Met de kippen op stok gaan.

Gaan slapen Met de kippen(hennen) op stok gaan.

Waren er geen helers er waren geen stelers.

Iemand die medeplichtig is verdient dezelfde straf als de dader.

Koop breekt geen huur.

Als je een huis koopt vervalt hiermee nog niet de huurovereenkomst van de vorige eigenaar.

Geen rok aan het gat hebben.

Erg weinig hebben.

Er is wat op til.

Er gaat wat gebeuren.

Hij heeft de rest.

Hij heeft teveel gedronken.

Dom volk en varkens laten zich slecht drijven.

Je kunt weinig bereiken met domme mensen.

Het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is.

Een bruiloft is een goede gelegenheid voor de jongeren om met elkaar in kontakt te komen.

Iets met een zwarte kool tekenen.

Een verkeerde voorstelling van zaken geven.

Iemand het hoofd op hol brengen.

Iemand met loze beloftes in de war brengen.

De heler is zo goed als de steler.

Iemand die medeplichtig is verdient dezelfde straf als de dader.

Hij is van de trap gevallen.

Hij heeft zijn haar laten knippen.

Om geleerd te zijn moet men ter schole gaan.

Je leert het beste uit ondervinding.

Die hem aan het roer houdt zal varen.

Als je je niet van je doel laat afleiden dan zul je dit ook bereiken.

Men hoort van ver dat de winter koud is.

het is al gauw alom bekend als er ergens gevaar is.

Dat gaat uit als een nachtkaars.

Dat loopt ongemerkt af.

Dat is hem met de paplepel ingegeven.

Dat heeft hij van jongs af aan geleerd.

Hij snijdt de kaas met hompen.

Hij leeft royaal op andermans kosten.

Iemand met klank buitengooien.

Iemand hardhandig buiten zetten.

Hij is zo zot nog niet als zijn muts staat.

Hij is slimmer dan je op het eerste gezicht zou denken.

Hij heeft veel kak aan zijn gat.

Hij is verwaand.

Hij heeft zijn graf in de golven gevonden.

Hij is verdronken in zee.

Ik ben er weg van.

Ik vertrek.

Na 'nen vergeerder komt een verteerder.

Wat de vader vaak in jaren bijeen heeft gespaard maakt zijn zoon vaak snel op.

Het varken is op een oor na gevild.

Het is bijna afgerond.

Hij is grof gesponnen en los genaaid.

Hij lijkt sterk maar is het niet.

Schuilevinkje spelen.

Verstoppertje spelen.

Hij bezit niets ter wereld.

Hij is arm.

Iets ziet er pico bello uit.

Iets ziet er uitstekend in orde uit.

Het huis is licht en dicht.

Het huis is slecht gebouwd.

Je lot is onafwendbaar.

Koningen hebben lange armen.

Waarom is een boksring vierkant?

Wat doen dagjesmensen, als ze hun dag niet hebben?

Waarom moet je voor steelpannen betalen?

Hoeveel dieper zou de oceaan zijn zonder sponzen?

Hebben analfabeten evenveel pret met lettertjes in de soep?

Waarom is het doorgaans voor mensen niet erg om aangeschoten te zijn,  maar voor dieren wel?

(Hoge bomen vangen veel wind)


Op de markt is je gulden geen cent meer waard

(Op de markt is je gulden een daalder waard)

(Waar een wil is is een weg)


De kous is vol

De kous is af of de maat is vol

(Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt)


Wie een kuil graaft voor een ander, die wordt moe

(wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in)


Met je goede been uit het verkeerde bed stappen                       

(Met je verkeerde been uit bed stappen)

Een blind verken vindt wel 'nen ekel.

Soms gebeuren onmogelijke dingen.

Het pad warm houden.

Steeds hetzelfde pad gebruiken.

Het uitverkoren volk.

De Joden.

In andermans boeken is het duister lezen.

Het is moeilijk om zich een objectief oordeel te vormen van de zaken van een ander.

Ik verlies mijn vrijer.

Ik verlies mijn kous.

Dat zijn twee hoofden onder één kaproen.

Zij zijn het volledig met elkaar eens.

Hij zet de spat er in.

Hij rende zo hard mogelijk weg.

Waar de lippen werken daar rusten de handen.

Tijdens het werk moet je niet praten want dan gaat het fout

Het is moeilijk oude apen leren muilen maken.

Je kunt oude mensen niet veel meer leren.

in het nat.

Dat is een goede plaats voor drinkers.

Dat ziet er belabberd uit.

Dat ziet er zeer slecht uit.

Hij heeft in de pomp gescheten.

Hij is bang.

Het hinkend paard komt achteraan.

De problemen komen altijd pas als je bijna klaar bent.

Hij staat in de geur.

Hij is populair.

In trance zijn.

In een droomtoestand zijn.

Hij is een pennelikker.

Hij is een kantoor medewerker.

Dat loopt niet weg.

Daarvoor hoef je geen haast te maken.

Je moet kiezen of delen.

Je moet een besluit nemen.

Iemand in de pekel laten.

Iemand in de problemen laten zitten.

Na gedane arbeid [werk] is het goed rusten.

Als het werk klaar is geniet je meer van een welverdiende rust.

Zijn haring braadt er niet.

Hij is daar niet welkom.

het is goed om eenvoudig maar gezond te eten.

Zout en zuur Krenkt de natuur.

Zuinigheid bedriegt de wijsheid.

Sommige zuinigheid kan later leiden tot hoge kosten, bijvoorbeeld bezuinigen op onderhoud.

Hij heeft de wijsheid in pacht.

Hij is de enige die het weet.

Pleiten is als varkensslachten.

Een pleit kan meevallen maar ook tegenvallen.

Iemand de genadeslag geven.

Een eind maken aan iemands lijden.

Zijn hart slaat als een kalverstaart.

Hij is verliefd.

Zich in allerlei bochten wringen.

Er op allerlei mogelijke manieren onderuit proberen te komen.

Een muizenmaaltijd houden.

Eten zonder drinken erbij.

Hij heeft de wapens neergelegd.

Hij is gestopt met de strijd.

Wiens brood men eet diens woord men spreekt.

Je staat aan de kant van degene die jou onderhoud.

Schouder aan schouder.

Gezamelijk.

Hij loopt met teveel fatsoen aan zijn gat.

Hij doet zich voornamer voor dan hij is.

Tabak en vrouwen is mannengoed.

Tabak en vrouwen zijn er voor de man.

Eten als een wolf.

Veel eten.

Beter ermee verlegen dan erom verlegen.

Je kunt beter te veel van iets hebben dan een tekort.

Iemand een kool stoven.

Iemand beetnemen.

Een pretsigaret.

Een hasjsigaret; een joint.

Het is beter stil gezwegen als kwalijk gesproken.

Je kunt beter zwijgen dan verkeerde dingen zeggen.

Schijn bedriegt.

Iets is niet altijd zoals het op het eerste gezicht lijkt.

Als de kinderen hun zin doen krijsen ze niet.

Koppige mensen moet je hun gang maar laten gaan.

De lier [harp] aan de wilgen hangen.

Stoppen met dichten.

Dat heeft maar aan een haar gehangen.

Dat was bijna verkeerd afgelopen.

Hij heeft een reef in zijn zeil gelegd.

Hij beperkt zijn uitgaven.

Dat is mij in de hand gevallen.

Dat is een onverwacht voordeel.

Tot iemand overvliegen.

Heel gehaast een bezoek brengen.

Daar zit de mot in.

Dat is verloren.

Iemand een kopje kleiner maken.

Iemand vermoorden.

Verandering van weide doet de koeien goed.

Af en toe wat verandering van aktiviteit is goed voor de mens.

Een goed pad krom loopt nooit [niet] om.

Je kunt beter gewoon het pad blijven volgen dan dit afsnijden.

Dat is staart noch steel.

Dat lijkt nergens naar.