Daar zitten we dan
in het restaurant van Zorgcentrum De Bongerd in Hattem. Robin is met ons mee. Ben en Niesje èn Henry en Tonny zijn samen op bezoek bij oma van der Kolk. Nog een laatste bezoekje omdat Henry en Tonny morgen weer naar Canada zullen vliegen. Ze hebben hun ticket niet om kunnen boeken en kunnen niet naar Augsburg. Ze waren er graag naar toe gegaan om hun vriendin Brigitte te steunen in deze moeilijke tijd na het plotseling overlijden van haar man. Oma zegt niet veel maar beseft drommels goed dat ze een heel stel van haar kinderen bij zich heeft. We eten een boterhammetje mee bij Ben en Niesje en dan gaan we Hattem in. Wim is de gids en laat Robin de pomp zien waar hij zich vroeger zo mooi in kon verstoppen. Nu is hij dichtgetimmerd. Jammer! Robin had het graag nog geprobeerd. Wim wijst op de synagoge in de Achterstraat die nu geen synagoge meer is, de Gasthuissteeg waar de jongens van der Kolk geboren zijn. Zo
liet opa Wim daar zijn broertje over de rand van het balkon hangen? Robin vindt het wel erg hoog. Och
doet Wim er nog een schepje bovenop, we lieten ons ook wel vanaf het balkon zakken en dan naar beneden vallen. Dan komen we bij de Gasthuissteeg waar de familie De Weerd woonde die ook wel Meussie genoemd werd en waar Wim een heilig ontzag voor Ale had die hem eens door heel Hattem achterna zat. Robin bekeek de smalle steeg waar vroeger toch een boer met hooiwagen door moest. Wim weet nog van boer van t Land waar ze, als ze naar binnen gingen, de bezem die naast de achterdeur stond op moesten steken omdat de haan hen probeerde aan te vallen. En dan is het tijd voor het bakkerijmuseum.
Wim vertelt over de pomp waar aan de achterkant een opening zat waarin ze zich konden verstoppen.
De Achterstraat
De Synagoge
Op het bovenhuis woonde de familie van der Kolk van 1939 tot 1956. Dit balkon was het waar Wim en Piet om de beurt Ben aan hun handen zo over de rand lieten hangen. Het was een wedstrijdje wie dat het langst vol kon houden. "Was ie dan niet bange Ben?", vroeg ik hem eens. "Welnee" zei Ben. "Piet zei gewoon: 'D'r kan oe niks gebeuren' en dat geleuven ik grif"
|