|
33ste ZONDAG C – 16 NOVEMBER 2025
ER ZULLEN DAGEN KOMEN …
‘Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken
en het ene koninkrijk zal de strijd aanbinden met het andere,
er zullen zware aardbevingen komen
en hongersnoden en epidemieën alom,
en er zullen aan de hemel
grote en verschrikkelijke tekenen verschijnen.
(Lucas 21,10-11)
Vandaag gaat het over de eindtijd en er worden nogal wat verschrikkingen vernoemd: verwoestingen, oorlogen, vervolgingen, epidemieën... Toch willen deze woorden ons niet angstig maken: hoe zouden we dan nog van een blijde boodschap kunnen spreken? Zelfs hier gaat het om bemoediging. ‘Want ik zal jullie woorden van wijsheid schenken’.
Wat maakt ons zoal angstig? Wat zien wij als bedreiging? Doorgaans zijn dat geen aardbevingen of vervolgingen, maar wij moeten weldingen verwerken, waardoor we soms willen opgeven. Meestal is dat heel persoonlijk: een overlijden, een ongeneeslijke ziekte, een handicap. Misschien het gevoel niet begrepen of gewaardeerd te worden. Of het vele leed in de wereld, honger, oorlog, geweld. Het kan ons vertrouwen in de toekomst ondergraven. Het kan ons op de rand van de vertwijfeling brengen.
En wat houdt ons recht? Veelal gewone, deugddoende dingen: een vriend of een vriendin, genegenheid en liefde; het vele dat wij van anderen krijgen, en ook dat wat wij voor anderen betekenen, de ervaring dat anderen op ons rekenen. Het is op deze wijze – zonder enige sensatie – dat God werkzaam is en optreedt in ons leven en in onze wereld.
Daarom maant Jezus ons aan om ons vertrouwen in de Heer niet op te geven. Hij verzekert ons dat Hij ons draagt, ook als we dat een tijdlang niet zo duidelijk zien of voelen; of zelfs menen dat het niet zo is. Ook als ons veel overkomt, belooft Hij ons dat we niet ten onder zullen gaan.
Wel vraagt Hij standvastigheid. Het is goed om weten dat we elkaar kunnen dragen daarbij. We zouden het moeilijk hebben om alleen te blijven geloven, om alleen vol te houden. Maar we kunnen volharding putten uit het geloof en de moed van anderen. Wat we hopen en verwachten komt dichterbij als we samen hopen en verwachten. En dat helpt om vol te houden.
Het lied van het eeuwige leven
Ik geloof in een God van verrijzenis,
ik geloof in een God van vergeven,
en dat mijn geluk ook het zijne is.
Ik geloof in het eeuwige leven.
Waar Abraham, Isaäk en Jakob zijn,
bij God, in zijn glorie verheven.
Ik geloof in het erven van zijn domein,
ik geloof in het eeuwige leven.
En dat Hij mij vurig verlangt in zijn land
en dat hij mijn naam heeft geschreven
voor nu en altijd, in de palm van zijn hand.
Ik geloof in het eeuwige leven.
Ik geloof in een rijk dat voor mij bestaat
en dat het de dood zal beschamen.
Ik geloof in een liefde die nooit vergaat
en het eeuwige leven amen.
Michel van der Plas



|