Nog één keer de uiterwaarden van de IJssel bij Hattem als een winters plaatje, met het zicht op IJsselstein, zo zei Wim. Hij begint meteen herinneringen op te halen. 's Zomers liepen hier de koeien. De uiterwaarden bij Hattem heten de Hoenwaard. Vroeger was het allemaal gemeenteweide waar in het voorjaar de koeien en vooral ook het jongvee naar toe gebracht werd. Het was een vrije dag voor de schoolkinderen en nadat het vee gebrandmerkt was ging het in optocht naar de Hoenwaard. Op Homoet wordt nog steeds door de Hattemers gezegd. Wim herinnert het zich nog goed, vooral ook de brandlucht die er bij het brandmerken vrij kwam. Het wekelijkse krantje, zoals dat in Vorden ‘het Contact’ en in Emmen de Zuidenvelder’ en de ‘Emmer Courant’, heet in Hattem nog steeds ‘de Homoet’. Nu staan er op Homoet toch een aantal boerderijen. Ja.. dat krijg je als je al zo lang uit Hattem weg bent. Wim dacht toch eerst echt dat het IJsselstein was, maar na de correctie van broer Ben even later zei hij: ‘Ben hef geliek’.
|