. De huismus heeft zich volledig aan het stedelijke milieu aangepast. In die mate zelfs dat de vogel de bijnaam stadsmus kreeg, een benaming die ook nu nog geldt voor mensen die zich goed voelen in de stedelijke omgeving. Mannetje en vrouwtje huismus verschillen sterk van elkaar. De mannetjes zijn makkelijk herkenbaar aan hun zwarte bef en grijze kruin, de vrouwtjes daarentegen zijn minder opvallend grijsbruin getekend.
Huismussen zijn echte opportunisten en komen in de hele wereld voor. Zo werden ze door kolonisten ingevoerd in Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Hawaï, Cuba, Jamaica, de Bermuda- en de Falklandeilanden. De verspreiding van de huismus begon vermoedelijk zon 9.000 jaar voor Christus. De ringmus daarentegen is het meer bezadigde broertje en heeft een grotere voorkeur voor landelijke gebieden. De mannetjes en vrouwtjes van de ringmus verschillen onderling zeer weinig. Beide zijn herkenbaar aan de roodbruine kruin en de zwarte wangv voor mensen die zich goed voelen in de stedelijke omgeving. Mannetje en vrouwtje huismus verschillen sterk van elkaar. De mannetjes zijn makkelijk herkenbaar aan hun zwarte bef en grijze kruin, de vrouwtjes daarentegen zijn minder opvallend grijsbruin getekend.
Een holte onder de dakgoot of klimop op de gevel vormt een goede schuilgelegenheid voor mussen.
|