Welkom op 9 december 2010 in de zoetste stad van het ganse land.
05-11-2010
Het wapenschild van de stad Tienen
In het wapenschild (foto links) van de stad Tienen staan twee schapen op de achterpoten aan weerszijden van een banier met de stadskleuren (wit en blauw). Enkel de kleur wit en blauw kon in de Middeleeuwen goedkoop geproduceerd worden. De schapen leverden de wol voor de vervaardiging van het laken. Dit laken kon uitgevoerd worden en bracht rijkdom in de stad.
"De Tiense Straatmuzikanten" bezingen in hun lied de "Tinse Kwêêkers" dit wapenschild. In hetzelfde lied bezingen zij ook hoe de Tienenaars aan hun spotnaam "Kwêêkers" zijn geraakt. Langs de volgende link kunt u hun lied beluisteren.
Omdat het Tiens dialect niet voor iedereen even toegankelijk is, heb ik een poging gedaan om het lied te vertalen. Ik hoop dat mijn poging gelukt is en dat jullie de inhoud van de tekst zullen begrijpen.
Tienen heeft heel wat bekende Vlamingen in haar rangen zoals: 1. Tony Corsari, Deze legendarische televisiefiguur uit de jaren zestig woont nog steeds in Tienen. Hij zong in die tijd ook het bekende liedje "Waarom zijn de bananen krom?" In het volgende filmpje kunt u het liedje nog eens beluisteren.
2. Ben Crabbé Is sinds jaren de presentator van het populaire programma "Blokken" op VRT1. Daarnaast is hij de drummer van de bekende pop groep "De Kreuners" Hierna een kort filmpje van de fratsen die hij geregeld uithaalt op de televisie.
Ben is van geboorte een Tienenaar doch woont momenteel in Leuven. Wat hem niet belet voortdurend de stad Tienen in het zonnetje te zetten op TV.
3. Johny Voners Deze zeer gekende acteur die al jaren de rol van Xavier speelt in de populaire reeks over een café voetbalploeg met bar slechte resultaten is ook geboren in Tienen doch woont er niet meer. Hierna een kort filmfragmentje uit "de Kampioenen"
Twee
machtsblokken begonnen zich af te tekenen. In het Zuiden volgde de jongere
broer van Filips IV, de kardinaal-infant Ferdinand (foto links),
zijn oude tante Isabella op als landvoogd. Ondertussen werd in het Noorden
toenadering gezocht tot Frankrijk als nieuwe bondgenoot tegen de Spaanse
monarchie. Het verdrag tussen Frankrijk en de Verenigde Provinciën resulteerde
uiteindelijk in de invasie van de Zuidelijke Nederlanden. Vanuit de
ontmoetingsplaats nabij Maastricht zette het 60.000 man sterke geallieerde
leger de veldtocht in. De troepen van de kardinaal-infant verschansten zich
achtereenvolgens achter de Gete en de Dijle, om zich vervolgens op de hoofdstad Brussel terug te
plooien.
Op 7 en 8
juni werd het Frans-Hollandse leger met de prins van Oranje aan het hoofd in de
onmiddellijke omgeving van Tienen gesignaleerd. Frederik-Hendrik, die van
Franse zijde werd bijgestaan door de maarschalken de Châtillon en de Brézé,
vestigde zijn hoofdkwartier in de abdij van Opheylissem van waaruit hij de
militaire acties tegen de stad leidde. Op zaterdag 9 juni werd Tienen zonder
veel weerstand ingenomen. De inwoners werden gemolesteerd en gevangen genomen.
De stad werd totaal leeggeplunderd en uiteindelijk op 10 juni in brand
gestoken. De ravage die de Frans-Staatse troepen achterlieten, was nefast en
het zou decennia duren alvorens de stad zich wist te herstellen. Bovendien had
Tienen in de daarop volgende jaren herhaaldelijk af te rekenen met militaire
raids vanuit Maastricht. In 1636, 1641 en 1646 werd de stad telkens opnieuw
ingenomen en gebrandschat. Tot overmaat van ramp brak ook nog de pest uit. Voor
het Frans-Hollandse leger zou dit débacle eveneens verregaande gevolgen hebben.
Tijdens de brand ging immers het grootste deel van de in Tienen verzamelde
graanvoorraden in vlammen op. Hierdoor verloor het invasieleger de mogelijkheid
om aan proviand te raken en werd de verdere opmars ernstig in het gedrang
gebracht. Noodgedwongen moesten de Frans-Hollandse troepen het beleg van Leuven
staken. Zo keerde het tij ten gunste van het leger der Spaanse Nederlanden.
De
wisselende successen en de complete oorlogsmoeheid resulteerden uiteindelijk in
een vredesovereenkomst. Spanje en de Verenigde Provinciën stelden op 30 januari
1648 te Munster een einde aan een conflict dat tachtig jaar geduurd had.
In de
twintiger jaren van de 17de eeuw deden zich echter een aantal politieke
verschuivingen voor die een belangrijke weerslag zouden hebben op het verdere
verloop van de geschiedenis der Nederlanden. Ook in Tienen waren de gevolgen
niet te overzien.
Onder Filips IV
(1621-1665) (foto links) in Spanje en Lodewijk XIII in
Frankrijk, kreeg het vorstelijk absolutisme vaste vorm. Beide vorsten
consolideerden hun machtspositie steeds nadrukkelijker binnen de internationale
krachtlijnen. Deze politieke ontwikkeling zou verstrekkende gevolgen hebben
voor de rest van Europa.
Na de
kinderloze dood van aartshertog Albrecht in 1621 keerden de Zuidelijke
Nederlanden naar de Spaanse monarchie terug. In het Noorden volgde Frederik-Hendrik
in 1625 zijn oudere broer Maurits op. Aanvankelijk werden er in beide kampen
pogingen ondernomen tot een verlenging van het bestand. De onderhandelingen
zouden echter op niets uitlopen. Met het mislukken van deze besprekingen werd
in 1633 de laatste fase van de Tachtigjarige Oorlog ingezet.
Omdat
Maximiliaan sinds de dood van zijn eigen vader, Frederik III, te zeer begaan
was met het Duitse Rijk en de keizerskroon, liet hij zich in de Nederlanden
bijstaan door een landvoogd. Tot in 1515 werd de voogdij waargenomen door
Karels tante, Margaretha van Oostenrijk.
Gedurende deze periode kreeg het sterk
gecentraliseerde Habsburgse wereldrijk vorm. Toch probeerden plaatselijke heren
van de herhaalde machtsverschuivingen gebruik te maken om tegen het centrale
gezag te revolteren. In september 1507 had Tienen zwaar te lijden onder de
opstand van Gelderland. Dit voorval lag aan de basis van het plan om een beter
verdedigbare omheining aan te leggen. Na zijn meerderjarigverklaring nam de
vijftienjarige Karel (1515-1555) het bewind over de Nederlanden op zich.
In 1516 werd hij als Karel I tot koning van Spanje
en zijn aanhorigheden gekroond. Hierbij hoorden ook de nieuw verworven
overzeese koloniën. Na de dood van zijn grootvader, Maximiliaan van Oostenrijk,
stelde hij zich in 1519 kandidaat voor de Duitse troon en het keizersschap.
Zijn grootste rivaal, de Franse koning Frans I, wist hij handig buiten spel te
zetten. Hierdoor werden de kiemen gelegd voor een eeuwenlange vete met
verstrekkende gevolgen voor de toekomst. In 1520 werd hij als Karel V tot
keizer gekroond. Tienen zou in de daaropvolgende decennia trouw haar vorst
bijstaan in zijn oorlogen tegen de Franse aartsvijand.
Margaretha
van Oostenrijk, die na het vertrek van Karel naar Spanje in 1517, de belangen
van de Nederlanden opnieuw behartigde, probeerde een vredespolitiek te voeren.
Via enkele verdragen wist zij de prins-bisschop van Luik aan haar zijde wist te
scharen wat resulteerde in een tijdelijke adempauze voor de inwoners van de
grensstad Tienen. Tot een wapenstilstand met Gelderland kwam het echter niet.Bij het overlijden van de landvoogdes in 1530 hadden de stellingen van
Luther in de Nederlanden algemene ingang verworven. Daarnaast groeide de ontevredenheid
betreffende het binnenlandse en buitenlandse beleid van de keizer. Verregaande
financiële inspanningen voor de aanhoudende oorlogen, een doorgedreven
centralisatiepolitiek en een strakke houding tegenover de reformatie vormden
een prima voedingsbodem voor de daaropvolgende malaise.
Om de ludieke noot op deze blog niet uit het oog te verliezen, nog gauw een liedje van van "De Tiense Straatmuzikanten" dat als titel heeft meegekregen "Tienen tintelende stad" en ondertussen is uitgegroeid tot het lijflied van de stad Tienen. Gewoon met de muis klikken op de volgende link het het liedje zal opstarten.
In dit lied wordt de draak gestoken met enkele typisch Tiense politieke mistoestanden, zoals de Chinese straatstenen in de Nieuwstraat, die tot drie maal toe opnieuw dienden gelegd te worden omdat ze steeds los kwamen te zitten.
Alva werd
als landvoogd opgevolgd door Luis de Requenses. Toen Requenses in 1576
vroegtijdig om het leven kwam, werd de Raad van State het hoogste
bestuursorgaan. Om de rebellen tot de orde te roepen, brachten zij een
stratenleger op de been dat totaal niet opgewassen bleek tegen de Spaanse muiters.
In een eerste confrontatie moest dit leger dan ook het onderspit delven. Deze
veldslag vond plaats te Roosbeek op 14 september 1576. Uiteindelijk werd de
Staten-Generaal samengeroepen en werd op 8 november een tijdelijke
wapenstilstand ondertekend. De Pacificatie van Gent vormde een eerste poging om
tot een vergelijk te komen tussen de oorlogvoerende partijen. De nieuwe
landvoogd, Juan van Oostenrijk, bleef zich echter verzetten tegen het
calvinistische overwicht in de noordelijke provincies. Hierdoor bleven de
strubbelingen aanhouden. In 1581 zwoeren de opstandige Staten-Generaal Filips
II formeel af. De nieuwe landvoogd Farnese zou door zijn uitstekende kwaliteiten als krijgsman en als
diplomaat een groot deel van het Zuiden voor de Spaanse zaak weten terug te
winnen, terwijl het Noorden de strijd verder zette.
Na de
dood van Filips II ging het bestuur van de Nederlanden over in handen van
de aartshertogen Albrecht en Isabella
(1598-1621) (foto links). Door de Akte van Afstand verkreeg het Zuiden
een beperkte vorm van autonomie. Alleen indien het aartshertogelijke paar niet
voor nakomelingschap zorgde, zouden de Nederlanden naar Spanje terugkeren.Toen
in 1609 het Twaalfjarig Bestand tot stand kwam, betekende dit voor de
geteisterde gewesten een adempauze.
In 1566
brak in Hondschoote de beeldenstorm uit die zich snel over de Nederlanden
verspreidde. Het jaar daarop werd Margaretha vervangen door de hertog van Alva
en werd de Raad van Beroerte ingesteld.
De turbulente gebeurtenissen
kenden hun weerslag in Tienen. In 1568 viel Willem van Oranje (foto links) met een leger opstandelingen de Nederlanden binnen. Deze datum
wordt algemeen beschouwd als de aanzet van de Tachtigjarige Oorlog. In oktober
van dat jaar rukte hij naar Tienen op. In een eerste poging om de stad te
veroveren, werd hij teruggeslagen door de Tienenaars die bijgestaan werden door
een Spaans garnizoen. In 1572 slaagde hij er via een list toch in om de stad in
te nemen. In december van datzelfde jaar was Tienen echter opnieuw in Spaanse
handen. Dit scenario zou zich, zwaar tot ongenoegen van de plaatselijke
bevolking, in de loop van de 16de eeuw meermaals herhalen. Meestal ging
de inname van de stad immers gepaard met baldadigheden, plundering en
brandstichting. Hongersnood ten gevolge van een mislukte graanoogst en
epidemieën veroorzaakt door chronische ondervoeding kwamen de ellende nog
versterken. Tienen bevond zich op het einde van de eeuw in een diep dal.
Troepen van beide kampen lieten de streek totaal ontredderd achter. Vele
inwoners emigreerden dan ook naar veiliger oorden. Niet alleen reguliere
troepen maar ook losgeslagen muitende legerbenden overrompelden de stad en haar
omgeving. In 1604 zou hertog Frederik van den Bergh met troepen uit Diest de
stad ter hulp snellen. Als ervaren veldheer besloot hij alleen de
vierde, verkleinde omheining te verdedigen. Zo slaagde hij erin om de muiters
buiten te houden.
In
oktober 1555 deed Karel V te Brussel troonsafstand in het voordeel van zijn
zoon Filips II (1556-1598). De politiek van
Filips, die zijn opvoeding in Spanje had genoten, stuitte in de Nederlanden op
verzet. In zijn streven naar de absolute macht probeerde hij de hoge adel
buiten spel te zetten. Bovendien lokte zijn poging om het calvinisme te
onderdrukken en het katholicisme tot staatsgodsdienst uit te roepen reacties
uit bij de lagere adel. Deze grieven, gecombineerd met de benarde financiële
toestand en de economische depressie, wekten een aantal revolutionaire krachten
die zouden culmineren en een opstand tegen het koninklijke gezag, waartegen
landvoogdes Margaretha van Parma niet opgewassen was