Wil je meer lezen over het nestje bordercolliepups en hun ontwikkeling de eerste 8 weken kijk dan eens op www.hettysite.nl weblog 1 vanaf 1 juni 2007. Het was zo mooi om mee te maken dat ik er een kinderboekje over schreef. Dit dierenprentenboekje is te koop. Scotty vertelt over wat hij beleefde vanaf het moment dat hij geboren werd tot hij zich op z'n gemak voelde bij z'n nieuwe baas. Meer informatie over "Ik ben Scotty" en hoe je het unieke boekje kunt bestellen, is op de website www.hettysite.nl te lezen onder het kopje Kinderboekjes. Welkom!
De pups van Tessa en Scott waren een geweldige ervaring!
Een paar pagina's uit het kattenprentenboekje IK BEN MONIEK. www.hettysite.nl
of de belevenissen van een Achterhoekse in Drenthe
27-11-2020
Gebitje
Vanmorgen was het wat haasten voor ik de deur uit kon naar Vera om te schilderen. Om de 2 weken rijd ik hiervoor naar Dalen om nog wat bij te leren. Ze bewondert mijn losse toets van schilderen, doet me goed. Net toen ik mijn ondergebitje wilde pakken greep ik mis op het gewone plekje, toen weer mis op het volgende favoriete weglegplekje en zelfs een derde keer was het mis. Soms heb ik last van een plekje in mijn onderkaak waar dat gebitje tegen aan drukt en dan leg ik het even van me af. Om te eten heb ik het ook niet echt nodig maar het gezicht wil ook wat, toch? Maar nu gunde ik me geen tijd om langer te zoeken en zo erg valt het ook niet op als ik het niet in heb. Terwijl we aan het ontbijt zitten hoor ik we een paar keer getik op de houten vloer van de voorkamer en even schiet me dat gebitje door het hoofd. Dirk zal toch niet…? Ach… natuurlijk niet. Maar dan komen er vanzelf een paar andere gebitten in de gedachten. Ik weet nog dat Wim toen z’n middagslaapje deed op ons nieuwe stevige door buurman Alle in elkaar getimmerde bed in het werkkamertje beneden. Ik had net gemeld dat ik hem helemaal niet hoorde snurken. Meestal zijn er om de zoveel tijd een paar flinke snurkgeluiden. ‘Mien tonge zakt naor achteren, ik bun een betje verkolden‘, of gewoon: ‘Ik snurke niet, ie snurkt‘. Nu merkte hij op: ‘Ik heb mien gebit nog in, dat zal ‘t wean‘. ‘Dan hol ie toch gewoon ‘s nachts dat gebit ok maor in, dee de buurvrouw ok altied‘. En toen kwam et: ‘Ik bun bange da’k em deursloeke….‘. Dat leek mij onmogelijk, kan misschien gebeuren met een losse tand, maar die komt er dan ook vanzelf weer uit. Meteen zie ik mijn moeder voor me. Ze was op latere leeftijd ook gewend om even een middagdutje te doen op de bank in de kamer. Lekker rustig en vaak met een zonnetje erbij. Ze werd die keer wakker en miste zomaar haar bovengebit. Ze had hem net nog in, ze wist het zeker, zou die zomaar uit haar mond gevallen zijn? Het werd rondkijken en zoeken. Iedereen hielp mee. Kon toch niet weg zijn? Niemand wist het. Wat denk je wie de schuld kreeg? Sacha, de hond, de lieveling van moeder Coba. Ze hebben nog een paar dagen gezocht, maar dat bovengebit kwam niet meer boven water. Er kwam een nieuwe. Nog steeds na 40 jaar is er geen spoor van dat gebit ontdekt. Misschien zijn de latere hofhonden van de Boomgaard, Boris of Jansen, er ergens buiten mee zijn gaan slepen… Toen ik vandaag om kwart over 12 thuis kwam had Wim onze lunch al klaar staan. Op mijn plankje lag een heerlijke boterham met een gebakken eitje en daarnaast…. mijn verloren gewaande kleinood. ‘Ie mot de boel ok better opbergen’ was het enige commentaar…
Foto: Die heeft nog hoop, maar misschien ook een slimme hond of kat.
Nee.. vanuit de Achterhoek kende ik het niet, het rondgaan met de uitgeholde suikerbiet op 11 november. Maar toen ik in Hattem ging wonen was het helemaal in. Zingend gingen de kinderen langs de deuren. Tja… Gerhard was nog te klein en toen we naar Aalten en later naar Hengelo verhuisden was Sint Maarten weer uit. Ik heb nooit zoals de moeders en vaders hier met de kinderen langs de deuren gelopen met een voederbiet of lampion, hun liedjes èn hun zakken voor de snoep en ander lekkers. Hier in Emmen was de oude gewoonte wel weer in tel maar toen waren onze jongens al weer pubers en vanaf een jaar of 13 houdt het op. Dan mogen of willen ze niet meer meedoen. Aan de Kuifmees had ik op de trap bij de deur een hele grote mand met allerlei lekkers om uit te zoeken: mandarijnen, dropveters, lolly’s enz. Er kwamen wel 60 kinderen langs.
Maar toen we eenmaal hier aan het Schoolpad woonden was het afgelopen want… te ver weg. Het loont niet om 1,5 km om te lopen. Alleen toen ik mentor was van een brugklas met een heel stel kinderen uit Bargeroosterveld kwamen die met de auto hier langs. Maar goed dat ik altijd voor alle zekerheid wat in huis heb. Dit keer kwamen de buurjongens, Frank, Tim en Daan met hun prachtige lampionnen met een echt lichtje. En ze zongen als lijsters, twee versjes zelfs.
Tijden veranderen. Vader Hein was blij toen de kunstmest zijn intrede deed die de opbrengst van zijn land deed stijgen. Ja de mest van de koeien werd ook wel op het land gebracht maar de kunstmest betekende toch vooruitgang? Net als de melkmachine en de combine werd het leven gemakkelijker als je dat vergelijkt met handmelken en maaien met de zicht, binden en opzetten van de garven tot gasten. Een knecht en een meid waren niet meer noodzakelijk. Toen tante Gerritje 80 werd hield ze een prachtige speech waarin ze de veranderingen gedurende haar leven uit de doeken deed. Ze vertelde over de paddenpoelen die in haar jeugd allemaal dichtgegooid werden en later weer uitgegraven. Over de slechte tijd in de 20- en 30er jaren. Ze ging toen eens met haar vader naar de markt met 12 biggen in de kar en kwam later met 13 weer terug, had iemand zijn biggen bij hun en anderen in de kar gedropt. Ze waren niets meer waard. Ze kosten meer aan voer dan dat ze op zouden brengen. Veertig jaar later kwamen de grote varkenstallen en werd het een tijdlang de moeite waard om varkens te houden. Ook dat is veranderd. De mest wordt op gezette tijden nog wel op het land gebracht, geïnjecteerd nu. En tot mijn groot genoegen is de boer achter ons ook milieubewust bezig. Geen kaal land meer ’s winters maar er staat nu groenbemester, in ons geval mosterd met ook nog mooie gele bloemetjes. Hij spuit geen onkruid meer en ook de ploeg wordt niet meer gebruikt om de grond om te maken maar een cultivator die ondiep door de bovenlaag gaat. Ik mag er graag naar kijken…. Dit jaar vroegen we ons af of de boer dit jaar vergeten was te spuiten. Het zag er verwaarloosd uit vergeleken met andere jaren. Heel veel onkruid. In mijn beleving werd er elke week of 2 weken gespoten met onkruidverdelger of tegen aardappelziekte. Dat stond me nooit erg aan. Maar nee, de boer was zijn land niet vergeten. Vorige week werd er gerooid. Er kwam enorm veel onkruid uit de afvoer van de rooimachine die regelmatig verstopt was en er waren minder aardappelen dan anders, zo leek het me. Wim maakte een praatje met de jonge boer zoals elk jaar een paar keer als hij langs komt met zijn apparatuur. Het blijkt dat hij nu helemaal biologisch dynamisch en nog wat bezig is. Hij zou een van de eersten in Europa zijn. Hij kan er 70 cent per kilo voor beuren, zo vertelde hij. Ik vermoed dat er veel Europese subsidie op zit. Toen hij weg was en het land kaal ging ik eens kijken of er nog wat te grabbelen was, deed ik ook als er mais opgestaan had. Ik raapte zo een emmertje vol. Ze smaken uit de kunst, maar het schoonmaken neemt tijd, veel putjes die je even moet weghalen. Ach voor ons tweeën is dat te doen.
Het is eigenlijk de bedoeling dat de dagelijkse belevenissen op weblog 1 geschreven worden en de herinneringen op weblog 2 van mijn website- www.hettysite.nl. Toch merk ik dat ze elkaar soms overlappen, want vertel ik iets uit het verleden merk ik dat de gebeurtenissen van toen automatisch weer verweven worden met nu! En andersom. Zou dat nou ook met leeftijd te maken hebben? Rick vertelt regelmatig over zijn collega’s. Soms is hij ongerust over iemand die even slecht in zijn vel zit. Ook als er een familielid overleden is leeft hij mee. Maakt trouwens altijd op alle collega’s diepe indruk. Ze zijn vertrouwd met elkaar. In deze coronatijd moeten zij ook afstand houden en zijn er al een paar extra keten bijgezet voor de koffietijd en tussen de middag. Iets minder gezellig lijkt me. Rick zit er niet mee. Hij kwam eens een dag niet aan warm eten toe en toen ik daarover blijkbaar mijn bezorgdheid niet kon verbergen, zei hij: ‘Ik zou dat reisje van jullie maar annuleren. Zo kun je niet eens weg!’ Dat was toen we een aantal weken op vakantie zouden gaan. Die Rick! Die redt zich echt wel. Hij heeft supermarkt en andere winkels allemaal om de hoek. Hij leefde wel met ons mee toen we voor 6 weken naar Nieuw Zeeland onze droomreis gingen maken. Hij vond dat we maar met Collect Call moesten bellen naar hem, maar dan wel ’s morgens. Dan is hij in elk geval uit z’n werk weer thuis, zo had hij berekend. Rick heeft alle wereldtijden in z’n hoofd. Hij weet precies hoe laat het bij Gera in Canada is en hoe laat in Hawaii. Zijn grootste wens is om een keer de wereld rond te vliegen en dan over de datumgrens. Voorlopig is het nog een droom, maar hij is in staat om zo naar een reisbureau te stappen! Maar dat zal in deze corona tijd nog wel even duren. Want zolang hij nog met de schoffel aangeeft hoever mensen van hem af moeten blijven zie ik hem nog niet met mondkapje naast iemand in een vliegtuig zitten.
En zo is het volop herfst. De bladeren vliegen me buiten om de oren. Ik veeg een paadje van deur over het terras richting oprit om het blad buiten de deur te kunnen houden. Rick kan weer lekker zijn gang gaan zaterdag. Met dit weer is het buiten best uit te houden en het liefst gaan we vanzelf richting wei. Zo gauw de schapen ons zien komen ze aangesneld voor… je weet maar nooit.. het liefst brokjes, maar voor aardappelschillen en groenteafval trekken ze ook graag een sprintje. Zonet ging de scheepsbel die met een touw aan het hek vast zit. Een mevrouw meldde dat er een schaap op de rug lag. Ik had het dit jaar nog niet meegemaakt, meestal zijn het brede schapen of schapen die bijna moeten lammeren. Ik bedankte haar voor de oplettendheid, maar meteen meldde haar man dat het schaap alweer rechtop stond. Inderdaad zijn twee van de 8 schapen van die brede Texelaars en het had zomaar gekund. Als ze zelf niet overeind kunnen komen gaan ze inderdaad dood. Je zou denken dat de rattenpopulatie na 33 dode ratten wel uitgedund is. Toen ik de schuur weer eens schoonveegde waren er toch rattensporen, zand en keutels. En ik hoorde gekrab en geknaag achter de planken die daar tegen de muur zitten. En ik moest even terugdenken aan Berdena die bij hun logeerpartij daar boven de studio in bed lag en huiverend bij ons kwam. Ze heeft het niet op muizen en ratten . Die nacht sliep ze in ons huis in het logeerbed in het kleine kamertje. En Curtis dan? Die sliep al en heeft niks meegekregen, miste haar ’s morgens pas. Dus toch maar weer de vallen gevuld met pindakaas en kippenvoer. Zo zat er gisteren weer een rat in een van de vallen. We geven nog niet op. Als we geen katten meer hebben moeten we ze zelf op afstand zien te houden.
Foto: Waar ze naar kijken? Onze hond Storm komt er aan... De brede Texelaars op de voorgrond, de Schoonebekers wat schuchter meer naar achteren.
De bladeren vallen en niet zo’n klein beetje. Waar het kan laten we het liggen. Rick kwam gistermiddag en met één oogopslag zag hij het. ’Dat wordt glad als het gaat regenen’, vond hij en pakte de bladblazer om in elk geval het terras schoon te blazen. Meteen nam hij de dakgoten van de schuur mee. Ook Gerhard durfde weer langs te komen. Er waren een paar collega’s gelukkig negatief getest voor corona en ook zijn buurvrouw die in de zorg werkt. Het was een gezellig uurtje. Gerhard had een dag of 10 geleden de vlonder met de hogedrukspuit schoon gespoten omdat het daar glibberig was geworden, kunnen we nu weer gewoon lopen. Rick nam het even mee met de blazer, ‘anders is het zo weer glad’. In de wei vermaken de 8 Schoonebekers/ Texelaars zich prima. Ik heb ze nu omgeweid naar het voorste stuk. Ze waren er aan toe. Ik hoefde maar één keer te roepen en met het gele bakje met brokken te rammelen of ze trokken een sprintje naar het hek. Mijn liefde voor schapen deel ik met buurvrouw Anja. Ze is jarig vandaag en ik had op een presenteerblaadje de kop van een Drentse ram geschilderd voor haar. Dat gingen we brengen na kerktijd want Wim had nog een beurt om met Diny Panjer de mooie dienst verder op te fleuren. Ze brachten het er goed van af, al speelde de bronchitis Wim een beetje parten. Even later zaten we achter de koffie met kwarktaart. Hun huis is ruim en dat kan goed, zelfs in coronatijd. Zij heeft 6 Drentse heideschapen, 5 ooien èn Bram, in de wei. Dus altijd goed. ‘Hebben jullie nog wel eens zin in een spelletje Master Mind?’, deed ik een poging naar Tim en Daan, ’Wim kan ik er niet meer voor strikken..’. En warempel dat hebben ze nog. Ik ben benieuwd.
Ergens in ons gezamenlijk verleden midden jaren 70, we woonden toen in Hengelo, zagen we in de Hengelose Schouwburg een toneelstuk waarvan ik de titel niet meer weet, maar wel de namen van de hoofdrolspelers. Dat waren Henk van Ulsen en Ank van de Moer. Het was een eenakter, een stuk voor de pauze, qua onderwerp een zwaar stuk vonden we. We zagen een stuk van een vergane wereld, een grote bult zand met van Ulsen die onder aan de bult rondkroop door de modder en helemaal treurend zijn leven overdacht dat er nu zo uitzag. Eén brok zieligheid en ellende. Ank van de Moer daarentegen zat boven op die kale berg zand maar zag er verzorgd uit en was daar mee bezig om dat in stand te houden. Ze had haar toilettasje bij de hand, maakte zich op en kamde haar haren tot een prachtig kapsel. Maar die wereld zelf? Het einde van alles. Zo zou de wereld er uitzien na een vreselijke oorlog of inslagen van meteorieten of ander vreselijks, suggereerden ze. Na de pauze kregen we een vrolijker stuk, ik meen van John Lanting… wie kent hem niet? Dit laatste stuk weet ik niks meer van, alleen dat het een vrolijke boel was zoals altijd met John Lanting, maar het beeld van die beide figuren in dat desolate landschap is me altijd bijgebleven. Dat schoot me in mijn latere leven steeds weer te binnen als er over klimaat, oorlogen en virussen bericht werd. Maar och… we leven gewoon door. We scheiden ons afval, proberen gezond te leven, zien om naar elkaar. Nu begint het er op te lijken dat we toch wakker geschud worden. Hebben onze kleinkinderen nog toekomst op deze mooie aarde. Als ik vroeger wel eens in gedachten zat, zei opa Bijenhof : ’ Zo...bu’j an ’t prakkezeren hoe oew kindskinder an de kost mot kommen?’ Nu zag ik van morgen een artikel met foto in ons eigen Dagblad van het Noorden over Groninger studenten die bezig zijn met deze overlevingsstrategie. Met deze nieuwe generatie is er hoop!
Foto: Duncan Wijting, die ook mijn foto met Queeny op de arm ooit maakte toen mijn eerste kinderboekjes uitgegeven werden.