Hij draagt het hart hoog.

Hij is trots.

Hij is een stijve Piet.

Hij is iemand die zich niet thuis voelt in vreemde gezelschappen.

Hij is een man met een witte lever.

Hij wordt steeds weduwnaar.

Dat past als een haspel op een moespot.

Dat heeft er niets mee te maken.

Iemand een kroon opzetten.

Iemand de hoogste eer bewijzen.

Men moet de kat niet aan de kaas laten komen.

Je moet iemand niet aan te grote verleidingen blootstellen.

Vrouw en man is één gespan.

Een echtpaar zullen elkaar als het er op aankomt bijstaan.

Leg uw hand op uw hoofd en zie wat er onder staat.

Wees niet hooghartig.

Het is uit de verf.

Het is uitstekend.

Iets met de warme hand weggeven.

Iets weggeven als je nog leeft.

Iemand in de pekel zetten.

Iemand in verlegenheid brengen.

Jan Gort.

Een kookliefhebber.

Iemand een poets bakken.

Iemand foppen.

Kalfsvlees kan geen pekel verdragen.

Je moet iemand niet te zwaar belasten met werk.

Iemand op de hielen zitten.

Iemand bijna te pakken hebben.

Iemand op de pijnbank leggen.

Iemand het leven zuur maken; door hem bijvoorbeeld in ondraaglijke onzekerheid te

Dat is een druppel in een emmer.

Dat heeft weinig om het lijf.

Hij kent het klappen van de zweep.

Hij weet uit ervaring goed hoe daarmee om te gaan.

Iemand erin lappen.

Iemand aanklagen.

Een doortrapt persoon.

Een gemene en listige schurk.

Gierigheid [Zuinigheid] bedriegt de wijsheid.

Als je al te zuinig bent kom je vaak voor hoge kosten te staan.

Zij heeft dek genoeg voor twee.

Zij heeft geld genoeg om haar man ook te onderhouden.

Uitstel heeft de duivel bedacht.

Iets dat wordt uitgesteld wordt vaak nooit meer gedaan.

Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

Je moet je niet laten ontmoedigen door mogelijke toekomstige problemen.

De twistappel werpen.

Aanleiding geven tot ruzie.

Het is zaliger te geven dan te ontvangen.

Als je dingen weggeeft geeft dat een goed gevoel terwijl als je iets ontvangt je je daarvoor

Dat hangt aan elkaar als gehakt stro.

Dat heeft geen enkel verband met elkaar.

De Duivel is oud.

Antwoord van iemand die als een oude man wordt aangesproken maar dat zelf helemaal niet zo ziet.

Zij zijn de lange huur ingegaan.

Zij zijn gehuwd.

Dat ligt voor de hand.

Dat valt te verwachten.

Iemand de hemel inprijzen.

Iemand heel erg prijzen.

Iemand in het ootje nemen.

Iemand beetnemen.

Dat zet geen zoden aan de dijk.

Dat helpt amper.

Iemand voor de gek houden.

Iemand in de maling nemen.

Daar is een scherpe beitel voor nodig.

Daar moet hard tegen worden opgetreden.

Jan Moeial.

Een bemoeial.

Iemand om de tuin leiden.

Iemand bedriegen.

Hij moet een flink bedrag ophoesten.

Hij moet een flinke som geld betalen.

Als de uilen preken.

Nooit.

Wie zee houdt wint de reis.

Als je maar door blijft zetten zul je uiteindelijk je doel wel bereiken.

Ergens slag van hebben.

Ergens ervaring mee hebben.

Het haar van de hond erop.

Hij is uit zijn rol gevallen.

Hij liet zijn ware aard zien.

Dat is een paard van een daalder.

Dat is een trots persoon.

Zijn zegel aan iets hechten.

Zijn goedkeuring aan iets geven.

De keel kost veel.

Eten en drinken kost veel geld.

Men moet zijn bed maken zoals men slapen wil.

Als je op een bepaalde manier wilt leven moet je je gedrag heirop aanpassen.

Dat is een geluk bij een ongeluk.

Aan een hele erge tegenslag blijkt ook nog een kleine meevaller te zitten

Help uzelf zo helpt u God.

God wil dat u werkt.

Iemand een veer uit zijn staart trekken.

Iemand meer laten betalen dan redelijk is.

Zijn kop is zwaarder dan zijn benen.

Hij heeft teveel gedronken.

Het zijn niet allen monniken die kappen dragen.

Je mag iemand niet op zijn uiterlijk beoordelen.

Hij weegt zijn woorden op een goudschaaltje.

Hij denkt goed na wat hij zegt opdat hij geen verkeerde of ondiplomatieke dingen zegt.

Een pikbroek.

Een matroos.

Hij zet de muts opzij.

Hij heeft een goede bui.

Rust noch duur hebben.

Ongedurig zijn.

Hij is een Pietlut.

Hij is een kleingeestig man die moeilijk doet over allerlei details.

In het gras bijten.

Doodgaan in de strijd.

Op apostelpaarden rijden.

Te voet gaan.

Op eigen veren drijven.

zichzelf kunnen redden.

Hij heeft er een hondje zien geselen.

Hij heeft op die plaats iets verschrikkelijks gezien.

Het gaat als een dertien.

Het verloopt erg soepeltjes.

Bij gebrek aan adem sterven.

Sterven van ouderdom.

De mosselen doen de vis afslaan.

Als er veel aanbod is van (inferieure) waar dan worden ook de betere kwaliteitsprodukten

Wacht-een-beetje is ook een dorp.

Het is niet netjes om voor je beurt te kruipen; iedereen moet op zijn beurt wachten.

Elk hart heeft zijn smart.

Iedereen heeft zijn eigen problemen en verdriet.

Uit het leven gegrepen.

Aan de werkelijkheid ontleend.

Heren bevel is knechten order.

Als ondergeschikte moet je doen wat je baas je opdraagt.

Wat een stijve Jurrie.

Wat een vervelende vent.

Dat is een crime.

Dat is rampzalig om te doen.

Ze hebben Mozes.

Ze zijn rijk.

Verdeel en heers.

Als je aan de macht wilt blijven moet je de verschillende oppositiepartijen tegen elkaar

Kopen is een gat in de zak.

Wie al te vaak koopt zit snel zonder geld.

In zijn korf kruipen.

Naar bed gaan.

Naar dat de man is is zijn kracht.

Je kunt van iemand niet meer verlangen dan waartoe hij in staat is.

Iemand over de hekel halen.

Kwaadspreken over iemand.

Hij lijdt als winterkoren op een veld.

Hij heeft het erg arm.

Iedereen heeft een andere smaak.

Ieder zijn meug zei de boer en hij braadde boter op

Een win-win situatie.

Een situatie waarbij beide partijen voordeel hebben.

Het is een lust voor het oog.

Het is heel prettig om naar te kijken.

Hij is bang voor zijn huid.

Hij is bang om een pak slaag te krijgen.

Talrijk als het zand der zee.

Ontelbaar veel.

Dat is een vat vol tegenstrijdigheden.

Dat is iemand die iedere dag weer een andere mening heeft.

Zijn tanden zijn niet meer zo goed.

Water in de wijn doen.

Iemand de tong schrapen.

Iemand uithoren.

Hij heeft het recht met voeten getreden.

Hij heeft de wet zwaar overtreden.

Jan Pappelap.

Een slappe man.

Zoetgevooisde woorden Mooie liefrijke en vriendelijke woorden.

Zoetjes geweigerd is half gegeven.

Iemand op de keien zetten.

Iemand ontslaan.

De aftocht blazen.

Zich terugtrekken uit een moeilijke situatie.

Tegen de wereld slaan.

Flauwvallen.

Iemand iets in de hand stoppen.

Iemand iets geven.

Zolang er leven is is er hoop.

Als je het moeilijk hebt bestaat er altijd de kans dat het weer beter gaat.

Hij heeft zwoerd achter zijn oren.

Hij doet alsof hij het niet hoort.

Ergens de reuk van hebben.

Iets door hebben.

Iemand aan de haak tikken.

Iemand neerslaan.

Dat is het ei van Columbus.

Dat is de perfecte oplossing.

Met tijd en stro rijpen de mispels.

Met wat geduld zal alles goed komen.

Zich de Mammon buigen.

Geld hoger waarderen dan God.

Die het kalfken mest en slacht het niet.

Degenen die het verdienen worden niet altijd beloont.

Een groot verzet rijden.

In een zware versnelling rijden op de fiets.

Iemand aftroeven.

Iemand overbluffen.

Die op geen strikken let zit welhaast in het net.

Je moet altijd uitkijken dat je niet wordt bedrogen.

Zich in de grond bouwen.

Teveel geld aan een bouwwerk besteden.

Hij is aan de flep.

Hij is aan de alcohol verslaafd.

Een belofte in dwang en duurt niet lang.

Een afgedwongen belofte houdt men niet langer dan noodzakelijk.

Zijn levensboom verdort.

Hij is stervende.