Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
13-01-2018
ZONDAG 14 JANUARI
2DE ZONDAG B – 14 JANUARI 2018
‘SPREEK, HEER, UW DIENAAR LUISTERT’
We staan vandaag aan het begin van een vreemd tweeluik: twee zondagen na elkaar horen we het verhaal van de roeping van de eerste leerlingen, bij twee verschillende evangelisten, en daardoor ook met andere klemtonen. Vandaag gaat het vooral over de roeping zelf, ‘het aangesproken worden’. Laten wij ons wel aanspreken en oproepen door de dagelijkse dingen, gebeurtenissen en ervaringen, die Jezus aan het woord laten op onze persoonlijke levensweg?
Ook de eerste lezing gaat in die richting: de kleine, jonge Samuël wordt door God zelf aangesproken, en antwoordt: 'Spreek, Heer, uw dienaar luistert!'
Samuel legde zich weer te slapen,
en de HEER kwam bij hem staan
en riep net als de voorgaande keren:
‘Samuel! Samuel!’
En Samuel antwoordde:
‘Spreek, uw dienaar luistert.
(1 Samuel 3,18)
De twee leerlingen gingen Jezus achterna.
Jezus zag dat zij Hem volgden en vroeg hun:
‘Wat verlangt gij?’
Ze zeiden tot Hem: ‘Rabbi
– vertaald betekent dit: Meester –
waar houdt Gij U op?’ Hij zei hun: ‘Gaat mee om het te zien.’
Daarop gingen zij mee
en zagen waar Hij zich ophield.
Die dag bleven zij bij Hem.
(Johannes 1,38-39)
‘AANGESPROKEN WORDEN EN JA ZEGGEN’
'Toen we klein waren, hadden wij bijna allemaal een tante nonneke, een oom pastoor, of een familielid, die ergens kloosterling was. Ik beschouwde ze toen als de geroepenen, verzekerd van de hemelse zaligheid. De tijd staat niet stil en evolueert snel. Vaticaan II leerde ons ondertussen dat we allen samen geroepen zijn tot een levende gemeenschap om Jezus' evangelie gestalte te geven! Onze belangrijkste taak is een goede christen te zijn, en pas dan volgt onze roeping: gehuwd, ongehuwd of een religieuze roeping.
De lezingen van deze zondag geven ons de gelegenheid om na te denken over de roeping van ieder van ons! Het begint in de eerste lezing: het komt erop aan te luisteren, om 'ja' te zeggen aan wie je roept. Het gaat ook verder bij Johannes: het is belangrijk te leren kijken, om te weten naar wie je moet opkijken, te leren onderscheiden om echt te kunnen kiezen. Het is hier niet te doen om een exacte weergave van een voorbije gebeurtenis. Het verhaal 'hoe het begon' wordt aangewend als een bezinning, die twintig eeuwen later waardevol is voor elke christen!
In zijn eerste hoofdstuk gebruikt Johannes woorden en beelden om Jezus herkenbaar te maken. Alsof hij zeggen wil: 'dit moet je eerst weten om, wat volgt, beter te begrijpen. Vandaag horen we Johannes de Doper een eigenaardig beeld gebruiken om Jezus aan te wijzen. Hij noemt Hem niet de Messias, maar het Lam Gods. Geen glorievol iemand, maar een lijdend iemand. Wie deze Messias volgt, zal ook een stuk lijden kennen.
Het verhaal zelf is eenvoudig opgebouwd: het gaat over mensen, geraakt door hun geloof in God, die dat geloof niet voor zich alleen willen houden, maar het willen doorgeven aan hun medemensen Ze wijzen iemand aan en zeggen als het ware: 'Deze moet je volgen.' Wat betekent deze evangelie-passage voor ons vandaag, wij, die geen Johannes de Doper, geen Andreas zijn?
Roeping … een woord dat zwaar doorweegt: getuige zijn, navolgen, beschikbaar zijn. Het zijn woorden, waarmee we meer vertrouwd zijn. Laten we het vooral niet te ver gaan zoeken. Het komt er wellicht op aan te zien, hoe je met je talenten, op de plaats waar je leeft en werkt, een stukje beeld van God kunt zijn. God, die elke mens meer dan de moeite waard vindt om van te houden. Elke dag geeft ons kansen genoeg, om iets te doen met de ingesteldheid van Jezus. Dan komen de vragen: herkent mijn medemens Jezus in mijn manier van leven? Kijken mensen nog uit naar God?
Ik lees je een stukje voor uit de dagelijkse krantenkroniek van een gekend Vlaams dagblad. Het was op 25 december en het droeg de gepaste titel: 'Een kind ons geboren'.
'Alles bij elkaar genomen hebben wij het nog nooit zo goed, zo gezond en wel gehad. En toch is de onvrede groot, de leegte voelbaar. Onze draagtassen scheuren van de cadeaus, maar bij velen, gelovig of niet, is het verlangen naar niet-materiële waarden groter dan we zelf willen toegeven. Waarden die van alle mensen, alle tijden, alle godsdiensten en gezindheden zijn. Waarden waarmee we op weg zijn, op zoek naar een betere wereld.' Tot hier het krantenknipsel.
Naar mijn aanvoelen brengt het de realiteit duidelijk in beeld: zoekende mensen. Voor velen is de consumptie haar sensatie verloren. De maatschappij zonder God, met haar zinloze genoegens, doet het niet. Dan begint de zoektocht naar de zin van het leven, naar het waardevolle. Dan gebeurt het wel eens dat het religieuze ontkiemt. In het beste geval leidt dit tot God. Om zo ver te geraken, heb je een gids nodig, een voorganger, een zoeker, die God gevonden heeft! Iemand, die door zijn manier van leven meer dan met woorden, iets laat zien van God! Dan krijgen die oude evangelieverhalen weer glans. Omdat men ontdekt dat het toen niet anders was dan nu, dat mensen dezelfde vragen hadden, dezelfde leegte in hun hart, en dat dezelfde blindheid de hunne was.
Ik keer nog even naar het verhaal terug. Het leert ons dat Jezus beschikbaar is. 'Wat verlang je?' 'Rabbi, waar verblijft U?' 'Kom, ik zal het je laten zien'. Hij dwingt niet, je geloof mag groeien! Zo vinden we Jezus vaak terug in het evangelie: bereikbaar, vooral voor diegene voor wie niemand beschikbaar is. Wie Hem 'ontmoet', ervaart bevrijding. Zacheüs, de corrupte tollenaar, is daar een goed voorbeeld van. Zacheüs, alleen, verscholen in een boom, niet geliefd. Zijn zakken vol geld, maar zijn hart leeg. Hoog en ver van zijn geluk… Inderdaad, zijn geluk is beneden. Jezus spreekt hem aan, doet beroep op hem, hij is een ander mens geworden!
Hoeveel Zacheüssen zijn er vandaag niet? Ze zitten verscholen achter de façade van het materiële, ze hebben … maar zijn niets. Wie 'hebben' met 'zijn' verwart, kent geen innerlijk geluk noch rust. Hoeveel mensen zijn er niet die wachten op een beetje liefde enwaardering. Niemand spreekt hen aan. Mensen hebben elkaar nodig om tot God te komen. De kleine Samuël kende de stem van Jahwe niet, hij ging te rade bij Eli. De twee leerlingen worden bij Jezus gebracht door Johannes de Doper, en die leerlingen brengen anderen bij Hem. Het is nú niet anders!
We hoeven niet alles achter te laten, zoals de eerste leerlingen, maar we kunnen met de mensen die ons gegeven zijn, omgaan met de fijngevoeligheid en de aandacht van Jezus. Wij zijn geroepen de mensen te omringen met de goedheid van Jezus. Wij zijn geroepen om met dezelfde woorden te troosten, te bemoedigen, te vergeven. Geroepen om onze vóóroordelen te laten.
Worden wij elk als mens geroepen, dan hebben wij allen een gemeenschappelijke bestemming en roeping. Een christelijke gemeenschap is op haar best wanneer zij samenkomt om eucharistie te vieren. Wij zijn dankbaar voor diegenen, die wekelijks zorgen voor de juiste woorden, tekens en zang, om Jezus' gedachtenis levendig te houden.
Op het einde van elke eucharistieviering, worden wij gezonden en gezegend om als plaatselijke kerkgemeenschap een teken te zijn voor de wereld waarin wij leven. Dit zal onze roeping moeten blijven, een levende gemeenschap, verwijzend naar Hem: Jezus, het Lam Gods.
(Romain Audenaert)
We zijn geroepen om Jezus van nabij te volgen.
Om met Hem op weg te gaan,
ook als die weg ons naar Jeruzalem brengt,
de stad van zijn lijden
maar ook van zijn verheerlijking.
We zijn geroepen
om net als Hij alles te geven
opdat zijn Rijk zou komen.
Op deze weg worden we ook geroepen
om de minste te zijn en niet te heersen,
om de lasten van anderen te dragen
en geen lasten op te leggen,
om vrijheid te schenken in plaats van vrijheid te nemen,
Vijftien jaar geleden maakte Mario Verstraete als eerste gebruik van de euthanasiewet. Op de vraag "Went pijn, kan je er zin aan geven?" antwoordde hij: "Als ongelovige kan dat niet, pijn is zinloos."
Kunnen gelovigen dan wél zin geven aan lijden en verdriet?
Lijden is nooit zinvol, maar de manier waarop mensen ermee omgaan is dat wel.
Vaak wordt het kruis begrepen als teken van onderwerping aan de wil van God. Hij is echter een God van liefde en leven, Hij gaat in moeilijke tijden met ons mee en geeft ons de kracht om vol te houden. In Jezus laat God zien dat Hij aan de kant staat van kleine en kwetsbare mensen in het ultieme moment van lijden en dood.
Misschien laten gelovige mensen wonden meer helen. Hun weg heet: geloof, hoop en liefde, doen wat Jezus deed, breken en delen, zijn woorden verder zeggen, zijn gebed verder bidden en weten dat zijn weg, en ook de onze, niet doodloopt.
Met welke bedoeling gaf God ons de Tien Geboden?
Niet als straf, maar uit liefde. Om ons te beschermen, om ons gelukkig te maken. Het zijn de leefregels die horen bij het verbond tussen God en de mens, wegwijzers die leiden naar geluk en vrede.
Omdat ik graag wil leven, laat ik ook anderen leven, spreek ik geen oordeel uit, bescherm ik het leven.
Eerbied voor het leven betekent meer dan zorgen voor de aarde en voor elkaar. Het vraagt diepe bewondering en dankbaarheid. Het is in Gods naam en met de tederheid van Jezus zorg dragen voor het leven en voor al wie kwetsbaar is.
De boodschap van Jezus staat voor gelukkig leven, bevrijding, en toekomst.
Wij mogen getuigen dat God voor en achter ons staat, wij hebben niets te vrezen. Wij zijn geroepen en voorbestemd voor geluk.
Mijn grootmoeder zei dikwijls: "Al gaat mijn pad niet over rozen, madeliefjes zijn ook mooi!"
(Bron: Catechesehuis, Tussendoor: ‘Maakt geloven gelukkig?’, augustus 2017)