Oorsprong en ouderdom van het gebruik
Over de ouderdom van het gebruik van de kerstboom lopen de bronnen zeer uiteen. Het heeft waarschijnlijk een Oudgermaanse oorsprong, waarbij de boom (eik) centraal stond in een midwinterviering (eigenlijk de kortste dag). Mogelijk werd die boom dan verlicht.
De christelijke kerken, en vooral de Rooms-katholieke Kerk, hebben de kerstboom lange tijd geweerd. De kerstboom heeft met de inhoud van het christelijke Kerstfeest niets te maken. Opvallend genoeg zijn het juist hun negentiende-eeuwse geestverwanten die ervoor hebben gezorgd dat de kerstboom in Nederland ingang vond. In de negentiende eeuw heeft het Réveil een belangrijke rol gespeeld bij de introductie van deze kerstboom. Kenden in eerste instantie alleen rijke gezinnen het gebruik van een spar in huis, de zondagsschool heeft hem brede populariteit gebracht. De zondagsschool, opgericht door figuren uit het Réveil, was niet alleen een geschikte manier om het evangelie te verspreiden maar ook om armen van middelen te voorzien. Sindsdien staat de kerstboom volgens sommige kerken symbool voor 'het Licht'.
De katholieke kerk heeft haar eigen christelijke betekenis aan de boom gegeven. De driehoekige vorm van de kerstboom zou de heilige drie-eenheid vertegenwoordigen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
In 2009 baarde de Haagse Hogeschool opzien met de maatregel om dat jaar voor het eerst geen kerstboom te plaatsen, vanwege het 'internationale karakter en de diversiteit' binnen de school. De school vond een kerstboom 'redelijk gerelateerd (...) aan een christelijk feest' en hing alleen slingers en lampjes op, naar het thema 'licht en warmte', dat volgens de directie door iedereen op zijn eigen manier kan worden ingevuld.[3] Studenten besloten daarop zelf kerstbomen in het schoolgebouw neer te zetten.
|