DEEL 11-- NA MEER DAN 60 JAAR UFO-ONDERZOEK NOG STEEDS ANGST OM DE WAARHEID.
3. De
N.A.S.A. en UFOs.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Je vraagt je misschien net als ik af welke
belangstelling het NATIONAL AERONAUTICS and SPACE ADMINISTRATION (N.A.S.A.)
toonde voor de UFO-problematiek. Wel, we moeten ons tevreden stellen met het
volgende perscommuniqué:
Geen enkele tak van de overheid
van de Verenigde Staten is actueel betrokken met of verantwoordelijk voor
onderzoeksprojecten naar de mogelijkheid van vergevorderde, intelligente aliën
beschavingen op andere planeten of voor onderzoeken naar Unidentified Flying
Objets (UFOs). De U.S. luchtmacht (USAF) en de National Aeronautics and Space
Administration (NASA) hadden bij tussenpozen, onafhankelijke onderzoeken naar
de mogelijkheid van aliën leven op andere planeten. Hoedanook, geen van deze studies
bracht feitelijk bewijs aan het licht dat leven buiten onze planeet bestaat,
noch dat UFOs verbonden zijn met buitenaardse ruimtetuigen. Van 1947 en 1969 onderzocht
de luchtmacht UFO-meldingen. In 1977 werd de N.A.S.A. gevraagd om de
mogelijkheid te onderzoeken voor de hervatting van het UFO-onderzoek. Na het bestuderen van alle beschikbare feiten,
stelde ze vast dat er geen winst te halen was bij verder onderzoek, omdat er
geen aanwezigheid was van tastbaar bewijs.
In oktober 1992 kreeg de NASA de opdracht om een gedetailleerde
zoektocht te starten naar artificiële radiosignalen van andere beschavingen
onder de noemer NASA TOWARDS OTHER PLANETARY SYSTEMS (T.O.P.S.) HIGH
RESOLUTION MICROWAVE SURVEY (H.R.M.S.) PROGRAM. Dit project is beter bekend
onder de algemene naam SEARCH for EXTRATERRESTRIAL INTELLIGENCE PROJECT
(S.E.T.I.). Het H.R.M.S. ontdekte geen enkel bevestigd signaal tot het
stopgezet werd. Niettemin werd een soortgelijk werk verder gezet door
particuliere groepen en door academische instituten. Het SEARCH for
EXTRATERRESTRIAL INTELLIGENCE INSTITUTE (S.E.T.I. instituut) in
MOUNTAINVIEW, CALIFORNIA, verving effectief het project van de overheid. Ze
namen zelfs het signaal uitzendend systeem in bruikleen van de N.A.S.A.. Het
SETI instituut, een nonprofit coörporatie, verricht onderzoek in een aantal
areas, inbegrepen alle wetenschappelijke en technologische aspecten van
astronomie en planetaire wetenschappen, chemische evolutie, de ontstaan van het
leven, de biologische evolutie en de culturele evolutie. Tijdens meerdere ruimtemissies
rapporteerden de NASA-astronauten verschijnselen, die niet direct verklaarbaar
waren. Niettemin kon de NASA op elk ogenblik bepalen dat de waarnemingen niet
als ABNORMAAL konden beschouwd worden in de omgeving van de ruimte.
De USAF-onderzoeken van 1947 tot 1969
bestudeerden UFOs onder de noemer van Project Blue Book. Het project, met zijn
hoofdkwartier in de luchtmachtbasis van Wright-patterson werd op 17 december
1969 stopgezet.
Van het geheel van 12.618 onderzochte
UFO-rapporten uiit Blue Book, bleven 701 gevallen ONGEÏDENTIFICEERD.
De beslissing om de UFO-onderzoeken te
beëindigen was gebaseerd op een rapport, opgesteld door de Universiteit van
COLORADO. Het rapport droeg de
naam SCIENTIFIC STUDY of UNIDENTIFIED FLYING OBJETS. Verder was er een evaluatie van het
rapport door de National Academy of Science, de besluiten van voorgaande
UFO-studies en de ervaring van de luchtmacht met het onderzoeken van
UFO-rapporten in de 40, 50 en 60jaren. Als een eindconclusie van ervaring,
onderzoek en studies sinds 1948, luiden de vaststellingen als het volgt:
1) geen enkel UFO-rapport, onderzocht en
geëvalueerd door de luchtmacht vormde ooit een bedreiging voor de nationale
veiligheid;
2) er was geen enkel bewijs voorgelegd of
ontdekt door de luchtmacht, dat een UFO-rapport met het label unidentified
technologische ontwikkelingen of principes voorstellen buiten de grenzen van de
moderne, wetenschappelijke kennis;
3) er was geen bewijs dat aanduidde dat de
meldingen, gecatalogeerd als unidentified buitenaardse ruimtetuigen waren.
Met het stopzetten van Project Blue Book werd de USAF richtlijn voor
het instellen en het controleren van het onderzoeksprogramma en de analyse van UFOs
vernietigd. Dokumentatie, betreffende het vroegere Project Blue Book onderzoek
werden permanent ondergebracht naar het MODERN MILITARY BRANCH, NATIONAL ARCHIVES
and RECORD SERVICE in WASHINGTON, DC 20.408. Deze data en files blijven
beschikbaar voor publieke onderzoeken en analysen.
Sinds het stopzetten van Blue Book is er
geen enkel incident gebeurd dat de hervatting van het UFO-onderzoek door de
V.S. overheid kan verrechtvaardigen. Sinds het einde van Blue Book is noch de
NASA, noch de luchtmacht betrokken in dagdagelijks UFO-onderzoek, noch in het herzien van artikels over UFOs , noch in het evalueren van schetsen van UFO-type
ruimtetuigen of het aanvaarden van verslagen van UFO-waarnemingen of
toepassingenvoor het gebruik op gebied
van onderzoek naar luchtveschijnselen.
Je dient aan
te nemen dat er weinig aanduidingen in de Majestic-Projecten staan van
betrokkenheid van de kant van de medewerkers van de NASA in het UFO-onderzoek.
Ondanks het feit dat een aantal astronauten vreemde, UFO-achtige verschijnselen
tijdens hun ruimtemissies signaleerden, is het niet verwonderlijk dat de NASA
dezelfde houding aanneemt als de luchtmacht en die van Project Blue Book.
Vragen die je zeker dient te stellen is: ZOU DE USAF OF DE NASA ALLE VERWOORDEN
OF GEBORGEN KENNIS indien ze die bezitten PUBLIEK BEKEND MAKEN AAN DE GANSE
WERELD EN ZO EEN EVENTUELE TECHNOLOGISCHE VOORSPRONG UIT DE HAND GEVEN? Of zouden ze alleen al uit militair standpunt
deze kennis voor zichzelf houden in de optiek hun spitstechnologische
voorsprong verder uit te bouwen? Ik denk dat iedere persoon met een beetje
gezond verstand en logisch denken, snel een antwoord zal vinden op deze vragen.
In deze kontekst begrijp je ook vlug alle initiatieven en pogingen van de USAF
om het UFO-fenomeen belachelijk te maken en te ontkennen...
4. De luchtmacht, het General Accounting Office,
MOGUL-ballonnen en Crash- Test DUMMIES.
Op 8 juli 1947 gaf de
bevelhebber van luchtmachtbasis van Roswell, New Mexico een perscommuniqué
vrij, waarin de berging van een neergestortte vliegende schotel aangkondigd
werd. Dezelfde avond werd deze aankondiging door Generaal RAMEY van de
8° luchtmachtafdeling in FORT WORTH, TEXAS tegengesproken. De officieren van de luchtmachtbasis, die
steun verzorgden aan de kernbom-vliegtuigeskadron, zagen eenvoudig een neergestortte weerballon met zijn radar
aan voor een vliegende schotel... De pers slikte deze uitleg en het incident
werd gedurende 30 jaar vergeten.
In 1978 vond de
Amerikaanse UFO-onderzoeker Stanton FRIEDMAN met een beetje geluk een
hoofdgetuige, de vroegere majoor Jesse MARCEL terug. Hij stond in voor
de veiligheid op de basis. Hij was het die de restanten van het neergestortte
object op de crashsite borg. Hij
verklaarde nogmaals aan de onderzoeker dat de geborgen materialen zeer vreemd
waren en op niets bekends leken. Sinds deze verklaring hebben vele onderzoekers
hun aandacht op dit incident gericht en een aantal getuigen teruggevonden.
De theorie van de
gecrashste UFO kunnen wij baseren op drie sleutelelementen: primo het perscommuniqué van de luchtmachtbasis; secundo
getuigenissen over de vreemde materialen, terugevonden op de crashsite en tertio
getuigenissen over de ontdekking van het object en lichamen nabij Roswell.
Een vraag die snel bij
mij opkomt over dit perscomminiqué is: hoe is het mogelijk dat deze officieren
van een elitekorps (= bewakers van de eerste kernbommen!) zo een domme, onhandige
fout konden maken? Vanzelfsprekend als wij de luchtmacht geloven, maar het
voorval enkel erger te maken door hun dramatische aankondiging, tegenstrijdig
met de opgelegde regels van militaire geheimhouding, voor dewelke dit
elitekorps specifiek getraind was...
Om de controversie en de geruchten
tegen te gaan, die het zogenaamde Roswell-incident omringen, die blijven leven
en weigeren uit te doven, publiceerde de luchtmacht in de 1990 jaren twee
onderzoeksrapporten met de betrekking van Juli 1947. De volgende woorden
komen uit het perscommuniqué van de
luchtmacht over het eerste rapport, gepubliceerd in 1994 als antwoord op een onderzoek, gelanceerd door
het GENERAL ACCOUNTING OFFICE het onderzoeksorgaan van het Congres. Het
onderzoek van de G.A.O. kwam als een direct resultaat op vragen, gesteld door
de latere Afgevaardigde van NEW MEXICO, Steven SHIFF
Volgens
het kolosale, bijna 1000 bladzijde tellend rapport van de luchtmacht, The
ROSWELL REPORT = FACT vs. FICTION in the NEW MEXICO DESERT, 1994 waren de
gevonden brokstukken in ROSWELL waarschijnlijk van een spionage MOGUL ballon.
Deze ballon hoorde bij een Top Secret leger-luchtmachtinstrument, bedoeld om de
militaire van de V.S. te helpen bewijs van nucleaire testen van de Sovjets te
ontdekken.. In 1994 verklaarde de luchtmacht dus dat de gevonden
brokstukken het resultaat waren van de crash van een trein van 20 à 30
weerballonnen, vastgemaakt aan één lijn, met de code naam MOGUL en
gelanceerd in WHITE SANDS. Onderzoekers toonden later aan dat deze uitleg niet
klopte, want de officieren van Roswell zouden geen moeilijkheid hebben om
dergelijke brokstukken en instrumenten, zoals een ballastreservoir, een
elektrische batterij, een radiozender of een sonbuoy, die sterk op een
zuivere, metalen kan, te erkennen. Maar geen enkel van deze hogervermelde
instrumenten werd op de crashsite van Roswell teruggevonden...
Maar wat dan
te zeggen over de rapporten over Aliën lichamen? In 1997 wijdde de luchtmacht
uit over dit aspect van het Roswell-incident in een dokument met als titel The
ROSWELL REPORT: CASE CLOSED!:
Dit rapport handelt over de resultaten van dit grondig
onderzoek en
identificeert
de vermoedelijke bronnen van de verklaringen van aliën
lichamen
in Roswell. Tegenstrijdig met de beweringen, lijken veel van de
verslagen
beschrijvingen van ongeklassificeerde en wijdgepubliceerde
wetenschappelijke
prestaties van de luchtmacht. Andere beschrijvingen van
de
lichamen lijken actuele incidenten te zijn tijdens de welke leden van de
luchtmacht
gedood werden of gekwetst raakten tijdens hun dienst.
De besluiten zijn: Activiteiten van de
luchtmacht, die over een periode van vele jaren plaatsvonden, werden bevestigd
en nu voorgesteld gebeurd te zijn tijdens de twee à drie dagen in juli 1947. De
waargenomen Aliëns in de woestijn van New Mexico waren actueel
antropromorfistische (= op mensen lijkende of menselijke eigenschappen
toegeschreven) houten testdummies (= poppen), die door de V.S. luchtmacht omhoog gebracht werden in grote hoogte bereik
ballons voor wetenschappelijke onderzoek. Doel van dit onderzoek was deze
dummies te laten neerstorten zonder het openen van de valscherm en zo het
impact nagaan voor gecrashste piloten...
Deze ongewone militaire activiteiten in de woestijn
van New Mexico waren dus hoge altitude onderzoeksballonnen, gelanceerd endie
verborgen operaties inhielden. Rapporten van militaire eenheden, die altijd
snel lijken aan te komen bij de crash van een vliegende schotel om het object
en de bemanning terug te vinden en te bergen, waren actueel nauwkeurige
beschrijvingen van luchtmachtpersoneel, geëngageerd in de bergingsoperaties van
deze antropromorfistische dummie(s)...
Verklaring over de Aliën lichamen in het Roswell
legerluchtmacht veldhospitaal waren heel waarschijnlijk een combinatie van twee gescheiden
incidenten:
1. een KC-97 vliegtuig ongeluk in 1956, waarbij 11 leden van
de luchtmacht het
leven verloren en;
2.
een bemande ballonongeval in 1959, waarbij tweeluchtmachtpiloten gewond
raakten.
Dit rapport is gebaseerd op nauwkeurige
onderzoek met goede dokumentatie, gesteund door officiële aantekeningen,
technische rapporten, op film vastgelegde gebeurtenissen, fotos en interviews
met individuen, betrokken bij deze gebeurtenissen.
Ondanks de poging van de luchtmacht om de controversie
rond het Roswell-incident en de gebeurtenissen in diskrediet te brengen en het
zich toeëigenen van de bevindingen van de G.A.O. (= Genaral Accounting Office)
mislukten. Hun standpunt dat de getuigen verschillenden incidenten, zoals het
neerstorten van de MOGUL-ballon, het neerstorten van een vliegtuig, het
neerstorten en bergen van dummies wordt niet door iedereen zomaar kritiekloos
aanvaard. De luchtmacht trekt op dergelijke wijze de geloofwaardigheid van alle
betrokken getuigen van het Roswell-incident in twijfel, door te verklaren dat
de getuigen herinneringen van verschillende gebeurtenissen door elkaar haalden
en samenvoegden tot één verhaal... De Amerikaanse onderzoeker Walter HAUT
legt dit spitsvondig uit Je moet echt een dummie zijn om geen dummie te
erkennen!
Het is zinvol een aantal
sleutelfactoren op te tekenen.Vooreerst bezitten de bewuste MOGUL-ballonnen
geen ongewone karakteristieken, zoals deze beschreven door de verschillende
getuigen van de gebeurtenis van Roswell. Ten tweede leidde het
crash-dimmie-experiment in de woestijn van New Mexico volgens de luchtmacht tot
de mythe over geborgen aliën lichamen. Maar deze testen werden voor de 1950
jaren niet uitgevoerd! Ten derde, tijdens de loop van het onderzoek leerde de
G.A.O. dat alle administratieve notas (aantekeningen) van het Roswell
legervliegveld van maart 1945 tot december 1949 en alle uitgaande boodschappen
van de basis van oktober 1946 tot december 1949 op een onverklaarbare wijze
vernietigd waren. Héél toevallig, vind je niet...
Het Roswell raadsel gaat nog steed
verder, ondanks de beste inspanningen van de luchtmacht om deze zaak te laten
rusten. Persoonlijk vind ik toch bizar dat de luchtmacht in functie van de
vooruitgang van particuliere onderzoekers en het vinden van getuigen hun
verklaringen al meerdere malen aanpaste... Het enige positieve aspect van deze
laatste rapporten van de luchtmacht is dat ze geen andere méér aanvaardbare
verklaringen naar voren brachten, zoals de crash van een geheim testtoestel, of
van een raket of van een atoombommenwerper...
De legende gaat verder. In zijn boek BODY
SNATCHERS in de DESERT The Horrible Truth at the Heart of the Roswell Story
van de Britse Ufoloog Nick REDFERM van 2005, haalt deze schrijver zeer
vreemde dingen aan. In het kort, volgens deze schrijver bouwden
de Amerikanen een experimenteel toestel, geboren uit de revolutionaire
luchtonderzoeken van de HORTEN broeders uit Duisland. Dit toestel deed zijn
testvluchten vanuit WHITE SANDS, NEW MEXICO. Volgens Redferm bevonden zich aan
boord van dit toestel een aantal fysisch gehandicapte personen, bevrijd uit de
Japanse labos van Eenheid 731 en
gebruik werden voor een geheim en verwarrend experiment. Doel was om te
proberen beter de gevolgen te begrijpen van een met kernenergie aangedreven
vlucht op de bemanning... Dit experiment eindigde tijdens een eerste vlucht met
een crash in White Sands en een aantal bemanningsleden kwamen om. Begin 1947
volgde een tweede vlucht met een soortgelijk toestel vanaf White Sands. Nu was
het toestel ook vastgemaakt aan een hoge altitude ballon, gebaseerd op de
FUGO-ballons , ontwikkeld door de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nu
werd het toestel bestuurd door een aantal Japanse medewerkers, specifiek
getraind voor deze opdracht, maar het toestel crashste nabij de Foster Ranch,
Roswell, nadat het in een zware storm terecht was gekomen en geraakt door de
bliksem...
Het materiaal van het experimenteel toestel, de
materialen van de ballon en de lichamen van de bemanningsleden werden op een
ultrageheime wijze geborgen en achter een rookgordijn van een gecrashste
vliegende schotel verborgen. Volgens Redferm zijn het deze incidenten die later
zouden leiden naar de legende van het Roswell incident... Hij heeft zijn boek
over Roswell kunnen schrijven, dank zij de informatie die hij ontving van 1996
tot 2003 via insiders, die vanzelfsprekend anoniem willen blijven.
Dit scenario van Redferm lijkt nog bizarder en
gruwelijke dan al de voorgaande verhalen... Het laatste woord is hierover zeker
nog niet gevallen. Zoals jezelf kan lezen en besluiten, is dit misschien de
zoveelste poging van de luchtmacht om door het geven van disinformatie zo de
ware achtergrond achter het ROSWELL-incident verder in discrediet te brengen en
te ridiculiseren...
|