Goede middag meneer, waarmee kunnen wij u helpen. Zo beginnen ze allemaal. De bedienden die de interim-kantoren open houden zijn zo voorspelbaar. Van begin tot eind. Hierna volgt de klassieke inschrijving. Of ik mijn paspoort even wil tonen. Neen, mijn SIS-kaart heb ik niet bij me. Neen, ook mijn rekeningnummer niet ?! Euh....ze wilden mij dus al direct betalen of wat ? Neen, zo erg is dat allemaal niet, dat niet bijhebben van enkele gegevens, ik zou dan wel, binnen enkele dagen als ze werk voor mij gevonden hadden, nog eens moeten terugkomen met die informatie. Vroeger mag ook natuurlijk. Neen zo erg is dat inderdaad niet want nu hebben ze toch niets. Geen van allen had iets.
Dit laatste beaamt Willem volmondig. Geen van die trienen had iets. Ik herinner ze mij nog amper. De grijze muisjes van de werkwinkels. Anonieme kantoorarbeidstertjes met een naamkaartje. Als ze niet wat overgewicht hebben dan hebben ze kleurloos peper en zout peetjeshaar dat onder de inwerking van de zwaartekracht karakterloos de ogen tracht te bereiken. Anders een te grote neus, of een niet al te intelligente blik. De opzichtige nepjuweeltjes verraden een moeilijk ontkenbaar gebrek aan smaak. Goede dan toch. Sommigen, die nog thuis bij de ouders wonen waarschijnlijk geven hun karig inkomen uit aan voor hen veel te dure kleding. Anderen, met kinderfoto's op het buro, kleden zich goedkoper. Willem herkent zelfs enkele labels uit de massaconfectie. Vriendelijk zijn ze wel. Proberen ze meestal wel te zijn. Enkelen zijn gemakkelijk verleidbaar tot een babbel. Eentje stort haar hart uit. Bij mij for god sake....ik die op zoek zijn naar hulp ! Ik die verdomme geen boodschap heb aan dat ding haar miserie. Ik kan haar niet helpen en zij kan mij niet helpen. Zou ik mijn arm rond...come to daddy ....fantaseer ik er nu tijdens het schrijven bij. Neen dus ik was te verbouwereerd dat zo'n vriendelijk jong niemendalletje Willem had vertrouwd haar diepste gevoelens, angsten, wensen te openbaren. Na 12 (echt waar) interim-winkels met een psychologische sessie tussendoor had ik het wel gezien.
Mijn voorspelling was uitgekomen. Ik had het mijn krullebolletje nog zo gezegd. Hou mij tegen of ik begin eraan. Zij had mij niet tegengehouden. Integendeel ze moedigde mij aan. Hoopte zij dat het mijn zenuwachtige onrust zou stillen ? In elk geval voorzag zij niet de huilsessie die Willem zou moeten ondergaan. Ik had het mijn liefste nog gezegd. Die hebben toch niets ! En zo was het, ik zou maar eens terug rijden. Dan zag ik haar nog eens voordat ze de avonddienst zou gaan opnemen. Of kreeg ze toch gelijk. Val nu om en kijk daar. Dat is de job voor mij ! Het dertiende kantoor lag een beetje verwijderd van de anderen en had een bord voor de deur staan. Gevraagd, dringend en onmiddellijk. Onverwijld. Alleen mijn naam ontbrak er nog op. Ik vergaf hen dit afwezige detail, stormde binnen en vroeg of ik het bord mocht binnen nemen. Zij hadden gevonden wat ze zo dringend zochten en hij, Willem dus, stond op hun drempel. Hadden zij nu even geluk zeg. Euh...meneer ? Ze leek niet gelukkig. Eerder een beetje aangeslagen. Ik zei nog eens dat ik die job eigenlijk al jaren gedaan had en dat ze iemand gevonden had die aan de advertentie op het bord kon voldoen. Ze begon te zweten, verkleurde een beetje. Blozend boven de slapen, bleker rond de neus. Euh..eh... dat is gewoon een reclamebord meneer. Dat is geen job ! Pardon vroeg ik ? Geen job ? Neen meneer. Een onbestaande job dus vroeg Willem nog eens ? Ja meneer, sorry hoor maar ik....verder overstemde mijn eigen geraas haar gebroken stemmetje. Zij zal morgen misschien ook in huilen uitbarsten als iemand zich komt inschrijven. Ze zal het nodig hebben, de verkoopster uit de oplichterijwinkel.
19-03-2009 om 17:28
geschreven door De Rode Willem
|