aantal kliks op deze blog
de daders: Greta en boB = grob
Organisation de loisir agréable et blabla amical
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica
zeer interessante links vind je hieronder
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.
koninklijke glasblazerij tegen Segovia
Expo Oostende voor Anker 2009
als smakelijk hapje in Valencia
fontein in Vejer de la Frontera
standbeeld Tio Pepe in Jerez
trol met Greta in Bergen (Noorwegen) (trol staat bovenaan)
met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao
m.a.w. de weblog van Greta en boB
de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB. Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet, ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.
11-04-2010
Oostende: al een Mercedes met masten gezien? (2)
Het evenement heet officieel “Oostende voor Anker”, en loopt
(en drijft vooral) jaarlijks in de haven van Oostende.
Vorig verslagje lichtte al een tipje van de sluier, maar veruit
het interessantste stuk van deze zomerse dag is de uitnodiging
voor een zeetocht met de Mercedes,
een tweemaster van ongeveer zeventig meter lang.
Een unieke ervaring!!
De Mercedes kwam in mei 2005 voor het eerst in de vaart en zij
(denk eraan, een schip is altijd vrouwelijk) is een van de jongste schepen
in de internationale vloot van de "tall ships".
Het zeilschip behoort tot het type “Brik”, maar verder weet ik daar geen lap van.
Een indrukwekkend touwwerk, met 900 vierkante meter zeiloppervlakte,
hoogste veiligheidsstandaard volgens de Europese richtlijnen voor
passagiersschepen, uitstekende zeewaardigheid, sterke voortstuwing,
veel comfort aan boord en een professionele bemanning zijn goede argumenten
voor een korte zeereis aan boord van de Mercedes.
Het vaargebied van de Mercedes bevindt zich vanaf het Mediterrane gebied,
langs de Atlantische kust naar de Noordzee en de gehele Baltische Zee.
De Mercedes is aanwezig bij bijna alle grote maritieme festivals in Europa.
Charters in en buiten Europeaanse wateren behoren ook tot de geplogenheden.
Het schip is een exclusieve locatie voor geschenkreisjes, zakelijke bijeenkomsten,
regatta begeleiding en alle andere vormen van evenementen.
Vanuit deze hoek bekeken lijkt het uit “The Pirates of the Caraiben” te komen.
Nochtans is dit prachtige vaartuig gewoon thuis in Amsterdam.
Hoewel: dit lijkt een andere Mercedes, eerder een Smart.
Andere tweemasters uit de “tall ships” reeks liggen hier ook, maar verzinken
lichtjes in het niet naast de Mercedes.
Er ligt hier zelfs een bijzondere tweemaster, waarvan de masten naar het schijnt
tijdens een geweldige orkaan geamputeerd werden.
Door zijn capaciteit aan zeil is het geen probleem om snel heel wat zeemijltjes
af te leggen. In 2010 kan je de Mercedes nog terugvinden in bijvoorbeeld:
Volos (Griekenland), Varna (Bulgarije), Istanbul en elders als deelnemer
aan “tall ships” regatta.
Eerder dit jaar was “ze” al te zien in de prinses Sofia Trofee in Palma de Mallorca,
op het Filmfestival van Cannes en de Formule 1 van Monte Carlo.
Het schip “zit” niet stil in 2010. Je kan het onder meer nog gaan
bekijken in Hamburg, Dublin, Oostende (!), Calais, Stralsund,
Szcecin, Scheveningen, Kiel, Aalborg, Antwerpen, Kristiansand,
Hartlepool, Klaipeda, Halmstadt, en in nog een aantal steden
waarvan ik de naam niet kan schrijven.
“Szcecin” was al op het randje. Hoe dikwijls zullen in de komende
maanden deze zeilen dan niet opgetuigd worden?
De zijkant ziet er uit alsof je op een spookschip rondloopt.
Maar niets is minder waar! We zochten wat we vonden!
Centraal op het dek is de bar gelokaliseerd…
…waar professioneel personeel ons met open armen en tapkranen verwacht.
Dank natuurlijk aan onze sponsor van deze dag.
Ergens in deze reeks foto’s zit zijn vlag en logo verstopt.
Omdat dit geen commerciële website is mag ik uiteraard ook geen
promotie maken voor dit financiële bedrijf.
Het zou een goede prijsvraag kunnen zijn om het te vinden
tussen de massa zeilen. Ik zou waarschijnlijk zelf ook
lang moeten zoeken, en ik verwacht dan ook dat
de meeste lezers er geen touw zullen aan vastknopen.
Tot zover de beschrijving van dit merkwaardige schip.
Of we de zeetocht al dan niet heelhuids overleven wordt volgende keer
uitvoerig uit de (zeil)doeken gedaan.
Ship ahoy!
11-04-2010, 16:20 geschreven door grob
03-04-2010
KOKENETEN: laat de echte Parmezaan nu opstaan
Met Pasen komen de eieren als vanzelf naar boven.
Iedereen weet dat witte kippen witte eieren produceren, en bij bruine kiekens
komen ze natuurlijk bruin te voorschijn.
Uitzonderlijk vonden we op de heuvel bij boer Manolo een rode kip.
Zijn eieren zijn dan ook een plaatselijke attractie en fel gegeerd.
Vandaag staan er lamskoteletten op het menu, met Parmezaanse kaas.
Waarschijnlijk is de in dit gerecht gebruikte kaas geen echte traditionele.
Parmezaanse kaas (Parmigiano Reggiano, soms parmezaan genoemd)
is een soort kaas die oorspronkelijk uit Italië komt, uit de omgeving van Parma .
Om deze kaas te maken, heeft men voor 1 kg parmezaan ongeveer 16 liter
koemelk nodig, 600 liter voor één kaas. Eén kaas weegt 33 tot 40kg.
De kaas kent een lange rijpingstijd, minimaal 12, tot optimaal 20-24 maanden.
Dit is veel, vergeleken met bijvoorbeeld Hollandse kaas , die in een paar maanden
rijpt. Gedurende deze tijd moeten de kazen wel voortdurend geborsteld
en gekeerd worden om de kwaliteit te garanderen.
Het resultaat, de Parmezaanse kaas, is dan ook hard en hij breekt gemakkelijk.
De echte pure is te herkennen aan het zegel dat over de hele zijkant
van de kaas gedrukt is, en waarop “Parmigiano Reggiano” te lezen is.
De kaas is bijzonder omdat hij zeer lang houdbaar is.
De parmezaan wordt ook kant-en-klaar geraspt verkocht, maar vaak zal in
dergelijke producten geen echte traditionele goedgekeurde Parmezaan zitten.
Vandaar dan ook de titel: laat de echte parmezaan nu opstaan.
De nepkaas wordt meestal gebruikt om schotels te gratineren , of om
op pasta te strooien.
Als je over echte parmezaan beschikt, meestal dus in een homp, dan komt
de smaak beter tot zijn recht in heel dunne plakken over salades ,
met alleen olijfolie en balsamicoazijn uit Modena.
Een gerechtje maken met Pasen zonder ei kan natuurlijk niet.
Er zit dus eentje in, dank zij smurfkok, kijk maar in dit recept voor
“côtelettes d’agneau à la parmesane” uit Frankrijk:
ingrediënten voor 2
bereiding
2 lamskoteletten (+/- 400g samen)
laat het grootste deel van de boter smelten
50g boter of olijfolie
haal de koteletten erdoor, leg ze op een bord
30g Parmezaanse kaas, geraspt
bedek ze met de Parmezaanse kaas
1 ei, losgeklopt
kruid het ei met pezo en andere kruiden naar wens
broodkruim of chapelure
haal het vlees door het ei, en door het broodkruim
pezo
laat de rest van de boter in een pan smelten
marjolein, rozemarijnpoeder of
leg de koteletten er voorzichtig in met een spatel
andere kruiden naar keuze
laat ze op een hoog vuur 5’ aan elke kant bakken
ze zullen van buiten bruin zijn en van binnen nog rosé
ik heb dit bereid met gekookte aardappelen en
200g gebakken champignons
en 400g gemengde groenten uit de diepvries
(deze laatste even aangestoofd met een ajuintje)
desgewenst kan dit ook met een tomatensaus
De vleesjes worden rosé gebakken in de pan. Denk niet dat er iets mis is met je ogen.
Greta heeft deze foto niet scherp genomen.
Om niet te veel tijd te verliezen, en geen vijgen na Pasen te krijgen, worden wat
Spaanse diepvriesgroentjes bereid met een aangestoofd sjalotje. Snel gedaan.
Een bakje champignons mag er ook wel bij.
Hier zie je alles samen. Snel klaar en goed eet- en verteerbaar.
Buikje vol, en een siësta na, volstaan voor de rest van de dag.
Paasgroetjes van GroB
03-04-2010, 13:13 geschreven door grob
28-03-2010
Na Oostende voor Anker, toch weer niet slanker (1)
In Oostende, historische badplaats aan de Belgische kust, gaat elk jaar
een maritieme festiviteit door, die we helemaal niet kenden.
En dat na meer dan 10 jaar als kustbewoner! Dat moeten we zeker goedmaken.
Voor de 10de editie, de eerste jubileumuitgave, kregen we toevallig een uitnodiging
voor een VIP arrangement. Het smaakt naar nog.
In het centrum van de stad liggen honderden zeewaardige boten en bootjes,
waarvan er een aantal kunnen bezocht worden.
Diegene die voldoende groot zijn natuurlijk.
Langs de kaden zijn witte feesttenten opgesteld, ter verwelkoming van de VIPs,
waartoe we vandaag behoren.
Zelfs een aparte VIP parking is voorzien, en in de witte tenten wachten ons
drank en lekkere hapjes.
Het weer is perfect, en we maken een eerste rondje langs de kleurige bootjes.
Eén merkwaardig schip is al zeker een bezoek waard: “De Hydrograaf”,
het persoonlijke binnenschip van Koningin Juliana van Nederland.
Geen enkel roer is te groot of te zwaar voor een echte zeebonk,
zolang de zon niet in zijn ogen schijnt.
Een beetje schaduw doet een mens af en toe goed, en zeker benedendeks,
in de salons, waar de koningin vroeger aan haar Koninklijke Thee nipte.
Greta camoufleert zich handig naast de orchideeën. Perfect assortiment!
Er is natuurlijk een pianobar. Pim Jacobs beroerde hier regelmatig de toetsen,
maar nu heeft gelukkig en tijdig een blonde stoot de rock&roll ingevoerd.
Aan de achterzijde van de salon hangt een schilderij van deze zelfde Hydrograaf,
terwijl hij stomend de wijde azuurblauwe Nederlandse wateren bevaart.
Dat was in een tijd waar de scheepsschouwen CO2 nog bronstig konden uitstoten.
Naar het schijnt zaten er geregeld verstekelingen en blinde of doofstomme
passagiers verstopt aan boord.
Toch maar even kijken voor de zekerheid of de kust (en het schip) veilig is.
Alle vaartuigen bij elkaar maken het hier tot een gezellige boel, tegen
de achtergrond van het wooncentrum van Oostende.
Zoveel vlaggen en wimpels in de binnenhaven van Oostende zorgen
voor de zonnige zomerse sfeer.
Naast al de vaartuigen is er aan de wal, op verschillende plaatsen, en ook net voor
het treinstation, een gezellige drukte en animatie.
Sommige, eerder stijve, bezoekers staan hier al een tijdje te apegapen, en zijn
al wat gebruind door de zon. De meeste anderen kunnen nog een kleurtje hebben.
De meeste plaatsen zijn open voor het grote publiek.
Zelfs tanks en ander zwaar materieel zijn alom aanwezig.
Ik had dan eerder watertanks verwacht, maar alle attracties zijn welkom .
Hottentottententententoonstellingen en andere curiosa vullen alle lege ruimtes op.
Ook muziektenten fleuren auditief het spektakel op.
Aanstekelijke tropische muziek doet sommige dansbeentjes jeuken.
Het podium kan nauwelijks de muzikanten dragen.
Gelukkig is vandaag het Rode Kruis ook preventief van de partij.
Oostende heeft geen moeite gespaard om positief deze 10de editie te verankeren.
Ik kan moeilijk schatten hoeveel boten speciaal voor deze gelegenheid zijn
langsgekomen, maar het moet een knappe organisatie zijn om ze volgens afspraak
vanuit zoveel locaties allemaal op de juiste tijd en plaats hier te verzamelen.
Op sommige plaatsen liggen de meestal houten schuiten tenminste vijf lagen breed.
Het is een echte heksenketel met al die oude houten vintage boten en schepen.
Wat me opvalt, is het grote aantal Nederlandse schuiten.
Het is natuurlijk een win-win situatie, want de Vlamingen zien al het mooie tuig
uit Nederland, en intussen kunnen de Nederlanders hier genieten
van de lokale Bourgondische levensstijl.
Misschien zit er tussen mijn honderden Nederlandse lezers iemand die hier was
met zijn schuit. Die kan het me laten weten natuurlijk.
Via de “Reacties”, onderaan rechts.
Nederlanders en Belgen vullen elkaar perfect aan op dit gebied.
Door de vele rivieren en stromen water zijn de Nederlanders historisch vergroeid
met water en de wereldzeeën.
Vlamingen hebben altijd de meeste tijd doorgebracht op het droge en hebben zich
dan maar (noodgedwongen?) gespecialiseerd in andere opportuniteiten,
vooral gericht op eten en drinken.
Terwijl de Nederlanders droge beschuit aten op zee, op weg naar de kolonies,
hielden de Vlamingen het op Bourgondische catering.
Van dubbele authentieke Vintage gesproken. Ik vermoed dat de boot en de
Nederlandse schipper (met lange witte Mozesbaard, rechts naast de meerpaal )
ongeveer dezelfde leeftijd hebben.
Iemand een gokje?
Volgende keer wacht het grote Oostendse avontuur: we gaan op zee
met de Mercedes, een tweemaster van 70 meter lang.
Ahoy!
28-03-2010, 00:00 geschreven door grob
20-03-2010
KOKENETEN: te rijpe tomaten uit de Karpaten
Dit vegetarische recept uit Oost-Europa wordt op smaak gebracht met peterselie.
Van dit gesmaakte plantje zijn er drie soorten in gebruik in de keuken:
Ten eerste is er de wortelpeterselie.
Deze wortel is zo'n 15 cm lang, maar is minder gekend en toegepast.
Van wortelpeterselie wordt enkel de penwortel gegeten.
Krulpeterselie met de bekende gekroesde blaadjes wordt in hoofdzaak
gebruikt als garnering. De smaak is niet erg doortastend.
Bladpeterselie (ook platte peterselie genoemd) bezit gladde bladeren
en heeft door een hoger watergehalte en een hoger gehalte aan
etherische oliën (in hoofdzaak apiol ) een fijnere smaak dan krulpeterselie.
Werp van deze plant nooit de steeltjes weg!
Snij ze in fijne reepjes en geniet van de intense smaak van dit lekkers.
Om de fijnere smaak gebruik ik altijd deze laatste soort in de gerechten.
Op het terras staan trouwens altijd zowel verse krul- als platte peterselie
in een schaal met aarde, samen met koriander, dat hetzelfde uitzicht heeft.
Bladeren en wortel kunnen worden gedroogd, waarna ze lang bewaard
kunnen worden. Bladeren kunnen ook worden ingevroren.
De wortel dient eerst te worden geblancheerd alvorens hij wordt ingevroren.
Het kruid dient pas aan spijzen toegevoegd te worden vlak voor het serveren
(dus niet meekoken) omdat het anders veel van zijn smaak en frisheid verliest.
Maar in ons geval kan de smaak of geur niet verdampen of ontsnappen.
Voor dit recept mag de peterselie rustig mee de oven in.
Ook wordt het vaak samen met look aan roomboter toegevoegd om kruidenboter
te vormen. De smaken van look en peterselie passen uitstekend bij elkaar.
Gebruik ze altijd samen!
Bladpeterselie kan ook in salades gebruikt worden.
Peterselie is ook een klassiek bestanddeel van een bouquet garni .
De plant kan gebruikt worden om de geur van look uit de mond te verminderen
door op rauwe peterselieblaadjes te kauwen.
Ofwel kan je ook op look kauwen om de smaak van peterselie te verminderen.
(grapje natuurlijk).
In dit Roemeens recept uit de Karpaten las ik dat rijpe tomaten vereist waren.
Wie ben ik om daaraan te twijfelen? Ik heb er genomen die wel iets té rijp zijn.
Dus, als er toch iemand dit receptje wil bereiden: de rode vruchten moeten wel
een tijd in de oven, wat ze nog heel wat zachter maakt. Opletten dus.
Het resultaat kan je zien op de foto: ze zijn wat door hun pootjes gezakt, maar de smaak
was wel in orde! Je leert natuurlijk ook van “mislukkingen” als deze.
Hier dus het onvervalste recept paradais rosii umplute cu oua,
of zoals wij zouden zeggen: tomaten, gevuld met eieren.
ingrediënten voor 4
bereiding
4 kleine eieren
was de tomaten en verwijder voorzichtig het kroontje
4 grote (rijpe) tomaten
snij het kapje van de tomaten, bewaar het en hol de tomaten uit
pezo
draai ze om, zodat het vocht er kan uitlekken
50g boter, gesmolten
schik de tomaten in een goed beboterde ovenschotel
cayennepeper
zorg ervoor dat ze stabiel staan en niet kunnen omvallen
3 el fijngehakte peterselie
verwarm de oven voor op 180°
2 el zure room
strooi wat zout en cayennepeper in de tomaten
Parmezaanse kaas, geraspt
giet hier wat van de gesmolten boter bovenop
breek de eieren en laat ze voorzichtig in de tomaten glijden
kruid met nog wat pezo, vul op met de kaas en de peterselie
giet de rest van de boter erbij
zet op iedere tomaat zijn eigen afgesneden kapje
plaats de schotel(s) in de oven, voor 20’ à 25’
de kaas moet dan normaal over de tomaten lopen
serveer de tomaten, met het bovenkuiltje, gevuld met zure room
lekker met pureeaardappelen, en eventueel een salade
De fles wijn is al half als het gerecht op de tafel komt, en de zetel nodigt uit voor
een dromerige siësta erna.
Met een frisse salade en smeuïge aardappelpuree heb je elke Roemeen mee,
en gaat hij daarna vrij gemakkelijk naar de plee.
20-03-2010, 00:00 geschreven door grob
14-03-2010
Met tweemaal vier naar Lier, voor het plezier.
Een van de activiteiten van Olaba het afgelopen jaar was een bezoek
aan de stad Lier, op ongeveer 15 km van Antwerpen, ook een stad.
Olaba is al dikwijls ter sprake gekomen, en de regelmatige lezers
kennen deze organisatie wel. Voor de nieuwe lezers: Olaba staat voor
“Organisation de loisirs agréables et blabla amical”.
De organisatie heeft per definitie acht op (hun) rust gestelde leden,
die allerlei te gekke dingen doen om hun (weinige) tijd te verdrijven.
Als we nuchter zijn spreken we Frans met elkaar, maar dat gebeurt zelden.
Vroegere Olaba avonturen vind je in overvloed op deze weblog.
Op naar Lier dus, op een mooie zomerdag.
De stad staat ondermeer bekend om zijn Zimmertoren.
De heer Zimmer was een notoir uurwerkmaker.
Er zijn mannen die niet van de rokken kunnen wijken,
maar deze heer kon niet van de klokken blijven.
Goed voor de toerist, die soms toch wil weten hoe laat het is.
Op de voorgevel van de toren staan al 13 klokken
en één heiligenbeeld, en dat is maar het begin.
Het eerste bezoek kunnen we maar doen omdat Gina iemand kent
die iemand kent die in een patriciërswoning niet alleen wóónt, maar daar ook
een kantmuseum uit de grond heeft gestampt.
Lier is, of was, bekend om zijn kant, zoals Brugge.
Dit zelfde huis wordt ook gebruikt in de televisiesoap “Goesting” die momenteel
loopt op zender “één” als de plaats waar sommelier Kurt woont met zijn moeder.
Hier komt de prachtige eetkamer in beeld.
Ook de salon is beeldig mooi, en authentiek.
Deze mysterieuze dame werd ter plaatse van kant gemaakt.
Na dit verhelderende bezoek hebben we onze dorst
even aan de kant gezet, en gaan we via smalle oude straatjes
aar de Sint Gommaruskerk.
Dit Gotisch pareltje druipt binnenin van het zonlicht.
Het is ook de gelegenheid om al biddend bij de heilige
Gommarus zijn genade af te smeken voor alle gevaren
die we vandaag nog moeten trotseren.
Na een Italiaanse lunch in het stadscentrum smeren we de bruine beentjes in
en stappen ongeveer honderd meter in de richting van de Zimmertoren,
ons volgend exploot.
De toeristische dienst van Lier was tijdig op de hoogte gebracht van de komst
van de vermaarde Olaba’s, en had voor een sublieme verrassing gezorgd.
Ze bieden ons namelijk een kleine chocoladen versie van de toren aan.
Erik, als echte chocoladeliefhebber, bewondert en koestert het lekkere ding.
Tijdsgebrek en een overvloedige lunch beletten ons echter om deze smakelijke
constructie vreugdevol te consumeren.
Na rijp beraad wordt beslist het meesterlijke cacaoproduct te schenken aan
de Bond van Oprustgestelde Mangoplukkers van Lier.
Ik ben het enige lid.
We bezoeken eerst de toren, met klokken, uur- en raderwerken
langs alle kanten, verspreid over drie verdiepingen.
Dan gaan we naar het gebouw aan de overkant.
Nog meer klokken en wijzerplaten slaan ons figuurlijk om de oren.
In het gebouw is zelfs een Fitnessruimte voor Jonggepensioneerden voorzien.
Een instructeur laat ons op de maat van een uurwerk (uiteraard)
indringende oefeningen doen om soepeler nekspieren te krijgen.
Erik valt natuurlijk weer uit de toon.
Hij krijgt een aparte individuele oefening Powerliften.
Niet te onderschatten trouwens!
Hij moet honderd maal een zware zwarte, met lood gevulde container opheffen,
ter stimulering van de armbicepsen. Kan van pas komen in de volgende bar.
Na het bezoek zijn we weer buiten- en uitgelaten.
Denk niet dat er aan de rechterkant een roze flamingo staat. Het is Yvette.
De volgende afspraak is een boottocht op de Kleine Nete. Er zijn twee formules.
Een zonder drank en een met drank. Uitzonderlijk is de eerste formule vandaag
niet beschikbaar, en zijn we verplicht de tweede versie te nemen. Jammer.
Dit is onze watergids. Ik zal hem maar John noemen.
John wijst ons de plek aan waar de alligators na de middag hun siësta houden.
Lier is toch wel een aangename provinciestad.
Dat doet me er aan denken dat ik hier geboren ben.
Niet hier, maar in het ziekenhuis.
Deze brug is nogal laag. Konden ze in de middeleeuwen niet weten
dat John hier ooit met toeristen zou moeten onder varen.
We begrijpen nu ook beter het nut van de nekspieroefeningen van daarnet.
Iedereen komt er soepel onder door, met het hoofd nog intact.
Voor zover als mogelijk bij een Olaba.
Dat moet gevierd worden! Een lekker biertje doet alle emoties wegspoelen.
De alcoholische gevolgen laten zich al snel zien.
De ergste foto’s zijn gelukkig gecensureerd, door toedoen van de Olaba president.
We varen hier langs de Vismarkt.
En, als je het weet, zie je hier de ingang van de kunstacademie,
waar ik nooit op de schoolbanken heb gezeten.
Gelukkig maar, voor de school.
Het water van de Kleine Nete heeft bijzondere eigenschappen.
Stoelen blijven er gewoon op staan.
Eigenlijk was dat trucje van Jezus van Nazareth om op het water te lopen
niks bijzonders: hij wist de paaltjes staan.
Terug op het droge lopen we een kudde schapen tegen het zongeblakerde lijf.
Lierenaars hebben als bijnaam: schapenkoppen, en ik kan het weten,
want ik ben een lammetje, zeggen sommigen.
Tot slot van deze mooie dag drinken ter afscheid nog een glaasje
op de Grote Markt, in het zicht van het stadhuis en het belfort uit 1369.
Zo ziet het plein er dan uit (??) vanuit de drankgelegenheid waar we voorlopig
afscheid nemen van Lier en de andere Olaba’s.
Alles bij elkaar is het een plezierige dag geweest.
Jammer van de 50 € parkeerboete die ik achteraf mocht betalen.
Bij mijn vorig bezoek, twintig jaar eerder, mocht je overal vrij parkeren.
De wereld is veranderd, en wij ook.
14-03-2010, 00:00 geschreven door grob
06-03-2010
KOKENETEN: uitslag Oostenrijk-Spanje is 1-1
Ik heb terloops al eens vermeld dat Spanje, Oostenrijk, en nog andere stukken Europa,
(waaronder Vlaanderen) een tijd verenigd waren onder één gezag.
Keizer Karel was de man die dit domeintje bezat, waar de zon nooit onderging.
Wij kennen deze knaap als Karel V.
In Spanje heten ze hem Karel I, en in de Spaanse volksmond is het Don Carlos.
Zijn zoon was Filip II of Felipe, de Inquisitie man, maar je mag dat snel vergeten.
Wat ik wil zeggen is dat in de grond Oostenrijk en het verre Spanje verder
niets met elkaar gemeen hadden/hebben.
Daar ga ik nu toch even, als uitdaging, wat verandering in brengen.
Ik ga beide landen krachtdadig op de rooster leggen!
Daarvoor zal ik een harde Japanner inschakelen, hoewel die op zichzelf
volledig oneetbaar is.
Wat je hieronder op de foto ziet aan eetbaars is qua herkomst volledig neutraal:
een paar ronde tournedootjes, een bakje champignons, twee piepertjes die
straks een blinkend metalen jasje om krijgen, en een mes van Piet Huysentruyt.
Nu begint het: spiesen uit Tirol. Ik wil jullie de authentieke naam niet onthouden:
Pilzspiesschen Tiroler Art .
Als je dit drie keer uitspreekt, ben je al je speeksel kwijt en is je honger al over.
Hoe steek je dit kunstwerk (letterlijk) in elkaar? Ziehier:
ingrediënten voor 2
bereiding
350g paddenstoelen
snijd de geborstelde champignons in dikke plakken
4 pruimtomaten
halveer de tomaten, haal het zaad er uit en laat uitlekken
basilicumpoeder (Spanje: pasta)
doe de basilicum in de tomaten
olijfolie
bak de champignons even aan op hoog vuur in olie
1 (witte) ui in stukken gesneden
leg ze even opzij op een bord
100g spekblokjes
bak de spekblokjes in dezelfde pan
1 kleine rode paprika
vul de halve tomaten met de spekblokjes
pezo
zet de ui 1’ in de microgolfoven, om hem mals te maken
peterselie, fijngehakt
ontdoe de paprika van zaadlijsten, snijd hem in blokjes
zet de paprikablokjes ook even in de microwave
steek alle groenten afwisselend aan vleespennen
plaats de gevulde tomatenhelften goed tegen elkaar
deze hoeveelheden zijn goed voor 3 vleespennen
strooi pezo over de brochettes, bedruip ze met olijfolie
grill de brochettes 10’ of leg ze op de tepanyaki
heel goed met butifarra of andere worstjes (pag. 120)
Na het steekspel zien de brochettes er ongeveer zo uit:
Tot zover het Oostenrijkse gedeelte.
Hoewel ik mijn twijfels heb over de weersomstandigheden in Oostenrijk
om geregeld te kunnen barbecueën.
Zelfs in Spanje moet je in deze druipnatte winter een droge dag uitzoeken.
De inbreng aan Spaanse kant bestaat vooral uit “butifarras” .
Ik had de lekkere Catalaanse worst vroeger al eens willen grillen, maar dat liep faliekant af.
Zie deze interessante maar moedeloze ervaring op een andere plaats in mijn webblog:
“Het geheim van de Barbaarse Barbecue”, genoteerd op 19/07/2009.
Klik hiervoor rechts in de maand juli 2009, en je komt erop.
De BBQ werd toen deskundig en definitief afgevoerd naar de grote vuilnisbak.
Om terrassnoeperijen toch mogelijk te maken, werd na de derde en laatste
versleten BBQ een gloednieuwe teppanyaki aangeschaft.
Het ding werkt even goed, en is veel gemakkelijker te onderhouden.
Het Japanse woord "teppanyaki" is afgeleid van teppan, dat ijzeren plaat betekent,
en yaki dat gebakken wil zeggen in het Japans.
Butifarras komen uit noordelijk Spanje, meer bepaald uit Catalonië.
Op zichzelf is dat geen probleem, behalve dat ze daar botifarras heten.
Botifarra schotels zijn een van de meest bereide gerechten in Catalonië.
Ziehier, hoe ze te bereiden. Je kunt natuurlijk evengoed andere worsten gebruiken.
Let op: butifarras zijn GEEN bloedpensen. Die noemt men hier morcilla .
Butti’s en botti’s bevatten VLEES (en natuurlijk kruiden en look).
De ronde exemplaren zijn (meestal) van elkaar gescheiden door een touwtje,
vandaar de naam bottifarras soleñadas (eenzame botti’s).
Botifarraworst is zeker tweeduizend jaar oud.
De Romeinen, die hier ook al eens toevallig voorbijkwamen, noemden het
botulu of lucanica , toen ook vervaardigd van rauw varkensvlees en kruiden.
Vandaag vindt men ook varianten in Italië, Portugal en Brazilië.
Botifarra is eveneens uiterst populair in Paraguay .
Misschien daarom dat dit land zangers voortbrengt met geweldig sterke stemmen.
Het zou kunnen dat de botifarra’s aldaar té heet worden opgediend.
Hier is een van de Catalaanse manieren om de worstjes lekker te maken:
Botifarras o salsitxes a la pagesenca (= paddenstoelen, in het Catalaans).
ingrediënten voor 2
bereiding
witte en zwarte butifarras (Spanje)
prik de butifarras in met een vork, marineer ze twee uren
(of andere worstjes, merguez …)
spoel de piepers schoon
marinade voor de worstjes:
leg ze in een microwave schotel met een beetje water
2 grote aardappelen
kook ze gaar, omwikkel ze met alu-folie
300g paddenstoelen
leg de butifarras op de grill of tepanyaki (halve power)
pezo
draai ze een paar malen om, na 10’ zijn ze gaar
roomsausje of aïoli
kruid de champignons en bak ze ook in 7’
open de alu-folie bovenaan, snijd een spie uit de piepers
vul die met het sausje
lekker met Paddenstoelbrochettes uit Tirol, pag. 94
Er liggen ook nog een paar chorizootjes op, vergelijkbaar met merguez worstjes.
Nu al het lekkers staat te popelen, schieten de kok en de teppanyaki in gang.
De klus is bijna geklaard, de hitte van de bakplaat doet al het werk,
behalve het af en toe omdraaien van de sissende stukken.
Het wijntje staat paraat, de piepertjes zijn gekookt in de microwave,
en omwikkeld met alu-folie. Het feest kan beginnen.
Met een teppanyaki zit je gebakki.
Wat hebben we vandaag geleerd?
De eindstand Oostenrijk - Spanje is 1-1, en de scheidsrechter was een Japanner.
06-03-2010, 00:00 geschreven door grob
26-02-2010
Via El Greco in Toledo (2) naar Riofrio
Een wandeling maken door Toledo, de oude hoofdstad van Spanje,
is alsof je 500 jaar teruggekaatst wordt in de tijd.
In de oude binnenstad is er weinig of geen verkeer te zien.
Alleen oude straatjes, binnenplaatsen, en een massa winkeltjes
met armaturen, wapens, en allerlei oude (namaak)dingen waar
het blanke staal voor wordt gebruikt.
Een van de bekendste ex-inwoners is de schilder El Greco, uit de glorietijd
van Spanje, toen er heel veel geld was (ergens anders geplunderd natuurlijk,
zoals in Vlaanderen bijvoorbeeld) en geen twintig percent werklozen, zoals nu.
Nochtans zag El Greco, afgaande op zijn zelfportret, er niet zo stralend uit.
Domenikos Theotokopoulos (what’s in a name?) is zijn echte naam.
De Spanjaarden vonden dit wat lastig om uit te spreken, en hij werd dus
terecht algemeen bekend als El Greco ( Spaans voor de "De Griek").
Het schrijven lag nog iets moeilijker, wat denk je van Δομήνικος Θεοτοκόπουλος.
Onleesbaar voor de meesten, maar omdat ik bij de nationaliteiten
van mijn lezers zie dat er toch één Griek tussen zit, wil ik deze persoon
toch ook de volledige originele naam geven.
El Greco werd geboren in He raklion op Kreta in 1541 en hij was
een getalenteerde kunstschilder die voornamelijk in Spanje werkte.
Net als Greta en ikzelf was hij al een echte Europeaan.
Na een opleiding op Kreta in de kunst van de iconen reisde El Greco
naar Italië, en in Rome studeerde hij onder de schilder Titiaan .
In 1577 emigreerde hij naar Toledo in Spanje, waar hij zijn
grootste hoogte bereikte, tot aan zijn dood in Toledo op 7 april 1614 .
Hij was erg geliefd onder hoogwaardigheidsbekleders en schilderde
vooral religieuze werken en portretten.
De schilderijen van El Greco onderscheiden zich door de langgerekte vormen
en de expressieve kleuren. Zijn werken doen werkelijk erg modern aan.
Hier zie je het schilderij “De doop van Christus”, geschilderd rond 1610.
Na zijn dood werd El Greco eeuwenlang niet meer als belangrijk
kunstenaar gezien.
Aan het eind van de 19e eeuw ontstond echter een hernieuwde belangstelling
in zijn hoogst persoonlijke expressie.
El Greco bevrijdde zich van de exacte vorm, licht en kleuren van zijn onderwerpen
en inspireerde kunstenaars als Pablo Picasso en Jackson Pollock in hun
inspanningen om de kunst te transformeren
De meeste kunstcritici bestempelen hem als een moderne schilder ‘avant-la-lettre'.
Hij slaagde erin zijn schilderijen licht te laten uitstralen, wat totaal ongewoon
was in de jaren 1600. Als voorbeeld zie je het zicht op de stad Toledo,
van op de plaats waar we verblijven in hotel Eurostar.
Deze historische en artistieke bespiegelingen veroorzaken dorst en honger.
Dus gaan we op zoek naar de beste bar van Toledo: de Gambrinus. Niet te missen!
Bemerk de frappante gelijkenis tussen de kraag die El Greco rond zijn nek draagt,
en de kraag van de pint die Greta in haar knuistje neemt.
De Spanjaarden weten waar Joost de mosterd en de pils vandaan haalt.
De Gambrinus serveert Cruzcampo bier, en dat zullen we geweten hebben.
Aan de zijkant van de bar ligt een driehoekig pleintje, waar Greta snel haar
plaatsje vindt. Merk op dat ook hier het spel van licht en schaduw volop
tot zijn recht komt. El Greco vergezelt ons.
Na de bestelling van enkele natjes en droogjes neem ik even tijd
voor persoonlijke hygiëne.
Dat geeft me de gelegenheid eens rustig het interieur te bekijken.
Op één plaats hangen de lekkerste hammen te drogen aan de haak,
met onderaan het druippotje om resterend vocht op te vangen.
Even verder staan een aantal gezellige tafeltjes klaar om gasten te ontvangen.
Het is nu rond 4 uur, zowat de kalmste periode van de dag.
De Cruzcampo pils wordt hier hoog in het vaandel en in de vrachtwagen gedragen.
Spanjaarden eten tapa’s altijd aan de toog. Geen probleem hier.
Er was een tijd dat deze plaats ook een huisbrouwerij was.
De bewijzen zijn nog aanwezig.
Intussen is de bestelling toegekomen. Eigenlijk wilden we een kleine tapa
eten, maar de hoeveelheden die men neerzet zijn aan de ruime kant.
Mijn probleem is dat ik nauwelijks kan weerstaan aan al die lekkere dingen.
De kelner heeft dus niet veel moeten afruimen.
’s Avonds bij het romantische diner kunnen we geen pap meer zeggen,
en eten we maar enkele kruimeltjes.
Er is nog een sappige story aan verbonden met een steak en een hond,
maar het zou me te ver leiden om dat hier en nu uit de doeken te doen.
Na de heerlijke maaltijd in de Gambrinus werpen we nog een laatste blik
in het interieur. Geen blik in staal natuurlijk, hoewel dat in Toledo ruim
voorhanden is, zoniet zouden we de barjuffrouw achter de toog
te veel doen schrikken van het lawaai.
De tijd is gekomen om oud Toledo te verlaten, met zijn pittoreske straatjes
en dito winkeltjes met Armas Historicas.
We rijden het laatste stuk naar Malaga door een monotoon landschap.
Een ultieme stop voor een kleine snack en een smeerbeurt voor de keel
voeren we uit net voorbij Granada.
Er is daar een piepklein dorpje, Riofrio. Door het dorpje loopt een rivier,
eveneens genoemd Riofrio natuurlijk, wat zoveel betekent als “koude rivier”.
Bij onze aankomst ziet het er nogal verwilderd uit, en er is geen levende ziel.
We zitten hier in de uitlopers van de Sierra de Loja, met zicht op de hoogste
toppen van de Sierra Nevada.
Sinds 1664 wordt hier op forel gevist. Dat is toevallig ook het jaartal van het
ontstaan van het bier 1664 van Kronenbourg, maar verder is er geen verband.
Onlangs werden hier forelvangsten gedaan tot 5.2 kg!
Je moet wel over een stevige barbecue beschikken om dat visje te braden!
Het visseizoen loopt hier het hele jaar, waarbij men verse forel serveert
van de barbecue in de talrijke restaurants.
Het oogt hier niet zo aantrekkelijk als normaal.
Gisteren is hier een zware storm gepasseerd, en alles ligt overhoop.
De hoofdattractie hier is nochtans niet meer de forel, maar de steur.
Na drie en een halve eeuw forellen vangen was men er wat op uitgekeken,
en is er een familie gestart met het kweken van steur.
Niet de vis is op zichzelf heel interessant, maar wel zijn eitjes,
met andere woorden gezegd: het draait allemaal rond kaviaar.
Kaviaar mag sinds enkele jaren niet meer ingevoerd worden
in de Europese Unie, enkel als eitjes, om zelf te kweken.
Wil je er meer over weten, dan kan je naar http://www.caviarperse.net.
Persoonlijk vind ik de smaak van kaviaar maar niks.
Vroeger werd de steur in het wild gevonden in de Guadalquivir, die ook Sevilla
en Cordoba bespoelt. Maar sinds die werd afgedamd voor drinkwater
en elektriciteit, is het visje in Spanje bijna uitgestorven.
In Riofrio bevindt zich nu een van de grootste steurkwekerijen in de wereld.
Naast forel kan men er ook de steur zelf eten in de plaatselijke restaurants.
Dat zal bij ons volgend bezoek dan ook gebeuren.
Steuren zijn grote, primitieve vissen met een bepantserde kop.
Hij is een van de weinige dieren die de prehistorische tijd heeft overleefd.
Kenmerkend is de lange snuit met een soort uitstulpbare slurf.
Ze worden tot 6 meter lang, 500 kg zwaar en maximum 100 jaar oud.
Steur is een vis die heel zuurstofrijk water nodig heeft.
Bij een tekort aan zuurstof, zal de vis krom groeien en uiteindelijk sterven.
Het pure zuivere water dat rechtstreeks van de Sierra Nevada komt is
uiterst geschikt voor deze vissen, die volledig ecologisch gekweekt worden.
Deze viskweek valt wel buiten het gewone.
Alleen al het feit dat de oude knarren heel gevoelig zijn voor hun leefmilieu ,
is er ook nog een groot praktisch probleem.
Mannetjes worden pas geslachtsrijp na 7 tot 15 jaar en vrouwtjes na 8 tot 20 jaar.
Wie een kwekerij start moet een heel aantal jaren wachten op de eerste eitjes,
en om iets tastbaars terug te zien van zijn investering.
Vandaar dat er weinig steur wordt gekweekt in de wereld en dat de eitjes
een heel duur exclusief product blijken te zijn.
Dit inloopstadium zijn ze hier intussen al wel voorbij.
De ei-afzetting vindt normaal plaats in diepe rivierdelen met stenige bodem,
of ook wel boven zandbanken in ondiep water bij de monding van rivieren.
Het vrouwtje verspreidt daarbij de eieren (tot 800000 stuks, bij grote exemplaren)
over een oppervlakte van honderden vierkante meter.
Enkel op enkele plaatsen in Europa leven nog wilde steuren.
In de Dordogne bijvoorbeeld zijn ze nog niet helemaal weggevist.
Na enkele tapa’s nemen we afscheid van deze interessante plek.
Het laatste dat we zien is een wilde eend, dicht tegen de weggespoelde oever.
Dit lekkere beestje legt natuurlijk al de link naar een mogelijk volgende
hoofdstuk in de kokeneten rubriek.
Come and see next week.
26-02-2010, 00:00 geschreven door grob
20-02-2010
KOKENETEN: ingrediënten uit alle continenten
De kalkoen is een gedomesticeerde vogel oorspronkelijk afkomstig uit Yucatán ,
waar hij door de Maya's gehouden werd. In de 16e eeuw werd de vogel
in Europa populair op het menu, na import door de Spanjaarden.
Het Nederlandse woord kalkoen is afgeleid van de stad Calicut in India.
In Denemarken, Estland, Noorwegen is het kalkun , in Zweden kalkon enzovoort.
De naam in de meeste andere Europese talen wijst op een exotische origine.
Het komt voor een deel voort uit de misvatting dat Columbus naar India was gevaren,
toen hij Amerika ontdekte. Vandaar ook in het Frans: dinde (in feite d’Inde).
De Pilgrim Fathers , Engelsen die twee eeuwen later naar Amerika trokken,
om het land te exploiteren namen kalkoenen mee. Dat was echter onnodig,
aangezien daar een grote, wilde soort kalkoen bleek voor te komen,
namelijk de "wild turkey". Wij wisten dat natuurlijk intussen.
Zie foto hieronder.
Deze soort wordt in de VS traditioneel verorberd op Thanksgiving Day .
Een kalkoen wordt gekenmerkt door zijn naakte rode kop, met lellen
aan beide kanten van zijn snavel.
Vandaag gaan we een (klein stukje van dit) beestje bereiden en opeten.
Als toemaatje denken we daarbij aan gegrilde tomaten , altijd lekker.
Je kunt het topje er af nemen, ofwel ze in twee snijden, zoals ik
deze keer deed, in tegenstelling tot het recept.
Ingrediënten voor 2
bereiding
4 grote rijpe tomaten
Verwijder het harde kroontje van de tomaten, snij er de kapjes af
45g vers broodkruim
Schep er de zaadjes uit
3el gehakte peterselie
Rangschik ze op een ingevette ovenschotel
2 tenen look, grof gehakt
Meng het broodkruim, peterselie en look; kruid met peper en zout
pezo
Vul er losjes de tomaten mee
olijfolie
Besprenkel de tomaten met olie
Zet de schotel 15´in een oven van 200 º
Dan is de tijd gekomen voor het vogeltje, dat al een tijdje (ten minste vier uren)
in de koelkast staat sappig te worden in een Oosterse marinade.
Het recept staat te boek als: Kalkoenfilet met koriander.
Maak het eens voor een ander (maar ook voor jezelf).
ingrediënten voor 2
bereiding
400g kalkoenfilet
snij de kalkoenfilets in repen
voor de marinade:
doe de marinade met al de rest, gesneden waar nodig
2 eetlepels vissaus (nam pla)
leg de kalkoen in de marinade, dompel ze onder
2 el sake (of gin)
zet dit afgedekt ten minste 4 uren in de koelkast
sap van ½ limoen of citroen
bekleed de bakplaat van de oven met aluminiumfolie
1 el milde currypasta
leg de kalkoenreepjes erop, of op een schoteltje
2 el kokosmelk of lichte (soja)room
zet 10’ onder de grill en dien op (Oosterse smaak!)
2 teentjes look (of 2 tl lookpasta)
1 chilipepertje (of piment d’Espelette)
bereid met gegrilde tomaten (samen 10’ onder de grill)
1 bosje verse koriander, fijngesneden
en “amandelsaus voor kalkoen” uit “Sauzen”
En dan gaat het samen gezellig onder de grill met de tomaten.
De Spaanse terracotta schoteltjes doen weer hun dienst.
Het geurige en smeuïge kalkoenfiletje mag na 10’ de tafel op, voorzien van
een takje lekkere verse koriander uit de grote pot op het terras.
Nu heb ik toch wel een sausje gevonden zeker, dat uitgevonden is
om bij kalkoen te geven (almond sauce for turkey) .
Weer een geluk bij een geluk.
Dit makkelijke sausje kan rustig gemaakt worden terwijl het vogelbeestje
zich te pletter amuseert met de tomaatjes in de oven.
Foelie heeft natuurlijk de voorkeur op nootmuskaat.
Het is de gemalen schil van deze specerij, en is fijner van smaak.
ingrediënten voor 2
bereiding
voor 10 cl saus:
smelt de boter in een kleine steelpan
30g amandelpoeder
roer het amandelpoeder erdoor tot het blond is
(of de noten geblancheerd en fijngehakt)
doe de bloem erbij en doe de fond erbij en water
10g boter
kruid met een snuif zout, suiker en foelie
1 el bloem
breng de saus aan de kook, klop op met een garde
8 cl kippenboeljon, of een beetje -fond
de saus moet niet gezeefd worden
zout
roer er voor het opdienen de room door
suiker
foelie (of nootmuskaat)
1 el (soja)room
De kok van dienst komt even de filetjes op de tafel zetten, en hij lijkt
nog een beetje onzeker over het resultaat. Greta is soms een hard jurylid!
Over de tomaatjes wordt nog wat verse basilicum gelegd (zalig!), en alles .
staat klaar voor de definitieve hap.
Ingrediënten uit alle continenten zijn vandaag de revue gepasseerd.
De vino tinto heeft intussen ook al zijn weg gevonden naar het wijnglas merk ik.
Een van de betere dagen in mijn kokleven is dit . Alles is gelukt. Smakelijk.
20-02-2010, 00:00 geschreven door grob
13-02-2010
Cupido in Toledo (1)
Na een heerlijk ontbijt in hotel Cuatro Postes in Avila poetsen we de plaat
naar Toledo, voor een extra uitstap in het binnenland, die niet gepland was.
De afstand is 250 km, voornamelijk langs autoweg, dus heel comfortabel.
Onderweg komen we langs een Embalse, een kunstmatig meer dat drinkwater levert.
Rechts in het midden van de foto is de brug waar we net over reden.
Ook de andere kant van het meer ziet er voldoende fotogeniek uit,
maar de waterstand mag wat hoger zijn.
Hoewel er wel wat wolken hangen in de heuvels, gaat het zeker niet regenen.
Toledo is de hoofdstad van de gelijknamige provincie , in de autonome gemeenschap
van Castilië-La Mancha in Spanje . De stad is gelegen aan de rivier de Taag (El Tajo),
ten zuidwesten van de hoofdstad Madrid .
De rivier omspant de oude stad volledig, en was in de middeleeuwen natuurlijk
makkelijk te verdedigen. De stad heeft een rijke geschiedenis en cultuur,
en staat dan ook op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO .
We hebben onderweg via internet geboekt in het prachtige Eurostar hotel,
dat op een heuvel ligt buiten de stad.
Vanuit onze kamer hebben we een prachtig overzicht over de oude stad.
Toledo, een van de oudste steden van Spanje werd in 192 voor Christus
door de Romeinen veroverd, die haar 'Toletum' noemden.
Onder de Visigoten was de stad van 534 tot 712 hoofdstad en werden er talrijke
concilies gehouden.
Toen waren dat de vergaderingen die het politieke en religieuze leven beheersten.
Ze zijn vandaag vervangen door Toppen van de Europese Unie.
In de Moorse tijd was de stad tot 1035 de zetel van een emir onder het opperbevel
van de kalief van Córdoba; daarna beleefde de stad als zelfstandig koninkrijk
een bloeitijd door de wapenfabricage, en ook door de wolnijverheid.
Zelfs nu kan je in elke toeristenwinkel alle soorten (nep) snij- en hakwapens kopen.
Het blanke staal maakte Toledo bekend doorheen alle tijden.
Ook de wetenschap werd op hoog niveau beoefend.
In 1085 bezette de Castiliaanse koning Alfonso VI de stad. In 1087 werd ze
de residentie van de koningen van Castilië en tevens het kerkelijke centrum
van heel Spanje.
Toen Philips II, zoon van Keizer Karel de residentie naar Madrid verplaatste,
verloor de stad haar politieke betekenis. In de Spaanse burgeroorlog
werd Toledo beroemd door de verdediging van de Alcazar.
Hier zie je de rechts kathedraal en links het Alcazar, dat is het kasteel.
Vooral ’s avonds komt de schoonheid van het Alcazar tot zijn recht.
Toledo heeft een oneindig aantal smalle middeleeuwse straatjes.
In een ervan sta ik (links) rustig tegen een muur mijn puntzakje frieten te eten.
Verbindingen tussen paters- en nonnenkloosters waren ook al voorzien,
om samen de Heer te loven en peren te stoven.
Weinig straten zijn vlak te noemen.
De toerist kan sightseeing combineren met fitness.
Oude kerkjes met wanordelijke structuren bepalen het stadsbeeld.
Toledo bezit geen echte toeristisch bekende blikvanger.
Het is een stad om te verkennen door de smalle straatjes,
die je vijfhonderd jaar terugzetten in de tijd.
Deze volgende foto is niet bewerkt.
Het is gewoon een reflectie in een etalageraam
van een van de talloze winkeltjes met snijapparaten.
Onze wandeling leidt ons langs het Alcazar.
Vandaar heb je een ruim zicht over de omgeving, met de Taag
en een reeks middeleeuwse gebouwen op de achtergrond.
Toledo is in feite een kleine, maar niet overzichtelijke stad.
Poorten en deuren in de oude stad zijn meestal nog origineel en onverwoestbaar.
Toledo is ook de stad van de hertog van Alva (of ook wel Alba, want in het Spaans
klinkt dat hetzelfde). Wij kennen hem onder deze verkorte naam.
Don Fernando Álvarez de Toledo, was een Spaans generaal en landvoogd
van de Nederlanden aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog .
Zijn bewind leidde tot een verheviging van de opstand in de Nederlanden
en uiteindelijk tot het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden .
In de Nederlanden was hij bijgenaamd de IJzeren Hertog en in Spanje de Grote Hertog.
In 1566 werd Alva door de toenmalige koning Filips II (zoon van Keizer Karel V)
vanuit Italië naar de Nederlanden gestuurd.
Hij kreeg een leger van 10 000 man en onbeperkte bevoegdheid.
Directe aanleiding voor de benoeming van Alva was de Beeldenstorm .
Volgens een anekdote had Alva tegen Filips II gezegd dat hij maximaal
zes maanden nodig zou hebben om de opstand neer te slaan
en dat er "enkel wat koppen moesten rollen".
Aan zijn eigen kop kan je al zien dat hij geen koorknaapje was.
Zelfs de schilder van het portret had dat al (letterlijk) in het snuitje.
Vrijwel direct na zijn aankomst in Brussel richtte deze schurk
de Raad van Beroerten (=onlusten) op, die in de volksmond
al snel bekend stond als "de Bloedraad".
Zijn komst deed veel edelen als Willem van Oranje op de vlucht slaan.
Deze besloot in overleg met zijn broers om een inval te wagen in de Nederlanden.
In de Slag bij Dalheim werd hij verslagen door Alva's soldaten.
Alva was woedend en liet 18 edelen onthoofden op de Grote Markt van Brussel .
Twee populaire edelen, graaf van Egmont en Graaf Horne , werden later eveneens
als voorbeeld publiekelijk onthoofd in Brussel.
Willem van Oranje had daar ook bij moeten zijn,
maar doordat hij tijdig gevlucht was, ontkwam hij eraan.
De Raad van Beroerten was naar de maatstaven van die tijd erg efficiënt.
Tijdens de vijf jaar van Alva's bewind werden zo'n 8950 personen uit alle lagen
van de bevolking ondervraagd en veroordeeld wegens verraad, ketterij of beide;
verbeurdverklaring van goederen bij vermogende veroordeelden kwam veel voor.
In totaal werden er meer dan 1000 dwarsliggers letterlijk een kopje kleiner gemaakt.
Op 2 oktober 1572 plunderden en moordden de Spanjaarden onder de leiding
van deze wreedaard in Mechelen , nadat er daar in de maand september voordien
even een niet-katholiek bestuur aan het bewind was geweest.
Op 15 november van dat jaar onderging het Noordelijk Zutphen een dergelijk lot.
De Watergeuzen verweerden zich succesvol in een drietal zeeslagen
tegen Spaanse schepen.
Vanwege deze tegenslagen en zijn kwetsbare gezondheid diende Alva
bij Filips II zijn ontslag in.
Na zijn terugkeer werd hij aanvankelijk als held binnengehaald door Filips II,
maar door een liefdesaffaire van zijn zoon Frederik werd ook Alva zelf
in opspraak gebracht.
Alva werd verbannen van het hof en bracht zijn tijd door in het kasteel van Uceda .
Hij vervult de rol van slechterik in het Suske en Wiske album “Het Spaanse Spook ” .
In Spanje wordt deze meedogenloze katholieke moordenaar beschouwd als
"de beste van zijn tijd en een van de besten in de geschiedenis".
Alles is relatief.
De kathedraal van Santa Maria de Toledo was, zoals die van Antwerpen, gepland
met twee torens, maar waarschijnlijk ontbraken de nodige financiële middelen.
Niks nieuws onder de zon dus.
Vermits we de uitzonderlijk mooie kathedralen van Sevilla en Burgos in detail
bezochten, de absolute top dus, laten we deze links liggen.
We komen dus uit aan de rechterkant, en wie zit daar?
Een ingetogen muzikant, die zorgvuldig en beheerst Aziatische klanken
produceert tegen een kleine vergoeding.
Aan de Torre de San Nicolas springen de Moorse invloeden zo in het oog.
Een muzikaal meisje haalt onvoorstelbare klanken te voorschijn
uit een merkwaardig instrument, met bijhorende strijkstok.
In de omgeving is er nog het Monasterio de San Juan de los Reyes.
Er zijn in Spanje evenveel middeleeuwse kloosters als tapabars.
Meestal beperken we onze bezoeken tot de laatste categorie.
Dat komt omdat de openingsuren ons beter liggen.
Na het uitgebreide bezoek aan de stad keren we met de bus terug naar het hotel.
In dit reusachtige moderne etablissement zijn we praktisch alleen als hotelgasten.
Deze periode in de herfst is het laagste van het laagseizoen.
We hebben dan ook een romantisch arrangement kunnen boeken voor een prijsje.
Onder meer zijn inbegrepen: halfpension en ontvangst met Cava op de kamer.
In het romantische pakket zijn eveneens de twee aparte bedden
vervangen door een kamerbreed dubbelbed (!).
In het restaurant voor het diner is een rode roos voorzien voor de aanwezige dame.
Deze roos moet ik dan ook op een passende wijze aanbieden aan Greta.
Cupido komt uit Toledo! Wat een interessante ontdekking!
Het moet geen Valentijn zijn om je liefste plezier te doen.
Daarenboven heeft ze haar halve fles wijn ook nog…
P.S. waarom we nauwelijks iets gegeten hebben van het nochtans lekkere menu
komen jullie volgende keer te weten.
13-02-2010, 00:00 geschreven door grob
06-02-2010
Alle begin is makkelijk!
Voor ik het vergeet moet ik toch nog even iets kwijt over de activiteiten,
of het gebrek daaraan op 1 januari 2010.
In het kort: net als vorig jaar bewandelen we de zeedijk van Fuengirola.
Iets gemakkelijk dus om het jaar mee te beginnen.
In het begin van januari mag je niks forceren. Het begin moet makkelijk.
Het weer is tot ieders tevredenheid min of meer bevredigend.
We vertrekken aan de kant van de plezierhaven, en stappen richting Malaga.
Er is een vaste plaats waar zandwerkers hun visuele producten aanbieden.
Ditmaal hebben ze natuurlijk als thema: de drie koningen, Los Tres Reyes.
Deze drie wijzen zijn erg populair in Spanje, vooral bij de kinderen.
Ten eerste omdat ze op 6 januari nooit naar school moeten, maar vooral
omdat ze dan geschenken krijgen. Hoewel Sinterklaas vanuit Spanje
al zijn verplaatsingen doet met de stoomboot, is hij hier helemaal niet bekend.
We zien hier een st(r)andwerker die de laatste hand legt aan een zanderige inwoner
van Bethlehem, terwijl de ezel smaakvol de inhoud van zijn trog verorbert.
Met man en macht wordt gewerkt om de openluchtstal af te wroeten.
De os, op de voorgrond, lijkt jammer genoeg meer op een Bouvierhond
met horens dan op een stier zonder kroonjuwelen.
De heilige maagd Maria ziet er ook niet op haar best uit, maar wellicht
komt dat door een zware bevalling. Het is verbazend dat ze al rechtop kan zitten.
Als je ziet dat het kindje Jezus, enkele dagen na zijn geboorte, al heel flink uit
de kluiten gewassen is, is het niet te verwonderen dat Maria er wat krampachtig bij zit.
Bij de geboorte was dat zeker een baby van 20 kg en een lengte van 80 cm.
Jozef zit er ook wat verweesd bij. Als timmerman laat hij er geen gras over groeien
en daarenboven heeft al een stuk hout gevonden om mee te knutselen.
Ofwel houdt hij het gereed om mee te slaan als er nog eens een witte duif
in de buurt van Maria komt.
Kijk even goed naar de heilige Jozef. Ik heb de indruk dat hij een dikke tong heeft.
Mogelijk heeft hij gisteravond te lang aan de fles whisky gehangen,
toen de drie koningen op bezoek waren.
Het strand is grotendeels verlaten. De visserssloepen blijven binnen vandaag.
Een paar inboorlingen lopen of rijden toch rond op een zandfiets.
Onder een tent gebeuren de voorbereidingen om zo dadelijk sardines te grillen.
Slechts enkele mensen doen de stap tot aan het water, waar nochtans
het meeste zon schijnt, en waar het zicht over de baai het mooist is..
De grens tussen Fuengirola en Los Boliches wordt gevormd door een rivier.
Door de december regens loopt er heel wat drinkwater (verloren) in de zee.
Net als vorig jaar is er een serieuze geul in het strand, waar de rivier
zich een weg heeft “gebaand”, alleen is hij nu weer anders van vorm.
Meer volk te vinden langs de barretjes aan de zeedijk.
Na een slopende wandeling wordt het hoog tijd om wat op krachten te komen.
Bij het binnenkomen van Los Boliches is er de Italiaanse tearoom Valentino.
Greta heeft onmiddellijk de geschikte tafel gevonden.
Om het nieuwe jaar goed in te zetten nemen we naast de gewone koffie
ook wat straffer spul, om ook onze binnenkant te verblijden.
Terwijl we rustig van de omgeving genieten worden we muzikaal onderhouden
door een Hongaarse student. Op de achtergrond zien we dat de heilige maagd
zich ondertussen in verticale positie heeft weten te hijsen.
Het kindje had in zijn bedje gedaan, en terwijl Jozef het stro ververst,
houdt Maria het "kleintje" overeind.
Dank zij de goede ingeving van de drie wijzen beschikken de nieuwbakken ouders
nu over voldoende voorraad wierook en mirre om de onaangename geurtjes
deskundig te kunnen neutraliseren.
De Hongaar staat te popelen om een gezamenlijke foto van ons te nemen,
en we laten hem zijn gang maar gaan. Vorig jaar was het warmer zie ik.
Dan droeg ik een hemd met korte mouwen, en nu met lange.
Maar verder hebben we geen klagen.
Een eindje verder is er een plein met een fontein.
Vorig jaar stond hier een reusachtige kerstboom.
Nu is hij in de kast blijven staan.
Op de dijk staat gans het jaar een mooie paardencarrousel opgesteld.
De grote hotels houden in januari de zon weg van de paardenmolen.
De brave viervoeters huppelen vrolijk rond en worden begeleid door
nostalgische orgelmuziek.
Vorig jaar vonden we een leuk (Engels!) restaurantje met de naam “Mañanas”.
Het eten was eenvoudig, maar lekker.
Waarom zouden we hier dus niet opnieuw ons namiddagbuikje vullen?
Laten we de lunch beginnen met een verfrissing voorzien van een witte kraag.
We kiezen allebei dezelfde bereiding als vorig jaar. Ook de kok is dezelfde.
We zien hem in de open keuken en herkennen hem aan zijn piratensjaal.
Nu moet je eens goed kijken, onder en boven.
De volgende foto is precies een jaar ouder.
Zoek hieronder de zeven verschillen met de vorige foto.
Greta telt niet mee bij het zoeken, want die ziet er nog hetzelfde uit (even jong ).
De volgende foto heb ik hier gewoon geplukt uit deze weblog.
Als je het wil controleren, of onze actiepunten van vorig jaar (nog eens) wil zien,
klik dan bovenaan in de rechterkolom bij “Archief per maand” op “01-2009”.
Voor diegenen die het niet zouden geloven: hier vind je nu het echte bewijs
van de economische crisis in Spanje!
Het volume van dit gerecht, gebaseerd op een gevulde aardappel, is dit jaar
nog maar een derde, terwijl de prijs met een derde is toegenomen.
Dit is hetzelfde gerecht met één jaar verschil. Dit bewijs is onomstotelijk!
Een eindje verder komen we nogmaals de heilige maagd tegen.
Deze maal met een uitbeelding van een andere periode in het jaar:
rond half maart zowat.
Het is een uitbeelding van de Onbevlekte Ontvangenis.
De Maagd Maria helpt een afgepeigerde witte duif op een boomtak,
na het waarmaken van het gekende verhaal uit de bijbel.
Wanneer we terug ter hoogte van de jachthaven van Fuengirola komen,
doet Greta (rechts in het donker) een poging om het aantal spitse torentjes
van het havengebouw te tellen. De alcohol heeft zich (nog) niet volledig meester
van haar gemaakt Ze telt er “ten minste twee”. Ook het einde is dus gemakkelijk.
06-02-2010, 00:00 geschreven door grob
30-01-2010
KOKENETEN: een turbo(t) voor de Fransen
Een Meunière saus hoort meestal bij een zeetong, maar voor de andere
populaire platvis, de tarbot, komt ze evengoed in aanmerking.
Tarbot is een interessante vis, en lekker ook nog.
Voor de Fransen en de Engelsen is het een turbot, zoals hier regelmatig
te lezen is op de menukaart van de plaatselijke restaurants.
De tarbot is een van de grootste platvissoorten. Hij kan tot 1 m lang worden,
maar 40 tot 50 cm lange exemplaren komen meer voor.
Vreemd dat de twee ogen aan dezelfde kant van de vis staan, maar dat komt
door zijn manier van bewegen, of is het omgekeerd?
In elk geval: hij schuurt continu over de zeebodem, op zoek naar wat lekkers.
Mocht hij aan elke kant een oog hebben, zoals jij en ik, dan zou hij aan de
bodemkant niet veel te zien krijgen. De natuur heeft deze vis dus wat aangepast.
De ogen zitten op de oorspronkelijke linkerkant.
Hij komt voor in het noordoosten en het oosten van de Atlantische Oceaan
en de Middellandse Zee . De diepte waarop de soort voorkomt is 20 tot 70 m
onder het wateroppervlak. Hij kan ook gekweekt worden.
Maximum leeftijd: 17 jaar voor de mannetjes en 27 jaar voor de vrouwtjes.
De zoveelste vorm van discriminatie natuurlijk.
De tarbot van vierde leeftijd kan dus een lengte bereiken van 100 cm.
Gewoonlijk ligt hij al in de braadpan voor het zover is.
Wie heeft er nu een pan van een meter doorsnee?
Hij heeft geen schubben, is dus schoonmaakvriendelijk, maar heeft wel
een grote hoeveelheid wratachtige knobbeltjes, verspreid over de bovenkant
van het lichaam.
De lichaamsvorm is net een platte ronde schijf, maar ook is hij relatief dik.
Doordat zijn BMI-index aan de hoge kant ligt, is er wel ruim wat vlees aan.
De kleur is variabel; hij kan zich wat dat betreft enigszins aanpassen aan
de ondergrond.
Meestal grijsbruin met een olijfgroen waas erover, donkerbruin of zandkleurig
met vele donkere vlekken en stippen. Een sterke modekleur dus.
De onderkant (oorspronkelijk de rechterzijde) is vuilwit.
Deze roofvis eet voornamelijk andere vissen. Daarnaast versmaadt hij ook
garnalen en schelpdieren niet, vooral als hij nog jong is.
Hij verschalkt zijn prooien vanuit een hinderlaag, zoals op de foto.
De vis is zeer goed gecamoufleerd doordat hij zeer goed in staat is om
zijn kleur aan te passen aan die van de plaatselijke zeebodem.
Je ziet hem eigenlijk niet, maar dat is ook zijn bedoeling .
In de pan heeft hij gelukkig minder gelegenheid om zich te verbergen.
De tarbot die ik bereid heb, kocht ik vers. Het beest woog anderhalve kg.
De visdame nam mijn beest in behandeling onder mijn goedkeurend oog.
Na het schoonmaken was er precies de helft over.
Ik had dus twee dikke filets om mijn gang mee te gaan.
Wat ik er mee deed kan je hier in detail lezen: Tarbot Meunière .
De naam “Meunière” komt, zoals turbo(t), van het Frans, en betekent “molenaarsvrouw”.
Heel dichterlijk uitgedrukt, voor gewoon het lichtjes in bloem wentelen
van de platte zwemmer.
Citroen hoort er eigenlijk ook bij.
ingrediënten voor 2
bereiding
400g vis: tarbot, zeeduivel, …
doe de vetstof in de pan, en laat ze schuimen
2 el boter
snijd de vis in twee even grote stukken
bloem
kruid ze aan beide zijden met pezo
pezo
wentel de stukken vis door bloem en schudt het teveel af
bloem
bak de vis aan beide zijden ongeveer 3’
sap van citroen
als de boter te bruin wordt, voeg dan koude boterklompjes toe
kappertjes
neem de vissen van het vuur en leg ze op een bord
voor de saus: voeg bij de boter 1 el water per stuk vis
goed mengen met het sap van een citroen
bestrooi de vis eventueel met groene kruiden, en kappertjes
serveren met groenten en aardappelpuree
Je kan evengoed op dezelfde manier tewerk gaan met zeetong,
zeeduivel of een andere platvis.
Mislukken kan dit recept nauwelijks, ook niet voor de beginnende kok (zoals ik).
Als je een profkok met dit gerecht aan de slag wil zien, klik dan op deze link,
of kopieer hem in je browser:
http://www.focus-wtv.tv/programma/vispa/vispa-tong-meuni%C3%A8re
Chef Bart Desmidt van restaurant Bartholomeus in Heist maakt het iets
gesofisticeerder, met geklaarde boter en zo, maar voor mij hoeft het niet echt.
Hier is mijn afgewerkte bereiding, met een aardappelpuree en een salade.
Zonder franjes, maar lekker. Smakelijk.
30-01-2010, 21:55 geschreven door grob
23-01-2010
LLuvia in Ãvila
Vandaag doen we een korte rit. De stad Ávila ligt niet zover van Segovia.
Men kan nog kiezen tussen een autosnelweg of een schilderachtige route.
Ávila is naast een provincie ook de naam van de Spaanse stad en maakt deel uit
van de regio Castilië en Léon . Aangeduid in het rood op de kaart van Spanje.
Het ligt dus net in het centrum van het Iberische schiereiland, want Portugal
staat niet op deze kaart getekend.
De provincie Ávila ligt tussen de provincies Salamanca, Madrid en Segovia.
Ávila is de hoogst gelegen stad van Spanje, 1130 meter boven de zeespiegel.
Het hoogst gelegen dorp van Spanje ligt in Andalusië, in het Alpujarras gebergte,
tegen de flanken van de Siërra Nevada.
Het is ook een van de dorpen, waar de beste ham vandaan komt: Trevélez.
Maar dat was even terzijde; terug nu naar onze bestemming.
Het mooiste uitzicht op deze kleine gezellige hoofdstad, die in 1985
tot Werelderfgoed werd verklaard, heeft men vanaf het uitkijkpunt van
De Vier Zuilen aan de weg naar Salamanca.
Op dit machtige panorama heeft men een hotel neergepoot,
waar we gereserveerd hebben. Het is het uitstekende Sercotel Cuatro Postes.
Deze heuvel is een ideale plek om de beroemde middeleeuwse stadsmuur
te bewonderen, de best behouden gebleven stadswal van Europa,
en een die meer dan twee kilometer lang is.
In Ávila wordt de heilige Theresa meer dan vereerd. Volgens een legende
werden op deze plek de kleine Theresa en haar broer Rodrigo teruggevonden
toen zij in hun kinderlijke fantasie besloten van huis weg te lopen
om de marteldood te sterven in handen van de Moorse Saracenen.
We zijn nogal laat vertrokken in Segovia, en we komen pas aan na zes uur.
Een kleine verfrissing, en we vinden een gezellig restaurant pal naast het hotel.
Het voedsel is zeker niet de top, maar je kunt niet alles hebben.
Na de maaltijd is de duisternis ingevallen, en we gaan terug naar het hotel
bovenop de heuvel.
Het mooiste zicht op de stadsmuren heb je natuurlijk op het dak,
boven de zesde verdieping, waar een Romeinse fluitspeler ons opwacht.
Hier heb je het ideale en sublieme zicht op de versterkte middeleeuwse stad,
die zich aan onze voeten ontrolt.
‘s Morgens maken we kennis met een nieuw fenomeen: “Lluvia in Ávila”,
en voor de niet Spanjaarden: er vallen wat vochtige druppels uit de hemel.
We staan hier vóór het hotel, naast het Cuatro Postes monument.
Het panorama over de oude cité is anders dan in het duister, want je ziet
natuurlijk ook duidelijk het deel van de oude stad dat niet verlicht wordt.
De stad is omgeven door de best bewaarde machtige stadsmuren van Europa.
Ze zijn 2.5 km lang, 12 m hoog en 3 m dik, hebben 9 poorten en 90 bastions
met gekanteelde torens. De muren zijn in trapezium vorm opgetrokken.
We gaan van hier te voet afdalen naar de oude stad, en komen voorbij
enkele bruggen over een rivier. Naast de heilige Theresa (zie verder) is nog
een bijzonder iemand hier geboren: Isabella, koningin, naast Ferdinand,
en samen de Katholieke koningen.
Isabella was uiteraard katholiek en voerde diverse politieke wijzigingen door.
Op 31 maart 1492 tekende ze samen met Ferdinand het Verdrijvingsedict .
Hierdoor werden de Joden gedwongen zich te bekeren tot het christendom
of te verhuizen uit Spanje. Hoewel velen zich bekeren en zo hun eigendommen
kunnen houden, vertrekken zowat 160 000 - 400 000 marranos (ook te vertalen
als zwijnen). Hun goud, zilver en geld worden in beslag genomen.
In 1499 worden ook de moslims voor de keuze gesteld om te zich bekeren
of te vertrekken.
Honderdduizenden vertrekken uit Spanje en anderen laten zich dopen.
Om even bij stil te staan hoe het er toen aan toe ging.
Een minderheid onder hen trekt naar het zuiden en vestigen zich in de Alpujarras,
een onvruchtbaar gebied, waar in de 16de eeuw de Spanjaarden liever wegblijven.
We trekken te voet door de oude stad, die (nog) helemaal niet toeristisch
is geëxploiteerd. In tegenstelling met het gelijkaardige Carcassonne
struikelt men hier niet over de toeristische prullaria.
Tegen het centrum komen we een aantal, vooral jonge, Spaanse macho’s tegen.
Ze keren op hun stappen terug, als ze Greta zien, want blijkbaar komen ze
graag in haar beeld. De regen is intussen bijna verwaarloosbaar.
Slechts 10% van de populatie bedient zich nog van een paraplu.
Blijkbaar is dit een bokkenfuif, waarbij de bruidegom als toreador moet rondlopen.
Hij heeft zijn bril thuisgelaten, want hij neemt mij voor een stier.
Misschien moet ik hem prikken met mijn paraplu, maar toch liever niet.
Ik reageer dus niet onmiddellijk op zijn flapperend gordijn en zijn aanmoedigingen.
Ik voel me momenteel niet zo bloeddorstig, alleen maar gewoon dorstig.
Op de kleinschalige Plaza Mayor zijn gelukkig enkele tapabars open.
Deze is blijkbaar geen moslimbar, want het wemelt hier van de vrouwelijke
menselijke exemplaren. Behalve die helemaal rechts, en ook die met zijn
twee glazen wijn is geen vrouw, echt niet. Waarschijnlijk een Amerikaan.
We laten ons een paar typisch Spaanse tapas goed smaken, in het midden van
een typisch Spaans decor.
Neem nu bijvoorbeeld de lampenkappen, waarvan er geen enkele recht hangt.
Ligt het nu aan de wijn of aan mijn ogen, maar de lusters beginnen hoe langer
hoe meer te dansen en te zwaaien. Tijd om opnieuw een Ávila luchtje te scheppen.
Dicht tegen de Plaza Mayor situeert zich een van de negen stadspoorten,
die je hier kunt zien aan de binnenkant.
We zoemen even in naar links, tussen de poort en de gevechtstoren.
Ávila is, zoals gezegd, de bedevaartplaats van Santa Theresa, hervormster
van de orde van de Karmelietessen. Zij heeft hier in de 16de eeuw geleefd.
Spanjaarden doen niet liever dan feesten. De Semana Sancta neemt
een ganse week in beslag, maar het belangrijkste feest van Ávila is uiteraard
gewijd aan de alomtegenwoordige Teresa de Jesús.
Eveneens een hele week lang duurt deze verering, meer bepaald van
7 tot en met 15 oktober.
Dan wordt het leven van alledag onderbroken om de festiviteiten rond
deze grote heilige van de stad op gepaste wijze te vieren.
We zijn nu 18 oktober, en de feestpret is net achter de rug.
Hier is een vertikaal bloementapijt opgericht met de beeltenis van de maagd.
Bij haar standbeeld zijn massaal bloemenkransen neergelegd door de feestneuzen.
Buiten de muren van de stad bevindt zich het klooster van La Encarnación
waar Teresa de Jesús zevenentwintig jaar lang als kloosterlinge woonde
totdat zij dit in 1562 verliet om nieuwe kloosters te gaan stichten.
De nieuwe stad ligt volledig buiten de omwalling, zoals in Carcassonne trouwens,
maar het is een gewone doorsnee stad, niet direct geweldig interessant.
Dit is de kant langs waar we de stad zijn binnengegaan en ze ook opnieuw verlaten.
Greta vindt dat ze beter contrasteert met haar paraplu dan met het omringende groen.
In feite past Greta in elk prentje.
Intussen hebben we besloten onze genietvakantie met nog een dag t e verlengen.
In plaats van direct naar het zuiden te gaan, hebben we nog on-line een extra dag
geboekt in Toledo.
Het verslagje zit in de pijplijn, en El Sol ook. Geen lluvia meer.Tot dan.
23-01-2010, 17:55 geschreven door grob
17-01-2010
KOKENETEN: een verse ananas, uit zijn jas
De winter heeft recent ook toegeslagen in Marbella.
Vorige zondag was de maximum temperatuur maar 8°!
Intussen is deze winter weer voorbij en halen we terug de normale
temperaturen en toestanden, maar dit terzijde.
Laten we ons beter focussen op een gerecht, niet alleen voor de winter,
maar voor alle seizoenen: varkenshaasje zoetzuur , stevig, en lekker ook.
Een van de belangrijke ingrediënten zijn ananasblokjes of -schijven uit blik.
Er zijn enorm veel praktische dingen over dit fruit waar ik niets over wist.
Misschien geldt dit ook wel voor vele lezers. Tijd om informatie te geven!
Hieronder bulkt het dus van de ananastips .
Echt interessante dingen over aankoop, bewaring enzovoort bedoel ik.
Je kunt er maar je voordeel mee doen.
De ananas is een tropische plant , oorspronkelijk afkomstig uit Brazilië , Bolivia
en Paraguay , en werd daar reeds langs voor de komst van Colombus geteeld.
Tijdens Colombus' tweede reis naar Zuid-Amerika (1493-1496) kwamen er
al enkele planten mee naar Spanje.
De ananas groeit aan stekelige planten, die de oogst bemoeilijken.
De Indianen gebruikten de planten dan ook als omheining voor hun dorpen.
De Spanjaarden introduceerden de ananas in de Filippijnen , Hawaï i en Guam .
In Europa werd de vrucht in 1720 voor het eerst met succes gekweekt,
maar dan wel in broeikassen .
Momenteel worden ze overal in de tropen verbouwd op grote plantages.
Ananas rijpt moeilijk na. Daarom moet de vrucht zo rijp mogelijk worden geplukt
en zo snel mogelijk de winkelrekken bereiken. Het transport van ananas gebeurt
dan ook meer en meer met het vliegtuig (vandaar ook de naam 'vliegananas').
Erg CO2- en milieuvriendelijk is dit niet!
De plant behoort tot de bromeliafamilie , die ook kamerplanten levert.
De ananas is een grote samengestelde vrucht en ontstaat uit vele kleine besjes
die samengroeien.
Alle vruchtjes vergroeien samen met de bloeisteel tot een samengestelde vrucht.
Wanneer we een ananas opsnijden is dit duidelijk te merken.
Het centrale, vezelige deel is de bloeisteel.
Ananas wordt, zoals je weet, vers en ingeblikt aangeboden.
Verse ananas bevat een product, bromeline, dat inwerkt op dierlijke eiwitten.
Deze stof maakt de vrucht licht verteerbaar.
Zuivelproducten vermengd met verse ananas kunnen na enkele uren waterig
worden en een vreemde smaak krijgen. Combinaties van ananas met gelatine
(bijvoorbeeld bavarois) verliezen na een tijdje hun binding.
De stof verliest wel haar werking als ananas enkele minuten wordt gekookt
Ananastip 1!
Vlees dat gemarineerd wordt in vers ananassap zal hierdoor zachter worden.
Uit de bladeren van de ananasplant worden ook lange, zijdeachtige vezels
gewonnen, die in Taiwan en de Filippijnen verwerkt worden tot een fijnmazige
stof, piña genoemd.
Gewoonlijk drinkt men tijdens het verwerken dan een piña colada.
Een ananas kan wel 30 cm lang en meer dan 4 kg zwaar worden,
en heeft bovenop een rozet van bladeren.
De kleur van de schil is groenachtig tot bruinachtig.
De ananas is rijk aan vitaminen zoals: bètacaroteen , vitamine A, B1 en E en
mineralen zoals: kalium , magnesium , fosfor , ijzer , koper , mangaan , zink en jodium .
Verder ook nog veel suikers en citroenzuur.
Alstublieft, weg met die commerciële pillen en voedingssupplementen!
De natuurlijke (of meest voorkomende) bestuiver van de ananas is de kolibrie .
Door bestuiving ontstaan zaden, maar omdat de aanwezigheid van zaden
een negatief effect heeft op de kwaliteit van het fruit, is in Hawaï , waar ananas
op grote schaal wordt gekweekt, de invoer van kolibries verboden.
Zoals bij alle bromelia's kan de bloei van de ananas kunstmatig worden opgewekt
door middel van ethyleen . Het vroeg oogsten van de hoofdvrucht zorgt voor een
tweede oogst van kleinere vruchten.
Na te zijn geoogst rijpt de ananas niet meer. Daarom wordt het vruchtvlees vaak
ingeblikt . De andere variant is uiteraard de verse ananas.
Nu volgt een verdere reeks praktische tips .
Ananastip 2 tot 8!
Tekenen dat een ananas rijp is (check dit dus in de ananaswinkel) zijn:
2/ Middelste bladeren bovenop makkelijk los te trekken.
3/ Sterke ananasgeur (ethylacetaat ).
4/ Stevig, veerkrachtig vruchtvlees (een ananas is rijp als het vruchtvlees
aan de onderzijde meegeeft bij een lichte druk met de vingers).
5/ De kleur van de schil zegt totaal niets over de rijpheid; ook een groene ananas
kan goed rijp zijn.
6/ De ananas heeft glanzende "ogen".
7/ Als de ananas niet rijp is kan je hem versneld laten rijpen,
door de ananas samen met een banaan in een plastic zak te bewaren.
8/ Een te sterke geur, donkere knobbels en vergeelde kroonblaadjes
wijzen op overrijpheid. Ook vruchten met vlekken, beschimmelde plekken
of zachte schil zijn niet meer vers. Verse ananas is het hele jaar door verkrijgbaar met een topaanvoer
van december tot april .
Ananastip 9! Eerst snijdt men de bovenkant weg met een mes, en dan hanteert
men de ananasschiller. Deze zorgt ervoor met een draaiende beweging dat de schil
en de weinig smaakvolle steel gescheiden wordt van het lekkere vruchtvlees.
Dames, laat de volgende foto van een ananas zonder jas je niet van de wijs brengen!
Het is gewoon het resultaat van het verwijderen van alle overbodige delen.
Ananastip 10! De tijdens het schoonmaken van de ananas verwijderde
bovenkant kan opnieuw in de bodem worden geplant.
Op dezelfde wijze waarop een aardappel of ui groeit uit een uitsnede
zal dan een nieuwe plant groeien.
Perfect te kweken voor wie een serre heeft!
Ananastip 11! Omdat verse ananas bromeline bevat, kan het niet
gebruikt worden in recepten met gelatine omdat het enzym
de eiwitten (en dus de gelatine) afbreekt.
Dit effect verdwijnt wanneer de ananas enkele minuten wordt gekookt.
Ananas in blik bevat geen bromeline meer.
Ananastip 12! Bewaar een ananas niet onder 8 graden Celsius (dus niet in de
koelkast!). Eenmaal te koud bewaard kan bij de ananas het zogenaamde
lage-temperatuurbederf optreden.
De vrucht wordt niet meer rijp en gaat vaak van binnenuit rotten.
Bewaar een ananas bij kamertemperatuur.
Is de vrucht rijp dan is de houdbaarheid bij 12 graden Celcius nog 1 a 2 dagen.
Hieronder zie je de grootste ananasplant ter wereld, zoals recent opgenomen
in het “Guinness Book of Records”.
Nu dat je dit allemaal weet komt mijn varkenshaasje zoetzuur op de proppen,
waarin de ananas (en eventueel het sap) verwerkt wordt.
Hieronder wordt het haasje gekruid, terwijl ik “ananassap ” uitspreek.
Greta zegt altijd dat ik meer moet proeven, en hier zie je het bewijs dat ik dat ook doe,
met pijn in mijn tong weliswaar.
Ananastip 13! (nog eentje dan maar, voor de bijgelovigen)
Let op dat je bij het uitspreken van het woord “ananassap” je tong goed binnen
in je mond houdt, want zoniet kan het wel pijnlijk zijn, zoals bij mij.
Probeer maar eens.
Het makkelijke recept vind je hier, met een variant voor risotto liefhebbers.
In plaats van de vloeibare kippenfond, kan je natuurlijk ook vaste kippenboeljon gebruiken.
Varkenshaasje Zoetzuur komt er aan.
ingrediënten voor 2
bereiding
een varkenshaasje van 400g
snij het vlees in blokjes, laat de ananas uitlekken
3 lente-uitjes
snij de lente-uitjes in ringetjes
125g sojascheuten
bak de vleesblokjes rondom goed aan in hete olie
1 blik ananasblokjes of –schijven
kruid met pezo
150g blokjes tomaat (blik)
voeg er de blokjes tomaat, de fond en de chilisaus aan toe
koffielepel (vloeibare) kippenfond
eventueel ook ananassap (zie verder*)
een vijftal el zoetzure (chili)saus
doe de lente-uitjes in de pan en laat 10’ sudderen,
2 el olijfolie
doe er de ananasblokjes en de sojascheuten bij
pezo
laat goed doorwarmen
breng eventueel verder op smaak met zoetzure saus
indien nodig wat aandikken met maïzena express
lekker met gekookte rijst, lange korrel Uncle Ben in zakje
* een variant is:
al het ananassap toevoegen in de pan, samen met de rijst
de rijst zal het vocht opnemen, ananasrisotto als het ware
Het afgewerkte gerecht komt op de terrastafel.
Greta durft het schoorvoetend en met enige schroom aan om toch enkele schepjes
op haar bord aan te brengen.
Na de eerste proeving lijkt het volledig in orde, en nu zet ze volledig door.
Ik heb het bereid met gewone witte gekookte rijst, en het heeft heerlijk gesmaakt.
Mocht er iemand me willen bedanken voor het geven van al deze tips, aarzel dan niet
om hier onderaan rechts op Reageer te drukken.
Veel pret met je ananas!
17-01-2010, 14:06 geschreven door grob
06-01-2010
Segovia (4): een glazen huis op het platteland
Mocht je toevallig (of doelbewust) in Segovia terecht komen, laat dan niet na
ten minste een halve dag door te brengen in de “Real Fabrica de Cristales
de La Granja” (Koninklijke glasfabriek van la Granja) op het grondgebied
van het dorp San Ildefonso. Wij zijn er twee dagen na elkaar geweest.
Het is niet meer dan acht kilometer verwijderd van de stad.
De eerste maal was de glasblazersschool gesloten (zie bezoek daaraan
in vorig verslag), maar het ticket was de volgende dag ook nog geldig.
De eerste dag hebben we enkel de enorm uitgebreide ateliers
en het grote museum bezocht.
De oude gebouwen zijn zeer attractief gerestaureerd, en het is een genot
rond te wandelen in de vroegere werkplaatsen tussen de duizenden
kunst- en gebruiksobjecten. Foto’s daarvan zie je hieronder.
Wie er zeker van is nooit in Segovia te komen (spijtig!) kan zich hierbij
een klein idee vormen van de schitterende originele stukken.
Het is zo overweldigend en groots, dat het niet te vatten is in de korte
fotoreportage die je hier vindt.
In de reusachtige fabriekshal in prachtig verweerde kleuren
staat een oven, waar zand gesmolten wordt tot glas.
Dit is geen fabriek, dit is een kathedraal.
De glazen voorwerpen die worden tentoon gesteld zijn
prachtig om zien, en moeilijk om te blazen denk ik.
Het gaat van de meest gesofisticeerde sieronderwerpen tot gewone
alledaagse flessen in alle denkbare kleuren, uit tijden dat de uilen
nog spraken, en water dronken.
Deze flessen zijn zo dik, dat ze (meestal) op de grond kunnen vallen
zonder te breken.
Naast rond glas zijn er ook alle soorten plat glas uitgestald.
Ook levensgrote brandglasramen worden hier vervaardigd.
Het koord onderaan hangt op ongeveer een meter hoogte, geen klein stukje dus.
Dit is een klassiek voorbeeld, zoals ze meestal ook te zien zijn in kerken.
Totaal andere technieken werden toegepast voor
deze kunstcreatie met glasdecor.
Brandglasramen in lood hoeven niet altijd in een kerk terecht te komen.
Er zijn ook mogelijkheden in publieke plaatsen, of bij particulieren.
Alle moderne ideeën en technieken komen aan bod, zoals hier op dit
reusachtige bloemenpaneel, los opgehangen in de ruimte.
Eeuwen geleden knutselde men hier al aan dagelijkse gebruiksvoorwerpen
voor de betere klasse van de bevolking weliswaar. Heel arbeidsintensief, sierlijk,
kleurrijk en mooi, maar als je goed kijkt zie je dat ze wel scheef in elkaar zaten.
Vandaag zijn dit natuurlijk uiterst zeldzame collector items.
Wat men destijds ook al nodig had waren objecten om voedsel en drank
of andere leuke dingen in te bewaren.
Niet alleen waren deze voorwerpen nuttig, maar tegelijk waren ze prachtig afgewerkt
en prestigieus als decor in een tijd dat er zeer weinig welstellende mensen waren.
De echte topcreaties waren voorbehouden voor de Koninklijke familie,
zoals deze prachtige reeks wijnkaraffen.
Een glazen karaf graveren is geen kinderspel, zodat men geschikte machines
probeerde te ontwikkelen om de zware klus tot een goed einde te brengen.
Vandaag staan de technieken om glas te modelleren veel beter op punt,
zoals blijkt uit deze vrouwenbuste uit massief glas.
Ontvreemden zal men dit niet gemakkelijk doen.
Je kunt gemakkelijker een klein olifantje in beweging krijgen.
Bekijk goed deze eeuwenoude fles. Het etiket eronder vermeldt:
”Botella Belga para agua mineral Spa”.
Hoeft geen vertaling denk ik. De Spa flessen van tegenwoordig
hebben wel een hele evolutie ondergaan.
En wat denk je van deze? Heb je al ooit de oudste Spa fles gezien?
Kijk dan maar goed. In het Spaans staat op het etiket:
Botella (1724-1743)
Verde muy obscura soplado a molde fijo trabajada al puntil.
Botella Belga de agua mineral. Sello “Pouhon Spa” y escuido de Louis
Georges de Berghes, Principe Obispo de Lieja.
Vrij vertaald: heel donkergroen glas, gemaakt met een vaste gietvorm,
bewerkt met puntil (kort puntig voorwerp).
Belgische fles voor mineraal water. Voorzien van zegel “Pouhon Spa”
en wapenschild van Louis Georges de Berghes, Prinsbisschop van Luik.
Dit rondt ons bezoek af aan Segovia en omgeving. Op naar Avila!
06-01-2010, 00:00 geschreven door grob
29-12-2009
Xmas party in tennis Club del Sol
Vorig weekend viel er niet te tennissen door onophoudelijke regen.
Goeie reden om een party te organiseren.
Een van de vaste loltrappers en muziekmakers is Dodo.
Ik dacht dat hij een Engelsman is, maar Greta houdt het op een Oekrainees.
Hier zie je hem stiekem in het halfdonker nog even wat muzieknoten
w armblazen op zijn trompet, vooraleer het volk toestroomt.
Wanneer de eerste gasten verschijnen, zien ze er nog wat onwennig uit.
Pas wanneer de muziek zich ontplooit, en voedsel en drank op de proppen
komen, gaan de poppen aan het dansen en de remmen los.
Ook de altijd fitte Kerstman is aanwezig.
De rendieren heeft hij gelukkig achtergelaten op de parking met een wortel.
De man aan wie we deze geslaagde party te danken hebben is
de manager van dit uitmuntend sportcentrum, José Kreijman.
Een geboren Nederlander, die zijn hersenen op de juiste plaats heeft,
want hij woonde de meeste tijd in Kapellen, bij Antwerpen.
Je kunt het er nog altijd aan zien
Nederlanders zijn hier uiteraard altijd goed vertegenwoordigd,
zoals aan deze tafel. Links, met het rode hemd zie je Fred.
Fred is ook Nederlander. Hij woont permanent in Calahonda, is de huiszanger,
En een die trouwens wijd en zijd bekend geworden is in centraal Andalucia.
Vooraleer hij de micro vast neemt moet hij alleen nog wat autogrammen uitdelen.
Glazen en drank in overvloed.
De eerste bewegingen om in te schenken verlopen nog wat hoekig.
Keuze genoeg in de dranken, geschikt voor een publiek tussen 0 en 100 jaar.
Geen van beide extreme categorieën zijn evenwel aanwezig vandaag.
Dodo komt tot leven, speelt en zingt zoals de ware Oekrainese trompetter.
Het echte croonerswerk is toch wel weggelegd voor Fred.
Tussendoor even happen! Minipizza’s, rijstschotels…
…en lekkere salades. Nadien nog hapjes, belegde broodjes
en andere tapas met gamba’s, tonijn enzovoort.
Links zie je onze Engels/Italiaanse tennispresident Adrian,
die al onze groepswedstrijden plant en er de discipline in houdt.
Zijn Duitse echtgenote Ursula vecht een harde strijd uit
met een weerspannige gamba.
De strijd wordt grandioos gewonnen en iedereen is weer tevreden
Niet in het minst Joerg en Erika uit Berlijn
Intussen houden de muzikanten er vlotjes de sfeer in.
Louisa en Adrian laten de beentjes en armpjes gaan.
Ik rust even uit, van foto’s te nemen, maar zelfs van te dansen.
Tussenin houdt José even een mini speech om de gasten te bedanken,
maar vooral toch zijn vriendin Carol, die weer al het lekkers heeft bereid.
Dodo benadert stilaan zijn kookpunt en heeft zijn jas al aan de kant gelegd.
Soms wordt de trompet hem wat lastig om te bespelen.
Dan maar liever even de marimba’s hanteren, tot de concentratie terug is.
Zijn Engelse zangteksten worden wat moeilijk verstaanbaar,
maar niemand die daar over valt.
En José, hij wroet voort.
De laatste tapa’s worden in schaaltjes gelegd en rond gedeeld.
De dranken zitten ook al aan een lager peil dan een paar uren geleden.
(maar worden constant aangevuld, n.v.d.r.)
De ene zwenkt naar links, de andere zwenkt naar rechts maar Dodo
staat pal en ledigt zijn volgende emmer bier.
Aan de lol komt geen einde. Having a good time.
Greta is nooit diegene die het minst gedanst heeft.
Een prachtige party om de regen te vergeten.
Een zwierige avond, een herinnering om te koesteren, dank zij…
29-12-2009, 16:47 geschreven door grob
24-12-2009
happy Xmas van Greta en boB
Het is nu verschrikkelijk slecht weer in Marbella.
De temperatuur is OK, zo'n 19°, maar er is enorm veel wind
en regen. Veel beterschap is er zelfs niet onmiddellijk op komst.
In het plaatselijk strand waar we wonen is een gleuf ontstaan
van 60 cm diep en zeker 1 à 2 meter breed.
Greta is er tien minuten geleden een foto gaan nemen.
Rechts staat een vuilnisbak van 70 cm hoog, om een idee te geven.
Desalniettemin ...
24-12-2009, 13:23 geschreven door grob
20-12-2009
KOKENETEN: kan je op een paddenstoel zitten?
Natuurlijk kan dat, maar dan kan je hem eigenlijk niet meer opeten.
Hij is dan normaal gezien nogal platgedrukt.
Persoonlijk heb ik altijd last met paddenstoelen.
Niet dat ik ze niet graag bereid of verorber, maar wel omdat ik al decennia
gewoon ben om paddestoelen te schrijven.
Altijd, en nu ook weer, word ik op de vingers getikt door mijn computer
spellingchecker en gedwongen om er een “n” tussen te zetten.
Een gevolg van een van de spellingswijzingen uit het verleden.
À propos, op de foto boven zijn shiitake paddenstoelen zichtbaar, die vooral
dienst doen in de Aziatische keuken.
Van deze lekkere variant moet je zeker en altijd de stelen volledig wegnemen,
want ze weigeren pertinent om zacht te worden in de kookpan.
Zoniet heb je kans dat je de indruk krijgt op een stuk hout te zitten tutteren.
Vandaag maak ik uitzonderlijk eens geen hoofdgerecht.
Verwend als we zijn in België met een zeer uitgebreide keuze voor boterhambeleg,
probeer ik hier onder de zuiderse zon zelf iets (uit het kookboek natuurlijk).
En het moet bovendien gemakkelijk te bereiden zijn.
Met de zon op de achtergrond begin ik aan het werk van de keukencommies.
Het in de juiste gedaante brengen van tomaten, ajuin en champignons.
En ik voel me heel zelfverzekerd, want als je op de details let op het lemmet
zie je dat ik het snijwerk doe met het mes van Piet Huysentruyt.
Er kan dus niks verkeerd lopen. Zoniet roep ik SOS Piet.
Eventjes nog wat interessante tips en weetjes over paddenstoelen,
vooraleer ze onvermijdelijk in de pan belanden.
Ik gebruik voor dit gerecht trouwens doodgewone (Parijse- of) weidechampignons.
Dit “doodgewone” doet er me aan denken dat alle paddenstoelen eetbaar zijn.
Sommige slechts één keer natuurlijk.
Er zijn duizenden soorten van “echte” eetbare paddenstoelen die op grote schaal
wereldwijd geoogst worden, en letterlijk honderdduizend andere eetbare soorten.
Enkele uit de top tien en dus zeker bekende paddenstoelen zijn:
De Champignon is de meest gegeten paddenstoel ter wereld
(38 % van de totale hoeveelheid gecultiveerde paddenstoelen) en kan
gemakkelijk gekweekt worden.
Dit type paddenstoel heet eigenlijk voluit Champignon de Paris.
De Oesterzwam is de tweede meest gegeten eetbare paddenstoel .
China is de grootste producent. Verschillende soorten kunnen op
koolstofhoudend materiaal groeien zoals op stro of zelfs op oude kranten.
Niet proberen dus op de krant van vandaag.
In het wild groeien ze het meest op hout.
Tussendoor komt hier het succesvolle gebruikte recept voor
het champignonsmeersel voor boterham of toast:
ingrediënten voor 600g
bereiding
500g champignons, in plakjes
bak de ui lichtbruin in een beetje boter
1 ui, fijngehakt
doe de rest van de boter in de pan
50g boter
roer er spek, tomaten en champignons door
2 grote plakken spek, gehakt
laat 15’ goed gaar bakken
(Spanje: 150g Taquitos de jamon Serrano
voeg zout en cayennepeper toe
250g tomaten, ontveld, ontpit, gehakt
pureer het met een handmixer of in een blender
2 eieren, geklopt
roer de eieren erdoor, zet het op een laag vuur
zout, cayennepeper
laat even binden, niet laten koken
laat afkoelen
bewaar het in een pot in de koelkast
serveer met geroosterd brood
En we gaan toch nog even verder met de meest gebruikte paddenstoelen:
De Cantharel ook wel Hanenkam genoemd, is een van de lekkerste van de
niet cultiveerbare eetbare paddenstoelen.
Hij kan dus niet gekweekt worden, maar enkel geplukt in het wild.
Vandaar dat de prijs hoger ligt.
Het Eekhoorntjesbrood of boleet is bekend om zijn nootachtige smaak.
Het is een veelgesmaakte paddenstoel, gebruikt in een groot aantal
culinaire schotels.
Dan zijn er nog talloze eetbare exemplaren, met soms vreemde namen:
de Zwavelzwam , het Gewone Fluweelpootje , de Gordijnzwam , de Doodstrompet
of Hoorn des Overvloeds. Onder de minder gekende, maar wel eetbare
paddenstoelen komen we terecht bij bijvoorbeeld: Biefstukzwam ,
Gele stekelzwam , Gewone fopzwam , Grote parasolzwam , Grote stinkzwam
(Phallus impudicus in het Latijn; spijtig, maar ik heb er geen foto van), Judasoor ,
Knolparasolzwam, Koeienboleet , Paarse schijnridderzwam enzovoort.
Nog een nuttig woordje over niet eetbare en giftige paddenstoelen.
De Groene knolzwam is de giftigste van allemaal.
Als je hiervan eet, kun je in twaalf uur later dood zijn.
Van andere giftige soorten kun je wel (ernstig) ziek worden,
maar een gezond volwassen mens zal er zelden aan dood gaan.
Terug naar het recept, nu alles gesneden is.
De pan is intussen gevuld met boter, uien, spek, tomaten en champignons.
Uiteindelijk moet dit mengsel dienen om boterhammen mee te beleggen,
het mag dus iets fijner van structuur zijn, anders valt alles van de toast.
Het kan in de koelkast tot een week bewaard worden, maar waarschijnlijk
zal het die datum niet halen.
.
Wist je dat...
In wijn en brood ook schimmels (gist) worden gebruikt?
Er soorten bestaan die op andere paddenstoelen kunnen groeien
(de Kostgangerboleet parasiteert op de Gele aardappelbovist).
Sommige paddenstoelen alleen willen groeien op koeienvlaaien (koeienboleet)?
De champignon in 1651 in de omgeving van Parijs voor het eerst op grote schaal
werd geteeld. Men slaagde er in door het begieten van afval van de meloenenteelt
met waswater van rijpe champignons.
Het meest geneeskrachtige schimmelproduct Penicilline is
(gemaakt van de schimmel Penicillium notatum en gebruikt wordt
om bacteriële infecties te bestrijden).
Het myceliumnetwerk (de draden van de échte paddenstoel) erg groot is
en dat de myceliumstrengen wel 5 meter lang kunnen worden
20-12-2009, 00:00 geschreven door grob
16-12-2009
Segovia (3): stevig blazen in het glas
We verblijven niet in Segovia zelf, maar in een familiehotelletje in de buurt,
in het onooglijk dorpje La Granja de San Ildefonso.
Dat laat ons toe om de dag van aankomst in de onmiddellijke omgeving
een bezoek te brengen aan de indrukwekkende Koninklijke glasfabriek:
de Real Fabrica de Vidrios y Cristales .
We kunnen hier live de demonstratie van het glasblazen volgen in de school.
Deze school, ontstaan in 1994, heeft intussen een internationale uitstraling.
Ook specialisten uit Nederland ( Frank van der Ham) en België (Joost Kaen)
zijn hier les komen volgen.
Zie ook www.fcnv.es .
We zien van heel dichtbij heel wat actie eer de glazen karaf opgeblazen is.
Hierbij zit een korte samenvatting, waarbij de blazer enkele malen opnieuw begint.
Men onderscheidt twee soorten glasblazen, met een brander en in de oven.
Glasblazen is niet te verwarren met gasblazen.
Die ene letter is een wereld van verschil
Glasblazen aan de brander gebeurt door ronde glazen buizen in de vlam
van een gasbrander te houden. Wanneer de temperatuur juist is gaat men
lucht in de buis blazen, terwijl men rustig en regelmatig de buis blijft draaien.
Een andere wijze om glazen voorwerpen te maken is die van massieve staven
in de vlam te houden en dan bij de juiste temperatuur aan elkaar te plakken.
Glasblazen vanuit de oven is de manier waarbij met een stalen pijp vloeibaar glas
van ongeveer 1130 graden uit een pot gehaald wordt, het zogenaamde keien.
Door de pijp telkens rond te draaien en te vormen met een natte houten vorm
(de klots ) wordt het glas op de pijp gecentreerd.
Let op de verbetenheid en de concentratie van de glaswerker.
Door de pijp wordt lucht ingeblazen waardoor het object groeit. Door telkens meer
glas te keien wordt de massa vergroot en kan de bel verder worden uitgeblazen.
Met bijvoorbeeld een natte krant kan, al rollend op de glasblazersstoel,
de vorm van de vaas met de hand worden aangebracht. Met een zogenaamde
benenschaar wordt vervolgens een kerf vlak achter de pijp in de vorm gemaakt.
Op dit punt moet de vorm later van de pijp breken.
Als de vorm klaar is wordt door een assistent met een klein stukje heet glas
een stalen staf (pontil) tegen de bodem gekleefd.
De glasblazer koelt de kerf met wat water zodat plaatselijk kleine scheurtjes ontstaan.
Met een tik breekt de vorm ter plaats van de kerf en wordt nu slechts gedragen
door de pontil. Dit heet overnemen van het stuk.
Door inwarmen in een oven op 1200 graden wordt het materiaal weer zacht
en kan de opening worden afgewerkt.
Als het model klaar is wordt deze van de pontil afgetikt en gaat in de koeloven.
Hierin wordt doorgaans in 24 uur beginnend bij 510 graden het glas langzaam
gekoeld zodat het materiaal spanningsvrij is en niet meer spontaan
kapot kan springen. Het breukvlak van de pontil wordt later weggeslepen
en wordt het standvlak van het object.
Het verloopt niet altijd van een glazen dakje.
De glasblazer moet enkele keren opnieuw beginnen.
Als je het niet volledig begrijpt: trek het je niet aan, ik doe met je mee.
Op het einde gebeurt dan ook nog de grote catastrofe:
Op het ogenblik dat het volledig stuk geblazen is, breekt de steel af.
Twintig minuten werk voor niks.
Van deze roemloze afgang heeft Greta geen foto durven nemen.
Je weet nooit wat de blazer allemaal kan doen met zijn hete staf.
Anderzijds, de tentoonstelling van producten die wel met succes afgeleverd zijn
is fenomenaal. Enkele uren van bewondering hebben we hier zeker voor over.
Er zijn enkele frisse gebruiks- en kunstvoorwerpen bij die je zullen verrassen.
Maar dat is voor de volgende keer. Come and see next week.
16-12-2009, 22:21 geschreven door grob
11-12-2009
KOKENETEN: Worcestershire, wat doe je dáármee?
Vandaag gaan we eens GEEN mediterraan recept uit de doeken doen.
Iedereen weet natuurlijk dat de Spaanse (en Europese keuken) sterk
is veranderd na de Spaanse omzwervingen in Zuid- en Midden-Amerika.
Talrijke nieuwe ingrediënten werden geïntroduceerd in het oude continent.
Nu wil ik me (tijdelijk) richten op een land dat van de “splendid isolation”
zijn handelsmerk heeft gemaakt, en niet onder de invloed stond van al de
overzeese lekkernijen.
Ze wilden (nu nog trouwens) het allemaal, met inbegrip van het culinaire
op eigen houtje doen: Engeland.
Tot op vandaag volharden ze bijvoorbeeld in hun afschuwelijke “kidney pie ”.
Stel je voor; een taart, met daarin een nier.
Of “haggis”, het nationaal gerecht van de Schotten! Schapenmaag, walgelijk!
We komen hier in Spanje dagelijks in contact met Engelsen, en echt,
je ziet het er aan dat ze niet eten.
Een recept afkomstig uit Engeland heeft dus een heel andere achtergrond,
en moet benaderd worden met de nodige voorzichtigheid.
Ik heb iets bereid dat heel bekend is (in Engeland weliswaar) uit Lancashire.
Het graafschap Lancashire is de plaats waar de industriële revolutie
als eerste is begonnen.
Was deze streek in het noordwesten van Engeland vóór 1770 vooral
een duister en vochtig moeras, daarna bracht de katoenindustrie er
ontwikkeling en welvaart (voor de eerder zeldzame rijken).
De bevolking vertienvoudigde tussen 1770 en 1840 en er ontstonden
in het graafschap enkele grote en een reeks middelgrote industriesteden.
Rond 1830 werd 85% van de katoenproductie in de wereld afgeleverd
door Lancashire.
Het Graafschap Lancashire was heel belangrijk, tot in 1972 grote steden,
zoals Liverpool en Manchester administratief werden afgesplitst.
Over het recept zelf: het stamt uit de tijd van de industrialisatie.
De gewone mensen moesten toen 60 uur per week zware arbeid uitvoeren,
en hadden geen tijd meer over om te koken.
Daarbij konden ze een stevige maagvuller goed gebruiken.
Zo ontstond de Lancashire Hotpot, een eenpansgerecht, dat eigenlijk
de hele dag kon staan pruttelen in een zware pot op een laag vuur.
Hotpot staat eigenlijk gewoon voor “stoofpot”.
Oorspronkelijk was het gebaseerd op lam of schaap, ui en aardappelen.
Het basisrecept bevatte ook oesters, die toen spotgoedkoop te krijgen waren.
Tijd om het smakelijke en super simpele recept eens van naderbij te bekijken:
Here we go: Lancashire Hotpot.
Een eenpansgerecht is een uitstekende keuze voor een schamele amateurkok
zoals ik, want je moet geen rekening houden met verschillende onderdelen
die dan tegelijkertijd klaar moeten zijn.
.
ingrediënten voor 3
bereiding
500g stoofvlees
snijd het vlees in 1/2 cm dikke plakken
500g aardappelen
schil de aardappelen, maak de wortelen schoon
300g wortelen
snijd beide in dunne schijven van ½ cm
2 grote uien
pel de uien en snijd ze in ringen
¼ l vleesboeljon
leg alles laagsgewijze in een diepe pan
pezo
het vlees onderaan, de bovenste laag moet aardappelen zijn
1 tl worcestersaus
kruid de boeljon met bijna alle kruiden, en meng goed
½ tl marjolein
giet de boeljon in de pan en strooi er paprikapoeder over
1 tl mild paprikapoeder
leg er vlokjes boter bovenop, en sluit de pan goed af
cayennepeper of cajunkruiden
laat het gerecht 2 à 3 uur sudderen
eventueel andere kruiden
zet het eventueel de laatste 15’ in een oven van 180°
30g boter
zo kan de bovenkant goudbruin worden
bestrooi eventueel met peterselie of koriander
Hieronder zie je de onderdelen gesneden, opeen gestapeld in een ovenschotel
en met een beetje (vloeibare) boter erbovenop.
Heel belangrijk!
Het mag geen smakeloze troep worden zoals bij de katoenbewerkers destijds.
Wat er zeker in moet naast allerlei kruiden is cayennepeper en Worcestersaus.
Een van de weinige gunstige bijdragen van de Engelsen aan de culinaire wereld
is dit donkere product in een hoog smal flesje.
De echte naam is eigenlijk Worcestershire saus, uit de gelijknamige streek,
maar de naam is zo al moeilijk genoeg.
Worcestersaus is een gefermenteerde vloeistof gemaakt met mout azijn , stroop ,
maïssiroop , water, chilipepers , sojasaus , peper , tamarinde (pulp van de vruchten),
ansjovis , uien , sjalotjes , kruidnagels en knoflook .
Iets ingewikkelder dan ketchup, maar Engelsen maken het graag moeilijk.
De saus wordt als smaakmaker gebruikt in gekookte en ongekookte gerechten,
en vooral met rundvlees . Het is een belangrijk ingrediënt in Caesar salad ,
Filet américain , Carpaccio en in de cocktail Bloody Mary .
De kruiding mag dus nogal straf zijn, en dan is het echt lekker.
Hier komt de hotpot uit de oven.
Na het lange sudderen zijn de groenten en het vlees volledig harmonisch
op elkaar afgestemd.
Onderschat dit gerecht niet, want zelfs superkok Gordon Ramsey,
bekend van TV heeft zijn eigen recept op het internet gezet.
Hij gebruikt wel wat extraatjes, zoals lamsniertjes en andere rariteiten.
Als aardappels schrijft hij voor: “2 large King Edward potatoes,
about 350g each, peeled”. Alsjeblieft!
Wat er zoal speciaal is aan de piepers van Koning Edward mag Joost weten.
Je moet ze dan nog snijden ter dikte van een stuk van 1£. Die Engelsen toch!
Dit recept komt nu op het geschikte moment, want het is echte winterkost.
Na een volledige portie kan je de regen, vorst en wind gemakkelijk trotseren.
Enjoy your meal!
11-12-2009, 00:00 geschreven door grob
02-12-2009
Segovia (2): de geheimen van het Alcázar
Een ophaalbrug verder en een militaire binnenplaats later gaan we er in.
De eerste zaal na de ingang bevat enkele ridders in volle wapenuitrusting.
Om het paard eten te geven moest men een sardineblik opener gebruiken.
Dit veerkrachtige mannetje heeft als model gestaan voor de latere sportdiscipline
polsstokspringen. Het paard heeft men dan gelukkig terzijde gelaten.
Ook het voetvolk(je) werd soms stevig verpakt.
De soldaatjes waren in de 15de eeuw nog niet helemaal uit de kluiten gewassen.
Hier heb ik al mijn hele leven op gewacht.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe de ridders uit de middeleeuwen hun
sanitaire stop regelden.
Stel je voor dat tijdens een zwaardgevecht een van de twee kemphanen zegt:
“Kan je een ogenblik stoppen met op mij in te hakken, want ik moet even?”
Eindelijk weet ik nu hoe de vork in de steel zit (bij manier van spreken),
maar ik geef geen uitleg. Je moet zelf maar gaan kijken.
Het portret van Koningin Isabella de Katholieke neemt
in deze zaal een hele wand in beslag.
Het schilderij werd gemaakt ter gelegenheid van de kroning
tot koningin van Castilla-Leon, op 13 november 1474 in Segovia.
Deze kamer wordt de “dennenappel” zaal genoemd, wegens de gelijkenis
van het plafond met deze conische boomvruchten.
De wanden zijn bekleed met Vlaamse wandtapijten uit de 15de en 16de eeuw,
maar we wisten het niet en Greta heeft ze niet vereeuwigd.
De troonzaal is indrukwekkend, en bedoeld om gezag uit te stralen.
Ook de zoldering in deze zaal is een zetelende koning waardig.
De Moren waren nog niet lang uit de buurt, dat zie je.
Intussen zijn ze terug.
Het brandglasraam toont een beeld van koning Henri IV (Enrique IV),
om de veldslag rond Ximena in herinnering te brengen, naast een 20eeuwse
bezoeker die Ximena zelfs niet weet liggen. Is het een stad of een vrouw?
Van daar gaan we naar de Koninklijke Kamer, waar ook allerlei activiteiten
van nationaal belang werden ontplooid door de vorstjes.
Hier, in deze hoek bijvoorbeeld vind je het koninklijke bureau, waar de vorst
zijn laptop stond, en waar alle randapparatuur netjes in de kastjes en laden
kon worden weggeborgen.
Nog een andere prachtige locatie is de zaal van de Monarchen.
Destijds was het de belangrijkste plaats in het Alcázar. De fries rondom
toont alle 52 vorsten van Asturië, Castilla en Léon, allemaal netjes gezeten
voor de foto.
Een doorgang leidt naar de Cordonzaal.
De naam komt van een absoluut waargebeurde anekdote.
Het gevolg is dat er een koord rond heel de kamer loopt, want…
Koning Alfonso de Wijze (??) had een voorkeur voor Segovia
en in de laatste jaren van zijn leven hield hij er zijn hofhouding.
Volgens een overlevering beweerde hij op een dag dat hij God tijdens
de schepping graag van advies had willen voorzien.
Als straf voor deze godslastering vloog dezelfde dag nog het kapsel
van zijn echtgenote in brand, wat hem ertoe bracht de volgende dag
zijn woorden openlijk terug te nemen en bij wijze van penitentie de gordel van
de Heilige Franciscus als versiering in zijn kamer aan te brengen.
Hieraan hebben we de naam Sala de Cordón, zoals zijn kamer nu
nog genoemd wordt, te danken.
Dan komt de Koninklijke kapel, maar de batterijen laten het afweten,
en als ze vervangen zijn, hebben we al via een binnenplaats
de volgende zaal ontdekt: de wapenkamer.
Het krioelt hier van antieke wapens en dito uitrustingen.
Hier zie je bijvoorbeeld een dikke Bertha (op de voorgrond).
Of een Duitse houten jachtkruisboog van Keizer Karel V met inlegwerk.
Verder nog talloze mortieren, musketten, kruisbogen, hellebaarden,
klakkebuizen en de fameuze militaire helmen, die wel gekend waren
in de Nederlanden tijdens de Spaanse aanwezigheid in de 16de eeuw.
Zie bijvoorbeeld ook in Suske en Wiske: “Het Spaanse Spook”.
Af en toe loont het de moeite even uit het raam te kijken.
Op deze plaats kunnen we genieten van het uitzicht op de noordelijk gelegen
Huerto del Rey, een beboste helling buiten de stadsmuren en de bosachtige
weg langs de oever van de Eresma.
Hier moet zich een afschuwelijk drama afgespeeld hebben.
Het schijnt dat een Koninklijke baby de moederlijke armen van een kamermeisje
ontglipte en langs de kasteelmuren in de diepe gracht te pletter viel.
Er onmiddellijk van doordrongen wat voor gruwelijke straf haar te wachten stond,
is het kamermeisje de baby seconden later wanhopig achterna gesprongen.
De kathedraal tekent zich af als een Russische ruimteraket tegen het gebergte.
Je kunt ook buiten op de uiterste punt, en dan kan je de tuin zien vanuit de hoogte.
Dit besluit het bezoek aan het Alcázar. Een andere grote attractie is het aquaduct.
Deze Romeinse waterleiding van Trajanus , uit de 1e eeuw , loopt ca 28 m hoog
door een deel van het centrum.
De enorme constructie bestaat uit 160 bogen, deels in twee verdiepingen,
van granieten blokken.
De lengte van het aquaduct is 728 m, en maakte onderdeel uit van de
16 km lange waterbevoorrading tussen Ríofrío en Segovia
Hier zie je het overdag, maar wijzelf zien het ‘s avonds schitterend verlicht,
terwijl we langs de gezellige straatjes de weg naar beneden vinden.
Morgen kammen we de omgeving uit, en bezoeken een grote, speciale kristalfabriek.
02-12-2009, 00:00 geschreven door grob
tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba
Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw
tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland
discrete blik achter de schermen in Segovia
beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo
aan het werk in hoteltuin in Alberic
aan de Groenplaats met Seniorennet
met vrienden in El Palmar (Valencia)
catamaran van Tarifa naar Tanger
lunch in Parador van Arcos de la Frontera
Viking van de Geiranger fjord