Magnetische anomalie opgetreden in Sint Katelijne Waver op 9 October 2008
Technische evaluatie van de ter beschikking staande gegevens uit de visuele en de magnetische registratie
- Beginfaze van de visuele waarneming : helder licht op 224° in het zuiden juist boven de horizon
- Verplaatsing van het licht naar een punt het dichtste bij de waarnemer op 157° onder een hoek van 50° gemarkeerd op het samengesteld panoramisch beeld ( opgesteld door Werner Poets
- Bij de dichtste nadering bleek het tuig zeer groot te zijn omschreven als een donkere ellips met aan de rand heldere lichten (aantal tussen 2 en 10)
- Het kwam snel aangevlogen , produceerde geen geluid en vertoonde geen vleugels noch staartvlak noch navigatielichten en herhaalde malen (10 x) werd beweerd dat het geen normaal passagiersvliegtuig, hoe dan ook, kon zijn
Er werd een opmeting gedaan van de schijnbare grootte zoals het te zien was in het eindstadium van de visuele waarneming : ovaal lengte21,5cm/breedte 13,7 cm op 1,2m afstand van het venster. Uit de berekende hoogte van de magnetische registratie op de kortste afstand naar het meetstation volgt dat het toestel moet gevlogen hebben op 930m hoogte. Deze waarde samen met de waarnemingshoek van 50° levert ons een afstand van 780m op voor de omrekening naar de werkelijke afmetingen van 140m lengte ( 2 x de lengte van een Boeing )en 89m breedte.
- Doortrekken van de 224° lijn toont aan dat het toestel vlak boven het magnetisch meetstation moet gepasseerd zijn ( alleen de symetrische vorm van beide maxima wordt bekomen als dit gebeurt)
- De plaats van het toestel op deze lijn kan zonder meer voor de tijdsstippen 21h51 en 21h52 uit de gemeten magnetische inductie verhogingen berekend worden door toepassing van de formule van de derdemachtsverzwakkingsregel voor de afstand.
In deze formule wordt de klassieke waarde van 100Tesla en de beginafstand van 20m aangenomen.
- De plaats van de punten 21h51 en 21h52 vallen in het visuele waarnemingsvenster en op de stijgende flank de magnetische registratie . Het snel naderen vermeld door de waarnemer is hierdoor verklaard. De afstand 51 -52 wordt afgelegd met 108Km/h en die van 52-53 met reeds 156Km/h
De aanvlieghoogte van 930m wordt ook teruggevonden voor de punten 51 en 52 uit de berekening van de geinduceerde en gemeten waarden van de magnetische inductie voor deze punten en de daarmee hiervoor direct zicht afstand gevonden noodzakelijke waarden
De grote afmetingen en de snelheidstoename wordt exact weergegeven in het interview van de waarnemer.
- Alleen de dip in de registratie van de magnetische inductie is niet direct te verklaren met de berekening gebruikmakende van de afstandsverzwakkingsformule .
Een factor die we niet kunnen natrekken is de hoekwijziging tijdens de vlucht vlak boven het meetstation
.Dit komt door het feit dat slechts een componente van de hoofdvector gemeten is en we niet over dat gegeven beschikken.
Uit resultaten bekomen voor de punten 21h51 en 21h52 zou de inductie voor punt 21h53 zo 994µT moeten bedragen . De voorwaarde voor het meten van een verhoging van slechts 22,2µT wordt bekomen door aannamen van een hoekverdraaiing van de hoofdvector van slechts 1,8° ten opzichte van de loodrechte stand.
Bepaling van de voorkeuraanvliegroute voor passgiersvliegtuigen bij nadering via de approach AFI-Bruno met gemiddelde hoogte dalend van 4000voet naar 3000voet.
Controlemetingen met air-life traffic pakket van lightradar24 geven de volgende resultaten :
De metingen werden uitgevoerd op verschillende tijdstippen en tonen aan dat de afwijkingen die optreden op het voorgeschreven vluchtpatroon een dichtste nadering geeft van 2000m voor een gemiddelde hoogte van 3500voet= 1067m . Hieruit volgt dat de toestellen gezien worden onder een hoek die maximaal 28° en dus nooit 50°!.
Het is duidelijk dat uitgaande van de visuele alsook de magnetische gegevens aantonen dat het geen normaal lijnvliegtuig kan geweest zijn en dat de waarnemer op een zeer correcte wijze het verschijnsel heeft beschreven
Aan de hand van deze hoeveelheid data ligt het voor de hand het waargenomen tuig te mogen onderbrengen in de categorie :niet conventioneel vliegend object
Dank:
aan de heren W.van Utrecht en Frederick Delaere voor de melding bij Ufomeldpunt en tevens aan de heer Werner Poets voor initeële hulp en de gevens voor het visuële waarnemingsgedeelte ,voor samenwerking bij de opnamen van het interview en de opstelling van het panoramabeeld
aan de heer Michel Roy voor zijn gedreven hulp in het zoeken naar een logische verklaring voor de magnetische registratie
aan allen die steeds geloofd hebben in de goede en correcte behandeling van deze toch unieke waarneming van bij ons
Sint Katelijne Waver , 16 –april-2015
Jan De Ceuster
|