DE OS EN DE EZEL
‘Ossen en ezels’
klinkt in het Hebreeuws als
‘sjorrimachorim’
– schorriemorrie –
het kleine, simpele volk …
De os is het beeld van hen die dienen,
die stil en verborgen de grond klaarmaken
voor het zaad …
De os draagt het juk en werkt samen,
trekt in een tweespan of driespan.
Zo’n trekkers zijn er nodig in elke groep.
Mensen die bereid zijn samen te werken.
Die in ploeg kunnen werken
en mét de ploeg aan de slag willen gaan …
De ezel is vanouds
het lastdier van de armen.
Een ezel is een dier,
dat één en al oor is
om heel veel te kunnen luisteren,
het verhaal van mensen te aanhoren
en ermee op stap te gaan,
een dier dat geweldig veel kan dragen,
verdragen en vér dragen.
En alles wat die os en die ezel te doen hebben,
daar in de kerststal:
dat is terzijde staan,
heel bescheiden,
en wat warmte geven,
een beetje adem,
wat levenskansen …
Want zij weten:
alles van waarde is weerloos en kwetsbaar.
Zeker een mensenkind!
Wat een os en een ezel kunnen,
dat kunnen wij toch ook?
(Bron: Welzijnszorg)
|