Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
29-09-2012
ZONDAG 30 SEPTEMBER
26ste ZONDAG B – 30 SEPTEMBER 2012
‘HOUD ONS HART OP U GERICHT’
Ook vandaag tonen de lezingen nog dat Jezus op radicale wijze vraagt om Hem te volgen. Weer klinkt de taal bijzonder hard, zowel bij Jakobus als bij Jezus zelf in het evangelie.
Maar we weten inmiddels dat deze manier van spreken niet bedoeld is om kleine, zwakke mensen op te zadelen met verpletterende schuldgevoelens, maar in dienst staat van zijn blijde boodschap van liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid en trouw, zachtheid en ingetogenheid …
want dat zijn de vruchten van zijn Geest, die ons tot nieuwe, andere mensen maakt.
In die tijd zei Johannes tegen Jezus: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’ Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken. Wie niet tegen ons is, is voor ons. Ik verzeker je: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden.
Wie een van deze kleinen die op Mij vertrouwen van de goede weg afbrengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd.
Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak ze dan af: je kunt beter verminkt het leven ingaan dan met twee handen in de hel verdwijnen, in het onblusbaar vuur.
Als je voet je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven ingaan dan met twee voeten in de hel gegooid worden.
En als je oog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit: je kunt beter met één oog het koninkrijk van God ingaan dan met twee ogen in de hel gegooid worden, waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft.
(Marcus 9,38-43.45.47-48)
‘HOUD ONS HART OP U GERICHT’
De persoonlijkheid van Jezus vertoont wel heel verscheiden trekken. Vandaag lijken de lezingen weer echte donderpreken, zoals die vroeger wel eens meer door goedmenende paters gehouden werden tijdens de volksmissies: ‘Wee u rijken, uw rijkdom is verrot', zegt Jakobus in de eerste lezing, en Jezus zelf spreekt nog sterker : 'Indien uw hand tot zonde leidt, hak maar af. En uw voeten of uw ogen: hak maar af, ruk maar uit, als dat nodig is. We zitten er dus, al bij al, nog redelijk ongeschonden bij, bij al die dreigementen.
Jezus laat zijn woede vaak de vrije loop, als hij hardnekkige kwade wil ziet. Maar Hij weet maar al te goed dat mensen meestal niet handelen vanuit zulke bewuste onwil of zondigheid. Meer dan wie ook kent Hij ons hart, en weet Hij dat wij zo vaak maar zwakke, kleine mensen zijn. Dan spreekt Hij mild en vol vergeving. Zo vol van troost zijn die andere verhalen: de verloren zoon, dat ene schaap dat de herder en de kudde kwijt was, of die overspelige vrouw die op de markt door al die uitgestreken gezichten zou gestenigd worden, tot Jezus zei: ‘Wie zonder zonde is, die mag het eerste gooien!’
Jezus wil zeker geen onnodige, pijnlijke schuldgevoelens wekken. Hij schetst een streefdoel, en dat ligt altijd hoger dan wij kunnen bereiken. Als wij de woorden van vandaag letterlijk opnemen, zijn ze onmogelijk. Dan worden wij verlamd, verliezen wij de moed, en elke levensvreugde. Bij de woorden van Jezus, zullen wij wel altijd in gebreke blijven. Jezus wist dat ook: 'de geest is gewillig, maar het vlees is zwak'. Bij vele mensen mogen wij zeker spreken van goede wil om naar het woord van Jezus te leven, maar wij weten ook dat wij dikwijls ondermaats blijven. Zijn wij daarom slecht? Wij hoeven niet zelf te oordelen, maar zulk meedogenloos oordeel zou zeker fout zijn. Waar het op aankomt, is dat wij als diepste keuze, het goede vooropstellen. En dat wij leren leven, leren omgaan met onze zwakheden en kleine kanten.
Daarom is het een genade als wij goede vrienden kennen, die van ons houden, met onze goede en met onze minder goede kanten. De mildheid waarmee zij met ons omgaan is een beeld van Gods eigen mildheid. Een mooi woord zegt: 'een vriend is iemand, die alles van je weet, en toch van je houdt'. Zo is een goede vriend een uitgelezen afbeelding van God. Laten wij daarom, zonder laksheid, ook mild zijn voor onszelf, van onszelf houden zonder egoïsme, en onszelf aanvaarden, zoals we zijn.
Van alle eeuwigheid af heeft God jullie voorbestemd om als zuster in ’t spoor van Vincentius te leven. Jullie hebben jezelf niet gekozen, God heeft jullie uitgekozen. Hij heeft jullie de zorg voor de Armen toevertrouwd en dat moet je beleven in een geest van medelijden door je zo intens mogelijk in te leven in ‘hun’ lijden.
Als je de Armen dient, dien je Jezus Christus. Ja zusters, dat is werkelijk zo. Je dient Jezus Christus in de persoon van de Armen. Als je tienmaal op een dag naar de Armen gaat, vind je er tienmaal God. Ga je naar de gevangenen, je vindt er God; sta je bij de kinderen, je vindt er God. Zusters, dat laat je niet vrijblijvend!
Hou stand in de levensstaat waarin God je geroepen heeft en bewaar steeds je oorspronkelijke geest van nederigheid en eenvoud. Leef vanuit die geest. Jullie zijn verkondigers van de liefde.
Hoe troostvol moet het zijn op de avond van je leven, te weten dat je je leven opgebruikt hebt voor hetzelfde doel waar Jezus zijn leven voor gaf.
Het is de naastenliefde, het is God, het is voor de Armen.
(Heilige Vincentius a Paulo)
DE ANDERE HELFT
Op de grote Sabbat kwam een rabbi eens moe en met lome pas van het bedehuis naar huis. Waardoor ben je zo uitgeput, vroeg zijn vrouw hem. De preek heeft me ontzettend veel gekost, zei hij. Ik moest over de armen preken en hun schrijnende nood, want alles is peperduur geworden.
En wat heeft je preek voor uitwerking gehad, vroeg zijn vrouw daarop.
Voor de helft van wat nodig is, is gezorgd, antwoordde hij, want de armen zijn namelijk bereid te ontvangen.
Hoe het met de andere helft ervoor staat, weet ik niet. Ik weet niet of de rijken bereid zijn om te geven en te delen.