Argentinië wil nog meer kernenergie
Terwijl landen overal ter wereld hun plannen voor kernenergie terugschroeven sinds de ramp in Japan, blijft Argentinië de capaciteit van zijn kerncentrales opvoeren en nieuwe reactoren bouwen.
De regering van president Cristina Fernández ondertekende eind augustus contracten om de levensduur van de twee bestaande Argentijnse kerncentrales te verlengen en hun vermogen op te voeren. Bovendien komen er nog twee centrales bij voor 2020.
De meeste Argentijnen zijn tegen verdere investeringen, blijkt uit opiniepeiling die Greenpeace Argentinië dit jaar liet uitvoeren. Twee derde van de Argentijnen vindt kernenergie "gevaarlijk" of "zeer gevaarlijk", 74 procent vindt dat men moet stoppen met kernenergie, slechts 16 procent wil een uitbreiding.
Macht van nucleaire sector
Ondanks de ramp met de centrales in het Japanse Fukushima, in maart dit jaar, blijft Argentinië inzetten op kernenergie, zegt ingenieur Ernesto Boerio van Greenpeace. "Omdat er meer elektriciteit nodig is, is de regering op alle fronten actief. De nucleaire sector is zo machtig dat ze op het politieke beleid blijft wegen om de investeringen te behouden."
Argentinië is een van de drie Latijns-Amerikaanse landen die een nucleair programma konden ontwikkelen. De andere twee zijn Brazilië en Mexico.
De eerste Argentijnse centrale ging in 1974 van start, Atucha I, in de oostelijke provincie Buenos Aires, op 100 kilometer van de hoofdstad. Tien jaar kwam daar met Embalse, in de centrale provincie Córdoba, een tweede bij. In de jaren negentig verdwenen de plannen voor Atucha II in de koelkast maar in 2006 werden ze weer voortgezet; volgend jaar wordt de centrale geopend.
Kerncentrales leveren nu 5 tot 7 procent van de Argentijnse energie, met Atucha II zal dat oplopen tot 12 procent.
Bron: IPS
Archiefbeeld: Photonews
|