25ste ZONDAG C – 18 SEPTEMBER 2016
EEN OPLICHTER LEERT ONS DE LES
‘Een oplichter leert ons de les’. Het klinkt ons vreemd in de oren. Eens te meer gaat het over geld en goed, en meteen ook over eerlijkheid en bedrog, en tevens over recht en onrecht. Zo dikwijls spreekt Jezus daarover, het moet dus wel een grote bekoring zijn: dat we eerder voor het geld leven, dan voor God.
We kunnen geen twee heren dienen: ons hart zal daar vertoeven waar datgene gelegen is, wat ons het meest dierbaar, het meest geliefd is: ‘Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’
‘JULLIE,
die de armen kwaad willen berokkenen
en uit zijn op de ondergang van de machtelozen van dit land,
LUISTER!
NOOIT
– en dit zweert de HEER op wie Jakobs volk zich laat voorstaan –
nooit zal ik een van jullie daden vergeten.’
(Amos: 8,4 en 7)
De heer prees de gewiekste aanpak
van de onrechtvaardige rentmeester.
De kinderen van deze wereld gaan onderling immers handiger
te werk dan de kinderen van het licht
Wie betrouwbaar is,
is betrouwbaar in het klein en in het groot,
en wie in het klein onrecht doet,
doet het ook in het groot.
(Lucas 16, 8 en 10)
GOD OF DE GELDDUIVEL
Een boekhouder, die niet deugt en die zijn vel wil redden door valsheid in geschrifte. Zo iemand wordt geprezen! Hoe is dat mogelijk?
Laten we uitgaan van de situatie: de man is ontslagen en wat kan hij doen? Spitten kan hij niet, bedelen is een schande. Dus neemt hij snel een beslissing: hij zal vrienden zoeken door vals te spelen. Alleen die besliste aanpak wordt geprezen, verder valt er niets te prijzen. Hij blijft niet bij de pakken zitten, maar gaat kordaat te werk. Dát stelt Jezus tot voorbeeld.
De kinderen van het licht zouden even kordaat moeten handelen. Wie Jezus volgt, moet kiezen. Jezus preekt een nieuwe levenswijze en wie Hem wil volgen, krijgt de vraag: laat ik alles bij het oude of keer ik me af van al wat kwaad is in mij en in de wereld?
Wellicht voelen wij dat appèl niet meer zo sterk als zij die Jezus zelf gehoord en gezien hebben, dat vuur in zijn stem – en in zijn ogen, die geestdrift, die gloed. Maar juist door die wil om ALLES ANDERS te maken staat Jezus in de lange rij van profeten die ALTIJD opriepen om slechte wegen te verlaten en het goede pad te kiezen. Overtuigd! Vastberaden! Kordaat!
Aan ons de keuze!
Ook de profeet Amos gaat heftig te keer tegen onmenselijke uitbuiters, bedriegers, die alleen winst zoeken ten koste van armen. Geld is de afgod, die hun hart misleidt.
‘Jullie, die de armen kwaad willen berokkenen en uit zijn op de ondergang van de machtelozen van dit land, LUISTER!
Nooit – en dit zweert de HEER op wie Jakobs volk zich laat voorstaan – nooit zal ik een van jullie daden vergeten.’
Zo MOETEN ook wij duidelijk stellen wat voor ons op de eerste plaats komt. Overtuigd! Vastberaden! Kordaat! Rijkdom en macht zijn zo dikwijls een hinderpaal voor recht en betrouwbaarheid, in kleine en in grote dingen.
Het laatste zinnetje zindert na: ‘Je kunt niet tegelijk God dienen en de geldduivel.’ Want ‘waar je schat is, daar zal ook je hart zijn’.
Laten we daarom deze oude wijsheid niet vergeten:
‘Van alles waarover je moet waken,
waak vooral over je hart,
want het is de bron van je leven.’
DE AFGOD GELD
U bent mijn God,
maar er is midden in mijn leven
een gouden teken opgeheven
dat met uw macht en liefde spot.
De afgod geld
staat allerwegen voor mijn ogen
als nieuw en enig alvermogen
en roept en trekt mij met geweld.
Laat toch niet toe
dat ik mij op hem blind zou staren
en hem tot meester zou verklaren:
dat ik een knieval voor hem doe.
O maak mij vrij
van al de nieuwe aardse goden
en hun verslavende geboden;
van hebzucht en van hovaardij.
Houd U mij vast,
dat ik mijn vingers niet zal branden:
leer mij dat in uw eigen handen
het ware goud ligt opgetast.
En laat U zien:
dat ik voortaan voorgoed zal weten
hoe groot en rijk en niet te meten
de ene Heer is die ik dien.
Michel van der Plas




|