rijpt. Gedurende deze tijd moeten de kazen wel voortdurend geborsteld
en gekeerd worden om de kwaliteit te garanderen.
Het resultaat, de Parmezaanse kaas, is dan ook hard en hij breekt gemakkelijk.
De echte pure is te herkennen aan het zegel dat over de hele zijkant
van de kaas gedrukt is, en waarop “Parmigiano Reggiano” te lezen is.
De kaas is bijzonder omdat hij zeer lang houdbaar is.
De parmezaan wordt ook kant-en-klaar geraspt verkocht, maar vaak zal in
dergelijke producten geen echte traditionele goedgekeurde Parmezaan zitten.
Vandaar dan ook de titel: laat de echte parmezaan nu opstaan.
De nepkaas wordt meestal gebruikt om schotels te gratineren , of om
op pasta te strooien.
Als je over echte parmezaan beschikt, meestal dus in een homp, dan komt
de smaak beter tot zijn recht in heel dunne plakken over salades ,
met alleen olijfolie en balsamicoazijn uit Modena.
Een gerechtje maken met Pasen zonder ei kan natuurlijk niet.
Er zit dus eentje in, dank zij smurfkok, kijk maar in dit recept voor
“côtelettes d’agneau à la parmesane” uit Frankrijk:
ingrediënten voor 2
bereiding
2 lamskoteletten (+/- 400g samen)
laat het grootste deel van de boter smelten
50g boter of olijfolie
haal de koteletten erdoor, leg ze op een bord
30g Parmezaanse kaas, geraspt
bedek ze met de Parmezaanse kaas
1 ei, losgeklopt
kruid het ei met pezo en andere kruiden naar wens
broodkruim of chapelure
haal het vlees door het ei, en door het broodkruim
pezo
laat de rest van de boter in een pan smelten
marjolein, rozemarijnpoeder of
leg de koteletten er voorzichtig in met een spatel
andere kruiden naar keuze
laat ze op een hoog vuur 5’ aan elke kant bakken
ze zullen van buiten bruin zijn en van binnen nog rosé
ik heb dit bereid met gekookte aardappelen en
200g gebakken champignons
en 400g gemengde groenten uit de diepvries
(deze laatste even aangestoofd met een ajuintje)
desgewenst kan dit ook met een tomatensaus
De vleesjes worden rosé gebakken in de pan. Denk niet dat er iets mis is met je ogen.
Greta heeft deze foto niet scherp genomen.
Om niet te veel tijd te verliezen, en geen vijgen na Pasen te krijgen, worden wat
Spaanse diepvriesgroentjes bereid met een aangestoofd sjalotje. Snel gedaan.
Een bakje champignons mag er ook wel bij.
Hier zie je alles samen. Snel klaar en goed eet- en verteerbaar.
Buikje vol, en een siësta na, volstaan voor de rest van de dag.
Paasgroetjes van GroB
03-04-2010, 13:13 geschreven door grob
28-03-2010
Na Oostende voor Anker, toch weer niet slanker (1)
In Oostende, historische badplaats aan de Belgische kust, gaat elk jaar
een maritieme festiviteit door, die we helemaal niet kenden.
En dat na meer dan 10 jaar als kustbewoner! Dat moeten we zeker goedmaken.
Voor de 10de editie, de eerste jubileumuitgave, kregen we toevallig een uitnodiging
voor een VIP arrangement. Het smaakt naar nog.
In het centrum van de stad liggen honderden zeewaardige boten en bootjes,
waarvan er een aantal kunnen bezocht worden.
Diegene die voldoende groot zijn natuurlijk.
Langs de kaden zijn witte feesttenten opgesteld, ter verwelkoming van de VIPs,
waartoe we vandaag behoren.
Zelfs een aparte VIP parking is voorzien, en in de witte tenten wachten ons
drank en lekkere hapjes.
Het weer is perfect, en we maken een eerste rondje langs de kleurige bootjes.
Eén merkwaardig schip is al zeker een bezoek waard: “De Hydrograaf”,
het persoonlijke binnenschip van Koningin Juliana van Nederland.
Geen enkel roer is te groot of te zwaar voor een echte zeebonk,
zolang de zon niet in zijn ogen schijnt.
Een beetje schaduw doet een mens af en toe goed, en zeker benedendeks,
in de salons, waar de koningin vroeger aan haar Koninklijke Thee nipte.
Greta camoufleert zich handig naast de orchideeën. Perfect assortiment!
Er is natuurlijk een pianobar. Pim Jacobs beroerde hier regelmatig de toetsen,
maar nu heeft gelukkig en tijdig een blonde stoot de rock&roll ingevoerd.
Aan de achterzijde van de salon hangt een schilderij van deze zelfde Hydrograaf,
terwijl hij stomend de wijde azuurblauwe Nederlandse wateren bevaart.
Dat was in een tijd waar de scheepsschouwen CO2 nog bronstig konden uitstoten.
Naar het schijnt zaten er geregeld verstekelingen en blinde of doofstomme
passagiers verstopt aan boord.
Toch maar even kijken voor de zekerheid of de kust (en het schip) veilig is.
Alle vaartuigen bij elkaar maken het hier tot een gezellige boel, tegen
de achtergrond van het wooncentrum van Oostende.
Zoveel vlaggen en wimpels in de binnenhaven van Oostende zorgen
voor de zonnige zomerse sfeer.
Naast al de vaartuigen is er aan de wal, op verschillende plaatsen, en ook net voor
het treinstation, een gezellige drukte en animatie.
Sommige, eerder stijve, bezoekers staan hier al een tijdje te apegapen, en zijn
al wat gebruind door de zon. De meeste anderen kunnen nog een kleurtje hebben.
De meeste plaatsen zijn open voor het grote publiek.
Zelfs tanks en ander zwaar materieel zijn alom aanwezig.
Ik had dan eerder watertanks verwacht, maar alle attracties zijn welkom .
Hottentottententententoonstellingen en andere curiosa vullen alle lege ruimtes op.
Ook muziektenten fleuren auditief het spektakel op.
Aanstekelijke tropische muziek doet sommige dansbeentjes jeuken.
Het podium kan nauwelijks de muzikanten dragen.
Gelukkig is vandaag het Rode Kruis ook preventief van de partij.
Oostende heeft geen moeite gespaard om positief deze 10de editie te verankeren.
Ik kan moeilijk schatten hoeveel boten speciaal voor deze gelegenheid zijn
langsgekomen, maar het moet een knappe organisatie zijn om ze volgens afspraak
vanuit zoveel locaties allemaal op de juiste tijd en plaats hier te verzamelen.
Op sommige plaatsen liggen de meestal houten schuiten tenminste vijf lagen breed.
Het is een echte heksenketel met al die oude houten vintage boten en schepen.
Wat me opvalt, is het grote aantal Nederlandse schuiten.
Het is natuurlijk een win-win situatie, want de Vlamingen zien al het mooie tuig
uit Nederland, en intussen kunnen de Nederlanders hier genieten
van de lokale Bourgondische levensstijl.
Misschien zit er tussen mijn honderden Nederlandse lezers iemand die hier was
met zijn schuit. Die kan het me laten weten natuurlijk.
Via de “Reacties”, onderaan rechts.
Nederlanders en Belgen vullen elkaar perfect aan op dit gebied.
Door de vele rivieren en stromen water zijn de Nederlanders historisch vergroeid
met water en de wereldzeeën.
Vlamingen hebben altijd de meeste tijd doorgebracht op het droge en hebben zich
dan maar (noodgedwongen?) gespecialiseerd in andere opportuniteiten,
vooral gericht op eten en drinken.
Terwijl de Nederlanders droge beschuit aten op zee, op weg naar de kolonies,
hielden de Vlamingen het op Bourgondische catering.
Van dubbele authentieke Vintage gesproken. Ik vermoed dat de boot en de
Nederlandse schipper (met lange witte Mozesbaard, rechts naast de meerpaal )
ongeveer dezelfde leeftijd hebben.
Iemand een gokje?
Volgende keer wacht het grote Oostendse avontuur: we gaan op zee
met de Mercedes, een tweemaster van 70 meter lang.
Ahoy!
28-03-2010, 00:00 geschreven door grob
20-03-2010
KOKENETEN: te rijpe tomaten uit de Karpaten
Dit vegetarische recept uit Oost-Europa wordt op smaak gebracht met peterselie.
Van dit gesmaakte plantje zijn er drie soorten in gebruik in de keuken:
Ten eerste is er de wortelpeterselie.
Deze wortel is zo'n 15 cm lang, maar is minder gekend en toegepast.
Van wortelpeterselie wordt enkel de penwortel gegeten.
Krulpeterselie met de bekende gekroesde blaadjes wordt in hoofdzaak
gebruikt als garnering. De smaak is niet erg doortastend.
Bladpeterselie (ook platte peterselie genoemd) bezit gladde bladeren
en heeft door een hoger watergehalte en een hoger gehalte aan
etherische oliën (in hoofdzaak apiol ) een fijnere smaak dan krulpeterselie.
Werp van deze plant nooit de steeltjes weg!
Snij ze in fijne reepjes en geniet van de intense smaak van dit lekkers.
Om de fijnere smaak gebruik ik altijd deze laatste soort in de gerechten.
Op het terras staan trouwens altijd zowel verse krul- als platte peterselie
in een schaal met aarde, samen met koriander, dat hetzelfde uitzicht heeft.
Bladeren en wortel kunnen worden gedroogd, waarna ze lang bewaard
kunnen worden. Bladeren kunnen ook worden ingevroren.
De wortel dient eerst te worden geblancheerd alvorens hij wordt ingevroren.
Het kruid dient pas aan spijzen toegevoegd te worden vlak voor het serveren
(dus niet meekoken) omdat het anders veel van zijn smaak en frisheid verliest.
Maar in ons geval kan de smaak of geur niet verdampen of ontsnappen.
Voor dit recept mag de peterselie rustig mee de oven in.
Ook wordt het vaak samen met look aan roomboter toegevoegd om kruidenboter
te vormen. De smaken van look en peterselie passen uitstekend bij elkaar.
Gebruik ze altijd samen!
Bladpeterselie kan ook in salades gebruikt worden.
Peterselie is ook een klassiek bestanddeel van een bouquet garni .
De plant kan gebruikt worden om de geur van look uit de mond te verminderen
door op rauwe peterselieblaadjes te kauwen.
Ofwel kan je ook op look kauwen om de smaak van peterselie te verminderen.
(grapje natuurlijk).
In dit Roemeens recept uit de Karpaten las ik dat rijpe tomaten vereist waren.
Wie ben ik om daaraan te twijfelen? Ik heb er genomen die wel iets té rijp zijn.
Dus, als er toch iemand dit receptje wil bereiden: de rode vruchten moeten wel
een tijd in de oven, wat ze nog heel wat zachter maakt. Opletten dus.
Het resultaat kan je zien op de foto: ze zijn wat door hun pootjes gezakt, maar de smaak
was wel in orde! Je leert natuurlijk ook van “mislukkingen” als deze.
Hier dus het onvervalste recept paradais rosii umplute cu oua,
of zoals wij zouden zeggen: tomaten, gevuld met eieren.
ingrediënten voor 4
bereiding
4 kleine eieren
was de tomaten en verwijder voorzichtig het kroontje
4 grote (rijpe) tomaten
snij het kapje van de tomaten, bewaar het en hol de tomaten uit
pezo
draai ze om, zodat het vocht er kan uitlekken
50g boter, gesmolten
schik de tomaten in een goed beboterde ovenschotel
cayennepeper
zorg ervoor dat ze stabiel staan en niet kunnen omvallen
3 el fijngehakte peterselie
verwarm de oven voor op 180°
2 el zure room
strooi wat zout en cayennepeper in de tomaten
Parmezaanse kaas, geraspt
giet hier wat van de gesmolten boter bovenop
breek de eieren en laat ze voorzichtig in de tomaten glijden
kruid met nog wat pezo, vul op met de kaas en de peterselie
giet de rest van de boter erbij
zet op iedere tomaat zijn eigen afgesneden kapje
plaats de schotel(s) in de oven, voor 20’ à 25’
de kaas moet dan normaal over de tomaten lopen
serveer de tomaten, met het bovenkuiltje, gevuld met zure room
lekker met pureeaardappelen, en eventueel een salade
De fles wijn is al half als het gerecht op de tafel komt, en de zetel nodigt uit voor
een dromerige siësta erna.
Met een frisse salade en smeuïge aardappelpuree heb je elke Roemeen mee,
en gaat hij daarna vrij gemakkelijk naar de plee.
20-03-2010, 00:00 geschreven door grob
14-03-2010
Met tweemaal vier naar Lier, voor het plezier.
Een van de activiteiten van Olaba het afgelopen jaar was een bezoek
aan de stad Lier, op ongeveer 15 km van Antwerpen, ook een stad.
Olaba is al dikwijls ter sprake gekomen, en de regelmatige lezers
kennen deze organisatie wel. Voor de nieuwe lezers: Olaba staat voor
“Organisation de loisirs agréables et blabla amical”.
De organisatie heeft per definitie acht op (hun) rust gestelde leden,
die allerlei te gekke dingen doen om hun (weinige) tijd te verdrijven.
Als we nuchter zijn spreken we Frans met elkaar, maar dat gebeurt zelden.
Vroegere Olaba avonturen vind je in overvloed op deze weblog.
Op naar Lier dus, op een mooie zomerdag.
De stad staat ondermeer bekend om zijn Zimmertoren.
De heer Zimmer was een notoir uurwerkmaker.
Er zijn mannen die niet van de rokken kunnen wijken,
maar deze heer kon niet van de klokken blijven.
Goed voor de toerist, die soms toch wil weten hoe laat het is.
Op de voorgevel van de toren staan al 13 klokken
en één heiligenbeeld, en dat is maar het begin.
Het eerste bezoek kunnen we maar doen omdat Gina iemand kent
die iemand kent die in een patriciërswoning niet alleen wóónt, maar daar ook
een kantmuseum uit de grond heeft gestampt.
Lier is, of was, bekend om zijn kant, zoals Brugge.
Dit zelfde huis wordt ook gebruikt in de televisiesoap “Goesting” die momenteel
loopt op zender “één” als de plaats waar sommelier Kurt woont met zijn moeder.
Hier komt de prachtige eetkamer in beeld.
Ook de salon is beeldig mooi, en authentiek.
Deze mysterieuze dame werd ter plaatse van kant gemaakt.
Na dit verhelderende bezoek hebben we onze dorst
even aan de kant gezet, en gaan we via smalle oude straatjes
aar de Sint Gommaruskerk.
Dit Gotisch pareltje druipt binnenin van het zonlicht.
Het is ook de gelegenheid om al biddend bij de heilige
Gommarus zijn genade af te smeken voor alle gevaren
die we vandaag nog moeten trotseren.
Na een Italiaanse lunch in het stadscentrum smeren we de bruine beentjes in
en stappen ongeveer honderd meter in de richting van de Zimmertoren,
ons volgend exploot.
De toeristische dienst van Lier was tijdig op de hoogte gebracht van de komst
van de vermaarde Olaba’s, en had voor een sublieme verrassing gezorgd.
Ze bieden ons namelijk een kleine chocoladen versie van de toren aan.
Erik, als echte chocoladeliefhebber, bewondert en koestert het lekkere ding.
Tijdsgebrek en een overvloedige lunch beletten ons echter om deze smakelijke
constructie vreugdevol te consumeren.
Na rijp beraad wordt beslist het meesterlijke cacaoproduct te schenken aan
de Bond van Oprustgestelde Mangoplukkers van Lier.
Ik ben het enige lid.
We bezoeken eerst de toren, met klokken, uur- en raderwerken
langs alle kanten, verspreid over drie verdiepingen.
Dan gaan we naar het gebouw aan de overkant.
Nog meer klokken en wijzerplaten slaan ons figuurlijk om de oren.
In het gebouw is zelfs een Fitnessruimte voor Jonggepensioneerden voorzien.
Een instructeur laat ons op de maat van een uurwerk (uiteraard)
indringende oefeningen doen om soepeler nekspieren te krijgen.
Erik valt natuurlijk weer uit de toon.
Hij krijgt een aparte individuele oefening Powerliften.
Niet te onderschatten trouwens!
Hij moet honderd maal een zware zwarte, met lood gevulde container opheffen,
ter stimulering van de armbicepsen. Kan van pas komen in de volgende bar.
Na het bezoek zijn we weer buiten- en uitgelaten.
Denk niet dat er aan de rechterkant een roze flamingo staat. Het is Yvette.
De volgende afspraak is een boottocht op de Kleine Nete. Er zijn twee formules.
Een zonder drank en een met drank. Uitzonderlijk is de eerste formule vandaag
niet beschikbaar, en zijn we verplicht de tweede versie te nemen. Jammer.
Dit is onze watergids. Ik zal hem maar John noemen.
John wijst ons de plek aan waar de alligators na de middag hun siësta houden.
Lier is toch wel een aangename provinciestad.
Dat doet me er aan denken dat ik hier geboren ben.
Niet hier, maar in het ziekenhuis.
Deze brug is nogal laag. Konden ze in de middeleeuwen niet weten
dat John hier ooit met toeristen zou moeten onder varen.
We begrijpen nu ook beter het nut van de nekspieroefeningen van daarnet.
Iedereen komt er soepel onder door, met het hoofd nog intact.
Voor zover als mogelijk bij een Olaba.
Dat moet gevierd worden! Een lekker biertje doet alle emoties wegspoelen.
De alcoholische gevolgen laten zich al snel zien.
De ergste foto’s zijn gelukkig gecensureerd, door toedoen van de Olaba president.
We varen hier langs de Vismarkt.
En, als je het weet, zie je hier de ingang van de kunstacademie,
waar ik nooit op de schoolbanken heb gezeten.
Gelukkig maar, voor de school.
Het water van de Kleine Nete heeft bijzondere eigenschappen.
Stoelen blijven er gewoon op staan.
Eigenlijk was dat trucje van Jezus van Nazareth om op het water te lopen
niks bijzonders: hij wist de paaltjes staan.
Terug op het droge lopen we een kudde schapen tegen het zongeblakerde lijf.
Lierenaars hebben als bijnaam: schapenkoppen, en ik kan het weten,
want ik ben een lammetje, zeggen sommigen.
Tot slot van deze mooie dag drinken ter afscheid nog een glaasje
op de Grote Markt, in het zicht van het stadhuis en het belfort uit 1369.
Zo ziet het plein er dan uit (??) vanuit de drankgelegenheid waar we voorlopig
afscheid nemen van Lier en de andere Olaba’s.
Alles bij elkaar is het een plezierige dag geweest.
Jammer van de 50 € parkeerboete die ik achteraf mocht betalen.
Bij mijn vorig bezoek, twintig jaar eerder, mocht je overal vrij parkeren.
De wereld is veranderd, en wij ook.
14-03-2010, 00:00 geschreven door grob
06-03-2010
KOKENETEN: uitslag Oostenrijk-Spanje is 1-1
Ik heb terloops al eens vermeld dat Spanje, Oostenrijk, en nog andere stukken Europa,
(waaronder Vlaanderen) een tijd verenigd waren onder één gezag.
Keizer Karel was de man die dit domeintje bezat, waar de zon nooit onderging.
Wij kennen deze knaap als Karel V.
In Spanje heten ze hem Karel I, en in de Spaanse volksmond is het Don Carlos.
Zijn zoon was Filip II of Felipe, de Inquisitie man, maar je mag dat snel vergeten.
Wat ik wil zeggen is dat in de grond Oostenrijk en het verre Spanje verder
niets met elkaar gemeen hadden/hebben.
Daar ga ik nu toch even, als uitdaging, wat verandering in brengen.
Ik ga beide landen krachtdadig op de rooster leggen!
Daarvoor zal ik een harde Japanner inschakelen, hoewel die op zichzelf
volledig oneetbaar is.
Wat je hieronder op de foto ziet aan eetbaars is qua herkomst volledig neutraal:
een paar ronde tournedootjes, een bakje champignons, twee piepertjes die
straks een blinkend metalen jasje om krijgen, en een mes van Piet Huysentruyt.
Nu begint het: spiesen uit Tirol. Ik wil jullie de authentieke naam niet onthouden:
Pilzspiesschen Tiroler Art .
Als je dit drie keer uitspreekt, ben je al je speeksel kwijt en is je honger al over.
Hoe steek je dit kunstwerk (letterlijk) in elkaar? Ziehier:
ingrediënten voor 2
bereiding
350g paddenstoelen
snijd de geborstelde champignons in dikke plakken
4 pruimtomaten
halveer de tomaten, haal het zaad er uit en laat uitlekken
basilicumpoeder (Spanje: pasta)
doe de basilicum in de tomaten
olijfolie
bak de champignons even aan op hoog vuur in olie
1 (witte) ui in stukken gesneden
leg ze even opzij op een bord
100g spekblokjes
bak de spekblokjes in dezelfde pan
1 kleine rode paprika
vul de halve tomaten met de spekblokjes
pezo
zet de ui 1’ in de microgolfoven, om hem mals te maken
peterselie, fijngehakt
ontdoe de paprika van zaadlijsten, snijd hem in blokjes
zet de paprikablokjes ook even in de microwave
steek alle groenten afwisselend aan vleespennen
plaats de gevulde tomatenhelften goed tegen elkaar
deze hoeveelheden zijn goed voor 3 vleespennen
strooi pezo over de brochettes, bedruip ze met olijfolie
grill de brochettes 10’ of leg ze op de tepanyaki
heel goed met butifarra of andere worstjes (pag. 120)
Na het steekspel zien de brochettes er ongeveer zo uit:
Tot zover het Oostenrijkse gedeelte.
Hoewel ik mijn twijfels heb over de weersomstandigheden in Oostenrijk
om geregeld te kunnen barbecueën.
Zelfs in Spanje moet je in deze druipnatte winter een droge dag uitzoeken.
De inbreng aan Spaanse kant bestaat vooral uit “butifarras” .
Ik had de lekkere Catalaanse worst vroeger al eens willen grillen, maar dat liep faliekant af.
Zie deze interessante maar moedeloze ervaring op een andere plaats in mijn webblog:
“Het geheim van de Barbaarse Barbecue”, genoteerd op 19/07/2009.
Klik hiervoor rechts in de maand juli 2009, en je komt erop.
De BBQ werd toen deskundig en definitief afgevoerd naar de grote vuilnisbak.
Om terrassnoeperijen toch mogelijk te maken, werd na de derde en laatste
versleten BBQ een gloednieuwe teppanyaki aangeschaft.
Het ding werkt even goed, en is veel gemakkelijker te onderhouden.
Het Japanse woord "teppanyaki" is afgeleid van teppan, dat ijzeren plaat betekent,
en yaki dat gebakken wil zeggen in het Japans.
Butifarras komen uit noordelijk Spanje, meer bepaald uit Catalonië.
Op zichzelf is dat geen probleem, behalve dat ze daar botifarras heten.
Botifarra schotels zijn een van de meest bereide gerechten in Catalonië.
Ziehier, hoe ze te bereiden. Je kunt natuurlijk evengoed andere worsten gebruiken.
Let op: butifarras zijn GEEN bloedpensen. Die noemt men hier morcilla .
Butti’s en botti’s bevatten VLEES (en natuurlijk kruiden en look).
De ronde exemplaren zijn (meestal) van elkaar gescheiden door een touwtje,
vandaar de naam bottifarras soleñadas (eenzame botti’s).
Botifarraworst is zeker tweeduizend jaar oud.
De Romeinen, die hier ook al eens toevallig voorbijkwamen, noemden het
botulu of lucanica , toen ook vervaardigd van rauw varkensvlees en kruiden.
Vandaag vindt men ook varianten in Italië, Portugal en Brazilië.
Botifarra is eveneens uiterst populair in Paraguay .
Misschien daarom dat dit land zangers voortbrengt met geweldig sterke stemmen.
Het zou kunnen dat de botifarra’s aldaar té heet worden opgediend.
Hier is een van de Catalaanse manieren om de worstjes lekker te maken:
Botifarras o salsitxes a la pagesenca (= paddenstoelen, in het Catalaans).
ingrediënten voor 2
bereiding
witte en zwarte butifarras (Spanje)
prik de butifarras in met een vork, marineer ze twee uren
(of andere worstjes, merguez …)
spoel de piepers schoon
marinade voor de worstjes:
leg ze in een microwave schotel met een beetje water
2 grote aardappelen
kook ze gaar, omwikkel ze met alu-folie
300g paddenstoelen
leg de butifarras op de grill of tepanyaki (halve power)
pezo
draai ze een paar malen om, na 10’ zijn ze gaar
roomsausje of aïoli
kruid de champignons en bak ze ook in 7’
open de alu-folie bovenaan, snijd een spie uit de piepers
vul die met het sausje
lekker met Paddenstoelbrochettes uit Tirol, pag. 94
Er liggen ook nog een paar chorizootjes op, vergelijkbaar met merguez worstjes.
Nu al het lekkers staat te popelen, schieten de kok en de teppanyaki in gang.
De klus is bijna geklaard, de hitte van de bakplaat doet al het werk,
behalve het af en toe omdraaien van de sissende stukken.
Het wijntje staat paraat, de piepertjes zijn gekookt in de microwave,
en omwikkeld met alu-folie. Het feest kan beginnen.
Met een teppanyaki zit je gebakki.
Wat hebben we vandaag geleerd?
De eindstand Oostenrijk - Spanje is 1-1, en de scheidsrechter was een Japanner.
06-03-2010, 00:00 geschreven door grob
26-02-2010
Via El Greco in Toledo (2) naar Riofrio
Een wandeling maken door Toledo, de oude hoofdstad van Spanje,
is alsof je 500 jaar teruggekaatst wordt in de tijd.
In de oude binnenstad is er weinig of geen verkeer te zien.
Alleen oude straatjes, binnenplaatsen, en een massa winkeltjes
met armaturen, wapens, en allerlei oude (namaak)dingen waar
het blanke staal voor wordt gebruikt.
Een van de bekendste ex-inwoners is de schilder El Greco, uit de glorietijd
van Spanje, toen er heel veel geld was (ergens anders geplunderd natuurlijk,
zoals in Vlaanderen bijvoorbeeld) en geen twintig percent werklozen, zoals nu.
Nochtans zag El Greco, afgaande op zijn zelfportret, er niet zo stralend uit.
Domenikos Theotokopoulos (what’s in a name?) is zijn echte naam.
De Spanjaarden vonden dit wat lastig om uit te spreken, en hij werd dus
terecht algemeen bekend als El Greco ( Spaans voor de "De Griek").
Het schrijven lag nog iets moeilijker, wat denk je van Δομήνικος Θεοτοκόπουλος.
Onleesbaar voor de meesten, maar omdat ik bij de nationaliteiten
van mijn lezers zie dat er toch één Griek tussen zit, wil ik deze persoon
toch ook de volledige originele naam geven.
El Greco werd geboren in He raklion op Kreta in 1541 en hij was
een getalenteerde kunstschilder die voornamelijk in Spanje werkte.
Net als Greta en ikzelf was hij al een echte Europeaan.
Na een opleiding op Kreta in de kunst van de iconen reisde El Greco
naar Italië, en in Rome studeerde hij onder de schilder Titiaan .
In 1577 emigreerde hij naar Toledo in Spanje, waar hij zijn
grootste hoogte bereikte, tot aan zijn dood in Toledo op 7 april 1614 .
Hij was erg geliefd onder hoogwaardigheidsbekleders en schilderde
vooral religieuze werken en portretten.
De schilderijen van El Greco onderscheiden zich door de langgerekte vormen
en de expressieve kleuren. Zijn werken doen werkelijk erg modern aan.
Hier zie je het schilderij “De doop van Christus”, geschilderd rond 1610.
Na zijn dood werd El Greco eeuwenlang niet meer als belangrijk
kunstenaar gezien.
Aan het eind van de 19e eeuw ontstond echter een hernieuwde belangstelling
in zijn hoogst persoonlijke expressie.
El Greco bevrijdde zich van de exacte vorm, licht en kleuren van zijn onderwerpen
en inspireerde kunstenaars als Pablo Picasso en Jackson Pollock in hun
inspanningen om de kunst te transformeren
De meeste kunstcritici bestempelen hem als een moderne schilder ‘avant-la-lettre'.
Hij slaagde erin zijn schilderijen licht te laten uitstralen, wat totaal ongewoon
was in de jaren 1600. Als voorbeeld zie je het zicht op de stad Toledo,
van op de plaats waar we verblijven in hotel Eurostar.
Deze historische en artistieke bespiegelingen veroorzaken dorst en honger.
Dus gaan we op zoek naar de beste bar van Toledo: de Gambrinus. Niet te missen!
Bemerk de frappante gelijkenis tussen de kraag die El Greco rond zijn nek draagt,
en de kraag van de pint die Greta in haar knuistje neemt.
De Spanjaarden weten waar Joost de mosterd en de pils vandaan haalt.
De Gambrinus serveert Cruzcampo bier, en dat zullen we geweten hebben.
Aan de zijkant van de bar ligt een driehoekig pleintje, waar Greta snel haar
plaatsje vindt. Merk op dat ook hier het spel van licht en schaduw volop
tot zijn recht komt. El Greco vergezelt ons.
Na de bestelling van enkele natjes en droogjes neem ik even tijd
voor persoonlijke hygiëne.
Dat geeft me de gelegenheid eens rustig het interieur te bekijken.
Op één plaats hangen de lekkerste hammen te drogen aan de haak,
met onderaan het druippotje om resterend vocht op te vangen.
Even verder staan een aantal gezellige tafeltjes klaar om gasten te ontvangen.
Het is nu rond 4 uur, zowat de kalmste periode van de dag.
De Cruzcampo pils wordt hier hoog in het vaandel en in de vrachtwagen gedragen.
Spanjaarden eten tapa’s altijd aan de toog. Geen probleem hier.
Er was een tijd dat deze plaats ook een huisbrouwerij was.
De bewijzen zijn nog aanwezig.
Intussen is de bestelling toegekomen. Eigenlijk wilden we een kleine tapa
eten, maar de hoeveelheden die men neerzet zijn aan de ruime kant.
Mijn probleem is dat ik nauwelijks kan weerstaan aan al die lekkere dingen.
De kelner heeft dus niet veel moeten afruimen.
’s Avonds bij het romantische diner kunnen we geen pap meer zeggen,
en eten we maar enkele kruimeltjes.
Er is nog een sappige story aan verbonden met een steak en een hond,
maar het zou me te ver leiden om dat hier en nu uit de doeken te doen.
Na de heerlijke maaltijd in de Gambrinus werpen we nog een laatste blik
in het interieur. Geen blik in staal natuurlijk, hoewel dat in Toledo ruim
voorhanden is, zoniet zouden we de barjuffrouw achter de toog
te veel doen schrikken van het lawaai.
De tijd is gekomen om oud Toledo te verlaten, met zijn pittoreske straatjes
en dito winkeltjes met Armas Historicas.
We rijden het laatste stuk naar Malaga door een monotoon landschap.
Een ultieme stop voor een kleine snack en een smeerbeurt voor de keel
voeren we uit net voorbij Granada.
Er is daar een piepklein dorpje, Riofrio. Door het dorpje loopt een rivier,
eveneens genoemd Riofrio natuurlijk, wat zoveel betekent als “koude rivier”.
Bij onze aankomst ziet het er nogal verwilderd uit, en er is geen levende ziel.
We zitten hier in de uitlopers van de Sierra de Loja, met zicht op de hoogste
toppen van de Sierra Nevada.
Sinds 1664 wordt hier op forel gevist. Dat is toevallig ook het jaartal van het
ontstaan van het bier 1664 van Kronenbourg, maar verder is er geen verband.
Onlangs werden hier forelvangsten gedaan tot 5.2 kg!
Je moet wel over een stevige barbecue beschikken om dat visje te braden!
Het visseizoen loopt hier het hele jaar, waarbij men verse forel serveert
van de barbecue in de talrijke restaurants.
Het oogt hier niet zo aantrekkelijk als normaal.
Gisteren is hier een zware storm gepasseerd, en alles ligt overhoop.
De hoofdattractie hier is nochtans niet meer de forel, maar de steur.
Na drie en een halve eeuw forellen vangen was men er wat op uitgekeken,
en is er een familie gestart met het kweken van steur.
Niet de vis is op zichzelf heel interessant, maar wel zijn eitjes,
met andere woorden gezegd: het draait allemaal rond kaviaar.
Kaviaar mag sinds enkele jaren niet meer ingevoerd worden
in de Europese Unie, enkel als eitjes, om zelf te kweken.
Wil je er meer over weten, dan kan je naar http://www.caviarperse.net.
Persoonlijk vind ik de smaak van kaviaar maar niks.
Vroeger werd de steur in het wild gevonden in de Guadalquivir, die ook Sevilla
en Cordoba bespoelt. Maar sinds die werd afgedamd voor drinkwater
en elektriciteit, is het visje in Spanje bijna uitgestorven.
In Riofrio bevindt zich nu een van de grootste steurkwekerijen in de wereld.
Naast forel kan men er ook de steur zelf eten in de plaatselijke restaurants.
Dat zal bij ons volgend bezoek dan ook gebeuren.
Steuren zijn grote, primitieve vissen met een bepantserde kop.
Hij is een van de weinige dieren die de prehistorische tijd heeft overleefd.
Kenmerkend is de lange snuit met een soort uitstulpbare slurf.
Ze worden tot 6 meter lang, 500 kg zwaar en maximum 100 jaar oud.
Steur is een vis die heel zuurstofrijk water nodig heeft.
Bij een tekort aan zuurstof, zal de vis krom groeien en uiteindelijk sterven.
Het pure zuivere water dat rechtstreeks van de Sierra Nevada komt is
uiterst geschikt voor deze vissen, die volledig ecologisch gekweekt worden.
Deze viskweek valt wel buiten het gewone.
Alleen al het feit dat de oude knarren heel gevoelig zijn voor hun leefmilieu ,
is er ook nog een groot praktisch probleem.
Mannetjes worden pas geslachtsrijp na 7 tot 15 jaar en vrouwtjes na 8 tot 20 jaar.
Wie een kwekerij start moet een heel aantal jaren wachten op de eerste eitjes,
en om iets tastbaars terug te zien van zijn investering.
Vandaar dat er weinig steur wordt gekweekt in de wereld en dat de eitjes
een heel duur exclusief product blijken te zijn.
Dit inloopstadium zijn ze hier intussen al wel voorbij.
De ei-afzetting vindt normaal plaats in diepe rivierdelen met stenige bodem,
of ook wel boven zandbanken in ondiep water bij de monding van rivieren.
Het vrouwtje verspreidt daarbij de eieren (tot 800000 stuks, bij grote exemplaren)
over een oppervlakte van honderden vierkante meter.
Enkel op enkele plaatsen in Europa leven nog wilde steuren.
In de Dordogne bijvoorbeeld zijn ze nog niet helemaal weggevist.
Na enkele tapa’s nemen we afscheid van deze interessante plek.
Het laatste dat we zien is een wilde eend, dicht tegen de weggespoelde oever.
Dit lekkere beestje legt natuurlijk al de link naar een mogelijk volgende
hoofdstuk in de kokeneten rubriek.
Come and see next week.
26-02-2010, 00:00 geschreven door grob
20-02-2010
KOKENETEN: ingrediënten uit alle continenten
De kalkoen is een gedomesticeerde vogel oorspronkelijk afkomstig uit Yucatán ,
waar hij door de Maya's gehouden werd. In de 16e eeuw werd de vogel
in Europa populair op het menu, na import door de Spanjaarden.
Het Nederlandse woord kalkoen is afgeleid van de stad Calicut in India.
In Denemarken, Estland, Noorwegen is het kalkun , in Zweden kalkon enzovoort.
De naam in de meeste andere Europese talen wijst op een exotische origine.
Het komt voor een deel voort uit de misvatting dat Columbus naar India was gevaren,
toen hij Amerika ontdekte. Vandaar ook in het Frans: dinde (in feite d’Inde).
De Pilgrim Fathers , Engelsen die twee eeuwen later naar Amerika trokken,
om het land te exploiteren namen kalkoenen mee. Dat was echter onnodig,
aangezien daar een grote, wilde soort kalkoen bleek voor te komen,
namelijk de "wild turkey". Wij wisten dat natuurlijk intussen.
Zie foto hieronder.
Deze soort wordt in de VS traditioneel verorberd op Thanksgiving Day .
Een kalkoen wordt gekenmerkt door zijn naakte rode kop, met lellen
aan beide kanten van zijn snavel.
Vandaag gaan we een (klein stukje van dit) beestje bereiden en opeten.
Als toemaatje denken we daarbij aan gegrilde tomaten , altijd lekker.
Je kunt het topje er af nemen, ofwel ze in twee snijden, zoals ik
deze keer deed, in tegenstelling tot het recept.
Ingrediënten voor 2
bereiding
4 grote rijpe tomaten
Verwijder het harde kroontje van de tomaten, snij er de kapjes af
45g vers broodkruim
Schep er de zaadjes uit
3el gehakte peterselie
Rangschik ze op een ingevette ovenschotel
2 tenen look, grof gehakt
Meng het broodkruim, peterselie en look; kruid met peper en zout
pezo
Vul er losjes de tomaten mee
olijfolie
Besprenkel de tomaten met olie
Zet de schotel 15´in een oven van 200 º
Dan is de tijd gekomen voor het vogeltje, dat al een tijdje (ten minste vier uren)
in de koelkast staat sappig te worden in een Oosterse marinade.
Het recept staat te boek als: Kalkoenfilet met koriander.
Maak het eens voor een ander (maar ook voor jezelf).
ingrediënten voor 2
bereiding
400g kalkoenfilet
snij de kalkoenfilets in repen
voor de marinade:
doe de marinade met al de rest, gesneden waar nodig
2 eetlepels vissaus (nam pla)
leg de kalkoen in de marinade, dompel ze onder
2 el sake (of gin)
zet dit afgedekt ten minste 4 uren in de koelkast
sap van ½ limoen of citroen
bekleed de bakplaat van de oven met aluminiumfolie
1 el milde currypasta
leg de kalkoenreepjes erop, of op een schoteltje
2 el kokosmelk of lichte (soja)room
zet 10’ onder de grill en dien op (Oosterse smaak!)
2 teentjes look (of 2 tl lookpasta)
1 chilipepertje (of piment d’Espelette)
bereid met gegrilde tomaten (samen 10’ onder de grill)
1 bosje verse koriander, fijngesneden
en “amandelsaus voor kalkoen” uit “Sauzen”
En dan gaat het samen gezellig onder de grill met de tomaten.
De Spaanse terracotta schoteltjes doen weer hun dienst.
Het geurige en smeuïge kalkoenfiletje mag na 10’ de tafel op, voorzien van
een takje lekkere verse koriander uit de grote pot op het terras.
Nu heb ik toch wel een sausje gevonden zeker, dat uitgevonden is
om bij kalkoen te geven (almond sauce for turkey) .
Weer een geluk bij een geluk.
Dit makkelijke sausje kan rustig gemaakt worden terwijl het vogelbeestje
zich te pletter amuseert met de tomaatjes in de oven.
Foelie heeft natuurlijk de voorkeur op nootmuskaat.
Het is de gemalen schil van deze specerij, en is fijner van smaak.
ingrediënten voor 2
bereiding
voor 10 cl saus:
smelt de boter in een kleine steelpan
30g amandelpoeder
roer het amandelpoeder erdoor tot het blond is
(of de noten geblancheerd en fijngehakt)
doe de bloem erbij en doe de fond erbij en water
10g boter
kruid met een snuif zout, suiker en foelie
1 el bloem
breng de saus aan de kook, klop op met een garde
8 cl kippenboeljon, of een beetje -fond
de saus moet niet gezeefd worden
zout
roer er voor het opdienen de room door
suiker
foelie (of nootmuskaat)
1 el (soja)room
De kok van dienst komt even de filetjes op de tafel zetten, en hij lijkt
nog een beetje onzeker over het resultaat. Greta is soms een hard jurylid!
Over de tomaatjes wordt nog wat verse basilicum gelegd (zalig!), en alles .
staat klaar voor de definitieve hap.
Ingrediënten uit alle continenten zijn vandaag de revue gepasseerd.
De vino tinto heeft intussen ook al zijn weg gevonden naar het wijnglas merk ik.
Een van de betere dagen in mijn kokleven is dit . Alles is gelukt. Smakelijk.
20-02-2010, 00:00 geschreven door grob
13-02-2010
Cupido in Toledo (1)
Na een heerlijk ontbijt in hotel Cuatro Postes in Avila poetsen we de plaat
naar Toledo, voor een extra uitstap in het binnenland, die niet gepland was.
De afstand is 250 km, voornamelijk langs autoweg, dus heel comfortabel.
Onderweg komen we langs een Embalse, een kunstmatig meer dat drinkwater levert.
Rechts in het midden van de foto is de brug waar we net over reden.
Ook de andere kant van het meer ziet er voldoende fotogeniek uit,
maar de waterstand mag wat hoger zijn.
Hoewel er wel wat wolken hangen in de heuvels, gaat het zeker niet regenen.
Toledo is de hoofdstad van de gelijknamige provincie , in de autonome gemeenschap
van Castilië-La Mancha in Spanje . De stad is gelegen aan de rivier de Taag (El Tajo),
ten zuidwesten van de hoofdstad Madrid .
De rivier omspant de oude stad volledig, en was in de middeleeuwen natuurlijk
makkelijk te verdedigen. De stad heeft een rijke geschiedenis en cultuur,
en staat dan ook op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO .
We hebben onderweg via internet geboekt in het prachtige Eurostar hotel,
dat op een heuvel ligt buiten de stad.
Vanuit onze kamer hebben we een prachtig overzicht over de oude stad.
Toledo, een van de oudste steden van Spanje werd in 192 voor Christus
door de Romeinen veroverd, die haar 'Toletum' noemden.
Onder de Visigoten was de stad van 534 tot 712 hoofdstad en werden er talrijke
concilies gehouden.
Toen waren dat de vergaderingen die het politieke en religieuze leven beheersten.
Ze zijn vandaag vervangen door Toppen van de Europese Unie.
In de Moorse tijd was de stad tot 1035 de zetel van een emir onder het opperbevel
van de kalief van Córdoba; daarna beleefde de stad als zelfstandig koninkrijk
een bloeitijd door de wapenfabricage, en ook door de wolnijverheid.
Zelfs nu kan je in elke toeristenwinkel alle soorten (nep) snij- en hakwapens kopen.
Het blanke staal maakte Toledo bekend doorheen alle tijden.
Ook de wetenschap werd op hoog niveau beoefend.
In 1085 bezette de Castiliaanse koning Alfonso VI de stad. In 1087 werd ze
de residentie van de koningen van Castilië en tevens het kerkelijke centrum
van heel Spanje.
Toen Philips II, zoon van Keizer Karel de residentie naar Madrid verplaatste,
verloor de stad haar politieke betekenis. In de Spaanse burgeroorlog
werd Toledo beroemd door de verdediging van de Alcazar.
Hier zie je de rechts kathedraal en links het Alcazar, dat is het kasteel.
Vooral ’s avonds komt de schoonheid van het Alcazar tot zijn recht.
Toledo heeft een oneindig aantal smalle middeleeuwse straatjes.
In een ervan sta ik (links) rustig tegen een muur mijn puntzakje frieten te eten.
Verbindingen tussen paters- en nonnenkloosters waren ook al voorzien,
om samen de Heer te loven en peren te stoven.
Weinig straten zijn vlak te noemen.
De toerist kan sightseeing combineren met fitness.
Oude kerkjes met wanordelijke structuren bepalen het stadsbeeld.
Toledo bezit geen echte toeristisch bekende blikvanger.
Het is een stad om te verkennen door de smalle straatjes,
die je vijfhonderd jaar terugzetten in de tijd.
Deze volgende foto is niet bewerkt.
Het is gewoon een reflectie in een etalageraam
van een van de talloze winkeltjes met snijapparaten.
Onze wandeling leidt ons langs het Alcazar.
Vandaar heb je een ruim zicht over de omgeving, met de Taag
en een reeks middeleeuwse gebouwen op de achtergrond.
Toledo is in feite een kleine, maar niet overzichtelijke stad.
Poorten en deuren in de oude stad zijn meestal nog origineel en onverwoestbaar.
Toledo is ook de stad van de hertog van Alva (of ook wel Alba, want in het Spaans
klinkt dat hetzelfde). Wij kennen hem onder deze verkorte naam.
Don Fernando Álvarez de Toledo, was een Spaans generaal en landvoogd
van de Nederlanden aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog .
Zijn bewind leidde tot een verheviging van de opstand in de Nederlanden
en uiteindelijk tot het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden .
In de Nederlanden was hij bijgenaamd de IJzeren Hertog en in Spanje de Grote Hertog.
In 1566 werd Alva door de toenmalige koning Filips II (zoon van Keizer Karel V)
vanuit Italië naar de Nederlanden gestuurd.
Hij kreeg een leger van 10 000 man en onbeperkte bevoegdheid.
Directe aanleiding voor de benoeming van Alva was de Beeldenstorm .
Volgens een anekdote had Alva tegen Filips II gezegd dat hij maximaal
zes maanden nodig zou hebben om de opstand neer te slaan
en dat er "enkel wat koppen moesten rollen".
Aan zijn eigen kop kan je al zien dat hij geen koorknaapje was.
Zelfs de schilder van het portret had dat al (letterlijk) in het snuitje.
Vrijwel direct na zijn aankomst in Brussel richtte deze schurk
de Raad van Beroerten (=onlusten) op, die in de volksmond
al snel bekend stond als "de Bloedraad".
Zijn komst deed veel edelen als Willem van Oranje op de vlucht slaan.
Deze besloot in overleg met zijn broers om een inval te wagen in de Nederlanden.
In de Slag bij Dalheim werd hij verslagen door Alva's soldaten.
Alva was woedend en liet 18 edelen onthoofden op de Grote Markt van Brussel .
Twee populaire edelen, graaf van Egmont en Graaf Horne , werden later eveneens
als voorbeeld publiekelijk onthoofd in Brussel.
Willem van Oranje had daar ook bij moeten zijn,
maar doordat hij tijdig gevlucht was, ontkwam hij eraan.
De Raad van Beroerten was naar de maatstaven van die tijd erg efficiënt.
Tijdens de vijf jaar van Alva's bewind werden zo'n 8950 personen uit alle lagen
van de bevolking ondervraagd en veroordeeld wegens verraad, ketterij of beide;
verbeurdverklaring van goederen bij vermogende veroordeelden kwam veel voor.
In totaal werden er meer dan 1000 dwarsliggers letterlijk een kopje kleiner gemaakt.
Op 2 oktober 1572 plunderden en moordden de Spanjaarden onder de leiding
van deze wreedaard in Mechelen , nadat er daar in de maand september voordien
even een niet-katholiek bestuur aan het bewind was geweest.
Op 15 november van dat jaar onderging het Noordelijk Zutphen een dergelijk lot.
De Watergeuzen verweerden zich succesvol in een drietal zeeslagen
tegen Spaanse schepen.
Vanwege deze tegenslagen en zijn kwetsbare gezondheid diende Alva
bij Filips II zijn ontslag in.
Na zijn terugkeer werd hij aanvankelijk als held binnengehaald door Filips II,
maar door een liefdesaffaire van zijn zoon Frederik werd ook Alva zelf
in opspraak gebracht.
Alva werd verbannen van het hof en bracht zijn tijd door in het kasteel van Uceda .
Hij vervult de rol van slechterik in het Suske en Wiske album “Het Spaanse Spook ” .
In Spanje wordt deze meedogenloze katholieke moordenaar beschouwd als
"de beste van zijn tijd en een van de besten in de geschiedenis".
Alles is relatief.
De kathedraal van Santa Maria de Toledo was, zoals die van Antwerpen, gepland
met twee torens, maar waarschijnlijk ontbraken de nodige financiële middelen.
Niks nieuws onder de zon dus.
Vermits we de uitzonderlijk mooie kathedralen van Sevilla en Burgos in detail
bezochten, de absolute top dus, laten we deze links liggen.
We komen dus uit aan de rechterkant, en wie zit daar?
Een ingetogen muzikant, die zorgvuldig en beheerst Aziatische klanken
produceert tegen een kleine vergoeding.
Aan de Torre de San Nicolas springen de Moorse invloeden zo in het oog.
Een muzikaal meisje haalt onvoorstelbare klanken te voorschijn
uit een merkwaardig instrument, met bijhorende strijkstok.
In de omgeving is er nog het Monasterio de San Juan de los Reyes.
Er zijn in Spanje evenveel middeleeuwse kloosters als tapabars.
Meestal beperken we onze bezoeken tot de laatste categorie.
Dat komt omdat de openingsuren ons beter liggen.
Na het uitgebreide bezoek aan de stad keren we met de bus terug naar het hotel.
In dit reusachtige moderne etablissement zijn we praktisch alleen als hotelgasten.
Deze periode in de herfst is het laagste van het laagseizoen.
We hebben dan ook een romantisch arrangement kunnen boeken voor een prijsje.
Onder meer zijn inbegrepen: halfpension en ontvangst met Cava op de kamer.
In het romantische pakket zijn eveneens de twee aparte bedden
vervangen door een kamerbreed dubbelbed (!).
In het restaurant voor het diner is een rode roos voorzien voor de aanwezige dame.
Deze roos moet ik dan ook op een passende wijze aanbieden aan Greta.
Cupido komt uit Toledo! Wat een interessante ontdekking!
Het moet geen Valentijn zijn om je liefste plezier te doen.
Daarenboven heeft ze haar halve fles wijn ook nog…
P.S. waarom we nauwelijks iets gegeten hebben van het nochtans lekkere menu
komen jullie volgende keer te weten.
13-02-2010, 00:00 geschreven door grob
06-02-2010
Alle begin is makkelijk!
Voor ik het vergeet moet ik toch nog even iets kwijt over de activiteiten,
of het gebrek daaraan op 1 januari 2010.
In het kort: net als vorig jaar bewandelen we de zeedijk van Fuengirola.
Iets gemakkelijk dus om het jaar mee te beginnen.
In het begin van januari mag je niks forceren. Het begin moet makkelijk.
Het weer is tot ieders tevredenheid min of meer bevredigend.
We vertrekken aan de kant van de plezierhaven, en stappen richting Malaga.
Er is een vaste plaats waar zandwerkers hun visuele producten aanbieden.
Ditmaal hebben ze natuurlijk als thema: de drie koningen, Los Tres Reyes.
Deze drie wijzen zijn erg populair in Spanje, vooral bij de kinderen.
Ten eerste omdat ze op 6 januari nooit naar school moeten, maar vooral
omdat ze dan geschenken krijgen. Hoewel Sinterklaas vanuit Spanje
al zijn verplaatsingen doet met de stoomboot, is hij hier helemaal niet bekend.
We zien hier een st(r)andwerker die de laatste hand legt aan een zanderige inwoner
van Bethlehem, terwijl de ezel smaakvol de inhoud van zijn trog verorbert.
Met man en macht wordt gewerkt om de openluchtstal af te wroeten.
De os, op de voorgrond, lijkt jammer genoeg meer op een Bouvierhond
met horens dan op een stier zonder kroonjuwelen.
De heilige maagd Maria ziet er ook niet op haar best uit, maar wellicht
komt dat door een zware bevalling. Het is verbazend dat ze al rechtop kan zitten.
Als je ziet dat het kindje Jezus, enkele dagen na zijn geboorte, al heel flink uit
de kluiten gewassen is, is het niet te verwonderen dat Maria er wat krampachtig bij zit.
Bij de geboorte was dat zeker een baby van 20 kg en een lengte van 80 cm.
Jozef zit er ook wat verweesd bij. Als timmerman laat hij er geen gras over groeien
en daarenboven heeft al een stuk hout gevonden om mee te knutselen.
Ofwel houdt hij het gereed om mee te slaan als er nog eens een witte duif
in de buurt van Maria komt.
Kijk even goed naar de heilige Jozef. Ik heb de indruk dat hij een dikke tong heeft.
Mogelijk heeft hij gisteravond te lang aan de fles whisky gehangen,
toen de drie koningen op bezoek waren.
Het strand is grotendeels verlaten. De visserssloepen blijven binnen vandaag.
Een paar inboorlingen lopen of rijden toch rond op een zandfiets.
Onder een tent gebeuren de voorbereidingen om zo dadelijk sardines te grillen.
Slechts enkele mensen doen de stap tot aan het water, waar nochtans
het meeste zon schijnt, en waar het zicht over de baai het mooist is..
De grens tussen Fuengirola en Los Boliches wordt gevormd door een rivier.
Door de december regens loopt er heel wat drinkwater (verloren) in de zee.
Net als vorig jaar is er een serieuze geul in het strand, waar de rivier
zich een weg heeft “gebaand”, alleen is hij nu weer anders van vorm.
Meer volk te vinden langs de barretjes aan de zeedijk.
Na een slopende wandeling wordt het hoog tijd om wat op krachten te komen.
Bij het binnenkomen van Los Boliches is er de Italiaanse tearoom Valentino.
Greta heeft onmiddellijk de geschikte tafel gevonden.
Om het nieuwe jaar goed in te zetten nemen we naast de gewone koffie
ook wat straffer spul, om ook onze binnenkant te verblijden.
Terwijl we rustig van de omgeving genieten worden we muzikaal onderhouden
door een Hongaarse student. Op de achtergrond zien we dat de heilige maagd
zich ondertussen in verticale positie heeft weten te hijsen.
Het kindje had in zijn bedje gedaan, en terwijl Jozef het stro ververst,
houdt Maria het "kleintje" overeind.
Dank zij de goede ingeving van de drie wijzen beschikken de nieuwbakken ouders
nu over voldoende voorraad wierook en mirre om de onaangename geurtjes
deskundig te kunnen neutraliseren.
De Hongaar staat te popelen om een gezamenlijke foto van ons te nemen,
en we laten hem zijn gang maar gaan. Vorig jaar was het warmer zie ik.
Dan droeg ik een hemd met korte mouwen, en nu met lange.
Maar verder hebben we geen klagen.
Een eindje verder is er een plein met een fontein.
Vorig jaar stond hier een reusachtige kerstboom.
Nu is hij in de kast blijven staan.
Op de dijk staat gans het jaar een mooie paardencarrousel opgesteld.
De grote hotels houden in januari de zon weg van de paardenmolen.
De brave viervoeters huppelen vrolijk rond en worden begeleid door
nostalgische orgelmuziek.
Vorig jaar vonden we een leuk (Engels!) restaurantje met de naam “Mañanas”.
Het eten was eenvoudig, maar lekker.
Waarom zouden we hier dus niet opnieuw ons namiddagbuikje vullen?
Laten we de lunch beginnen met een verfrissing voorzien van een witte kraag.
We kiezen allebei dezelfde bereiding als vorig jaar. Ook de kok is dezelfde.
We zien hem in de open keuken en herkennen hem aan zijn piratensjaal.
Nu moet je eens goed kijken, onder en boven.
De volgende foto is precies een jaar ouder.
Zoek hieronder de zeven verschillen met de vorige foto.
Greta telt niet mee bij het zoeken, want die ziet er nog hetzelfde uit (even jong ).
De volgende foto heb ik hier gewoon geplukt uit deze weblog.
Als je het wil controleren, of onze actiepunten van vorig jaar (nog eens) wil zien,
klik dan bovenaan in de rechterkolom bij “Archief per maand” op “01-2009”.
Voor diegenen die het niet zouden geloven: hier vind je nu het echte bewijs
van de economische crisis in Spanje!
Het volume van dit gerecht, gebaseerd op een gevulde aardappel, is dit jaar
nog maar een derde, terwijl de prijs met een derde is toegenomen.
Dit is hetzelfde gerecht met één jaar verschil. Dit bewijs is onomstotelijk!
Een eindje verder komen we nogmaals de heilige maagd tegen.
Deze maal met een uitbeelding van een andere periode in het jaar:
rond half maart zowat.
Het is een uitbeelding van de Onbevlekte Ontvangenis.
De Maagd Maria helpt een afgepeigerde witte duif op een boomtak,
na het waarmaken van het gekende verhaal uit de bijbel.
Wanneer we terug ter hoogte van de jachthaven van Fuengirola komen,
doet Greta (rechts in het donker) een poging om het aantal spitse torentjes
van het havengebouw te tellen. De alcohol heeft zich (nog) niet volledig meester
van haar gemaakt Ze telt er “ten minste twee”. Ook het einde is dus gemakkelijk.
06-02-2010, 00:00 geschreven door grob
tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba
Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw
tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland
discrete blik achter de schermen in Segovia
beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo
aan het werk in hoteltuin in Alberic
aan de Groenplaats met Seniorennet
met vrienden in El Palmar (Valencia)
catamaran van Tarifa naar Tanger
lunch in Parador van Arcos de la Frontera
Viking van de Geiranger fjord