Om de bulten heenlopen.

Niets doen.

Hij is er wel zijn getij geweest.

Hij is daar lang gebleven.

Een mobieltje.

Een mobiele telefoon.

In een kwaad vel steken.

Niet helemaal gezond zijn.

Onder de hand verkopen.

Iets in het geheim verkopen.

Hij draagt het hart op de tong.

Hij zegt direct wat hij vindt.

De wolf ruilt wel van baard maar niet van aard.

Slechte mensen kunnen zich wel eens goed voordoen maar ze blijven een slecht karakter

Tijd is geld.

Als je ergens lang over doet kost dat geld.

Daar gaat veel zeggens in een zak eer hij vol is.

Je moet niet alles zomaar geloven wat je hebt vernomen via roddels.

De zot met iemand scheren.

Iemand beetnemen.

Ik ben kapot.

Ik ben helemaal op; ik heb geen kracht meer over.

De roede kussen.

De straf eerlijk en terecht vinden.

Hij kijkt scheel.

Hij kijkt niet op een cent.

Dat is hem van de duim gegleden.

Dat viel hem zwaar tegen.

Kosters koe mag op het kerkhof grazen.

Als je bij iemand werkt brengt heeft dit vaak zijn bijkomende voordelen.

Het eind zal de lasten dragen.

De vervelende gevolgen zullen pas later blijken.

Daar schuilt een slang onder het loof.

Het lijkt mooi maar er zijn verborgen problemen.

Iemand een oor aannaaien.

Iemand bedonderen.

Ze stelen als de raven.

Ze jatten alles weg.

Iemand een kopje kleiner maken.

Iemand vermoorden.

Men wijst hem het gat van de deur.

Hij moet het pand verlaten.

Hij zat in de soep.

Hij zat in de problemen.

Hij is zo vals als het schuim op het water.

Hij is heel erg gemeen.

De kat kon het spek wel zien maar niet krijgen.

Iets willen hebben maar het niet kunnen krijgen.

Die niet horen wil moet voelen.

Als je niet luistert dan krijg je straf.

Het stof van de voeten schudden.

Vertrekken omdat je niet welkom bent.

het kan beter van de kerk als van de kapelle.

Het kan beter op de kosten van de rijke dan van de arme.

In andermans boeken is het duister lezen.

Het is moeilijk om zich een objectief oordeel te vormen van de zaken van een ander

De vlam moet binnen het dak blijven.

Je moet vervelende familie-kwesties binnen de familie houden.

Hij staat stijf van de pillen.

Hij heeft te veel XTC geslikt.

Je moet dingen niet overdrijven.

Middelmaat versiert de straat.

Dat is te gek om los te lopen.

Dat is iets wat niet zou mogen worden toegestaan.

Hij heeft een vlo in zijn oor.

Hij is niet rustig.

Roet in het eten gooien.

De boel bederven.

Men heeft hem aan het lijntje gekregen.

Ze hebben hem in hun macht gekregen.

Iemand in een lijstje zetten.

Iemand eervol behandelen.

Dat is een dag voor de prins.

Dat is een verloren dag.

Aan een klein vogelken past geen grote bek.

Kinderen moeten niet brutaal zijn.

Iets uittentreuren zeggen.

Iets herhaaldelijk steeds maar weer opnieuw zeggen.

Iemand aanklampen.

Iemand doen stilstaan om aan hem/haar iets te zeggen of vragen.

Hij is zo grof als een kabel.

Hij is een ruw persoon.

Iemand iets in het oor bijten.

Geen mens is zijn eigen maker.

Je moet mensen niet plagen om hun uiterlijk.

Dat is een holle darm.

Dat is een veelvraat.

Een Pyrrhus-overwinning behalen.

Deze keer winnen maar het is zeker dat een volgende keer verloren zal worden

Hij is zo vriendelijk als een armvol jonge katten.

Hij doet nors.

Een dragonder van een wijf.

Een flinke grove vrouw.

Zijn wieken laten hangen.

Het gevecht opgeven.

Hij heeft in de etalage gescheten.

Hij is zijn klanten kwijt.

Hij vecht tegen windmolens.

Hij ziet vijanden die er niet zijn.

Iemand met klank buitengooien.

Iemand hardhandig buiten zetten.

Iemand achter de veren zitten.

Iemand aansporen om harder te werken.

Hij is in de bonen en plukt erwten.

Hij is in de war.

Van achteren kijkt men de koe in zijn gat.

Als iets eenmaal is gebeurd is het eenvoudig om kritiek te geven maar het is de kunst om

Tikketol, oliebol, pak ze maar
Tikketol, oliebol, gelukkig nieuwe jaar
Grote en kleine, met krenten en rozijnen
Grote en kleine, ze liggen voor je klaar
Tikketol, oliebol, gelukkig nieuwe jaar

Guus Geluk.

Iemand die altijd geluk heeft.

Hij moet ieder dubbeltje drie keer omkeren.

Hij moet heel zuinig met zijn geld omgaan.

Berouw komt steeds te laat.

Als je van een verkeerde daad spijt hebt is het leed al geschied.

Iedereen moet zijn eigen zaken regelen.

Als elk zijn werk doet dan worden de koeien ook

Hij spitst de oren.

Hij heeft alle aandacht.

Dat is genoeg voor een heel weeshuis.

Dat is eigenlijk te veel.



Op naar morgen

Tussen waarheid en leugen ligt een glibberig pad.

De verleiding is vaak groot om een leugen(tje) te vertellen.

Hij spreekt met twee monden.

Tegen de een zegt hij wat anders als tegen de ander; je kunt hem dus niet vertrouwen

Iemand in de wielen rijden.

Iemand zijn werk belemmeren.

Men moet zijn bed maken zoals men slapen wil.

Als je op een bepaalde manier wilt leven moet je je gedrag hierop aanpassen.

Wie zijn kinderen liefheeft kastijdt ze.

Als je van je kinderen houdt onthou je ze geen straf.

Hij is een gierigaard Hij is fijn op de graat.

Hij is diepgelovig.

Een ondeugd uitroeien met wortel en tak.

Het slechte helemaal verwijderen.

Naar iemands pijpen dansen.

Alles doen wat iemand je zegt.

Eendracht maakt macht.

Door samenwerking en solidariteit staat men sterker.

Een blinddoek voor de ogen binden.

Iemand neppen.

Een man zonder vrouw is een paard zonder teugel.

Een man kan niet zonder een vrouw.

Leer je wat dan kun je wat.

Het is altijd goed om er iets bij te leren.

Op de kop af.

Exact.

In die vergadering is niet veel besloten.

Ze gaan aan hetzelfde euvel mank.

Jan de Wasser.

Iemand die allerlei klusjes voor zijn vrouw moet verrichten.

Dat zijn witte kamaraden.

Dat zijn goede vrienden.

Dat is zo zeker als twee keer twee vier is.

Dat is absoluut zeker.

Met tijd en stond gaat men de wereld rond.

Als je maar geduld hebt kom je er wel.

Ergens zijn slinger in hebben Iets met plezier doen.

Ergens zijn tanden inzetten.

Vloeken als een ketter.

Erg vloeken.

De room is er af.

De grootste verdiensten zijn er al op gemaakt.

Grote lantaarn klein licht.

Hij is niet zo slim.

Jan Kalebas.

Een opschepper.

Zo gewonnen zo geronnen.

Iets dat je gemakkelijk hebt verkregen ben je vaak ook zo weer kwijt.

Hij springt als een veulen in de wei.

Hij is erg vrolijk.

Van boven bont van onder stront.

Zij doen zich voornaam voor maar zijn in feite heel gewoon.


Hij is een Pietlut.

Hij is een kleingeestig man die moeilijk doet over allerlei details.

Dat is volstrekt legaal.

Dat kan wat aan de ribben zetten.

Zonder werk geen honig.

Als er geen werk is kun je ook niets verdienen.

Men moet het aan de balk schrijven.

Dat is iets heel bijzonders.

Zij heeft de boter groot.

Zij is hoogzwanger.

Jong te paard [peerd] oud te voet.

Als je als je jong bent te royaal leeft zul je als je oud bent weinig te verteren hebben.

Het is er de dood in de pot.

Er is niemand.