aantal kliks op deze blog
de daders: Greta en boB = grob
Organisation de loisir agréable et blabla amical
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica
zeer interessante links vind je hieronder
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.
koninklijke glasblazerij tegen Segovia
Expo Oostende voor Anker 2009
als smakelijk hapje in Valencia
fontein in Vejer de la Frontera
standbeeld Tio Pepe in Jerez
trol met Greta in Bergen (Noorwegen) (trol staat bovenaan)
met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao
m.a.w. de weblog van Greta en boB
de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB. Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet, ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.
03-03-2011
Noorwegen (1): starten in Dover
Al dikwijls hebben we met onze eigen (zweet)voeten gestaan op het meest
zuidelijke punt van Europa. Dat is natuurlijk, zoals vele toeristen weten,
aan de voet van de vuurtoren in Maspalomas, Gran Canaria.
Waarom eens niet het meest noordelijke toegankelijk punt van Europa gaan
bekijken?
Na enig aardrijkskundig zoekwerk blijkt dat de Noordkaap te zijn in Noorwegen.
De beste periode is eind juni/begin juli, omdat het dan niet te koud is, en ter plaatse
de zon niet ondergaat. Wie absoluut het noorderlicht zou willen zien, kan daar enkel
in de winter terecht. Wijzelf zien dat niet zo zitten, en geven in die periode dan toch
maar liever de voorkeur aan Spaanse zon.
Op 25 juni 2010 vertrekken we dan, naar het (heel) hoge noorden.
Opstaan om zes uur ’s morgens is heel lang geleden, en mijn oogleden wegen
zwaar.
Onze vrienden Luc en Gina brengen ons met de wagen naar het station van Brugge.
Bij de reisorganisatie MSC kunnen ze niet goed tellen (Italiaanse firma).
Voor de bus, die al onderweg is vanuit Limburg, en al een paar stops heeft gehad,
zijn er vier personen en tien valiezen teveel aan.
Een MSC vertegenwoordiger is niet aanwezig, in strijd met de afspraken.
De chauffeur heeft zelfs geen passagierslijst gekregen.
Fysiek kunnen wij beiden nog in de autocar.
Aan de zijkant van de bus is een slaapcompartiment voor een tweede chauffeur.
Onze bagage wordt daar ingepropt, boven op een matras.
Vier personen blijven staan, en wachten op een andere autocar, die intussen een
alternatieve route volgt.
De weg wordt door onze chauffeur vervolgd naar Calais, welbekend (vooral door
illegalen) voor zijn overtochten naar Engeland.
Op de reusachtige parking houden we een kleine break.
Na een kort bezoek aan de Engelse douane, te voet binnen en terug buiten,
kan de autocar de boot op.
We varen met de maatschappij “Seafrance”, die vorige week toevallig de kranten
haalde, wegens failliet…
Hopelijk heeft niemand van de (boze) bemanning hier vandaag de plug
uitgetrokken.
Het is hier een continu gaan en komen van ferry’s, van een viertal maatschappijen.
Hier eentje van P&O die gaat aanmeren.
Het is zonnig weer, maar niet op zee.
Als we de haven van Calais verlaten, worden de gebouwen
onmiddellijk in een mist gehuld, maar eens in Dover
klaart de hemel helemaal op.
Het cruiseschip is de MSC Opera. Elk dek heeft de naam
van een of andere opera.
Wij zitten en liggen in een kajuit op dek 9, het “Norma” dek,
met twee aparte bedden.
Aan boord worden we onmiddellijk verpakt als kerstgeschenk,
met strikjes en al... Grapje natuurlijk.
We moeten vanzelfsprekend vóór de afvaart de wettelijk
bepaalde reddingsoefeningen uitvoeren.
Allemaal op een hoopje door elkaar, onder toezicht van een blondje.
De veiligheidsmaatregelen zijn enigszins anders dan in een vliegtuig.
Onthou vooral dit: het belangrijkste voor je redding, bij het zinken van het schip,
is dat je je hoorapparaat in je rechterhand neemt, en dat verbindt met de luidspreker
op je borst.
In je linkerhand neem je een geschilde wortel, die als ontbijt dient, voor als je in het
zeewater bent beland.
Het is al een tijdje geleden nog dat ik in Dover was.
Het doet goed om de skyline nog eens te mogen bekijken, vooral in dit heerlijke
weertje.
Ook de andere passagiers hebben hun kerstverpakking afgeworpen en genieten
volop.
De sfeer is ontspannen en op het bovenste dek kan iedereen met volle teugen
de Engelse lucht inademen. Het grootste deel van de passagiers zijn Italianen.
Van Seniorennet zijn er ook ruim honderd passagiers meevarend, wij inbegrepen.
Het is zo geregeld dat deze groep samen zit in één restaurant, waar geen Italianen
in de buurt zijn, om de decibels wat te beperken.
Een klassiek plaatje is dit natuurlijk: de witte klippen van Dover en een drietal
ferry’s, samen gezellig op de foto.
De sfeer is nu totaal relaxed, en de grootste heethoofden koelen
zichzelf al af in de zwembaden, nog voor de afvaart.
Aan de buitenkant van dit bovenste dek is rondom een
breed wandelpad, dat ook gebruikt wordt om te joggen.
Beneden aan de witte klippen staan de eerste (of laatste) huizen
van Dover.
De benedenverdiepingen worden meestal ingenomen door winkels,
banken en restaurants.
Gelukkig zitten we op een veilige afstand en hebbenwe daar geen last van.
In de haven staat er een leuk vuurtorentje overeind,
aan het einde van de pier, waar je als voetganger naartoe kan.
Achter het raampje boven kan je een glimp opvangen
van een ook al klein vuurtorenwachtertje.
Aan de andere kant van de haven ligt nog een cruiseschip,
toch wel enkele maatjes kleiner dan de Opera.
Het vervelende van een (weliswaar ultrakort) verblijf in Engeland is dat het daar
nog altijd een uur vroeger is. We komen net op tijd te weten dat in het officieel
gedrukt programma alles in Engelse tijd staat.
Uren van diner, showprogramma’s enzovoort zorgen voor verwarring aan boord.
Het kasteel van Dover torent boven de zomerse bomen uit, en doet me sterk
denken aan de Londense Tower.
Tijd om uit te varen. Met een stevige claxonstoot geeft de stuurman van de Opera
het teken. We varen de haven uit, en genieten een laatste maal van de witte klippen.
De Opera zet definitief koers naar Noorwegen.
Om niet verloren te varen worden we tot Zuid Noorwegen begeleid door een loods
van de Dover Pilot Harbour Patrol, die de weg kent en de flitspalen weet staan.
Anderhalve dag op zee nu, met alle naalden van het kompas op 12 uur.
03-03-2011, 00:00 geschreven door grob
18-02-2011
Spelen in de zandbak
Toen we nog jong en pril waren speelden we allen graag in de zandbak.
Iedereen weet dat het leven een kringloop is en dat uiteindelijk alles terugkomt.
Vandaar de onweerstaanbare drang van de Vlaamse vrienden van de costa
om zich een ganse dag, te verenigen aan, in en rond een ruime bak met zand.
Door wat vroeger ellebogenwerk heette, en nu veel geleerder “lobbying” wordt
genoemd, kunnen we daarvoor terecht in de Camping ‘Marbella Playa’ in Marbesa.
Vooral de dames laten zich van hun beste zijde zien, sommigen al voorzien van een
‘aperitif maison’.
We gaan niet zomaar in het zand spelen. Er staat een competitie op het
programma, die een ganse dag zal duren, waarbij de bollen gezwind zullen rollen.
Vóór het uitpakken van de bollen past het natuurlijk om een natje en een droogje
in de keel aan te brengen.
Het ‘aperitif maison’ is hier een populair drankje, en het is straf ook.
Het wordt zoals altijd bereid door Rose, standvastig winterbewoner
van de camping.
Wanneer alle keelgaten gevuld zijn met het eerste vocht,
geeft Voorzitter Frans Kegels het officiële startschot
voor de plechtige Bolympische Spelen.
Drie-twee-één en KNAL!!
De ploegen zijn geloot en de titanenstrijd kan beginnen, op drie petanquebanen
tegelijk. Achter de omheining komen ook stilaan de supporters te voorschijn.
Sommigen hangen als hooligans in de draad, maar de Bolympische spelers
laten zich niet snel afleiden.
Voor sommigen is het de eerste kennismaking met deze sport, en deze personen
begeven zich wat onwennig over het terrein.
Het reglement is toch niet voor iedereen even duidelijk.
Eén speelster (niet blond!) tracht zelfs het doelballetje (de ‘cochonnet’) te gaan
raken met een kop koffie in plaats van met een metalen bol.
Het is hier duidelijk te zien dat ze (terecht) wordt teruggefloten door de
medespeelsters.
De Voorzitter doet vergeefse pogingen om te trachten het aantal bollen te tellen
die in deze situatie op de grond liggen. Je voelt en ziet de opperste concentratie.
Vergeefse moeite Frans! Het zijn er al zes, maar er komen er nog bij.
Niet tegenstaande een beperkte wiskundige kennis, deinst de Voorzitter er niet
voor terug om zijn handen (en knieën) vuil te maken in de zandbak.
Hier bewijst hij dat hij perfect de afstand kan meten tussen twee bollen,
handig gebruik makend van een doordeweekse doorweekte schoenveter.
De organisatie heeft alles voorzien, zelfs een werkman van de gemeente
om regelmatig de zandbak schoon te vegen.
Hier zie je de Spaanse zandveger in volle actie, het zand ophopend
in een aantal hoeken en kanten. Achteraf blijkt de borstel volledig
afgesleten, en twee personen worden als vermist opgegeven.
Waarschijnlijk weggeveegd en bedolven onder een zandophoping.
Intussen gaat de spionkop achter het speelveld geweldig te keer.
De gespannen zenuwen komen acuut tot uitbarsting.
De adrenaline bereikt zijn hoogste peil en staat op het punt te exploderen.
Slechts één supporter onthoudt zich van hooligangedrag.
Er wordt wel over gewaakt dat Fifi niet op de speelvelden komt.
Een onbewaakte hond in de zandbak zou kunnen leiden tot toestanden met bollen,
en dus handen, waarvan de smeuigheid iets te groot is.
Na de eerste rondes van het kampioenschap is het tijd om de spieren wat rust
te gunnen, en plaats te nemen aan tafel. Bij het kampioenschap van vorig jaar
hadden we een lekkere lunch in dit restaurant van de camping.
Hoewel het resto “Le Gourmet” heet, en uitgebaat wordt door een Belg uit Bouillon,
kan ik er kort over zijn: wat op mijn bord kwam was niet het beste dat ik deze week
mocht eten. Ik kan me natuurlijk niet uitspreken over de andere
keuzemogelijkheden, want die heb ik niet geproefd.
Binnenkort gaan we terug voor de volgende sessie van het kampioenschap,
en de kwaliteit van de lunch zal opnieuw beter zijn, naar verluidt.
Er zal eerst een (communautaire) bemiddelaar of verduidelijker worden op
afgestuurd, heb ik gehoord in de wandelgangen van de camping.
Terwijl we wachten op de volgende gang worden we vergast (maar niet letterlijk)
op een (kort) zingende kelner. Voor elke noot die hij zingt drinkt hij eerst
telkens een vol glas witte wijn om zijn keel te smeren.
Na de lunch hebben enkele vrienden last van de maag,
zoals Robert hier. In de achtergrond kan zijn vrouw Denise
gelukkig terecht bij Rose, de all-round-camping-vrouw.
Ze tovert onmiddellijk een dubbele Dafalgan uit haar apotekersdoos .
Het slachtoffer is niet meer in staat om verder aan de competitie deel te nemen.
Enkele uren later pas wordt hij teruggevonden, in de bar aan de tapkast,
omringd door enkele lege glazen whisky.
Vandaag mocht ik gelukkig vernemen dat zijn maag opnieuw aan de beterhand is.
Het spel wordt intussen keihard voortgezet door de overlevenden.
Alle dames zetten allemaal hun beste beentjes, struikjes en bollen voor.
The show must go on.
Uiteindelijk blijven er twee koppels over om de Grande Finale te betwisten.
Het reglement voorziet dat je of een snor of een baard moet hebben om
de finale te mogen spelen. De keuze is dan sowieso al beperkt tot vier spelers.
Ik wordt uitgeloot om met Roch te spelen, de man van Rose, grote
campingorganisator en thuisspeler, in de eigen zandbak.
Hij weet elk zandkorreltje liggen.
Mee hierdoor slepen we de overwinning in de wacht. Hier zie je de toestand na
het ultieme winstpunt. Enige twijfel neemt even bezit van de verliezers,
maar secretaris en tevens medeorganisator Lieven ziet dat het goed is,
zelfs met de handen in de zakken.
De kogel is nu volledig door de kerk en de bol is door de camping.
De grote proclamatie en prijsuitdeling verloopt heel vlot, eens het zware rekenwerk
achter de rug. Iedereen die nog aanwezig is (het is al zeven uur ’s avonds) ontvangt
een vochtige prijs, verpakt in glas.
Tot slot krijgen we nog een goede raad van de restaurantuitbater!
Waarschijnlijk bedoelt hij “the end of the world”.
Die fout had je niet gezien hé!
18-02-2011, 00:00 geschreven door grob
06-02-2011
KOKENETEN: straffe blik naar het Oosten
Moet je nu “kerrie” zeggen, of “curry”?
Het is heel eenvoudig. Met kerrie(poeder) maakt men een curry(gerecht).
Engelsen zijn ook al eeuwen vertrouwd met verschillende soorten curries , wegens
hun koloniale traditie in India. Je kunt stellen dat voor Engelsen (en anderen)
curries dezelfde betekenis hebben als stoofpotjes voor ons.
Een curry is altijd gebaseerd op Indische kruiden.
De samenstelling van het gekende gele kerriepoeder varieert sterk.
Alleszins moeten er de volgende specerijen in verwerkt zijn:
In varianten van kerrie kunnen dan nog de volgende ingrediënten toegepast worden:
anijs , foelie , kaneel , cayennepeper (of andere scherpe pepersoorten),
fenegriek , nootmuskaat , zwart mosterdzaad , maanzaad , venkel .
Gerechten met kerrie zijn oorspronkelijk afkomstig uit India, waar de nodige
specerijen alle dagen opnieuw weer gemalen worden tussen twee stenen.
Dit malen en mengen behoort tot de oudste historische tradities in India.
Toch kan de kerrie, zoals die nu gemaakt wordt, met een meer of minder grote
hoeveelheid rode hete peper, pas gecreëerd zijn na de ontdekking van Amerika
door de Spanjaarden. De rode capsicum peper komt van daar.
In sommige streken zoals Bombay (= Mumbai) en Madras, maakt men het
mengsel extra scherp door er veel rode peper aan toe te voegen.
In het noorden van India is het mengsel wat zachter.
Een Bombays kerriemengsel wordt open-mond-kerrie genoemd, omdat
men naar adem moet happen bij het nuttigen ervan. Hoe heter het klimaat,
des te groter de behoefte aan sterke specerijen, omdat die niet alleen de
spijsvertering stimuleren en daardoor de kans op darminfecties verkleinen,
maar ook om het transpireren te bevorderen wat verkoeling geeft.
Spanjaarden eten meer pikante stuff dan Noren natuurlijk.
I n de loop der tijden zijn er vele, zoniet ontelbare, soorten kerrie bedacht
vanuit India. Om een klein beetje orde te scheppen in de chaos is kerrie
opgedeeld in: Mild, Curry, Madras, Vindaloo, Phall. Telkens is elke stap
iets scherper dan de vorige. Vindaloo en Phall zijn voor ons Westerlingen
niet echt aan te raden gezien de scherpe smaak!
Naast de zeer gekende gele kerrie is in Thailand en India ook rode kerrie
in gebruik. De rode kleur in deze kerrie is afkomstig van rode pepers.
Omdat de kwaliteit van de kerriepoeders in de kleine glazen potjes zoals wij
die kennen, niet te vergelijken is met echte kerriemengsels, worden er nu ook
veel kerriepasta’s verkocht in supermarkten. Deze pasta’s komen qua smaak
veel dichter in de buurt van de traditionele bereidingen. Aan te bevelen in plaats
van poeder!
Kerriepoeder moet eerst gefruit worden in vetstof voordat het zijn volledig aroma
kan afgeven. Bij de bereiding van een verse "curry" wordt ook meestal ui, knoflook
en gember gebruikt. Als afwerking voegt men limoensap toe en yoghurt.
Toevoeging van kokosmelk, een heel goede gewoonte, komt uit Maleisië en
Indonesië. De "curry" krijgt er een echt exotische tintje door en de kokosmelk
verzacht ook de smaak.
Het receptje dat ik bereid met kerriepoeder vermeldt ook “beurre manié”.
Dat klinkt heel ingewikkeld en moeilijk, maar het is de eenvoud zelf:
meng gelijke hoeveelheden boter en bloem goed door elkaar, en het is klaar.
Het is de eerste keer ooit dat ik dit maak. Het heeft voor mij hetzelfde effect als voor
Mozes die op de berg de stenen tafelen met de Tien Geboden ontvingt, midden in
een bliksemflits. Alles wordt verblindend wit licht rond het mirakel!!
Bekomen van deze grote emotie komt de chef terug met de voeten op de grond,
en met de handen rond de beurre manié.
De rest van het recept van kerrievlees met champignons vind je hier:
ingrediënten voor 4
bereiding
600g varkensvlees (hespengebraad)
het vlees in kleine plakjes of reepjes snijden
2 el bloem
bloem vermengen met pezo, kerrie en look
pezo, ev. andere kruiden
het gesneden vlees met dit mengsel bestrooien
3 tl kerrie
de sjalotjes fijnhakken en in heet vet licht fruiten
2 lookteentjes, fijngesneden
het vlees in de pan doen en de stukjes aanbraden (in 2 maal)
2 sjalotten
doe dit op heet vuur, en onder voortdurend roeren
2 el olijfolie
met de witte wijn blussen en de boeljon erbij gieten
1 glas witte wijn
dit alles 15’ zachtjes laten koken met het deksel op de pan
¼ l vleesboeljon
intussen bloemboter bereiden (beurre manié)*
(20g boter en evenveel bloem)*
de geknede beurre manié (of instant roux) erdoor roeren
1/8 l room
doe dit beetje bij beetje en voorzichtig roeren met een spatel
de saus op smaak afmaken met kruiden
250g champignons
tot slot de room er door roeren
het kerrievlees opdienen met rijst of pasta
aan te raden met (gegrilde) champignons
Het eindresultaat ziet er Oosters uit, vooral met de gekookte rijst er bij.
Nauwelijks staat het “gele gevaar” op de tafel of Greta wil alles proeven.
Gelukkig voor de kok is het een meevaller.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 149.
06-02-2011, 17:48 geschreven door grob
26-01-2011
Valencia (4): El Parque Natural de Albufera
Als je naar Valencia rijdt langs de A7, zie je tientallen kilometers ervoor en erna
niets anders dan bomen met citrusvruchten: sinaasappels, citroenen, mandarijnen,
pomelo’s, clementines, limoenen, pompelmoezen enzovoort.
Valencia is ook gekend voor de Paella Valenciana , maar daar kom ik later op.
Ik kan u verzekeren dat het plaatselijk een stevige traditie inhoudt, zie foto hierbij.
De streek is heel rijk aan water, wat toelaat die miljoenen citrusbomen te irrigeren.
Het gebied grenst aan de Middellandse zee, maar er is zoveel zoet water
voorradig, dat men al zeer vroeg hiervan gebruik maakte om massaal rijst
te kweken.
Slechts enkele kilometers ten zuiden van het Calatrava-complex zit je in een
andere wereld: rijstvelden zover je kunt zien.
Het is een van de grootste zoetwaterbekkens van Spanje. Elke winter wordt een
massa water aangevoerd vanuit de Turia rivier, die Valencia bespoelt.
Het beschermde park is 20 000 ha groot, en is nog maar een fractie van vroeger.
In het rustige, slaperige dorpje El Palmar heb je toegang
tot het watergebied La Albufera.
Niet te verwarren met Albufeira in de Algarve (Portugal),
waar evenveel discoteken zijn, als hier reigers.
Het dorpje is heel eenvoudig te bereiken, met de wagen
of het openbaar vervoer.
In El Palmar zijn enkele kanalen gegraven,
die verbinding maken met de zee.
Langs die kanalen liggen de eenvoudige bootjes
van de vissers.
Stilaan, en niet fanatiek, wordt hier een infrastructuur
uitgebouwd om inkomsten te verwerven uit het (water)toerisme.
Sommige vissers beginnen hun bootjes te gebruiken om in het gunstige
seizoen toeristen rond te varen op het meer.
Wij worden zelf benaderd door ene Luis, die een bootje heeft, en actief
naar klanten zoekt. Normaal gaan de toeristen in een iets grotere boot met
zijn twintig het meer op voor 4€ per kop. Voor die prijs mag ook het lijf mee.
Luis stelt ons voor om voor 20€ een privé-tocht te doen, met hem als gids.
Dat is maar een eurotje meer, en het garandeert een privé-rondvaart.
Het is trouwens op dit uur nog te vroeg voor de grotere boot.
In Spanje komt alles wat later op gang natuurlijk.
We moeten nog even wachten, want Luis moet zijn boot nog uit zijn slaap halen.
Even later kunnen we vertrekken, en Luis stuurt het Perello-kanaal op,
weg van de zee.
Onderweg passeren we regelmatig vissers, die ons vriendelijk toewuiven.
Waar het kanaal uitmondt in het meer, zijn visgronden, waar paling wordt gevangen.
Deze vis, de anguila , is wel dunner dan de Belgische variant.
De vis wordt gevangen in fuiken, en alles is heel kleinschalig. Er is in het verleden
al zoveel oppervlakte van dit gebied ingepalmd voor andere bestemmingen, dat
de status van nationaal park nu toch garandeert dat er niet meer aan gemorreld
wordt, en alles blijft zoals het is.
Er is een uitgebreid vogelleven in het park, zowel met residentiële vleugelaars,
zoals reigers en ooievaars, als trekvogels.
De vertegenwoordigers van deze laatste groep kunnen hier in alle rust hun buikje
vol eten in de rijstvelden en rond het meer.
Ongeveer 250 verschillende vogelsoorten zijn al officieel geteld door het
ornithologisch centrum. Soms verblijven er 100 000 vogels tegelijk in het park.
Als we het kanaal verlaten hebben, stuurt Luis zijn boot het meer op.
De diepte van de plas varieert van één meter tot 2,5 meter.
Op sommige plaatsen staan rijen huisjes langs de oever, de zogenaamde
barracas .
Aan het einde van de Reconquista ( de herovering van Spanje op de Moren)
hadden de verslagen moslims twee keuzes. Ofwel moesten ze zich bekeren,
ofwel moesten ze het land uit.
Toen was het wel eenvoudiger en drastischer dan vandaag.
Diegenen die wilden blijven, werden enkel nog getolereerd in de meest barre
streken, zoals de Alpujarras in de Sierra Nevada, of hier in deze toen desolate
moerassige streek.
Als je goed kijkt, dan zie je op de nok van elk dak een kruisje staan. Dat toonde aan
dat het huis werd bewoond door moslims die (zogezegd) bekeerd waren.
Na een tocht over het meer varen we terug door het kanaal op weg naar de
aanlegsteiger.
Luis heeft ons nu al zijn anecdotes verteld gedurende de 45’ op het meer.
Dit is weer een heel prettige ervaring die achter
de rug is, onder de ideale omstandigheden.
Bedankt weergoden, bedankt Luis.
En de pret is nog niet over. El Palmar staat er voor bekend
dat men er de beste paella’s van Spanje serveert.
Het is trouwens de geboorteplaats van dit befaamde gerecht.
We informeren Luis dat we hier graag paella willen eten.
Hij wil ons begeleiden naar het beste paella resto
van El Palmar, waar een vriend van hem chef is.
Vlak in de buurt van het resto neemt hij nog een foto
aan een lokale barraca .
De daken van deze historische woningen zijn natuurlijk van riet,
want daar heeft men genoeg van, en het was vroeger dus
de goedkoopste oplossing voor de arme bevolking.
We belanden in een typisch Spaans restaurant, waar alle muren bedekt zijn met
azulejos , kleurige tegels die de rol overnemen van schilderijen,
maar wel beter afwasbaar.
Op deze azulejo staat bijvoorbeeld een antieke “trilladora” afgebeeld.
Dat is een bescheiden fabriekje, waar de rijstkorrel wordt gescheiden van de
omhullende pel. Tegenwoordig gebeurt dat via elektrische motoren, maar vroeger
ging dat met de hand via een draaikruk.
Het is bijna vanzelfsprekend dat de paella hier is ontstaan. Honderden jaren
geleden hadden de plaatselijke bewoners niet veel om tussen de lippen te steken.
Altijd rijst natuurlijk, maar wat als garnituur?
De meesten hielden kippen voor het vlees en de eieren.
Daarenboven zaten er nogal wat eenden op het meer.
Ook heel lekker, als je ze kunt pakken.
In de duinen van de Albufarra zaten de konijnen rustig het duingras op te knabbelen.
En dan nog de slakken met hoofddeksel. Zelfs makkelijker te vangen dan konijnen.
Dat werden dan de hoofdingrediënten voor de Paella Campesina , de enige echte
originele boerenpaella.
Echte Paella Valenciana wordt in een grote pan boven houtvuur klaargemaakt
alleen dus met volgende ingrediënten: rijst, kip, konijn, eend, slakken (baguettes),
jonge sperziebonen, tomaten, olie, zout, saffraan, rood paprikapoeder en water.
Op onze foto kan je inderdaad al deze ingrediënten terugvinden.
Opdracht: zoek de slakken.
Als voorgerecht nemen we paling, dan paella voor vier en dan nog een stuk taart.
Van de paella hebben Greta en ikzelf bereidwillig de lokale slakken afgestaan
aan onze vrienden. Je moet iets over hebben voor de vriendschap.
De meeste paella’s in Spaanse restaurants zijn “toeristenpaella’s” : slakken worden
(voor het uitzicht) meestal vervangen door gamba’s, en eend of konijn kan al eens
ontbreken.
Vandaag is het rustig in El Palmar, maar in het weekend komt half Valencia (derde
stad van Spanje) hier paella eten.
Na de heerlijke lunch maken we nog een wandelstop in El Saler (zie kaartje
bovenaan).
Parkings zijn uitgebreid, veelvuldig aanwezig, en netjes aangelegd.
Alle stranden zijn kraaknet, en worden vooral gebruikt door Spaanse
vakantiegangers.
Internationaal toerisme staat nog in zijn kinderschoenen in Valencia.
Dat is wel aan het veranderen door Calatrava, door het Formule 1 circuit
en door de nieuwe jachthaven, gebouwd voor de start van de America’s Cup.
We kuieren helemaal rond een groot zoetwatermeer dat door een lange duinenrij
van de Middellandse Zee gescheiden wordt.
De dames zijn niet meer te houden en gaan zelfs tot aan het strand en de zee.
Het is hier een prachtige streek.
We gaan een volgende keer zeker nog in Valencia verblijven.
We’ll be back.
En dan nu naar Marbella.
Ik had nog meer foto's, maar Seniorennet knipt af op 20 stuks.
Misschien verbetert dat nog wel.
26-01-2011, 00:00 geschreven door grob
19-01-2011
KOKENETEN: Boeuf Miroton, uit de streek van Lyon
Iedereen die al ooit gekookt heeft kent vanzelfsprekend deze goudkleurige bollen.
Vandaag ga ik ze inbouwen in een Boeuf Miroton , een gerecht uit de streek
van Lyon, een streek in Frankrijk waar elke lekkerbek likkebaardend verblijft
of doortrekt.
Deze sympathieke bollen hebben misschien wel een paar geheimpjes die ik
graag even in het daglicht wil brengen.
De ultrakorte naam ui (ook wel ajuin genoemd in Zuid-Nederland en Vlaanderen,
en siepel in Noord-Nederland) vertegenwoordigt een plant uit de lookfamilie .
De ui is een bolgewas en is verwant aan prei , bieslook en look .
Deze gewassen slaan voedsel op in een bol die de winter in de grond overleeft.
Daardoor kunnen ze in de lente snel boven de aarde komen en bloemen vormen
en zich voortplanten. Bolgewassen bevatten daarenboven veel suiker ,
waardoor ze niet snel doodvriezen en lang zonder voedsel kunnen.
Uit geschriften van 3000 v.Chr. blijkt dat de ui voor het eerst in delen van Azië
werd verbouwd. Vanuit India is de ui naar Griekenland en Egypte gebracht.
De piramidebouwers kregen uien als rantsoen.Uien werden ook in graftombes
gelegd voor in het volgende leven. Ze waren tegelijkertijd voedsel en medicijn
tijdens de reis naar het hiernamaals. Ook zou de schil door de structuur gezien
worden als een symbool van eeuwigheid .
Uien werden ook door Grieken en Romeinen gebruikt.
Uien hebben een sterke smaak en geur, die verminderen bij verhitting.
Ze hebben een papierachtig buitenste vel over een gelaagde kern.
Ze worden wereldwijd gebruikt in de keuken, en bestaan in allerlei
vormen en kleuren.
De gele ui wordt bij ons het meest geteeld, heeft een
goudgele huid, voelt stevig aan en is van binnen wit.
Het is de klassieker die onder koks zeer populair is
om mee te koken, te stoven of te bakken.
Onderaan in het midden op de foto hangt de Franse ui,
platter dan de gele.
Hij is ook iets fijner van smaak, en gaat al naar de sjalot.
Rechts zie je de witte ui, die we veel gebruiken in Spanje:
heel zoet en lekker, maar hij wordt vlug rot.
De rode ui, helemaal links, wordt meestal gebruikt in salades,
héél fijn gesneden in ringen of duxelle.
Uien zijn niet alleen een groente , maar ook een smaakmaker.
Meestal worden hier Spaanse uien voor gebruikt, omdat die
een hoger drogestofgehalte hebben.
In de boeddhistische keuken worden uien vermeden, vanwege
de geur en de vermeende lustopwekkende werking.
In de Aziatische keuken vind je hem dus minder.
Hoe Spaanse uien er uit zien, kan je hier bekijken op de foto.
Het zijn de kolossen onder de ajuinen.
Ze zijn perfect kogelrond en de diameter is tussen de acht
en de negen centimeter (heb ik net gemeten).
In de Supermarkt zitten ze hier altijd in een netje van vier op een rij.
Joost of José mogen weten waarom.
De meeste exemplaren hebben een scherpe smaak en geur
die onze ogen bij het snijden ervan zelfs tot tranenproductie aanzet.
Bij het doorsnijden van de cellen in de ui met een keukenmes
worden er zwavelgassen gevormd.
Wanneer dit gas in contact komt met de ogen vormt het
met het oogvocht een zwavelzuurverbinding,
dat de zenuweinden in het oog irriteert. Hierdoor gaan de ogen tranen.
TIP: het tranen is te voorkomen door ze in de koelkast te bewaren, of door
ze onder water te schillen (wat me persoonlijk niet zo praktisch lijkt).
Een lekker voor- of tussengerechtje zijn gepaneerde en gebakken uienringen,
gemaakt van Spaanse ajuinen (omdat het grote exemplaren moeten zijn).
Terug in de keuken en naar een lap rundvlees.
Ik ga dus een “Boef Miroton” maken, met “Lyonnaise saus ”.
Hier is het schitterende recept voor 2 personen, uit een oud kookboek:
ingrediënten voor 2
bereiding
500g rundvlees (platte bil, rumsteak)
kook het vlees in water (altijd 1 kg = 1 uur)
2 uien
houd de boeljon bij voor de Lyonnaise saus of voor soep
20g boter of olijfolie
snijd alle uien in plakken, laat ze in het vet glazig worden
paneermeel
verwarm de oven voor op 200°
2 el gehakte verse peterselie
leg de helft van de uien in een platte vuurvaste schotel
1 el gesmolten boter
snijd het warme rundvlees in plakken van 1,5 cm dik
verdeel het over de uien in de ovenschotel
Lyonnaise saus:
strooi er het paneermeel en 2/3 van de peterselie over
2 uien
giet de gesmolten boter erover
30g boter (of olijfolie)
zet het nog 10’ in de oven, eventueel met grill
1 el maïzena
giet er de Lyon saus over en dien op
1 glas wijn
1 glas water
Lyonnaise saus:
1 schepje vaste of ¼ l kalfsboeljon
laat de rest van de uien glazig worden in de boter of olie
(of boeljon van het gekookte vlees)
doe de wijn en de boeljon erbij en breng dit aan de kook
pezo
doe er de maïzena (express) bij onder voortdurend roeren
citroensap
als de saus is ingedikt, breng op smaak met pezo en citroen
lekker met gekookte peterselieaardappelen (1/3 peterselie)
Wat zou er in deze pot kunnen zitten?
Volgens de vermeldingen in het kookboek heb ik dit receptje al eens bereid in
1975, 1989, 2003 en misschien nog wel eens. Je kunt hier zien dat ik de
kookboekrecepten bewerk, om te komen tot iets dat iedereen foutloos kan
gebruiken. Grijp je kans.
De beginnende kok is aan het denken wat er toch nog fout kan lopen.
Bij de afgewerkte Boeuf Miroton horen nog wat (diepvries)groenten en
gepersilleerde aardappelen.
Een fles rode Jacobs Creek zal alles vlot naar binnen spoelen.
De Miroton is geen boeufje om zonder handschoenen aan te pakken.
Het beestje is tot op de tafel geraakt, en het mag nu wat uitblazen…
…maar niet vooraleer het overgoten is met de overheerlijke Lyonnaisesaus.
De overgebleven uien kijken er met verstomming naar.
Hun beurt komt nog wel.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 115.
19-01-2011, 00:00 geschreven door grob
11-01-2011
Valencia (3): van Calatrava naar Carmen
De volgende dag in Valencia blijven we eerst nog even
in de buurt van Calatrava.
Een paleis dat nog niet volledig is afgewerkt, is het gebouw
van de opera en de andere kunsten, gewijd aan en genoemd
naar koningin Sofia.
Hoewel de constructie een aantal gelijkenissen vertoont met
het kapsel van koningin Fabiola is er dat verschil: het laatste
is al wel enige tijd definitief afgewerkt en gebetonneerd.
Als je nauwkeurig kijkt, merk je een vijftal acrobaten
hun werk doen aan de zijkant en bovenkant van
het impressionante gebouw.
Aan het Calatrava-complex is ook een dierenpark verbonden, met uitsluitend
vliegende en zwemmende fauna. Iets met vier poten mag hier niet binnen.
Hier zitten we bij een afdeling zeekoeien. Ik denk dat er in Spanje
meer zeekoeien te vinden zijn dan gewone koeien.
Ofwel is er ergens een koeienstreek die we nog niet gevonden hebben.
Het aquarium van Valencia is het grootste van Europa. Je kunt het vergelijken met
Sea World in San Diego. Ook enkele buitenmaten van vissen drijven hier rond.
Wat je hier ziet is geen paddenstoel of een ontplofte binnenband van een
vrachtwagen, maar wel degelijk een vis, van ongeveer anderhalve meter lengte.
Alleen te bakken in een speciale XXL paellapan.
Niet echt moeders mooiste, maar misschien wel lekker.
In de tentoonstellingsruimte liggen een hoop fossiele haaientanden, van een
reusachtig kaliber. De grootste zou je kunnen gebruiken als gevaarsdriehoek.
Hier lopen we onder de eigenaar van zo een stel. Wel griezelig.
Er zitten massa’s haaien in de aquaria. Zoals in Sea World kan je
er onderdoor lopen door glazen gangen.
Hier heb je er eentje in profiel, op zoek naar een hapje.
De grootste van allemaal heeft uiteindelijk
zijn hapje gevonden.
Het loopt tegen de middag, en we stillen de honger in het plaatselijke restaurant
“Madriles”. Een toeristenval, zonder meer. Nooit doen.
In de namiddag gaan we het vogelpark bezoeken.
Bij het verlaten van het restaurant zien we een witte Calatravabol,
die dienst doet als een spectaculaire volière.
Midden in een waterplas zitten twee aalscholvers te nestelen.
Zelfs in oktober worden de eitjes uitgebroed.
Binnen in de witte bol zitten tientallen soorten vogels door elkaar.
Hier komen een lepelaar en twee rode, mij onbekende vogels, in close up.
In de witte bol, waarvan je bovenaan de driehoekige steunelementen ziet,
worden vogelvriendelijke biotopen nagebootst.
De gevederde vrienden, die geen natte poten willen, of die het operagebouw
willen bestuderen, vliegen omhoog en nemen plaats op boomtakken.
Na het bezoek aan de dieren, gaan we met een taxi naar de oude stad,
opnieuw tussen de mensen.
Het uitgekozen doel is de wijk El Carmen, het historische centrum.
Waar een lege muur is, wordt die gebruikt door artistiek verantwoorde graffiti.
Helemaal wat anders dan de vunzige boel die je vaak in Belgische steden ziet.
Zelfs Kamagurka heeft hier uitstekend muurwerk gepresteerd,
waarbij hij knipogend zijn vriendin een poepje laat ruiken.
Schouder aan schouder zitten twee bekende personen in de warme herfstavond
elkaar in evenwicht te houden, onder toezicht van twee bruingebakken puti’s.
Het lijkt er nu rustig en vredevol aan toe te gaan in het centrum van Valencia, maar
niets is minder waar. Probleem nr. 1: terwijl we met de taxi rondrijden merken we
dat er links en rechts enkele autofiles gevormd worden. De taxichauffeur informeert
ons dat er een betoging aan de gang is. Even later vermeldt hij terloops het tweede
verkeersprobleem: vanavond is er toevallig de voetbalwedstrijd Valencia -
Barcelona, twee toonaangevende clubs in de eerste divisie van Spanje.
En als je weet, wat voetbal in Spanje betekent, kan je je wel voorstellen dat het
verkeer niet honderd percent op rolletjes loopt.
Uiteindelijk komen we door de praktische stratenkennis van de chauffeur toch in het
centrum van de derde stad van Spanje.
De plaza de la Reina is een gezellig plein, met de juiste sfeer voor een herfstavond.
De Plaza de la Virgen is dan nog sfeervoller. We drinken een “Agua de Valencia”,
met zicht op de kathedraal. Agua de Valencia is Cava met een geutje vers geperst
sinaasappelsap, waar ze in Valencia genoeg van hebben.
Door een tijdelijk effect aan ons fototoestel kunnen we op dit plein de echte sfeer
niet weergeven. Er zijn een aantal echtparen, net gehuwd, met de dames in het wit.
Allemaal nog maagd, daarom komen ze natuurlijk naar de Plaza de la Virgen,
waarbij elk paar zijn eigen gevolg bij zich heeft van fotografen, videofilmers,
met complete uitrusting.
Ik heb een foto te pakken gekregen van mijn vriend Fernando Vanhoeke,
met slechts twee van die paren, maar er zijn er zeker twintig. Ze lopen mekaar voor
de voeten. Onvergetelijke sfeer is dit. We genieten op het terras met onze Agua.
En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s laat opladen,
kan ik er maar beter mee ophouden.
Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.
11-01-2011, 00:00 geschreven door grob
02-01-2011
KOKENETEN: Californische droom, groeiend aan een boom
Vorig gerecht was een “koolvis op Russische wijze”.
Het kookboek dat ik daarvoor gebruikte stamt trouwens nog uit de communistisch
Stalinistische periode.
Om de politieke stabiliteit in de wereld een beetje in evenwicht te houden,
voel ik me verplicht om ook, en snel, een gerecht te produceren uit de
kapitalistische wereld.
Mijn keuze is gevallen op “kip op Californische manier ”.
Californië is in de eerste plaats het summum van het kapitalisme.
Op zichzelf is/was deze USA-staat de achtste economische grootmacht
in de wereld!
Filmacteur Arnold Schwarzenegger, een lang geleden aangespoelde Oostenrijker,
is er nu al een heel aantal jaren de gouverneur, met dank aan de filmstudio’s.
Gevolg: Californië is nu virtueel failliet.
Maar ja, Arnie is toch de Terminator voor iets.
Hij moet toch ook in de gouverneurszetel zijn naam waar maken zeker.
Voor hemzelf is er niets aan de hand.
Hij kan gewoonterug naar de Hollywoodfilm, en mits een pondje plaasterig
oplapwerk en een dikke dosis make-up mogen we binnenkort
“Terminator 4” verwachten.
Zoveel koolvissen ze in Rusland hebben, zoveel perziken vind je in Californie, en ze
zijn wel gemakkelijker te vangen. Meestal worden ze gevangen gezet in een blik.
Jammer dat je de perzik bloem nooit te zien krijgt, want die is prachtig (zie boven).
De populaire ronde vrucht met veel vrouwelijke vormen kent natuurlijk iedereen.
Ze bevat een harde houten pit net als de abrikoos , de pruim en de kers .
Technisch zijn dit alle steenvruchten .
De perzik is “zelf fertiel ”, wat zoveel wil zeggen als dat ze zichzelf kan bevruchten.
Daar zie je nog maar eens hoe mensen toch wel heel beperkt zijn in hun
mogelijkheden.
De perzik wordt voornamelijk gekweekt in Iran en de omgeving van de
Middellandse Zee , zoals de meeste lekkere dingen.
De naam perzik betekent Perzisch (Prunus persica ) . Perziken komen
oorspronkelijk uit China , maar zijn via Perzië (nu Iran) in Europa terecht gekomen.
De moeilijk eetbare stenen in het midden van het fruit heeft de Iranezen ertoe
aangezet om het stenigen (van meestal vrouwelijke slachtoffers) op punt te krijgen.
De schil voelt een beetje pluizig of wollig aan. Soms, als ik een perzik aanraak,
krijg ik een rilling over mijn rug, maar dat zal aan mij liggen. Vers moet ik ze niet.
Een vorm zonder deze pluizige schil heet nectarine . Behalve de schil bestaat
er geen wezenlijk verschil tussen perziken en nectarines. Een nectarine is dus geen
kruising tussen een perzik en een pruim, zoals soms wordt verondersteld.
Hieronder zie je duidelijk de groeifasen van een nectarine, van knop tot volwaardig
stuk fruit.
Binnen de rassen wordt wel onderscheid gemaakt naar de kleur van het vruchtvlees:
wit, geel of rood. Veel witvlezige rassen staan er om bekend dat ze beter smaken
dan de geelvlezigen, maar een nadeel is dat ze slechter tegen transport kunnen.
Tenzij de witte perzikjes heel traag vervoerd worden, zoals op deze foto van 1939.
De foto is zó oud dat er zelfs geen copyright meer op zit. Goed voor mij.
Terug naar de keuken en naar de kip en de perziken.
Ik ga dus een “kip op Californische wijze” van maken.
Hier is het schitterende recept, uit een versleten kookboek:
ingrediënten voor 2
bereiding
2 kipfilets
de kip bestrooien aan beide kanten met pezo
pezo
de filets door de bloem wentelen en het teveel er af kloppen
bloem
in de olie de stukjes kip aan alle kanten aanbraden
olijfolie
suiker door de azijn roeren, nootmuskaat en chilipeper toevoegen
1 el suiker
met het grootste deel van het perziksap tot ¼ l vloeistof maken
1 tl wijnazijn
de geschilde wortel in heel dunne plakjes snijden
1 tl hot chilipeper
verdeel de wortelschijfjes over de bodem van een niet-kleefpan
mespunt nootmuskaat
leg de stukjes kip daarop
1 blik perziken op sap (+-250g)
kook het braadvet van de kip op met de rest van het perziksap
1 dikke winterwortel
blijf hierin roeren en giet het vocht dan over de kip
nogal veel rozemarijnblaadjes
doe ook de gekruide azijn en de rozemarijnblaadjes hierop
dik de saus eventueel wat met maïzena express
zet het deksel op de pan en laat 15’ op een zacht vuur staan
laat de laatste 10’ de in partjes gesneden perziken meestoven
neem 5’ voor het einde het deksel er af
lekker met aardappelpuree en een gemengde salade
Een winterwortel vinden kan met dit weer geen probleem zijn.
De bebloemde kipfilets laten zich keurig aanbraden,
zonder veel weerwerk.
Het resultaat oogt bijzonder lekker, met slechts enkele eenvoudige ingrediënten.
De kippetjes liggen op een heerlijk zacht bedje te genieten.
Een potje aardappelpuree, en een gemengde salade doen me de traditionele
kwijlsappen in de mond komen.
Op het bord ermee, en het feest kan weer beginnen. Smullie smullie!!
Een lekker flesje uit Californie erbij van een Shiraz druifje,
en de wereld kan niet meer stuk.
“Hasta la vista, baby.”
“I’ll Be back.” A.S.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 88.
Groetjes uit Marbella.
02-01-2011, 22:42 geschreven door grob
23-12-2010
Valencia (2): de futuristische wereld van Calatrava
De tweede dag in Valencia besteden we veel tijd aan kunst en wetenschap,
maar tegelijk met een knipoog.
Slechts twee huizenblokken scheiden ons van het Parque de Sciencias y Artes.
Het bevindt zich tussen het einde van de groene Turia rechts, en het formule 1
circuit.
Eigenlijk ligt het dus in de vroegere monding van de Turia rivier.
Dit enorm ruime gebouwencomplex is het fabuleuze ontwerp van de nieuwe Gaudi:
Santiago Calatrava, door vakmensen beschouwd als één van de nog levende
grootste architecten van de wereld.
Hij werd in 1951 in Valencia geboren.
Calatrava's werk is uniek en sterk gericht op de natuur. Naast architect is hij ook
beeldhouwer en ingenieur. Met zijn kennis over architectuur, beeldende kunst en
constructieleer kan hij de meest ongewone en creatieve vormen ontwerpen.
Bij elk ontwerp combineert hij originaliteit in de vormgeving met technisch vernuft.
Hier zie je een deel van zijn gebouwenpark in Valencia. Verbluffend om te zien.
Hier is hetzelfde beeld, genomen van de andere kant.
Op de achtergrond is het hoge gebouw voorzien als paleis van de kunst,
maar tijdens ons verblijf was dit nog niet volledig afgewerkt.
Calatrava is een van de interessantste pioniers binnen de moderne architectuur.
Hij haalt inspiratie uit natuurlijke en menselijke vormen, die hij samenbrengt
tot een stijlvol geheel met behulp van zorgvuldig uitgekozen materialen.
Zijn stijl is uniek, symbolisch en overal ter wereld gemakkelijk herkenbaar.
Het gebouw rechts doet denken aan een skelet van een dinosaurus of een walvis.
Een ander gebouw, waarvan je hier de
achterkant ziet lijkt op een parabolische serre,
maar dan een zonder glas.
Veel constructies van Calatrava zijn open, vandaar dat hij ook enorm veel
spectaculaire bruggen ontworpen heeft.
Als je via de voorkant van de constructie binnengaat, maakt het een enorme indruk.
De mensjes vergaan tot mieren.
Bekende werken van Calatrava zijn onder meer:
Place Galleria, Toronto, Canada (1987-1992)
De communicatietoren bij het Olympische stadion in Barcelona (1989-1992)
Het station van Alameda, Valencia, Spanje (1991-1995)
De Allamillo-brug, gebouwd voor de wereldtentoonselling in Sevilla in 1992
El Auditorio de Tenerife, Tenerife, Canarische Eilanden (1991-2003)
voetgangersbrug Campo de Volantín, Bilbao, Spanje (1994-1997)
De wolkenkrabber Turning Torso in Malmo, Zweden (in aanbouw)
Milwaukee Art Museum in Wisconsin, Amerika (1994-2001)
Manrique Bridge, Murcia, Spanje (1996-1998)
Het Olympische stadion in Athene, voor de Olympische Spelen van 2004
De opera van Valencia: Palau de les Arts (in aanbouw)
Ciudad de las Artes y las Ciencias , Valencia, Spanje (1991-2006),
waarvan je hieronder nog een andere foto ziet
Ook werkt Santiago Calatrava momenteel aan het nieuwe station van het
World Trade Center in New York.
Het ontwerp wordt gemaakt van wit staal, kenmerkend voor deze architect,
en symboliseert een vogel die uit een kinderhand vliegt.
Ground Zero krijgt een ondergronds station met een glazen dak en daarboven
spectaculaire vleugels van glas en staal, dertig meter hoog.
Het ontwerp draagt onmiskenbaar de hand van Calatrava. Elk jaar op elf september
zal het dak openen om de aanslagen van september 2001 te herdenken.
Calatrava maakt gebruik van zijn aangeboren bouwkundige kennis om de
technische constructie van een gebouw deel te laten uitmaken van het ontwerp.
Typisch zijn de lange lijnen, het gebruik van witte materialen en veel glas en licht.
De “Cala” toont nogmaals zijn buitengewone talent om aan de buitenkant
van een gebouw te laten zien wat zich binnenin bevindt.
Dit hier is het planetarium, of L'Hemisfèric.
Calatrava haalde de inspiratie voor dit gebouw uit een oog, aangezien het gebouw
de ogen dient te openen van iedereen die er binnengaat. De enorme koepel,
waarin het planetarium en de IMAX-bioscoop liggen, is voorzien van stangen van
aluminium ter versteviging, maar ook ter versiering om het geheel op een oog te
laten lijken. Het oog kan zelfs mechanisch geopend worden.
Binnenin L'Hemisfèric vindt men de modernste technologie voor de voorstellingen
van IMAX, het planetarium en lasershows
De voorstelling die we bijwonen gaat over doodgewone sardientjes, maar op het
reusachtige scherm dat de binnenkant bedekt geeft dat een enorm effect.
Ook gebruikt hij vaak het element water in zijn werken, zoals overvloedig bij
de Ciudad de las Artes y las Ciencias in Valencia, en bij zijn vele bruggen.
De weerspiegelingen van de bouwwerken in het water zorgen voor een mysterieuze
uitstraling, en de weerspiegelingen zijn bedoeld als een deel van het kunstwerk .
Het ene gebouw is al ongelooflijker dan het andere.
Ook in België kan je trouwens een heel recente Calatrava bewonderen, met name
het nieuwe spoorwegstation van Luik, met een prijskaartje van 300 miljoen Euro!!
Wie betaalt dit?
En zelfs daar komen de treinen niet op tijd…
Vanuit welke hoek je ook kijkt, altijd ontdek je
nieuwe fantastische structuren.
Dit is het reusachtige paleis van de wetenschappen, waar we enkele uren
doorbrengen, om te kijken, maar ook om te DOEN.
Een van de blikvangers (ook letterlijk) is een waarheidsgetrouw model van het ISS,
het International Space Station.
De bewoners daar hebben stilaan een plannetje nodig om hun weg terug te vinden.
De reusachtige slinger van Foucault en nog een massa andere wetenschappelijke
proeven kan je bekijken of zelf doen. Hier blazen we even uit in een rustig hoekje
om te bekomen van alle merkwaardigheden.
Luc heeft nog genoeg energie om de strijd aan te gaan
met een verticale klimmuur, en tegelijk nog oog te hebben
voor de pers.
Hier verdiepen we ons grondig in een experiment uit de fysica.
Deze kleine blokjes moeten we zodanig leggen dat er een stabiele boog ontstaat,
die alle klompjes stevig bij elkaar houdt, zonder lijm of nagels, of wat dan ook.
Proberen maar. Gelukkig hebben we onze bril in de buurt.
We passen na zwaar hersenwerk de blokjes goed tegen elkaar, en zelfs in
de juiste volgorde.
Dan plaatsen we het bord voorzichtig vertikaal.
De parabolische boog blijft perfect staan.
Als Calatrava dat kan, dan kunnen wij dat ook.
De groene partij is ook vertegenwoordigd door een grote fan.
Volgens de traditie is een groene jongen altijd vredelievend en lief voor iedereen.
Tot iemand hem onverwacht op een gevoelige plaats raakt. Dan wordt het El Hulko.
Greta op haar beurt doet een gewaagde polonaise
met een rode Alien.
En vermits Seniorennet momenteel niet meer dan 20 foto’s
laat opladen, kan ik er maar beter mee ophouden.
Volgende keer gaan we naar het natuurpark Albufera.
23-12-2010, 00:00 geschreven door grob
10-12-2010
KOKENETEN: druipende vis à la Pollack
Wie kent deze waterige knaap? Niemand? Het is een koolvis.
Vanwaar hij zijn naam heeft is ook voor mij een volkomen raadsel.
Voor zover ik weet heeft hij niets te maken met de groenten, en zeker niet
met de kleine zwarte klompjes die je kunnen verwarmen in koude winters.
De koolvis (Pollachius ) is een vis uit de familie van schelvissen en kabeljauwen,
die vooral voorkomt in het hoge noorden van de Atlantische Oceaan .
Hoewel je volgens de foto zou denken dat het maar een soort sardientje is,
Wordt de koolvis gemiddeld 60 cm en kan een lengte bereiken van 130 cm.
Hij kan maximaal 25 jaar oud worden en tot 32 kg zwaar zijn.
De gemiddelde koolvis weegt toch zeven tot acht kilo, wat al een serieuze hap is.
Koolvis komt voor aan de Europese kusten van de Golf van Biskaje
tot Groenland, IJsland, Nova Zembla, de Witte Zee en de noordelijke Noordzee.
Aan boord wordt de koolvis onmiddellijk na de vangst schoongemaakt,
gefileerd en verpakt.
Door de nabijheid van de goede visgronden is hij in Rusland heel populair.
De koolvis is voor de beroepsvisserij van groot belang, want hij wordt massaal
industrieel verwerkt tot o.a. vissticks.
Vaste aanvoertijden kent de koolvis niet. Hij is het hele jaar door verkrijgbaar
in de vorm van diepvriesfilets. Je kan hem ook soms in zijn geheel kopen.
Om te zien of de vis vers is, let u best op de ogen.
Deze moeten helder zijn en een beetje bol staan.
Wanneer het gaat om een verse filet , mag er geen vocht vrijkomen wanneer u
zachtjes op de vis duwt. U vindt koolvis meestal in de handel in diepgevroren vorm.
De Engelse naam van de koolvis is “pollack”.
Naast de vis “pollack” bestaat er natuurlijk nog een andere: Jackson Pollack,
wijlen de omstreden Amerikaanse kunstschilder.
Hieronder op de foto zie je ze samen. Jackson heeft, naar aanleiding van een
artikel in Time magazine voor de rest van zijn korte leven de bijnaam gekregen
Jack the Dripper. (Jaak de Druiper zouden wij zeggen).
Zeker niet te verwarren met Jack the Ripper.
Deze laatste was een Engelsman, en geen familie trouwens.
En nu komt het: toen hij nog werkloos en straatarm was, moest Jackson
van zijn vrouw helpen in de keuken.
Hij moest regelmatig de vis bedruipen, die in de oven zat.
Logisch, want het grote gevaar van een vis in de oven is, dat hij onvermijdelijk gaat
uitdrogen. Het ligt voor de hand dat het een pollack was, die de oven bevolkte.
Van toen af aan is hij ook spontaan zijn schilderijen beginnen bedruipen, zoals
te zien op de foto. Jack the Dripper had het gat in de markt gevonden!
Hij legde zijn canvassen plat op de grond, en bedroop ze van op afstand met verf.
Iedereen stond perplex van dit idee!
Je bent voor of tegen deze kunstenaar, maar bedenk wel dat het duurste schilderij
ooit verhandeld eentje is van deze JP!
Het doek “No 5.” uit 1948 is in november 2006 verkocht voor 140 miljoen dollar!!
Het meesterwerk “De Kindermoord in Bethlehem ” van de hand van onze Pieter
Paul Rubens staat slechts op de twaalfde plaats, met een schamele 76 miljoen.
Wil je de duurste geveilde schilderijen ooit eens bekijken, dat kan je via:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_duurst_geveilde_schilderijen.
Terug naar de keuken en naar de andere soort pollack.
Ik ga er een “koolvisfilet op Russische wijze” van maken.
Ook zal ik veel moeite doen om de vis regelmatig te bedruipen, maar toch
vrees ik dat het me niet gaat helpen om onbetaalbare schilderijen te maken.
Hier is toch maar het recept:
ingrediënten voor 2
bereiding
400g visfilets (koolvishaasje)
de visfilets met pezo bestrooien aan beide kanten
pezo
haal ze door de bloem en schud overtollige bloem er af
bloem
bak de vis in de hete olie aan beide kanten bruin
olijfolie
snijd de schoongemaakte paddenstoelen in plakken
200g champignons
laat ze smoren in dezelfde pan als de vis
boter
kook de aardappelen in de microwave in 6 à 7 ‘
300g vastkokende aardappelen
snij ze dan in reepjes van ongeveer een halve cm dik
2 hardgekookte eieren
verwarm de oven voor op 200°
20 cl zure room
snijd de hardgekookte eieren in dunne plakjes
geraspte kaas (bijv. Emmenthal)
wrijf een ovenvaste schaal in met boter
schik de gebakken vis op de bodem
bedek met paddenstoelen, eischijfjes en aardappelreepjes
meng de zure room met een wat bloem in een kommetje
schep dit zorgvuldig over de inhoud van de schaal
strooi geraspte kaas er over, en wat kleine stukjes boter
zet de schaal 20’ in de oven, met 5’ grill op het einde
dien op in de schotel; strooi er wat peterselie over
Na 25’ komt de schotel glunderend uit de oven.
Goed bedropen trouwens.
Het lijkt een beetje op een schilderij van Pollack,
maar ook weer niet te veel.
De geldelijke waarde van mijn product is niet zo groot,
maar het is wel beter verteerbaar.
Er horen nog wat druiperige groenten bij, die lauwwarm mogen zijn.
Je zou kunnen de volgende combinatie nemen:
ingrediënten voor 2
bereiding
200g sperzieboontjes
blancheer de boontjes 5’ in een ruime pan met kokend water
200g knolselder, in reepjes
blancheer ook de selder met citroen
sap van een citroen
(ofwel: maak hem zacht in de microwave)
pezo
laat de groenten uitlekken en enigszins afkoelen
doe de groenten in een slakom
dressing: 2 el olijfolie
verhit de olie in een pan en bak de ui glazig, blus met citroensap
1 rode ui, in reepjes
giet de warme dressing over de groenten
1 el citroen- of limoensap
en schep alles voorzichtig door elkaar
variant: vervang de boontjes door gesneden rode paprika
(op die manier heb ik het nu bereid)
Ik vind het uitzicht voldoende Pollackiaans door elkaar gemengd,
zodat de vis tevreden gaat zijn met zijn gezelschap.
Een smakelijk flesje Artes del Sur uit Argentinië
komt nog wat in de weg lopen, maar kan niet beletten
dat al het vorige op de tafel komt en stiekem verdwijnt
in de lonkende keelgaten van de bewoners van dit pand.
Bereid in België en gebaseerd op een recept van ‘Groot Fonteyn Kookboek, pag. 80.
10-12-2010, 23:50 geschreven door grob
04-12-2010
Valencia (1): flaneren door de Turia
We vertrekken in Playa d’Aro aan de Costa Brava rond de warme middag,
met twee wagens pal zuidwaarts naar Valencia, met de zon van voor.
In l’Hospitalet, langs de Middellandse zee stoppen we voor een lunch langs de
autoweg.
We doen het rustig aan, want reizen is pas goed als je het langzaam doet.
Valencia is de derde stad van Spanje en heeft lange tijd in de schaduw gestaan
van het meer trendy Barcelona . Dat is inmiddels verleden tijd, zeker sinds de
nakende voltooiing van het futuristische Ciudad de las Artes y las Ciencias
(Stad van Kunst en Wetenschap).
Hopelijk duurt het niet meer zo lang als de Sagrada Familia in Barcelona,
waar men al honderd jaar aan werkt.
Valencia staat natuurlijk bekend om haar sinaasappels, paella en parelwitte
stranden, maar het is zoveel meer. De architectuur in het bijzonder is
adembenemend en toont veel sporen van Moorse en Mudéjar bouwstijl.
Net ten zuiden van de stad ligt het prachtige natuurgebied Albufera.
En niet te vergeten: elk jaar vertrekt hier begin december de stoomboot
naar het Noorden, met een beroemde passagier: Sinterklaas.
Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan men stellen, dat dit de enige
persoon is die van Spanje naar België reist in de winter.
Het is ook maar heel tijdelijk natuurlijk.
Zoals Barcelona zijn Ramblas heeft, heeft Valencia zijn Turia.
Ik denk trouwens dat langzaamaan Valencia Barcelona zal overtroeven
als bestemming voor een city trip.
Wat is de nog niet zo bekende Turia eigenlijk?
Je kunt het duidelijk zien op de luchtfoto hieronder.
Het is de (bijna) droge bedding van de (voormalige) rivier Turia ,
die dwars door het centrum van Valencia gaat.
Na een zware overstroming in oktober 1957, die grote schade aanrichtte in
Valencia en vele mensenleven kostte, werd besloten de rivier om te leggen
naar de rand van de stad.
Ex-dictator Franco wilde in het oude rivierbed een autosnelweg of een spoorweg
aanleggen, maar een burgerbeweging leidde er uiteindelijk in de jaren 80 toe
dat het gebied een groene bestemming kreeg.
In plaats van zware trafiek kreeg men een schitterende groene long dwars
door de stad.
Deze Jardines del Turia beslaan een oppervlakte van 110 hectare, en hebben
een lengte van ongeveer 9 kilometer. Deze groene long dient als ontmoetingsplek
en recreatiegebied en wordt veelvuldig gebruikt door joggers, fietsers en
wandelaars.
Het park herbergt vele plantsoenen, sportterreinen voor voetbal en tennis, fonteinen,
een botanische tuin, speelpleinen voor kinderen, zowel langs de 'oevers'
als in het park zelf.
Er zijn geregeld muziekuitvoeringen en andere culturele manifestaties,
soms heeft een circus er zijn tenten opgeslagen, of wordt er kermis gehouden.
Het is er altijd druk, maar minder dan op de Ramblas natuurlijk, en het is
de centrale ontmoetingsplaats voor alle Valencianen.
Naar verluidt is er zelfs tweemaal per jaar een optreden van Will Turia.
In Valencia kan je zelfs een fietstocht maken met (Nederlands sprekende) gids
die ook door de Turia gaat.
Op de kaart hierboven is het groene deel uiteraard de oude rivierbedding.
Van de ‘nieuwe’ rivier zie je nog een stukje gans links onderaan in het hoekje.
Hij is dus omgeleid naar de andere kant van de stad.
Waar de vroegere rivier de Middellandse zee bereikte is nu de commerciële en de
jachthaven uitgebouwd. Het bruine lijntje, dat voor een deel rond de jachthaven
gaat, (bovenste plas) en een stuk de oude bedding volgt, is het Formule 1 circuit
van Spanje. Vanuit de plas helemaal onderaan rechts vertrekt elk jaar de oude man
met de witte baard en de Zwarte Piet met de stoomboot naar het noorden.
Het middeleeuwse stadscentrum van Valencia ligt in de ‘elleboog’ van de Turia.
De oude bedding wordt op meerdere plaatsen nog altijd gedwarst doo r
de oorspronkelijke rivierbruggen, de ene nog mooier dan de andere.
Hier kijk je richting zee, met op de achtergrond een van de architectonische parels
van superarchitect Calatrava.
Je kunt via een video met de helicopter over de Turia vliegen, met de volgende link:
www.culturia.org/ . Klik op "Real Flight" onderaan en download.
Tussen de bruggen in zijn de verschillende stukken van het park ontworpen door
verschillende architecten. Grote speeltuin, sportvelden, grote water partijen,
romaans aandoende tuinen. Wat een mooi effect geeft dat om er door te wandelen.
Sommige delen zien er heel natuurlijk uit, en andere dan weer
prachtig aangelegd.
Met deze wetenschap op zak hebben we een boeking gedaan in hotel Abba
Acteon, vooral gebaseerd op de gunstige locatie: vier sterren, dicht tegen de Turia,
en slechts twee blokken verwijderd van de van de Ciudad de las Artes y las
Ciencias , maar dat is voor morgen.
Voorlopig, na de check in, wandelen we door de Turia, richting centrum.
Het weer is uistekend in de vooravond,
het water is koel, en de bruggen zijn laag.
Onze vrienden Danny en Luc testen met succes
de hoogte van een brug. Dwergen, smurfen en kabouters
moeten de rechterkant van het voetpad nemen.
’s Avonds worden de fonteinen individueel verlicht,
maar voorlopig hoeft het niet voor ons.
Sommige bruggen zijn wat hoger dan andere,
en kunnen dan dienst doen als klimmuur.
De Policia Local houdt onopvallend ook een oogje in het zeil
op de achtergrond, met de fiets of te paard.
Spontane muziek- en danssessies zijn er ook.
Hier overlegt men welk nummer men gaat doen.
De artiesten treden vooral op onder de bruggen,
om de klank beter vast te kunnen houden.
Sommigen gaan lekker uit de bol. Sfeer gegarandeerd.
De Turia is nooit volledig weg. Hier en daar
loopt hij in smalle kanaaltjes, op andere plaatsen
heeft hij een natuurlijk uitzicht.
Eigenaardige of eigenzinnige sculpturen
zijn verspreid over het parcours.
Na de lange wandeling wordt het tijd om de verbruikte energie
opnieuw aan te vullen, en gaan we in het oude centrum
op zoek naar een geschikt restaurant.
Het probleem is dat vóór 21 uur niets open is. Om kwart over negen gaan we
(als eersten) binnen in restaurant taverne l’ Alberreda , een echt Spaans resto.
We doen ons tegoed aan tapas en andere lokale specialiteiten.
En, wanneer we de zaak verlaten, staan er buiten twee obers op ons te wachten
die ons extra vertroetelen met twee keukenschorten van de zaak.
Ik denk er met veel genoegen aan terug.
04-12-2010, 00:00 geschreven door grob
26-11-2010
KOKENETEN: engeltjes te paard
In dit heerlijke en supereenvoudige gerecht gebruik ik marjolein als keukenkruid.
Het is interessant om daar even op in te gaan, want er bestaat nu eenmaal een
portie verwarring over marjolein, die ik meteen en definitief uit de wereld wil helpen.
Dit welriekende plantje (ook wel genoemd ‘echte’ marjolein) wordt wel eens
verward met een ander kruid, dat zijn blaadjes de hoogte insteekt onder de ook
heel bekende naam oregano .
Dit laatste staat eveneens genoteerd onder de naam ‘wilde marjolein’ .
Beide planten lijken erg op elkaar qua smaak en gebruik, maar er zijn wel degelijk
verschillen. De echte marjolein is namelijk een éénjarige plant terwijl oregano tot de
groep van de doorlevende en meerjarige planten behoort.
Deze laatste kan dus wel tegen een kouwelijke stoot.
De bladeren zijn breder en donkerder groen dan die van de teergevoelige
marjolein.
De smaak van oregano is iets pittiger, sterker en pikanter dan die van marjolein.
Je kunt je voorstellen dat de Italianen meer voor oregano op hun pizza voelen.
In mijn gerecht gebruik ik de echte marjolein, en daarover vind je hier nog wat
interessante informatie. Oregano is wellicht voor een volgende keer.
De (echte) marjolein is afkomstig uit het oosten van het Middellandse Zeegebied .
De plant is reeds sinds de oudheid geïmporteerd in Europa via Griekenland.
De Grieken hielden van de kruidengeur na een bad, als dan marjoleinolie op hun
voorhoofd en in hun haren gemasseerd werd.
Eerder al, in het oude Egypte, was het bekend dat oregano kon genezen,
desinfecteren en voedsel conserveren, en die kennis is sindsdien bewaard
gebleven. Echte marjolein werd in de Middeleeuwen in West-Europa ingevoerd en het was in
trek bij de chique dames "om in ruikers, kruidenbuiltjes en reukwatertjes te doen".
In het Duits heet het kruid ‘Gartenmajoran’ of ‘Wurstkraut’.
Andere namen in het Nederlands zijn ook: ‘majoraan’ en ‘palingkruid’.
Aan deze namen kan je al vermoeden waar het in de keuken van pas kan komen.
Marjolein heeft een intens aroma, dat aan tijm doet denken, maar zachter van
smaak en zoeter is. Het kruid wordt voornamelijk gebruikt bij de bereiding van
worsten (vooral van de grill), maar past ook uitstekend bij peulvruchten ,
champignons, aardappelgerechten , slaatjes en in sommige kazen.
Maar het is ook lekker in zuurkool , gehakt , varkensvlees, vleespastei , vullingen voor
kip en kalkoen, wild en gevogelte, salades en kruidensauzen en op tomaten.
Zoutloze gerechten, die meestal heel saai zijn, krijgen meer pit dankzij marjolein.
Italiaanse pizza's krijgen bij ons als afwerking steeds een snuifje marjolein.
Kortom bijna alles kan er mee op smaak gebracht worden.
Marjolein laat zich ook uitstekend combineren met tijm, basilicum en look.
En die laatste combinatie met look zal ik vandaag met plezier toepassen in het
goddelijke gerecht “engeltjes te paard”.
Vanwaar deze hemelse naam komt weet ik niet, maar het klinkt wel smakelijk.
Hier is het recept, geschikt voor BBQ, ovengrill of tepanyaki, waarop ik het vandaag bereid.
Ingrediënten voor 2
bereiding
4 dunne varkensschnitzels
klop schnitzels plat en kruid met peper en zout
pezo
bestrijk vlees met de mosterd (met een mes)
el scherpe mosterd
meng look met koriander en marjolein/oregano
2 geperste looktenen of verse gesnipperde look
verdeel het mengsel over het vlees
1 el gehakte (peterselie of) koriander
rol de schnitzels stevig op en halveer ze
1 el gehakte marjolein (of oregano)
rol om elk stuk een sneetje spek of ham
8 dunne plakken ontbijtspek (of ham)
pel uien en maak ze halfgaar in micro met vocht
4 kleine uien of sjalotten
rijg uien en vlees aan pennen
bestrijk het vlees met wat olie
Als groenten: spinazie, champignons of salade
leg spitjes op de grill gedurende 10’ @ 15”
zorg voor een (mosterd)sausje
Op het volgende prentje ligt de mosterd al ter plaatse,
en lepel ik de kruidenmarinade over de platte vleeslapjes.
De schnitzeltjes worden gerold, gehalveerd, omzwachteld
met een spekje en/of Serranosneetje, aan pennen geregen,
gescheiden door halfzachte uitjes.
Een beetje olijfolie, geborsteld met een takje rozemarijn,
maakt ze immuun voor brandwondjes.
De pennen zijn van het XL formaat, maar de tepanyaki
kan ze moeiteloos opvangen en verwerken.
Een lekkere salade maakt dit gerecht compleet, voor degene die het eet.
Tafel en stoelen staan klaar en de bak- en eetpret kan beginnen.
Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit ‘Eten van Grill en BBQ, pag. 48’
26-11-2010, 00:00 geschreven door grob
21-11-2010
Over de grens, en in de Spaanse zon
Na de tweede nacht in Salers begint het te kriebelen om verder zuidwest te bollen.
We ontbijten met twee Parijzenaren, en genieten van de huisgemaakte yoghurt.
Maar voor we vertrekken willen we het middeleeuwse Salers wat meer uitkammen.
Het klinkt als een cliché, maar het lijkt of de tijd hier is blijven stilstaan.
De meeste huisjes lijken als twee druppels water op elkaar, dateren uit dezelfde
tijdsperiode, en zijn meestal ingekaderd in bloemen en planten.
Op de talrijke pleintjes zijn natuurlijk ook voorzieningen voor natjes en droogjes.
Alles is hier oerecht, en oerdegelijk. Zelfs eeuwenoude
houten deuren houden het nog uit. Dit was vakmanschap.
In sommige straatjes is er een insprong,
een steegje eigenlijk, waar dan aan het einde
meestal een origineel huisje staat, met kleine
raampjes en een dak van leisteen.
Het hooggelegen dorp Salers wordt omsloten door een pad met panorama.
In de vallei liggen enkele piepkleine gehuchtjes weggedoken.
Er zijn ook winkels in Salers. Niet echt supermarkten natuurlijk.
Achter de lantaarn heeft zelfs een bank postgevat.
De zichten op de huisjes lijken op prullige schilderijtjes,
die je kunt kopen op elke willekeurige vlooienmarkt.
Nochtans is dit echt, en de huisjes zijn
zelfs nog bewoond ook.
Het hele dorp doet ons denken aan het decor
van een film zoals men die gebruikt voor Dracula
of Frankenstein, of Sneeuwwitje. Wel heel sfeervol.
We hebben een toevalstreffer mee: het is vandaag marktdag in het dorp.
Op het centrale plein staan de marktkramen, en er is zelfs een heuse veemarkt!!
Het is al jaren geleden dat ik dat nog gezien heb.
De plaatselijke schonen poseren met veel
genoegen en flair voor de camera van Greta.
De koe wil ook eens in profiel op de foto, maar
de temmer heeft bezwaren tegen teveel beweging,
want de koebel gaat dan teveel lawaai maken
en de openbare rust verstoren.
Hij moet zwaar aan de bruinhuid sleuren
om ze terug in positie te krijgen.
Dit zijn de echte Salers koeien, befaamd in dit departement voor hun lekker vlees.
Ze lijken op het eerste zicht op de beter gekende Limousin runderen.
Let wel, links heb je een koe, en rechts staat een stier.
Ik hoop dat jullie aan de kop het verschil merken.
Hoeveel beesten staan er trouwens op de foto? Geen twee, maar drie!
Het bewijs zie je op de volgende foto.
Deze lieverdjes zien er erg vredig uit, maar wat lees ik van de week in de krant?
"ANDERLECHT - Een personeelslid van het slachthuis in Anderlecht is gekwetst geraakt
toen de politie op een ontsnapte stier schoot. De man is er niet erg aan toe.
Dinsdag is een stier erin geslaagd om te ontsnappen uit het slachthuis van A.
De hulp van de politie werd ingeroepen om het dier op te sporen en te vangen.
Toen de stier op een politie-inspecteur afging, loste die een schot. De kogel ketste af
en raakte een medewerker van het slachthuis. Die raakte daarbij licht gewond.
De stier kon uiteindelijk gevangen worden."
(ik heb de krantentekst aangepast, om het copyright te vermijden)
De eetbare dieren laten zich niet meer doen vandaag. Vorige week hadden we al
ontsnapte varkens in China, en nu weer een ontsnapte stier in Anderlecht.
Nu we Salers hebben uitgepluisd en uitgeplozen roept ons de horizon (en de zon).
We nemen de autoweg verder door het gebergte via Aurillac, richting Millau.
De laatste keer dat we hier waren hebben we van de brug niets gezien,
door de mist in en over de vallei.
Nu is de hemel puur blauw, en we stoppen en genieten op de parking
voor een foto van de hoogste brug ter wereld.
Ik herinner me nog levendig de tijd dat we, meestal achter een vrachtwagen,
een uur naar beneden moesten rijden, dan over de rivier, en dan weer een uur
naar omhoog om terug aan te pikken op de autoweg.
Aan de kant van de rivier, waar de twee hoogste pylonen staan, is de hoogte
344 meter boven de vallei, zodat de Eiffeltoren eronder kan.
De grens over in Le Boulou, Spanje in, en volop in de zon
maken we een stop in Playa d’Aro aan de Costa Brava.
Dit is een heel andere wereld dan de voorbije dagen.
We overnachten in het nieuwe en aangename hotel
Nautic Park, midden in het commerciële centrum
van de kustplaats.
Morgenvroeg zien we onze vrienden Danny en Luc,
die hier regelmatig in hun appartement verblijven.
Vanuit onze kamer hebben we een mooi zicht op het zwembad,
maar de tijd om op deze plaats te verblijven is kort uitgemeten.
Morgen vertrekken we samen met Luc en Danny voor drie dagen naar Valencia,
een van de belangrijke cultuursteden die we nog niet bezocht hebben.
De volgende dagen zullen we er meer over weten. We zijn er klaar voor.
21-11-2010, 18:15 geschreven door grob
13-11-2010
KOKENETEN: een medaillon, maar niet van karton!
Vandaag bereiden we iets heel lekkers met medaillons,
versneden uit een varkenshaasje, met salie als smaakmaker.
Iedereen is natuurlijk van mening dat hij/zij alles weet
over varkens, maar niets is minder waar natuurlijk.
Lees maar even verder.
Het gewone tamme varken dat ons zoveel eetplezier geeft, is afkomstig
van het wilde zwijn , dat al 5000 tot 6000 jaar geleden gedomesticeerd werd.
Daarnaast is er het everzwijn of wild zwijn, maar dat staat vandaag niet
op het menu. Volgens Wikipedia (en die kunnen het weten) leven in Nederland
ruim 11,6 miljoen en in België 6,7 miljoen varkens.
Ik heb altijd al vermoed dat in Nederland meer varkens rondlopen dan in België,
wat nu ook bevestigd wordt door een neutrale bron.
Je bent zeker ook van mening dat je al de specifieke namen kent voor varkens?
Even een test. Een jong varken wordt een big genoemd, een vrouwtjesvarken
een zeug en een mannetjesvarken een beer.
Dat weet iedereen natuurlijk. Maar dan: een barg of borg is een gecastreerd
mannetjesvarken. Een gelt is een vrouwtjesvarken dat nog niet geworpen heeft.
Keu is regiolect of dialect voor jong varken.
Ik neem zelf regelmatig een keu ter hand, maar dat is dan om mee te biljarten.
In grote delen van de wereld zijn varkens verwilderd geraakt (zoals in Nie uw-
Zeeland en eilandjes in de Stille Oceaan ). Vroege Westerse zeevaarders,
vooral Nederlanders, hebben bewust varkens uitgezet, bij voorkeur op eilanden,
om een duurzame voedselvoorraad te garanderen, voor wanneer ze
de volgende keer langskwamen . De varkens hebben daar grote ecologische
schade toegebracht en doen dat in vele gevallen nog steeds.
De meeste mensen weten natuurlijk wel dat varkens worden gebruikt voor
het opsporen van truffels en drugs , wegens hun ontwikkeld reukorgaan.
Let wel, dit laatste mag je nooit gebruiken als stopcontact.
Maar hier is nog een merkwaardig, meestal onbekend weetje over varkens:
volgens het bijgeloof kunnen mensen die varkenshersenen eten
geen leugens vertellen.
Let dus volgende keren goed op als je aan tafel gaat, wat er op je bord ligt.
Met mijn gerechtje moet je niet ongerust zijn: geen varkenshersenen op het menu,
maar wel een onschuldig “varkensmedaillon met salie op een groen bedje”.
ingrediënten voor 2
bereiding
een varkenshaasje voor 2 personen
was de aardappelen en doe ze in een kleine plastic kom
400g diepvriesspinazie
doe hierin een lekje water en bedek met plasticfolie
1 lookteen (Spanje: jonge lookscheuten)
zet de aardappelen in de microwave, zet hem 8’ op max.
1 takje salie (6 blaadjes)
hak 4 blaadjes salie zeer fijn, snijd het haasje in stukken
100 g roomkaas met kruiden
bak de varkenshaasjes naar eigen smaak op laag vuur
pezo
kruid ze met pezo, strooi er de gehakte salie bovenop
cayennepeper
blus zo nodig met wat water
citroensap
bak tegelijk de look licht aan in olijfolie
olijfolie
voeg de spinazie toe zonder te ontdooien
2 grote ongeschilde aardappelen
zie verpakking: normaal moet ze +/- 8’ op het vuur
intussen de spinazie goed roeren
kruid met pezo en wat cayennepeper
leg de warme spinazie centraal op een bord
besprenkel de varkenshaasjes met citroensap
leg de versneden haasjes op de spinazie
verdeel het roomkaasje boven op het vlees
snijd boven in de aardappelen een gleuf van 1 cm breed
leg hierin wat van de roomkaas en dien alles op
versier elk bord met een blaadje salie
Terwijl het haasje, versneden in medaillons murmelend staat te bakken op laag
vuur, moet af en toe in de spinazie geroerd worden.
Intussen zijn ook de aardappels gaar, met hun levendig
laagje roomkaas er bovenop.
Het flesje vino tinto staat ook al klaar.
Nog even controleren of het varkentje
niet van de tafel wil springen.
Alles is in orde. Het ziet er goed uit.
Lekker is het zeker, gemakkelijk te maken, en snel klaar.
Wat wil je nog meer?
Gisteren stond in de krant “Het Laatste Nieuws” de volgende kop:
Ontsnapte varkens hinderen verkeer in China.
Het is een aardig artikel, met grappige foto's, maar omwille van het copyright
mag ik die niet weergeven natuurlijk.
Een ding kan ik jullie wel bevestigen: mijn varken is niet kunnen ontsnappen.
Bye bye!!
13-11-2010, 00:00 geschreven door grob
06-11-2010
Op de Puy de Dôme groeien geen bomen
Tijdens onze toeristische vakantietocht van België naar
Andalusië verblijven we zoveel mogelijk in Bed & Breakfasts,
vooral in Frankrijk.
In de Auvergne is de keuze gevallen voor een tweenachtelijk
verblijf in Salers, ook weer eens een van de “100 mooiste
dorpen van Frankrijk”.
We logeren in de Chambre d’hôte du Haut Mouriol, aan de rand van het dorp,
bij Eliane Vantal, te vinden op www.salers-chambres-hotes.com .
Gezien er niet veel volk is, zoals gewoonlijk, kan ik de kamer kiezen.
Ik reserveer vooraf de Chambre Bleuet, met aparte bedden.
De volgende morgen gaan we op pad met de wagen naar de top van de Puy Mary,
één van de 60 tot 70 vulkanen die het “Parc Naturel Régional des Volcans
d'Auvergne” rijk is.
Elk jaar komen hier 600 000 bezoekers langs, en dat enkel in de periode van mei
tot einde oktober. Hier zit natuurlijk het risico, omdat we nu al half oktober noteren.
De weg is meestal zeer smal, en slechts geschikt voor één wagen.
Om de 300 meter zijn er nissen om elkaar te kunnen kruisen.
Tijdens de beklimming zien we op de smalle weg een skiër, met ski’s op rolletjes.
Je kunt, als je geluk hebt, over de Puy Mary rijden via de “ Pas de Peyrol “ op
1589 meter hoogte, de hoogste pas van het Centraal Massief en het hoogste punt
van het departement Cantal.
Een beetje verder rijden we voorbij de bareel, die omlaag gaat over twee weken,
en de weg zes maanden zal afsluiten voor alle verkeer.
Ik had op de Puy Mary een wandeling voorzien, kort maar zeer steil naar de top.
Als we op de parking aankomen, is het mistig, en geeft de thermometer +2°C aan.
Voor dit soort klimaatomstandigheden hebben we geen kleren!!
In de Cantal kan je alle kanten uit, maar dat is vooral prettig als het weer goed blijft,
én op voorwaarde dat je niet te hoog gaat.
Honderden meter lager is alles weer perfect.
We doorkruisen lieflijke Breugeliaanse dalletjes in de buurt van het dorpje Anjony.
Het dorpje ligt op een bergflank, en bloemen tieren welig.
Mensen zijn er niet te zien.
Zoals het een Frans dorpje betaamt, heeft het zijn eigen plaatselijk kasteel.
Merkwaardig is hier de aparte vorm: vier gelijke hoge torens, vlak naast elkaar.
Het lijkt bijna een reusachtig kegelspel.
Het kasteel is momenteel op dit uur niet bezoekbaar, maar dat geeft niet.
We hebben er al veel gezien, en vooral de wandeling er naartoe is ontspannend.
Auvergne is natuurlijk de streek van de vulkanen en andere oeroude bergen,
waartussen talloze rivieren kronkelen, en valleien hebben uitgesleten. Hier en daar
mag een vulkaantje op de gevoelige plaat, zolang het maar niet begint te spuwen.
Sommige vulkaankraters zijn waterdicht, en dus ontstaan er heel wat ronde meren,
gevuld met eeuwenoud regenwater.
Zelfs aan de senioren wordt af en toe gedacht! Bewonder het machtige,
wisselende vulkaanlandschap van op een zitbank in volle natuur.
Het landschap is werkelijk pakkend, door de enorme ruimte, en het spel van zon
en schaduw, gecreëerd door de supersnel bewegende wolken.
Voor de jongere generatie valt er ook een en ander te
beleven in volle natuur.
Wijzelf hebben enkel zin in een rondje benji-jumpen, maar
de stand is nu niet open. Je zal maar pech hebben.
De bekendste vulkaan, onder meer uit de Tour de France,
is de Puy de Dôme.
Hier is eigenlijk de carrière van Eddy Merckx geëindigd,
toen hij van een kwaadwillige toeschouwer tijdens de harde
beklimming een harde stomp in de lever mocht incasseren.
De kale granieten spuwberg heeft een restaurant en toeristische
accommodaties boven op de top, op een 1000 meter hoogte.
De laatste uitspuwing van deze knaap was in 4040 vóór Christus.
Enkele jaren later, in 1956 na Christus, werd er een pyloon
van 73 meter hoogte geïnstalleerd, voor het doorsturen van
radio- en Tv-programma’s.
De pyloon is van heel ver herkenbaar.
Net als de Mont Ventoux is de Puy de Dôme heel populair bij
veel afgetrainde fietsers.
Er zijn drie varianten mogelijk voor deze stoere beklimming.
Voor wie er wil aan beginnen geef ik een paar tips: de beklimming is mogelijk
van de eerste maart tot 31 december, enkel op woensdagen en zondagen.
Je sportieve conditie moet wel bovennatuurlijk in orde zijn: je moet hellingen
kunnen beklimmen van 12 tot 14% over 4.2 km.
Een uurtje verblijven op de top is fantastisch, met 360° zicht op alle vulkanen
in de omtrek, en de Michelinstad Clermont Ferrand.
Als je naar de Puy de Dôme wil gaan met de wagen, of het fietstochtje
naar boven wil doen, doe het dan maar in 2011.
Als je nog langer wacht worden alle wegen onherroepelijk afgesloten.
De fietspaden gaan dicht, en op de plaats van de gewone weg komt een
tandradbaan.
Vanaf juni 2012 kan je enkel nog naar boven met de “Panoramique des Dômes”,
een stille en ecologische trein, die gans het jaar door zal rijden.
Het zal de eerste nieuwe tandradbaan zijn, gebouwd op een bergsite in meer
dan honderd jaar.
De trein zal aankomen in een ondergronds station, en de huidige autoparking
wordt opnieuw natuurlijk beplant.
Het is meteen de laatste keer dat Greta de top van de Puy en de wijde omgeving
in zijn huidige gedaante kan bekijken, en ze geniet ervan.
Een ander interessant plaatsje is het hooggelegen stadje Murat.
Het is gebouwd op drie rotsen die fungeerden als schouwen
van de bijbehorende vulkaan.
Wat onmiddellijk opvalt, zijn de overal aanwezige bloemen,
aan elk authentiek huis en op de openbare pleinen en straten.
De middeleeuwse sfeer is gebleven omdat deze bergstreek
lang was afgesloten van de buitenwereld. Men kan langs
alle kanten fotogenieke plekjes zoeken en ook vinden.
Tijdens de middeleeuwen werden vele kerken in de streek
bezet door monniksoldaten van de Maltezerorde of de Tempeliers.
Geestelijken hebben blijkbaar door alle eeuwen heen ook minder vanzelfsprekende
activiteiten uitgeoefend.
Na de uitgestippelde wandeling van de toeristische dienst, doorheen de
middeleeuwen, bekijken we of het “Grand Café” op het marktplein,
ook iets te bieden heeft.
En inderdaad, naast Leffe van het vat, is er de enige echte Hoegaarden,
die hier zelfs exclusief in drie verschillende formaten wordt geserveerd,
met ijskrabber inclusief, en van het vat natuurlijk.
Hier hebben de Tempeliers zeker pap van gegeten, want
volgens de affiche is het biertje al beschikbaar sinds 1445.
De keuken van de Auvergne is rijk aan vlees, boter, kaas en sauzen.
De reden hiervan zie je hieronder: het Salers koeienras, trouwens sterk
l ijkend op Limousin runderen.
Typisch streekgerecht is de Aligot, een aardappelpuree verrijkt met kaas en room.
Nog zoiets lekker is de Truffade , gebakken aardappelen in gesmolten kaas.
Beide gerechten worden geserveerd bij zowel vlees, gevogelte als vis.
De Cantalkaas die men hiervoor ten overvloede gebruikt is ook een van de vele
lekkere soorten van Frankrijk.
Hoog tijd dus om die specialiteiten uit te testen. Op advies van onze BB gastvrouw
gaan we naar het dorp in het gezellige restaurant “Le Baillage” om de plaatselijke
lekkernijen uitvoerig te proeven.
Na vier gangen - voor 25€ - in dit voortreffelijke restaurant, met onberispelijke
service, zijn we zeer tevreden klanten.
Omdat het nu al laat is, en Seniorennet momenteel slechts 20 foto’s toelaat,
is het tijd geworden om te stoppen.
We kunnen onze tweede Saleriaanse nacht met rustig gemoed tegemoet zien.
06-11-2010, 00:00 geschreven door grob
27-10-2010
KOKENETEN: aan cayenne kan je altijd wennen
We zijn met de wagen goed aangekomen in het Spaanse Andalusië,
de avond van 23/10/10.
Om dat te vieren, en om voor mezelf wat achterstand in te halen in het cuisineren,
ga ik maar vrij snel aan de slag. Ik mag dus de spits afbijten van het koken.
Aangekomen op zaterdagavond, en met zondag de winkels dicht, is het voor
maandag 25/10.
Een paar flinke filets van heilbot, “halibut” in het Spaans, en wat gezonde groenten,
en we zijn weer vertrokken. Het gerecht wordt pittig gemaakt met cayennepeper,
en ziehier nu een woordje uitleg voor wie dit pikante poedertje niet dikwijls gebruikt.
Cayennepeper is een gemalen gedroogde Spaanse peper , die in de keuken
gebruikt wordt als specerij. Het is vernoemd naar de Zuid-Amerikaanse stad
Cayenne , de hoofdstad van het Franse Overzeese Departement Frans-Guyana .
Het bezit een aantal eigenschappen die de gezondheid positief beïnvloeden.
Cayenne raakte in zwang door toedoen van de Amerikaanse dokter Samuel
Thompson, als eenvoudig middel tegen gevaarlijke Zuid-Amerikaanse koortsen.
Hij schreef grote doses voor om de tropische koorts te laten uitzweten. Het kon
hem een worst wezen dat het haar van zijn patienten loodrecht op hun hoofd stond.
De scherpte van de specerij stimuleert de vorming van speeksel en daardoor
bevordert het de menselijke spijsvertering.
Onderzoek heeft aangetoond dat cayennepeper ook helpt de eetlust te
onderdrukken en zo dus overeten onderdrukt. Recente testen geven ook aan dat
cayennepeper de ontwikkeling van vetcellen tegengaat.
De stof die daar verantwoordelijk voor is in cayennepeper, heet capsaicin .
Studies uit Japan onderschrijven dat capsaicin werkzaam is tegen prostaatkanker.
Vandaag worden crèmes van cayenne ook als pijnstiller in ziekenhuizen toegepast.
Cayenne is wel geschikter voor volwassenen - en senioren - dan voor kinderen.
Was steeds je handen na aanraking met cayenne, wrijf niet in de ogen.
Cayennepeper maakt men uitsluitend van een bepaalde soort Spaanse pepers.
Deze soort behoudt ook na het drogen zijn rode kleur. Na de droging worden de
pepers vermalen tot het scherpe poeder dat we kennen als cayennepeper.
In de VS vermijdt men best de aanschaf van cayennepeper, die afkomstig is van de
specerijenafdeling in de supermarkt. De meeste kruiden en specerij en worden
daar namelijk bestraald waardoor alle goede eigenschappen verdwijnen.
In de EU is het nog zo ver niet, maar door de geplande invoering van de
Europese “Codex Alimentarius ”, komt hier mogelijk verandering in.
Je kunt misschien beter overwegen je eigen plantje cayenne te
kweken, wat vrij gemakkelijk gaat in een bloempotje.
Bewaring: cayennepeper blijft lang houdbaar, en dat is
maar goed ook, want het is geraden het liefst enkel in kleine
hoeveelheden te gebruiken.
Cayennepeper wordt courant gebruikt bij de productie
van tabasco en chilisaus .
Je kunt het in de keuken gebruiken om vlees- en visgerechten,
pasta's en soepen mee te kruiden.
Ook in eiergerechten past cayennepeper uitstekend.
Ik verwerk het vandaag in een eenvoudig visgerecht.
Lang geleden dat ik hier in de keuken gestaan heb, en het
duurt wel even om al het gereedschap te vinden in de kast.
Ook met mijn keukenschort lig ik een beetje overhoop,
nu ik zelf de foto zie.
Nadat het visje aan beide kanten lichtbruin is gebakken, zet ik het tijdelijk
in de oven op 70°, zodat het geen kou krijgt, of de Spaanse griep .
Er staat op het menu: “gebakken heilbot met tomaten en paprika” .
Dit is een universeel gerecht, maar met veel Spaanse accenten.
Heel eenvoudig te maken, en heel gezond.
Het komt van bij de Weight Watchers, waar wij heel veel sympathie voor hebben.
Hier is het recept:
ingrediënten voor 2
bereiding
1 volwassen rode paprika
blancheer de tomaten 1’, ontpel, verwijder zaad, hak in stukjes
olijfolie
blancheer de peper 5’, pel hem boven een kom
350g zeevisfilet (hier: heilbot)
vang het paprikasap op in de kom, verwijder steel en zaadjes
1 ui fijngehakt
snijd het vruchtvlees eveneens in stukken
2 lookteentjes, fijn gesnipperd
verhit de olie in een grote antikleefpan
3 middelgrote tomaten
bestrooi de visfilets met bloem, en klop de bloem er af
citroensap
bak de vissen aan elke kant gedurende 3 à 4’
2 el fijngehakte platte peterselie
als ze lichtbruin zijn, leg ze dan op een schotel
zout en cayennepeper
fruit ui en look 1 à 2’in dezelfde pan, voeg eventueel wat olie toe
als de ui zacht is, voeg paprika, paprikasap en tomaten toe
doe er nog bij: citroensap, peterselie, zout en cayennepeper
zet de warmtebron iets lager, dek de pan af
laat het geheel 5 à 7’ zachtjes koken, roer af en toe in de pan
leg de visfilets terug in de pan, en warm ze nog even op, 1 à 2’
Het visje is gebakken, en alle andere ingrediënten liggen gezellig samen in de pan,
en koesteren zich op de vurige plaat.
Het deksel vliegt al onderweg om de pan af te sluiten.
De visjes er nog even bij, en alles mag samen op de tafel.
Het is nu acht uur in de avond van 25 oktober, ongeveer 20° buiten op het terras,
en Greta is thuisgekomen, rechtstreeks van de bridgetafels.
Da Daaang!!!
De deksels gaan van de potten, en we kunnen er aan beginnen, bij kaarslicht.
Kaarsje, eigenlijk.
Greta vindt het resultaat een beetje pikant.
Een tegenslag natuurlijk, maar één ding is zeker: haar vetcellen worden in bedwang
gehouden, haar spijsvertering verbetert, en ze zal de volgende dagen zeker geen
koorts krijgen.
En ook de kans dat ze prostaatkanker krijgt is sterk verkleind.
Je moet er iets voor over hebben!
Buen apetito.
27-10-2010, 00:00 geschreven door grob
18-10-2010
In oktober geen chichi in Vichy
Heel binnenkort vertrekken we weer naar Spanje, laten we zeggen: woensdag.
Enkel Sennet Live en de Actief50 beurs van Seniorennet stonden nog in de weg.
In het verslag van de beurs op de home page van Sennet lees ik dat er nu al
18246 verschillende blogs leesbaar zijn .
Eentje daarvan is het mijne, dit dus, en dus moet ik maar nog een klein stukje
neerpennen, of neertoetsen, hoewel de neuzen van mijn schoenen al gericht zijn
op het zuiden van Spanje.
Greta heeft gans het weekend in Genk haar Photoshop volop kunnen
demonstreren en promoten met haar collega’s , en ik mocht intussen de nieuwe
VIP Oxypass “aanprijzen”.
De tweede dag had ik de eer en het genoegen als enige de boeken van Pascal
Vyncke te mogen verkopen, in aanwezigheid van de Grote Voorman.
Het is een toffe gast, maar hij mag zijn half lege colablikje niet meer laten staan! Hij was wel grieperig, misschien komt het daarmee.
Bericht aan de kopers van zijn boeken:
zorg ervoor dat je de binnenkant van pagina 3, waar hij zijn opdracht heeft gezet,
grondig spoelt met water, om de bacteriën weg te krijgen.
Zoniet ga je ook griep krijgen.
Terug naar ons onderwerp: in en door Frankrijk 2009.
Vorige reportage uit de Franse Auvergne, waar je helemaal in het Centraal Massief
zit, was gestopt bij het vertrek vanuit de B&B La Chèvre Noire in Montoldre.
“De Zwarte Geit” ligt nu achter de rug en achter de bergen, en we rijden verder
naar het hart van het Centraal massief.
Daar wacht ons, voor twee nachten een andere B&B, die ook nieuw is voor ons.
Hij ligt in aan de rand van het dorpje Salers, een van de “100 meest schilderachtige
dorpen van Frankrijk”.
Door het mooie weer (in de valleien althans!) aangespoord, doen we een aanbevolen
rondrit in een streek, die zeer schaars bewoond is.
We stoppen eerst in een piepklein dorpje, met een rasechte Franse naam: Billy.
In Billy weten de bloemen nog niet dat het half oktober is, en bloeien rustig verder
in stille schoonheid.
Mooie villa’s sieren de wandelweg naar het kasteel.
Iemand heeft moeite gedaan om een aanzet te geven aan het aanduiden van de
openingsuren, maar heeft het halfweg opgegeven.
Het is nu gesloten, maar de toeristen zijn ook al weg natuurlijk, behalve wijzelf.
De temperatuur is ideaal, de zon schijnt, en zelfs het kasteel staat te genieten.
Een mooie lokkende Billyaanse jonkvrouw staat me op te wachten aan de
kasteelpoort, maar ik laat me niet zomaar binnenpraten.
Billy ligt op de weg naar het mondaine Vichy, en dat is natuurlijk andere koek.
Het is een oord van bronwater en van prestige.
De huizen in het centrum stralen Franse grandeur af, en dateren meestal van einde
19de , en prille begin 20ste eeuw.
Veel Art Nouveau elementen vind je terug over de ganse stad.
Zoals in elk kuuroord is er natuurlijk een Casino, waar het op dit moment
volledige rust is.
Het casino ligt aan een park, het Parc des Sources, dat in opdracht van Napoleon I
werd aangelegd. Er omheen lopen oude ijzeren galerijen zodat je eventueel droog
van het Casino aan de ene kant naar het badhuis aan de andere kant kunt lopen.
De straten tussen het Casino en de Allier, de plaatselijke rivier, zijn ook de moeite
waard om eens door te kuieren. Je kunt je hier vergapen aan de prachtige oude
villa's en wegdromen in de sjiek van weleer.
Vichy moet je gewoon op je eigen manier, al wandelend ontdekken.
Lekker slenteren door de straten, af en toe een bankje in het park om weer
even bij te komen. Verzin het zelf maar. Een goed begin is natuurlijk altijd om even
binnen te lopen bij het Office du Tourisme, wat we uiteraard gedaan hebben .
Vichy is een “ville fleuri” met 4 sterren. Dat komt vooral omdat keizer Napoleon III
een prachtig park heeft laten aanleggen. Je kunt er heerlijk wandelen en van
het zonnetje genieten.
De meeste bloempjes beginnen wel weg te kruipen, behalve bij zonnig weer.
Je bent er omgeven door ca 20 hectare bomen, planten en bloemen waaronder
diverse uitheemse en exotische planten.
Villa’s aan de rand liggen tussen het groen. Het is het Knokke-Zoute van Auvergne.
Er zijn een paar routebeschrijvingen te krijgen om te wandelen die je langs
de mooiste punten van de stad brengen. Er loopt er een door het Quartier Thermal.
Een andere brengt je door de oude stad. Vanaf het Casino lopen we via een mooi
park naar de Allier, de plaatselijke rivier en ook de naam van het departement.
Een prachtige herfstwandeling door een dreef in het warmende zonnetje doet deugd.
Langs de Allier lopen wandelpaden, en aan de overkant van de rustige rivier
is een paardenrenbaan en een golf. Minder kan natuurlijk niet.
Terug richting stad komen we langs de Source des Célestins , zoals we kunnen
aflezen boven de ingang. In België hebben we Spa Barissart, als meest bekende
bron, en hier is het dus Célestins.
Aan de binnenzijde van het gebouw is het heel luchtig, en opgebouwd met
Art Nouveau elementen.
Vichy staat al sinds de Romeinen bekend om de warme bronnen die tegen allerlei
ongemakken (zouden) helpen.
In de tijd van Napoleon III werd Vichy omgebouwdd tot een ruim opgezette stad.
Tot een eind in de 20e eeuw was het een geliefd ontmoetingspunt van
de upperclass van Europa. Vichy kent diverse kuuroorden en natuurlijk
is het bronwater ook in flessen verkrijgbaar.
Nog leuker is het om met je lege flessen naar de Source Célestin te gaan.
De bronnen geven hier hun heilzame water af via bronzen kranen die voor
het publiek zijn opengesteld.
Dit is dus geen WC die niet is doorgespoeld!
Er staan hier verschillende batterijen van tapkranen naast elkaar.
Ook op het gebied van water is er gelijkenis tussen Vichy op Knokke: zeewater
geschept in Knokke smaakt net hetzelfde als het flessenwater van Vichy.
Hier zie je trouwens op de achtergrond een proefpersoon (letterlijk), die het water
getest heeft, en nu steun zoekt, wegens een wrang gevoel in de maag.
Het zijn trouwens hypocrieten in Vichy.
Waar ze de (rijke) mensen zogezegd van kwalen,
zoals artrose enz willen afhelpen,
met hun spa’s en hun flessenwater,
zetten ze aan de andere kant de patiënten aan
om te roken, wat ook weer niet de gezondste sport is.
Deze gevel in het centrum is wel komisch, want de onderste verdieping is geschilderd.
De kerk is zeker interessant voor een kort bezoek.
Ze is heel donker, en daardoor komen de brandglasramen,
als de zon schijnt, goed tot hun recht.
Speciaal voor de dames: je voelt je opnieuw dertig,
na het gebruik van de gepaste huidproducten uit het
gamma van Vichy. Vrouwen onder de dertig blijven er
dus maar best af, want die gaan een slechte zaak doen.
Soms krijg je zelfs de indruk dat de Fransen
houden van Amerikanen.
Zelfs hun eigen (ex!) Napoléon III moet wijken
voor de Yankees.
Dit is dan het voorlopige afscheid van Vichy.
Ondermeer omdat momenteel Seniorennet slechts 20 foto’s
toelaat per aflevering.
Daarenboven moet ik nu dringend de valiezen pakken.
Woensdagmorgen 20/10 vertrekken we met de wagen
richting Marbella.
Misschien komt er nog een live verslag onderweg,
speciaal voor jullie!.
Tot zeer binnenkort!
18-10-2010, 00:00 geschreven door grob
09-10-2010
KOKENETEN: de Mongool kent iets van witte kool
In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, mag een witte kool niet wit zijn,
maar eerder lichtgroen.
Zorg ervoor dat de buitenbladeren stevig en glanzend zijn als je hem koopt.
Witte kool is wereldwijd een van de belangrijkste menselijke voedingsbronnen.
In Rusland, China, Oost- en Noord-Europa zijn winterharde koolsoorten gewoon
onmisbaar, en bijna dagelijkse kost.
Mongolen zien zelfs een beetje groen, omdat ze bijna constant witte kool eten.
Ook op Mars is deze kool het nummer één op het menu; kijk maar naar de groene
mannetjes die van daar komen.
Deze ultieme wintergroente mag dan wel de reputatie hebben zwaar
in het lichaam te vallen, in werkelijkheid is ze caloriearm, en vetarm.
Waar de witte kool wel bijzonder rijk aan is, zijn vitaminen en mineralen.
Aan amper 200 gram heb je genoeg om je dagelijkse behoefte aan vitamines A
en C binnen te krijgen, daarnaast zit er nog een stevige dosis mineralen in als ijzer,
calcium, fosfor en magnesium.
Men rekent 300 tot 400 g gekookte witte kool per persoon.
In tegenstelling tot wat men soms denkt, hoef je ze om de lieve lijn niet te laten,
want witte kool levert maar 24 kcal/100g.
Behalve voor zijn voedingswaarde, staat de kool in de traditionele Europese
kruidengeneeskunde bekend als middel tegen brandwonden en ontstekingen.
Maar… nu moet ik toch even een prangend en nijpend onderwerp aansnijden.
Kolen slepen een bijzonder slechte reputatie met zich mee.
Ze zouden moeilijk verteerbaar zijn en zodoende de vorming van ongewenste
gasbellen in onze darmen bevorderen.
Bij effectieve ontsnappingspogingen brengen die het fatsoen van de
gastheer/vrouw luidruchtig en/of geurig aan het wankelen.
Nochtans, en dat is dan het supergoede nieuws, mits inachtneming van enkele
voorschriften hoeft je metabolisme er hoegenaamd geen hinder van te ondervinden.
Tip 1:
Een van de voorschriften is dat je kool vooral niet te lang mag koken.
Bij langdurig koken ontstaan zwavelverbindingen, met het gekende gevolg
ter hoogte van de darm-exit.
Naar verluidt stoppen de Mongolen hun paarden trouwens vol met witte kool,
zodat na de maaltijd en de dierlijke vertering, die beesten soms als een raket
vooruit vliegen, gedreven door luide knallen en zwavelachtige dampen.
Kool bevat mosterdolie, dat is een vluchtige stof die het verteringsproces versnelt
en de zwaveltoestanden fors verbetert.
Om de mosterdolie van kool intact te houden, mag je dit slechts even stomen.
Tip 2:
Je kunt er ook op het einde van de bereiding een lepel mosterdzaad of -poeder
in mengen, wat hetzelfde effect heeft.
Hiermee gewapend is er geen enkele reden meer om geen (witte) kool te bereiden.
Dankzij deze twee tips kan iedereen onbezorgd aan de kool! Lang leve de Mongool!
Witte kool is natuurlijk ook de basis voor zuurkool. Dit gerecht wordt gemaakt van
fijn geschaafde witte kool, die met een weinig zout en een scheut karnemelk in
een inmaakpot tot gisting wordt gebracht.
De lichtverteerbare zuurkool heeft bovendien een zeer hoog vitamine C-gehalte.
Tenslotte is witte kool heel geschikt voor salades.
Verwijder de buitenblaren, snijd de kool in vieren en haal de stronk eruit.
Was de vier delen apart. Schaaf de kool of snijd hem in smalle snippers.
Voor salades rekent men 75 tot 100g per persoon .
Eens geschaafd en geblancheerd kan ze makkelijk worden ingevroren.
Ik heb (zeer) persoonlijk ook nog een goeie reden om witte kool klaar te maken.
Het is nu midden april in Spanje, en ik heb me speciaal opgetut om de Semana
Sancta te vieren. Daarvoor heb ik een blits halssnoer uitgedacht, waarin
een paar kleine witte kolen verwerkt zijn.
Na afloop van de processie kan, en mag ik dit voedsel niet zomaar te grabbel
gooien, en moet het de keuken in. Ecologisch inzicht moet er ook zijn.
Hier zie je me nog in groot ornaat met mijn koolhangers.
Er staat op het menu: “kabeljauw met witte kool en spekjes” .
Het is een Spaans gerecht, dus heel eenvoudig te maken, en heel lekker.
Hier is het recept.
ingrediënten voor 4
bereiding
4 dikke kabeljauwfilets, of andere harde vis
bak het spek in een weinig olie krokant, zet het opzij
½ witte kool, fijn gesneden
kook de kool in weinig water gedurende 5’
150g kleine spekblokjes (Spanje: Serrano)
ze mag wat zacht worden, maar moet al dente blijven
een handvol verse peterselie, ruw gesneden
laat ze goed uitlekken, stoof ze in een pan
een glas witte wijn, of 2 el sherry
doe er de boter bij en de wijn, en roer regelmatig
20g boter
houd het vuur laag, laat de boter smelten
5 cl (soja)room
en laat staan tot de meeste wijn verdampt is
verse (cayenne)peper, zout
voeg het spek toe, met alle braadsappen, en de room
een beetje olijfolie
voeg de peterselie toe en wat verse peper en zout
zet borden in de oven op 75° als voorverwarming
paneer de kabeljauw intussen aan beide kanten
verhit een beetje olijfolie in een niet-kleefpan
bak de kabeljauwfilets hierin, 4-5’ aan elke kant
(hangt af van de dikte van de vis)
lepel de kool op de warme borden
leg de visfilets er boven op
garneer met krulpeterselie en dien op
TIP: geen zout gebruiken voor de vis, door het spek
De kool voelt zich blijkbaar beter in de pan dan aan mijn nek.
Ik denk er ook zo over.
Intussen strijkt Greta er duchtig op los, op het terras. Ze is gerust in de afloop.
Ook de kalme kabeljauwen voelen zich happy in de koesterende warme pan.
De groentjes (in twee betekenissen) gaan gedwee op het bord en het zwemmertje
komt er zachtjes bovenop.
Op het moment van de bereiding wist ik nog niets van het belang van de kooktijd.
TIP: laat de wijn niet inkoken, om zo de kooktijd in te korten, maar doe er
op het laatst 2 eetlepels sherry bij in plaats van de wijn.
Buen appetito!
Bereid in Spanje en gebaseerd op een recept uit de reeks “New Mediterranean Meals”
van de Engelsman Mark Harrison, van wie ik eens per post een CD kocht met recepten.
09-10-2010, 00:00 geschreven door grob
01-10-2010
Het raadsel van de Zwarte Geit
Binnenkort vertrekken we weer naar Spanje voor de winter 2010.
Dat doet me eraan denken dat de zuidwaartse tocht van vorig jaar nog niet
is aan bod gekomen op mijn blog.
Als ik dat nu eens zou doen, dan komen alle prettige reisherinneringen weer
naar boven. Doen dus.
Niet (alleen) de bestemming is belangrijk, maar de ervaringen van onderweg
maken het reizen een prachtige belevenis. Daarom kiezen we elk jaar een
verschillend parcours. Want denk eraan: reizen is goed, als je het traag doet.
Dan maak je zelf de gelegenheid om alles veel intensiever te beleven.
We noteren 11 oktober 2009.
Dit jaar bollen we over en door het Centraal Massief, dwars door
het hooggelegen centrum van Frankrijk.
Daar richten we ons naar Auvergne, in het departement Allier.
Eerst gaan we nog rond Parijs, via de Francilienne. Rustig is het daar, en dat mag.
Dertig kilometer van Vichy weten we een uitstekend adresje: Mike en Sue Papala.
Hier zijn we al eerder geweest, en we komen hier thuis.
Het verwachte bordje hangt er al, als we in de vroege avond aankomen.
Even schetsen: Mike is een Engelse geoloog, werkt in Canada in de mijnexploitatie.
Sue is eveneens Engels, maar heeft als lerares heel veel jaren in een vroeger leven
in Zwitserland gewerkt. Ze heeft een talenknobbel, die echter in tegenstelling tot
mijn tenenknobbel, met het blote oog niet te zien is.
Ze houden samen een gezellige B&B (trois épis), La Chèvre Noire, de Zwarte Geit,
maar Mike is regelmatig afwezig voor zijn part time werk in het andere continent.
De dag zelf van onze aankomst is Sue hem gaan oppikken aan het station van Moulins.
Het is een heerlijk weerzien, een prachtige herfstdag, en ook de wagen voelt zich
goed in de tuin. Hij staat hier natuurlijk 200% veilig.
We zijn hier (weer) alleen, dus alle rust en genot is exclusief voor ons.
Greta ademt gretig de Auvergniaanse lucht in vanuit het raam op de verdieping.
Intussen heb ik mijn plekje gevonden in de salon, terwijl ik wacht op het aperitief
“on the house”, bij de brandende open haard.
Vanuit de woonkamer heb je een mooi zicht op de parktuin,
waar de herfstkleuren alles wikkelen in een zacht licht.
We weten dat Sue een prima kokkin is, dus wordt het nu genieten.
Ik had telefonisch een “light meal” besteld, en Sue houdt daar natuurlijk rekening mee.
We beginnen met lekkere soep van pompoen (uit de tuin), met gebakken uitjes
en spekjes om de pompoensmaak wat op te krikken.
Dan is er de salade met vlees en kaas.
Ik heb al veel soorten Franse kazen
gegeten, maar deze zit vanaf nu zeker in mijn top drie:
de “Comtesse de Vichy”.
Spijtig genoeg is het een streekkaas, en kan je hem in
België waarschijnlijk niet vinden. Subliem lekker!
Dan krijgen we nog eendenborst met salami en hesp en stekelbes chutney.
Het dessert is iets met een crumble van wat weet ik niet meer.
Al een geluk dat ik een “light meal” had gevraagd.
We gaan dus nog even in de tuin om enkele calorieën kwijt te spelen.
Zoals het echte Engelsen past zijn ze hier niet gespeend van humor.
Zo zien we een bordje hangen, met een zinnetje, aangepast aan de reusachtige tuin.
In de tuin bij het zwembad loopt een vriendelijke hond.
Ik zal hem maar Blakkie noemen.
Blakkie loopt onafgebroken naar alle kanten en zeult een speeltje mee, een soort frisbee.
Het zwembad ligt tussen enkele prachtige bomen, maar dat gaat me achteraf
nog parten spelen…
Wanneer het tijd is om te gaan slapen, geef ik al duidelijk
aan met mijn vijf vingers hoe laat ik van plan ben
om op te staan. De werkelijkheid is er niet ver af…
Nog een kleine merkwaardigheid: Sue is zo bezeten
van het maken van lekkere salades dat ze prompt
de lavabo heeft vervangen door een slakom.
Ik moet in de nacht veel niezen, want ik heb een verkoudheid
meegebracht uit België.
Rond zes uur in de ochtend, met andere woorden in het
midden van de nacht, maakt Greta me dan nog wakker
met een schok. Ik heb niet veel uitleg nodig, want ik hoor
het alarm van de wagen. Om de dieven in snelheid te pakken,
loop ik naar buiten, met enkel mijn schoenen aan.
De volgende twee minuten komt dus voor mij het raadsel
van de zwarte geit
De wagen staat slechts tien meter van het huis, en er is
niets abnormaals aan te zien of te horen.
Intussen is Sue uit het raam komen kijken, in nachtgewaad,
en roept iets van: “the swimming pool”. Wat is er gebeurd?
Het zwembad heeft een alarm. De Europese wetgeving
verplicht namelijk een afsluiting te bouwen rond zwembaden,
toegankelijk voor het publiek, ofwel moet men een alarm
plaatsen. Dit zwembad heeft dus een alarm, dat in werking
treedt als er iemand invalt, m.a.w. als er golfslag is.
Het toeval wil dan nog dat het geluid identiek is aan dat
van onze wagen. Daar sta ik dus mooi van te genieten!
Door een speling van de natuur (of door Blakkie?) is er
dus een golfslag ontstaan. De wind eventueel?
Het Mysterie van de Zwarte Geit is dus niet opgelost!
Mijn nachtrust is niet helemaal perfect, is de conclusie.
’s Morgens komt Blakkie mij zijn speeltje aanbieden,
om me te troosten. Mooi gebaar.
Iedereen mag nog eens op de foto vóór het vertrek naar
andere oorden. Ik heb Blakkie zijn speeltje toch maar teruggegeven.
Tot ziens, Mike en Sue, en Blakkie ook.
Nee Blakkie, ik wil je speeltje niet. De koffer zit vol.
01-10-2010, 00:00 geschreven door grob
23-09-2010
KOKENETEN: een flesje cider voor ieder
Vandaag maken we het merkwaardige, maar smaakvolle gerechtje
“in cider gestoofde varkensmedaillon met appeltjes”.
Een woordje uitleg over cider mag dus wel.
Cider is een alcoholische drank die van het sap van vruchten , vooral appels ,
wordt geperst. Oorspronkelijk werd cider gemaakt van appels die werden
geperst in een cidermolen.
In een cirkelvormige bak, draaide een stenen molenwiel rond dat de appels
fijn perste. Cider is een vrij ruim verspreide drank. De meest bekende is de
Franse, maar ook in Spanje verfrist hij de kelen, onder de naam Sidra .
Hier zie je een molen op Jersey, vlak tegen Normandië, dé ciderstreek bij uitstek.
Vroeger werden de cidermolens aangedreven met de hand,
met behulp van waterkracht of door een paard. Tegenwoordig maakt men gebruik
van persmachines die vrijwel altijd aangedreven worden door elektriciteit.
In de ciderpers werd de pulp in lagen gelegd op een stapel die ook wel bekend
staat als 'el queso' (de kaas).
In de pers werd de kaas blootgesteld aan steeds toenemende druk zodat alle most
(sap) uit de pulp werd geperst. Dit sap werd, nadat het was gezeefd in een grove
haarzeef, in houten vaten gegoten. De uitgeperste pulp werd aan de boerderijdieren
gegeven als wintervoer, gecomposteerd, of weggegooid.
Er werd ook wel likeur van gestookt. Zie ook het stukje op mijn blog over het
Jenevermuseum van Hasselt.
Ook daar komen veel van dezelfde technieken terug.
Alleen ontbreken n Hasselt de juiste meisjes,
zoals de Spaanse sidra jonkvrouwen.
Cider bestaat al een heel tijdje.
Het was bijvoorbeeld de lievelingsdrank in de USA,
in de tijd van en na de Engelse kolonisten.
Er kwam pas verandering in, toen daar hele ladingen Duitsers aanspoelden
(toen ook al) die de techniek verbeterden om bier te brouwen. Prosit!
De eerste ciders werden waarschijnlijk al gemaakt door de oude Egyptenaren
en Byzantijnen.
In Spanje begon men ermee vanaf 1629, toen op grote schaal appelbomen
werden ingevoerd vanuit Amerika.
De verwerking was primitief, en is het soms nog.
Vandaag kan je in Spanje sidra drinken direct uit de kupelas , grote vaten,
meestal van kastanjehout. Er zijn zelfs “Sideria” bars, waar Sidra de specialiteit is.
Ze komen vooral voor in Asturia, Galicia en bij de Basken.
Het klimaat is daar ideaal om appels te kweken: natte zomers en zachte winters.
(met andere woorden: in België kan men ook aan de slag, als de winters wat
zachter worden door de klimaatverandering; de natte zomers hebben we al)
De barman zal je een glas schenken, voorzien van de nodige show en acrobatie.
Zogezegd wordt dat gedaan om het boeket te verbeteren.
Hoe drink je de Sidra? Belangrijk: de fles moet in één keer leeggemaakt worden.
Cider oxideert heel snel, en na een dag of wat is hij volkomen plat. Daarom.
Persoonlijk hou ik niet zo van de Spaanse sidra. Ik gebruik hem wel om te koken,
om bijvoorbeeld te deglaceren, in plaats van met water. Het geeft meer smaak.
Normaal gezien blijft er een droesem over, onderaan in de fles.
Je kunt die consumeren (als je moeilijk naar het toilet gaat), of in een Sideria
mag je hem op de grond uitgieten, ofwel in een speciale afloop doen belanden.
Dit is een van de redenen waarom een Sideria verschillend is van een gewone bar.
Terug naar en in de keuken nu.
Er staat een "in cider gestoofde varkensmedaillon met appeltjes" op het menu.
Het is heel eenvoudig, want ik kan het. Hier is het recept.
ingrediënten voor 3
bereiding
1 el olijfolie
indien varkenshaasje: snij in stukken van 2 cm dik
600g varkensmedaillon of -haas
bestrooi met pezo aan beide kanten
1 grote ui, fijngesneden
bruin het vlees aan beide kanten, zet apart
2 el cider-, appel- of witte wijn azijn
bind het bouquet garni samen met keukentouw
15 cl sidra of cider
fruit de ui in de pan, en voeg daarna toe:
20 cl appelsap
de azijn, cider, appelsap en bouquet garni
1 bouquet garni (tijm, laurier, peterselie)
leg het vlees weer in de pan, doe er nog wat pezo op
2 appels
sluit de pan af en breng aan de kook
1 el citroensap
schil en ontpit de appels, snij ze in schijven (1cm)
een scheut room (+/-30% vet)
als het kookpunt bereikt is, zet het vuur laag
pezo
voeg de appels toe, laat enkele minuten verder garen
garnituur: krulpeterselie
haal het vlees uit de pan, en de appels als ze mals zijn
houd vlees en appels warm, laat het kookvocht inkoken
op hoog vuur en zonder deksel, tot een stroperige saus
dik, indien nodig, aan met wat maïzena express
verwijder het bouquet garni
voeg de room toe en laat 2’ doorkoken, al roerend
leg de appels op borden en vlees er bovenop
overgiet met de saus en garneer met peterselie
Het grote werk is gedaan, en ik kan de borden dresseren.
Het bord komt op tafel, met een glaasje rood. De liefhebbers kunnen er natuurlijk
de rest van de cider bij drinken. Ik zet hem liever apart voor later keukengebruik.
Tevreden dat het gelukt is, ga ik nu happen.
Ik doe er nog een gekookt piepertje bij en de lekkere saus.
Buen approveche!
23-09-2010, 00:00 geschreven door grob
11-09-2010
Niks speciaals te melden van op de Schelde (2)
Hier is dan het vervolgstukje van de dag met de Seniorennet Photoshoppers
op de Schelde.
Ankrispi , achtenswaardig hoofdorganisator van dit initiatief te Antwerpen heeft
nog een “specialleke” in petto!
Het Scheldedecor is een prachtige locatie om “Idool Photoshop 2010” te organiseren.
Iedereen die een beetje talent bezit, mag een liedje komen zingen voor de micro.
Het is uiterst spannend en een groot aantal kandidaten zetten hun beste beentje
en stemmetje voor, met de meest aangrijpende liedjes.
De twee finalisten zie je hier, terwijl Ankrispi de uitslag van de schiftingsrondes
meedeelt. Lieve/Lila uit Limburg, links, komt in de finale eerst aan de beurt,
en brengt een doorleefde versie van “Het Hutje op de Heide”.
Maar het is Greta/Gaviota die uiteindelijk nipt de finale wint met een verschroeiende
interpretatie van de hit: “Dos Cervezas, por favor ”. De Spaanse tekst is vrij
moeilijk, maar ze wordt sterk geholpen door haar ervaring in de Spaanse taal.
Tot zover de foto’s die het Seniorennet Systeem niet wou opnemen vorige keer.
Zoals toen gezegd, gaan we nu vooral bovendeks, waar we al onmiddellijk
de Drie Wijzen van de Photoshop Senioren tegenkomen, die nog napraten
over de Idool zangfinale.
Uiteindelijk komt iedereen naar buiten, waar de vogeltjes fluiten.
Het weer is prachtig, maar zelfs de meest kouwelijke passagiers kunnen
indien nodig genieten van het verwarmde achterdek.
Daarvoor zorgt een kachel met lange stoofbuis.
Op het achterdek komen de tongen los, terwijl de boot langs idyllische plekjes vaart.
Onderwerp van gesprek is ondermeer het eigenaardige fenomeen dat hier geen
schepen mogen aanmeren waarvan het anker ondersteboven hangt.
Een aantal mensen vraagt zich ook (terecht) af wat die “Lei dingen” mogen betekenen.
Iedereen kent in Antwerpen natuurlijk de Frankrijk Lei, de Britse Lei...enz.
Maar hier, langs de oevers staat dan een bord met “Lei Dingen”! Wat is dat?
Vreemd toch. Niemand van de achterdekzitters weet wat het betekent.
Een interessant gesprek hebben we met Photoshopster Princess, ook een
Nederlandse, die vanuit Zuid-Afrika geland is in Overpelt, in Belgisch Limburg.
Laat dat nu net de plaats zijn waar we op 12 september gaan fietsen met Olaba.
Alle Photoshoppers zijn degelijk opgevoede mensen.
Als er tijdens een gesprek iemand een vraag wil stellen, of naar de WC wil gaan,
dan steekt die persoon heel beleefd zijn vinger op. Zo hoort het.
Een baken op de Schelde is natuurlijk Mariekerke.
Hoeveel palingen zijn hier al niet gedegusteerd?.
Vroeger werden de glibbervissen plaatselijk gevangen, maar vandaag
is het allemaal import uit Canada en Noorwegen. En toch lust ik die even graag.
In Mariekerke kan men de stroom over met een overzetboot, of zoals men het
zo lief kan zeggen in Nederland: met een pontje.
Af en toe zien we een merkwaardig beeld, zoals dit zinkende schip bijvoorbeeld.
De brug waar we nu ondergaan is bij velen geen onbekende.
Voor wie ze toch niet zou herkennen heeft men er dan maar de naam opgeplakt.
Toch wel een merkwaardig beeld levert dit op: de oude brug op de achtergrond,
en het nieuwe exemplaar vooraan.
Zoals achteraf zou blijken hebben vooral de dames hier een aantal bedenkingen bij.
Ik wil dit nu echt niet uitvergroten , maar even na het aanschouwen van het ophalen
van de bruggen ontstaat er enige beroering bij een aantal vrouwelijke passagiers.
Hier zie je bijvoorbeeld een dame die met behulp van twee vingers een bepaalde
maat opgeeft. De dame met het rode kleed, die op specifieke vraag verder
onbekend wenst te blijven, heeft al een iets grotere maat in het hoofd.
Ook benedendeks is er grote belangstelling voor het ophalen van de bruggen,
en is er eveneens een interessante gedachtewisseling gestart.
Tribaloma heeft zo haar eigen idee over de gang van zaken.
Ik zou aan de dames maar één advies kunnen geven in zake dit onderwerp
waarmee we nu aan de Temsebrug geconfronteerd worden: size doesn’t matter.
Excuseer.
Ook aan de boottrip komt een einde. Antwerpen komt weer in het vizier.
De kathedraal staat er nog, hoewel hij intussen weer wat ouder is geworden.
Ik kom niet zo veel meer in Antwerpen, en nu merk ik dat het Steen vernieuwd is.
Er is een nieuwe vleugel aangebouwd van frisgrijze appartementen. Moet kunnen.
Eens terug aan land moet er geklonken worden, omdat we niet gezonken zijn.
Waar kan je dat beter dan in café ’t Bolleke, tussen de kathedraal en de Groenplaats?
Een leuke zomeravond in centrum Antwerpen, met de Photoshoppers.
Er zijn minder aangename dingen.
Alle Photoshoppers houden van elkaar, ten minste éénmaal per jaar.
Is dit geen perfecte wereld?
Tot volgend jaar. Be There.
11-09-2010, 22:15 geschreven door grob
tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba
Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw
tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland
discrete blik achter de schermen in Segovia
beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo
aan het werk in hoteltuin in Alberic
aan de Groenplaats met Seniorennet
met vrienden in El Palmar (Valencia)
catamaran van Tarifa naar Tanger
lunch in Parador van Arcos de la Frontera
Viking van de Geiranger fjord