aantal kliks op deze blog
de daders: Greta en boB = grob
Organisation de loisir agréable et blabla amical
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica
zeer interessante links vind je hieronder
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.
koninklijke glasblazerij tegen Segovia
Expo Oostende voor Anker 2009
als smakelijk hapje in Valencia
fontein in Vejer de la Frontera
standbeeld Tio Pepe in Jerez
trol met Greta in Bergen (Noorwegen) (trol staat bovenaan)
met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao
m.a.w. de weblog van Greta en boB
de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB. Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet, ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.
11-01-2011
Valencia (3): van Calatrava naar Carmen
De volgende dag in Valencia blijven we eerst nog even
in de buurt van Calatrava.
Een paleis dat nog niet volledig is afgewerkt, is het gebouw
van de opera en de andere kunsten, gewijd aan en genoemd
naar koningin Sofia.
Hoewel de constructie een aantal gelijkenissen vertoont met
het kapsel van koningin Fabiola is er dat verschil: het laatste
is al wel enige tijd definitief afgewerkt en gebetonneerd.
Als je nauwkeurig kijkt, merk je een vijftal acrobaten
hun werk doen aan de zijkant en bovenkant van
het impressionante gebouw.
Aan het Calatrava-complex is ook een dierenpark verbonden, met uitsluitend
vliegende en zwemmende fauna. Iets met vier poten mag hier niet binnen.
Hier zitten we bij een afdeling zeekoeien. Ik denk dat er in Spanje
meer zeekoeien te vinden zijn dan gewone koeien.
Ofwel is er ergens een koeienstreek die we nog niet gevonden hebben.
Het aquarium van Valencia is het grootste van Europa. Je kunt het vergelijken met
Sea World in San Diego. Ook enkele buitenmaten van vissen drijven hier rond.
Wat je hier ziet is geen paddenstoel of een ontplofte binnenband van een
vrachtwagen, maar wel degelijk een vis, van ongeveer anderhalve meter lengte.
Alleen te bakken in een speciale XXL paellapan.
Niet echt moeders mooiste, maar misschien wel lekker.
In de tentoonstellingsruimte liggen een hoop fossiele haaientanden, van een
reusachtig kaliber. De grootste zou je kunnen gebruiken als gevaarsdriehoek.
Hier lopen we onder de eigenaar van zo een stel. Wel griezelig.
Er zitten massa’s haaien in de aquaria. Zoals in Sea World kan je
er onderdoor lopen door glazen gangen.
Hier heb je er eentje in profiel, op zoek naar een hapje.
De grootste van allemaal heeft uiteindelijk
zijn hapje gevonden.
Het loopt tegen de middag, en we stillen de honger in het plaatselijke restaurant
“Madriles”. Een toeristenval, zonder meer. Nooit doen.
In de namiddag gaan we het vogelpark bezoeken.
Bij het verlaten van het restaurant zien we een witte Calatravabol,
die dienst doet als een spectaculaire volière.
Midden in een waterplas zitten twee aalscholvers te nestelen.
Zelfs in oktober worden de eitjes uitgebroed.
Binnen in de witte bol zitten tientallen soorten vogels door elkaar.
Hier komen een lepelaar en twee rode, mij onbekende vogels, in close up.
In de witte bol, waarvan je bovenaan de driehoekige steunelementen ziet,
worden vogelvriendelijke biotopen nagebootst.
De gevederde vrienden, die geen natte poten willen, of die het operagebouw
willen bestuderen, vliegen omhoog en nemen plaats op boomtakken.
Na het bezoek aan de dieren, gaan we met een taxi naar de oude stad,
opnieuw tussen de mensen.
Het uitgekozen doel is de wijk El Carmen, het historische centrum.
Waar een lege muur is, wordt die gebruikt door artistiek verantwoorde graffiti.
Helemaal wat anders dan de vunzige boel die je vaak in Belgische steden ziet.
Zelfs Kamagurka heeft hier uitstekend muurwerk gepresteerd,
waarbij hij knipogend zijn vriendin een poepje laat ruiken.
Schouder aan schouder zitten twee bekende personen in de warme herfstavond
elkaar in evenwicht te houden, onder toezicht van twee bruingebakken puti’s.
Het lijkt er nu rustig en vredevol aan toe te gaan in het centrum van Valencia, maar
niets is minder waar. Probleem nr. 1: terwijl we met de taxi rondrijden merken we
dat er links en rechts enkele autofiles gevormd worden. De taxichauffeur informeert
ons dat er een betoging aan de gang is. Even later vermeldt hij terloops het tweede
verkeersprobleem: vanavond is er toevallig de voetbalwedstrijd Valencia -
Barcelona, twee toonaangevende clubs in de eerste divisie van Spanje.
En als je weet, wat voetbal in Spanje betekent, kan je je wel voorstellen dat het
verkeer niet honderd percent op rolletjes loopt.
Uiteindelijk komen we door de praktische stratenkennis van de chauffeur toch in het
centrum van de derde stad van Spanje.
De plaza de la Reina is een gezellig plein, met de juiste sfeer voor een herfstavond.
De Plaza de la Virgen is dan nog sfeervoller. We drinken een “Agua de Valencia”,
met zicht op de kathedraal. Agua de Valencia is Cava met een geutje vers geperst
sinaasappelsap, waar ze in Valencia genoeg van hebben.
Door een tijdelijk effect aan ons fototoestel kunnen we op dit plein de echte sfeer
niet weergeven. Er zijn een aantal echtparen, net gehuwd, met de dames in het wit.
Allemaal nog maagd, daarom komen ze natuurlijk naar de Plaza de la Virgen,
waarbij elk paar zijn eigen gevolg bij zich heeft van fotografen, videofilmers,
met complete uitrusting.
Ik heb een foto te pakken gekregen van mijn vriend Fernando Vanhoeke,
met slechts twee van die paren, maar er zijn er zeker twintig. Ze lopen mekaar voor
de voeten. Onvergetelijke sfeer is dit. We genieten op het terras met onze Agua.
En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s laat opladen,
kan ik er maar beter mee ophouden.
Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.
11-01-2011, 00:00 geschreven door grob
02-01-2011
KOKENETEN: Californische droom, groeiend aan een boom
Vorig gerecht was een “koolvis op Russische wijze”.
Het kookboek dat ik daarvoor gebruikte stamt trouwens nog uit de communistisch
Stalinistische periode.
Om de politieke stabiliteit in de wereld een beetje in evenwicht te houden,
voel ik me verplicht om ook, en snel, een gerecht te produceren uit de
kapitalistische wereld.
Mijn keuze is gevallen op “kip op Californische manier ”.
Californië is in de eerste plaats het summum van het kapitalisme.
Op zichzelf is/was deze USA-staat de achtste economische grootmacht
in de wereld!
Filmacteur Arnold Schwarzenegger, een lang geleden aangespoelde Oostenrijker,
is er nu al een heel aantal jaren de gouverneur, met dank aan de filmstudio’s.
Gevolg: Californië is nu virtueel failliet.
Maar ja, Arnie is toch de Terminator voor iets.
Hij moet toch ook in de gouverneurszetel zijn naam waar maken zeker.
Voor hemzelf is er niets aan de hand.
Hij kan gewoonterug naar de Hollywoodfilm, en mits een pondje plaasterig
oplapwerk en een dikke dosis make-up mogen we binnenkort
“Terminator 4” verwachten.
Zoveel koolvissen ze in Rusland hebben, zoveel perziken vind je in Californie, en ze
zijn wel gemakkelijker te vangen. Meestal worden ze gevangen gezet in een blik.
Jammer dat je de perzik bloem nooit te zien krijgt, want die is prachtig (zie boven).
De populaire ronde vrucht met veel vrouwelijke vormen kent natuurlijk iedereen.
Ze bevat een harde houten pit net als de abrikoos , de pruim en de kers .
Technisch zijn dit alle steenvruchten .
De perzik is “zelf fertiel ”, wat zoveel wil zeggen als dat ze zichzelf kan bevruchten.
Daar zie je nog maar eens hoe mensen toch wel heel beperkt zijn in hun
mogelijkheden.
De perzik wordt voornamelijk gekweekt in Iran en de omgeving van de
Middellandse Zee , zoals de meeste lekkere dingen.
De naam perzik betekent Perzisch (Prunus persica ) . Perziken komen
oorspronkelijk uit China , maar zijn via Perzië (nu Iran) in Europa terecht gekomen.
De moeilijk eetbare stenen in het midden van het fruit heeft de Iranezen ertoe
aangezet om het stenigen (van meestal vrouwelijke slachtoffers) op punt te krijgen.
De schil voelt een beetje pluizig of wollig aan. Soms, als ik een perzik aanraak,
krijg ik een rilling over mijn rug, maar dat zal aan mij liggen. Vers moet ik ze niet.
Een vorm zonder deze pluizige schil heet nectarine . Behalve de schil bestaat
er geen wezenlijk verschil tussen perziken en nectarines. Een nectarine is dus geen
kruising tussen een perzik en een pruim, zoals soms wordt verondersteld.
Hieronder zie je duidelijk de groeifasen van een nectarine, van knop tot volwaardig
stuk fruit.
Binnen de rassen wordt wel onderscheid gemaakt naar de kleur van het vruchtvlees:
wit, geel of rood. Veel witvlezige rassen staan er om bekend dat ze beter smaken
dan de geelvlezigen, maar een nadeel is dat ze slechter tegen transport kunnen.
Tenzij de witte perzikjes heel traag vervoerd worden, zoals op deze foto van 1939.
De foto is zó oud dat er zelfs geen copyright meer op zit. Goed voor mij.
Terug naar de keuken en naar de kip en de perziken.
Ik ga dus een “kip op Californische wijze” van maken.
Hier is het schitterende recept, uit een versleten kookboek:
ingrediënten voor 2
bereiding
2 kipfilets
de kip bestrooien aan beide kanten met pezo
pezo
de filets door de bloem wentelen en het teveel er af kloppen
bloem
in de olie de stukjes kip aan alle kanten aanbraden
olijfolie
suiker door de azijn roeren, nootmuskaat en chilipeper toevoegen
1 el suiker
met het grootste deel van het perziksap tot ¼ l vloeistof maken
1 tl wijnazijn
de geschilde wortel in heel dunne plakjes snijden
1 tl hot chilipeper
verdeel de wortelschijfjes over de bodem van een niet-kleefpan
mespunt nootmuskaat
leg de stukjes kip daarop
1 blik perziken op sap (+-250g)
kook het braadvet van de kip op met de rest van het perziksap
1 dikke winterwortel
blijf hierin roeren en giet het vocht dan over de kip
nogal veel rozemarijnblaadjes
doe ook de gekruide azijn en de rozemarijnblaadjes hierop
dik de saus eventueel wat met maïzena express
zet het deksel op de pan en laat 15’ op een zacht vuur staan
laat de laatste 10’ de in partjes gesneden perziken meestoven
neem 5’ voor het einde het deksel er af
lekker met aardappelpuree en een gemengde salade
Een winterwortel vinden kan met dit weer geen probleem zijn.
De bebloemde kipfilets laten zich keurig aanbraden,
zonder veel weerwerk.
Het resultaat oogt bijzonder lekker, met slechts enkele eenvoudige ingrediënten.
De kippetjes liggen op een heerlijk zacht bedje te genieten.
Een potje aardappelpuree, en een gemengde salade doen me de traditionele
kwijlsappen in de mond komen.
Op het bord ermee, en het feest kan weer beginnen. Smullie smullie!!
Een lekker flesje uit Californie erbij van een Shiraz druifje,
en de wereld kan niet meer stuk.
“Hasta la vista, baby.”
“I’ll Be back.” A.S.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 88.
Groetjes uit Marbella.
02-01-2011, 22:42 geschreven door grob
23-12-2010
Valencia (2): de futuristische wereld van Calatrava
De tweede dag in Valencia besteden we veel tijd aan kunst en wetenschap,
maar tegelijk met een knipoog.
Slechts twee huizenblokken scheiden ons van het Parque de Sciencias y Artes.
Het bevindt zich tussen het einde van de groene Turia rechts, en het formule 1
circuit.
Eigenlijk ligt het dus in de vroegere monding van de Turia rivier.
Dit enorm ruime gebouwencomplex is het fabuleuze ontwerp van de nieuwe Gaudi:
Santiago Calatrava, door vakmensen beschouwd als één van de nog levende
grootste architecten van de wereld.
Hij werd in 1951 in Valencia geboren.
Calatrava's werk is uniek en sterk gericht op de natuur. Naast architect is hij ook
beeldhouwer en ingenieur. Met zijn kennis over architectuur, beeldende kunst en
constructieleer kan hij de meest ongewone en creatieve vormen ontwerpen.
Bij elk ontwerp combineert hij originaliteit in de vormgeving met technisch vernuft.
Hier zie je een deel van zijn gebouwenpark in Valencia. Verbluffend om te zien.
Hier is hetzelfde beeld, genomen van de andere kant.
Op de achtergrond is het hoge gebouw voorzien als paleis van de kunst,
maar tijdens ons verblijf was dit nog niet volledig afgewerkt.
Calatrava is een van de interessantste pioniers binnen de moderne architectuur.
Hij haalt inspiratie uit natuurlijke en menselijke vormen, die hij samenbrengt
tot een stijlvol geheel met behulp van zorgvuldig uitgekozen materialen.
Zijn stijl is uniek, symbolisch en overal ter wereld gemakkelijk herkenbaar.
Het gebouw rechts doet denken aan een skelet van een dinosaurus of een walvis.
Een ander gebouw, waarvan je hier de
achterkant ziet lijkt op een parabolische serre,
maar dan een zonder glas.
Veel constructies van Calatrava zijn open, vandaar dat hij ook enorm veel
spectaculaire bruggen ontworpen heeft.
Als je via de voorkant van de constructie binnengaat, maakt het een enorme indruk.
De mensjes vergaan tot mieren.
Bekende werken van Calatrava zijn onder meer:
Place Galleria, Toronto, Canada (1987-1992)
De communicatietoren bij het Olympische stadion in Barcelona (1989-1992)
Het station van Alameda, Valencia, Spanje (1991-1995)
De Allamillo-brug, gebouwd voor de wereldtentoonselling in Sevilla in 1992
El Auditorio de Tenerife, Tenerife, Canarische Eilanden (1991-2003)
voetgangersbrug Campo de Volantín, Bilbao, Spanje (1994-1997)
De wolkenkrabber Turning Torso in Malmo, Zweden (in aanbouw)
Milwaukee Art Museum in Wisconsin, Amerika (1994-2001)
Manrique Bridge, Murcia, Spanje (1996-1998)
Het Olympische stadion in Athene, voor de Olympische Spelen van 2004
De opera van Valencia: Palau de les Arts (in aanbouw)
Ciudad de las Artes y las Ciencias , Valencia, Spanje (1991-2006),
waarvan je hieronder nog een andere foto ziet
Ook werkt Santiago Calatrava momenteel aan het nieuwe station van het
World Trade Center in New York.
Het ontwerp wordt gemaakt van wit staal, kenmerkend voor deze architect,
en symboliseert een vogel die uit een kinderhand vliegt.
Ground Zero krijgt een ondergronds station met een glazen dak en daarboven
spectaculaire vleugels van glas en staal, dertig meter hoog.
Het ontwerp draagt onmiskenbaar de hand van Calatrava. Elk jaar op elf september
zal het dak openen om de aanslagen van september 2001 te herdenken.
Calatrava maakt gebruik van zijn aangeboren bouwkundige kennis om de
technische constructie van een gebouw deel te laten uitmaken van het ontwerp.
Typisch zijn de lange lijnen, het gebruik van witte materialen en veel glas en licht.
De “Cala” toont nogmaals zijn buitengewone talent om aan de buitenkant
van een gebouw te laten zien wat zich binnenin bevindt.
Dit hier is het planetarium, of L'Hemisfèric.
Calatrava haalde de inspiratie voor dit gebouw uit een oog, aangezien het gebouw
de ogen dient te openen van iedereen die er binnengaat. De enorme koepel,
waarin het planetarium en de IMAX-bioscoop liggen, is voorzien van stangen van
aluminium ter versteviging, maar ook ter versiering om het geheel op een oog te
laten lijken. Het oog kan zelfs mechanisch geopend worden.
Binnenin L'Hemisfèric vindt men de modernste technologie voor de voorstellingen
van IMAX, het planetarium en lasershows
De voorstelling die we bijwonen gaat over doodgewone sardientjes, maar op het
reusachtige scherm dat de binnenkant bedekt geeft dat een enorm effect.
Ook gebruikt hij vaak het element water in zijn werken, zoals overvloedig bij
de Ciudad de las Artes y las Ciencias in Valencia, en bij zijn vele bruggen.
De weerspiegelingen van de bouwwerken in het water zorgen voor een mysterieuze
uitstraling, en de weerspiegelingen zijn bedoeld als een deel van het kunstwerk .
Het ene gebouw is al ongelooflijker dan het andere.
Ook in België kan je trouwens een heel recente Calatrava bewonderen, met name
het nieuwe spoorwegstation van Luik, met een prijskaartje van 300 miljoen Euro!!
Wie betaalt dit?
En zelfs daar komen de treinen niet op tijd…
Vanuit welke hoek je ook kijkt, altijd ontdek je
nieuwe fantastische structuren.
Dit is het reusachtige paleis van de wetenschappen, waar we enkele uren
doorbrengen, om te kijken, maar ook om te DOEN.
Een van de blikvangers (ook letterlijk) is een waarheidsgetrouw model van het ISS,
het International Space Station.
De bewoners daar hebben stilaan een plannetje nodig om hun weg terug te vinden.
De reusachtige slinger van Foucault en nog een massa andere wetenschappelijke
proeven kan je bekijken of zelf doen. Hier blazen we even uit in een rustig hoekje
om te bekomen van alle merkwaardigheden.
Luc heeft nog genoeg energie om de strijd aan te gaan
met een verticale klimmuur, en tegelijk nog oog te hebben
voor de pers.
Hier verdiepen we ons grondig in een experiment uit de fysica.
Deze kleine blokjes moeten we zodanig leggen dat er een stabiele boog ontstaat,
die alle klompjes stevig bij elkaar houdt, zonder lijm of nagels, of wat dan ook.
Proberen maar. Gelukkig hebben we onze bril in de buurt.
We passen na zwaar hersenwerk de blokjes goed tegen elkaar, en zelfs in
de juiste volgorde.
Dan plaatsen we het bord voorzichtig vertikaal.
De parabolische boog blijft perfect staan.
Als Calatrava dat kan, dan kunnen wij dat ook.
De groene partij is ook vertegenwoordigd door een grote fan.
Volgens de traditie is een groene jongen altijd vredelievend en lief voor iedereen.
Tot iemand hem onverwacht op een gevoelige plaats raakt. Dan wordt het El Hulko.
Greta op haar beurt doet een gewaagde polonaise
met een rode Alien.
En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s
laat opladen, kan ik er maar beter mee ophouden.
Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.
23-12-2010, 00:00 geschreven door grob
10-12-2010
KOKENETEN: druipende vis à la Pollack
Wie kent deze waterige knaap? Niemand? Het is een koolvis.
Vanwaar hij zijn naam heeft is ook voor mij een volkomen raadsel.
Voor zover ik weet heeft hij niets te maken met de groenten, en zeker niet
met de kleine zwarte klompjes die je kunnen verwarmen in koude winters.
De koolvis (Pollachius ) is een vis uit de familie van schelvissen en kabeljauwen,
die vooral voorkomt in het hoge noorden van de Atlantische Oceaan .
Hoewel je volgens de foto zou denken dat het maar een soort sardientje is,
Wordt de koolvis gemiddeld 60 cm en kan een lengte bereiken van 130 cm.
Hij kan maximaal 25 jaar oud worden en tot 32 kg zwaar zijn.
De gemiddelde koolvis weegt toch zeven tot acht kilo, wat al een serieuze hap is.
Koolvis komt voor aan de Europese kusten van de Golf van Biskaje
tot Groenland, IJsland, Nova Zembla, de Witte Zee en de noordelijke Noordzee.
Aan boord wordt de koolvis onmiddellijk na de vangst schoongemaakt,
gefileerd en verpakt.
Door de nabijheid van de goede visgronden is hij in Rusland heel populair.
De koolvis is voor de beroepsvisserij van groot belang, want hij wordt massaal
industrieel verwerkt tot o.a. vissticks.
Vaste aanvoertijden kent de koolvis niet. Hij is het hele jaar door verkrijgbaar
in de vorm van diepvriesfilets. Je kan hem ook soms in zijn geheel kopen.
Om te zien of de vis vers is, let u best op de ogen.
Deze moeten helder zijn en een beetje bol staan.
Wanneer het gaat om een verse filet , mag er geen vocht vrijkomen wanneer u
zachtjes op de vis duwt. U vindt koolvis meestal in de handel in diepgevroren vorm.
De Engelse naam van de koolvis is “pollack”.
Naast de vis “pollack” bestaat er natuurlijk nog een andere: Jackson Pollack,
wijlen de omstreden Amerikaanse kunstschilder.
Hieronder op de foto zie je ze samen. Jackson heeft, naar aanleiding van een
artikel in Time magazine voor de rest van zijn korte leven de bijnaam gekregen
Jack the Dripper. (Jaak de Druiper zouden wij zeggen).
Zeker niet te verwarren met Jack the Ripper.
Deze laatste was een Engelsman, en geen familie trouwens.
En nu komt het: toen hij nog werkloos en straatarm was, moest Jackson
van zijn vrouw helpen in de keuken.
Hij moest regelmatig de vis bedruipen, die in de oven zat.
Logisch, want het grote gevaar van een vis in de oven is, dat hij onvermijdelijk gaat
uitdrogen. Het ligt voor de hand dat het een pollack was, die de oven bevolkte.
Van toen af aan is hij ook spontaan zijn schilderijen beginnen bedruipen, zoals
te zien op de foto. Jack the Dripper had het gat in de markt gevonden!
Hij legde zijn canvassen plat op de grond, en bedroop ze van op afstand met verf.
Iedereen stond perplex van dit idee!
Je bent voor of tegen deze kunstenaar, maar bedenk wel dat het duurste schilderij
ooit verhandeld eentje is van deze JP!
Het doek “No 5.” uit 1948 is in november 2006 verkocht voor 140 miljoen dollar!!
Het meesterwerk “De Kindermoord in Bethlehem ” van de hand van onze Pieter
Paul Rubens staat slechts op de twaalfde plaats, met een schamele 76 miljoen.
Wil je de duurste geveilde schilderijen ooit eens bekijken, dat kan je via:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_duurst_geveilde_schilderijen.
Terug naar de keuken en naar de andere soort pollack.
Ik ga er een “koolvisfilet op Russische wijze” van maken.
Ook zal ik veel moeite doen om de vis regelmatig te bedruipen, maar toch
vrees ik dat het me niet gaat helpen om onbetaalbare schilderijen te maken.
Hier is toch maar het recept:
ingrediënten voor 2
bereiding
400g visfilets (koolvishaasje)
de visfilets met pezo bestrooien aan beide kanten
pezo
haal ze door de bloem en schud overtollige bloem er af
bloem
bak de vis in de hete olie aan beide kanten bruin
olijfolie
snijd de schoongemaakte paddenstoelen in plakken
200g champignons
laat ze smoren in dezelfde pan als de vis
boter
kook de aardappelen in de microwave in 6 à 7 ‘
300g vastkokende aardappelen
snij ze dan in reepjes van ongeveer een halve cm dik
2 hardgekookte eieren
verwarm de oven voor op 200°
20 cl zure room
snijd de hardgekookte eieren in dunne plakjes
geraspte kaas (bijv. Emmenthal)
wrijf een ovenvaste schaal in met boter
schik de gebakken vis op de bodem
bedek met paddenstoelen, eischijfjes en aardappelreepjes
meng de zure room met een wat bloem in een kommetje
schep dit zorgvuldig over de inhoud van de schaal
strooi geraspte kaas er over, en wat kleine stukjes boter
zet de schaal 20’ in de oven, met 5’ grill op het einde
dien op in de schotel; strooi er wat peterselie over
Na 25’ komt de schotel glunderend uit de oven.
Goed bedropen trouwens.
Het lijkt een beetje op een schilderij van Pollack,
maar ook weer niet te veel.
De geldelijke waarde van mijn product is niet zo groot,
maar het is wel beter verteerbaar.
Er horen nog wat druiperige groenten bij, die lauwwarm mogen zijn.
Je zou kunnen de volgende combinatie nemen:
ingrediënten voor 2
bereiding
200g sperzieboontjes
blancheer de boontjes 5’ in een ruime pan met kokend water
200g knolselder, in reepjes
blancheer ook de selder met citroen
sap van een citroen
(ofwel: maak hem zacht in de microwave)
pezo
laat de groenten uitlekken en enigszins afkoelen
doe de groenten in een slakom
dressing: 2 el olijfolie
verhit de olie in een pan en bak de ui glazig, blus met citroensap
1 rode ui, in reepjes
giet de warme dressing over de groenten
1 el citroen- of limoensap
en schep alles voorzichtig door elkaar
variant: vervang de boontjes door gesneden rode paprika
(op die manier heb ik het nu bereid)
Ik vind het uitzicht voldoende Pollackiaans door elkaar gemengd,
zodat de vis tevreden gaat zijn met zijn gezelschap.
Een smakelijk flesje Artes del Sur uit Argentinië
komt nog wat in de weg lopen, maar kan niet beletten
dat al het vorige op de tafel komt en stiekem verdwijnt
in de lonkende keelgaten van de bewoners van dit pand.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 80.
10-12-2010, 23:50 geschreven door grob
04-12-2010
Valencia (1): flaneren door de Turia
We vertrekken in Playa d’Aro aan de Costa Brava rond de warme middag,
met twee wagens pal zuidwaarts naar Valencia, met de zon van voor.
In l’Hospitalet, langs de Middellandse zee stoppen we voor een lunch langs de
autoweg.
We doen het rustig aan, want reizen is pas goed als je het langzaam doet.
Valencia is de derde stad van Spanje en heeft lange tijd in de schaduw gestaan
van het meer trendy Barcelona . Dat is inmiddels verleden tijd, zeker sinds de
nakende voltooiing van het futuristische Ciudad de las Artes y las Ciencias
(Stad van Kunst en Wetenschap).
Hopelijk duurt het niet meer zo lang als de Sagrada Familia in Barcelona,
waar men al honderd jaar aan werkt.
Valencia staat natuurlijk bekend om haar sinaasappels, paella en parelwitte
stranden, maar het is zoveel meer. De architectuur in het bijzonder is
adembenemend en toont veel sporen van Moorse en Mudéjar bouwstijl.
Net ten zuiden van de stad ligt het prachtige natuurgebied Albufera.
En niet te vergeten: elk jaar vertrekt hier begin december de stoomboot
naar het Noorden, met een beroemde passagier: Sinterklaas.
Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan men stellen, dat dit de enige
persoon is die van Spanje naar België reist in de winter.
Het is ook maar heel tijdelijk natuurlijk.
Zoals Barcelona zijn Ramblas heeft, heeft Valencia zijn Turia.
Ik denk trouwens dat langzaamaan Valencia Barcelona zal overtroeven
als bestemming voor een city trip.
Wat is de nog niet zo bekende Turia eigenlijk?
Je kunt het duidelijk zien op de luchtfoto hieronder.
Het is de (bijna) droge bedding van de (voormalige) rivier Turia ,
die dwars door het centrum van Valencia gaat.
Na een zware overstroming in oktober 1957, die grote schade aanrichtte in
Valencia en vele mensenleven kostte, werd besloten de rivier om te leggen
naar de rand van de stad.
Ex-dictator Franco wilde in het oude rivierbed een autosnelweg of een spoorweg
aanleggen, maar een burgerbeweging leidde er uiteindelijk in de jaren 80 toe
dat het gebied een groene bestemming kreeg.
In plaats van zware trafiek kreeg men een schitterende groene long dwars
door de stad.
Deze Jardines del Turia beslaan een oppervlakte van 110 hectare, en hebben
een lengte van ongeveer 9 kilometer. Deze groene long dient als ontmoetingsplek
en recreatiegebied en wordt veelvuldig gebruikt door joggers, fietsers en
wandelaars.
Het park herbergt vele plantsoenen, sportterreinen voor voetbal en tennis, fonteinen,
een botanische tuin, speelpleinen voor kinderen, zowel langs de 'oevers'
als in het park zelf.
Er zijn geregeld muziekuitvoeringen en andere culturele manifestaties,
soms heeft een circus er zijn tenten opgeslagen, of wordt er kermis gehouden.
Het is er altijd druk, maar minder dan op de Ramblas natuurlijk, en het is
de centrale ontmoetingsplaats voor alle Valencianen.
Naar verluidt is er zelfs tweemaal per jaar een optreden van Will Turia.
In Valencia kan je zelfs een fietstocht maken met (Nederlands sprekende) gids
die ook door de Turia gaat.
Op de kaart hierboven is het groene deel uiteraard de oude rivierbedding.
Van de ‘nieuwe’ rivier zie je nog een stukje gans links onderaan in het hoekje.
Hij is dus omgeleid naar de andere kant van de stad.
Waar de vroegere rivier de Middellandse zee bereikte is nu de commerciële en de
jachthaven uitgebouwd. Het bruine lijntje, dat voor een deel rond de jachthaven
gaat, (bovenste plas) en een stuk de oude bedding volgt, is het Formule 1 circuit
van Spanje. Vanuit de plas helemaal onderaan rechts vertrekt elk jaar de oude man
met de witte baard en de Zwarte Piet met de stoomboot naar het noorden.
Het middeleeuwse stadscentrum van Valencia ligt in de ‘elleboog’ van de Turia.
De oude bedding wordt op meerdere plaatsen nog altijd gedwarst doo r
de oorspronkelijke rivierbruggen, de ene nog mooier dan de andere.
Hier kijk je richting zee, met op de achtergrond een van de architectonische parels
van superarchitect Calatrava.
Je kunt via een video met de helicopter over de Turia vliegen, met de volgende link:
www.culturia.org/ . Klik op "Real Flight" onderaan en download.
Tussen de bruggen in zijn de verschillende stukken van het park ontworpen door
verschillende architecten. Grote speeltuin, sportvelden, grote water partijen,
romaans aandoende tuinen. Wat een mooi effect geeft dat om er door te wandelen.
Sommige delen zien er heel natuurlijk uit, en andere dan weer
prachtig aangelegd.
Met deze wetenschap op zak hebben we een boeking gedaan in hotel Abba
Acteon, vooral gebaseerd op de gunstige locatie: vier sterren, dicht tegen de Turia,
en slechts twee blokken verwijderd van de van de Ciudad de las Artes y las
Ciencias , maar dat is voor morgen.
Voorlopig, na de check in, wandelen we door de Turia, richting centrum.
Het weer is uistekend in de vooravond,
het water is koel, en de bruggen zijn laag.
Onze vrienden Danny en Luc testen met succes
de hoogte van een brug. Dwergen, smurfen en kabouters
moeten de rechterkant van het voetpad nemen.
’s Avonds worden de fonteinen individueel verlicht,
maar voorlopig hoeft het niet voor ons.
Sommige bruggen zijn wat hoger dan andere,
en kunnen dan dienst doen als klimmuur.
De Policia Local houdt onopvallend ook een oogje in het zeil
op de achtergrond, met de fiets of te paard.
Spontane muziek- en danssessies zijn er ook.
Hier overlegt men welk nummer men gaat doen.
De artiesten treden vooral op onder de bruggen,
om de klank beter vast te kunnen houden.
Sommigen gaan lekker uit de bol. Sfeer gegarandeerd.
De Turia is nooit volledig weg. Hier en daar
loopt hij in smalle kanaaltjes, op andere plaatsen
heeft hij een natuurlijk uitzicht.
Eigenaardige of eigenzinnige sculpturen
zijn verspreid over het parcours.
Na de lange wandeling wordt het tijd om de verbruikte energie
opnieuw aan te vullen, en gaan we in het oude centrum
op zoek naar een geschikt restaurant.
Het probleem is dat vóór 21 uur niets open is. Om kwart over negen gaan we
(als eersten) binnen in restaurant taverne l’ Alberreda , een echt Spaans resto.
We doen ons tegoed aan tapas en andere lokale specialiteiten.
En, wanneer we de zaak verlaten, staan er buiten twee obers op ons te wachten
die ons extra vertroetelen met twee keukenschorten van de zaak.
Ik denk er met veel genoegen aan terug.
04-12-2010, 00:00 geschreven door grob
26-11-2010
KOKENETEN: engeltjes te paard
In dit heerlijke en supereenvoudige gerecht gebruik ik marjolein als keukenkruid.
Het is interessant om daar even op in te gaan, want er bestaat nu eenmaal een
portie verwarring over marjolein, die ik meteen en definitief uit de wereld wil helpen.
Dit welriekende plantje (ook wel genoemd ‘echte’ marjolein) wordt wel eens
verward met een ander kruid, dat zijn blaadjes de hoogte insteekt onder de ook
heel bekende naam oregano .
Dit laatste staat eveneens genoteerd onder de naam ‘wilde marjolein’ .
Beide planten lijken erg op elkaar qua smaak en gebruik, maar er zijn wel degelijk
verschillen. De echte marjolein is namelijk een éénjarige plant terwijl oregano tot de
groep van de doorlevende en meerjarige planten behoort.
Deze laatste kan dus wel tegen een kouwelijke stoot.
De bladeren zijn breder en donkerder groen dan die van de teergevoelige
marjolein.
De smaak van oregano is iets pittiger, sterker en pikanter dan die van marjolein.
Je kunt je voorstellen dat de Italianen meer voor oregano op hun pizza voelen.
In mijn gerecht gebruik ik de echte marjolein, en daarover vind je hier nog wat
interessante informatie. Oregano is wellicht voor een volgende keer.
De (echte) marjolein is afkomstig uit het oosten van het Middellandse Zeegebied .
De plant is reeds sinds de oudheid geïmporteerd in Europa via Griekenland.
De Grieken hielden van de kruidengeur na een bad, als dan marjoleinolie op hun
voorhoofd en in hun haren gemasseerd werd.
Eerder al, in het oude Egypte, was het bekend dat oregano kon genezen,
desinfecteren en voedsel conserveren, en die kennis is sindsdien bewaard
gebleven. Echte marjolein werd in de Middeleeuwen in West-Europa ingevoerd en het was in
trek bij de chique dames "om in ruikers, kruidenbuiltjes en reukwatertjes te doen".
In het Duits heet het kruid ‘Gartenmajoran’ of ‘Wurstkraut’.
Andere namen in het Nederlands zijn ook: ‘majoraan’ en ‘palingkruid’.
Aan deze namen kan je al vermoeden waar het in de keuken van pas kan komen.
Marjolein heeft een intens aroma, dat aan tijm doet denken, maar zachter van
smaak en zoeter is. Het kruid wordt voornamelijk gebruikt bij de bereiding van
worsten (vooral van de grill), maar past ook uitstekend bij peulvruchten ,
champignons, aardappelgerechten , slaatjes en in sommige kazen.
Maar het is ook lekker in zuurkool , gehakt , varkensvlees, vleespastei , vullingen voor
kip en kalkoen, wild en gevogelte, salades en kruidensauzen en op tomaten.
Zoutloze gerechten, die meestal heel saai zijn, krijgen meer pit dankzij marjolein.
Italiaanse pizza's krijgen bij ons als afwerking steeds een snuifje marjolein.
Kortom bijna alles kan er mee op smaak gebracht worden.
Marjolein laat zich ook uitstekend combineren met tijm, basilicum en look.
En die laatste combinatie met look zal ik vandaag met plezier toepassen in het
goddelijke gerecht “engeltjes te paard”.
Vanwaar deze hemelse naam komt weet ik niet, maar het klinkt wel smakelijk.
Hier is het recept, geschikt voor BBQ, ovengrill of tepanyaki, waarop ik het vandaag bereid.
Ingrediënten voor 2
bereiding
4 dunne varkensschnitzels
klop schnitzels plat en kruid met peper en zout
pezo
bestrijk vlees met de mosterd (met een mes)
el scherpe mosterd
meng look met koriander en marjolein/oregano
2 geperste looktenen of verse gesnipperde look
verdeel het mengsel over het vlees
1 el gehakte (peterselie of) koriander
rol de schnitzels stevig op en halveer ze
1 el gehakte marjolein (of oregano)
rol om elk stuk een sneetje spek of ham
8 dunne plakken ontbijtspek (of ham)
pel uien en maak ze halfgaar in micro met vocht
4 kleine uien of sjalotten
rijg uien en vlees aan pennen
bestrijk het vlees met wat olie
Als groenten: spinazie, champignons of salade
leg spitjes op de grill gedurende 10’ @ 15”
zorg voor een (mosterd)sausje
Op het volgende prentje ligt de mosterd al ter plaatse,
en lepel ik de kruidenmarinade over de platte vleeslapjes.
De schnitzeltjes worden gerold, gehalveerd, omzwachteld
met een spekje en/of Serranosneetje, aan pennen geregen,
gescheiden door halfzachte uitjes.
Een beetje olijfolie, geborsteld met een takje rozemarijn,
maakt ze immuun voor brandwondjes.
De pennen zijn van het XL formaat, maar de tepanyaki
kan ze moeiteloos opvangen en verwerken.
Een lekkere salade maakt dit gerecht compleet, voor degene die het eet.
Tafel en stoelen staan klaar en de bak- en eetpret kan beginnen.
Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit ‘Eten van Grill en BBQ, pag. 48’
26-11-2010, 00:00 geschreven door grob
21-11-2010
Over de grens, en in de Spaanse zon
Na de tweede nacht in Salers begint het te kriebelen om verder zuidwest te bollen.
We ontbijten met twee Parijzenaren, en genieten van de huisgemaakte yoghurt.
Maar voor we vertrekken willen we het middeleeuwse Salers wat meer uitkammen.
Het klinkt als een cliché, maar het lijkt of de tijd hier is blijven stilstaan.
De meeste huisjes lijken als twee druppels water op elkaar, dateren uit dezelfde
tijdsperiode, en zijn meestal ingekaderd in bloemen en planten.
Op de talrijke pleintjes zijn natuurlijk ook voorzieningen voor natjes en droogjes.
Alles is hier oerecht, en oerdegelijk. Zelfs eeuwenoude
houten deuren houden het nog uit. Dit was vakmanschap.
In sommige straatjes is er een insprong,
een steegje eigenlijk, waar dan aan het einde
meestal een origineel huisje staat, met kleine
raampjes en een dak van leisteen.
Het hooggelegen dorp Salers wordt omsloten door een pad met panorama.
In de vallei liggen enkele piepkleine gehuchtjes weggedoken.
Er zijn ook winkels in Salers. Niet echt supermarkten natuurlijk.
Achter de lantaarn heeft zelfs een bank postgevat.
De zichten op de huisjes lijken op prullige schilderijtjes,
die je kunt kopen op elke willekeurige vlooienmarkt.
Nochtans is dit echt, en de huisjes zijn
zelfs nog bewoond ook.
Het hele dorp doet ons denken aan het decor
van een film zoals men die gebruikt voor Dracula
of Frankenstein, of Sneeuwwitje. Wel heel sfeervol.
We hebben een toevalstreffer mee: het is vandaag marktdag in het dorp.
Op het centrale plein staan de marktkramen, en er is zelfs een heuse veemarkt!!
Het is al jaren geleden dat ik dat nog gezien heb.
De plaatselijke schonen poseren met veel
genoegen en flair voor de camera van Greta.
De koe wil ook eens in profiel op de foto, maar
de temmer heeft bezwaren tegen teveel beweging,
want de koebel gaat dan teveel lawaai maken
en de openbare rust verstoren.
Hij moet zwaar aan de bruinhuid sleuren
om ze terug in positie te krijgen.
Dit zijn de echte Salers koeien, befaamd in dit departement voor hun lekker vlees.
Ze lijken op het eerste zicht op de beter gekende Limousin runderen.
Let wel, links heb je een koe, en rechts staat een stier.
Ik hoop dat jullie aan de kop het verschil merken.
Hoeveel beesten staan er trouwens op de foto? Geen twee, maar drie!
Het bewijs zie je op de volgende foto.
Deze lieverdjes zien er erg vredig uit, maar wat lees ik van de week in de krant?
"ANDERLECHT - Een personeelslid van het slachthuis in Anderlecht is gekwetst geraakt
toen de politie op een ontsnapte stier schoot. De man is er niet erg aan toe.
Dinsdag is een stier erin geslaagd om te ontsnappen uit het slachthuis van A.
De hulp van de politie werd ingeroepen om het dier op te sporen en te vangen.
Toen de stier op een politie-inspecteur afging, loste die een schot. De kogel ketste af
en raakte een medewerker van het slachthuis. Die raakte daarbij licht gewond.
De stier kon uiteindelijk gevangen worden."
(ik heb de krantentekst aangepast, om het copyright te vermijden)
De eetbare dieren laten zich niet meer doen vandaag. Vorige week hadden we al
ontsnapte varkens in China, en nu weer een ontsnapte stier in Anderlecht.
Nu we Salers hebben uitgepluisd en uitgeplozen roept ons de horizon (en de zon).
We nemen de autoweg verder door het gebergte via Aurillac, richting Millau.
De laatste keer dat we hier waren hebben we van de brug niets gezien,
door de mist in en over de vallei.
Nu is de hemel puur blauw, en we stoppen en genieten op de parking
voor een foto van de hoogste brug ter wereld.
Ik herinner me nog levendig de tijd dat we, meestal achter een vrachtwagen,
een uur naar beneden moesten rijden, dan over de rivier, en dan weer een uur
naar omhoog om terug aan te pikken op de autoweg.
Aan de kant van de rivier, waar de twee hoogste pylonen staan, is de hoogte
344 meter boven de vallei, zodat de Eiffeltoren eronder kan.
De grens over in Le Boulou, Spanje in, en volop in de zon
maken we een stop in Playa d’Aro aan de Costa Brava.
Dit is een heel andere wereld dan de voorbije dagen.
We overnachten in het nieuwe en aangename hotel
Nautic Park, midden in het commerciële centrum
van de kustplaats.
Morgenvroeg zien we onze vrienden Danny en Luc,
die hier regelmatig in hun appartement verblijven.
Vanuit onze kamer hebben we een mooi zicht op het zwembad,
maar de tijd om op deze plaats te verblijven is kort uitgemeten.
Morgen vertrekken we samen met Luc en Danny voor drie dagen naar Valencia,
een van de belangrijke cultuursteden die we nog niet bezocht hebben.
De volgende dagen zullen we er meer over weten. We zijn er klaar voor.
21-11-2010, 18:15 geschreven door grob
13-11-2010
KOKENETEN: een medaillon, maar niet van karton!
Vandaag bereiden we iets heel lekkers met medaillons,
versneden uit een varkenshaasje, met salie als smaakmaker.
Iedereen is natuurlijk van mening dat hij/zij alles weet
over varkens, maar niets is minder waar natuurlijk.
Lees maar even verder.
Het gewone tamme varken dat ons zoveel eetplezier geeft, is afkomstig
van het wilde zwijn , dat al 5000 tot 6000 jaar geleden gedomesticeerd werd.
Daarnaast is er het everzwijn of wild zwijn, maar dat staat vandaag niet
op het menu. Volgens Wikipedia (en die kunnen het weten) leven in Nederland
ruim 11,6 miljoen en in België 6,7 miljoen varkens.
Ik heb altijd al vermoed dat in Nederland meer varkens rondlopen dan in België,
wat nu ook bevestigd wordt door een neutrale bron.
Je bent zeker ook van mening dat je al de specifieke namen kent voor varkens?
Even een test. Een jong varken wordt een big genoemd, een vrouwtjesvarken
een zeug en een mannetjesvarken een beer.
Dat weet iedereen natuurlijk. Maar dan: een barg of borg is een gecastreerd
mannetjesvarken. Een gelt is een vrouwtjesvarken dat nog niet geworpen heeft.
Keu is regiolect of dialect voor jong varken.
Ik neem zelf regelmatig een keu ter hand, maar dat is dan om mee te biljarten.
In grote delen van de wereld zijn varkens verwilderd geraakt (zoals in Nie uw-
Zeeland en eilandjes in de Stille Oceaan ). Vroege Westerse zeevaarders,
vooral Nederlanders, hebben bewust varkens uitgezet, bij voorkeur op eilanden,
om een duurzame voedselvoorraad te garanderen, voor wanneer ze
de volgende keer langskwamen . De varkens hebben daar grote ecologische
schade toegebracht en doen dat in vele gevallen nog steeds.
De meeste mensen weten natuurlijk wel dat varkens worden gebruikt voor
het opsporen van truffels en drugs , wegens hun ontwikkeld reukorgaan.
Let wel, dit laatste mag je nooit gebruiken als stopcontact.
Maar hier is nog een merkwaardig, meestal onbekend weetje over varkens:
volgens het bijgeloof kunnen mensen die varkenshersenen eten
geen leugens vertellen.
Let dus volgende keren goed op als je aan tafel gaat, wat er op je bord ligt.
Met mijn gerechtje moet je niet ongerust zijn: geen varkenshersenen op het menu,
maar wel een onschuldig “varkensmedaillon met salie op een groen bedje”.
ingrediënten voor 2
bereiding
een varkenshaasje voor 2 personen
was de aardappelen en doe ze in een kleine plastic kom
400g diepvriesspinazie
doe hierin een lekje water en bedek met plasticfolie
1 lookteen (Spanje: jonge lookscheuten)
zet de aardappelen in de microwave, zet hem 8’ op max.
1 takje salie (6 blaadjes)
hak 4 blaadjes salie zeer fijn, snijd het haasje in stukken
100 g roomkaas met kruiden
bak de varkenshaasjes naar eigen smaak op laag vuur
pezo
kruid ze met pezo, strooi er de gehakte salie bovenop
cayennepeper
blus zo nodig met wat water
citroensap
bak tegelijk de look licht aan in olijfolie
olijfolie
voeg de spinazie toe zonder te ontdooien
2 grote ongeschilde aardappelen
zie verpakking: normaal moet ze +/- 8’ op het vuur
intussen de spinazie goed roeren
kruid met pezo en wat cayennepeper
leg de warme spinazie centraal op een bord
besprenkel de varkenshaasjes met citroensap
leg de versneden haasjes op de spinazie
verdeel het roomkaasje boven op het vlees
snijd boven in de aardappelen een gleuf van 1 cm breed
leg hierin wat van de roomkaas en dien alles op
versier elk bord met een blaadje salie
Terwijl het haasje, versneden in medaillons murmelend staat te bakken op laag
vuur, moet af en toe in de spinazie geroerd worden.
Intussen zijn ook de aardappels gaar, met hun levendig
laagje roomkaas er bovenop.
Het flesje vino tinto staat ook al klaar.
Nog even controleren of het varkentje
niet van de tafel wil springen.
Alles is in orde. Het ziet er goed uit.
Lekker is het zeker, gemakkelijk te maken, en snel klaar.
Wat wil je nog meer?
Gisteren stond in de krant “Het Laatste Nieuws” de volgende kop:
Ontsnapte varkens hinderen verkeer in China.
Het is een aardig artikel, met grappige foto's, maar omwille van het copyright
mag ik die niet weergeven natuurlijk.
Een ding kan ik jullie wel bevestigen: mijn varken is niet kunnen ontsnappen.
Bye bye!!
13-11-2010, 00:00 geschreven door grob
06-11-2010
Op de Puy de Dôme groeien geen bomen
Tijdens onze toeristische vakantietocht van België naar
Andalusië verblijven we zoveel mogelijk in Bed & Breakfasts,
vooral in Frankrijk.
In de Auvergne is de keuze gevallen voor een tweenachtelijk
verblijf in Salers, ook weer eens een van de “100 mooiste
dorpen van Frankrijk”.
We logeren in de Chambre d’hôte du Haut Mouriol, aan de rand van het dorp,
bij Eliane Vantal, te vinden op www.salers-chambres-hotes.com .
Gezien er niet veel volk is, zoals gewoonlijk, kan ik de kamer kiezen.
Ik reserveer vooraf de Chambre Bleuet, met aparte bedden.
De volgende morgen gaan we op pad met de wagen naar de top van de Puy Mary,
één van de 60 tot 70 vulkanen die het “Parc Naturel Régional des Volcans
d'Auvergne” rijk is.
Elk jaar komen hier 600 000 bezoekers langs, en dat enkel in de periode van mei
tot einde oktober. Hier zit natuurlijk het risico, omdat we nu al half oktober noteren.
De weg is meestal zeer smal, en slechts geschikt voor één wagen.
Om de 300 meter zijn er nissen om elkaar te kunnen kruisen.
Tijdens de beklimming zien we op de smalle weg een skiër, met ski’s op rolletjes.
Je kunt, als je geluk hebt, over de Puy Mary rijden via de “ Pas de Peyrol “ op
1589 meter hoogte, de hoogste pas van het Centraal Massief en het hoogste punt
van het departement Cantal.
Een beetje verder rijden we voorbij de bareel, die omlaag gaat over twee weken,
en de weg zes maanden zal afsluiten voor alle verkeer.
Ik had op de Puy Mary een wandeling voorzien, kort maar zeer steil naar de top.
Als we op de parking aankomen, is het mistig, en geeft de thermometer +2°C aan.
Voor dit soort klimaatomstandigheden hebben we geen kleren!!
In de Cantal kan je alle kanten uit, maar dat is vooral prettig als het weer goed blijft,
én op voorwaarde dat je niet te hoog gaat.
Honderden meter lager is alles weer perfect.
We doorkruisen lieflijke Breugeliaanse dalletjes in de buurt van het dorpje Anjony.
Het dorpje ligt op een bergflank, en bloemen tieren welig.
Mensen zijn er niet te zien.
Zoals het een Frans dorpje betaamt, heeft het zijn eigen plaatselijk kasteel.
Merkwaardig is hier de aparte vorm: vier gelijke hoge torens, vlak naast elkaar.
Het lijkt bijna een reusachtig kegelspel.
Het kasteel is momenteel op dit uur niet bezoekbaar, maar dat geeft niet.
We hebben er al veel gezien, en vooral de wandeling er naartoe is ontspannend.
Auvergne is natuurlijk de streek van de vulkanen en andere oeroude bergen,
waartussen talloze rivieren kronkelen, en valleien hebben uitgesleten. Hier en daar
mag een vulkaantje op de gevoelige plaat, zolang het maar niet begint te spuwen.
Sommige vulkaankraters zijn waterdicht, en dus ontstaan er heel wat ronde meren,
gevuld met eeuwenoud regenwater.
Zelfs aan de senioren wordt af en toe gedacht! Bewonder het machtige,
wisselende vulkaanlandschap van op een zitbank in volle natuur.
Het landschap is werkelijk pakkend, door de enorme ruimte, en het spel van zon
en schaduw, gecreëerd door de supersnel bewegende wolken.
Voor de jongere generatie valt er ook een en ander te
beleven in volle natuur.
Wijzelf hebben enkel zin in een rondje benji-jumpen, maar
de stand is nu niet open. Je zal maar pech hebben.
De bekendste vulkaan, onder meer uit de Tour de France,
is de Puy de Dôme.
Hier is eigenlijk de carrière van Eddy Merckx geëindigd,
toen hij van een kwaadwillige toeschouwer tijdens de harde
beklimming een harde stomp in de lever mocht incasseren.
De kale granieten spuwberg heeft een restaurant en toeristische
accommodaties boven op de top, op een 1000 meter hoogte.
De laatste uitspuwing van deze knaap was in 4040 vóór Christus.
Enkele jaren later, in 1956 na Christus, werd er een pyloon
van 73 meter hoogte geïnstalleerd, voor het doorsturen van
radio- en Tv-programma’s.
De pyloon is van heel ver herkenbaar.
Net als de Mont Ventoux is de Puy de Dôme heel populair bij
veel afgetrainde fietsers.
Er zijn drie varianten mogelijk voor deze stoere beklimming.
Voor wie er wil aan beginnen geef ik een paar tips: de beklimming is mogelijk
van de eerste maart tot 31 december, enkel op woensdagen en zondagen.
Je sportieve conditie moet wel bovennatuurlijk in orde zijn: je moet hellingen
kunnen beklimmen van 12 tot 14% over 4.2 km.
Een uurtje verblijven op de top is fantastisch, met 360° zicht op alle vulkanen
in de omtrek, en de Michelinstad Clermont Ferrand.
Als je naar de Puy de Dôme wil gaan met de wagen, of het fietstochtje
naar boven wil doen, doe het dan maar in 2011.
Als je nog langer wacht worden alle wegen onherroepelijk afgesloten.
De fietspaden gaan dicht, en op de plaats van de gewone weg komt een
tandradbaan.
Vanaf juni 2012 kan je enkel nog naar boven met de “Panoramique des Dômes”,
een stille en ecologische trein, die gans het jaar door zal rijden.
Het zal de eerste nieuwe tandradbaan zijn, gebouwd op een bergsite in meer
dan honderd jaar.
De trein zal aankomen in een ondergronds station, en de huidige autoparking
wordt opnieuw natuurlijk beplant.
Het is meteen de laatste keer dat Greta de top van de Puy en de wijde omgeving
in zijn huidige gedaante kan bekijken, en ze geniet ervan.
Een ander interessant plaatsje is het hooggelegen stadje Murat.
Het is gebouwd op drie rotsen die fungeerden als schouwen
van de bijbehorende vulkaan.
Wat onmiddellijk opvalt, zijn de overal aanwezige bloemen,
aan elk authentiek huis en op de openbare pleinen en straten.
De middeleeuwse sfeer is gebleven omdat deze bergstreek
lang was afgesloten van de buitenwereld. Men kan langs
alle kanten fotogenieke plekjes zoeken en ook vinden.
Tijdens de middeleeuwen werden vele kerken in de streek
bezet door monniksoldaten van de Maltezerorde of de Tempeliers.
Geestelijken hebben blijkbaar door alle eeuwen heen ook minder vanzelfsprekende
activiteiten uitgeoefend.
Na de uitgestippelde wandeling van de toeristische dienst, doorheen de
middeleeuwen, bekijken we of het “Grand Café” op het marktplein,
ook iets te bieden heeft.
En inderdaad, naast Leffe van het vat, is er de enige echte Hoegaarden,
die hier zelfs exclusief in drie verschillende formaten wordt geserveerd,
met ijskrabber inclusief, en van het vat natuurlijk.
Hier hebben de Tempeliers zeker pap van gegeten, want
volgens de affiche is het biertje al beschikbaar sinds 1445.
De keuken van de Auvergne is rijk aan vlees, boter, kaas en sauzen.
De reden hiervan zie je hieronder: het Salers koeienras, trouwens sterk
l ijkend op Limousin runderen.
Typisch streekgerecht is de Aligot, een aardappelpuree verrijkt met kaas en room.
Nog zoiets lekker is de Truffade , gebakken aardappelen in gesmolten kaas.
Beide gerechten worden geserveerd bij zowel vlees, gevogelte als vis.
De Cantalkaas die men hiervoor ten overvloede gebruikt is ook een van de vele
lekkere soorten van Frankrijk.
Hoog tijd dus om die specialiteiten uit te testen. Op advies van onze BB gastvrouw
gaan we naar het dorp in het gezellige restaurant “Le Baillage” om de plaatselijke
lekkernijen uitvoerig te proeven.
Na vier gangen - voor 25€ - in dit voortreffelijke restaurant, met onberispelijke
service, zijn we zeer tevreden klanten.
Omdat het nu al laat is, en Seniorennet momenteel slechts 20 foto’s toelaat,
is het tijd geworden om te stoppen.
We kunnen onze tweede Saleriaanse nacht met rustig gemoed tegemoet zien.
06-11-2010, 00:00 geschreven door grob
27-10-2010
KOKENETEN: aan cayenne kan je altijd wennen
We zijn met de wagen goed aangekomen in het Spaanse Andalusië,
de avond van 23/10/10.
Om dat te vieren, en om voor mezelf wat achterstand in te halen in het cuisineren,
ga ik maar vrij snel aan de slag. Ik mag dus de spits afbijten van het koken.
Aangekomen op zaterdagavond, en met zondag de winkels dicht, is het voor
maandag 25/10.
Een paar flinke filets van heilbot, “halibut” in het Spaans, en wat gezonde groenten,
en we zijn weer vertrokken. Het gerecht wordt pittig gemaakt met cayennepeper,
en ziehier nu een woordje uitleg voor wie dit pikante poedertje niet dikwijls gebruikt.
Cayennepeper is een gemalen gedroogde Spaanse peper , die in de keuken
gebruikt wordt als specerij. Het is vernoemd naar de Zuid-Amerikaanse stad
Cayenne , de hoofdstad van het Franse Overzeese Departement Frans-Guyana .
Het bezit een aantal eigenschappen die de gezondheid positief beïnvloeden.
Cayenne raakte in zwang door toedoen van de Amerikaanse dokter Samuel
Thompson, als eenvoudig middel tegen gevaarlijke Zuid-Amerikaanse koortsen.
Hij schreef grote doses voor om de tropische koorts te laten uitzweten. Het kon
hem een worst wezen dat het haar van zijn patienten loodrecht op hun hoofd stond.
De scherpte van de specerij stimuleert de vorming van speeksel en daardoor
bevordert het de menselijke spijsvertering.
Onderzoek heeft aangetoond dat cayennepeper ook helpt de eetlust te
onderdrukken en zo dus overeten onderdrukt. Recente testen geven ook aan dat
cayennepeper de ontwikkeling van vetcellen tegengaat.
De stof die daar verantwoordelijk voor is in cayennepeper, heet capsaicin .
Studies uit Japan onderschrijven dat capsaicin werkzaam is tegen prostaatkanker.
Vandaag worden crèmes van cayenne ook als pijnstiller in ziekenhuizen toegepast.
Cayenne is wel geschikter voor volwassenen - en senioren - dan voor kinderen.
Was steeds je handen na aanraking met cayenne, wrijf niet in de ogen.
Cayennepeper maakt men uitsluitend van een bepaalde soort Spaanse pepers.
Deze soort behoudt ook na het drogen zijn rode kleur. Na de droging worden de
pepers vermalen tot het scherpe poeder dat we kennen als cayennepeper.
In de VS vermijdt men best de aanschaf van cayennepeper, die afkomstig is van de
specerijenafdeling in de supermarkt. De meeste kruiden en specerij en worden
daar namelijk bestraald waardoor alle goede eigenschappen verdwijnen.
In de EU is het nog zo ver niet, maar door de geplande invoering van de
Europese “Codex Alimentarius ”, komt hier mogelijk verandering in.
Je kunt misschien beter overwegen je eigen plantje cayenne te
kweken, wat vrij gemakkelijk gaat in een bloempotje.
Bewaring: cayennepeper blijft lang houdbaar, en dat is
maar goed ook, want het is geraden het liefst enkel in kleine
hoeveelheden te gebruiken.
Cayennepeper wordt courant gebruikt bij de productie
van tabasco en chilisaus .
Je kunt het in de keuken gebruiken om vlees- en visgerechten,
pasta's en soepen mee te kruiden.
Ook in eiergerechten past cayennepeper uitstekend.
Ik verwerk het vandaag in een eenvoudig visgerecht.
Lang geleden dat ik hier in de keuken gestaan heb, en het
duurt wel even om al het gereedschap te vinden in de kast.
Ook met mijn keukenschort lig ik een beetje overhoop,
nu ik zelf de foto zie.
Nadat het visje aan beide kanten lichtbruin is gebakken, zet ik het tijdelijk
in de oven op 70°, zodat het geen kou krijgt, of de Spaanse griep .
Er staat op het menu: “gebakken heilbot met tomaten en paprika” .
Dit is een universeel gerecht, maar met veel Spaanse accenten.
Heel eenvoudig te maken, en heel gezond.
Het komt van bij de Weight Watchers, waar wij heel veel sympathie voor hebben.
Hier is het recept:
ingrediënten voor 2
bereiding
1 volwassen rode paprika
blancheer de tomaten 1’, ontpel, verwijder zaad, hak in stukjes
olijfolie
blancheer de peper 5’, pel hem boven een kom
350g zeevisfilet (hier: heilbot)
vang het paprikasap op in de kom, verwijder steel en zaadjes
1 ui fijngehakt
snijd het vruchtvlees eveneens in stukken
2 lookteentjes, fijn gesnipperd
verhit de olie in een grote antikleefpan
3 middelgrote tomaten
bestrooi de visfilets met bloem, en klop de bloem er af
citroensap
bak de vissen aan elke kant gedurende 3 à 4’
2 el fijngehakte platte peterselie
als ze lichtbruin zijn, leg ze dan op een schotel
zout en cayennepeper
fruit ui en look 1 à 2’in dezelfde pan, voeg eventueel wat olie toe
als de ui zacht is, voeg paprika, paprikasap en tomaten toe
doe er nog bij: citroensap, peterselie, zout en cayennepeper
zet de warmtebron iets lager, dek de pan af
laat het geheel 5 à 7’ zachtjes koken, roer af en toe in de pan
leg de visfilets terug in de pan, en warm ze nog even op, 1 à 2’
Het visje is gebakken, en alle andere ingrediënten liggen gezellig samen in de pan,
en koesteren zich op de vurige plaat.
Het deksel vliegt al onderweg om de pan af te sluiten.
De visjes er nog even bij, en alles mag samen op de tafel.
Het is nu acht uur in de avond van 25 oktober, ongeveer 20° buiten op het terras,
en Greta is thuisgekomen, rechtstreeks van de bridgetafels.
Da Daaang!!!
De deksels gaan van de potten, en we kunnen er aan beginnen, bij kaarslicht.
Kaarsje, eigenlijk.
Greta vindt het resultaat een beetje pikant.
Een tegenslag natuurlijk, maar één ding is zeker: haar vetcellen worden in bedwang
gehouden, haar spijsvertering verbetert, en ze zal de volgende dagen zeker geen
koorts krijgen.
En ook de kans dat ze prostaatkanker krijgt is sterk verkleind.
Je moet er iets voor over hebben!
Buen apetito.
27-10-2010, 00:00 geschreven door grob
18-10-2010
In oktober geen chichi in Vichy
Heel binnenkort vertrekken we weer naar Spanje, laten we zeggen: woensdag.
Enkel Sennet Live en de Actief50 beurs van Seniorennet stonden nog in de weg.
In het verslag van de beurs op de home page van Sennet lees ik dat er nu al
18246 verschillende blogs leesbaar zijn .
Eentje daarvan is het mijne, dit dus, en dus moet ik maar nog een klein stukje
neerpennen, of neertoetsen, hoewel de neuzen van mijn schoenen al gericht zijn
op het zuiden van Spanje.
Greta heeft gans het weekend in Genk haar Photoshop volop kunnen
demonstreren en promoten met haar collega’s , en ik mocht intussen de nieuwe
VIP Oxypass “aanprijzen”.
De tweede dag had ik de eer en het genoegen als enige de boeken van Pascal
Vyncke te mogen verkopen, in aanwezigheid van de Grote Voorman.
Het is een toffe gast, maar hij mag zijn half lege colablikje niet meer laten staan! Hij was wel grieperig, misschien komt het daarmee.
Bericht aan de kopers van zijn boeken:
zorg ervoor dat je de binnenkant van pagina 3, waar hij zijn opdracht heeft gezet,
grondig spoelt met water, om de bacteriën weg te krijgen.
Zoniet ga je ook griep krijgen.
Terug naar ons onderwerp: in en door Frankrijk 2009.
Vorige reportage uit de Franse Auvergne, waar je helemaal in het Centraal Massief
zit, was gestopt bij het vertrek vanuit de B&B La Chèvre Noire in Montoldre.
“De Zwarte Geit” ligt nu achter de rug en achter de bergen, en we rijden verder
naar het hart van het Centraal massief.
Daar wacht ons, voor twee nachten een andere B&B, die ook nieuw is voor ons.
Hij ligt in aan de rand van het dorpje Salers, een van de “100 meest schilderachtige
dorpen van Frankrijk”.
Door het mooie weer (in de valleien althans!) aangespoord, doen we een aanbevolen
rondrit in een streek, die zeer schaars bewoond is.
We stoppen eerst in een piepklein dorpje, met een rasechte Franse naam: Billy.
In Billy weten de bloemen nog niet dat het half oktober is, en bloeien rustig verder
in stille schoonheid.
Mooie villa’s sieren de wandelweg naar het kasteel.
Iemand heeft moeite gedaan om een aanzet te geven aan het aanduiden van de
openingsuren, maar heeft het halfweg opgegeven.
Het is nu gesloten, maar de toeristen zijn ook al weg natuurlijk, behalve wijzelf.
De temperatuur is ideaal, de zon schijnt, en zelfs het kasteel staat te genieten.
Een mooie lokkende Billyaanse jonkvrouw staat me op te wachten aan de
kasteelpoort, maar ik laat me niet zomaar binnenpraten.
Billy ligt op de weg naar het mondaine Vichy, en dat is natuurlijk andere koek.
Het is een oord van bronwater en van prestige.
De huizen in het centrum stralen Franse grandeur af, en dateren meestal van einde
19de , en prille begin 20ste eeuw.
Veel Art Nouveau elementen vind je terug over de ganse stad.
Zoals in elk kuuroord is er natuurlijk een Casino, waar het op dit moment
volledige rust is.
Het casino ligt aan een park, het Parc des Sources, dat in opdracht van Napoleon I
werd aangelegd. Er omheen lopen oude ijzeren galerijen zodat je eventueel droog
van het Casino aan de ene kant naar het badhuis aan de andere kant kunt lopen.
De straten tussen het Casino en de Allier, de plaatselijke rivier, zijn ook de moeite
waard om eens door te kuieren. Je kunt je hier vergapen aan de prachtige oude
villa's en wegdromen in de sjiek van weleer.
Vichy moet je gewoon op je eigen manier, al wandelend ontdekken.
Lekker slenteren door de straten, af en toe een bankje in het park om weer
even bij te komen. Verzin het zelf maar. Een goed begin is natuurlijk altijd om even
binnen te lopen bij het Office du Tourisme, wat we uiteraard gedaan hebben .
Vichy is een “ville fleuri” met 4 sterren. Dat komt vooral omdat keizer Napoleon III
een prachtig park heeft laten aanleggen. Je kunt er heerlijk wandelen en van
het zonnetje genieten.
De meeste bloempjes beginnen wel weg te kruipen, behalve bij zonnig weer.
Je bent er omgeven door ca 20 hectare bomen, planten en bloemen waaronder
diverse uitheemse en exotische planten.
Villa’s aan de rand liggen tussen het groen. Het is het Knokke-Zoute van Auvergne.
Er zijn een paar routebeschrijvingen te krijgen om te wandelen die je langs
de mooiste punten van de stad brengen. Er loopt er een door het Quartier Thermal.
Een andere brengt je door de oude stad. Vanaf het Casino lopen we via een mooi
park naar de Allier, de plaatselijke rivier en ook de naam van het departement.
Een prachtige herfstwandeling door een dreef in het warmende zonnetje doet deugd.
Langs de Allier lopen wandelpaden, en aan de overkant van de rustige rivier
is een paardenrenbaan en een golf. Minder kan natuurlijk niet.
Terug richting stad komen we langs de Source des Célestins , zoals we kunnen
aflezen boven de ingang. In België hebben we Spa Barissart, als meest bekende
bron, en hier is het dus Célestins.
Aan de binnenzijde van het gebouw is het heel luchtig, en opgebouwd met
Art Nouveau elementen.
Vichy staat al sinds de Romeinen bekend om de warme bronnen die tegen allerlei
ongemakken (zouden) helpen.
In de tijd van Napoleon III werd Vichy omgebouwdd tot een ruim opgezette stad.
Tot een eind in de 20e eeuw was het een geliefd ontmoetingspunt van
de upperclass van Europa. Vichy kent diverse kuuroorden en natuurlijk
is het bronwater ook in flessen verkrijgbaar.
Nog leuker is het om met je lege flessen naar de Source Célestin te gaan.
De bronnen geven hier hun heilzame water af via bronzen kranen die voor
het publiek zijn opengesteld.
Dit is dus geen WC die niet is doorgespoeld!
Er staan hier verschillende batterijen van tapkranen naast elkaar.
Ook op het gebied van water is er gelijkenis tussen Vichy op Knokke: zeewater
geschept in Knokke smaakt net hetzelfde als het flessenwater van Vichy.
Hier zie je trouwens op de achtergrond een proefpersoon (letterlijk), die het water
getest heeft, en nu steun zoekt, wegens een wrang gevoel in de maag.
Het zijn trouwens hypocrieten in Vichy.
Waar ze de (rijke) mensen zogezegd van kwalen,
zoals artrose enz willen afhelpen,
met hun spa’s en hun flessenwater,
zetten ze aan de andere kant de patiënten aan
om te roken, wat ook weer niet de gezondste sport is.
Deze gevel in het centrum is wel komisch, want de onderste verdieping is geschilderd.
De kerk is zeker interessant voor een kort bezoek.
Ze is heel donker, en daardoor komen de brandglasramen,
als de zon schijnt, goed tot hun recht.
Speciaal voor de dames: je voelt je opnieuw dertig,
na het gebruik van de gepaste huidproducten uit het
gamma van Vichy. Vrouwen onder de dertig blijven er
dus maar best af, want die gaan een slechte zaak doen.
Soms krijg je zelfs de indruk dat de Fransen
houden van Amerikanen.
Zelfs hun eigen (ex!) Napoléon III moet wijken
voor de Yankees.
Dit is dan het voorlopige afscheid van Vichy.
Ondermeer omdat momenteel Seniorennet slechts 20 foto’s
toelaat per aflevering.
Daarenboven moet ik nu dringend de valiezen pakken.
Woensdagmorgen 20/10 vertrekken we met de wagen
richting Marbella.
Misschien komt er nog een live verslag onderweg,
speciaal voor jullie!.
Tot zeer binnenkort!
18-10-2010, 00:00 geschreven door grob
09-10-2010
KOKENETEN: de Mongool kent iets van witte kool
In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, mag een witte kool niet wit zijn,
maar eerder lichtgroen.
Zorg ervoor dat de buitenbladeren stevig en glanzend zijn als je hem koopt.
Witte kool is wereldwijd een van de belangrijkste menselijke voedingsbronnen.
In Rusland, China, Oost- en Noord-Europa zijn winterharde koolsoorten gewoon
onmisbaar, en bijna dagelijkse kost.
Mongolen zien zelfs een beetje groen, omdat ze bijna constant witte kool eten.
Ook op Mars is deze kool het nummer één op het menu; kijk maar naar de groene
mannetjes die van daar komen.
Deze ultieme wintergroente mag dan wel de reputatie hebben zwaar
in het lichaam te vallen, in werkelijkheid is ze caloriearm, en vetarm.
Waar de witte kool wel bijzonder rijk aan is, zijn vitaminen en mineralen.
Aan amper 200 gram heb je genoeg om je dagelijkse behoefte aan vitamines A
en C binnen te krijgen, daarnaast zit er nog een stevige dosis mineralen in als ijzer,
calcium, fosfor en magnesium.
Men rekent 300 tot 400 g gekookte witte kool per persoon.
In tegenstelling tot wat men soms denkt, hoef je ze om de lieve lijn niet te laten,
want witte kool levert maar 24 kcal/100g.
Behalve voor zijn voedingswaarde, staat de kool in de traditionele Europese
kruidengeneeskunde bekend als middel tegen brandwonden en ontstekingen.
Maar… nu moet ik toch even een prangend en nijpend onderwerp aansnijden.
Kolen slepen een bijzonder slechte reputatie met zich mee.
Ze zouden moeilijk verteerbaar zijn en zodoende de vorming van ongewenste
gasbellen in onze darmen bevorderen.
Bij effectieve ontsnappingspogingen brengen die het fatsoen van de
gastheer/vrouw luidruchtig en/of geurig aan het wankelen.
Nochtans, en dat is dan het supergoede nieuws, mits inachtneming van enkele
voorschriften hoeft je metabolisme er hoegenaamd geen hinder van te ondervinden.
Tip 1:
Een van de voorschriften is dat je kool vooral niet te lang mag koken.
Bij langdurig koken ontstaan zwavelverbindingen, met het gekende gevolg
ter hoogte van de darm-exit.
Naar verluidt stoppen de Mongolen hun paarden trouwens vol met witte kool,
zodat na de maaltijd en de dierlijke vertering, die beesten soms als een raket
vooruit vliegen, gedreven door luide knallen en zwavelachtige dampen.
Kool bevat mosterdolie, dat is een vluchtige stof die het verteringsproces versnelt
en de zwaveltoestanden fors verbetert.
Om de mosterdolie van kool intact te houden, mag je dit slechts even stomen.
Tip 2:
Je kunt er ook op het einde van de bereiding een lepel mosterdzaad of -poeder
in mengen, wat hetzelfde effect heeft.
Hiermee gewapend is er geen enkele reden meer om geen (witte) kool te bereiden.
Dankzij deze twee tips kan iedereen onbezorgd aan de kool! Lang leve de Mongool!
Witte kool is natuurlijk ook de basis voor zuurkool. Dit gerecht wordt gemaakt van
fijn geschaafde witte kool, die met een weinig zout en een scheut karnemelk in
een inmaakpot tot gisting wordt gebracht.
De lichtverteerbare zuurkool heeft bovendien een zeer hoog vitamine C-gehalte.
Tenslotte is witte kool heel geschikt voor salades.
Verwijder de buitenblaren, snijd de kool in vieren en haal de stronk eruit.
Was de vier delen apart. Schaaf de kool of snijd hem in smalle snippers.
Voor salades rekent men 75 tot 100g per persoon .
Eens geschaafd en geblancheerd kan ze makkelijk worden ingevroren.
Ik heb (zeer) persoonlijk ook nog een goeie reden om witte kool klaar te maken.
Het is nu midden april in Spanje, en ik heb me speciaal opgetut om de Semana
Sancta te vieren. Daarvoor heb ik een blits halssnoer uitgedacht, waarin
een paar kleine witte kolen verwerkt zijn.
Na afloop van de processie kan, en mag ik dit voedsel niet zomaar te grabbel
gooien, en moet het de keuken in. Ecologisch inzicht moet er ook zijn.
Hier zie je me nog in groot ornaat met mijn koolhangers.
Er staat op het menu: “kabeljauw met witte kool en spekjes” .
Het is een Spaans gerecht, dus heel eenvoudig te maken, en heel lekker.
Hier is het recept.
ingrediënten voor 4
bereiding
4 dikke kabeljauwfilets, of andere harde vis
bak het spek in een weinig olie krokant, zet het opzij
½ witte kool, fijn gesneden
kook de kool in weinig water gedurende 5’
150g kleine spekblokjes (Spanje: Serrano)
ze mag wat zacht worden, maar moet al dente blijven
een handvol verse peterselie, ruw gesneden
laat ze goed uitlekken, stoof ze in een pan
een glas witte wijn, of 2 el sherry
doe er de boter bij en de wijn, en roer regelmatig
20g boter
houd het vuur laag, laat de boter smelten
5 cl (soja)room
en laat staan tot de meeste wijn verdampt is
verse (cayenne)peper, zout
voeg het spek toe, met alle braadsappen, en de room
een beetje olijfolie
voeg de peterselie toe en wat verse peper en zout
zet borden in de oven op 75° als voorverwarming
paneer de kabeljauw intussen aan beide kanten
verhit een beetje olijfolie in een niet-kleefpan
bak de kabeljauwfilets hierin, 4-5’ aan elke kant
(hangt af van de dikte van de vis)
lepel de kool op de warme borden
leg de visfilets er boven op
garneer met krulpeterselie en dien op
TIP: geen zout gebruiken voor de vis, door het spek
De kool voelt zich blijkbaar beter in de pan dan aan mijn nek.
Ik denk er ook zo over.
Intussen strijkt Greta er duchtig op los, op het terras. Ze is gerust in de afloop.
Ook de kalme kabeljauwen voelen zich happy in de koesterende warme pan.
De groentjes (in twee betekenissen) gaan gedwee op het bord en het zwemmertje
komt er zachtjes bovenop.
Op het moment van de bereiding wist ik nog niets van het belang van de kooktijd.
TIP: laat de wijn niet inkoken, om zo de kooktijd in te korten, maar doe er
op het laatst 2 eetlepels sherry bij in plaats van de wijn.
Buen appetito!
Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit de reeks “New Mediterranean Meals”
van de Engelsman Mark Harrison, van wie ik eens per post een CD kocht met recepten.
09-10-2010, 00:00 geschreven door grob
01-10-2010
Het raadsel van de Zwarte Geit
Binnenkort vertrekken we weer naar Spanje voor de winter 2010.
Dat doet me eraan denken dat de zuidwaartse tocht van vorig jaar nog niet
is aan bod gekomen op mijn blog.
Als ik dat nu eens zou doen, dan komen alle prettige reisherinneringen weer
naar boven. Doen dus.
Niet (alleen) de bestemming is belangrijk, maar de ervaringen van onderweg
maken het reizen een prachtige belevenis. Daarom kiezen we elk jaar een
verschillend parcours. Want denk eraan: reizen is goed, als je het traag doet.
Dan maak je zelf de gelegenheid om alles veel intensiever te beleven.
We noteren 11 oktober 2009.
Dit jaar bollen we over en door het Centraal Massief, dwars door
het hooggelegen centrum van Frankrijk.
Daar richten we ons naar Auvergne, in het departement Allier.
Eerst gaan we nog rond Parijs, via de Francilienne. Rustig is het daar, en dat mag.
Dertig kilometer van Vichy weten we een uitstekend adresje: Mike en Sue Papala.
Hier zijn we al eerder geweest, en we komen hier thuis.
Het verwachte bordje hangt er al, als we in de vroege avond aankomen.
Even schetsen: Mike is een Engelse geoloog, werkt in Canada in de mijnexploitatie.
Sue is eveneens Engels, maar heeft als lerares heel veel jaren in een vroeger leven
in Zwitserland gewerkt. Ze heeft een talenknobbel, die echter in tegenstelling tot
mijn tenenknobbel, met het blote oog niet te zien is.
Ze houden samen een gezellige B&B (trois épis), La Chèvre Noire, de Zwarte Geit,
maar Mike is regelmatig afwezig voor zijn part time werk in het andere continent.
De dag zelf van onze aankomst is Sue hem gaan oppikken aan het station van Moulins.
Het is een heerlijk weerzien, een prachtige herfstdag, en ook de wagen voelt zich
goed in de tuin. Hij staat hier natuurlijk 200% veilig.
We zijn hier (weer) alleen, dus alle rust en genot is exclusief voor ons.
Greta ademt gretig de Auvergniaanse lucht in vanuit het raam op de verdieping.
Intussen heb ik mijn plekje gevonden in de salon, terwijl ik wacht op het aperitief
“on the house”, bij de brandende open haard.
Vanuit de woonkamer heb je een mooi zicht op de parktuin,
waar de herfstkleuren alles wikkelen in een zacht licht.
We weten dat Sue een prima kokkin is, dus wordt het nu genieten.
Ik had telefonisch een “light meal” besteld, en Sue houdt daar natuurlijk rekening mee.
We beginnen met lekkere soep van pompoen (uit de tuin), met gebakken uitjes
en spekjes om de pompoensmaak wat op te krikken.
Dan is er de salade met vlees en kaas.
Ik heb al veel soorten Franse kazen
gegeten, maar deze zit vanaf nu zeker in mijn top drie:
de “Comtesse de Vichy”.
Spijtig genoeg is het een streekkaas, en kan je hem in
België waarschijnlijk niet vinden. Subliem lekker!
Dan krijgen we nog eendenborst met salami en hesp en stekelbes chutney.
Het dessert is iets met een crumble van wat weet ik niet meer.
Al een geluk dat ik een “light meal” had gevraagd.
We gaan dus nog even in de tuin om enkele calorieën kwijt te spelen.
Zoals het echte Engelsen past zijn ze hier niet gespeend van humor.
Zo zien we een bordje hangen, met een zinnetje, aangepast aan de reusachtige tuin.
In de tuin bij het zwembad loopt een vriendelijke hond.
Ik zal hem maar Blakkie noemen.
Blakkie loopt onafgebroken naar alle kanten en zeult een speeltje mee, een soort frisbee.
Het zwembad ligt tussen enkele prachtige bomen, maar dat gaat me achteraf
nog parten spelen…
Wanneer het tijd is om te gaan slapen, geef ik al duidelijk
aan met mijn vijf vingers hoe laat ik van plan ben
om op te staan. De werkelijkheid is er niet ver af…
Nog een kleine merkwaardigheid: Sue is zo bezeten
van het maken van lekkere salades dat ze prompt
de lavabo heeft vervangen door een slakom.
Ik moet in de nacht veel niezen, want ik heb een verkoudheid
meegebracht uit België.
Rond zes uur in de ochtend, met andere woorden in het
midden van de nacht, maakt Greta me dan nog wakker
met een schok. Ik heb niet veel uitleg nodig, want ik hoor
het alarm van de wagen. Om de dieven in snelheid te pakken,
loop ik naar buiten, met enkel mijn schoenen aan.
De volgende twee minuten komt dus voor mij het raadsel
van de zwarte geit
De wagen staat slechts tien meter van het huis, en er is
niets abnormaals aan te zien of te horen.
Intussen is Sue uit het raam komen kijken, in nachtgewaad,
en roept iets van: “the swimming pool”. Wat is er gebeurd?
Het zwembad heeft een alarm. De Europese wetgeving
verplicht namelijk een afsluiting te bouwen rond zwembaden,
toegankelijk voor het publiek, ofwel moet men een alarm
plaatsen. Dit zwembad heeft dus een alarm, dat in werking
treedt als er iemand invalt, m.a.w. als er golfslag is.
Het toeval wil dan nog dat het geluid identiek is aan dat
van onze wagen. Daar sta ik dus mooi van te genieten!
Door een speling van de natuur (of door Blakkie?) is er
dus een golfslag ontstaan. De wind eventueel?
Het Mysterie van de Zwarte Geit is dus niet opgelost!
Mijn nachtrust is niet helemaal perfect, is de conclusie.
’s Morgens komt Blakkie mij zijn speeltje aanbieden,
om me te troosten. Mooi gebaar.
Iedereen mag nog eens op de foto vóór het vertrek naar
andere oorden. Ik heb Blakkie zijn speeltje toch maar teruggegeven.
Tot ziens, Mike en Sue, en Blakkie ook.
Nee Blakkie, ik wil je speeltje niet. De koffer zit vol.
01-10-2010, 00:00 geschreven door grob
23-09-2010
KOKENETEN: een flesje cider voor ieder
Vandaag maken we het merkwaardige, maar smaakvolle gerechtje
“in cider gestoofde varkensmedaillon met appeltjes”.
Een woordje uitleg over cider mag dus wel.
Cider is een alcoholische drank die van het sap van vruchten , vooral appels ,
wordt geperst. Oorspronkelijk werd cider gemaakt van appels die werden
geperst in een cidermolen.
In een cirkelvormige bak, draaide een stenen molenwiel rond dat de appels
fijn perste. Cider is een vrij ruim verspreide drank. De meest bekende is de
Franse, maar ook in Spanje verfrist hij de kelen, onder de naam Sidra .
Hier zie je een molen op Jersey, vlak tegen Normandië, dé ciderstreek bij uitstek.
Vroeger werden de cidermolens aangedreven met de hand,
met behulp van waterkracht of door een paard. Tegenwoordig maakt men gebruik
van persmachines die vrijwel altijd aangedreven worden door elektriciteit.
In de ciderpers werd de pulp in lagen gelegd op een stapel die ook wel bekend
staat als 'el queso' (de kaas).
In de pers werd de kaas blootgesteld aan steeds toenemende druk zodat alle most
(sap) uit de pulp werd geperst. Dit sap werd, nadat het was gezeefd in een grove
haarzeef, in houten vaten gegoten. De uitgeperste pulp werd aan de boerderijdieren
gegeven als wintervoer, gecomposteerd, of weggegooid.
Er werd ook wel likeur van gestookt. Zie ook het stukje op mijn blog over het
Jenevermuseum van Hasselt.
Ook daar komen veel van dezelfde technieken terug.
Alleen ontbreken n Hasselt de juiste meisjes,
zoals de Spaanse sidra jonkvrouwen.
Cider bestaat al een heel tijdje.
Het was bijvoorbeeld de lievelingsdrank in de USA,
in de tijd van en na de Engelse kolonisten.
Er kwam pas verandering in, toen daar hele ladingen Duitsers aanspoelden
(toen ook al) die de techniek verbeterden om bier te brouwen. Prosit!
De eerste ciders werden waarschijnlijk al gemaakt door de oude Egyptenaren
en Byzantijnen.
In Spanje begon men ermee vanaf 1629, toen op grote schaal appelbomen
werden ingevoerd vanuit Amerika.
De verwerking was primitief, en is het soms nog.
Vandaag kan je in Spanje sidra drinken direct uit de kupelas , grote vaten,
meestal van kastanjehout. Er zijn zelfs “Sideria” bars, waar Sidra de specialiteit is.
Ze komen vooral voor in Asturia, Galicia en bij de Basken.
Het klimaat is daar ideaal om appels te kweken: natte zomers en zachte winters.
(met andere woorden: in België kan men ook aan de slag, als de winters wat
zachter worden door de klimaatverandering; de natte zomers hebben we al)
De barman zal je een glas schenken, voorzien van de nodige show en acrobatie.
Zogezegd wordt dat gedaan om het boeket te verbeteren.
Hoe drink je de Sidra? Belangrijk: de fles moet in één keer leeggemaakt worden.
Cider oxideert heel snel, en na een dag of wat is hij volkomen plat. Daarom.
Persoonlijk hou ik niet zo van de Spaanse sidra. Ik gebruik hem wel om te koken,
om bijvoorbeeld te deglaceren, in plaats van met water. Het geeft meer smaak.
Normaal gezien blijft er een droesem over, onderaan in de fles.
Je kunt die consumeren (als je moeilijk naar het toilet gaat), of in een Sideria
mag je hem op de grond uitgieten, ofwel in een speciale afloop doen belanden.
Dit is een van de redenen waarom een Sideria verschillend is van een gewone bar.
Terug naar en in de keuken nu.
Er staat een "in cider gestoofde varkensmedaillon met appeltjes" op het menu.
Het is heel eenvoudig, want ik kan het. Hier is het recept.
ingrediënten voor 3
bereiding
1 el olijfolie
indien varkenshaasje: snij in stukken van 2 cm dik
600g varkensmedaillon of -haas
bestrooi met pezo aan beide kanten
1 grote ui, fijngesneden
bruin het vlees aan beide kanten, zet apart
2 el cider-, appel- of witte wijn azijn
bind het bouquet garni samen met keukentouw
15 cl sidra of cider
fruit de ui in de pan, en voeg daarna toe:
20 cl appelsap
de azijn, cider, appelsap en bouquet garni
1 bouquet garni (tijm, laurier, peterselie)
leg het vlees weer in de pan, doe er nog wat pezo op
2 appels
sluit de pan af en breng aan de kook
1 el citroensap
schil en ontpit de appels, snij ze in schijven (1cm)
een scheut room (+/-30% vet)
als het kookpunt bereikt is, zet het vuur laag
pezo
voeg de appels toe, laat enkele minuten verder garen
garnituur: krulpeterselie
haal het vlees uit de pan, en de appels als ze mals zijn
houd vlees en appels warm, laat het kookvocht inkoken
op hoog vuur en zonder deksel, tot een stroperige saus
dik, indien nodig, aan met wat maïzena express
verwijder het bouquet garni
voeg de room toe en laat 2’ doorkoken, al roerend
leg de appels op borden en vlees er bovenop
overgiet met de saus en garneer met peterselie
Het grote werk is gedaan, en ik kan de borden dresseren.
Het bord komt op tafel, met een glaasje rood. De liefhebbers kunnen er natuurlijk
de rest van de cider bij drinken. Ik zet hem liever apart voor later keukengebruik.
Tevreden dat het gelukt is, ga ik nu happen.
Ik doe er nog een gekookt piepertje bij en de lekkere saus.
Buen approveche!
23-09-2010, 00:00 geschreven door grob
11-09-2010
Niks speciaals te melden van op de Schelde (2)
Hier is dan het vervolgstukje van de dag met de Seniorennet Photoshoppers
op de Schelde.
Ankrispi , achtenswaardig hoofdorganisator van dit initiatief te Antwerpen heeft
nog een “specialleke” in petto!
Het Scheldedecor is een prachtige locatie om “Idool Photoshop 2010” te organiseren.
Iedereen die een beetje talent bezit, mag een liedje komen zingen voor de micro.
Het is uiterst spannend en een groot aantal kandidaten zetten hun beste beentje
en stemmetje voor, met de meest aangrijpende liedjes.
De twee finalisten zie je hier, terwijl Ankrispi de uitslag van de schiftingsrondes
meedeelt. Lieve/Lila uit Limburg, links, komt in de finale eerst aan de beurt,
en brengt een doorleefde versie van “Het Hutje op de Heide”.
Maar het is Greta/Gaviota die uiteindelijk nipt de finale wint met een verschroeiende
interpretatie van de hit: “Dos Cervezas, por favor ”. De Spaanse tekst is vrij
moeilijk, maar ze wordt sterk geholpen door haar ervaring in de Spaanse taal.
Tot zover de foto’s die het Seniorennet Systeem niet wou opnemen vorige keer.
Zoals toen gezegd, gaan we nu vooral bovendeks, waar we al onmiddellijk
de Drie Wijzen van de Photoshop Senioren tegenkomen, die nog napraten
over de Idool zangfinale.
Uiteindelijk komt iedereen naar buiten, waar de vogeltjes fluiten.
Het weer is prachtig, maar zelfs de meest kouwelijke passagiers kunnen
indien nodig genieten van het verwarmde achterdek.
Daarvoor zorgt een kachel met lange stoofbuis.
Op het achterdek komen de tongen los, terwijl de boot langs idyllische plekjes vaart.
Onderwerp van gesprek is ondermeer het eigenaardige fenomeen dat hier geen
schepen mogen aanmeren waarvan het anker ondersteboven hangt.
Een aantal mensen vraagt zich ook (terecht) af wat die “Lei dingen” mogen betekenen.
Iedereen kent in Antwerpen natuurlijk de Frankrijk Lei, de Britse Lei...enz.
Maar hier, langs de oevers staat dan een bord met “Lei Dingen”! Wat is dat?
Vreemd toch. Niemand van de achterdekzitters weet wat het betekent.
Een interessant gesprek hebben we met Photoshopster Princess, ook een
Nederlandse, die vanuit Zuid-Afrika geland is in Overpelt, in Belgisch Limburg.
Laat dat nu net de plaats zijn waar we op 12 september gaan fietsen met Olaba.
Alle Photoshoppers zijn degelijk opgevoede mensen.
Als er tijdens een gesprek iemand een vraag wil stellen, of naar de WC wil gaan,
dan steekt die persoon heel beleefd zijn vinger op. Zo hoort het.
Een baken op de Schelde is natuurlijk Mariekerke.
Hoeveel palingen zijn hier al niet gedegusteerd?.
Vroeger werden de glibbervissen plaatselijk gevangen, maar vandaag
is het allemaal import uit Canada en Noorwegen. En toch lust ik die even graag.
In Mariekerke kan men de stroom over met een overzetboot, of zoals men het
zo lief kan zeggen in Nederland: met een pontje.
Af en toe zien we een merkwaardig beeld, zoals dit zinkende schip bijvoorbeeld.
De brug waar we nu ondergaan is bij velen geen onbekende.
Voor wie ze toch niet zou herkennen heeft men er dan maar de naam opgeplakt.
Toch wel een merkwaardig beeld levert dit op: de oude brug op de achtergrond,
en het nieuwe exemplaar vooraan.
Zoals achteraf zou blijken hebben vooral de dames hier een aantal bedenkingen bij.
Ik wil dit nu echt niet uitvergroten , maar even na het aanschouwen van het ophalen
van de bruggen ontstaat er enige beroering bij een aantal vrouwelijke passagiers.
Hier zie je bijvoorbeeld een dame die met behulp van twee vingers een bepaalde
maat opgeeft. De dame met het rode kleed, die op specifieke vraag verder
onbekend wenst te blijven, heeft al een iets grotere maat in het hoofd.
Ook benedendeks is er grote belangstelling voor het ophalen van de bruggen,
en is er eveneens een interessante gedachtewisseling gestart.
Tribaloma heeft zo haar eigen idee over de gang van zaken.
Ik zou aan de dames maar één advies kunnen geven in zake dit onderwerp
waarmee we nu aan de Temsebrug geconfronteerd worden: size doesn’t matter.
Excuseer.
Ook aan de boottrip komt een einde. Antwerpen komt weer in het vizier.
De kathedraal staat er nog, hoewel hij intussen weer wat ouder is geworden.
Ik kom niet zo veel meer in Antwerpen, en nu merk ik dat het Steen vernieuwd is.
Er is een nieuwe vleugel aangebouwd van frisgrijze appartementen. Moet kunnen.
Eens terug aan land moet er geklonken worden, omdat we niet gezonken zijn.
Waar kan je dat beter dan in café ’t Bolleke, tussen de kathedraal en de Groenplaats?
Een leuke zomeravond in centrum Antwerpen, met de Photoshoppers.
Er zijn minder aangename dingen.
Alle Photoshoppers houden van elkaar, ten minste éénmaal per jaar.
Is dit geen perfecte wereld?
Tot volgend jaar. Be There.
11-09-2010, 22:15 geschreven door grob
06-09-2010
Photoshop aan de top, en de Schelde op (1)
Vorig jaar ging de jaarlijkse bijeenkomst van de Seniorennet
Photoshoppers door in Blankenberge.
De omstandigheden werden uitvoerig uit de fotodoeken gedaan
op deze weblog in “Blankenberge op zijn kop ” op 2 juli 2009.
Nog altijd herleesbaar natuurlijk, via de rechterkolom
in de rubriek “Archief per maand ”.
Dit jaar was Antwerpen de plaats en the place to be voor de beeldrijke
happening op 19 augustus .
Het is niet evident om in die stad een plaats te vinden om te lunchen,
en gezellig te keuvelen, in volle toeristisch seizoen.
De plaatselijke organisatoren hebben dat knap en creatief opgelost
door te kiezen voor een boottocht, stroomopwaarts van Antwerpen
op de Schelde.
Allen dus naar Antwerpen! Slechts 130 gelukzaligen konden mee.
Begin nu al maar te reserveren voor volgend jaar, als je er ook
bij wil zijn!
We komen aan met de trein in het Centraal Station, samen met
Willy Greenstuff , die begeleid wordt door enkele groupies.
Zijn fotoapparaat heeft hij al in aanslag.
Een groepje Photoshoppers zien elkaar in het station,
en gaan te voet verder langs de Keyserlei, naar de ondergrondse tram,
in de richting van de Groenplaats .
Het volgende verzamelpunt, met een voortdurend groter wordende
groep is op de Groenplaats, tussen Rubens en het Hilton hotel.
De dame in de achtergrond die de rode paraplu droeg als
herkenningsteken wordt bijna meegenomen door verplegers
in witte jassen, gewapend met dwangbuizen.
Wie loopt er nu met een paraplu rond bij stralend zomerweer?
De kathedraal staat er nog, hoewel hij al heel lichtjes
begint over te hellen.
Het weerzien is hartelijk, en we zien er nog allemaal even
jong uit als vorig jaar, ofwel zijn onze ogen er slechter op geworden.
Van de Groenplaats, langs de Grote Markt bereikt het nu
voltallig vaar- en fotogezelschap de Scheldekaden.
De boot, met een capaciteit voor 140 personen en 220 fototoestellen, ligt te
wachten.
Goed nieuws, het is de “Jan Plezier” die ons meeneemt.
Alle voortekenen zijn goed. Dit kan niet mislukken.
Sommigen zitten al in het schip, anderen dweilen het achterdek af
(figuurlijk natuurlijk) en de VIP's gaan als laatste aan boord.
Een lekkere lunch wordt deskundig in de magen weggewerkt, en stelt ons fysiek
in staat om de zware watertocht in te zetten.
Vriendschapsbanden worden gesmeed of opnieuw aangehaald, zoals bij deze
twee dikke vrienden (figuurlijk natuurlijk).
Eens de boot in beweging, begint Greta al wat te wankelen door de sterke golfslag.
Een stoere Scheldebonk staat dadelijk paraat om haar op te vangen indien nodig.
Photoshoppers zijn zo, maar er moeten dan wel foto’s van genomen worden.
Greta geraakt terug in stabiele verticale toestand, en zoekt haar plaats op naast
Lieve (Lila voor het kennerspubliek, en mentor van de Photoshoppers).
Ze krijgen het onderhoudende bezoek van Willy. Ik dacht eerst aan Willy Wonka van
The Chocolate Factory, maar het is onze grote vriend Willy Loebass , de grote
Manitou van de Initiatie Photoshop groep.
De foto bewijst dat Gaviota en Lila aan zijn lippen hangen (figuurlijk natuurlijk).
Onze gouwe ouwe Loebass Willy
kweekte in een vroeger leven pili-pili
in een helder visioen ontdekte hij Photoshop
en zette hij zijn kwekerij definitief stop
Af en toe werp ik een blik door het raam (figuurlijk, want anders krijg ik de eco-
jongens achter mijn hielen).
Soms liggen er vreemde dingen op de kade, zoals deze grote oranje
groenteblikken.
Kleine wasje, grote wasjes, het linnen moet stevig worden vastgemaakt of
het waait onverwachts van de wasdraad.
De creatieve organisatoren hebben zelfs een gratis tombola voorzien.
Greta wint een prijs: een zak met inhoud, maar dat had ze al, en ik kan het weten.
Andere aanwezigen zijn straaljaloers op deze leuke prijs.
Greta kan het niet laten haar nieuwste aanwinstzak te tonen aan Matea .
Deze kranige jongedame was met ons samen in Noorwegen in juli, maar ze heeft
intussen een nieuwe knieprothese - met - complicatie, die haar mobiliteit enigszins
beperkt. En toch wil ze er vandaag absoluut bij zijn.
Bobbieke is helemaal niet gerust in het blijvende drijfvermogen van deze
Plezierboot.
Het dragen van opblaasbare reddingsbandjes zal haar daarom de ganse
watertocht een gevoel van veiligheid geven.
Zo zet de Jan Plezier zijn riviertochtje verder, langs de stilaan rustiger wordende
zomerse Scheldeboorden. Iedereen komt tot rust en begint al te dromen van een
kalmerende siësta op het water.
Ankrispi , achtenswaardig hoofdorganisator van dit initiatief te Antwerpen laat het
hier niet bij. Ze neemt de micro ter hand en nodigt de beste stemmen onder de
aanwezigen uit om een klein stukje te zingen uit een actueel liedje, dat iedereen
kent.
Dit is dan (noodgedwongen) het einde van deel 1.
Er waren nog twee onthullende foto's, maar het Systeem wil ze (weer) niet aannemen.
Deel 2 (“Niks speciaals te melden van op de Schelde ”) speelt zich voornamelijk
bovendeks af, en dat lees je heel binnenkort.
06-09-2010, 00:00 geschreven door grob
29-08-2010
KOKENETEN: een fijn feestje met φέτα
Mijn laatste verslagje eindigde in Hasselt, recht tegenover het Jenevermuseum.
Er stond een foto met het onderschrift van het Speculaasmannetje
en de volgende tekst:
Quote:”Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje,
naar de eetgelegenheid.
De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!
!!=%£µçৠ§##!!! Sorry.”
Ik wil de trouwe lezer toch nog laten genieten van het Speculaasmannetje,
en doe nog een poging om dit prachtige Hasselts figuurtje door
het internet te duwen.
Het “Systeem” heeft blijkbaar berouw, en deze maal wordt de foto
wel opgenomen.
Enkele bezoekers van het jenevermuseum zie je nu eindelijk
toch naar de dis gaan.
Hun honger zal nu wel aangescherpt zijn, na al die tijd.
Nu we toch over eten en tafelen bezig zijn, kan ik maar beter
meteen doorgaan.
Vandaag doen we iets met feta , de welbekende Griekse kaas.
Hoewel ik niet zo wild ben van de Griekse keuken, zijn er toch wel
enkele dingetjes, die de moeite van het proberen waard zijn.
De gewezen Franse president Charles De Gaulle zei ooit:
”Het is moeilijk een land te regeren dat 246 soorten kaas heeft”.
In Griekenland is er nauwelijks één soort kaas.
Het land regeren zou dus een makkie moeten zijn, maar wat zien we?
De Grieken hebben vandaag geen geld meer, helaas,
maar nog wel een hoop schulden én hun fetakaas.
Feta is een klassieke ongerijpte kaas die duizenden jaren geleden al
werd gemaakt in Griekenland , Turkije en nog andere landen met
schapen en geiten.
De Griekse beschaving was in die tijd ver vooruit op de rest van de wereld.
Een van de problemen waarvoor men een beschaafde oplossing zocht,
was een methode om melkproducten lang te bewaren.
Dat was dan vooral kaas.
In Griekenland was dit probleem nijpender dan in de Franse of Zwitserse
Alpen, omdat de warmte de bewaringsduur aanzienlijk inkortte.
Met de methode van pekelen, op basis van verzadigd zout water kon men de
kaas gedurende vele maanden bewaren alvorens te worden geconsumeerd.
Dat was de oplossing.
Het is ook deze bereidingsmethode – nog altijd actueel - die de feta zijn typische
zoutsmaak en zijn vochtig uitzicht verleent, verschillend van alle andere kazen.
In het Grieks betekent feta plak , omdat deze kaas nooit in zijn geheel wordt gebruikt.
Feta is wit, normaal gesproken in de vorm van vierkante plakken, en kan variëren
van zacht tot halfhard met een prikkelende smaak die varieert van mild tot scherp.
De feta is een kruimelige, ruwe, gekorrelde kaas, zonder korst.
De Grieken zijn dol op hun kaas en zijn dan ook niet voor niets de grootste
kaasconsumenten van deze planeet.
Ze eten per hoofd van de bevolking ongeveer 15 kg feta per jaar.
TIPS!
De kazen die buiten bepaalde streken van Griekenland, of op basis van koemelk
worden vervaardigd, mogen vanaf 2007 niet langer de naam “feta” dragen.
Namaak feta komt vooral uit Oost-Europa en Turkije , en is bestemd voor export.
Volgens de Europese wetgeving mag het product geen “feta” heten omdat dat
een Grieks woord (φέτα) van oorsprong is.
Bedenk dus, als je “feta” koopt, dat het in veel gevallen van de koe afkomstig is!
De smaak is in dat geval onvoorspelbaar en kan wel enigszins tegenvallen.
In Spanje gebeurt tegenwoordig trouwens hetzelfde met de Manchego kaas.
Ook daar wordt schapen- en/of geitenmelk nu dikwijls vervangen door koemelk.
Normaal wordt feta dus best bewaard in een bokaal met pekel.
Gebruik liefst geen kaas die té lang in pekel heeft gelegen.
Deze heeft weinig smaak en is hard en moeilijk te verkruimelen.
Hetzelfde geldt voor veel vacuüm verpakte kazen.
Koop feta het liefst vers uit de pekel en, indien mogelijk,
proef hem eerst.
Hij kan eveneens in de koelkast worden bewaard in zout water
dat dagelijks wordt ververst.
Als hij te zout smaakt, leg je hem een poosje voor gebruik in melk.
Bewaar de kaas in een plastic trommel met wat pekelwater,
zodat hij niet uitdroogt.
Wegens zijn zoutsmaak (in bepaalde gevallen wordt overigens
aangeraden het zout enkele uren voor consumptie met water af
te spoelen), en op die manier is het een ideale kaas bij onder
meer salades en rauwkost.
Hij is perfect combineerbaar met bijvoorbeeld fijne kruiden en basilicum.
Met spinazie wordt hij bereid in traditionele bladerdeeggerechten, in vullingen
of op gratins. Vandaag gaan we hem zelf trouwens ook in de oven steken.
Jullie weten nu ongeveer alles over fetakaas, de behandeling, en de vervalsers.
Hoog tijd om een passend gerechtje te bereiden: gebakken paprika met feta.
Gemakkelijk en snel klaar. Mediterraan en gezond en lekker.
We beginnen met de paprikastukken, die op de bodem van een ovenschaal nog eventjes
mogen uitrusten. Broodkruim en gehakte peterselie en rozemarijn
gaan er dan zachtjes bovenop, als een knus dekentje.
ingrediënten voor 2
bereiding
een blik hele rode paprika’s
verwarm de oven voor op 200°
pezo
laat de paprika’s uitlekken, snijd ze in stukjes
2 tenen look, fijngehakt
schik ze in een ovenschaal, bestrooi met pezo
1 el gedroogde marjolein
schep look, kruiden, broodkruim en citroen door elkaar
1 el peterselie, fijngehakt
voeg peper toe en zoveel olie, tot het mengsel bindt
1 el rozemarijn, fijngehakt
schep het kruim over de paprika’s
30g (volkoren) broodkruim
strooi er de blokjes kaas en olijfringetjes over
sap van een citroen
bak het gerecht 15’ in de oven, tot het kruim knapperig is
2 el olijfolie
6 zwarte olijven, in ringetjes
razend lekker met lamskoteletjes
25g fetakaas, in blokjes van 1 cm
voor de grote honger: eventueel met een frisse salade
De feta mag nu een luchtje scheppen en wordt in fijne stukjes verdeeld.
Intussen zijn de zwarte olijfjes gesneden, en die houden zich nog even gedeisd.
Wat kan er beter passen bij deze schapenkaas dan malse lamskoteletjes?
De vraag stellen is ze beantwoorden. Vergeet de piepertjes niet te koken.
En daarmee is alles compleet, en al bijna gereed.
De kaas en de olijfjes koesteren zich in de gezellige warmte van de oven,
en na ongeveer een kwartiertje mogen ze eruit floepen.
Nog een struikje frisgroene peterselie erbovenop uit de plantenbak, en aan tafel!
Jammie, jammie.
29-08-2010, 13:57 geschreven door grob
18-08-2010
Van graankorrel tot borrel (2)
Dus beginnen we nu met de graankorrel, en we eindigen met de borrel.
Zo‘n graankorrel is op zichzelf al behoorlijk ingewikkeld vind ik.
Ik vind ook dat zijn baard niet op de juiste plaats zit.
Ofwel is er iets aan de hand met mijn baard.
In het museum hebben ze trouwens een aantal
graankorrels van serieuze afmetingen bijeengescharreld.
Aan elke korrel heb je genoeg om een volwassen brood
te maken.
Hoe maak je jenever, in het kort? In het heel kort dan.
Het zetmeel in graankorrels is moeilijk oplosbaar in water, en kan door
de gistcellen niet rechtstreeks in alcohol worden omgezet.
Daarom moet zetmeel (door enzymen) worden afgebroken tot vergistbare suikers.
Deze enzymen vinden we terug in mout.
De alcohol, die spontaan ontstaat na de vergisting, wordt door distillatie
geconcentreerd. Je krijgt dan een ‘sterke’ drank.
Zo wordt cognac gemaakt op basis van de suikers uit druiven, calvados met de
suikers uit appelen, kirsch op basis van kersen.
Voor whisky en graanjenever wordt dan weer het zetmeel uit graankorrels gebruikt.
Enzovoort. Als je meer wil weten van dit proces, ga dan eens langs in Hasselt.
We hebben in het museum de tijdelijke fototentoonstelling verlaten, en ook alle
potten, pannen, kruiken, glazen en bokalen en we doen de tour van de stokerij.
We komen nu terecht tussen onder meer oude gereedschappen en andere
apparaten, die uit een middeleeuws fitness center lijken te komen.
Ik begin me er al zorgen over te maken wie hier al dat koper hier moet poetsen.
Aan mij moeten ze het niet vragen, want ik kan niet poetsen.
Greta maakt zich intussen de bedenking of we thuis niet zo
een klein hobbyketeltje konden hebben, gewoon voor
het amusement.
Afhankelijk van de natuurlijke supplementen krijgt de jenever telkens
een ander aroma.
Aan deze stand met ruikflessen, kan je proberen te raden wat er is toegevoegd,
en je kan je eigen voorkeur selecteren, voor als je een flesje jenever koopt.
Na de aromaproef tracht Lila haar man er (tevergeefs) van te overtuigen om vanaf
nu een aftershave te gebruiken op basis van gentiaan en karwijzaad (lange ij!).
Lila heeft dus haar lievelingsaroma al kunnen vinden in de ruikflessen.
Douaniers hadden in elke stokerij een vaste stek. Een volledig afgesloten hokje,
met lessenaar en dito schrijfboekje was hun dagelijkse werkomgeving.
Geen enkel accijnsje mocht ontsnappen aan de aandacht van deze ambtenaren.
Wat de inhoud betreft van de koperen potten, kan ik alleen maar een beredeneerde
gok wagen.
Een prachtige ketel, met roerstok, aangedreven door een stoommachine. Wonderlijk.
Regelmatig wordt de ketel gebruikt voor het aanmaken
van de eigen jenever, maar niet tijdens dit bezoek.
foto: S. Dewickere ©
Er zijn nog zoveel andere interessante dingen te zien.
foto: S. Dewickere ©
Gelukkig is gids Frederik altijd in de buurt, met deskundige uitleg.
Deze rode buis bijvoorbeeld is geen brandblusapparaat, maar een koeler.
Toch wil ik zelf wel ook eens uittesten of alle kranen wel goed gesloten zijn.
Het zou zonde zijn, mocht er iets van het edele vocht weglekken.
Aan het einde van het bezoek mag je kiezen uit vier verschillende jenevertjes
“van het huis”. De dame links wenst onbekend te blijven, en werd op simpele vraag
voorzien van een omfloerste blik. Of is het een gebrek aan talent van de fotograaf?
Er worden ook wel enkele soorten van de plaatselijke jenevers te koop aangeboden.
Dat Frederik een uitmuntende gids is, en uiterst begaan met zijn volgelingen,
mag nog maar eens blijken uit het volgende: gans de dag al bekeek hij
(onder meer, en niet uitsluitend) Lila en Gaviota, met bezorgde blik.
Tijdens het degusteren van de laatste glaasjes kan hij zich niet meer intomen,
en bezweert de twee jonge meisjes toch maar niet te veel borreltjes te drinken.
Het risico is namelijk aanwezig dat bij consumptie van meer dan drie glaasjes van
het getoonde gerstenat de daders kunnen worden opgepakt door de veldwachter.
De meisjes blijven verbijsterd en wezenloos achter bij dit schokkende nieuws.
Dit komt totaal onverwacht. Wie had dat gedacht?
Gelukkig zijn ze zo bij de pinken om de goede raad niet in de wind te slaan,
en geen overtredingen te maken tegen het hier van toepassing zijnde wetboek.
Het stokerijbezoek loopt ten einde. De tijd is aangebroken om even te gaan tafelen.
Als we buitenkomen, zien we dadelijk het Hasselts Speculaasmannetje staan.
Terloops gezegd: een lekker speculaasje past uitstekend bij een Hasselts borreltje.
Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje, naar de eetgelegenheid.
De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!
!!=%£µç১##!!! Sorry.
Einde goed, al goed, of toch bijna.
www.jenevermuseum.be
18-08-2010, 23:13 geschreven door grob
15-08-2010
Het Nationaal Jenever- en Ossenmuseum van Hasselt (1)
In een 19de-eeuwse landbouwstokerij - midden in de stad Hasselt - brengt
het Nationaal Jenevermuseum het verhaal van de Belgische jenever. Je volgt onder meer het productieproces in een authentieke stookinstallatie.
Jenever is niet alleen de nationale gedistilleerde drank van België,
maar ook die van Nederland en Frans-Vlaanderen, de ‘Zeventien Provinciën’
uit de 16de eeuw.
In die eeuw wordt de korenbrandewijn, soms gearomatiseerd met jeneverbes,
enorm populair.
Kort even de geschiedenis van de (Belgische) jenever.
Het is al gestart onder de voogdij van de Spanjaarden, einde 16de eeuw. In 1601 vaardigen de aartshertogen Albrecht en Isabella een plakkaat uit waarbij
de productie en de verkoop van brandewijn uit graan, fruit en groenten in de
Zuidelijke Nederlanden worden verboden.
De overheid maakt zich zogezegd zorgen over het overmatige brandewijngebruik
en vindt dat granen dienen voor het bakken van brood en niet voor het stoken
van korenbrandewijn.
Maar: Hasselt ontspringt de dans.
Sindsdien zijn de Limburgers altijd happy, tot op de dag van vandaag. In Hasselt, dat tot 1795 niet tot de Zuidelijke Nederlanden, maar wel tot het
Prinsbisdom Luik behoort, mag verder brandewijn of jenever gestookt worden.
De jeneverproductie komt er pas echt goed op dreef tijdens de bezetting van
de stad door een Hollands garnizoen in de periode 1675-1681.
Het feit dat de Hasseltse jenever meer dan andere jenevers in België
met allerlei kruiden, bessen en zaden wordt gearomatiseerd,
is wellicht aan deze Hollandse invloed toe te schrijven.
Vooral dan de jeneverbes wordt veel gebruikt, omdat de
struik overal groeit, en dus goedkope vruchten afleverde.
Vandaar dat de naam aan deze bes gekoppeld blijft.
Na verloop van jaren wordt jenever stoken opnieuw toegelaten. Onder het (wie is er hier eigenlijk NIET geweest?) Oostenrijkse bewind (1713-1794) wordt het
stoken van korenbrandewijn – behalve bij graanschaarste – weer toegelaten en zelfs gestimuleerd.
Het is de overheid niet zozeer om de brandewijn te doen, dan wel om de spoeling.
Dit niet-vluchtig restant van het stookproces wordt immers als veevoeder gebruikt
bij het overwinteren van de veestapel.
Let op: we moeten hier geen ouwe koeien uit de sloot halen, of niet over koetjes
en kalfjes praten, maar enkel over ossen.
Achteraf is het heel merkwaardig, maar zeker de waarheid, dat de grootste
inkomsten van de stokerijen niet afkomstig waren van de jenever, maar van het vetmesten van ossen.
Als we de gids mogen geloven, was er een doorloop van de ossen in de stokerij
van vier à vijf maal per jaar. Kassa kassa dus, en dan spreken we nog niet over de stalmest,
ook heel kostbaar en onontbeerlijk in die tijd, bij gebrek aan kunstmest.
Sommige stokerijen hadden tot tachtig ossen per keer in de stal om vet te mesten!
Hier zie je een (namaak) os, in het Hasseltse museum, aan de echte voederbak.
De ossen waren heel tevreden met de spoeling uit de stookketel, die al heel wat
gegiste materie bevatte.
Deze foto uit 1745 bewijst dat de ossen zich de alcoholpap lieten welgevallen.
Het lijkt er op dat het alcoholpercentage van 0.25 promille ruim overschreden werd.
De uitdrukking “slapen als een os” dateert uit die bewuste periode.
Nu begin ik eindelijk te begrijpen waarom.
Van toen af spande men trouwens altijd twee ossen in een span.
Dat was om de stabiliteit van het span en de rechtlijnige voortgang op de akker
beter onder controle te houden.
Terloops toch even wijzen op een kleine biologische oneffenheid:
verwar een os nooit met een stier.
Een stier zie je hieronder, op de foto. Zoek de zeven verschillen.
Haha, er is er maar één!
Een stier heeft een veel massievere nek en kop, zoals gedemonstreerd
door deze Spaanse stier, dank zij het wereldberoemde logo
van de Osborne sherry, op de Spaanse heuvels.
Het ligt allemaal een beetje moeilijk, want hoewel de stier
van Osborne is, duiden de eerste twee letters van de naam
op het tegendeel.
Daarenboven laten de Spanjaarden de stieren sherry drinken, in plaats van jenever.
Begrijpelijk dat deze dieren slecht gehumeurd zijn, tijdens hun arenavoorstellingen.
Als de Spanjaarden hier waren gebleven in de zestiende eeuw, dan hadden ze met het Hasselts
jenever voedingssupplement veel betere resultaten kunnen boeken!
Terug nu naar het andere product: jenever.
Jenever is sinds 2008 door de Europese Unie geografisch beschermd, net als al eerder het geval
was voor whisky en cognac.
Jenever krijgt dus zijn eigen “appelation d’origine contrôlée”. De ‘Verordening Nr. 110/2008 van het Europese parlement betreffende de definitie , de aanduiding ,
de presentatie , de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde
drank’ is het officiële document waarin de volledige regelgeving vermeld wordt.
Niet simpel, al die reglementen. Gelukkig is dit niet te proeven aan het eindproduct.
Concreet mag enkel in België, Nederland, Frankrijk (Nord en Pas-de-Calais) en
Duitsland (Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen) drank geproduceerd worden die de naam
jenever, genièvre of genever draagt.
De tijd en de jenever is nu rijp om het museum zelf te bekijken.
Topstuk is de 19de-eeuwse stookinstallatie uit de voormalige stokerij Servais.
Een stoommachine en graanmolen uit dezelfde tijd maken de installatie compleet.
De volledige installatie werd vakkundig gerestaureerd en terug in werking gesteld.
Het is de enige stookinstallatie in België en Nederland die volledig op stoom werkt.
Het museum stookt er naar een 19de-eeuws recept zijn museumjenever in.
We hadden onlangs de gelegenheid om de stokerij te bezoeken, met meer
dan honderd mensen van het Seniorennet.
Onder hen waren er twee die het absoluut wilden meemaken: Lieve en (mijn) Greta,
respectievelijk Mentor en Administrator van de Seniorennet Photoshop Mailgroep.
Voor sommigen Seniorennetters, vooral die van de fotografische strekking, zijn
ze wellicht beter gekend onder de pseudoniemen Lila en Gaviota .
De gids - we zullen hem Frederik noemen – staat rechts, en dan komen Gaviota
en Lila respectievelijk. Ze lijken wat scheef te hangen, maar dat komt door de vloer.
Hoog boven Lila torent een Nederlander (uit Breda), die we Wim zullen noemen.
We hadden ook de eer om met Wim en zijn dame achteraf internationaal te tafelen.
deze foto is gemaakt door Mick
Momenteel loopt er in het museum een interessante fototentoonstelling, onder de
sprekende titel:
Vrouwentongen (let wel: in één woord) en mannenpraat - Volkscafés
in Vlaanderen.
Met vrouwentongen bedoelt men natuurlijk de Sanseveria’s, die eeuwenlang de
raamdorpels van de volkscafé’s bevolkten.
De ludieke foto’s gaan over droge worsten, filterkoffie’s, kickertafels, lelijke
stenen vloeren, buitentoiletten, enz. Door hun alledaagse en ongedwongen karakter maken volkscafés
onlosmakelijk deel uit van ons cultureel erfgoed.
De originele kleurbeelden geven getrouw de
levendigheid van het volkscafé weer.
Daarbij kunnen de nodige relativering en een vleugje
humor niet ontbreken. Met een knipoog dus.
Terloops gezegd, over Frederik heb ik toch mijn twijfels.
Je moet eens goed kijken: in zijn lichtjes omhoog gaande rechterhand
past geen klein borrelglaasje, maar wel een stevige pint. Het lijkt er op
alsof Frederik geen jeneverfanaat, maar eerder een fervente bierdrinker is.
Waarschijnlijk hebben we hier te maken met een gecamoufleerde biergids
(uit brouwerij Alken)?.
Het resultaat van jenever of bier drinken achteraf (in volume) is natuurlijk
niet hetzelfde, wat gedemonstreerd wordt op de foto rechts onderaan.
Of dit bezoek al dan niet de goede kant opgaat, kom je te weten tijdens een van
de volgende dagen.
Come and see…voor de nieuwe avonturen van Lila en Gaviota!!
Als je zolang niet kan wachten, en ook voor echte interessante informatie
kan je via de volgende link:
www.jenevermuseum.be
15-08-2010, 00:00 geschreven door grob
07-08-2010
KOKENETEN: sommige kappers kunnen er groen uitzien
Er zijn verschillende soorten kappers. Voornamelijk twee soorten: de eetbare soort
en de minder eetbare, hoewel ik de laatste nog niet echt geprobeerd heb.
De eerste soort zijn de groenachtige bloemknopjes van de kappertjesplant.
Van de andere kappers, de tweede soort, zijnde de haarklievers, heb ik er zelf ook
nog twee verschillende (soorten): Filip in Knokke-Heist, waarover ik zeer tevreden ben.
Hij doet enkel de mannen, bij manier van spreken.
Filip is een authentieke Knokkenaar, maar dat stoort me niet.
En met zijn één meter tachtig is hij ook niet echt een kappertje .
Mijn tweede kapper, kapster eigenlijk, is Amanda. Zij is afkomstig uit Londen,
spreekt mooi Engels, woont tegen Marbella en doet aan uniseks.
Dat laatste is trouwens volkomen eervol, en betekent alleen maar dat ze het
hoofdhaar van zowel mannen als vrouwen verzorgt.
Van Amanda ben ik ook heel tevreden.
Vanaf hier zal ik het verder uitsluitend over kappers hebben, met groene kleur.
In België is er een zeer grote consumptie van kappertjes door het gebruik in
keukenklassiekers zoals “filet américain préparé”, en uiteraard de onvolprezen
rogvleugel met kappertjes. Het wordt ook regelmatig gebruikt in sauzen,
eiergerechten, op broodjes gerookte zalm, bij visgerechten en op pizza's .
Dit sterke verbruik is niet zomaar te verklaren want de kappertjesplant komt
helemaal niet voor in onze contreien.
Men vindt de groene bolletjes in overvloed in de alle voedingswinkels, meestal
verpakt in glazen potjes of soms in blikjes.
Men ziet ook steeds meer verschillende groottes van kappertjes. De kleine kappertjes zijn eenvoudigweg ongeopende bloemknopjes
van de kappertjesplant.
Dat is een struikvormige plant met breed uitgroeiende takken tot één meter wijd.
In het wild komt deze plant veel voor in het gehele Middellandse Zeegebied,
waar hij met zijn mooie grote (tot 5cm) witte bloemen de aandacht van de vogels
trekt tussen de rotsen waar hij het best gedijt. Het eilandje Pantelleria
(tussen Sicilië en Tunesië) schijnt de beste kappertjes te herbergen.
De kappertjes worden geklasseerd volgens grootte, en men gebruikt
daarvoor de meest poëtische Franse namen.
Ik ga die nu niet allemaal opsommen, maar qua reputatie staan
de “nonpareilles” op het hoogste schavotje. Dat is de kleinste variant.
Sinds enkele jaren zien we in de delicatessenwinkels een grotere
soort met een steeltje eraan opduiken.
Misschien heb je die ook al gezien.
In Spanje zijn ze courant te koop in elke supermarkt.
Let wel, dit is geen ongeopende bloemknop maar de onrijp
geplukte vrucht van dezelfde kappertjesplant,
doorgaans noemt men dit de cornichon de câpres ,
of de kappertjesaugurk. Meestal laat men het steeltje er aan.
Dit zijn de allergrootste, met een steeltje en ze zitten vol met zaadjes.
De kleine kappertjes zijn wel het duurst, en het meest gewaardeerd.
Kappertjes zijn dus gesloten bloemknopjes.
Vers gegeten is er eigenlijk weinig aan.
Ze bezitten caprinezuur, dat op volle sterkte onaangenaam
naar bok ruikt.
Waar staat de bok, ma? Ik kan hem al tot hier ruiken.
In combinatie met de ingrediënten voor de opleg komt de echte smaak
wel vrij. Kappertjes hebben dan een blauwgroene kleur en een
frisse, zurige smaak.
Net als olijven moeten ze geconserveerd worden, anders zijn ze
te bitter om te eten.
Ze worden meestal eerst wat gedroogd en daarna ingelegd
in vaten met grof zout of gepekeld en in wijnazijn ingelegd,
soms zelfs in olijfolie.
Kappertjes bewaren is geen enkel probleem zolang je er maar voor zorgt dat
ze steeds onder de vloeistof blijven, zodat ze niet uitdrogen.
Voeg nooit azijn of iets dergelijks toe aan de pot want dan vermindert
de smaak zienderogen.
De cultuur van kappertjes en de vruchten is een zeer arbeidsintensieve en fragiele
onderneming. Er wordt in het begin van de zomer dagelijks ’s morgens voor dag
en dauw geplukt en gesorteerd, alles met de hand.
De bloemknoppen worden geplukt en dan in de zon te drogen gelegd
(vandaar dat ze in België niet geteeld worden).
Daarna kan men ze dan inmaken in pekel met azijn of in zout.
De kappertjes in zout zijn perfect houdbaar buiten de koelkast.
Op die manier kunnen ze ten minste een jaar op kamertemperatuur worden bewaard.
Bereid je een saus die een lange kooktijd nodig heeft, dan hoef je geen zout toe te voegen,
het zout van de kappers is ruim voldoende.
Jullie weten nu ongeveer alles over kappers en kappertjes.
Kan er iemand, na al deze uitleg, zeggen waarbij kappertjes behoren?
Zijn het groenten, fruit, kruiden, specerijen of nog iets anders?
Als je het zeker weet, wil het me dan doorsturen aub (via reactie onderaan rechts).
Hoog tijd om het passende gerechtje te bereiden: baars met kappertjes.
Gemakkelijk en heel snel klaar. Zuiders lekker.
Ingrediënten voor 2
bereiding
400g visfilet: kabeljauw, baars
schik de vis in een diep bord en kruid met peper
peper
Giet de wijn over de vis en dek af
10 cl witte wijn (of Spaanse cider)
Zet de schotel in de microwave, 2’ niet te hard
olijfolie
Mix intussen de kappers, gesneden olijven,
2 el kappers
ansjovis, olie, roer tot een dikke saus
2 el olijven zonder pit
Doe de gesneden peterselie erbij
2 el ansjovisfilets
Haal de vis uit de microwave, doe bereiding erbij
1 el verse platte peterselie
zet schotel terug in de microwave voor nog 2’
1 el dille
Strooi de gesnipperde dille erover
1 citroen, in schijfjes
Garneer met schijfjes citroen
look
In de keuken wordt de voorverwarmde vis en de mix van de andere ingrediënten
samengebracht op een bord.
Na de tweede opwarming, met de Mediterrane mix erbij, mag het op de tafel.
Ondertussen is er een superlekker Huysentruyt sausje bijgemaakt,
met hoofdzakelijk gelijkaardige bestanddelen: tomatensaus met kappertjes.
ingrediënten voor 2
bereiding
2 tomaten
tomaten in blokjes snijden
olijfolie
olie in een diepe pan doen
1 ui
snipper de ui en fruit hem in de olie
2 lookteentjes
voeg er de gesnipperde look aan toe
zwarte olijven (zonder pit)
doe de tomatenstukjes erbij
pezo
voeg de gesneden olijven toe
ansjovis in olie uit een blikje
kruiden met pezo
kappertjes
snij de ansjovissen in kleine stukjes, voeg ze toe
scheutje witte wijn of Spaanse cider
doe de kappertjes in de pan en roer goed
beetje tapenade
voeg een scheutje wijn toe, (en de tapenade)
(zie tomaten-komkommersla)
als de tomaten gaar zijn, doe de saus op borden
eventueel een lekje basilicumolie
leg er de rest bovenop (stuk vis of vlees)
nog decoratiepeper à la vie d’artiste en serveer
De saus maakt het gerecht compleet. Zuiders en lekker.
Met platte peterselie uit de plantenbak.
07-08-2010, 00:00 geschreven door grob
tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba
Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw
tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland
discrete blik achter de schermen in Segovia
beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo
aan het werk in hoteltuin in Alberic
aan de Groenplaats met Seniorennet
met vrienden in El Palmar (Valencia)
catamaran van Tarifa naar Tanger
lunch in Parador van Arcos de la Frontera
Viking van de Geiranger fjord