BIECHT BIJ BEJAARDEN
Gisteren was ik gevraagd om
biecht te horen in een bejaardentehuis in de buurt. Het was op de gesloten
afdeling en dus waren er wel wat mensen, die min of meer dementerend waren.
Het was een echte Paaservaring!
Naast het biechtgesprek, was het
mogelijk om toch een tijdje gewoon met hen te praten. Enkelen konden zelfs
nog echt honderduit vertellen over vroeger. Verschillende gesprekken, of beter,
verschillende mensen hebben een doordringende indruk nagelaten. Zo was er een
vrouwtje van bijna 91, haar man was enkele jaren geleden gestorven: Het was
een brave mens, dat zei iedereen, vertelde ze, met de tranen in de ogen. Ik
moest een paar fotos bekijken. Eén ervan toonde hem in de fleur van zijn
leven, krachtig en sterk, samen hadden ze een boerderij gehad, wat hectaren en
wat beestjes ook, zei ze, hard werken was het altijd geweest.
Op een andere foto stond hij in
een legeruniform van toen. Bij het begin van de tweede wereldoorlog was hij
gemobiliseerd, een tijdje naar het front gestuurd, en nadien krijgsgevangen
genomen. 9 Maanden had dat. Daarna waren ze getrouwd. Maar over zijn verblijf
aan het front had hij niet veel willen vertellen, hij had ook nooit gewild om
nog eens terug te keren naar het kamp waar hij gevangen geweest was. Daar had
hij te veel afgezien en dat wilde hij niet opnieuw oproepen. Hij had een tijdje
de leiding gehad over een kleine groep soldaten, en dan moest hij eerst
schieten, als dat nodig was, pas daarna mochten ook de anderen beginnen. Maar
hij had dan altijd in de lucht geschoten, hij wilde geen mensen doden.
Een ander vrouwtje was te ziek om
nog een gesprekje te hebben, het bleef dus bij een klein gebedje, kort, maar
haar ogen toonden dat ze er zoveel deugd aan had en met moeite maakte ze nog
een kruisje, en deed dan weer de ogen dicht.
Elk had zijn leven, elk had zijn
verhaal te vertellen. Vooral over vroeger, hoe hard het soms geweest was, maar
dat ze altijd gelukkig geweest waren met elkaar. En ook nu nog, als de kinderen
eens kwamen, de kleinkinderen, de achterkleinkinderen. Want die wilden pépé zus
of mémé zo ook nog eens zien.
Op de gesloten afdeling, allemaal min of meer
dementerend. Toen ik weer naar huis reed speelden de babbeltjes door mijn
hoofd. Hoewel niet echt toepasselijk, dacht ik vanzelf aan dat prachtige
gedicht van M Vasalis: De idioot in het bad. Vasalis is het pseudoniem van
Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans (1909-1998). Zij studeerde geneeskunde
en antropologie in Leiden, vestigde zich eerst als arts in Amsterdam en later
als kinderpsychiater in Assen en Groningen. Eigenlijk vertelt haar gedicht ook
een wekelijks weerkerende verrijzenis.
De idioot in het bad
Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
Haast dravend en vaak hakend in de mat,
Lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
Gaat elke week de idioot naar 't bad.
De damp die van het warme water slaat
Maakt hem geruster: witte stoom
En bij elk kledingstuk, dat van hem afgaat,
Bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom.
De zuster laat hem in het water glijden,
Hij vouwt zijn dunne armen op zijn borst,
Hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst
En om zijn mond gloort langzaam aan een groot verblijden.
Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden,
Zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen,
Zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden
Komen als berkenstammen door het groen opdoemen.
Hij is in dit groen water nog als ongeboren,
Hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen,
Hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren
En hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen.
En elke keer, dat hij uit 't bad gehaald wordt,
En stevig met een handdoek drooggewreven
En in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord
Stribbelt hij tegen en dan huilt hij even.
En elke week wordt hij opnieuw geboren
En wreed gescheiden van het veilig water-leven,
En elke week is hem het lot beschoren
Opnieuw een bange idioot te zijn gebleven.
M. Vasalis


|