Het hart en de meest herkenbare plek van Lourdes is de grot, voluit de 'Grot van Massabielle' geheten. In deze grot verscheen Maria 18 keer aan Bernadette. De naam Massabielle komt van ‘masseviele’, wat in het Frans dialect ‘oude rots’ betekent. Het is eigenlijk een rotsmassa van 27 meter hoog die omgeven is door bomen en begroeid met struiken en klimop. De grot is zwart geworden door de rook van de kaarsen die er altijd branden op de grote kandelaar.

In de enorme rotsmassa zitten vele kloven en openingen. Rechts bovenin is een ovale nis. Daarin verscheen Maria aan Bernadette. Op 4 maart 1864 werd in deze nis het witte, marmeren beeld van Maria geplaatst en gewijd. In het voetstuk staat 'Que soy era Immaculada Concepciou' gegraveerd, wat 'Ik ben de onbevlekte ontvangenis' betekent.

In 1955 werd de grot definitief afgewerkt. De basis werd uitgediept en er werden marmeren tegels ingelegd. Binnenin werd een altaar geplaatst. Rechts op de grote kandelaar branden dag en nacht kaarsen. Ze zijn de uitdrukking van de devotie van miljoenen mensen die naar Lourdes op bedevaart komen. Voor de grot werd een plein aangelegd om de pelgrims toe te laten plechtigheden bij te wonen of in stilte te bidden.