Alea jacta est. Ik moet de gevolgen dragen want ik ben de barrière overgestoken. Tussen Enghien en Gislenghien. De taalgrens gepasseerd. Of eerder de deelstaatgrens van Wallonië. Geen fysiek obstakel wij leven immers in een modern vrij Europa. Wel een scherp afgelijnde mentaliteitswijziging. Het landelijk rustige Vlaanderen ging over in het doodsverlaten Wallonië. De dorpjes badend in een oase van stilte werden desolate en naargeestige nederzettingen waar geen kat op straat was, laat staan een mens. Niemand komt daar zo maar, vrijwillig. Ook ik niet. Paradisio in Cambron Brugelette was de drijvende oorzaak.
Na een in mijn voordeel beslecht dispuut met de GPS, wij zijn toch ter plaatse geraakt nè !, mochten wij de reguliere parking niet meer op. Een fluo-oranje gejaste randdebiel slingerde futloos zijn beide armen van links naar rechts. Duidelijk een exemplaar geselecteerd uit de categorie waar schoenmaat en IQ gelijk zijn. Een doorsnee Waal zou later blijken. De enige richting die we nog uitkonden zonder de auto te blutsen aan die zwaaiende mafkees werd na drie honderd meter bewegwijzerd met een grote manueel getekende "P" met daaronder "Paradisio". Dit laatste gedaan door de dochter van de "P" tekenaar die net in juni een verkennende week "eerste studiejaar voor beginners" achter de rug had. De ook aanwezige, doch tot hier toe niet vermelde pijl wees in de richting van een nog smaller, doch nog steeds geasfalteerd wegeltje. Volgens de Belgische wegcode dus nog steeds een rijweg !
Ook hier was na ongeveer 300 m was een "P" bordje geplant. Tot consternatie van Willem en Moppie, dochterlief, zoon en zijn lief wees de pijl naar een diepdoorvoorde, stijl opwaarts lopende geïmproviseerde toegang tot een weide ! Even twijfelden wij aan onze kennis van de plaatselijke landstaal, doch de massale processie die van deze weide naar beneden stroomde maakte de bedoeling van bord en pijl duidelijk. Bobbelend bulkend in elke put, en dat waren er velen, konden wij de auto eindelijk parkeren onder een alweer geïmproviseerd, doch duidelijk ander bord kon dit in ruil voor 4 euro ?! In Andalusië zou de ingangsprijs voor zo'n dierenparkje waarschijnlijk niet meer bedragen. Maar alléz het gemak de taal te verstaan mag wat kosten. Ook om gewoon de auto achter te laten op een ongeschikte Waalse wei.
Wij vervoegden de optocht naar benenden richting kassa. Wat we daar meemaakten kan alleen in Wallonië ! Het grootste drukst-bezochte park van het deelstaatje bediende zich van welgeteld één (1) kassa. Correctie één rekenmachine. Na 55 minuten aanschuiven kon ik merken dat dat éne rekenwonder door drie caissières werd bediend. Alweer correctie, eentje typte het aantal volwassenen, het aantal kinderen en het aantal in de afwijkende categorieën vallende exemplaren in. Vermenigvuldigde deze getallen met de juiste toegangsprijs. Maande de kregelige would-be bezoekers aan tot betaling, scheurde de kaartjes, vroeg of er nog een brochure, kaart of andere bagatel moest gekocht worden, ontving het geld of de kaart, gaf terug of bediende de betaalterminal en wenste de bezoekers een prettige dag. In het accentloos Vlaams. De twee anderen hadden een minder duidelijke taak. De ene, iets corpulentere, stond met gekruiste armen op haar x-benen dit ganse proces gade te slaan. De andere zat achter de eerste cassière en peuterde met de pink van de linkerhand in haar rechterneusgat en sms'te met de rechterhand. Het doel van deze acties was mij minder duidelijk. Maar ik durf niet twijfelen aan het nut ervan.
Wij waren dus binnen in Paradisio. Voorzienig als wij zijn, het was ondertussen 12.15, haasten wij ons naar een eetstandje in de grote boot. Viel dat mee zeg ! Slechts ongeveer 15 personen voor ons en ze bestelden met drie. Wij zouden vlug eten hebben en eindelijk de beesten een goede dag kunnen gaan zeggen. Ja dag Jan...nee dus. Dat vlug bleek snel een grove inschattingsfout van onzen 't wege. Er stond inderdaad maar ongeveer 15 man voor ons, en inderdaad er waren drie diensters aanwezig achter de toog. Maar...ook hier weer was er slechts ééntje die werkte. Ze vroeg de volgende klant wat hij wenste, bediende die, vroeg wat hij wou drinken en nam dat, ondertussen bakte ze een soort crock mesieurs met een vijftal bakmachines, vulde de broodjes aan, ondertussen probeerde ze uit te rekenen, op een echte kassa deze keer, hoeveel de klant schuldig was, liep naar de drankautomaat om het fruitsap aan te vullen, deelde de klant mee hoeveel hij moest betalen, tapte twee koffies voor collegas, gaf het juiste bedrag terug, luisterde naar de vader een wild brullende koter die door een wesp in de lip was gestoken, en vroeg aan de volgende klant wat deze wenste. De tweede dienster achter die toog liep over en weer naar ergens achter een deur en kwam steeds terug met twee (2) blikken Icetea. In elk hand één. Cola, fanta of andere dranken waren duidelijk niet haar verantwoordelijkheid. Ze opende de Icetea frigo en plaatste de blikken op het juiste schap. En weer verdween ze naar achter. De derde dienster zat ook hier te SMS'en. Ook hiervan ontging mij het doel, doch alweer durf ik het nut ervan niet in twijfel trekken. Onze inschatting "vlug" duurde dus alweer ongeveer een klein uur.
Wie nu zou verwachten dat de aanwezige rotbeesten stonden te trappelen van ongeduld om Willem en zijn gevolg te zien heeft het alweer mis. Die vierpoters hadden zich teruggetrokken in hun hokken, stallen of andere onderkomens. Blijkbaar waren ze ontgoocheld door het lange wachten op Willem. Ondertussen was het bezoekersaantal duidelijk boven het verzadigingspunt van het park uitgestegen. We waggelden in processie van het ene hok naar de andere volière, van de China-afdeling naar de maki-aapjes, van de grote boot naar het Indië-departement. Ondertussen al blij dat de Australië sectie nog niet klaar was. Opvallend was dat de drink en ijskraampjes met de langste files steevast bemand werden door drie personen. Eéntje dat alles deed, ééntje dat toekeek en ééntje dat steevast een GSM vasthield. Op de duur kwam zelfs het patroon aan de oppervlakte dat de werkbij ofwel allochtoon ofwel Vlaams was. De overbodige krekels spraken gegarandeerd Waals (ach dat is Frans, dat weet ik ook wel) tegen hun naarstige collega-mier tijdens hun pogingen deze van het werk af te houden.
In onze trage rondgang zagen wij vooral veel exemplaren van de homo sapiens. Het genus Flamingensis, gekenmerkt door een ietwat gebogen, zenuwachtige gedrag, beweegt zich voort op bruine sandalen en grijze kousen. Een rugzak sleurend met drinken en eten. Hun kinderen liepen stil hun Vlaamse lot dragend. Droefgeestig enkele passen voor of achter het ouderpaar. Of ze zaten braaf in een te veelvuldig meegebrachte buggy. Het genus Wallonisaurus waggelde hun meestal te dikke pens luidruchtig traag verder op korte dikke getatoueerde pootjes bekroond met sleffers of basketsloefkes bij de stoerdere mannetjes. Bij nadere observatie bleken getatoueerde sterretje in het gezicht heel populair bij de wijfjes. Men moet daarin niet willen de Walen te verslaan want dan moet men al veel sterren op zijn bek laten zetten. Misschien wel in de vijftig. De mannetjes hadden bijna zonder uitzonder tatoo's op hun armen. Uitbundig veel tatoo's. Enkele zelfs op hun dikke buik of hun spekrug. Duidelijk te zien omdat ze de kledinglast van de beschaving te zwaar vonden. Hun kinderen hadden ook een buggy. Alleen leken deze koters het doel van zo'n voertuig niet te begrijpen. Zij bleirden luidkeels ver weg van dit vierwielig stoottuig dat nu de ouders toeliet schommelend schuifelend hun weg te vervolgen zonder van hun rechte weg af te wijken.
Enkele uren, enkele kilometers over de taalgrens bevestigden mijn meest duistere vooroordelen over de bevolking van het andere Belgische deelstaatje. Een zootje luidruchtige vadsigaards bij elkaar. Werkschuw en compleet ongeorganiseerd. Een dergelijke onderdompeling in Wallonië, hoe kort ook, is de beste promotie om ons, Vlamingen, te ontdoen van dit ballastig volkje.
08-08-2009 om 00:00
geschreven door De Rode Willem
|