Willem, het begint lang te duren. Zouden we niet eens stoppen ? Een tasje koffie en een broodje of iets anders ? Zeker Moppietje we zullen de volgende snelwegparking eventjes stoppen. Het rustige zoemen van de motor trekt zich niets aan van onze wens. Maar we hebben geluk ! Enkele tientallen minuten verder meldt een blauw verkeersbord de aanwezigheid van een parking. Luik voorbij, Verviers voorbij, net aan de aanvang van het eindeloos lijkende deeltje Duits België. Onooglijk genoemd, maar voor wie Prüm verwacht net na Luik ongeveer zo groot als de Sahara en zo interessant als de schapen die de wol voor de sokken van Pius XI hebben geleverd. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dus even stoppen. Grote kranen voorspelden een opbouwen. De wegwijzer naar het restaurant bevestigde dit en verwees ons over de zeer nabije viaduct naar de andere kant van het gigantische complex. Dat leek zinvol. De kranen troepten samen aan deze kant. De overkant was kranenvrij. De overkantparking was echter wel in minder vergevorderde staat van afwerking. Met onze redelijk laagliggende sportieve gezinswagen baggerden wij door sneeuw, water en modder. Maar alweer hadden wij geluk. Een plaatsje op het verharde tarmac net voor de deur was vrijgekomen.
Met zijn vijven stormden wij op de deur af ? Vijven ? Toch wel de Iraanse vriendin van Willems zoon was mee. Onze eerste indruk, in het doorvoersas was er een van medelijden. De chique grijsmarmeren vloer was bedekt met een modderig doorweekt tapijt. De pijnscheuten van de parkingaanleg dachten wij. Na de tweede schuifdeur nam ongeloof en verontwaardiging het over. De zeer rijkelijk uitziende grote hall was kouder dan buiten. In tijden dat de opwarming van de aarde zich uitte door massale sneeuwval en ver beneden normale temperaturen is dat redelijk onaangenaam. In het toilet zagen wij de grijze sneeuwhemel door de grote gaten in het plafond.
Ook het geïmproviseerd verkoopsstandje van exclusief dure broodjes was niet echt een uiting van luxe. De bediening was echter echt hilarisch. Moest ik deze zomer Paradisio niet ondergaan hebben, ik zou het een marteling noemen. Eén echt Nederlands onkundig Waalse deed haar best. Met een roedel Nederlanders voor ons was dat ruimschoots tekort schieten, maar Willem en acolieten stelden hun kennis van de Franse apenklanken ter beschikking van de Fransonkundige Hollanders. Puur eigenbelang. Nu duurde het slecht 35 minuten om 5 mensen een broodje en een drankje te verkopen. Ik mag niet denken wat het zonder ons hulp zou geworden zijn.
Rillend van de doorkleumde kou mochten wij na meer dan een half uur vaststellen dat, net zoals in Paradisio, ook hier drie mensen aanwezig waren achter de toog. Eén deed iets wat met een positieve ingesteldheid werken zou kunne genoemd worden. Eéntje GSM-de (ja ook hier, echt waar !) en ééntje reed met een lege mandkar door de grote hall. Van de broodjesbarak naar de winkelimprovisatie en terug en terug en terug.... dan heb ik de observatie van de nutteloosheid opgegeven. Vlamingen zijn duidelijk minder veeleisende mensen dan Hollanders. Want wij, ons vijven, waren op 15 minuten bediend. Cinq baguette jambon et 5 Coca ! 15 minuten ! Door de afwezige opgewarmde aarde, hebben wij alles op 7 minuten verorberd en zijn in de auto gevlucht. Op weg naar de eerste parking in Duistland. Daar is het ten minste warm en proper. En efficiënt. Twee koffies en twee cola's en een fanta in minder dan 45 seconden !
Als ik ooit thuiskom, bel ik Bart De Wever. NVA moet gewoon excursies naar Wallonië organiseren. De werkelijkheid daar is veel overtuigender voor een onafhankelijk Vlaanderen dan enig welk woord van Bart himself !
|