Met gemengde gevoelens gingen we vandaag richting gemeentehuis. Na de
vorige besprekingen hadden we er weinig vertrouwen in dat het meer zou kunnen
worden dan: beste meneer en mevr. Van der Kolk. Zolang de plannen voor de
verdubbeling nog niet concreet worden hebben wij er geen belang bij om actie te
ondernemen. Tot nu toe waren de heren juristen erg voorzichtig met hun
mededelingen. Voor we opgehaald werden hadden we nog een voorgesprekje met
Ilse van Countus, die helemaal thuis is in de Ruimtelijke Ontwikkeling Ze had
nog verschillende vragen voor de heren en was nog niet erg optimistisch gestemd
over een andere zienswijze. Toch bleek dat de heren met een plan kwamen. De
wethouders vonden blijkbaar dat er toch in overleg met ons naar een oplossing
voor ons probleem gezocht moest worden. De eerste stap die voorgesteld werd
is om ons huis door een onafhankelijke instantie, de SAOZ, te laten taxeren en
wel op twee manieren: mèt en zonder woonbestemming. Zij zullen een makelaar in
de buurt aanwijzen. Het blijkt dat in het Burgerlijk Wetboek 6 artikel 3 over
een natuurlijke verbintenis wordt gesproken, een verplichting zonder
grondslag, wat voor gevallen zoals de onze, waarbij de planschadeprocedure
verjaart is, een reden tot betaling kan zijn. We kunnen dan gewoon blijven wonen
tot we weg zouden willen of tot de gemeente toch onze grond nodig heeft voor de
verdubbeling en aankoop overgaat. Wat het op gaat leveren weten we niet, maar
het is een eerste stap in de procedure. Wim had nog een staartje whisky en ik
een Baileys. We drinken er maar één op de eerste stap in de goede richting.
Proost!
|