Van Asbroeck: "Wat ik meemaakte grenst aan onwaarschijnlijke"
Mediafiguur Peter Van Asbroeck heeft zich vrijdag moeten verantwoorden voor de politierechter voor de dodelijke aanrijding op het kruispunt van de A12-Boomsesteenweg en de Atomiumlaan waar hij op 13 juli 2010 bij betrokken raakte. "Wat ik heb meegemaakt grenst aan het onwaarschijnlijke", zo vertelde hij de rechter.
Van Asbroeck reed anderhalf jaar geleden op de A12 een fietser aan op een plek met een verwarrende verkeerssignalisatie. De fietser liet daarbij het leven. De procureur eiste voor de rechtbank drie maanden celstraf, een zware geldboete en een rijverbod van negen maanden.
De tv-presentator verdedigde zich echter. Hij ontkent dat hij een roekeloos chauffeur is. "Ik ben die dag rustig terug naar Antwerpen gereden", stelde Van Asbroeck. "Ik ben geen zenuwachtig en snel chauffeur. Ik ben me bewust van mijn voorbeeldfunctie en houd me daarom aan de regels." Hij ontkent ook dat hij te snel reed. "Ik reed mee met de flow van de andere auto's."
"Heb wagen nodig"
Van Asbroeck wil naar eigen zeggen zijn verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan, maar een maandenlang rijverbod ziet hij niet zitten. "Ik heb mijn auto nodig voor mijn werk. Als alternatieve straf zou ik iets kunnen betekenen in communicatie."
De BV vindt dat hij al genoeg heeft geboet voor het ongeval. "Wat ik heb meegemaakt, grenst aan het onwaarschijnlijke. De eerste foto's van mij zijn minuten na het ongeval genomen. Anderhalf uur erna stond een fotograaf in mij tuin."
Alternatieve straf kan niet
De rechter wilde niet vooruitlopen op een eventuele strafmaat, maar zegde al dat hij rekening moet houden met minimum- en maximumstraffen en die voorzien alle een rijverbod. Alternatieve bestraffing kan niet in dit geval.
|