Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
25-09-2010
DE ARME LAZARUS, VAN TOEN, VAN NU ...
'DE ARME LAZARUS, VAN TOEN, VAN NU ...'
De herfst is aangebroken, en zoals elk jaar heeft de aarde haar vruchten gegeven.
Ook bij ons wil de Heer oogsten: de goede vruchten van de Geest! In deze context spreekt Jezus alweer over rijk en arm en een eerlijke verdeling van de vruchten der aarde. Maar ondertussen tieren onrecht en honger welig voort, terwijl de rijken zich in weelde wentelen.
Lazarus sterft nog altijd dagelijks, terwijl de vrek zijn hoofd afwendt: het evangelie van zo lang geleden blijft onveranderd waar, ook in 2010.
Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feest vierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag. Hij verlangde ernaar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Maar er kwamen alleen honden die zijn zweren likten.
Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis.
In de onderwereld, ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham en Lazarus in diens schoot.
Toen riep hij uit: Vader Abraham, ontferm u over mij en geef Lazarus opdracht de top van zijn vinger in water te dopen
en mijn tong daarmee te komen verfrissen, want ik word door de vlammen hier gefolterd.
Maar Abraham antwoordde: Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven uw deel van het goede hebt gekregen en hoe op gelijke manier aan Lazarus het kwade ten deel viel;
daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting maar wordt gij gefolterd. Daarenboven gaapt er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof, zodat er geen mogelijkheid bestaat, - zelfs al zou men het willen - van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen.
De rijke zei: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar het huis van mijn vader wilt sturen, want ik heb nog vijf broers; laat hij hen waarschuwen, opdat zij niet eveneens in deze plaats van pijniging terecht komen.
Maar Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren.
Maar de rijke zei: Och neen, vader Abraham! Maar als er een uit de doden naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren.
Abraham echter sprak tot hem: Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden als er iemand uit de doden opstaat.
(Lucas 16, 19-31)
Als ze naar de profeten niet luisteren , een onopvallend zinnetje uit het evangelie. Niet alleen toen, ook nu nog zendt God zijn profeten! Cesar Maes was zon ongekende profeet. In 1970, hij was toen bijna 40, een prof met veel talent en aanzien, maar zijn hunker reikte verder: hij liet de wijsheid en de rijkdom van de wereld achter zich en vertrok als missionaris naar de armste Indianen in Guatemala. In zijn eerste brief schreef hij:
Voorlopig huis ik nog in het primitieve hok. Ik gaf het een moderner uitzicht met een degelijke petroleumlamp, een paar planken voor de potten en de pannen en een reeks nagels voor de kopjes, want ik heb er nu al vijf. Een plastiekzak, waarin ooit een deken stak, is het venster. De WC, die honderd meter verder staat, kan nu eindelijk ook bij regenweer gebruikt worden.
Ik kook zelf mijn potje. Ik ben helemaal geen sukkelaar. Men moet eerst honger hebben om te weten hoe lekker een schotel pakjessoep smaakt. Lekker zijn ook de bananen, de tomaten, de eieren, de aardappelen, al zijn er niet telkens alle oogjes uit, en de ruwe lappen vlees. Men moet eerst door vlooien gebeten zijn om te weten hoe weldoend een zalfje kan zijn. Men moet eerst moe zijn om van rust te genieten. De nachten zijn heerlijk, ook zonder lakens, na een bezoek te paard aan een ver bergdorp. Men moet eerst heimwee hebben naar het oneindige en naar de mensen opdat elk woord van omhoog en elke groet van een vriend verrijkende vreugde kan geven.
Dit heb ik nu al beter begrepen: dat er zonder behoeften geen voldoening kan zijn en dat wie sterren wil zien in de nacht moet gaan staan.
Soms heb ik het gevoel dat ik mij vergist heb, dat ik allang hier had moeten zijn, dat ik deugden heb geleerd die hier niet passen. Stiptheid? Wat een gekke uitvinding is een uurwerk, dat ons steeds op de hielen zit en aanspoort om tijd te winnen, zonder te weten waarvoor. Een Indiaan weet beter en heeft tijd genoeg. Beleefdheid? Geef mij maar de warme, vuile hand van een Indiaanse boer en de glimlachende groet van ongewassen kinderen.
Wij steken van wal met vertrouwen in de toekomst en met de hoop dat het getuigenis van ons geloof luid en oprecht mag klinken.
Cesar Maes: Adios Tristeza, pp. 23-24
Als ze naar de profeten niet luisteren zei Jezus in één van zijn mooiste parabels toen. Zou Hij vandaag andere woorden spreken, als Hij die talloze hongerlijders zou zien, aan de poort van de rijken?