Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
22-08-2007
Sint te huur
Sint te huur (slot)
.....er kwam wéér een Sinterklaas binnen. 'Goedenavond vrienden,' wilde hij zeggen. Maar hij bedacht zich onmiddelijk toen hij de twee andere klazen zag. 'Hoe durven jullie mij zo na te spelen, bedriegers! Jullie grote mensen, jullie moesten je schamen. Nep-sinterklazen! Wat moet Peter hier niet van denken?' Marie-Inge proeste het ineens uit van het lachen. 'Voor nep-sinterklazen bestaat slechts één oplossing: op de knieën en vergeving vragen.' De twee andere Klazen begrepen meteen wat de bedoeling was van de knipoog van de derde Sint-Nicolaas. 'Ach, vergeeft u ons, Sint-Nicolaas, wij wilden u slechts komen helpen. U heeft het zo druk op deze avond van 5 december. Wij dachten dat u misschien geen tijd zou hebben voor die kleine Peter en daarom....' 'Het is goed zo, sta maar op. Ik vergeef het jullie. Trek dat pak uit , doe die baard af en laten we er met z'n allen een gezellige avond van maken. En, waar is Peter nou.' Vader en moeder stonden wel even raar te kijken. Aan de stem hadden ze direct herkend wie die laatste sinterklaas was. Absoluut, opa! Wie had dat nu met hem afgesproken? 'Achter de piano,' zei Marie-Inge, die nog steeds moest lachen. En opa-Sint begon te lachen zoals alleen opa kon lachen. Peter kwam met verlegen lachje achter de piano te voorschijn. Hij had precies gehoord wat er gezegd was. Zonder aarzeling kroop hij bij opa-Sint op schoot. Deze Sint klonk hem heel vertrouwd. En stralend van geluk zong hij het mooiste lied uit zijn repertoire: 'Hoor, wie klopt daar kinderen Hoor, wie klopt daar kinderen Hoor, wie klopt daar buiten tegen het raam? 't Is een vreemdeling zeker Die verdwaald is zeker, 'K zal hem vragen naar zijn naam.'
uit: Sinterklaas op school, naar een idee van Paul Schamineé
Sinterklaas was gaan zitten in de mooiste leunstoel van de kamer en begon zijn toespraak. 'Goedenavond vrienden, dag beste Peter,' zei hij met zijn diepe basstem. 'Ik ben blij dat ik in dit huis ben. Er woei op zee namelijk zo'n hevige storm, dat ik dacht...' Er werd hard op de deur gebonsd. Iedereen keek elkaar verbaast aan. Wie zou er nu moeten komen op sinterklaasavond? Zouden de buren iets komen lenen? Maar die bonzen toch niet op de deur?! 'Heb jij iemand uitgenodigd?' vroeg vader aan moeder. 'Ik niet, ik zou niet weten wie het moest zijn'. De kamerdeur zwaaide open. Er viel een diepe stilte in de kamer. Met grote ogen van verbazing zagen ze wie er binnenkwam: Sinterklaas! 'Goedenavond vrienden, dag beste Peter. Ik ben dit gastvrije huis maar door de achterdeur binnengekomen, want er was niemand die de voordeur voor mij open wilde doen. En we hebben toch héél hard en héél lang gebeld, niewaar Piet?' En hij wendde zich tot zijn knecht. Op dat moment ontdekte hij dat een soortgenoot reeds de tijd gevonden had dit huis met een heilig bezoek te vereren. Kleine Peter barstte in gesnik uit en kroop weg achter de piano. In de kamer brak een heftig tumult los. Vader en moeder begonnen tegelijk aan elkaar van alles te vragen. De twee sinterklazen verloren hun waardigheid en begonnen tegen elkaar te schreeuwen. De eerste sinterklaas schreeuwde: 'Je bent een bedrieger. Jij bent de échte niet. Maak dat je wegkomt'. Dreigend hief hij zijn staf op. De tweede sinterklaas reageerde verontwaardigd: 'Wie is hier vals? Ik niet! Pieten gooi hem d'r uit.Meteen!' En ook hij hief dreigend zijn staf op. Weer werd er op de deur gebonsd. En wat niemand voor mogelijk had gehouden, gebeurde: (wordt vervolgd) uit: Sinterrklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
'Marie-Inge, zet je de televisie even uit? Peter wil liedjes gaan zingen bij de schoorsteen,' zei vader. Kleine Peter zat op zijn knietjes voor de open haard en zong zijn hele repertoire aan sinterklaasliedjes. 'Sinterklaas kan mijn liedjes horen, hé vader?', zei Petertje. 'Natuurlijk, Peter, Sinterklaas is vast vlak in de buurt. Misschien komt hij wel even langs als hij tijd heeft. Je kunt nooit weten.' Moeder, die het gesprek hoorde, keek even met vraagtekens in haar ogen naar vader. Zou hij het toch weten dat ik een sinterklaas gehuurd heb? En meteen ging de bel. 'Wacht maar, blijf maar zitten, ik doe wel even open,' riep moeder, want ze dacht aan hààr Sinterklaas. Inderdaad, daar stond Sinterklaas, met Zwarte Piet. Op fluistertoon gaf moeder nog een paar aanwijzigingen over kleine Peter. De kamerdeur zwaaide open en Peter begon te zingen: 'Sinterklaasje kom maar binnen...', direct bijgevallen door Marie-Inge. Een beetje aarzelend zong vader mee. Hij keek verbaasd naar moeder, want ze deed alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat de bisschop op bezoek kwam. Wist zij van zijn plan? Met z'n allen zongen ze ten slotte uit volle borst het welkomstlied. Het was een heel koor dat daar stond te zingen ter ere van de Sint. Kleine Peter genoot zichtbaar. Hij toonde geen enkele angst en zong hardop mee. Misschien kwam het door het krachtige gezang dat niemand hoorde dat er opnieuw gebeld werd. En nog een keer. (wordt vervolgd)
uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Eindelijk was het dan zover: 5 december.Het heerlijke avondje was aangebroken. Kleine Peter legde voorzichtig een wortel bij de openhaard. 'Dat is voor uw paard, Sinterklaas,' zei hij ernstig. Moeder knikte. Ze was de hele week druk bezig geweest met de voorbereiding. Ze had inkopen gedaan en surprises gemaakt. Ze had in de keuken dikke speculaas staan bakken. En ze had nog een speciale verrassing bedacht voor haar kleine Peter. Toen ze in de krant een advertentie zag, 'Sinterklaas te huur. En niet duur!' had ze meteen beslist. Met een goede Sinterklaas zou het pas écht een verrassende avond kunnen worden. Ze vertelde het aan niemand, niet aan vader en niet aan haar dochter van twaalf, Marie-Inge. Nee het moest geheim blijven. Moeder was echter niet de enige die een verrassing bedacht had. Vader voerde ook iets in zijn schild. Op internet had hij een site gevonden met de tekst: 'Sinterklaas te huur. Niet duur voor één uur! Een feest voor het kind Door die goede Sint.' En met een fax had vader een Sinterklaas besteld, op 5 december tussen zeven en half acht. Wat zou die kleine Peter opkijken! En nu was het dan zover. Het heerlijke avondje kon beginnen.(wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Na de middag gingen we ondergronds : de resten van het paleis van de hertogen van Bourgondië, dat ooit op de Koudenberg stond. Dr. Paul. de. Ridder, historicus, werkzaam in de Albertinabibliotheek aan de kunstberg, Brusselkenner als geen een en echte Vlaamse Brusselaar, gidste ons rond. Twee uur en die waren om voor we het beseften. Het kleinste steentje kwam tot leven en de geschiedenis van Brussel kregen we er zo bij in geuren en kleuren. Een geweldige gids met een encyclopedische kennis over zijn stad en haar verhaal.
En Sint Nicolaas, zagen we die ondergronds? Neen, maar eigenlijk was hij mee in clergy, hij hield ons in de gaten terwijl wij wat cultuur opstaken - zoals hij had beloofd- en zag dat het goed was.
Zo'n gids krijgt uiteraard dorst en zijn publiek ook. Wij zijn nu eenmaal Bourgondiërs! Samen sloten wij deze fijne dag af met een straf biertje, voor wij de trein opstapten.
Van Brussel tot Berchem hield Nicolaas weer zijn mantel over ons open en konden wij weer zitten in overvloed. Tegen West-Vlaanderen is zijn mantel blijkbaar niet krachtig genoeg. Zij spoorden toen juist ook naar huis en we mochten weer 20 minuten staan, wel met heel vriendelijke excuses van de NMBS. Luc Vermeulen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
De grote Gever en Kindervriend troont er zwierig helemaal in de hoogte en op het altaar : de Nicolaasicoon van Vladimir. In tegenstelling met wat de naam laat vermoeden, gaat het hier om een Griekse icoon uit de 12de eeuw en die zijn zeer zeldzaam in West-Europa. Toen was het kindje gedoopt en konden wij het koor in om het prachtige houtsnijwerk van J.B. Van der Haegen te bewonderen : het leven van Sint-Nicolaas in 10 taferelen met de bekende legenden. Lieven deed ons inzien dat Renaat Van de Linden gelijk had wanneer hij hierover schreef: "De reeks sierlijke medaillons geldt als een unicum in de.Sint-Nicolaasiconografie. Hier vinden we technische vaardigheid, een neiging naar het decoratief stilerende en het inschakelen van realistische bijzonderheden. Jan-Baptist Van der Haegen bindt grootsheid en vroomheid. De Vlaamse barokbeeldhouwer stuit in zijn verrassende virtuositeit op geen technische moeilijkheden. De fel bewogen personages wekken de indruk, van een gebeeldhouwd schilderij. We ontdekken er het vluchtig samengaan van inwendige bewogenheid."
Nu nog even rond de kerk: een gevelbeeldje boven de Sint-Niklaas gang, Wijnhandel Nicolaas op de hoek van de Taborastraat en - het kon niet beter uitkomen, want we hadden dorst - de St.Nicolaas Estaminet in de Korte Boterstraat. Het heeft gesmaakt tussen de nicolaiana achter de bar en aan de muren. Leuk, een abdijbiertje drinken met onze heilige Patroon overal aanwezig en goedlachs toekijkend. (wordt vervolgdt)
Sint-Nicolaas in Bruocsalla - Brussel (1) 5 mei 2007: 16de Vlaamse Nicolaasroute.
"Lieve kinderen, beste vrienden, Ik ben blij dat jullie er weer zijn om mij een bezoekje te komen brengen en dan nog wel in Brussel. Ik verheug mij erop jullie te ontmoeten in mijn residentie aldaar. Ik zal jullie ook in de gaten houden als jullie ondergronds gaan. Lieve kapoenen, braaf zijn, hé!"
Met deze openingswoorden in de brochure verwelkomde ons allergrootste Heilige Vriend op 5 mei een twintigtal leden van zijn fanclub, die stonden te wachten op de trein in het station van Sint-Niklaas (VL.) Het werd wel rechtstaan tot in Berchem, want heel West-Vlaanderen zat op de trein voor een evenement in de Antwerpse Zoo. Van Berchem naar Brussel Centraal konden we zitten in overvloed. Had Nicolaas ingegrepen?
Na 10 minuutjes stappen onder een reeds lekker zonnetje, kwamen we aan zijn "residentie in Brussel" : de Sint-Niklaaskerk. Het is een fascinerende kerk waarvan de grondvesten teruggaan tot de 12de eeuw en waarin heel het wel en wee van Brussel wel ergens is terug te vinden. Abbé Salomon Odeka yuguma, de huidige - Afrikaanse, - pastoor, had ons een klein uurtje gegeven voor een geleid bezoek aan de kerk. Alleen was hij even vergeten dat wij kwamen en was hij juist aan het dopen in het koor waar uitgerekend de interessantste nicolaiana te zien zijn. Maar - op z'n Afrikaans - geen nood, het kwam allemaal wel in orde.... Voorzitter Lieven Dehandschutter begon ons alvast rond te gidsen in de rest van de recentelijk zeer mooi gerestaureerde kerk. Hij kent ze door en door sinds hij de brochure "Het leven van Sint-Nicolaas, tien taferelen van Jan-Baptist van der Haegen in de Sint-Nicolaaskerk te brussel" maakte, uitgegeven door het SNG. Nicolaas op de preekstoel, Nicolaas op twee zuilen naast het altaar, tussendoor een heel groot beetje geschiedenis van het gebouw en zijn verdwenen toren, de Heilige van Myra op het 19de eeuwse reliekschrijn in koper van de martelaren van Gorkum - onze zusterstad in Nederland! - bewonderen en het schrijn zelf en dan naar het barokke Nicolaasaltaar. IMPOSANT!! (wordt vervolgd)
Dit keer hoefde Iwan niet zo lang na te denken. Hij ging de volgende dag onmiddelijk naar zijn buurman Boris. Deze was blij met het aanbod en verkocht de tarwe aan Iwan voor vijftig roebel. Hij zou er spijt van krijgen. Tot verbazing van iedereen richtte het koren zich echter weer op en waren de aren vol korrels. Toen de oogsttijd geworden was, kon Iwan wel tweeduizend schoven binden, een ongekende hoeveelheid. Elias en Nicola gingen naar het veld om te kijken naar de oogst. 'Je ziet dat ik heb woord gehouden heb,' zei Elias. 'Kijk eens wat er van de akker van buurman Boris terechtgekomen is!' 'Maar weet je dan niet dat deze akker niet meer van buurman Boris is? Hij heeft het graan weer verkocht aan Iwan. Je hebt een onschuldige opnieuw een flinke strop bezorgd.' En Nicolaas had heimelijk schik. 'Dat wist ik niet,' zei Elias geschrokken. 'Dan zal ik het goedmaken. Het volgende jaar zal de oogst van zijn velden het tienvoudige bedragen van dit jaar. Dat beloof ik Boris en jij bent mijn getuige. En die Iwan krijg ik nog wel!' Daarop liepen de twee mannen verder langs de geoogste velden. Toen het winter begon te worden, liep Nicola langs de woning van Iwan. Deze herkende de pelgrim die hem zo'n goede raad had gegeven. 'Goedenavond pelgrim,' groette Iwan. 'Kom hier even uitrusten, drink een glas thee en blijf vannacht in dit huis slapen.' Nicola glimlachte. Het gesprek kwam op het korenveld. En toen zei Nicola: 'Luister Iwan, je moet vadertje Elias bedanken voor de overvloedige oogst. Bak een grote pastei en breng die naar de kerk.' Hij stond op en vertrok. Iwan volgde de raad op. Hij bakte twéé pasteien. En iedereen die hem op weg naar de kerk vroeg waarom hij twee pasteien bij zich had, kreeg als antwoord: 'Deze ene pastei is voor Elias, de gestrenge, als dank voor zijn hulp bij de overvloedige oogst. En deze andere is voor Nicola, de barmhartige, die me altijd zal helpen als ik in nood zit.' Vanaf die dag had Iwan niets meer te vrezen en elk jaar oogste hij in overvloed.
uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt.
Iwan was verbaasd en dacht na over de raad die hem gegeven was. Na lang twijfelen besloot hij het advies op te volgen. Hij verkocht nog diezelfde avond zijn graan voor honderd roebel aan zijn rijke buurman Boris. 's Nachts stak er een hevig onweer op met flinke rukwinden en stevige hagelbuien. Het graanveld sloeg plat en toen Iwan de volgende dag ging kijken, lag het veld er vernield bij. Ook Elias en Nicola gingen naar het veld om de schade te zien die de hagelbui had aangebracht. ' Je ziet dat ik woord gehouden heb,' zei Elias. Kijk eens wat er van de akker van Iwan terechtgekomen is!' 'Maar weet je dan niet dat deze akker niet meer van Iwan is? Hij heeft het graan verkocht aan zijn buurman Boris. Je hebt een onschuldige een flinke strop bezorgd.' En Nicolaas had heimelijk schik. 'Dat wist ik niet,' zei Elias geschrokken. 'Dan zal ik het goedmaken. De oogst van het veld zal nog beter zijn dan de groei al beloofde.' Daarop liepen de twee mannen verder langs de vernielde velden. Nicolaas dacht met spijt hoe Iwan, die het toch al niet zo getroffen had in het leven, een prachtige oogst zou mislopen. Iwan echter stond die avond voor de icoon van Sint Nicola en dankte de heilige ervoor dat deze de oude man naar hem had toegezonden. Toen hij opkeek, zag hij dezelfde pelgrim als een paar dagen geleden langs zijn woning lopen. 'Goedenavond pelgrim,' groette Iwan. 'Kom hier even uitrusten, drink een glas thee en blijf vannacht in dit huis slapen.' Nicola glimlachte. Het gesprek kwam op het korenveld. En toen zei Nicola: 'Luister Iwan, je moet het platgeslagen koren terugkopen van je buurman Boris. Hij zal blij zijn met elke prijs die je hem ervoor biedt. Koop het, dat is wat ik je aanraad!' Hij stond op en vertrok. (wordt vervolgd)
uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Daarop liepen de twee oude mannen verder langs de ingezaaide velden. Na enige tijd zei Elias met een venijn in zijn stem: 'Wat zei die man nu precies? Zorg jij er tegenwoordig voor dat de tarwe groeit? Ik dacht dat dat mijn werk was!.' Je moet een beetje mild zijn voor die arme man,' probeerde Nicolaas Elias te kalmeren. 'Het is een eenvoudige Russische boer. Je moet het hem maar niet kwalijk nemen dat hij dat allemaal niet zo precies weet.' 'Dan zal ik zorgen dàt hij het te weten komt,' zei Elias knorrig? 'Eerst zal ik zijn tarwe mooi laten opgroeien. Als het dan op kniehoogte is, zal ik het zo hard laten hagelen, dat al het koren platslaat.' De strenge Elias hield zijn woord. De tarwe groeide zo goed op , dat de gehele buurt Iwan gelukwenste. Het beloofde een rijke oogst te worden. Nicola kreeg medelijden met de arme Iwan. In de gedaante van een oude pelgrim, met een staf in zijn hand en een tas op zijn rug, liep hij op een avond langs de woning van de boer. 'Goedenavond pelgrim,' groette Iwan. 'Kom hier even uitrusten, drink een glas thee en blijf vannacht in dit huis slapen.' Nicola glimlachte. Het gesprek kwam op het korenveld en toen zei Nicola: 'Luister eens, beste Iwan, je moet je tarwe verkopen. Je kunt er nu een goede prijs voor krijgen. Verkoop het vanavond nog. Dat is wat ik je aanraad!' Hij stond op en vertrok. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Een geschenk van Nicola (1) Er leefde eens een arme en eenzame boer, die Iwan heette. Het leven was hard voor hem. Zijn land was klein en leverde hem slechts een schamel inkomen op; maar pijnlijker nog was het verlies van zijn vrouw en twee kinderen, die enige jaren geleden gestorven waren. Hij was daar soms verdrietig onder, maar hij beklaagde zich niet. De ramp die over zijn gezin gekomen was, aanvaardde hij als de wil van God. Doorgaans was hij daarom opgewekt en vrolijk, tevreden met wat het land hem te eten bood. Het was eens in het voorjaar dat Iwan zijn akker met tarwe inzaaide. Hij zong een vrolijk liedje en de vogels tjilpten mee. Op de weg langs de akker liepen twee oudere mannen, de een met een streng uiterlijk, de andere met een innemend gezicht. Het waren de heiligen Elias en Nicolaas. 'Hoe is het mogelijk ,' zei Elias, 'dat deze man zingt onder zijn werk terwijl het leven hem toch niet toelacht? Laten we het hem gaan vragen.' Ze groeten Iwan, waarop deze beleefd zijn muts afnam. 'Hoe komt het dat je zo vrolijk bent?' vroeg de man met het strenge gezicht. 'Waarom zou ik niet vrolijk zijn,' zei Iwan. 'Het paard is gezond, de voorjaarszon verwarmt me en ik denk dat Nicola ervoor zal zorgen dat ik dit jaar een goede oogst krijg.' (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
De vorm Karakteristiek voor het sinterklaasgedicht zijn het rijm en het metrum. Het gebruik van gepaard rijm komt het meeste voor: twee opeenvolgende regels rijmen op elkaar. Maar niets is verplicht, niets is voorgeschreven, als het maar rijmt! Hetzelfde is op te merken over het metrum. De trochee is een veelvoorkomende versmaat, zoals is te horen in de beroemde regels van denken/schenken, een beklemtoonde lettergreep gevolgd door een onbeklemtoonde. Er is geen enkele traditie omtrent het aantal versvoeten per dichtregel: het mogen er twee zijn, het mogen er acht zijn, het mag per regel wisselen. Veel hangt af van de persoonlijke voorkeur. Een andere versvoet is de jambe, type: cadeau, een onbeklemtoonde lettergreep gevolgd door een beklemtoonde. De lengte van het gedicht is volledig vrij. Wél verdient het aanbeveling hier een bepaalde grens aan te stellen in verband met het voorlezen in de klas. Sinterklaasgedichten behoeven geen perfectie. Integendeel, een beetje krom, een beetje geforceerd, een beetje noodgedwongen door het rijm, dit alles zorgt voor de lichte toets en het vluchtig karakter. Het is alsof we zeggen willen: het is maar voor één keertje, neem het maar niet te ernstig op. Sinterklaasrijmpjes verdwijnen nog dezelfde avond in de prullenbak! Het is een gelegenheidsvers, waaruit belangstelling en genegenheid voor de ander spreekt. Dàt is de kracht ervan, niet de perfectie en de vorm. Het is een genre, waarin de onvolmaaktheid misschien juist wel zorgt voor de charme. uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
De inhoud Inhoudelijk zijn enkele zaken van belang bij het maken van een sinterklaasgedicht. Het vers wordt bepaald door zijn licht spottende toon. De schrijver leest de ontvanger van het gedicht op een eigenschap of een schijnbaar onbelangrijke gebeurtenis de les. Dat betreft onderwerpen als: (te) lang slapen, niet tegen verlies kunnen, opruimen, etensvoorkeuren, verliefdheid, enzovoort.
Het is niet de bedoeling te verwijten Het gaat hier om wat blote feiten.
De bedoeling is een onderwerp aan te snijden dat direct betrekking heeft op de ontvanger. De toon is plagerig, kietelend. Het is een geintje met een serieuze (doch milde) ondertoon. Het gedicht oogt als een correctie op iemands houding of gedrag, een opwelling van de schrijver die zijn ergernis wel eens een keertje kwijt wil! Een tikkeltje afrekening. Maar het mag nooit leiden tot schade in de onderlinge relatie. Sint is een man die veel vergeven kan. Daarom valt er ook wat prijzenswaardig te lezen. De ontvanger krijgt lof toegezwaaid, in de trant van:
De Sint wil jou eens prijzen En doet dat op volgende wijze
In veel sinterklaasversjes is ook nog iets te vinden van een 'aansporing' om op de ingeslagen weg door te gaan.
Ga zo door, mijn zoon Sint schenkt hier je loon
Het gedichtje heeft iets belerends. Sint is de onaantastbare gezaghebbende in wiens naam de schrijver zich deze toon kan veroorloven. Zo kan een kind zijn ouders aanspreken op wat irriterende onderwerpen, zo kan een leerling de meester of de juf eens de waarheid zeggen. Het is gebruikelijk in het gedichtje iets te suggereren over de inhoud van het pakje. Het verraadt de inhoud nooit, het wekt een vermoeden op.
Je houdt zoveel van tuinieren, Sint zal je hiermee dus plezieren. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
IV En Sint Niklaas kwam binnen: "Mijn vriend de slachter, zeg, 'k zou nog wat willen eten, Eer ik ter rust mij leg." -"'k Heb ossenhart en schenkel Wat kiest gij, heilige man?" -"Ge weet, dat Sint Niklaas niet Heel goed meer bijten kan! Doch, diep in uwen kelder, Ligt in het pekelnat, Een vleesch, versterkend voedsel, Sinds zeven jaar in 't vat.
V "Ga, haal mij." Doch de slachter Verschrikt de deur uitschoot. Geslagen als van de bliksem, En viel te buiten dood. En in den diepen kelder Bij 't akelig pekelvat, Daar stond de groote heilige, Hij knielde neer en bad. "Staat op, geliefde kleinen! zegt, sliept gij goed van nacht? 'k Heb uit den rijken hemel Wat lekkers meegebracht."
VI En de eerste vreef zijn oogjes: "Wat heb ik goe gerust!" De tweede geeuwde en lachte: "Wie heeft mij wakker gekust?" De derde schreide een traantje, Een traan van kristallijn: "Daar droomde ik, weer bij moeder in 't Paradijs te zijn!" O sprookjes lief van moeder, Gij perels in het stof, Die 'k, arme reiziger, op zoek Op weg naar 's Hemels hof! (Lod. Merceus - Alf. Moortgat) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
I Er gingen eens drie kinderen, Drie broerkens langs de baan, de nacht begon te vallen: Ze wisten niet waar gaan. Daar stond het huis des slachters: "Zeg slachterken 't wordt zo laat: ge moest ons binnen laten we zijn zo lang op straat." "Wel zeker lieve kleinen. Ik heb een beddeken zacht. Waarin gij goed zult slapen. En dromen deze nacht."
II 't Was middernacht en donker Daar kwam de slachter wreed, Die 'd arme slapende broerkens Als vee aan stukken sneed. Hij hield hun bloedige lijkjes, Gesloten in een vat, Zeer diep in zijnen kelder, Te week in pekelnat. Doch bij hun kille lijkjes, Daar hield een engel wacht, Die wakker hen moest kussen, Na lengen doodennacht.
III 't Was zeven jaar geleden, En langs dezelfde baan, Gezeten op zijnen ezel, Kwam Sint Niklaas gegaan. -"Zeg, slachter, mag ik binnen En slapen deze nacht? 'k Heb voor uw lieven kleinen Wat lekkers meegebracht." -"Wel zeker, groote heilige, ' Heb malsch een bed en zacht, Waarop gij goed zult slapen En dromen deze nacht." wordt vervolgd
De historie en de symboliek van het sinterklaaspak
De historie en de symboliek van het sinterklaaspak (slot)
De staf. Ook de staf is het symbool van de wereldlijke macht. De staf is nog te herkennen in de scepter van koningen en keizers of in het officiersstokje. De staf van de bisschop heet 'kromstaf'. De krul van de staf stelt de cyclische gang van de jaargetijden voor: de herhaling van de lente, zomer, herfst, winter. Symbolisch is deze gang te duiden als de tocht die je door het donker heen moet volbrengen wil je bij het licht van de lente uitkomen. Het licht zal van het duister winnen, het goede van het kwade.
Het Boek. Oorspronkelijk het Evangelieboek, waaruit de bisschop het volk onderricht. Later het Boek van Goed en Kwaad. Hierin wordt de boekhouding van een jaar kinderleven bijgehouden. Ook wel het boek waarin de verlanglijstjes staan geschreven.
uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt