13 JULI 2025 – 15de ZONDAG C
‘WIE IS JE NAASTE?’
‘Hij zag hem wel
maar liep in een boog om hem heen’.
(Lucas 10,32)
Vandaag krijgen we één van de mooiste verhalen uit het evangelie: de parabel van de barmhartige Samaritaan. Jezus tekent daarin twee soorten mensen. Van de ene kant de mooipraters, die over alles hun zeg willen hebben en alles het best weten, maar die zelf hun handen niet vuil zullen maken. En daarnaast de stille werkers, die niet te koop lopen met grote woorden, maar gewoon doen wat goed is.
Een wetgeleerde stelt een strikvraag aan Jezus: ‘Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ Jezus zegt gewoon: ‘Doe wat in de wet van Mozes staat: bemin God bovenal en je naaste als jezelf.’
Daarop probeert de wetgeleerde zijn vel nog te redden ‘En wie is mijn naaste dan?’. Maar Jezus loopt niet in de val. Hij geeft geen theorie, maar een verhaal. En dan zijn er eerst twee, die de sukkelaar zien liggen, maar hem voorbij lopen. Alleen de derde man is anders: hij ziet het leed en helpt.
Aandachtig zijn en gehoorzaam zijn, daar komt het op aan. Ogen en oren goed open houden om te zien wat God hier en nu van ons vraagt. En dan gehoorzaam zijn aan de oproep van God. Want God spreekt ons aan en roept ons op in ons gewone leven van elke dag.
Een echt geloof is geen theorie, maar staat met twee voeten in het leven en wordt zichtbaar in goedheid die gedáán wordt. Dat wordt ook bedoeld in de eerste lezing: ‘het woord van God is niet ver over zee, of hoog in de hemel’. Het is dichtbij: God spreekt ons aan in ons gewone leven van elke dag.
Laat ons eerlijk zijn:
als de vluchteling,
de vreemde, de ontheemde
in een land niet welkom is,
is het meestal niet
omdat hij vreemd is.
Wél omdat hij arm is
en geen toekomst heeft.
De vreemde die naam heeft en aanzien
en betalen kan, is overal welkom.
Die krijgt overal de betere woning,
de betere status,
de betere behandeling.
De vreemde die niet kan betalen,
staat in de rij der rechtelozen,
hangt af van de goodwill van anderen.
Deze vreemde is een levend appèl
op het geweten:
‘Wat heb jij gedaan
voor de minsten?’
Carlos Desoete



|