Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
26-12-2010
FEEST VAN DE HEILIGE FAMILIE
ZONDAG 26 DECEMBER 2010
FEEST VAN DE HEILIGE FAMILIE
In de kerststal zien we eigenlijk een gewoon gezinnetje samen: moeder Maria, vader Jozef en het kindje Jezus.
Dat vierden we gisteren ook. God wilde als mens tussen mensen leven. Jezus werd als een mensenkindje geboren in een gewoon gezin. God woont tussen gewone mensen, en leeft mee met hun zorgen, met hun vreugden.
Vandaag willen wij daarom bidden voor onze gezinnen, die het niet zelden moeilijk hebben in onze tijd.
Toen de Wijzen waren heengegaan, verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef, en sprak: Sta op,neem het kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het kind zoeken om het te doden.
Hij stond open week in de nacht met het kind en zijn moeder naar Egypte uit. Daar bleef hij tot aan de dood van Herodes, opdat in vervulling zou gaan wat de Heer gesproken had door de profeet: Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte.
Nadat Herodes gestorven was, verscheen in Egypte een engel van de Heer in een droom aan Jozefen zei: Sta op, neem het kind en zijn moeder en trek naar het land Israël, want die het kind naar het leven stonden, zijn gestorven.
Hij stond op, nam het kind en zijn moeder en ging naar het land Israël. Toen hij echter hoorde, dat Archelaüs in plaats van zijn vader Herodes, over Juda heerste, vreesde hij daarheen te gaan; van Godswege in een droom ingelicht, begaf hij zich daarom naar het gebied van Galilea.
Hier aangekomen, vestigde hij zich in een stad, Nazaret geheten, opdat in vervulling zou gaan wat door de profeten gezegd was: Hij zal een Nazoreeër genoemd worden. (Matteüs 2,12-15.19-23)
OPGEJAAGD EN OP DE VLUCHT, DROMEND VAN EEN TOEKOMST
Vandaag krijgen we geen beeld van een vredige familie; wel een familie die bedreigd is en op de vlucht. Het is een vertrouwd beeld geworden in het nieuws. Gans het jaar door zien we mensen op de vlucht, families, die uiteengerukt worden, hopeloze moeders, schreiende kinderen, uitgeputte bejaarden, verplaatst, verweesd, opgejaagd.
In het evangelie is Herodes de machtige, dreigende boeman. Vandaag draagt Herodes andere namen. Er wegen veel dreigingen op het gezin. De drukte van het leven: mensen wonen onder hetzelfde dak, maar ieder gaat zijn eigen weg. Oude waarden vallen weg, nieuwe ideeën komen binnen en dringen zich op. Enkele jaren geleden schreef de toenmalige bisschop van Antwerpen, Paul Van den Berghe, met Kerstmis: het huwelijk lijkt soms meer een contract dan een liefdevolle verbondenheid. Velen willen een belofte voor een tijdje, maar een levenslange trouw, zien ze niet meer zitten. Kinderen nestwarmte bieden, een schone manier van leven voorhouden en ook voorleven: het vraagt tijd en het vraagt vooral moeite en durf. Je ziet dat op school: in eenzelfde klas vind je kinderen die heel andere dingen mogen.
En toch: ondanks alle dreiging koesterden Maria en Jozef nog dromen: een mooie toekomst voor hen beiden en voor het kind. Alle moeilijkheden en tegenkantingen ten spijt bleef die droom overeind: de zwangerschap van Maria, die zo vreemd was, de vlucht naar Egypte en het verblijf daar, de terugkeer in Nazareth, niets kon die droom stukslaan: beiden geloofden in elkaar, beiden hielden van mekaar.
DE basis voor elk gezinsleven blijft de oprechte liefde van de geliefden, vol tedere ontferming, goedheid, zachtheid, en geduld. Geliefden moeten ook durven dromen: van een gelukkige toekomst samen, van een leven vol liefde, vrede en geluk. En mensen hebben af en toe ook wel nood aan een engel: iemand die hen eens wegwijs maakt, als alles een raadsel is. Iemand die hen op een nieuw spoor zet en zo een nieuwe toekomst opent voor hen.
Laten wij bidden voor onze gezinnen. Vooral voor de kinderen: dat zij warmte en geborgenheid mogen ervaren, en dat zij een houvast meekrijgen voor hun leven om zo uit te groeien tot evenwichtige, gezonde grote mensen.
Zend ons weer engelen, God, die licht ontsteken aan sterren van hoop.
Zend ons weer engelen, God, met bekers van troost voor een wereld vol verdriet.
Zend ons weer engelen, God, vuurtorens van geloof door wie het onmogelijke mogelijk wordt.
Zend ons weer engelen, God, wachters in de nacht, waakzaam uitziend naar de morgen.
Zend ons weer engelen, God, boodschappers van uw woord van trouw te midden van onbetrouwbaarheid.
Zend ons weer engelen, God, die wapens van geweld geweldloos ons uit handen nemen.
Zend ons weer engelen, God, met sterke, tedere vleugelslag, voor dolenden een veilige haven.
Zend ons weer engelen, God, met lachende gezichten die zingen van vrede.
Zend ons weer engelen, God, liefdevogels uit uw hemel, Geest en kracht voor onze aarde.
Zend ons weer engelen, God, die schoonheid scheppen in uw spoor, vreugde brengen in uw Naam.
Zend ons weer engelen, God, die diep in ons het kind aanraken, aandachtig voor wie weerloos is.
Zend ons weer engelen, God, dromers, zieners, herders, voor wie het leven heilig is.
Zend ons weer engelen, God, die wijzen naar het Kind, Zon van uw gerechtigheid.
Zend ons weer engelen, God, die beroeren en ontroeren: het is de hoogste tijd...
Kerstmis, het kindje Jezus is geboren, een eenvoudig zinnetje is het, dat ons heel vertrouwd is en toch een diep mysterie weergeeft.
Paulus vertolkt de rijkdom van dit mysterie in deze woorden: Vandaag verscheen voor ons de goedheid en de menslievendheid van God, onze Redder.
Met kerstmis vieren wij dat God mens geworden is, niet om zijn macht te tonen, in opzienbarende daden, maar om te laten zien hoe groot zijn mensenliefde is. Zijn grootsheid is niet zozeer gelegen in zijn almacht, maar in zijn onvoorstelbare liefde voor ons, kleine, zwakke, weerloze mensen.
Zo loopt de weg die Hij ons toont en voorging.
Zodra de engelen weer waren weggegaan naar de hemel, zeiden de herders tot elkaar: Kom, we gaan naar Betlehem om te zien wat er is gebeurd en ons door de Heer is bekendgemaakt.
Haastig gingen ze erheen en vonden Maria en Jozef, en het kind dat in de voerbak lag.
Toen ze het zagen, maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd.
Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na.
De herders keerden terug. Zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij hadden gehoord en gezien; het kwam overeen met wat hun was gezegd. (Lucas 2,15-20)
Een bezinning bij Kerstmis
Betere woorden kunnen wij niet vinden dan wat Paulus schreef aan zijn goede vriend Titus: de goedheid en de menslievendheid van God zijn nu openbaar geworden.
En toch zoeken wij altijd nieuwe woorden, om het mysterie van Kerstmis en zijn draagwijdte beter te vatten. Zo schreven de Braziliaanse bisschoppen:
Met Kerstmis vieren wij de
Geboorte van het goddelijk Kind:
Kwetsbaar, om kleinen te sterken; Naakt, om ons te kleden met Gods eigen toekomst; Arm, om de rijkdommen eerlijk te verdelen; Zwerver, om deuren te openen voor uitgesloten mensen; Vrij, om de boeien te breken van elke slavernij.
Daarom vieren wij evenzeer de
Geboorte van Goed Nieuws voor de armen:
Nu herleeft de hoop op onze weg, De weerstand van wie zich niet laten neerslaan, De vreugde van wie lijden en wenen, De inzet van wie de handen in elkaar slaan en strijden voor een nieuwe, een betere aarde.
En we vieren ook de
Geboorte van de Heer der Geschiedenis:
Machten van steen en staal verbrijzelen tot stof; Heersers beven op hun tronen van klei; Licht en waarheid doorprikken de duisternis van hun dwaling; Ten allen kante richten de verdrukten zich op; En er begint een tijd van rechtvaardigheid en vrede.
In deze Geest wens ik jullie allen van harte een
Zalig Kerstfeest
KERSTMIS
De herders stonden in die nacht vooraan en de eenvoudigen, de minsten daar, verstonden het grote wonder, raakten opgewonden van woorden die niet eens werden verstaan.
Men kent de namen van de mannen niet. Er staat geschreven dat er herders waren, drie, vier of meer, maar na tweeduizend jaren zijn zij nog steeds een dierbaar kinderlied.
En het werd waar: de minderen zijn meer. Zij hadden geen geschenken meegenomen. De koningen zijn later pas gekomen, maar herders knielden toen als eersten neer.
Van tranen of van licht, de ogen blind, gaven zij zo zichzelf als offerande. Met grote, ruwe, moegewerkte handen streelden zij zacht het nieuwgeboren kind.
Geen laaiend vuur, dat uitslaat, maar een pit, waarbij gij nauwlijks uw gebed kunt lezen en die u nochtans vrijwaart tegen vrezen voor wat er in ons hartedonker zit.
Was het een onverantwoord zelfvertrouwen, dat mensen meest van goeden wille zijn en dat uw schuwe buurman in de trein bestemd is om Gods heerlijkheid te aanschouwen?
Er zongen engelen te Bethlehem over de daken van de huizen henen, Toen is aan herders de Zoon Gods verschenen, Maar had ik zelf geluisterd naar hun stem?
En die dit leest, zegt, zoudt gij opgetogen de gure winternacht zijn ingegaan? Liet gij uw huisraad zonder toezicht staan waar engelen, geen bommenwerpers, vlogen?
In Bethlehem is niemand opgeschrikt door de Sirenen van de Godsgenade. Hoe werd de kinderdoodslag van de kwade Koning Herodes door dat volk geslikt?
Daar is geen revolutie uitgebroken tegen zijn wreedheid; het gewend bestand verdroeg die felle schok, al hoorde t land de schreeuw van Rachel bang ineengedoken.
Verdriet, dat anderman wordt aangedaan, zijn wij gewoonlijk bliksemsnel vergeten, zolang wijzelf maar kunnen wonen, eten en dringen om vooral vooraan te staan.
Mij is het, sinds ik dit heb ondervonden, op Kerstmis niet zo aartsgezellig meer, het samenzijn met Onze Lieve Heer wordt bitter bij mijn angst voor onze zonden.
Ik zie hem in de kribbe met die vracht bezwaard maar al te veel op kindren lijken, wier ouders uit hun woning moesten wijken, omdat een schurk een nieuw regiem bedacht.
Gewikkeld in de strakgetrokken doeken, die moeders nood hem om de lenden bond, schijnt hij, nog ongewend aan aardse grond, zijn hemelse bewegingskans te zoeken.
Alleen door stil te zijn en hulpeloos, kan hij wat menslijk mededogen krijgen. Verbreekt hij zijn vertrouwenwekkend zwijgen, dan haat hem deze wereld voor altoos.
Hij is om onzentwil hierheen gekomen, maar ieder kind komt hier om onzentwil! Het ziet de wereld aan en keert zich stil, begerig naar de toekomst van zijn dromen.
Hoeveel werd Hem in ieder kind misdaan door farizeeën en door schriftgeleerden door priesters en levieten, die gedeerden zien liggen lang de weg en verder gaan?
In elke vonk, die smeult wordt Hij vertreden. Hij wordt gebroken in t geknakte riet, mijn lieve God, wie onze wereld ziet en daarin leeft, schaamt zich voor zijn gebeden!
Vergeef het ons, die vol erbarmen zijt, dat wij het heil van eeuwenlang verlangen in zulk een huis en zulk een hart ontvangen, verplaatst persoon van Gods Drievuldigheid!