Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
11-06-2011
ZONDAG 12 JUNI - PINKSTEREN
PINKSTEREN 12 JUNI 2011
STORT IN MIJN HART EEN NIEUWE GEEST
Pinksteren, het feest van de Heilige Geest, de Trooster en Helper, zoals Jezus zelf er over sprak, het feest ook van de vruchten van de Geest, die warme gaven, die het leven zo mooi maken, EN het feest van het enthousiasme, zoals de eerste vrienden van Jezus omgevormd werden van schichtige angsthazen tot GEESTDRIFTIGE getuigen van zijn Blijde Boodschap
Bidden wij daarom vol aandrang en vertrouwen: Stort in mijn hart een nieuwe Geest
Broeders en zusters, u bent geroepen om vrije mensen te zijn. Misbruik die vrijheid echter niet voor de zelfzucht, maar dien elkaar in liefde, want de hele wet is vervuld in één uitspraak: Heb uw naaste lief als uzelf.
Laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten.Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt.
Want de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, trouw, zachtheid en ingetogenheid. Er is geen wet die daar iets tegen heeft.
Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen.
Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst. (Galaten 5,13-25, enkele verzen)
DE VRUCHTEN VAN DE HEILIGE GEEST
Grote theologen hebben er op gezwoegd om uit te leggen hoe wij de Heilige Geest kunnen DENKEN. Opnieuw moeten we echter zeggen: dure woorden brengen niet altijd veel klaarheid. Hoe goed hun pogingen ook bedoeld waren, veel wijzer zijn we er niet van geworden.
WIJZER kunnen we wel worden, als we omzien naar mensen in wie deze Heilige Geest aanwezig en zichtbaar aan het werk is. Laten wij kijken naar mensen, die door Gods Goede Geest bewogen worden. Zulke mensen tonen een glimp van de Heilige Geest. Zo zullen we een beter inzicht krijgen dan door geleerde beschouwingen. De heilige Geest kan je toch niet in woorden vatten of vangen.
Maar je kan Hem enigszins opmerken in mensen, waar een uitzonderlijk hart in schuilt. Hun woorden zijn doordesemd van GOEDHEID. Hun daden houden Jezus levend onder ons en laten ons zijn Geest zien.
Zulke mensen stralen iets uit dat meer dan menselijk is: hun woorden, hun daden, hun hele manier van leven vertolkt Gods Geest, die heilig en goed is. Of om het nog maar eens met Paulus te zeggen: hun leven is doordrongen van DE GAVEN VAN DE GEEST: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid en trouw, zachtheid en ingetogenheid. Waar die zichtbaar zijn, is Gods eigen Geest aanwezig en leeft Jezus voort onder ons.
Om deze gaven of vruchten van de Heilige Geest hebben wij gebeden in de voorbije Pinksternoveen, in deze stille tijd tussen Hemelvaart en Pinksteren.
Zulk gebed verhoort God. Wij mogen vertrouwen op zijn genade, als wij ons hart maar openstellen, als wij maar ONTVANKELIJK en bereid zijn. Zo heeft Jezus zelf het ons beloofd en toegezegd. En wie is er meer geloofwaardig en betrouwbaar dan deze Jezus, onze goddelijke Broeder.
Deze lieftallige gaven wil ik u van harte toewensen op deze zalige hoogdag van Gods Goede Heilige Geest.
O grote Geest, wiens stem ik verneem in de winden en wiens adem de ganse wereld leven geeft, luister naar mij.
Ik verschijn voor U als één van uw vele kinderen. Ik ben klein en zwak. Ik heb kracht en wijsheid nodig. Laat mij in schoonheid wandelen en mogen mijn ogen steeds de rode en purperen zonsondergang aanschouwen.
Laat mijn handen de dingen vereren die U gemaakt hebt, en mijn oren uw stem horen.
Schenk mij wijsheid opdat ik de dingen die U mijn volk geleerd hebt, en de les die U in elk blad en elke rots verborgen hebt, moge erkennen.
Niet om sterker te zijn dan mijn broeders zoek ik kracht, maar om mijn grootste vijand te kunnen bestrijden - mijzelf.
Maak mij steeds bereid met reine handen en open blik tot U te komen, opdat mijn geest, als mijn leven eenmaal verbleekt gelijk de ondergaande zon, zonder schaamte tot U moge komen.
Wanneer je voor een uitdaging staat pak die direct aan, van gezicht tot gezicht, hef jouw kin omhoog en zet jouw schouders, plant jouw voeten en haal diep adem. het is nutteloos van die te ontwijken. Het beste wat je kan doen, je kan falen maar je kan slagen, zet door!
De wolken rondom jou kunnen donker zijn en de toekomst kan er akelig uitzien, maar laat je wilskracht niet vallen hou jezelf in topconditie. Als het slechtste jou kan overkomen niettegenstaande al wat je doet, er voor vluchten zal jou niet redden, zet door!
Zelfs hoop kan ijdel lijken, wanneer je door zorgen bent overmand, maar onthoud dat je staat voor dezelfde uitdagingen als bij anderen; je kan falen maar faal al vechtend, geef niet op, wat je ook doet; Ogen open, hoofd omhoog tot de eindstreep, zet door!
hij had handen van aarde aan zijn lijf, klompen voeten en een aangepijpte mond. zij zat in een hoek, eeuwig, met paternoster op de schoot en lichtblauw, de ronde snuifdoos voor haar neus.
In hun huis was het donker als in een warmte. ik ben daar liefgehad. een kind van negen dat roerloos van zijn wafel at onder de stoof, met op mijn benen coppi, de grote grijze kater
die zijn nagels in me kromde, telkens ik van eenvoud overdonderd, streelde en spinde, ragfijn in hun web van avond en van rust.
Tussen Hemelvaart en Pinksteren hebben wij vandaag een wat stille zondag. Ook de eerste christenen hebben zo een tijd gekend. De droefheid weegt om het verlies van Jezus en de beloofde Helper en Trooster is nog niet gekomen.
Maar zij blijven samen in gebed. Want ook Jezus zelf had nog heel ontroerd gebeden die laatste avond toen Hij voor het laatst op weg ging naar de hof van Olijven en het kruis op Calvarie, om daar zijn zending te voltooien.
Moge dit gebed van Jezus zelf ook voor ons een steun en troost zijn in tijden, die zwaar vallen, omdat wij op een of andere wijze vervolgd, verworpen of uitgestoten worden omdat we trouw willen blijven aan de Geest van Jezus.
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en zei:Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke. Gij hebt Hem immers macht gegeven over alle mensen om eeuwig leven te schenken aan allen die Gij Hem gegeven hebt.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden: Jezus Christus.
Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat Gij Mij hebt opgedragen te doen. Gij, Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf en geef Mij de heerlijkheid, die Ik bij U had eer de wereld bestond.
Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. U behoorden ze toe; Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden. Nu weten zij dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt. Want de boodschap die Gij Mij hebt meegedeeld, heb Ik hun meegedeeld, en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan,en zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden.
Ik bid U voor hen. Niet voor de wereld bid Ik, maar voor hen die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren. Al het mijne is van U en het uwe is van Mij. Zo ben Ik in hen verheerlijkt.
Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe kom.
(Johannes 17,1-11a)
IK BID U VOOR HEN
Dikwijls kijken wij met heimwee en vertedering naar de tijd van de eerste christenen. Dikwijls ook bidden wij dat dezelfde geestdrift van de vroege Kerk evenzeer in en tussen ons zou leven.
Vandaag horen we de keerzijde van deze vroegste tijd. Jezus gaat weg uit deze wereld en bidt voor zijn leerlingen. Hij voorziet reeds de moeilijkheden, die hun deel zullen worden. Hij weet dat hun leven niet zorgeloos zal verlopen, als Hij niet meer zichtbaar bij hen zal zijn. Hij kent de vertwijfeling, die zij zullen voelen en Hij weet dat hun weg vaak zwaar zal zijn, als ze ZIJN WEG willen gaan. Daarom dat kleine zinnetje bij het Laatste Avondmaal: Ik bid u voor hen.
Jaren later zijn de moeilijkheden van de leerlingen geen toekomstmuziek meer. Het leven was verder gegaan, en de leerlingen waren al die jaren trouw gebleven aan het woord van Jezus. Maar, hoe aantrekkelijk de boodschap van Jezus ook was, zij werden niet begrepen door de wereld. Integendeel: zij werden verstoten en uitgesloten, ze werden vervolgd, omwille van zijn Naam. Petrus schrijft daarom in zijn eerste bief:
Zusters en broeders, wees niet verbaasd over de vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. Hoe meer u deel hebt aan Christus lijden, des te meer moet u zich verheugen.
Ook dat was het leven van de eerste christenen en het blijft nog altijd het leven van velen die Jezus willen volgen. Het kan hard vallen in het dagelijkse leven, maar de werkelijkheid kan niet anders zijn. Even voordien had Jezus nog gebeden: Vader, de wereld kent U niet en ziet U niet. En daarom bid ik U voor hen: dat Gij hen in deze wereld zoudt bewaren.
Heer Jezus, bewaar uw gelovigen in oprechte trouw aan U, die Weg, Waarheid en Leven zijt en die volkomen vreugde schenkt.
De allerbelangrijkste les
Op een dag besloot een beroemde dichter om de wijsheid van Boeddha te bestuderen.
Hij reisde daarvoor naar het andere eind van het land waar een wijze leraar woonde.
Hij vroeg: 'Wat is de belangrijkste les van Boeddha?'
'Doe nooit iemand verdriet,' zei de leraar. 'Dat is wel heel erg simpel!' riep de dichter uit. 'De mensen zeggen dat u een grote wijze bent. Daarom heb ik een lange reis gemaakt. Om u te bezoeken.
Is dat nu de allergrootste wijsheid die u mij kunt geven?! leder kind kan mij dat zeggen!'
'Misschien kan een kind u dat wel zeggen, maar het is ongelooflijk moeilijk om nooit iemand verdriet te doen,' zei de wijze leraar.
Hemelvaart verwijst naar boven. Automatisch kijk je dan omhoog. Dat deden de leerlingen van Jezus ook. Zij volgden Hem met hun ogentot Hij achter het wolkendek verdwenen was.
Ze bleven Hem nastaren, verbouwereerd en aan de grond genageld. Maar de vraag:Wat staan jullie toch naar de hemel te kijken?, zet hen weer met beide voeten op de grond.
Steek nu maar zelf de handen uit de mouwen, is de boodschap.
In die tijd begaven de elf leerlingen zich naar Galilea,naar de berg die Jezus hun aangewezen had.Toen zij Hem zagen,wierpen ze zich in aanbidding neer;sommigen echter twijfelden.
Jezus trad nader en sprak tot hen:Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde.Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingenen doopt henin de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geesten leert hun te onderhouden alles wat Ik U bevolen heb.
Ziet, Ik ben met Ualle dagen tot aan de voleinding van de wereld. (Matteüs 28,16-20)
IK BEN MET U ALLE DAGEN TOT AAN DE VOLEINDING VAN DE WERELD!
Op die berg in Galilea stonden de leerlingen er allicht wat triestig bij. In veertig dagen verliezen ze Jezus voor de tweede keer. Eerst die vrijdag toen Hij gekruisigd werd, verworpen en uitgeroeid. Alles wat hen zo beroerd had, leek voor goed voorbij. Twee zijn er, die al meteen terugkeren naar hun gewone doen in Emmaüs, weg uit Jeruzalem, waar al dat moois aan diggelen was geslagen. Hun woorden raken ons: En wij die gehoopt hadden Maar weg is die hoop.
Maar het bleek niet echt voorbij. In een vreemde herkennen ze Hem bij het breken van het brood. En Hij blijft zich tonen, aan alle leerlingen die samen zijn, eerst zonder, dan met Thomas; aan Maria Magdalena; aan de vissers bij het meer, die weer hun werk hadden opgenomen. Hij was dus niet echt weg. Bovendien zei Hij nog: waarom zoekt ge de Levende bij de doden? En samen met Jezus, die verrezen is, herleeft de hoop.
Nu staan ze daar weer. Op die berg in Galilea. Hij wordt opgenomen en zij kijken naar de lucht, tot een wolk Hem aan hun gezicht onttrekt. Weer verliezen ze Hem. Weer blijft de leegte van de vervlogen hoop. Weer voelen zij zich van God verlaten, en weer blijven ze bang samen. In die nestwarmte voelen zij zich veilig.
En nu was Hij echt voor goed weg. Er bleven alleen enkele beloften: Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik zal u een Helper, een Trooster zenden. En nu ook: Ik blijf bij u tot aan de voleinding van de wereld!
Van Hem konden dat toch geen loze beloften zijn. Hij had getoond dat Hij betrouwbaar was en woord hield. Er bleef alleen dat lichtpuntje in het diepe duister.
En bij dat lichtpuntje komt ook een zending: Trek de wereld rond, en vertel over Mij aan alle mensen. En laat je eerste woord dan telkens zijn: Vrede zij u!
Vrede zij u! op deze zalige hoogdag van Hemelvaart.
Hemelvaart
En als we toch weer naar omhoog gaan staren naar waar Hij is, - of hoe het heet wil Hij ons telkens weer bedaren omdat Hij van de mensen weet
Hij zal ons naar beneden wijzen naar wat te doen valt onder mensen ... Hij zal ons om die inzet prijzen en ons alleen het goede wensen.
Hij zal ons naar elkaar verwijzen: jou nu naar mij en mij naar jou opdat wij naar zijn onderwijzen mekaar graag zien in diepe trouw.
Pas dan kan hier de hemel groeien slechts dan leeft Hij nog voelbaar voort ... als liefde ondermaans kan bloeien zijn leven voortgaat ongestoord.