" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
04-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 153

B13   DE KAZAKKEERDERS.

 

                       Westende, 15 juni 1940.

De Onderofficier-keukenmeester was een jovia­le vent en Marie sprak na één week al een vlot mondje 'Duits',of wat zij daarvoor hield...Vanaf de eerste dag wist ze al dat aardappelen "Kartoffel" werden genoemd in plaats van "Pattatzen". Hun brabbel­taaltje zorgde in het begin voor aardig wat hilariteit en in deze ontspannen sfeer ontdooide hun 'Herr Unteroffizier' zienderogen. 's Avonds mocht ze tafel­resten mee naar huis nemen en al moest je even wennen aan de zurige smaak van hun grauwe soldaten­brood, met smout smaakte het lekker en de korsten kwamen goed van pas voor de konijnen of voor de hond Toerrah.           

Zoals gevreesd kreeg Leon medio juni zijn ontslag. De schip­per had het beloofde douceurtje voor het redden van de 'Astrid' niet uitbetaald, maar daarvoor had Marie ook haar boontjes niet in de week gelegd: " Gelijk die smeerlap op z'n zak zit! Ware hem in z'n eerste leugen gestikt, dan zat ik al twintig jaar met m'n gat in de boter! "                           

Bij die uitval keek Leon zijn broer niet-begrijpend aan: "Maar Moeder, twintig jaar geleden waren wij er nog niet! ..."       

"Twintig of achttien: 't is al om 't even! Zonder die rotzak aten wij nu iedere zondag kramiek! ..."              

Maar Joseph kon goed tellen: "Achttien jaar ? Heeft de schipper ons vader in der tijd misschien een kloot afgetrokken of zo ?...Of u een pee gestoofd ?"...       

Marie klapte dicht. "Moeit u met uw eigen zaken! " grauwde ze. "Snotneus! " Dat ze Pylieser niet in haar hart droeg, wisten de jongens al langer. En nù zeker!           

 

" Ge kunt dat toch verstaan, hé ",had de schipper schijnheilig tegen zijn bemanning geklaagd, " De reparatie van de boot kost mij de oren van m'n kop! ...En als den Duits ons dan nog wat gaat beletten van uit te varen om ons brood te verdienen, zit ik binnen de kortste keren met mijn bloot gat op de keien! "...Dat hij de vier luxe auto's van die joden op zijn bil had geslagen - de vijfde had notaris Legein zelf ingepalmd - scheen hij helemaal vergeten...                      

Leon had toen als reactie op deze woordbreuk verongelijkt nonkel René aangepakt. Maar deze ving eveneens bot bij z'n patroon en maakte zich - met de gestorte twintigduizend frank op zijn spaarboekje - verder geen illusies over dat beetje bibbergeld dat Pylieser hen beloofd had voor het redden van de 'Astrid':           

" Hij is er vet mee, met z'n auto's" grinnikte hij misprijzend: "Verkopen kan hij ze niet, want niemand krijgt naft om te rijden. En als den Duits het te weten moest komen, slaan ze heel het boeltje aan als joods eigendom en krijgt hij nog veel last op de koop toe! Daarbij, hij heeft mij gevraagd of ik ze niet helemaal kon demonteren, want hij is van plan de losse stukken weg te steken op een paar boerenhoven in de polders. Maar 'k heb gezegd dat hij m'n zak kon opblazen..."       

" Miljaarde, de smeerlap! Wat houdt er ons feitelijk tegen om het bij den Duits aan te geven, 'lijk dat hem ons gekloot heeft, die verdomde vrek ?"         

René versteef en staarde Leon ijzig aan, alvorens hem drei­gend zijn wijsvin­ger onder de neus te rammen:       

" Eén woord! ",siste hij, " versta me goed: één woord, ventje, en ze vissen u 's anderen­daags uit de Geule! ...Den Duits, voor ons, bestaat niet! En de gendarmen of àndere paljassen in uniform nog veel minder! Als de patron ons een kloot heeft afgetrokken dan regelen we dat onder ons: vroeg of laat zal hem betalen, en met intrest, al moest ik het uit z'n stroot sleuren, daar leg ik m'n kop naast! Maar bij ons geen Dutse clowns met sterren en strepen: onthou dat verdomme héél goed! "  

Verbouwereerd veegde Leon de spuugspatten van zijn ge­zicht en stamelde: " Allee, nonkel, ik zeg dat toch maar om te lachen, hé! "              

Maar deze vervolgde, wat kalmer nu: " Ventje, er valt hier niets meer te lachen...Doet alsof den Duits niet bestaat: zegt er niets tegen en vooral, vraagt er niets aan! Als hem ons geen werk meer gunt, dan werken we niet meer...En als hem ons geen brood meer gunt, dan vreten we rapen. Vroeg of laat gaan ze het hier toch moeten aftrappen en verder trekken, want ze willen heel de wereld veroveren en ze hebben tot nu toe nog maar zo'n klein stukje...Ondertussen kunnen ze de pot op, verstaan ?!...Maar kom, genoeg geze­verd, we gaan er één pakken!  En dat den Duts ons kloten kust !"              

Na deze boude uitspraak keek Leon dan ook raar op, toen hij twee dagen later van zijn moeder hoorde, dat nonkel René nieuw werk had gevonden in garage Amerie in Veurne...Daar werd in opdracht van de Duitsers een deel van de Britse voer­tuigen hersteld, die ze hadden buitgemaakt in het brug­genhoofd van De Panne...         

" Tiens-tiens...",zei Leon in z'n beste Frans..." Die kazakkedraaier! Nonkeltje schijnt dan toch geen rapen te willen vreten ! Dus liever tóch maar voor den Duits werken, hé...En waarom, verdomme ?! Van zijn twintigduizend ballen had hij toch een tijdje kunnen rentenieren! "

                                                 

Op 22 juni vonden de Fransen het tenslotte welletjes en was de oorlog voorbij. Zoals Koning Leopold bij ons, werd Maarschalk Pétain door 95 % van zijn landgenoten geprezen omdat hij het met de Duitsers op een akkoordje gooide "dans l'honneur"...Vier dagen vroeger was een krakerige oproep langs de B.B.C. van een totaal onbekende generaal de Gaulle tot diezelfde landge­no­ten volledig de mist ingegaan. Nu de Duitsers al tot tegen Lyon waren doorgestoten kon zijn gefrasel over " la France a perdue une bataille, la France n'a pas perdue la guerre! " de landgenoten geen barst meer interesseren...Maar deze retoriek kostte hem wel een terdood­veroordeling door de krijgsraad die Pétain speciaal voor "Hoogverraad tegen het Franse Volk" had opgericht. Vijf jaar later ,in augustus '45 zou de Gaulle weerwraak nemen op de oude maarschalk: hij liet hem door - niet lachen! - dezelfde krijgsraad tot levenslang veroordelen wegens - jawel - "Hoogverraad tegen het Franse Volk". Hetzelfde volk dat "le Maréchal" vier jaar lang geestdriftig had opgehemeld ­maar na de oorlog plots aan geheugenverlies leed...Wat een politieke windhaan zoals Markies De Talleyrand een eeuw vroéger deed verklaren: " Sire, la haute trahison n'est qu'une simple questi­on de da­te..."                         

Aan de over­zijde van het Kanaal zetten de Engel­sen na "het epos van Duinkerke" nog wel een hoge borst op, maar dit werd door geen enkel redelijk mens ernstig genomen: Duitsland had het spel gewonnen en dàt was dàt. Churchill zou wel vlug zoete broodjes komen bakken... Voor wie wilde overleven kwam het er nu op aan, zich zo snel en zo goed mogelijk aan de nieuwe omstandigheden aan te passen.­ Zoals bij voorbeeld de V.N.V.gazet 'Volk en Staat' deed, die nu onder Duits toezicht verscheen. In zijn eerste nummers hakte die even ferm als schijnheilig in op de Franse soldateska die de Verdi­naso-leider Joris van Severen in een muziekkiosk van Abbeville laffelijk had vermoord. Terwijl dezelfde krant een paar maanden geleden 'die kleine Hitler' nog rauw met huid en haar kon verslinden. De reportage deed wel nog vaag over de juiste omstandigheden van die slachting, want daarover liepen de wildste geruchten en schijnbaar wist niemand er het fijne van.

"De Kustwacht" had het in zijn reportages meer over de bangelijke avonturen van 'weggevoerden', waarvan de eersten in Zuid-Frankrijk door de Duitsers bevrijd werden en naar huis gerepatrieerd. In totaal zou het om een zesduizend man gaan, schatte de krant, waarvan de helft Belgische 'extremisten' van rechts of links, die door de Staatsveiligheid op 10 mei in verzekerde bewaring waren genomen. De rest zou buitenlander zijn of statenloos, meestal joden die uit Duitsland gevlucht waren en al dan niet terecht het etiket van anarchist of spion opgekleefd kregen. Die laatsten moesten natuurlijk niet erg op de hulp van de Wehrmacht rekenen om gerepatrieerd te worden, vond de reporter...

" Dat slaat zuiver op den Tuur, zie..." meende Joseph: "Ook al deden de Birnbaums niet aan politiek, dat ik weet...En spionage, dat is te zot om los te lopen! "

" Maar 't waren joden hé: gevlucht uit Duitsland! Dan zien ik niet goed waarom de Duits die terug naar hiér zou brengen." zei Jetje. Ze hield op 23 juni haar traditionele pannekoeken-bak-met-cacao om haar eigen verjaardag te vieren samen met die van Joseph en Leon, de 25ste en de 26ste. Bij hun plundertocht in het hulphospitaal in de 'Marchevins', vorige week, had ze drie grote dozen chocoladepoeder mee gejat en een zak suiker, waar ze wel een tijdje mee voort kon...

" Toch reken ik er op één dezer dagen iets van hem te horen, al was het maar een briefje...Hij zei altijd dat ik zijn enige vriend was op de wereld: die laat ge zo niet stikken! "

" Als hem nog leeft, hé! " deed Leon stoer zijn duit in het zakje: " Want als ge de gazet zo leest zijn er op die trein met 'verdachten' onderweg een paar gekreveerd van den dorst en de miserie..."

" Ja " zuchtte Jetje: "die mensen zullen wel afgezien hebben, als ge dat zo hoort van de getuigen. Lijk dat hun negerbewakers het volk in de staties onderweg nog wat ophitsten met te zeggen dat het in die beestenwagons allemaal Duitse spionnen waren...Er zaten ook vrouwen in, en oude getrouwde koppels met kinderen: dat is toch niet meer normaal, hé! "

Marie draaide zich om bij het fornuis met de drie pannen: " Lijk de moeder en de tante van Arthur met de twee meisjes: voor zo'n beschaafde mensen is het nog erger dan voor een vent, zo opgepropt zitten in een hete wagon...Als die hun gevoeg moeten doen..."

" In elk geval " besloot Joseph: " voor de politiekers die nu door den Duits gerepatrieerd worden is hun broodje gebakken. Als de koning nù een nieuwe regering moet vormen zullen die mannen wel de beste postjes krijgen! Dat zou dan ook voor het eerst zijn dat de Verdinaso's minister worden! "

 

De Duitse kapitein van de batterij in de duinen logeerde niet bij zijn soldaten in 'Ons Rustoord' en ook niet bij zijn onderofficieren in de 'Marchevins'. Nee-nee, die sjieke meneer woonde helemaal alleen met zijn ordonnans en zijn schrijver in een klein villaatje aan de overkant van de straat. En in de aangebouwde garage hield hij zijn paarden. Twee mooie blinkende vossen, één grote hengst waarop hijzélf reed en een kleinere voor zijn 'aide-de-camps'. Of voor zijn ordonnans, naar gelang het uitkwam, want de man ging zelden alleen op trot. Véél werk scheen hij niet te verzetten per dag, want de helft van de tijd stoof hij op zijn ros door de duinen of trok bij lage tij een sprintje door de branding en het harde strand.

" Ik heb hem zelfs al op kop van zijn colonne soldaten zien rijden! " zweemde Joseph toen hij Nadine trof bij de tramstatie: " Machtig, man! Dat zou mij ook wel iets zeggen, zo op mijn paard voorop te rijden...Ge hebt toch gemerkt hoe het volk dan staat te gapen, hé! "

Zijn lief lachte eens fijntjes: " Da's in elk geval stukken beter dan tussen de negers in de Congo op een olifant rond te sjokken! "

Ze leek zijn ruiterdroom dus niet eens zo'n gek idee te vinden, stelde hij tevreden vast...

 

De V.N.V.-gazet 'Volk en Staat' breide nog uitvoerig voort over de slachting in Abbeville: "Het uur is aangebroken waarop de echte Vlamingen, van wélke tendens ook, de ogen openen om deze beestachtige aanslag op ons volk te wreken en met alle middelen hun rechten opeisen, nu we met hulp van Duitsland het Belgische juk afgeworpen hebben! " Het ging er bij de rechtse sympathisanten in als zoete pap...                                           

De Belgische fictie, zoals de krant het noemde, was inderdaad als bij wonder in rook opgegaan: Leopold zweeg in Laken als vermoord, zijn ministers waren op de vlucht en zaten God-weet-waar. Over het parlement sprak geen kat meer en de grondwet was opgeschort. De meeste grote én kleine politieke potentaten van het oude regiem zwierven als vuige deserteurs waarschijnlijk ergens door het zonnige Frankrijk, gebukt onder het misprijzen van hun vroegere aanhang. De Vlaams-nationalis­ten hadden het kot voor zich alleen en hun krant bulkte van de geestdriftige oproepen tot samenwerking met de Nieuwe Orde in het Europa van Adolf Hitler.                  

 

Tijdens de eerste dagen van de schoolvakantie kregen de twee broers dus alle tijd om rond te neuzen in het nieuwe wereldje van vrolijk "Hali-halo"-zingende soldaten, 'Bekanntmachungen' en  wild borrelend Vlaams optimisme.                                     

Meester Engelborghs was, tot ieders verrassing, nu daadwerkelijk tot burgervader gepromo­veerd van de gloednieuwe gemeente "Westzijde", een administratieve samenvoeging van de dorpskernen Westende en Lombardzijde. Daar kon iedereen mee leven, maar de dorpsnotabelen keken wel raar op toen hij bij zijn ambtsaanvaarding het ietwat sombere zwarte uni­form droeg van ...V.N.V.onderofficier!

Zijn oude Dinaso-makkers voelden hem tijdens de heildronk in 'De Tramstatie' verbaasd aan de tand over deze plotse ge­daanteverwisseling. Daarbij werd er een hartig woordje gesproken en was " kazakkendraaier! " niet van de lucht...Maar uiteindelijk moesten de meesten hem wel gelijk geven: het Verdinaso lag hier in de Westhoek ver op apegapen. De basismilitanten hadden vroeger sowieso veel last gehad om de politieke bokkesprongen van de leiding te volgen: van uiterst-Diets naar pro-Belgisch, van anti-parle­mentair dan weer naar verknocht Leopoldist... geen hond die er nog zijn jongen vond!

Maar de flamboyante figuur van Leider Joris van Severen had hen destijds over alle intellectualis­tische greppels gesleurd: wat kon het hen ook verdommen! Al wat ze vroegen was op tijd en stond een robbertje vechten met rode, gele of blauwe tooghangers en pochende caféprofeten...Maar sinds de moord in Abbeville lag de leiding in de coma en was het overlopen naar het V.N.V. niet meer te stuiten. En zoals het reeds sinds de oudheid ging, stonden ook nù deze pasbekeerde overlopers het scherpst en schreeuwden het hardst. Brutus kon in Vlaanderen op veel volgelingen bogen, wat de onderpastoor tijdens de heildronk na de ambtsaanvaarding fijntjes (in het latijn) deed opmerken:" Ook gij, Engelborghs ?!"    

   

De dag na zijn benoeming bracht de meester al in groot ornaat een bezoekje bij de Petré's: " Ha Maria, ik ben de toer van de oude kameraden aan 't doen en kom eens zien hoe gij het stelt, na die triestige gebeurtenissen van de laatste weken...Zonder veel kleerscheuren door den oorlog gerold, ja ?"

" Merci, Meester, het gaat nogal..."

" Meester, dat is gedaan hé Maria! 't Is nu Bùrgemeester, lijk ge weet: ik zijn bevorderd! " voegde hij er met wat zelfspot aan toe: " Maar ik zijn het zélf nog niet helemaal gewoon..."

 Wat een pretentieuze schijnheiligaard, dacht ze: " En uwen schonen nieuwen uniform ook nog niet, zéker ?" Het was eruit vóór ze 't wist: een ongewilde steek onder water waar ze onmiddellijk spijt van had.

" Och ge moet met uwen tijd meegaan hé Maria..." zei hij wat stijfjes: " Maar vertelt eens: hoe bevalt de nieuwe post in de Duitse keuken die ik u bezorgd heb ?"    

Als terechtwijzing kon dat tellen en Marie kreeg een rode kop van schaamte: " Ha ja, meester, heu bùrgemeester: wilt mij excuseren dat ik nog niet bedankt heb, maar met àl die gebeurtenissen van de laatste weken zijn ik wat mijn pedalen kwijt. Werkelijk gemeend: een grote merci! Nu dat de Leon niet meer kan uitvaren met de 'Astrid' en daarmee ook zonder pree valt is die post in de keuken de redding van ons gezin: ge zijt werkelijk vreselijk bedankt! "

" Al goed, al goed Maria...Ook al heb ik dan schijnbaar het oude Verdinaso verlaten, de oude kameraden laat ik nooit in de steek, dat weet ge! "

Juist op dat ogenblik kwamen de jongens binnengevallen en na een gegeneerde begroeting vlogen ze naar de pomp op de koer om hun handen te wassen voor het vieruurtje. Maar in het buitengaan hoorde Joseph de meester nog juist aan Marie vragen: " En hoe stelt onze oudste het feitelijk in Oostende ? Ik heb daar in de laatste tijd weinig van gehoord...Hé Joseph! "riep hij lachend: "Het is nu toch vakantie ...Kom eens hier..." En toen Joseph wat stijf met natte handen terug binnenkwam vervolgde Engelborghs op vaderlijke toon: " Geen goesting om een zakcentje bij te verdienen ? Ge kunt vanaf morgen op het secretariaat van de gemeente een handje toesteken bij Juffrouw Gunst haar papperassen, als ge wilt..."

De rest ging verloren in de mist.

 

's Avonds in bed gonsde die fatale zin nog na: "Hoe stelt onze oudste het feitelijk in Oostende ?... Onze oudste...ONZE OUDSTE! " Dezelfde vraag die Pylieser maanden geleden aan moeder stelde en daarbij kordaat werd afgepoeierd...Maar nu had Marie geen krimp gegeven op dat 'ONZE'...Zou Arthur dan tóch gelijk krijgen met zijn hint dat Engelborghs wel eens zijn échte vader zou kunnen zijn. Die nacht sliep Joseph héél slecht...

De volgende morgen stond hij al heel vroeg te wachten voor het gemeentehuis tot Georgette Gunst op de fiets aankwam en opendeed. Ze was helemaal in 't zwart gekleed en rouwde voor de dood van haar broer Marcel die een maand geleden aan de Leie was gesneuveld. Het Rode Kruis had haar eergisteren het tragische nieuws bevestigd en daarom werkte ze voorlopig maar halve dagen. Ze was blij dat Joseph haar in de achterstallige papierwinkel kwam helpen: " Ik hoop dat ge rap van aannemen zijt, Joseph " zei ze wat uitgeblust: " Want ge zult veel uw eigen plan moeten trekken."

Dat beviel hem wel. 

 

'Westzijde' kreeg daarenboven als 'Ortskommandant' een gezapige 'Unteroffizier' van het type Lamme-Goedzak die al vlug gemeenzaam 'Pappie' werd genoemd en er ondanks zijn Hitler-snorretje niet uitzag alsof hij het de mensen speciaal moeilijk zou maken. Dus Jan-met-de-pet vond dat het er al bij al nog niet zo slecht uitzag. En de zeldzame tegendraadse zeurpieten, die er een andere mening op nahielden, klemden hun valse tanden wijselijk op elkaar...                                        

Joseph zou via zijn postje op het gemeentehuis die 'Pappie' - en de Duitsers in het algemeen - vlug langs de goede kant leren kennen, wat niet van iedereen gezegd kon worden. Er dreigde namelijk één fameuze zwarte wolk aan de blauwe hemel en dit deed de goede wil van veel dorpelingen de das om: ondanks de prachtige zomerse dagen lieten de toeristen uit het binnenland het tóch afweten. Winkels, hotels en restaurants bleven noodgedwongen dicht, voor zover ze niet - zoals de meeste villa's op de dijk - door de militairen waren 'beschlagnahmt '. Geen kleurrijk gewemel van vrolijke klaplopers en elegante dames in de straten, geen zongebruinde badgasten onder parasols op het strand, geen rennende kinderen met vuurrode rubberballen of nukkige veelkleurige vliegers. Niets van dat alles: enkel Feldgrau op de dijk en in het zand, en bleekblote Duitse piotten, die pelo­tonsgewijs  in hun flikker brullend de branding bestormden als ware het de Maginotlinie...Enkel 't paardenvolk, dat fier én naakt bovenop de beesten door de golven waadde in de hoop zelf niet al te nat te ­worden, verwekte even de illusie  dat de folkloristische garnaalvissers terug aan de slag waren...

" 't Is verdomme godsgeklaagd! " vloekte Bénoni Renty, de fietsenmaker van het Bad: " want aan zo'n triestige toeristen verhuurt ge geen strandstoel of geen "billekarre, hé "...

Alhoewel! Af en toe slaagde hij er tóch in een paar van die ludieke vehikels te slijten aan een groepje permissionairs, die er dan jongensachtig driest de lege dijk mee op- en afraceten, in een opgepepte poging hun povere soldatenbestaan een uurtje te vergeten.

                                         

Op een avond kwam Joseph thuis van zijn boodschappentoer door het dorp. Er was sprake dat het voedsel gerantsoeneerd zou worden en bepaalde artikelen begonnen reeds zo schaars te worden dat hij geregeld de drie kruideniers langs moest om zijn lijstje af te werken. En geld dat die schaamteloze dieven durfden vragen! Een pak lucifers kostte nu al het dubbele van de vooroorlogse prijs! ...              

" Nondedju, 't is me wat gezegd op 't gemeentehuis! C'est la guerre! We kregen weer een nieuwe 'Bekanntmachung' binnen dat heel de kust, tot twintig kilometer in 't binnenland tot 'Sperrgebiet' is verklaard! "                                    

" Sperrgebiet ? Wat willen ze dààr nu weer mee zeggen ?" vroeg zijn moeder wantrouwig.                       

" Ge laat me niet uitspreken! ...De secretaris heeft het vertaald. Sperrgebiet, dat wil zeggen dat hier niemand meer de streek in of uit mag zonder speciale 'Schein' van de Kommandantuur!  En dat wij, die erin wonen, geen tien­ kilometer van huis mogen  gaan zonder zo'n toelating! Een 'Ausweis' noemen ze dat..."         

" Wel, die 'Pappie' valt me lelijk tegen! " besloot Marie.     

" Maar moeder! Dat komt natuurlijk niet van hem! 't Is getekend door een gene­raal von Pierlala, Oberdin­ges...von Münchhausen...,de nieuwen baas in Brussel! ... Ze kunnen het toeristenseizoen nu wel goed vergeten! De mensen in 't dorp zijn razend!        

Marie keek bezorgd: " Dat is ook goed te begrijpen, hé! De helft van Westende moet leven van de toeristen, hier..."          

" Ja, en niet alleen hiér! Hoeveel zijn er niet van ons die in de hotels van Middelkerke, of zelfs van Oostende gingen werken in de zomer ?! En Ramoudt met z'n touringcars, en de tuinders die op de markten van Brugge, Ieper, Roeselare gingen verkopen: zonder Schein kunnen ze geen poot meer verzetten..."                

" Ja mensen...",wierp Leon ertussen," Ze zullen moeten leren leven van de toeristen die er zijn, hé! "Marie en Joseph keken hem niet bepaald intelligent aan.       

" Wel, den Duits natuurlich! ",lachte hij, " Het zal wel moeten, hé: er is niemand anders! ..."                 

 

De kuststreek werd door de Feldgendarmerie inderdaad al vlug hermetisch van de buitenwereld afgesneden en moest verder vegeteren in totale autarkie: wie gesnapt werd zonder Schein kon het gaan uitleggen op de Kommandantur of vloog de bak in, zodat binnen de week iedereen begreep dat die mannen er niet mee lachten. Deze beknotting van de bewegingsvrijheid was op zich nog niet zo erg, want men leerde rap leven in zijn eigen kleine kringetje. Maar door het blokkeren van het ver­keer met het binnenland kwam vooral de nijpende werkloosheid hard aan: heel de toeristische sector lag, zoals reeds ge­vreesd, hope­loos plat en de winkels verloren hun cliënteel, simpelweg omdat die mensen geen geld of loon meer verdienden...

"Da's flauwe kul! " zei Jetje: " Rachel haren winkel heeft nog nooit zo goed gedraaid als tegenwoordig "                

Want voor de Duitse soldaten bleek dit dan weer een buiten­kansje: die hadden wél geld waarmee ze al deze mooie zaken voor een prikje opkochten: " Für Mutti, zu Hause! " In 'der Heimat' vonden ze zo'n luxeartikelen al lang niet meer, wegens de omschakeling daar op de oorlogsindustrie. En met de uitverkoop van hun voorraden aan de soldaten konden de winkeliers inderdaad nog een tijdje de schijn ophouden dat ze goede zaken deden..., tot alles óp was. De verwachte vrede bleef uit en de verhoopte aanvulling van hun verkochte stocks bleek een illusie, waardoor het ene bedrijf na het andere tenslotte moest sluiten en de commercie in het 'Sperrgebied' een zachte dood stierf.                         Dat zou Rachel, de Oostendse vriendin van Jetje ook weldra ondervinden...

 

De uittocht aan de kust begon. Wie kon, trok naar het binnenland en steeds meer werklozen lieten zich verleiden een goedbetaalde baan te aanvaarden óver de Rijn. Want de propagandamolen draaide op volle toeren met  grote plakkaten waarop een stralende moeder-met-kind de hongerlijders wenkte boven de slogan: " Zij lacht! Zij is gelukkig! Haar man werkt in Duitschland! "...Vier jaar later zou het in-Duitsland-gaan-werken een misdaad blijken...Leg dat maar eens uit!   

" Zou dat niks voor mij zijn ?"vroeg Leon aan zijn moeder: " De visserij is tóch gedaan en dan zie ik nog eens iets van de wereld...Maar misschien zijn ik nog wat te jong..."

" Te jong voor wàt ?" vroeg Marie knorrig.

" Om in Duitsland te gaan werken, tiens! "

" Gij ?!!" Leon kon nog juist haar mep ontduiken: "In Duitsland ? Ik slaan u nog liever dood, verstaan! "           

Zij die in de dienstensector "zaten" waren nog het beste af, op voorwaarde een Schein te bemachtigen om naar de burelen in Brugge, Gent of Brussel te kunnen blijven pendelen. Wat op zich ook geen pleziertje was: door de vele noodbruggen duurde zo'n rit een eeuwigheid en er reden veel minder treinen dan voor de oorlog. Het was voor de "witte boorden" dan ook iedere morgen én avond vuil vechten om het vege lijf in een bomvolle coupé te kunnen wringen .                         




Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!